$Limw? (JTmt
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
TWEEDE KAMER
BINNENLAND.
'£N3R3NN0aV
Per kwartaal 3,25
(Beschikkingskosten 0.15).
Voor het Buitenland bij Weke*
lijksche zending #,-=«
Bij dageüjksche zending m 1*—
Allies bij vooruitbetaling.
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7/2 cent.
No 2733
Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936.
DONDERDAG 2 MEI 1929
ADVEBTENTieWi
Van 1 tot 5 regelst!7Vi
Elke regel meer Ik22Vi
'ngez Mededeelingen
van 1—5 regels 2^0
!ke regel meer 0.15 I
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan het bureau
wordt berekend 0.10
10e Jaargang.
Pit nummer bestaal uit TWEE bladen.
HET SPEL OM DEN
INDISCHEN ZENDER.
li.
X>E TEGENWOORDIGE TOESTAND.
In het vorige artikel hebben wij uit
eengezet, eerstens hoe de oorspronke
lijke opzet, om te komen tot een zooge
naamd neutralen omroep naar Indië.
dank zij het optreden der christelijke
groepen, door de Tweede Kamer onmo-
gelijk werd gemaakt; en verder, hoe dc
eendrachtige samenwerking tusschen
het Hoofdbestuur der Posterijen, en het
Philips-concern werd verbroken in ver
band met technische kwesties en naar
aanleiding van de moeite, welke het
Philips-concern deed om een einde te
daken aan de bevoorrechting van Tele-
funken bij de levering van radio
zenders. Wij hebben tevens even ver
meld, dat de leverantie der zenders in
studie en onderzoek was genomen dooi
den Radioraad.
De Radioraad is een uitvloeisel van
een amendement-van Dijk bij de Radio-
wet, om den invloed van het Hoofdbe
stuur der Posterijen en Telegrafie bij
den radio-omroep te verminderen en te
controleeren. De benoeming is met
buitengewone moeilijkheden gepaard
gegaan. Zijn de geruchten juist, dan
was Dr. de Visser de tegenwoordige
Voorzitter, de zevende, die door den
Minister als zoodanig werd aangezocht
en hebben eerst zes anderen voor die
uitnoodiging bedankt.
Tot lid van den Radioraad zijn op
Voordracht van den Minister van Wa
terstaat, en zeer zeker op advies van
het Hoofdbestuur der Posterijen en
Telegrafie, alléén benoemd personen,
die volledig onbekend waren met
alles, wat met den radio-omroep in ver
band stond.
Officieel heette het, dat men zocht
naar hoogstaande mannen, die geheel
onbevooroordeeld tegenover de kwesties
zouden staan. In werkelijkheid zal het
Hoofdbestuur er wel op gerekend heb
ben, dat de Radioraad, op grond van
de stukken, welke geheel door hei
Hoofdbestuur werden gereed gemaakt,
en na vrijwel uitsluitende voorlichtin,
van dat Hoofdbestuur zou adviseeren in
de door het Hoofdbestuur gewilde
richting, vóórdat de heeren gelegenheid
hadden gehad zich voldoende in deze
zeer moeilijke materie in te werken.
De leden van den Radioraad worden
overstroomd met stukken van het
Hoofdbestuur der Posterijen en Tele
grafie, terwijl hun de eed werd afge
nomen, dat zij niets van hetgeen hun
zal worden voorgelegd of van hetgeen
in den Raad zal worden besproken, met
derden zullen behandelen, zoodat het
voor de leden onmogelijk is, al de ge
gevens, door dat Hoofdbestuur ver
strekt, door anderen te doen controlee
ren en na te gaan of de gestelde feiten
juist, en het licht daarop gev/orpen
naar waarheid is.
Vooral die zeer scherp gestelde eed
van stilzwijgen over alles wat in de
functie van lid van den Radioraad ter
kennisse der heeren zou komen, spreekt
boekdeel en.
De radiozaak is een -publieke zaak,
welke het geheele volk raakt tot in zijn
diepste geledingen. Zich daarbij te laten
adviseeren door menschen, die van de
radio-geschiedenis der laatste jaren
niets weten en deze leden geheel één
zijdig te doen voorlichten, dezen boven
dien de gelegenheid te onthouden, die
voorlichting met de andere belangheb
benden te bespreken en door die ande
re partijen te deen controleeren, is een
houding van den Minister van Water
staat, welke weinig bewondering kan
oogsten.
