DERDE BLAD.
Radio Nieuws.
ZATERDAG 27 APRIL 1929 DERDE BLAD PAG. 9
CHR. BOND VAN BELASTING AMBTENAREN.
ALGEMEENE VERGADERING
TE UTRECHT.
Verschillende toespraken.
UITGAVE VAN EEN STUDIEBLAD
Een motie van de afdeeling Rotterdam.
Gistermorgen kwam de Chr. Bond van
Belastingambtenaren te Utreoht in het Ge
bouw voor Chr. Sociale Belangen in vijf en
twintigste algemeene vergadering bijeen.
De vergadering was zeer druk bezocht.
Tegenwoordig waren de heeren J. Bakker en
Mr. H. Bijleveld, leden der Tweede Kamer,
D. de Ridder als vertegenwoordiger van het
permanent Comité van Chr. personeel in
overheidsdienst, en K. Kruithof, als verte
genwoordiger van het Chr. Nationaal Vak
verbond.
Opening.
De Voorzitter, de heer J. Kooyman van
Delft, sprak, een openingswoord en heette
allen hartelijk welkom.
Toespraak i
den heer J. Bakker.
De heer J. Bakker, lid der Tweede Kamer,
die genoodzaakt was daarna te vertrekken,
daar hij de Tweede Kamerzitting hij moest
wonen, sprak nu de vergadering toe, bracht
de groeten over der Chr. Historische Kamer-
club. Spr. is zeer dankbaar dat hij hier zoo
{roote vergadering ziet. Dat bcteekent bloei,
üt het feit dat spr. zooveel jonge gezichten
ïiet, constateert spr. dat de jongeren mee
leven met het organisatieleven, wat perspec
tief heeft. Het spijt spr. dat het wat gerom
meld heeft in den bond omdat een deel der
leden spr. erkent het in een onrecht
vaardige positie was geplaatst Laat men
toch als men in een onrechtvaardige positie
ls geplaatst, dat niet wijten aan het Hoofd
bestuur, maar met te meer kracht arbeiden
en zich aaneensluiten om zoodoende te meer
te kunnen bereiken Gii moogt God danken
dot ge zulk een Hoofdbestuur hebt dat uw
I 'ingen zoo goed behartigt. En bovenal, be
denkt toch dat de eeuwigheid gaat voor den
tijd.
Met den wensch dat het den Bond goed
moge gaan en dat God Zijn zegen op het
werk zal geven, besloot spr. (daverend ap
^De Voorzitter dankte den heer IBakker
voor zijn woord en goede wenschen en
vraagt de groeten aan de Chr. Hist. Fractie
over te brengen en aan de fractie te vragen
of als de Bond zich met wenschen tot de
C-H. Kamerfractie wendt, de Bond zal mo
gen rekenen op haar medewerking (daverend
applaus).
Rede van den heer J. Kooyman.
T)a Voorzitter zegt, dat een volgend
Ituir een feestvergadering ter hérdenking
pt 25-jarig bestaan zal kunnen worden
.•volgens wijst spr. er op, dat de Chr.
Vakbeweging over het afgeloopen jaar in
bloei toenam. Onze Bond steeg van 1227 le
den tot 1263 leden. De vooruitgang van den
bond staat dus niet in goede verhouding tot
den groei der Chr. Vakbeweging. De salaris
herziening die velen niet bevredigde, was de
oorzaak, dat het ledental op 1 Jan. 1929 niet
was zoonis het had kunnen zijn. Vooral on
der de jongeren heerschte gerechte ontstem
ming. De wrijvingen die dientengevolge ont
staan zijn, verliepen gelukkig zoo, dat de
proote meerderheid der leden erkent dat het
Hoofdbestuur voor de leden deed, wat het
had moeten doen.
Spr. juicht toe de door de Begeeering ge
troffen maatregel 'met betrekking tot het
Pensioenfonds, bespreekt verder den rechts
toestand en hoopt dat dit jaar nog het ont
werp Ambtenarenwet ln de Tweede Kamer
zal kunnen worden behandeld. Voor de amb
tenaren met een salaris van f 2300f 3000
werd drie dagen verlof meer gekregen. Een
taak voor de toekomst is om ook voor de
lagere groepen die verbetering te verkrijgen.
Geen enkele organisatie als de onze heeft
zooveel aandacht geschonken aan de sala-
risactie en geen enkel orgaan is daarover zoo
goed georiënteerd geweest als het onze.
Daaruit blijkt dat onze bezoldigde bestuur
der op het juiste moment is benoemd en een
woord van dank komt hem toe voor zijn ar
beid. (Applaus).
Moge onze organisatie, zoo besluit spr.,
steeds een waardig deel uitmaken van de
Chr. Vakbeweging tot Gods eere cn tot
heil. (Applaus).
jdsloten wordt een telegram van hulde te
zenden aan de T' bigin.
Jaarverslagen.
