ZONDAIGSBLAD m m II ff; N 1 f§ Ui- 8 fü s p; IS s j§ s g lü m fi f§ lï NIEUWE LEIDSCHE COURANT 136 n Redacteur: W. HOEKSTRA, Tulpeboomstraat 6, Den Haag. OOCCOOOfrOOOOOO Alle inzendingen betreffende deze rubriek te zenden aan bovenstaand adree. Voor alle vraagstukken geldt: „WIT BEGINT EN WINT". Oplossingen worden binnen 8 dagen ingewacht en over 14 dagen met de namen der oplossers gepubliceerd OPLOSSINGEN. No. 204. Auteur: C. Th. HUIZEE. Wit: Zwart: 1. 34—29 23X43 2. 38X49 27X20 3. 25X3- cn zwart verliest Van dit vraagstukje voor beginners kwamen de navolgende correcte oplossingen in: Jan van Steijn, Leerdam; Job. Becrcboom, B. den Hertog, J. Spuy, pen Haag; J. Korpershoek, Maasland. Nagekomen oplossingen ontvangen van A. van Dommelen (199, 201); C. A. Post (199, 201) te Rot terdam. CORRESPONDENTIE. „Beginners". „Zwart—Wit" van A. K. W. Damme. Uitgave G. B. van Goor, Gouda. Prijs f 1.25. L. S. te R. Voor de tournée van Springer zijn ',^echts ccnigc avonden nog onbezet ANALYSE-VRAAGSTUK. Van het Analyse-vraagstuk ontvingen wij slechts iién inzending en wel van onzen lezer C. Th. Huizer. Hij geeft de navolgende beschouwingen: Analyse van den partijstand: Zwart: 12—16, 18, 19, 23, 24, 26 .Wit: 22, 25, 27, 28, 32, 33, 35, 37, 30, 45 In dezen stand verzuimde Zwart de i Hemen door: 1621, 18X29, 25—20, 20X7 (4146) 72, want op 71 speelt zwart 19—231 2933 en 46X23. Inplaats hiervan speelde zw.: 15—20 waarna jnet een verrassend offer won: 2217 en 3934. Wij zullen eerst eens de andere spelgangen van Kwart naguan. Deze zijn 12—17 en 23—29 112—17 22X11 10X7 nu kan Wit: 23—22, 39—34 en 45—40 spelen op 28—22 7—11 want op 7—12 volgt 22—17 en 27X16 45—40 23—29 op 40—34 volgt 29X38 en 18—23 dreigt mot schijf winst Wit 3430 gedw. Zw. 2429, W 4338, Zw. 29-34 W 38-33, 33-29 cn 30X48. 19-53 37—32 38—38 32X23 22—18 27—22 18—12 22—17 13—19 15—20 20—21 23-28 19X39 14—19 39—44 41—50 11X22 23-29 39-31 volgt 29X3S, -10), 48X31, (27 X36), 4540 de eenigel wnnt (32X 43 2430 en 19X48, 18X27 wint 29X38 32 X 43 15—20 de beste, want op 18-23 Wit 25-20, Zw. 23X41. (20X7) 41-471 Wt mag geen dam halen! maar speelt 2218, waar na het remise wordt. De zet 1520 belet tevens die ressource. 43—38 gedw. vanwege de dreiging 26-31 38—22 40—31 35X44 44—10 39-34 28X39 34X23 32—28 gedw. want 17—22 37—32 gedw. ""-33 18-23 24—29 29X40 20—24 24—29 29—33 23—29 19X17 er dreigt 12—18 en 17—21 18—22 Ook in deze variant valt het Zwart niet gemakkelijk do winst te behalen. Maar in ieder geval bad hij vol- doonde goed spel om minstens remise te bereiken. SLAGZETTEN IN DE HEK-STELLING. Vraagstuk: 207. lAuteur: A. K. W. DAMME, kampioen van Nederland. Zwart: 3, 4, 6-9, 11, 13, 14, 1GJ18, 22, 28. Wit: 25—27, 31, 33, 35—39, 42, 43, 40, 4S. OPLOSSING: Wit 1. 26—21 2. 37—32 3. 38—32 4. 42—38 5. 38—32 6. 32X1 cn wint. Zwart 17X26 28X37 gedw. 37X28 26X37 22X31 EEN LOKZET VAN ETIENNE BOISSINOT Vraagstuk no. 208. 'up 'mT' *wi üp IÜ iü ut ■m:. 4y 5U Wit speelt 37—31 en verlokt Zwart tot Hoe wint wit daarna? Zwart: 3, 6—14, 16—21, 23, 24. Wit: 25—27, 82—33, 35-45, 48, 49. Vraagstuk no. 209. Auteur: C. TH. HUIZER, Den Haag. Opgedragen aan den redacteur van deze rubriek. Zwart: 5, 7, 9, 14, 18, 23, 26, 33, 38, dam 28. Wit: 24, 25, 30. 