$Limw? (JTmt Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. TWEEDE KAMER BINNENLAND. '£N3R3NN0aV Per kwartaal 3,25 (Beschikkingskosten 0.15). Voor het Buitenland bij Weke* lijksche zending #,-=« Bij dageüjksche zending m 1*— Allies bij vooruitbetaling. Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7/2 cent. No 2733 Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936. DONDERDAG 2 MEI 1929 ADVEBTENTieWi Van 1 tot 5 regelst!7Vi Elke regel meer Ik22Vi 'ngez Mededeelingen van 1—5 regels 2^0 !ke regel meer 0.15 I Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan het bureau wordt berekend 0.10 10e Jaargang. Pit nummer bestaal uit TWEE bladen. HET SPEL OM DEN INDISCHEN ZENDER. li. X>E TEGENWOORDIGE TOESTAND. In het vorige artikel hebben wij uit eengezet, eerstens hoe de oorspronke lijke opzet, om te komen tot een zooge naamd neutralen omroep naar Indië. dank zij het optreden der christelijke groepen, door de Tweede Kamer onmo- gelijk werd gemaakt; en verder, hoe dc eendrachtige samenwerking tusschen het Hoofdbestuur der Posterijen, en het Philips-concern werd verbroken in ver band met technische kwesties en naar aanleiding van de moeite, welke het Philips-concern deed om een einde te daken aan de bevoorrechting van Tele- funken bij de levering van radio zenders. Wij hebben tevens even ver meld, dat de leverantie der zenders in studie en onderzoek was genomen dooi den Radioraad. De Radioraad is een uitvloeisel van een amendement-van Dijk bij de Radio- wet, om den invloed van het Hoofdbe stuur der Posterijen en Telegrafie bij den radio-omroep te verminderen en te controleeren. De benoeming is met buitengewone moeilijkheden gepaard gegaan. Zijn de geruchten juist, dan was Dr. de Visser de tegenwoordige Voorzitter, de zevende, die door den Minister als zoodanig werd aangezocht en hebben eerst zes anderen voor die uitnoodiging bedankt. Tot lid van den Radioraad zijn op Voordracht van den Minister van Wa terstaat, en zeer zeker op advies van het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie, alléén benoemd personen, die volledig onbekend waren met alles, wat met den radio-omroep in ver band stond. Officieel heette het, dat men zocht naar hoogstaande mannen, die geheel onbevooroordeeld tegenover de kwesties zouden staan. In werkelijkheid zal het Hoofdbestuur er wel op gerekend heb ben, dat de Radioraad, op grond van de stukken, welke geheel door hei Hoofdbestuur werden gereed gemaakt, en na vrijwel uitsluitende voorlichtin, van dat Hoofdbestuur zou adviseeren in de door het Hoofdbestuur gewilde richting, vóórdat de heeren gelegenheid hadden gehad zich voldoende in deze zeer moeilijke materie in te werken. De leden van den Radioraad worden overstroomd met stukken van het Hoofdbestuur der Posterijen en Tele grafie, terwijl hun de eed werd afge nomen, dat zij niets van hetgeen hun zal worden voorgelegd of van hetgeen in den Raad zal worden besproken, met derden zullen behandelen, zoodat het voor de leden onmogelijk is, al de ge gevens, door dat Hoofdbestuur ver strekt, door anderen te doen controlee ren en na te gaan of de gestelde feiten juist, en het licht daarop gev/orpen naar waarheid is. Vooral die zeer scherp gestelde eed van stilzwijgen over alles wat in de functie van lid van den Radioraad ter kennisse der heeren zou komen, spreekt boekdeel en. De radiozaak is een -publieke zaak, welke het geheele volk raakt tot in zijn diepste geledingen. Zich daarbij te laten adviseeren door menschen, die van de radio-geschiedenis der laatste jaren niets weten en deze leden geheel één zijdig te doen voorlichten, dezen boven dien de gelegenheid te onthouden, die voorlichting met de andere belangheb benden