Het jaarverst, g van den secretaris, den
heer J. Roozenboom van Delft, vermeldt
dat het aantal afdeelingen met één vermeer
derde (Ilardenberg). Het aantal afdeelingen
bedraagt thans 34. Het ledental klom
1227 tot 1284 maar daalde daarna weei
1263. Het jaarverslag geeft verder oen over
zicht van de actie die gevoerd word.
Het verslag van den penningmeester, den
heer J. van Kuilen van Rotterdam,
meldt dat de inkomsten waren f 19.908, de
itgaven f 18.225 (batig saldo f 1700).
Beide verslagen werden goedgekeurd.
Het beleid van het bestuur werd eveneens
goedgekeurd.
Bestuursverkiezing.
De aftredende leden van het hoofdbestuur,
de heeren J. van Keulen te Rotterdam, J.
Elders te'Venlo, bestuurder district Maas
tricht, C Hanegraaf te Renkuru, bestuur
der district Arnhem, en W. Andeweg te Dor
drecht, bestuurder district Rotterdam, w>
den bij acclamatie herkozen.
In de Commissie van Geschillen werden
herkozen de heeren G. J. Koerselman te
Lonneker, K. J. Bisschop te Enschedé, J. B
Dijken te' Rotterdam.
Voorstellen.
Aangenomen werden de voorstellen van
de afd. Zeeland-Noord cn van de afd. Gen
nep: „De algemeene vergadering drage het
hoofdbestuur op er voor te ijveren dat de
standplaats-aftrek worde beperkt tot 4
der wedde".
Aangenomen wordt het voorstel-Rotter-
dam: „Het hoofdbestuur trachte te berei
ken, dat voor de kommiezen-verificateur,
die overeenkomstig art 205 van het Amb-
tenarenbesluit alleen na examen volgens
dat artikel tot verificateur kunnen worden
bevorderd, een .overgangsbepaling worde
verkregen, waardoor dat examen wordt
verlicht.
Mr. H. B ij 1 e v e 1 d, antirev. lid der
Tweede Kamer, komt ter vergadering en
wordt met handgeklap ontvangen.
De Voorzitter heet Mr. Bijleveld har
telijk welkom.
Besproken wordt de uitgave van een stu
dieblad door de gezamenlijke bonden voor
de verschillende examens. In twee jaar zal
dan zooveel stof worden gegeven, dat een
cursist dan in staat zal zijn het examen te
doen.
De Voorzitter licht een en ander toe
en zegt dat getracht zal worden van de
Regeering een bijdrage te krijgen, maar
daar moet niet op gerekend worden. Daar
om zijn de kosten berekend zonder zulk een
bijdrage en dan zal het studieblad kosten
f 2 per maand, dus f 24 per jaar of per
cursus. Het studieblad van onzen Bond zal
dan moeten vervallen.
Er zal een uitgave komen van de wetten
enz. die gemaakt worden en die voor de
belastingambtenaren noodig zijn. Wanneer
iemand dus den cursus van het studieblad
volgt en men de uitgave der wetten heeft,
zal een volledige opleiding voor het exa
men gewaarborgd zijn.
De bonden zullen een kapitaal moeten
storten als een soort waarborg, dat de uit
gave van dit groote studieblad zal kunnen
voortgang hebben.
De afdeelingen van den Bond zullen zich
nu eerst kunnen uitspreken over deze
plannen.
De heer Zweepe licht een en ander
nader toe.
Toespraak Mr. H. Bijleveld.
Mr. H. B ij 1 e ve 1 d spreekt daarna de
vergadering toe. Spr. zegt, dat het niet al
tijd mogelijk is om aan de uitnoodigingen,
vanwege de Chr. organisaties de Anti-
Kamerclub bereiken, te voldoen. En
dan worden er wel eens stemmen vernomen
alsof de Kamerleden niet veel om de Chr.
organisaties geven. Doch zoo staan de zaken
niet. Spr. zou het advies willen geven, dat
men aan de Kamerelubs wel bericht zendt
van de vergadering, maar alleen in buiten
gewone gevallen, b.v. lustra e.d., er een uit-
noodiging bijvoegt om een vertegenwoordi
ger te zenden. Spr. staat eenigszins in een
dubbel moeilijke positie, omdat men nu
zou kunnen zeggen: het vorig jaar konden
ze niet en nu krijgen we van allebei de
fracties een vertegenwoordiger, een kwam
er 's morgens en de ander komt nog even
's middags, dat is in verband met den 3pn
Juli van dit jaar. Spr. heeft juist in ver
hand met die komende 3 Juli-gebeurtenis-
sen overwogen om niet te gaan om den
schijn te vermijden. Wij 6taan echter als
mannen tegenover elkaar aldus Spr.
en daarom heeft hij gemeend, dat men zou
aannemen, dat het niets daarmee te ma
ken heeft.
Spr. is blij, dat hij den indruk heeft ge
kregen, dat deze organisatie met de A.R.
Kamerclub (de een maatschappelijk en de
andere politiek) zich gedragen weet door
éénheid in beginsel. God zegene u en uw
arbeid (daverend applaus).