Naar verluidt, zou dan ook reeds uit
den boezem van den Radioraad zelf te
gen dien eed, welke den leden op het
alleronverwachts is afgenomen, bezwa-
ren zijn gerezen.
Intusschen schijnt het Hoofdbestuur
der Posterijen en Telegrafie zich toch
in de beteekenis van den Radioraad te
hebben vergist. Hoewel de heeren uit
den aard der zaak het terrein nog op
geen stukken na kunnen overzien, is
hun reeds zooveel gebleken, dat de
voorl'ehting van het Hoofdbestuur wel
degelijk met de noodige reserve moet
worden aanvaard. Vandaar reeds het
verzot: aan den Minister, aan de Com-
Den Haag ter beschikking werd ge-
gesteld, vandaar dat de Radioraad
zelfstandig een onderzoek is begonnen
naar de lewestie van de leveranties
door Telefunken.
Ook by dit onderzoek heeft het Phi
lips-concern zich sterk geweerd. Dr. A.
Philps heeft persoonlijk een lezing ge
houden voor de leden van den Radio
raad, waarin werd geklaagd over de
houding van het Hoofdbestuur.
Voor een sub-commissie, belast met
het voorbereiden van den omroep naar
Indië, werden door Dr. Philips, die
persoonlijk aanwezig was, zeer sterke
bezwaren geuit over de tegenwerking
der technische posterij -ambtenaren.
Terwijl de zendverguning aan Philips
wordt tegengehouden niet alleen door
het Hoofdbestuur, maar vooral ook
door de omroepver.eenigingen, wordt
door Dr. Philips die vertraging uitslui
tend op rekening van het Hoofdbe
stuur gesteld.
Wanneer wij spreken over vertra
ging, moeten wij even in de geschiede
nis teruggaan.
Toen de Radiowet het den Minister
onmogelijk maakte, zyn beloofde zend
vergunning aan ,de cultuurmaatschap
pijen te verleenen, is Philips toch met
den voorgenomen bouw van een wereld
omroep-zender te Huizen voortgegaan.
Er is een Naamlooze Vennootschap
gesticht, de N.V. Phohi, waarin de
groote cultuurmaatschappijen partici-
peeren. Er is door de vennootschap
een terrein gehuurd van Stad en Lan
de van Gooiland te Huizen en met den
bouw is, al dan niet met officieuze
machtiging van het teen nog welge
zinde Hoofdbestuur c^r Posterijen, be
gonnen. De bouw is betaald met de
gelden, welke door de aandeelhouders
zijn gestort en op het terrein, dat door
de vennootschap werd gehuurd.
Uit den aard der zaak was dit voor
omroepvereenigingen een onge-
wenschte toestand. Immers, wanneer
later aan de christelijke groepen een
eigen Indische zendvergunning zou
worden, verleend, was de zoogenaamd
neutrale omroep sterk in het voordeel,
omdat deze dan reeds zou beschikken
over een geheel gereedstaanden zen
der, terwijl de andere groepen nog met
den bouw zouden moeten beginnen,
Ook was de geheele toestand in strijd
met de Telegraaf- en Telefoonwet,
v.elke bepaalt dat reeds voor den
bouw van een radio-zender vergunning
van den Minister wordt vercischt
Dat waren dan ook de redenen,
waarom zij den heer Suring, Lid van
de Tweede Kamer, op deze onregelma
tigheid opmerkzaam maakten en waar-
en genoemde heer daaromtrent vragen
stelde aan den Minister van Waterstaat.
Intusschen was de hierboven bedeelde
wrijving tusschen het Hoofdbestuur er.
Philips ontstaan. Vandaar, dat bij die
beantwoording der vragen van den heer
Suring het Hoofdbestuur iedere verant
woordelijkheid voor den bouw van den
Indischen zender van zich schoof.
Hoewel officieus aan ieder bekend
was, dat de zender niet behoorde aan
de N. V. Philips Radio als fabrikant,
maar aan het syndicaat der Indische
Cultuurmaatschappijen, antwoordde d:
Minister, dat voor Huizen- alléén toe
stemming was gegeven aan een fabri
kant, om proeven te deen voor fabrica
tie van een zender, doch dat van een
omroep der cultuurmaatschappij en
niets bekend was, en dat van de zijde
van het'Hoofdbestuur met kracht zou
worden gezorgd, dat een fabrikant-ver
gunning tot experimenteeren niet zou
kunnen ontaarden in een omroep.