te bespreken en door die ande re partijen te deen controleeren, is een houding van den Minister van Water staat, welke weinig bewondering kan oogsten. Naar verluidt, zou dan ook reeds uit den boezem van den Radioraad zelf te gen dien eed, welke den leden op het alleronverwachts is afgenomen, bezwa- ren zijn gerezen. Intusschen schijnt het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie zich toch in de beteekenis van den Radioraad te hebben vergist. Hoewel de heeren uit den aard der zaak het terrein nog op geen stukken na kunnen overzien, is hun reeds zooveel gebleken, dat de voorl'ehting van het Hoofdbestuur wel degelijk met de noodige reserve moet worden aanvaard. Vandaar reeds het verzot: aan den Minister, aan de Com- Den Haag ter beschikking werd ge- gesteld, vandaar dat de Radioraad zelfstandig een onderzoek is begonnen naar de lewestie van de leveranties door Telefunken. Ook by dit onderzoek heeft het Phi lips-concern zich sterk geweerd. Dr. A. Philps heeft persoonlijk een lezing ge houden voor de leden van den Radio raad, waarin werd geklaagd over de houding van het Hoofdbestuur. Voor een sub-commissie, belast met het voorbereiden van den omroep naar Indië, werden door Dr. Philips, die persoonlijk aanwezig was, zeer sterke bezwaren geuit over de tegenwerking der technische posterij -ambtenaren. Terwijl de zendverguning aan Philips wordt tegengehouden niet alleen door het Hoofdbestuur, maar vooral ook door de omroepver.eenigingen, wordt door Dr. Philips die vertraging uitslui tend op rekening van het Hoofdbe stuur gesteld. Wanneer wij spreken over vertra ging, moeten wij even in de geschiede nis teruggaan. Toen de Radiowet het den Minister onmogelijk maakte, zyn beloofde zend vergunning aan ,de cultuurmaatschap pijen te verleenen, is Philips toch met den voorgenomen bouw van een wereld omroep-zender te Huizen voortgegaan. Er is een Naamlooze Vennootschap gesticht, de N.V. Phohi, waarin de groote cultuurmaatschappijen partici- peeren. Er is door de vennootschap een terrein gehuurd van Stad en Lan de van Gooiland te Huizen en met den bouw is, al dan niet met officieuze machtiging van het teen nog welge zinde Hoofdbestuur c^r Posterijen, be gonnen. De bouw is betaald met de gelden, welke door de aandeelhouders zijn gestort en op het terrein, dat door de vennootschap werd gehuurd. Uit den aard der zaak was dit voor omroepvereenigingen een onge- wenschte toestand. Immers, wanneer later aan de christelijke groepen een eigen Indische zendvergunning zou worden, verleend, was de zoogenaamd neutrale omroep sterk in het voordeel, omdat deze dan reeds zou beschikken over een geheel gereedstaanden zen der, terwijl de andere groepen nog met den bouw zouden moeten beginnen, Ook was de geheele toestand in strijd met de Telegraaf- en Telefoonwet, v.elke bepaalt dat reeds voor den bouw van een radio-zender vergunning van den Minister wordt vercischt Dat waren dan ook de redenen, waarom zij den heer Suring, Lid van de Tweede Kamer, op deze onregelma tigheid opmerkzaam maakten en waar- en genoemde heer daaromtrent vragen stelde aan den Minister van Waterstaat. Intusschen was de hierboven bedeelde wrijving tusschen het Hoofdbestuur er. Philips ontstaan. Vandaar, dat bij die beantwoording der vragen van den heer Suring het Hoofdbestuur iedere verant woordelijkheid voor den bouw van den Indischen zender van zich schoof. Hoewel officieus aan ieder bekend was, dat de zender niet behoorde aan de N. V. Philips Radio als fabrikant, maar aan het syndicaat der Indische Cultuurmaatschappijen, antwoordde d: Minister, dat voor Huizen- alléén toe stemming was gegeven aan een fabri kant, om proeven te deen voor fabrica tie van