De Voorzitter dankt den heer Bijle
veld en izogt dat niemand dacht aan 3 Juli,
althans spr. moest nog informeeren: wat is
er 3 Juli (vroolijkheid). Wij stellen op prijs
een goed contact met de Kamerclubs.
De verdere agenda.
De agenda wordt daarna verder afge
werkt
De afdeeling Roterdam had de volgende
motie ingediend.: „De Chr Bond van Be'as
tingambtenaren, kennis genomen van het
verslag 1928 van den Bondssecretaris en
Ons Orgaan het beleid van het hoofdbest
speciaal wat betref de samenwerking met
den R.K. Bond van belastingambtenaren tol
liet verkrijgen van betere resultaten voo
kommiezen tweede klas en Rijksklerken,
waarvoor de Centrale Commissie van Geor
ganiseerd Overleg bij de „technische sala
risherziening" geen verbetering heeft aan
gebracht jbrengt hulde aan het hoofdbe
stuur, keurt het beleid goed en dringt er
bij hel hoofdbestuur op aan, de Regeerirg
te bewegen, in hel vervolg be.angrijke zaken
als b.v. een „technische salarisherziening
eerst om advies in de Bijz. Commissie aan
de orde te stellen".
De motie wordit met algemeene stemmen
aangenomen.
De Voorz. deelt mee dat volgend jaar een
tweedaagsche vergadering zal worden ge
houden.. Overwogen wordt om een twee
daagsche vergadering voortaan om de twee
jaar te doen houden.
(Van onzen Duitschen correspondent.)
PRINS HEINRICH VON PRUISEN.*
DE EENIGST OVERGEBLEVEN
BROEDER VAN WILHELM H
Zijn begrafenis te Eckernfö.de.
„Grüsst meinen Bruder!"
Korte levensschets.
Niet geheel onverwacht kwam het bericht
van Prins Heinrich's overlijden. Immers,
toen ik naar aanleiding van 's keizers 70en
erjaardag Januari 1.1. in Nederland vertoef
de, kwam mij reeds in Doorn ter oore, dat
's keizers broeder wegens ongesteldheid niet
tegenwoordig kon wezen.
Prins Heinrich, die 66 jaar oud is gewor
den, bezat in zijn uiterlijk een merkwaardi
ge gelijkenis met King George van Enigeland
en az.aar Nicolaas van Rusland. Evenals
zijn oudste broeder, prins Wilhelm, bezocht
hij 't gymnasium in Cassel en reeds als
knaap van 15 jaar ging hij in 1877 bij de
marine. Dat heeft er ongetwijfeld toe bijge
dragen, dat hij zijn gansche leven veel voor
sport over had. voor zeilen, vliegen, e.a.
Zijn eerste groote zeereis maakte hij aan
boord van de „Prins Adelbert". Na zijn te
rugkeer bezocht hij twee Jaar de marine
academie. Toen zijn broer als keizer en ko
ning aan het bewind kwam, werd prins
Heinricht benoemd tot commandeur van
het jacht „Hohenzollern". Aan boord van
dit luxe schip maakte keizer Wilhelm II
zijn zeereizen naar Rusland, Zweden en De
nemarken. Zeven jaar bleef prins Heinrich
'n deze functie. Kort daarna werd hij be
vorderd tot admiraal. Zijn hoogste functie
bereikte hij als commandeur van de „Hoch-
leeflotte".
Toen 1914 de oorlog uitbrak, leefde hij
als groot-admiraal reeds teruggetrokken lii
Sleeswijk-Holstein. Hij werd aangewezen
als opperbevelhebber der Oostzeevloot een
positie welke met zijn vroegere functies
iet vergeleken kan worden.
Na de ineenstorting van 't keizerrijk trok
hij zich op zijn goed Hemmelmark bij
Eckernförde terug, maande alle leden van
het Huis Hohenzollern zich naar de nieuwe
orde te schikken en trad sedertdien slechts
zelden meer op den voorgrond.
Deze prins deed weinig aan de politiek.
Hij leidde met zijn echtgenoote, groother
togin Irene van Hessen, een zuster van de
vermoorde czarin, een gelukkig familiele
ven en van zijn drie zoons wordt thans de
oudste, prins Friedrich Heinrich van Prui
sen. de senior der in Duitschland levende
Hohenzollern.
Het overlijden van 's keizers broeder
heeft overal, vooral in de kringen der vroe
gere en tegenwoordige marine, gewekt deel
neming.
Keizer Wilhelm, die over het verloop der
ziekte voortdurend op de hoogte werd ge
houden, ontving telegrafisch 't bericht van
's prinsen overlijden, waarop hij aan de
echtgenoote zijns broeders eveneens tele
grafisch zijn condolatie deed toekomen.
Onder de velen, die telegrafisch condo
leerden. behoort ook koning George van
Engeland.
Rijkspresident Von Hindenburg betuigde
eveneens per telegram zijn deelneming.
De laatste woorden van den prins, die bij
klaar bewustzijn van allen afscheid nam,
luidden: Grüsst meinen bruder!
De begrafenis.