Intusschen was de Phohi-zcnder ge
reed en werd dror de „Telegraaf", het
lijfblad van dit concern, reeds met groo-
ten ophef aangekondigd, dat op 16 Ja
nuari 1929 de officieele opening van
den Phohi-zender door den Minister van
Koloniën zou geschieden. Een studio te
Amsterdam van meerdere tienduizenden
guldens was aangekocht, een omroeper
was benoemd, een orkest van 50 man
geëngageerd en alles was gereed, om in
groo'-chen stijl den wereldomroep aan
te vangen.
Door de vragen van den heer Suring
viel dit alles in het water. Waterstaat
zag, dat op een dergelijke wijze in geen
geval kon worden opgetreden en het
Philips-concern werd geregeld op de
vingers getikt, zoodra de uitgezonden
programma's ook maar éver. in de rich
ting van een omroep werden ontwor
pen. De „Telegraaf" nam een bericht
op, dat haar publicaties voorbarig wa
ren geweest en dat de opening van den
Indischen zender tot nader order was
uitgesteld.
Hoewel dus de bouw van den Phohi-
zender in strijd met de wet is geschied,
en ieder ingewijde glimlacht over het
:ni.woord van den Minister, dat de
pijen, leidt dit standpunt van-Water
staat er op het oogenblik toch toe, dat
die groote cultuurmaatschappijen hun
zender renteloos hebben staan en hun
orkest, omroeper en ver-Ier outillage
onbruikbaar moeten laten en wachtgeld
moeten uitkeeren.
De Minister heeft nu d^ i Radioraad
verzocht, ook over dit onderwerp hem
van advies te willen dienen. Getracht
zal worden, nog tijdens het bewind van
den tegenwoordigen Minister van Wa
terstaat de zaak te regelen. Ernstig
moet echter worden betwij fold of dit zal
gelukken en of binnen enkele maanden
hier een beslissing zal kunnen zyn ge-
nomën.
VERKIEZINGS BROCHURE.
Wij kondigden reeds de verkiezings-bro
chures aan, welke Ds. M. van Grieken op
verzoek van de „Dr. Kuyperstichting" schreef
en die bij de Drukkerij van „De Rotterdam
mer" het licht zagen en verkrijgbaar zijn.
De eerste is getiteld: „De Sociale Wetge
ving" en behandelt ook het afwijkende
standpunt dat Ds. Kersten inneemt.
Dit is een model-bruchure.
Nog pas wezen we de beschuldiging af,
dat de anti-rev. partij, vanwege de verdeeld
heid in eigen gelederen, niets doet dan hak
ken op de S. D. A. P. en deze brochure is
daarvan het leivende bewijs.
Niet alleen, dat Ds. van Grieken met geen
woord spreekt over de S. D. A. P. of eenigc
andere partij ter linkerzijde, maar ook de
polemiek met Ds. Kersten wordt tot het al
lernoodzakelijkste beperkt. De schrijver wh
zijn lezers niet wijzen op de fouten in andere
partijen, maar ze positief duidelijk make;.-,
dat de anti-rev. partij met de sociale wet
geving op den goeden weg if-.-
Dit geschiedt op buitengewoon praktische
wijze. De „dominee" zet geen geieerd betoog
op over sociale wetgeving, maar brengt in
eenvoudige taal naar voren, wat hij als
„dominee" van het maatschappelijk leven
ziet en wat de Bijbel hem te dien opzichte
Zóó op deze .wijze:
„Waar God Zijn zon doet opgaan over
boozep en goeden, heeft ook dc Overheid te
waken, dat de gezondheid van de gemeen
schap niet onverantwoordelijk door velen
bedreigd wordt. En bij de wettelijke orde
ning vinde dé Overheid ons aller gehoor
zaamheid!"
Ten bate van de volksgezondheid bestrijdt
de Overheid allerlei z o n d e in 't maatschap
pelijk verkeer; en zou zij dan geen roeping
hebben op 't terrein van den arbeid, waar
ook zoo vaak macht boven recht gaat?
Zij heeft dat eui „dit alles heeft niets, niets
te maken met de kwestie van: God verzoe
ken.
1-Iet heeft te, maken met onze roeping als
Christen, om voor ons zelf en' voor anderen'
in het midden van de maatschappij zorg te
dragen in den organischen weg van het be
drijf, werkgever en werknemer hier saam-
werkend".
Ds. Kersten wil daar niets van weten;
adviseert zelfs om de Overheid niet te
hoorza'mcn; liever in de gevangenis gaan
dan zegeltjes plakken.