31, 34, 37, 39, 41, 42, 44, 48. EEN PARTIJ VAN WEISS. Hieronder volgt een partij tusschen den Franschcn speler 1. Weiss cn den Amstcrdamscben speler Louis Prijs (thans Antwerpen). Weiss, die jaren lang Wereldkampioen was, heeft op het laatstgehou den tournnoi om den wereldtitel slechte resultaten behaald. Het is wel nardig zijn stijl van spelen slechts eenige jaren geleden te bestudccren. Deze partij werd in 1919 gespeeld op de Sporttenloonstelling te Am sterdam en is overgenomen uit „Het Damspel". Zwart: Weiss. 19—23 14 :23 10— 14 14—19 spelen, wil wil oyk 46 in 2. 28:19 3. 39-33 4. 44—39 5. 32-28 Nu Zwurt schijf 5 op kaï het spel brengen. 2332 0. 37:28 7. 41—37 10—14 8. 37—32 18—23 Nu kan 46-41 niet wegens 23- 29 enz. 9. 42-37 12—18 10. 47—42 7-12 Zwart heeft nu iets heler spel, dnnr zijn linkerflank geheel ontwikk"ld is. 11. 33—29 2—7 12. 39—33 17-22! 13. 28:1? 11:22 14. 31-27 22 31 15. 36:27 Verreweg veel bet' r is 37 26. Wit's stelling wordt nu geheel in elkander gedrukt en schijfvcrlics znl het onvermijdelijke gevolg zijn. 19-24 Neemt de knttingstelling. 10. 50-14 14-18 17. 44—39 12—17 18. 49—44 6-11 en natuurlijk niet 17—21 wegens wit 2722, 29 18, 33—29 en 39 26. 19. 46—41 8—12 20. 41—36 Wit's vrijheid wordt al t 21. 37—31 Nu staat wit hopeloos. 22. 31—26 23 36—31 24. 35—30 gedw. 25. 2924 gedw. 26. 33 24 27. 34 25 Stand na den 27cn zet van wit. nier en minder. 4—10 10—14 16 38 precies op tempt» 24 35 20 20 19 30 m m m: 4» f'"' V M Wit is nu een stuk achter, heeft een randschijf en een nadcclig stuk op 31. Toch is de snelheid waar mede Weiss de partij beslist bcwondcrings..aardig, 15-20 28. 39—33 20—24 29. 33—28 23291 30. 28—23 heeft niets anders. 13-19 31. 23 34 24—29 32. 34 23 19 37 Wit geeft op. Een partij door Weiss in geweldigen stijl gespeeld. RUILEN ZONDER TE HUILEN. a. Om te beginnen even een opmerking over de cadeau-bons die door do Lever's zcepmij. te Vlaar- dingen worden uitgegeven. Het zal u waarschijnlijk nfet ontgaan zijn dat se dert kort de Lux- en Rinso-bons evenals de Sunlight- en Vim bons recht geven op cadeaux echter in dier voege dat er 2 Rinso-bons noodig zijn voor 1 der andere bons. Voorloopig zullen we probeeren ook deze bons in ons fonds op te nemen en is de waarde van dit alles gelijk, uitgenomen dan natuurlijk de Rinso-bons die de hellt dier waarde vertegenwoor digen. h. Wat art. 7 van onze voorwaarden betreft: Tot 1 Mei zullen we allen die een zending inzonden doch niet aan art. 7 voldeden cn die dus geen antwoord kregen en krijgen, gelegenheid geven hun scha nog in te balen. Gebeurt ook dat .iog niet dan zullen we opruiming houden, die aanvragen voor de hellt vol doen en dan die brieven aan kant leggen. Aangeboden worden deze week: Hillebons, Sickeszwnpens, Rndemakersbons, Ver- kadeplaatjes Lente, Zomer, Herfst enz., Holland- plaatjes, Sunlight, Vim-cartons, Rinso en Luxbons. Gevraagd worden: ERDAL PELIKANEN, v. Houtenbons, Kwatta-sol- daatjes, Bussink Mijn landplnntjes, v. Delft's