Ontelbaar velen men taxeert het aan
tal belangstellenden op 4000 hadden uit
alle deelen van het Duitsche rijk een bede
vaart naar Eckernförde ondernomen, om bij
de teraardebestelling van prins Heinrich
van Pruisen tegenwoordig te zijn. Overal
waaide van de boerenhofsteden de zwart-
wit-roode vlag halfstok en het weer was ge
heel in overeenstemming met de gedrukte
stemming der bevolking.
Op den avond, voorafgegaan aan de begra
fenis, werd een kerkelijke dienst gehouden,
waarbij werd voorgegaan door Ds. I). Rcncl-
torff, universiteitsprofessor uit Kiel. Bij
deze streng-intieme plechtigheid waren oi.-
I der meer aanwezig prinses Heinrich, prins
Waldemar, prinses Calixta, de groothertog
van Hessen met gemalin en de kroonprin
ses van Zweden.
Den volgenden morgen kon men in de
hall van het landhuis haast geen kransen
meer onderbrengen. Onder de tallooze kran
sen viel allereerst die van 's prinsen broe
der, keizer Wilhelm II op: een buitenge
woon kostbare krans met heer'ijke orchi
deeën. Met gouden letters stond op het
zwart-wit-roode lint te lezen:
Meinem qeliebten Bruder.
Pas tegen een uur werd het stoffelijk
overschit van prins Heinrich uii de kapel
gedragen en voor den entree van 's prinsen
laatste aardsche woning geplaatst Verschil
lende prinsen uit 't Huis Hohenzollern
vormden thans de eerewacht Twee-en-der-
tig officieren der vroegere marine vormden
een cordon. Tegen 2 uur verscheen prins
Eitel Friedrich, des keizers tweede zoon,
als vertegenwoordiger van zijn vader.
Van 's keizer zonen waren ook de prinsen
I Oscar, Adalbert en August Wilhelm ver
schenen. Zij namen nu de plaats der ma-
rine officieren in en begeleidden het stof
felijk overschot van hun eenigen oom m
Ide familiegroeve.
Inmiddels werden verschillende kransen
op de kist gelegd, naast die van den keizer,
kransen van Hindenburg, koning George
Ivan Engeland, koningin VVilhelmina der
6.30 G.amofoonmuzlek. 6.30—6.40 Cau:
de Belersche Alpen. 6.40—7.30 Gramofoonmunek.
7.308 Causerie over de Berliner Keitsplel-
weken. 8—- Concert. Urkestconcert en tang.
3.30 Nieuwaber. 11—12 VroolUk programma.
HILVERSUM 07l M-) 10—10.15 Morgenwij
ding. 12.15 - - m n
en toespraak. 10.30 Persber. 11.15 VARA-varla.
11.25 Gramofoon.
DAVENTRY (-562 M 10.35 Kerkdienst- 11.Of
11 20 HuishoudpraaUe. 1.203.30 Octet. u.-0
Voetbalmatch In het Wembley St.d.on 6 0S
Concert. 5.35 Kinderuurtje. 6.30 Leilng. 6.31
Nieuwsber. 7 Muziek. 7.05 Liederen van Schu
mann. 7.20 Omroeppraatje. 7.35 Lezing.
tuziek. 9.20 Nlei
ïeuwsber. 9.56 Conceru »v.»
PARIJS „Radio-Pa ris" (1744 M.) 12.50—2.1#
'ra cm en ten. 4. 5.05 Kinderhalfuurtje. Liaar-
a muziek. 6.557.20 Gnmofoon. 8.35—11.1#
l.'ÏO Vroolüke avond. Das
ZEESEN ("349 to.) 11-204.2
20 Orkest- 5.20—7.05 Lezing
S.50 Muziek. Daarna Orkest,
^HAMBURG'(391.6 M.) 4.20 Orkest.5.20 Orkest
Toespraak K. KruithoL
De heer K. Kruithof, voorzitter van
het Chr. Nat, Vakverbond spreekt vervol
gens de vergadering toe en spreekt mede
namens het Permanent Comité. Spr. zegt in
het jaarverslag gelezen te hebben hoe hel
wel eens met het Permanent Comité hokte
en er zelfs wel eens buiten de Centrale
moest worden gehandeld. Na de aanneming
der motie kan spr. verheugenis uitspreken,
dat de animositeit nu verdwenen is. Dat is
tot verheugenis van het Permanent Comilé.
We gaan voor de Chr. vakbeweging, aldus
vervolgde spreker, goede dagen tegemoet.
Wat de fusie betreft, daar wil men in deze
organisatie nog niet recht aan. En spr. kan
dat ook begrijpen wat het tijdstip betreft
Op den Tweeden Kerstdag zal het 25 jaar
geleden zijn, dat de Bond werd opgericht
En om dan na dit feestelijk feit de Bond bij
een anderen bond te doen insmelten spr.
kan het verstaan, dat men daar nog niet
veel voor voelt. Maar men moet er toch over
denken.
Saam trekking van krachten versterkt de
vakbeweging.