Doch, wat aan, als men oud en arm
„Zoo noodig,'zegt hij, „biede de Overheid
hulp.:.... en, naar ik hoop op mildere wijze,
dan op dit' oogenblik geschiedt door de ver
zekering. Wat beteekent f 3 per week? Daar
voor te misschien noodig herziening van de
Armenwet".
Dus: uitbreiding der Ovorheids-armenzorcl
Maar dit is een zeer gevaarlijke manier
om .den nood te lenigen.
Ds. van Grieken wijst in zijn vlugschrift
een weg, welke uitnemender is, omdat de
grondslag ligt in Gods Woord en Gods schep
pingsordinantiën.
Dat is de sociale verzekering, welke wij
ook bij deze stembus propageeren.
imsw een Kndpr PMipsMmt te Hnta ee* zende- van
te wnnen dan dat hetwelk door het ^i]lioen 1(Icn zou bruwen „a,s
Hoofdbestuur op de Kortenaerkade j fabrieItsexl(criment" omdat ieder weet,
"TTSet eerst, artikel werf gisteren ge- dat deze zender reeds is besteld, gekocht
plaatst. lec betaald door de cultuurmaatschap-
RIJK EN GEMEENTEN.
De herschatting van den gebonwden
eigendom.
Waarborgen landbouwproducten.
Kip- en eendeneieren.
Vergadering van 1 Mei 1929.
Aangehouden was gister het amendemeht-
v. d. Tempel (S.D.), dat bedoeld om de
taak van de in te stellen
commlssio van advies
in dier voege uit te breiden, dat zij desge
vraagd den minister van Financiën kan
adviseeren over onderwerpen, die de finan
ciën der gemeente raken.
De Minister had geen bezwaap en
het i
Aan dc orde
mcnt-Sc h o
voegen om
ten
|g.een gebruik is gemaakt van de bevoegdheid
tot progressieve opcentenheffing en ook de
overige heffingen tot redelijke grenzen zijn
opgevocrdydoch desniettemin de gemeente er
niet in slaagt haar begrooting sluitend te
maken.
De heer v. G ij n (Lib.) was het met dit
amendement eens. De heer Oud (V. D.), die
erg politiekerig deed, was er tegen.
De heer v. d. Tempel (S. D.) trok het
onaannemelijk verklaarde soc.-dem. amende
ment om tot .20 opcenten te gaan. in en be
streed eveneens het amendement-Smeenk;
z. i. is ('e rcgceringswijziging heter.
De Minister zeide op zich zelf aan dc
bestreden zinsnede uit het amendement-
Smeenk de voorkeur te geven. Maar
aan bzwaren in de Kamer tegemoet te ko
men, had hij de wijziging aangebracht.
Toen zou worden gestemd, verzocht de
heer Al bard a (S. D.) uitstel van de stem
ming, omdat zijn fractie grootendeels afwe
zig was. Dat voorstel werd echter verwor
pen met 47 tegen 21 stemmen. Voor soc.,
vrijz.-dem. en dc heeren Lingbeek, Arts en
Veraart.
Het amendement-S m e e n k werd daarna
aangenomen met 47 tegen 21 stemmen.
Tegen soc.- en vrijz.-dem., Mej. Katz, Prof.
Veraart, Dr. Vos v. Voorst tot Voorst, Kui
per, Suring, Bakker en v. Sasse v. IJsselt.
Hiermede was de behandeling van het
wetsontwerp ten einde.
De eindstemming zal morgen plaats heb
ben.
Zonder discussie en z.h.s. werd daarna
goedgekeurd het wetsontwerp tot intrekking
van het 2e lid van art. 59 der
wet op de Grondbelasting.
De strekking van dit ontwerp is het voor
schrift van de herhaling van de herschat
ting van de belastbare opbrengst der ge
bouwde eigendommen om de 20 jaar, te
doen vervallen.
Aan de orde was vervolgens het wetsont
werp bevattende bepalingen betreffende den
in- en doorvoer van kippen- en
eendeneieren.
De ingevoerde eieren en die voor doorvoer
bestemd moeten voortaan gestempeld zijn.
Tevens verd behandeld het wetsontwerp
houdende voorschriften betreffende het waar
borgen van bepaalde eigenschappen of hoe
danigheid van uitgevoerde
voortbrengselen van het land
bouw-, tninbouw-, veeteelt- en
zuivelbedrijf.