vogel- plaatjes, Sunlight en Vim cartons. Ten slotte nog eenige correspondentie: J. B. te de Lier, D. W. te Axel, J. de B. te Rotter dam en C. D. te Hillcgersberg. Uw aanvraag is ge* noteerd. F. H. T. te Scheveningen. Als u eerst eens even aan art. 7 voldoet krijgt u er direct ol heel gauw 600. Job. A- S. te 's Gravenzande. II kunt er bij gelegen heid 33 S. voor knjgen. J. C. te den Haag. U had de juiste oorzaak van het uitblijven van uw antwoord al bcmerktl Wat voor ons volgens art. 2 geen waarde had kreeg u terug. J. W. P. v. S. te Rotterdam. Voor 70 Rad. kunt u 14 K.p. krijgen en voor 150 plantjes van eerder ver schenen V albums 30 K.p. Daarom zond ik u maar Texel. J. S. te Hillegersberg. Voor 75 I.. zijn 525 Kw. noo dig. Voor 38 Rad. 77 Sic. zijn 115 Kw. noodig. Diana bons zijn volgens art. 2 ongeldig. C. W. te Dordrecht. U krijgt er 163 voor. C. J. W. te Rotterdam Hartelijk dank voor u\V cadeau-zending. J. B. Jr. te Schiedam. K.p. Hol. 5:2. Kp Kw, 5 1. K.p. KI. 5 3 Dr. KI. - 8 3. C. M. te Giessen Oudkerk. Bij gelegenheid krijgt u er 10 Sunlight voor. J. S. te Heemstede. Die nummers staan nog geno teerd. M. M. v. D. te Oademolen. Dot is do waarde van 174 Sun. E. v. D. te Gaarderen. 4 Kp. 1 compl. v. II. P. H. te Atmkerk. Zie aanhef 6. K. F. K. te Groningen, t Spijt me van die postze gels. U had er ook niet hij gesebreven dat 't zoo bui tengewone zegels waren en 'k bad dat bijzonder ge kartelde heusch niet In de gaten gehad. Gelukkig zijn ze nog boven water gekomen >n znl ik ze bij en eerstvolgende zending aan u wel eens bijsluiten. Goed RUILBUREAU SOEST. ZATERDAG 27 APRIL-, Mo. 17 JAARGANG 1929. bckooueiide-A=^\^\ bii l. UWE DOODEN ZULLEN LEVEN. i juicht, gü die het land zal de resaja 26 t 19. Volgens sommigen aou het geloof aan do weder opstanding der dooden oorspronkelijk bij Israël niet bestaan hebben, maar eerst in veel later tijd zijn opgekomen. Doch deze bewering is voor het minst genomen niet te bewijzen. Integendeel, wie het Oude Testament aandachtig leest vindt daarin keer op keer uitspra ken, die van een geheel andere verwachting getuige nis geven. Reeds de hope, dat dc rechtvaardigen hot aardrijk erfelijk zullen bezitten, toont dat er uitzicht was op een andere toekomende wereld, waarin de dood is tc niet gedaan en de dooden uit hun graven weder tc voorschijn zijn gekomen om op dc nieuwe aarde tc leven. Maar behalve dat zijn er plaatsen fc over, waar van do wederopstanding van het volk des Hoeren wordt gesproken. Ja, ook denk maar aan den lGcn Psalm het geloof aan een opstanding van den geloovige persoonlijk. Zoo is het ook in liet gebed, dat dc profeet Jesaja door den Heiligen Geest in den naam van het be drukte volk des Hcercn uitspreekt in het 26c hoofd stuk van het boek zijner protetieën. Vele wonderen van uitredding zijn reeds door des Ilecrcn hand geschied. Andere hceren behalve Gij bobben over ons gchccrsoht; doch door U alleen ge denken wij Uws naams (vs. 13). De Hecrc heeft ook zijn volk vermeerderd in getal en zich daarin ver heerlijkt (vs. 15). Maar nog is daarmede de nood niet voorbij. Vooral