Sr. eindigt met Gods zegen toe te wen
schen op het werk van den bond en het
bondsbestuur.
De Voorzitter dankt den heer Kruit
hof voor zijn woorden.
rsprookje. 9.50—12.20 Mu-
i mdar
10.60—12 R.-K.-Kerkdlenst te d#
5.50 N.C.R.V. Dienst ln de Ned. Her^rmde
Kerk te Berllkum. Aanvang met electrlech lulden
eDAVEXTRT (156- M.) 4.50 Kerkdienst. 5.05—
tv r.ieh's k-*i"ke:intate. 7.20 Kerkdienst.
PARIJS „Radio Paris" (1744 M.) 11.20
^L^'GEXBERG6 (463 M.) #.25—9.30 R.-katl»,
'zrEESENd,U649 M.) 8.15 Klokgelui. 1.20 Mor-
enwüdlng.
Maandag 20 April.
N.ST' frd
,45 Orgelconcert. JuhanadaK- 4—5
vT,,o„rio vficnal en lnstrumetnaal concert. 66/3»
•Mmftfo'on 6-307 Literaire causerie. Boeken-
t in Causerie over het gebruik van electrlcl-
:üTtin de -woningen. 7.30—8 Deel.
8 Uit
ïrdan
Hen
G-ref.
de Wllhelmlnakei
-. d. Ringen „Rotter
Ds. KUftenbelU van F«[Vf"oor<J.
Rotterdam.
-sbericl
Nederlanden, den koning van Zweden en
dien van Denemarken.
Om kwart over twee hield prof. Da
Rendtorff een gedachtenisrede, gal Kort
den levensloop van '9 keizers broeder weer,
wees op den glanstijd der monarchie en
duidde aan, wat Versailles ook voor dezen
Hohenzoller beteekende.
Na deze toespraak werd den overleden»
met de vlaggen der rijksmarine de laatst»
eer bewezen. Uniformmuts en sabel werden
op de kist neergelegd en nu zette de
groote stoet zich in beweging naar het
mausoleum. Het werd een lange, onoveP-
zienbare stoet van belangstellenden, fami-
Beleden, vrienden en oude kameraden. On
der die duizenden menschen vielen °P
vertegenwoordiger van den rijkspresident
majoor vorf Hindenburg, voor de tegen-
woordlge marine-admiraal Roedcr, voor de
rijksweer generual Hasse. Ook generaal»
veldmaarschalk von Mackensen was aan
wezig. Ook waren vertegenwoordigd het
Engelsche, Zwcedsche. Deensche en Neder-
landsche gezantschap uit Berlijn.
De weg naar het mausoleum duurde on
geveer twintig minuten. Prinses Heinrich
werd door haar naaste omgeving gesteund,
volgde echter tevoet het stoffelijk overschot
van haar gemaal tot aan diens laatst»
rustplaats. Onderweg speelde de muziek
van den staalhelm des prinsen lievelings-
marsch „Preussens Gloria" cn velen werden
door deze muziek anv pen. het heden
vergelijkende met zulk een glansrijk ver
leden. Teeen drie uur werd het mausole
um bereikt-
Ongemerkt gingen veler gedaditari bij
dien laatsten gang van prins Heinrich
terug naar Doorn, waar hij woont in ver
banning, die gaarne ter plaatse ware
weest, om persoonlijk aan zijn eenigst °ver-
gebleven broeder de laatste eer te bewijzen.
IETS OVER BERNARD'JS SMÏÏEGELT.
Als er in het Kerkelijk Nederland één per-
Boon geweest is, wiens naam al is het
eeuwen geleden dat hij leefde nog op ve
ler lippen is, dan is het voorzeker wel Ds.
Bernardus SmytegelL
Als Goesenaar, dacht het ons goed, aan
U iets over dezen beroemden stadgenoot me
de te deelen en zijn levensloop te beschou-
Duizenden exemplaren van zijne geschrif
ten worden nog gaarne gelezen en herlezen,
terwijl ör nog talrijke Kerkeraden zijn, die
de predikatiën van Smytegelt verre de voor
keur geven boven vele anderen.
Smytegeld, die met onbezweken ijver en
trouw heeft gearbeid om den zegen des
Cl instel ij ken geloofs uit te breiden en te be
vestigen, heeft aanspraak op onzen lof en
bewondering.
Bernardus Smytegelt werd op den 20en
Augustus van het jaar 1665 te Goes geboren.
Zijn vader, Marinus Smytegelt, was boek-
verkooper, terwijl zijn moeder Anna Lam-
bregtsen heette.
Van zijn beide ouders wordt gezegd, dat
zij niet alleen godvruchtige echtlieden wa
ren, maar ook dat zij een voorbeeld voor de
samenleving waren.
Toen zijn moeder in blijde verwachting
was, wijdde zij reeds haar kind, evenals
Hanna, den I-leef toe, en wat zij zelve ver
langd had, bleek al spoedig in het gemoed
van haren zoon te zijn, daar de jonge Ber
nardus als kind een vromen zin had en de
begeerte om predikant te worden zich zeer
vrneg openhaarde.