De bedoeling is door een merk of andere
regeling de kwaliteit der uitgevoerde land
bouwproducten te garandeeren. De bepa
lingen op den uitvoer van boter, en kaas
zijn in dit wetsontwerp opgenomen.
De heer Ehcls (V.D.) wilde ook de koel
huiseieren stempelen om menging onder
versche eieren te voorkomen en de heer
Weitkamp (C.H.) vvenschte geen vrijheid
voor den opslag van ongemerkte buitcnland-
sche eieren.
De heer Kortcnhorst (R.K.) bepleitte
een internationale stempelingregeling.
Minister Kan achtte het gelukkig dat wij
door de Engelsche maatregelen wakker zijn
geschud uit onze indolentie. Met de organi
satie is hij het op alle punten eens geworden
behalve op het punt van koelhuiseieren. In
dien er echter een merk is voor versche en
een voor huitenlandsche eieren, dan behoeft
men niet scherpzinnig te zijn om te begrij
pen dat de ongestempelde eieren koelhuis-
eieren moeten zijn. Het opslaan van buiten
noodlijdende gemeenten,
na 1 Jan. 1929 en vóór 1 Mei 1931 feite
lijk in aanmerking worden gebracht voor
het ontvangen van buitengewone hulp van't
Riik en die voor éen of meer der jaren van
het tijdvak 1 Januari 1926 tot 1 Januari 1929
rekening van den gewonen dienst
hebben afgesloten of moeten afsluiten met
tekort7 den onderstand, bedoeld in art.
6 lid 4, bij het maken van de berekening
olgens het 2e en 3e lid van art 6 als op
brengst van gemeentelijke inkomstenbelas
ting te beschouwen.
De Minister had tegen het principe
geen bezwaar, maar gaf een redactie in over-
eging, waarbij het tekort „geheel of ge
deeltelijk" zal worden meegerekend.
De heer S c h o u t en was voor dat „gedeel
telijk" niet te vinden. De Minister
enschte echter cenige vrijheid te behouden.
De heer Schouten begreep niet waarom
het geheele tekort van een noodlijdende ge
meente niet zou worden meegeteld. Dat „ge
deeltelijk" kan voor de gemeenten schade
opleveren en daarom zag hij dat woord liefst
)rvallen uit dc regeoringswijziging.
De Minister hleef weigeren.
De heer Schouten trok toen zijn amen
dement ten bate der regeeringswijziging in,
het vertrouwen, dat de door hem bedoelde
noodlijdende gemeenten niet ongunstiger
zouden worden behandeld dan die genoemd
het 4e lid van art. 6.
Het regeeringsvoorstel werd z.h.s. goedge
keurd.
De opcentenlimiet.
Opnieuw kwam nu In behandeling het
amendement- v. d. Tempel en dat'van den
heer Smccnk. De daarvan door den Minister
oorgestelde lezing luidde: Indien een ge
meente, hoewel de overige heffingen tot re
delijke bedragen zijn opgevoerd ,er niet in
slaagt haar begroeting sluitend te maken,
kan het aantal opcenten tot 100 worden op
gevoerd.
Aanvankelijk had de Minister 80 opcenten
en de heer v. d. Tempel vroeg 120. Het cij
fer 100 was door den heer Smecnk edacht.
De heer v. Vuurcn (R. K.) recon
strueerde nog eens het verloop van zaken en
laakte 's ministers optreden daarin., Mijïanrisrlie eieren'is in liét belang
meende, dat de gekozen vage redactie prae- j transitohandel en zal geschieden onder toe- I
tisch de 100 opcenten zal brengen en wilde zicht van ambtenaren, zoodat vermenging'
Ie progressie-belemmering op de fondshelas-met Nederlandsphe eieren niet mogelijk zal j
ting liever handhaven. I zijn. Overleg met zijn ambtgenoot van Ar-
De heer Smeen k (A. R.) achtte nog beid. Handel en Nijverheid zou de Minister,
steeds zijn eigen amendement beter dan de i gnarne overwegen.
Regeeringswijziging en handhaafde het! z.h.s. werden de beide wetsontwerpen
daarom. De verhooging tot 100 opcenten kan, goedgekeurd.
volgens dat amendement geschieden, indien I De wijziging der regeling van het
Staatstoezicht op krankzinnigen,
en aanvulling van art 39 der Armenwet
vroeg daarna de aandacht.