een zender, doch dat van een omroep der cultuurmaatschappij en niets bekend was, en dat van de zijde van het'Hoofdbestuur met kracht zou worden gezorgd, dat een fabrikant-ver gunning tot experimenteeren niet zou kunnen ontaarden in een omroep. Intusschen was de Phohi-zcnder ge reed en werd dror de „Telegraaf", het lijfblad van dit concern, reeds met groo- ten ophef aangekondigd, dat op 16 Ja nuari 1929 de officieele opening van den Phohi-zender door den Minister van Koloniën zou geschieden. Een studio te Amsterdam van meerdere tienduizenden guldens was aangekocht, een omroeper was benoemd, een orkest van 50 man geëngageerd en alles was gereed, om in groo'-chen stijl den wereldomroep aan te vangen. Door de vragen van den heer Suring viel dit alles in het water. Waterstaat zag, dat op een dergelijke wijze in geen geval kon worden opgetreden en het Philips-concern werd geregeld op de vingers getikt, zoodra de uitgezonden programma's ook maar éver. in de rich ting van een omroep werden ontwor pen. De „Telegraaf" nam een bericht op, dat haar publicaties voorbarig wa ren geweest en dat de opening van den Indischen zender tot nader order was uitgesteld. Hoewel dus de bouw van den Phohi- zender in strijd met de wet is geschied, en ieder ingewijde glimlacht over het :ni.woord van den Minister, dat de pijen, leidt dit standpunt van-Water staat er op het oogenblik toch toe, dat die groote cultuurmaatschappijen hun zender renteloos hebben staan en hun orkest, omroeper en ver-Ier outillage onbruikbaar moeten laten en wachtgeld moeten uitkeeren. De Minister heeft nu d^ i Radioraad verzocht, ook over dit onderwerp hem van advies te willen dienen. Getracht zal worden, nog tijdens het bewind van den tegenwoordigen Minister van Wa terstaat de zaak te regelen. Ernstig moet echter worden betwij fold of dit zal gelukken en of binnen enkele maanden hier een beslissing zal kunnen zyn ge- nomën. VERKIEZINGS BROCHURE. Wij kondigden reeds de verkiezings-bro chures aan, welke Ds. M. van Grieken op verzoek van de „Dr. Kuyperstichting" schreef en die bij de Drukkerij van „De Rotterdam mer" het licht zagen en verkrijgbaar zijn. De eerste is getiteld: „De Sociale Wetge ving" en behandelt ook het afwijkende standpunt dat Ds. Kersten inneemt. Dit is een model-bruchure. Nog pas wezen we de beschuldiging af, dat de anti-rev. partij, vanwege de verdeeld heid in eigen gelederen, niets doet dan hak ken op de S. D. A. P. en deze brochure is daarvan het leivende bewijs. Niet alleen, dat Ds. van Grieken met geen woord spreekt over de S. D. A. P. of eenigc andere partij ter linkerzijde, maar ook de polemiek met Ds. Kersten wordt tot het al lernoodzakelijkste beperkt. De schrijver wh zijn lezers niet wijzen op de fouten in andere partijen, maar ze positief duidelijk make;.-, dat de anti-rev. partij met de sociale wet geving op den goeden weg if-.- Dit geschiedt op buitengewoon praktische wijze. De „dominee" zet geen geieerd betoog op over sociale wetgeving, maar brengt in eenvoudige taal naar voren, wat hij als „dominee" van het maatschappelijk leven ziet en wat de Bijbel hem te dien opzichte Zóó op deze .wijze: „Waar God Zijn zon doet opgaan over boozep en goeden, heeft ook dc Overheid te waken, dat de gezondheid van de gemeen schap niet onverantwoordelijk door velen bedreigd wordt. En bij de wettelijke orde ning vinde dé Overheid ons aller gehoor zaamheid!" Ten bate van de volksgezondheid bestrijdt de Overheid allerlei z o n d e in 't maatschap pelijk verkeer; en zou zij dan geen roeping hebben op 't terrein van den arbeid, waar ook zoo vaak macht boven recht gaat? Zij heeft dat eui „dit alles heeft niets, niets te maken met de kwestie van: God verzoe