Zijn levensbeschrijvers getuigden van hem
dat hij als knaap reeds zijn makkers be
strafte, wanneer zij iets spraken of deden,
dat in zijn oog onbetamelijk was.
In Goes bezocht hij de Latijnsche school
met goed gevolg, zoodat hij op zijn achttien
de jaar met lof student in Utrecht werd.
Smvtegelt kwam nu onder leiding van de
Professoren lensden en De Vries, die philo-
sophie en historie doceerden en de Profes
soren Melchi de Leidekker en Hermannus
Witsius. die hem in de Godgeleerdheid on
derwezen.
Vooral de vrome Witsius drukte zijn
stem nel on den student Smytegelt
Aan de Universiteit onderscheidde hij zich
door ziine naarstigheid en schranderheid en
werd hii door ziine end<=vrnrht tegen de uit
spattingen der leugd bewaard.
n'i fWlde ziin k"mer mei een anderen
student, maar deze wandelde niet In het
goede spoor, wat Smytegelt niet kon hebben
Zijïi vrome levenswandel kwam hiertegen
in opstand.
Hij verzocht Professor Witsius een ande
ren student op de kamer te mogen ontvan
gen, doch deze antwoordde: Ja, 't is een los
bol! En juist daarom heb ik hem bij jou op
de kamer gestuurd, opdat er van jou een
bewarende» invloed op hem zou uilgaan!
Zorg ik ervoor dat hij bij een ander op de
kamer komt, dan vrees ik dat het nog ver-
der van het pao met hem zal gaan".
Dus bleef Smytegelt zijn medebewoner der
kamer behouden.
Vier jaai studeerde hij aan de Universi
teit en werd in 1687 proponent
Twee jaar lang moest hij zonder beroep
leegloopen.
Dit viel hem geenszins mee Nu kwam er
een plan bij hem op om naar Engeland te
gaan. Er was juist een plaats vacant geko
men en Smytegelt had een prachtige kans.
Maar dit ging niet door, want daar kwam
plots het beroep van de Kerk van Borsel-
len, een plaats op het eiland Zuid-Beveland
Volgaarne nam hij dit aan.
De Classis van Zuid-Beveland onderzocht
hem en liet hem onvoorwaardelijk toe. 20
Mei 1689 deed hij zijn intrede in dit Zeeuw-
sche dorp met de tekstwoorden uit 2 Corln-
te IV 7: „Maar wij hebben dezen schat in
aarden vaten, opdat de uitnemendheid der
kracht zij Godes, en niet uit ons".
Zoo mocht Smytegelt zonder bezwaren of
zonder eenige tegenkanting tot de bediening
des Woords en Sacrementen geraken, waar
voor hem altijd een bijzondere begeerte had
bezield.
De bekwaamheden, die hij daartoe noodig
had, schijnt hij ijverig te hebben gezocht,
waarhij de onbekrompen staat zijner ouders
hem zeer te stade kwam.
Hij vond ook vrienden en leermeesters
die zich zijner hadden aangetrokken en zijn
aanleg hadden ontwikkeld. Van den aan
vang af mocht hij toejuiching verwerven,
daar hij bewijzen gaf, dat hij den tijd zijner
voorbereiding goed had besteed en ook van
hem kon gezegd worden dat hij niet door
predikgaven wilde schitteren, maar bovenal
bedoelde om zijne medemensrhen den eeni-
gen weg tot geluk te wijzen, door hen toe te
roepen en te dringen tot een Godzaligen
wandel in een zuiver geloof.
Als een krachtig, schoon dan ook vreemd
soortig prediker, staat Smytegelt nog heden
ten dage bekend. Hem was liet voorrecht
heschoren, om onder weinig bezwaren zijn
dienstwerk te verrichten, maar het eenpari
ge getuigenis zijner tijdgennoton zegt on9,
dat hii zirh desniettemin door grooten ijver
onderscheiden heeft
Zooals gezegd was hij ln April 1689 te
Boroeilen ia de bediening getreden, maar
drie jaren daarna werd hij reeds naar zijn
geboortestad Goes geroepen.
Dit beroep veroorzaakte groote droefheid
in Borsellen, daar men begreep dat Smyte
gelt dit zou aannemen. Schreiende kwamen
de menschen hem smeeken dit beroep niet
aan te nemen, maar op het dorp in hun
midden te blijven.
Onze Smytegelt kon echtar de Gemeente
van Borsellen hierin niet ter wille zijn, eens
deels naar hij zeide, omdat hij naar verbete
ring van Gemeente en plaats mocht staan
anderdeels omdat Goes zijn vaderstad was
en bedanken zou hem niet anders als on
dankbaarheid worden aangerekend.
Hij nam dus in volle vrijheid het beroep
naar Goes aan, waar hij een zeldzamen bij
val vond, zoo zelfs, dat sommige godsdien-
stigen zeiden, dat de oude tijd van den be
roemden godzaligen Witsius teruggekeerd
scheen te zijn.