Het wetsontwerp strekt vooral ten bate
van de patiënten, voor wie, b.v. omdat zij
niet medewerken, plaatsing in eeii krank
zinnigengesticht wordt verzocht Daarover
beslist dan (ook naar geldend recht) «le
rechter. Volgens het ontwerp wordt de rech
ter echter beter geoutilleerd wanneer hij
staat voor de beslissing of opneming (en
verlengd verblijf) in een krankzinnigenge
sticht noodzakelijk of wenschelijk is.
De rechter kan zich o.a. deskundig laten
voorlichten.
Onvennogenden kunnen, alleen, indien de
Overheid bereid is de kosten te dragen in
een aangewezen inrichting worden verpleegd
Zoodanige bereidheid ontbreekt echter meer
malen. Daarom is een regeling van de kos
ten van verpleging van krankzinnigen in
een aangewezen inrichting wenschelijk op
soortgelijke wijze als reeds geldt voor de
verpleging in een krankzinnigengesticht.
Hierdoor zal de z.g. arbeidsgeneeswijze
kunnen worden bevorderd en zullen minder
patiënten in krankzinnigengestichten te
recht komen dan tot dusverre.
Voorts wordt o.a. aan den in een krank
zinnigengesticht verpleegde zelf de bevoegd
heid gegeven de kwestie van zijn verblijf
opnieuw te doen overwegen.
De heer v. d. Heide (S.D.) juichte het
wetsontwerp toe.
Reeds lang is aangedrongen op maatrege
len ter voorkoming van interneering in een
gesticht zonder dat de geïnterneerde zich op
den rechter kon beroepen.
tiet treffen van maatregelen tegen onge
motiveerde krankzinnigverklaring had ook
de instemming van Dr. Vos (Lib.) Maar hij
wilde het afgeven van krankzinnigheids
verklaringen niet alleen overlaten aan de
z.i. veelal ongeschikte huisartsen, maar de
psychiaters inschakelen in het belang van
verpleegden en verpleging. De rechterlijke
macht kon dan zooveel mogelijk worden uit
geschakeld. Ook de nazorg verdiende veel
meer aandacht.
Van groot belang ls het verplegen van
menschen uit godsdienstige mgeving in ge
stichten, waarin hun eigen godsdienstige
sfeer te vinden is.
De verpleegde zal voortaan ook zelf ont
slag kunnen vragen. Hij krijgt daarmee een
soort „rechtspositie".
De balans opmakende, meende Dr. Vos,
dat het wetsontwerp minder bracht dan liij
zou wenschen, maar toch ruim voldoende om
de voorgestelde wijzigingen gaarne te aan
vaarden.
De heer v. Schaik (R.K.) was ook inge
nomen met de verbeterde bepalingen tegen
dwanginternecring maar baanbrekend voor
de verpleging achtte hij het wetsontwerp
niet.
Dwanginterncering moet uitzondering wor
den en vrijwillige aanmelding regel.
Het inschakelen van den ambtenaar-psy
chiater door het wetsontwerp is van groot
belang. De heer v. Schaik zag daar het
zwaarteount. Daarom had hij bezwaar tegen
het artikel, dat de Regeering de gelegenheid
geeft om die inschakeling practisch weer
terug te nemen.
Mevr. Bakker-Nort (V.D.) erkende dat,
ondanks enkele onvervulde wenschen, het
wetsontwerp in de goede richting gaat
Mej. Katz (C.H.) juichte ook over de voor
gestelde verbeteringen en sloot zich aan bij
den wehsch van den heer v. d. Schaik om
art. 3 terug te nemen. Geheel in denzelfden
geest sprak de heer v. Sasse v. IJsselt
(R. K.).
De Minister van Binnenla
sc he Zaken verklaarde zich uiterst ge
voelig voor den gebrachten lof.
Hij zou gaarne zooveel mogelijk bevorde
ren, dat verpleegden zooveel mogelijk in
stichtingen van eigen gezindte worden op
genomen.
De rechterlijke macht wilde de Minister
niet geheel uitschakelen, omdat ook medici
zich vergissen kunnen.
Over de nazorg zal worden overlegd met
Justitie.
De Minister van Justitie achtte
het niet gewenscht thans de rechtspositie
der verpleegden nog verder uit te breiden.
Aanwijzing van psychiaters door de Kroon
wenschte hij niet; zulks zou als diskwali
ficatie van anderen kunnen worden opge
vat. Bovendien kan het soms gewenscht zijn
psychologen of paedagogen te nemen.
Bij de artikelen diende de heer v. S c h a i k
(R.K.) een amendement in om de deskun
digen, die de rechter kan raadplegen over
geneeskundige verklaringen, door de Kroon
te doe-n aanwijzen.