ken. 1-Iet heeft te, maken met onze roeping als Christen, om voor ons zelf en' voor anderen' in het midden van de maatschappij zorg te dragen in den organischen weg van het be drijf, werkgever en werknemer hier saam- werkend". Ds. Kersten wil daar niets van weten; adviseert zelfs om de Overheid niet te hoorza'mcn; liever in de gevangenis gaan dan zegeltjes plakken. Doch, wat aan, als men oud en arm „Zoo noodig,'zegt hij, „biede de Overheid hulp.:.... en, naar ik hoop op mildere wijze, dan op dit' oogenblik geschiedt door de ver zekering. Wat beteekent f 3 per week? Daar voor te misschien noodig herziening van de Armenwet". Dus: uitbreiding der Ovorheids-armenzorcl Maar dit is een zeer gevaarlijke manier om .den nood te lenigen. Ds. van Grieken wijst in zijn vlugschrift een weg, welke uitnemender is, omdat de grondslag ligt in Gods Woord en Gods schep pingsordinantiën. Dat is de sociale verzekering, welke wij ook bij deze stembus propageeren. imsw een Kndpr PMipsMmt te Hnta ee* zende- van te wnnen dan dat hetwelk door het ^i]lioen 1(Icn zou bruwen „a,s Hoofdbestuur op de Kortenaerkade j fabrieItsexl(criment" omdat ieder weet, "TTSet eerst, artikel werf gisteren ge- dat deze zender reeds is besteld, gekocht plaatst. lec betaald door de cultuurmaatschap- RIJK EN GEMEENTEN. De herschatting van den gebonwden eigendom. Waarborgen landbouwproducten. Kip- en eendeneieren. Vergadering van 1 Mei 1929. Aangehouden was gister het amendemeht- v. d. Tempel (S.D.), dat bedoeld om de taak van de in te stellen commlssio van advies in dier voege uit te breiden, dat zij desge vraagd den minister van Financiën kan adviseeren over onderwerpen, die de finan ciën der gemeente raken. De Minister had geen bezwaap en het i Aan dc orde mcnt-Sc h o voegen om ten |g.een gebruik is gemaakt van de bevoegdheid tot progressieve opcentenheffing en ook de overige heffingen tot redelijke grenzen zijn opgevocrdydoch desniettemin de gemeente er niet in slaagt haar begrooting sluitend te maken. De heer v. G ij n (Lib.) was het met dit amendement eens. De heer Oud (V. D.), die erg politiekerig deed, was er tegen. De heer v. d. Tempel (S. D.) trok het onaannemelijk verklaarde soc.-dem. amende ment om tot .20 opcenten te gaan. in en be streed eveneens het amendement-Smeenk; z. i. is ('e rcgceringswijziging heter. De Minister zeide op zich zelf aan dc bestreden zinsnede uit het amendement- Smeenk de voorkeur te geven. Maar aan bzwaren in de Kamer tegemoet te ko men, had hij de wijziging aangebracht. Toen zou worden gestemd, verzocht de heer Al bard a (S. D.) uitstel van de stem ming, omdat zijn fractie grootendeels afwe zig was. Dat voorstel werd echter verwor pen met 47 tegen 21 stemmen. Voor soc., vrijz.-dem. en dc heeren Lingbeek, Arts en Veraart. Het amendement-S m e e n k werd daarna aangenomen met 47 tegen 21 stemmen. Tegen soc.- en vrijz.-dem., Mej. Katz, Prof. Veraart, Dr. Vos v. Voorst tot Voorst, Kui per, Suring, Bakker en v. Sasse v. IJsselt. Hiermede was de behandeling van het wetsontwerp ten einde. De eindstemming zal morgen plaats heb ben. Zonder discussie en z.h.s. werd daarna goedgekeurd het wetsontwerp tot intrekking van het 2e lid van art. 59 der wet op de Grondbelasting. De strekking van dit ontwerp is het voor schrift van de herhaling van de herschat ting van de belastbare opbrengst der ge bouwde eigendommen om de 20 jaar, te doen vervallen. Aan de orde was vervolgens het wetsont werp bevattende bepalingen betreffende den in- en doorvoer van kippen- en eendeneieren. De ingevoerde eieren en die voor doorvoer bestemd moeten voortaan gestempeld zijn. Tevens verd behandeld het wetsontwerp houdende voorschriften betreffende het waar