Doch ook Goes behield hem niet lang,
evenals Borsellen slechts 3 jaren. Hij werd
in Zeeland's hoofdstad beroepen in de va
cature van Thilenus. Hij nam het beroep
aan, en werd door zijn oom Petrus Smyte
gelt bevestigd met Jes. 30 20 „Uwe oogen
zullen uwen Leeraar zien".
Thans was Smytegelt op zijn volle kracht
Zijn roem verspreidde zich overal. Ook in
Rotterdam en Utrecht werd het bekend, en
beide steden waagden een poging om hem
in hun midden te krijgen. Ja, er ging zei"
sprake, dat men hem in Engeland om zijn
predikgaven begeerde.
Zij logeerden bij Smytegelt, maar wie
schetst hun verwondering toen zij den an
deren dag, talrijke weezen uit de stadswees-
se» iol voor de deur zagen, die luide ween
den en jammerden, dat Ds. Smytegelt niet
weg zou gaan naar Rotterdam. Een bedan
ken volgde dan ook.
Ofschoon dus naar het uiterlijke hem al
les meeliep, werd hij door een pijnlijke
kwaal aangetast, zoodat het prediken hem
hoogst moeilijk viel.
Hij verflauwde even een weinig, toen in
de gemeente sommigen duidelijk toonden,
dat zij hem niet wel gezind waren. Nu eens
had hij te kampen met onverschilligen, die
zijn gesten nabootsten en zijn woorden ver
draaiden. dan weer zagen anderen met ver
smading op hem en zijn dienstwerk neer,
omdat hij, naar hun zin. te weinig wettisch
maar te mild Evangelisch was.
Het ontbrak zelfs aan geen naamlooze
lasterschriften en paskwillen, die tegpn
hem werden uitgegeven.
I Had Smytegelt lichamelijk wel wat fe
lilden, ziin stembanden waren echter in de
hoste orde. Hii had een stem als een kink-
Hij was een Boanerges, een zoon de9 don
dert. Hij predikte tcherpelijk de wet
Wat hebben de kerken en predikstoelen
gedaverd en gegalmd, wanneer hij de zon
den bestrafte. Hij ontzag niemand, klein
noch groot, rijk noch arm.
Daarbij was hij gewoon met zijn handen
te slaan en met zijn voeten te stampen, het
geen zeker meer gevolg was van zijn ijver,
dan beoefening van de lessen, die hij aan
de Hoogeschool te Utrecht had ontvangen.
Indien wij op zijn kanseltaal letten, dan
vinden wij daar sommige op zijn zachtst ge
zegd „onvoegzame" uitdrukkingen en „won
derlijke beeldspraak".
Wij zullen daar niets van aanteekenen.
leder die zijn werken leest, kan dit zelf
constateeren. Zekere I. de Waal te Middel
burg heeft in 1849 twee voorlezingen in
druk gegeven over de Catechismuspredi-
king van Smytegelt en al het „ongerijmde"
bijeen verzameld. Deze boekjes worden vaak
gebruikt door hen die eens met Smytegelt
willen spotten.
Wij zullen hierover geen oordeel vellen,
daar wij niet uit het oog wenschen te ver
liezen dat Smytegelt 200 jaren eerder leef
de, toen onze stijl en taal nog niet die ont
wikkeling had van nu.
Een ding willen wij nog in herinnering
brengen, n.l. dat de goede man erg gebeten
was op zijn Roomsche medeburgers. Waar
hij kon, voerde hij een bitteren oorlog tegen
de Papisten. Deze toch, zoo zeide hij,
schrapten het tweede gebod uit de Wet en
„liepen vliegens in den vloek".
Nu nog, na twee eeuwen, draagt deze
prediking wrange vruchten wat geble
ken is op politiek terrein (S.G.P.). Verder
gaan wij hierop niet in.
Ds. Bernardus Smytegelt zag ook verblij
dende uitkomsten van zijn prediking. Men
zegt, dat reeds onder het gehoor zijner in-
tree-predikatie te Middelburg, veler hart tot
bekeering werd gebracht
Zoo velen die hem aanhingen en eere
brachten, werden zeker voor een goed deel
rlnnrtoe sreleiri, door de vrucht die zij van
zijn prediking genoten.
En voegen wij daarbij wat hooge waarde
nog in lateren tijd aan zijn uitgegeven pree-
ken wordt gehecht; hoe deze door sommi
gen als 't ware verslonden worden, dan
moeten wij daaruit besluiten, dat er in die
predikatiën een bijzondere kracht zal ge
legen hehben, bevredigend voor de behoefte
van velen.
Smytegelt's invloed was groot Bekend
is de anecdote van hem, dat eens de Ma
gistraat van Middelburg zijn invloed zocht
om een dreigend oproer te bedwingen.
Smvtegelt greep deze gelegenheid
om eerst de Magistraat eens flink af te
straffen, door hen te zeggen, dat zij, nu zij
in nood zaten hem kwamen opzoeken, ter
ijl hij ze anders nooit in de kerk zag.