De heer v. Dij k (A.R.) merkte op, dat de
voorsteller met zijn amendement niet zijn
doel zal bereiken om de gestichten te be
schermen tegen het aanwijzen van deskun
digen, die niet in hun geest zijn. Het kan
beter aan de prudentie der rechterlijke
macht worden overgelaten.
De Minister handhaafde, dat er in Je
practijk geen enkele aanwijzing is om in dc
richting van het amendement te gaan.
Mr. Heemskerk (A.R.) merkte op, dat
s er een lijst van deskundigen komt, men
allicht te vaak en onnoodig deskundigcrr znl
gaan raadplegen. De zaak is bij de rechter
lijke macht voldoende veilig en liet amende
ment geeft aanleiding tot. allerlei subjecti
sme ten aanzien van deskundigen.
De heer v. Schaik (R.K.) zeide, dat hem
onverschillig is welke deskundige naar een
bepaald gesticht gaat. Daarom wil hij een
beperkte lijst d/>en aanleggen.
Vandaag worfit over het amendement ge
stemd en gaat de Kamer vprdcr met do wet.
OFFICIEELE BERICHTEN.
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij Kon. besluit is-verleend de e^vcmcdail-
le der Oranje Xassau-ordc: in zilver aan M.
Raven, Meeatbïambte van Stad en Lande
Gooiland, wonende te Blaricum, en P.
C. Carstensen, notarisklerk te Amsterdam;
brons aan mej. J. v. Klaveren, kosteres
Rcmonstrantsche Kerk te Waddinxvcen, cn
C. Bolle, werkman in dienst van L. A. Jc
Vlieger, landbouwer te Schuddcheurs, ge
meente Noordgouwc.
Bij Kon. besluit is benoemd tol ridder in
de Oranje Nassau Orde H. van Aarst, wo
nendo te Bussum, bedrijfschef der model
makerij en gieterij van de Ned. Fabriek voor
Werktuigen en Spoorwegmateriaal (Werk
spoor), voorzitter v&.n de Coöperatieve Ver-
eeniging van de Nederlandeche IJzergiete-J
EEN MAL GEVAL.
IS DAT VRIJZINNIG-DEMOCRATISCHT
'k Heb er niets mee te maken en zakelijk
laat het me absoluut koud, maar ate staal
tje van polemiek trekt het toch wel erg de
aandacht.
Eenigen tijd geleden stond er een stukje
in „de Vrijheid dat aldus begon:
„In een beschouwing van mr. Marchan'
in „De Vrijz. Democraat" over Colijn's redt
bij het jongste politieke debat lezen wij:
„Geheel ten onrechte sprak de heer Colijc
van „een andere partij-formatie democraat-
conservatief". Deze aclil niemand moqelijk.
die bij zijn politieke zinnen is."
Eilieve, wij zouden zoo iets niet gaarne
op eigen gezag beweren, maar als de leider
het zelf zegt, zal het wel waar zijn."
Onder het aanlokkelijke hoofdje „Vie^"
schrijft daarop een medewerker in „de Vrijz.
Democraat" het volgende:
„Voor iedereen, die lezen kan, voor Ieder
een, die weet dat de vrij.zinnig-democa'.en
jaar in jaar uit de noodzakelijkheid propa
geeren van een partij formatie, waarbij de
scheidingslijn zou loopen tuöschen dcanocra-
ten en conservatieven, is het duidelijk, dal
de laatst geciteerde volzin een citaat is; dat
Colijn zich in dezen geest heeft uitgelaten."
De schrijver in „De Vrijheid" zou du?
valsch geciteerd hebben. Iets heel leeüjks ir.
de journalistiek.
't Geval interesseerde mij, want als ik lezen
kan, en voorzoover ik Colijn en Marchant
ken, was het geen citaat van Colijn, maaT
de meening van Marchant zelf. Dus volgde
rtt doze polemiek.
Natuurlijk hield „de Vrijheid" voet bij
stuk, toen ze aldus uitgescholden werd. En
jawel, veertien later begint niet de onbeken
de medewerker, maar de heer Marchant zeil
een artikel met deze woorden:
„De heer Colijn heeft in de Eerste Kamer
gesproken van „een andere partij formatie
democraat-conservatief". Wij hebben daar
van gezegd: „Deze acht niemand mogelijk,
die bij zijn politieke zinnen is"."