borgen van bepaalde eigenschappen of hoe danigheid van uitgevoerde voortbrengselen van het land bouw-, tninbouw-, veeteelt- en zuivelbedrijf. De bedoeling is door een merk of andere regeling de kwaliteit der uitgevoerde land bouwproducten te garandeeren. De bepa lingen op den uitvoer van boter, en kaas zijn in dit wetsontwerp opgenomen. De heer Ehcls (V.D.) wilde ook de koel huiseieren stempelen om menging onder versche eieren te voorkomen en de heer Weitkamp (C.H.) vvenschte geen vrijheid voor den opslag van ongemerkte buitcnland- sche eieren. De heer Kortcnhorst (R.K.) bepleitte een internationale stempelingregeling. Minister Kan achtte het gelukkig dat wij door de Engelsche maatregelen wakker zijn geschud uit onze indolentie. Met de organi satie is hij het op alle punten eens geworden behalve op het punt van koelhuiseieren. In dien er echter een merk is voor versche en een voor huitenlandsche eieren, dan behoeft men niet scherpzinnig te zijn om te begrij pen dat de ongestempelde eieren koelhuis- eieren moeten zijn. Het opslaan van buiten noodlijdende gemeenten, na 1 Jan. 1929 en vóór 1 Mei 1931 feite lijk in aanmerking worden gebracht voor het ontvangen van buitengewone hulp van't Riik en die voor éen of meer der jaren van het tijdvak 1 Januari 1926 tot 1 Januari 1929 rekening van den gewonen dienst hebben afgesloten of moeten afsluiten met tekort7 den onderstand, bedoeld in art. 6 lid 4, bij het maken van de berekening olgens het 2e en 3e lid van art 6 als op brengst van gemeentelijke inkomstenbelas ting te beschouwen. De Minister had tegen het principe geen bezwaar, maar gaf een redactie in over- eging, waarbij het tekort „geheel of ge deeltelijk" zal worden meegerekend. De heer S c h o u t en was voor dat „gedeel telijk" niet te vinden. De Minister enschte echter cenige vrijheid te behouden. De heer Schouten begreep niet waarom het geheele tekort van een noodlijdende ge meente niet zou worden meegeteld. Dat „ge deeltelijk" kan voor de gemeenten schade opleveren en daarom zag hij dat woord liefst )rvallen uit dc regeoringswijziging. De Minister hleef weigeren. De heer Schouten trok toen zijn amen dement ten bate der regeeringswijziging in, het vertrouwen, dat de door hem bedoelde noodlijdende gemeenten niet ongunstiger zouden worden behandeld dan die genoemd het 4e lid van art. 6. Het regeeringsvoorstel werd z.h.s. goedge keurd. De opcentenlimiet. Opnieuw kwam nu In behandeling het amendement- v. d. Tempel en dat'van den heer Smccnk. De daarvan door den Minister oorgestelde lezing luidde: Indien een ge meente, hoewel de overige heffingen tot re delijke bedragen zijn opgevoerd ,er niet in slaagt haar begroeting sluitend te maken, kan het aantal opcenten tot 100 worden op gevoerd. Aanvankelijk had de Minister 80 opcenten en de heer v. d. Tempel vroeg 120. Het cij fer 100 was door den heer Smecnk edacht. De heer v. Vuurcn (R. K.) recon strueerde nog eens het verloop van zaken en laakte 's ministers optreden daarin., Mijïanrisrlie eieren'is in liét belang meende, dat de gekozen vage redactie prae- j transitohandel en zal geschieden onder toe- I tisch de 100 opcenten zal brengen en wilde zicht van ambtenaren, zoodat vermenging' Ie progressie-belemmering op de fondshelas-met Nederlandsphe eieren niet mogelijk zal j ting liever handhaven. I zijn. Overleg met zijn ambtgenoot van Ar- De heer Smeen k (A. R.) achtte nog beid. Handel en Nijverheid zou de Minister, steeds zijn eigen amendement beter dan de i gnarne overwegen. Regeeringswijziging en handhaafde het! z.h.s. werden de beide wetsontwerpen daarom. De verhooging tot 100 opcenten kan, goedgekeurd. volgens dat amendement geschieden, indien I De wijziging der regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen, en aanvulling van art 39 der Armenwet vroeg daarna de aandacht. Het wetsontwerp strekt vooral ten bate van de patiënten, voor wie, b.v. omdat zij niet medewerken, plaatsing in eeii krank zinnigengesticht wordt verzocht Daarover beslist dan (ook naar geldend recht) «le rechter. Volgens het ontwerp wordt de rech ter echter beter geoutilleerd wanneer hij staat voor de beslissing of opneming (en verlengd verblijf) in een krankzinnigenge sticht noodzakelijk of wenschelijk is. De rechter kan zich o.a. deskundig laten voorlichten. Onvennogenden kunnen, alleen, indien de Overheid bereid is de kosten te dragen in een aangewezen inrichting worden verpleegd Zoodanige bereidheid ontbreekt echter meer malen. Daarom is een regeling van de kos ten van verpleging van krankzinnigen in een aangewezen inrichting wenschelijk op soortgelijke wijze als reeds geldt voor de verpleging in een krankzinnigengesticht. Hierdoor zal de z.g. arbeidsgeneeswijze kunnen worden bevorderd en zullen minder patiënten in krankzinnigengestichten te recht komen dan tot dusverre. Voorts wordt o.a. aan den in een krank zinnigengesticht verpleegde zelf de bevoegd heid gegeven de kwestie van zijn verblijf opnieuw te doen overwegen. De heer v. d. Heide (S.D.) juichte het wetsontwerp toe. Reeds lang is aangedrongen op maatrege len ter voorkoming van interneering in een gesticht zonder dat de geïnterneerde zich op den rechter kon beroepen. tiet treffen van maatregelen tegen onge motiveerde krankzinnigverklaring had ook de instemming van Dr. Vos (Lib.) Maar hij wilde het afgeven van krankzinnigheids verklaringen niet alleen overlaten aan de z.i. veelal ongeschikte huisartsen, maar de psychiaters inschakelen in het belang van verpleegden en verpleging. De rechterlijke macht kon dan zooveel mogelijk worden uit geschakeld. Ook de nazorg verdiende veel meer aandacht. Van groot belang ls het verplegen van menschen uit godsdienstige mgeving in ge stichten, waarin hun eigen godsdienstige sfeer te vinden is. De verpleegde zal voortaan ook zelf ont slag kunnen vragen. Hij krijgt daarmee een soort „rechtspositie". De balans opmakende, meende Dr. Vos, dat het wetsontwerp minder bracht dan liij zou wenschen, maar toch ruim voldoende om de voorgestelde wijzigingen gaarne te aan vaarden. De heer v. Schaik (R.K.) was ook inge nomen met de verbeterde bepalingen tegen dwanginternecring maar baanbrekend voor de verpleging achtte hij het wetsontwerp niet. Dwanginterncering moet uitzondering wor den en vrijwillige aanmelding regel. Het inschakelen van den ambtenaar-psy chiater door het wetsontwerp is van groot belang. De heer v. Schaik zag daar het zwaarteount. Daarom had hij bezwaar tegen het artikel, dat de Regeering de gelegenheid geeft om die inschakeling practisch weer terug te nemen. Mevr. Bakker-Nort (V.D.) erkende dat, ondanks enkele onvervulde wenschen, het wetsontwerp in de goede richting gaat Mej. Katz (C.H.) juichte ook over de voor gestelde verbeteringen en sloot zich aan bij den wehsch van den heer v. d. Schaik om art. 3 terug te nemen. Geheel in denzelfden geest sprak de heer v. Sasse v. IJsselt (R. K.). De Minister van Binnenla sc he Zaken verklaarde zich uiterst ge voelig voor den gebrachten lof. Hij zou gaarne zooveel mogelijk bevorde ren, dat verpleegden zooveel mogelijk in stichtingen van eigen gezindte worden op genomen. De rechterlijke macht wilde de Minister niet geheel uitschakelen, omdat ook medici zich vergissen kunnen. Over de nazorg zal worden overlegd met Justitie. De Minister van Justitie achtte het niet gewenscht thans de rechtspositie der verpleegden nog verder uit te breiden. Aanwijzing