Daarna preekte hij voor het volk zoo ge
weldig en kastijdde hij hen zoo geducht
dat de vonken van het oproer finaal ge
doofd waren. Hij toonde daarbij zoo min
den toon der grooten, als de heftigheid der
groote menigte te vreezen. Vader Bernardus
mocht het echter zeggen.
Met onbezweken ijver heeft Smytegelt ge
arbeid, totdat de pijn het niet langer toe
liet Hij had een rustige levensavond. Tot
zijn 70ste jaar bleef hij in de bediening
werkzaam, de laatste jaren met veel pijn.
In 1735 was hij verplicht emeritaat te vra
gen, ten einde zijn plaats aan jeugdiger
krachten in te ruimen en zeker deed hij het
ook om der gemeente wille, die hij niet
meer naar den wensch van zijn hart die-
;n kon.
Nog vier jaren leefde hij. Op 6 Mei 1739
ging hij de eeuwige rust in. Met kalmte zag
hij het doodsuur naderen en met vol ver
trouwen beval hij zich, niets in zichzelven
en overtuigd van zijn tekortkomingen, aan
de genade des Heeren aan. pleitende op
i volbracht offer, op Golgotha.
Is de man heengegaan, zijn talrijke ge;
schriften zijn gebleven. Niet dat Smytegelt
ze zelve in het licht heeft gegeven.
O neen, dat wilde hij niet. Hij weigerde
heslist dat er iets van hem gedrukt zou
worden.
Maar hoe komen dan zijn boeken op de
wereld, vraagt gij?
Het was zeker niet in zijn geest gehan
deld, dat spoedig na zijn dood ons Vader
land met zijn predikatiën werd overstroomd
Dat kwam zoo.
Zekere Maria Boter, die Smytegelt hoog
vereerde, had dertig jaar lang zijn leerre
denen uit het geheugen opgeschreven
gaf ze na zijn dood met milde handen
de drukpers over.
De opsteller, die ze daarvoor niet had be
stemd, kon geen getuigenis geven, dat
meening altijd juist was weergegeven. Der
halve is er verschil van opvatting over som
mige dingen en men kan zich nimmer of
S. beroepen, daar deze de uitgaven nooit
gezien heeft Derhalve rezen er tal
vragen.
Desniettemin aanvaardde men ze z<
der tegenwerping. Ze werden
slonden en telkens herdrukt Men had
veel geld voor over Ook nu nog in oi
dngen. Ziin 145 predikatiën over het ..Oe-
krookte Riet" (begonnen 1 Mrt 1720 ei
eindigd 1731) is een begeerlijk artikel
antiquairs.
.Jacobs Worstellnge" en „De verhefftnge
Tnsa«h«ta", henevens verschillende „Psal
men" enz. zijn teer In trek en worden voor-
Al to Zeeland f rejig («kocht Ho» ouder d»
druk is, hoe liever men het heeft.
Wij gelooven dat Smytegelt nooit gedacht
of bedoeld heeft dat hij nog na bijna twe»
eeuwen als een orakel zou weden geëerd.
Indien toch een zeker deel >.er Gerefor
meerden van onzen tijd eens een catalogu»
haar vereerden wilden geven, dan
prijkten beslist Bernardus Smytegelt en
Hellenbroek als schitterende zonnen boven
aan. Ja zelfs ging de vereering zoover, dat
men in Zeeland de naam Smytegelt tot
een voornaam maakte voor jongens. SchriJ-
dezes kent er verscheidene, die dezen
naam dragen.
Dinsdag 12 Mei is de beroemde man in de
Oude Ke.-k te Middelburg hegraven, in d*
zelfde kerk, waarin hij zijn intrede deed.
Wij besluiten dit artikel met dit graf
schrift:
„Sta stille wandelaar! Die hier legt In
zijn rust
;enen, wiens vermaakt en innig
zielen lust
„Was, in des Heeren Woord: Een Held
die wist te strijden
„Door vuur en vlamme heen, die nimmer
week ter zijden.
„Een waardig Predicant Geliefd, Bemind,
vol deugd
„Der Goddeloozen schrik: Der Vroomcn
Troost en Vreugdï
„Een Wagter ln Gods huis: die vol vnn
ijver blaakt»
„Voor 's Heeren Volk en Kerk; die eigen
glorie laakt».
„Een cieraad in Gods Kerk: een Vreem
deling op nnrd't
„Een, die men zelden vind: en overal
vermaard.
„Die onder vinnig kruys: geloovig zlg
gedranpdel
„Een, die verloochend was: ja ook zig zelf
mishaagd»
„Een dierbaar instrument tot steun vnn
land en Kerkj
„Die zich met lijf en ziel, gaf aan Godt
en zijn werk.
„Een Oprecht Israllet: Een Worstelaar:
Een Vadeir»
„Die zeer geoeffend was. Een moedeloozen
mde*
..Betreurt met mij aan 't graf, 't verlies
van dezen Held
„Vraagt gij, Wie t ls? Het was
Bernardus Smytegelt
G. A M WESSELS.