„Geen onderscheidingsvermogen", slaat err
boven. En de lezer venvacht natuurlijk, dat
dit zal slaan op den schrijver in de „Vrije:-
Democraat", die immers een meening van
Marchant aan Colijn toeschreef en blijkbaar
niet eens lezen kan.
Doch niets daarvan. Noch de onbekende
schrijver, noch Mr. Marchant biedt den
schrijver in „de Vrijheid" zijn verontschul
diging aan, maar Mr. Marchant doet niets
anders dan schimpen op het gebrek aan on
derscheidingsvermogen bij zijn politieken
tegenstander.
Met den onbekenden schrijver zou ik nu
haast geneigd zijn het onhebbelijke woord
„ajakkes" te gebruiken.
Als dit een staaltje van vrijzinnig-demo-
cratteehe polemiek is, dan staat deze wel op
laag peil.
Kost het den heeren daar zóóveel moeite
om een vergissing te erkennen en een be-
leediging terug te nemen?
INGEZONDEN KEDEDSFLING.
Vrouwenhanden
welke door de schoonmaak ruw,
roo I of beschadigd zijn, worden
weder gaaf, zacht en blank door
Doos 30 en 60, tube 80 et
PUROL
rijen en van de Ned. Vereeniging van Gieterij
technici.
is toegekend de zilveren medaille der
Oranje Nassau orde aan G. van Winkel, fa-
briekschef bij de N.V. Oosthoek en Zoon's
Industrie- en Handel Mij. te Alphen a.d. Rijn;
J. H. van Veen, kantoorbediende bij de
firma S. Bleckmann te Oldenzaal; F. de Roos
meesterknecht op de drukkerij van den heer
W.Bcs te Zaandam;
van Egmond te 's Gravenhage; mej. M. B.
de bronzen Idem aan mejuffr. M. J.
Weyenhoven, dienstbode bij mej. C. M. Scholl
Franken te Nijmegen; A. van Bruggen Hzn.,
van den Heuvel, dienstbode bij de familie
stal- en huisknecht bij de familie Overwater
te Strijensas, gem. Strijen.
STEMBUREAU KIESKRING XVIL
Bij Kon. besluit is op hun verzoek eervol
ontslag verleend aan A. Kymmell eu S. Lezer
onderscheidenlijk als lid en als plaatsver
vangend lid van het hoofdstombureau voor
de verkiezing van do leden van de Tweede
Kamer der Staten Generaal in den kieskring
XVII, en zijn benoemd tot lid Mr. M. S. Kal
ina, lid van de nRaad der gemeento Assen
en tot plaatsvervangend lid J. Bergsma, lid
van den Raad der gemeente Assen.
MR. R. VAN VEEN. t
OUD-LID DER TWEEDE KAMER.
In den ouderdom van ruim 63 jaren is te
's-Gravenhagc o\crleden de heer Mr. R, van
Veen, oud-lid van de Tweede Kamer
Mr. v. Veen, die te Lemmer geboren vverJ.
promoveerde in 1S92 le Utrecht tot doctor
in de rechtswetenschap en vestigde zich
daarna te Groningen.
Toen hij in 1901 voor het district Dokkura
tot lid van de Tweede Kamer gekozen werd,
vestigde hij zich als advocaat cn procureur
te 's-Gravenhagc, waar hij sedert gevestigd
b eef en ook ecnige jaren Raadsheer plraia-
vcrvang.r en Kantonrec'iter-plaatsvervau
ger is geweest.
Tot 1918 heeft Mr. v. Veen de Chr. Hist,
partij in ons Parlement vertegenwoordigd.
Zijn gezondheidstoestand was er den
laatston tijd van dien aard, dat hij zich uit
openbare functies moest terugtrokken. Zoo
stelde hij zich onlangs ook niet meer be
schikbaar voor lid van het hoofdbestuur van
de Chr.-IHst. Unie.
De heer Van Veen was voorzitter van d»
onder het ministerschap van den heer Van
IJsselsteijn ingestelde Crisis enquête com
missie, welke commissie dan ook werl nna-
geduid als de „Commissie Van Veen'
Ook op kerkelijk ge! iel lu-klceddc beer
Van Veen vcrschi' n grijke functies
in de Ned. Herv. Kerk
De thans ontslapen-- ri Vler In dc ord«
van den Nederlandsehen Leeuw.
De teraardebestelling \an bet stoffelijk
overschot zal plaats hebben as. Zaterdag ten
12 uur op de Algemeene Begraafplaats.