van psychiaters door de Kroon wenschte hij niet; zulks zou als diskwali ficatie van anderen kunnen worden opge vat. Bovendien kan het soms gewenscht zijn psychologen of paedagogen te nemen. Bij de artikelen diende de heer v. S c h a i k (R.K.) een amendement in om de deskun digen, die de rechter kan raadplegen over geneeskundige verklaringen, door de Kroon te doe-n aanwijzen. De heer v. Dij k (A.R.) merkte op, dat de voorsteller met zijn amendement niet zijn doel zal bereiken om de gestichten te be schermen tegen het aanwijzen van deskun digen, die niet in hun geest zijn. Het kan beter aan de prudentie der rechterlijke macht worden overgelaten. De Minister handhaafde, dat er in Je practijk geen enkele aanwijzing is om in dc richting van het amendement te gaan. Mr. Heemskerk (A.R.) merkte op, dat s er een lijst van deskundigen komt, men allicht te vaak en onnoodig deskundigcrr znl gaan raadplegen. De zaak is bij de rechter lijke macht voldoende veilig en liet amende ment geeft aanleiding tot. allerlei subjecti sme ten aanzien van deskundigen. De heer v. Schaik (R.K.) zeide, dat hem onverschillig is welke deskundige naar een bepaald gesticht gaat. Daarom wil hij een beperkte lijst d/>en aanleggen. Vandaag worfit over het amendement ge stemd en gaat de Kamer vprdcr met do wet. OFFICIEELE BERICHTEN. ONDERSCHEIDINGEN. Bij Kon. besluit is-verleend de e^vcmcdail- le der Oranje Xassau-ordc: in zilver aan M. Raven, Meeatbïambte van Stad en Lande Gooiland, wonende te Blaricum, en P. C. Carstensen, notarisklerk te Amsterdam; brons aan mej. J. v. Klaveren, kosteres Rcmonstrantsche Kerk te Waddinxvcen, cn C. Bolle, werkman in dienst van L. A. Jc Vlieger, landbouwer te Schuddcheurs, ge meente Noordgouwc. Bij Kon. besluit is benoemd tol ridder in de Oranje Nassau Orde H. van Aarst, wo nendo te Bussum, bedrijfschef der model makerij en gieterij van de Ned. Fabriek voor Werktuigen en Spoorwegmateriaal (Werk spoor), voorzitter v&.n de Coöperatieve Ver- eeniging van de Nederlandeche IJzergiete-J EEN MAL GEVAL. IS DAT VRIJZINNIG-DEMOCRATISCHT 'k Heb er niets mee te maken en zakelijk laat het me absoluut koud, maar ate staal tje van polemiek trekt het toch wel erg de aandacht. Eenigen tijd geleden stond er een stukje in „de Vrijheid dat aldus begon: „In een beschouwing van mr. Marchan' in „De Vrijz. Democraat" over Colijn's redt bij het jongste politieke debat lezen wij: „Geheel ten onrechte sprak de heer Colijc van „een andere partij-formatie democraat- conservatief". Deze aclil niemand moqelijk. die bij zijn politieke zinnen is." Eilieve, wij zouden zoo iets niet gaarne op eigen gezag beweren, maar als de leider het zelf zegt, zal het wel waar zijn." Onder het aanlokkelijke hoofdje „Vie^" schrijft daarop een medewerker in „de Vrijz. Democraat" het volgende: „Voor iedereen, die lezen kan, voor Ieder een, die weet dat de vrij.zinnig-democa'.en jaar in jaar uit de noodzakelijkheid propa geeren van een partij formatie, waarbij de scheidingslijn zou loopen tuöschen dcanocra- ten en conservatieven, is het duidelijk, dal de laatst geciteerde volzin een citaat is; dat Colijn zich in dezen geest heeft uitgelaten." De schrijver in „De Vrijheid" zou du? valsch geciteerd hebben. Iets heel leeüjks ir. de journalistiek. 't Geval interesseerde mij, want als ik lezen kan, en voorzoover ik Colijn en Marchant ken, was het geen citaat van Colijn, maaT de meening van Marchant zelf. Dus volgde rtt doze polemiek. Natuurlijk hield „de Vrijheid" voet bij stuk, toen ze aldus uitgescholden werd. En jawel, veertien later begint niet de onbeken de medewerker, maar de heer Marchant zeil een artikel met deze woorden: „De heer Colijn heeft in de Eerste Kamer gesproken van „een andere partij formatie democraat-conservatief". Wij hebben daar van gezegd: „Deze acht niemand mogelijk, die bij zijn politieke zinnen is"." „Geen onderscheidingsvermogen", slaat err boven. En de lezer venvacht natuurlijk, dat dit zal slaan op den schrijver in de „Vrije:- Democraat", die immers een meening van Marchant aan Colijn toeschreef en blijkbaar niet eens lezen kan. Doch niets daarvan. Noch de onbekende schrijver, noch Mr. Marchant biedt den schrijver in „de Vrijheid" zijn verontschul diging aan, maar Mr. Marchant doet niets anders dan schimpen op het gebrek aan on derscheidingsvermogen bij zijn politieken tegenstander. Met den onbekenden schrijver zou ik nu haast geneigd zijn het onhebbelijke woord „ajakkes" te gebruiken. Als dit een staaltje van vrijzinnig-demo- cratteehe polemiek is, dan staat deze wel op laag peil. Kost het den heeren daar zóóveel moeite om een vergissing te erkennen en een be- leediging terug te nemen? INGEZONDEN KEDEDSFLING. Vrouwenhanden welke door de schoonmaak ruw, roo I of beschadigd zijn, worden weder gaaf, zacht en blank door Doos 30 en 60, tube 80 et PUROL rijen en van de Ned. Vereeniging van Gieterij technici. is toegekend de zilveren medaille der Oranje Nassau orde aan G. van Winkel, fa- briekschef bij de N.V. Oosthoek en Zoon's Industrie- en Handel Mij. te Alphen a.d. Rijn; J. H. van Veen, kantoorbediende bij de firma S. Bleckmann te Oldenzaal; F. de Roos meesterknecht op de drukkerij van den heer W.Bcs te Zaandam; van Egmond te 's Gravenhage; mej. M. B. de bronzen Idem aan mejuffr. M. J. Weyenhoven, dienstbode bij mej. C. M. Scholl Franken te Nijmegen; A. van Bruggen Hzn., van den Heuvel, dienstbode bij de familie stal- en huisknecht bij de familie Overwater te Strijensas, gem. Strijen. STEMBUREAU KIESKRING XVIL Bij Kon. besluit is op hun verzoek eervol ontslag verleend aan A. Kymmell eu S. Lezer onderscheidenlijk als lid en als plaatsver vangend lid van het hoofdstombureau voor de verkiezing van do leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal in den kieskring XVII, en zijn benoemd tot lid Mr. M. S. Kal ina, lid van de nRaad der gemeento Assen en tot plaatsvervangend lid J. Bergsma, lid van den Raad der gemeente Assen. MR. R. VAN VEEN. t OUD-LID DER TWEEDE KAMER. In den ouderdom van ruim 63 jaren is te 's-Gravenhagc o\crleden de heer Mr. R, van Veen, oud-lid van de Tweede Kamer Mr. v. Veen, die te Lemmer geboren vverJ. promoveerde in 1S92 le Utrecht tot doctor in de rechtswetenschap en vestigde zich daarna te Groningen. Toen hij in 1901 voor het district Dokkura tot lid van de Tweede Kamer gekozen werd, vestigde hij zich als advocaat cn procureur te 's-Gravenhagc, waar hij sedert gevestigd b eef en ook ecnige jaren Raadsheer plraia- vcrvang.r en Kantonrec'iter-plaatsvervau ger is geweest. Tot 1918 heeft Mr. v. Veen de Chr. Hist, partij in ons Parlement vertegenwoordigd. Zijn gezondheidstoestand was er den laatston tijd van dien aard, dat hij zich uit openbare functies moest terugtrokken. Zoo stelde hij zich onlangs ook niet meer be schikbaar voor lid van het hoofdbestuur van de Chr.-IHst. Unie. De heer Van Veen was voorzitter van d» onder het ministerschap van den heer Van IJsselsteijn ingestelde Crisis enquête com missie, welke commissie dan ook werl nna- geduid als de „Commissie Van Veen' Ook op kerkelijk ge! iel lu-klceddc beer Van Veen vcrschi' n grijke functies in de Ned. Herv. Kerk De thans ontslapen-- ri Vler In dc ord« van den Nederlandsehen Leeuw. De teraardebestelling \an bet stoffelijk overschot zal plaats hebben as. Zaterdag ten 12 uur op de Algemeene Begraafplaats.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 1