degenen die den Heere vrcezen zien zich Van twee zijden benauwd. Er zijn buitcnlandscho Vijanden, die het volk bedreigen. Maar ook onder dat volk zelf zijn goddelooacn, die eer en aanzien en macht bezitten. Zij onderdrukken en bemoeilijken do godvruchtigen. Zoo wordt het biddende volk gedrukt cn beangst. Ze zien zich den ondergang nabij. Maar in deze benauwdheid opent zich een verblij dend uitzicht. Dit verblijdend uitzicht sproken zij bij monde den profeet uit, als hij biddende tot den Ilcerc zegt: „Uwe dooden zullen leven, ook mijn dood lichaam; zij zullen oj>stnnn." En in deze stellige zekerheid keert hij zich tot de dooden: „Waakt op en juicht gij die in het stof woont, want uwe dauw zal zijn als ecne dauw der moeskruiden, en het land zal do overledenen uitwerpen." Do naaste toekomst moge donker schijnen. En tot In verre tijden moge het donkere graf geslacht aan geslacht in zijn killen schoot ontvangen cn bedekt houden. Eens verandert het. Niet alleen, dut er voor het volk in later geslachten hetero tijden zullen aanbreken. Reeds dat zou troost zijn voor wio .nu lijden zonder uitzicht verlossing. Maar de troost is nóg rijker. De heidcnscho over heersrhers van vroeger zijn niet meer. Zo komen ook niet weder: „dood zijnde zullen zij niet weder loven; overleden zijnde zullen zij niet opstaan" (va 14). Maar des Moeren dooden zullen wol leven; zij Bullon uit hun graf eens verrijzen. En dan zullen zij niet meer verdrukt worden. Zoo is het geloof aan de wederopstanding der doo den dengenen die God vreeacn tot troost cn bemoe diging. Neen, het opslandingsgeloof is mict resultaat van nadenken en doordenken. Hot is niet een voorzeg ging van toekomende dingen die op menschenwijs- hcid rust. Het bedoelt niet bevrediging te geven aan dc nieuwsgierigheid van het menschelijk vernuft, dat gaarne de duisternis waarin de toekomst zich hult zou doorboren, om te weten wat daarachter ligt. Do verwachting van een zalige opstanding is een troost voor het volk Gods en voor G<#ls knechten in don druk van het heden. Juist zooals onze Catechis mus het opvat: Wat troost geeft u de opstanding des vleeschcs? (vr. 57). Zoo staat deze belijdenis in het kader van ons Christelijk geloof. Zoo was daze verwachting reeds voor het volk van den ouden dag ingeweven in de hope die zij op den Heere hunnen God hadden. Voor degenen, die God verlaten is deze gedaahte metterdaad vreeslijk. Hier op aarde hebben zij zonder Ilem geleefd. En zij hebben het hier goed gehad, Zij hebben in het leven altijd het hoogste woord ge voerd. Zo hebben zich doen vreezen van degenen die op den Heere hoopten. Is het dan niet vrccsclijk te moeten bedenken, dat ze een* uit het graf zullen wederkecrcn om deze wereld geheel anders terug te vinden. Om dan tc bemerken dat het is omgekeerd en dat de vromen, die zij altoos achteruit gezet, gedrukt en ovcrhcerscht hadden het aardrijk beërven zonder vloek cn oordeel cn ellende. Nietwaar, ge kunt het verstaan, dat zij hiervoor manr liefst de oogen sluiten, dat zij die gedacht' verro van zich werpen. Ge kunt erin komen, dat zij zich zei ven diets maken, dat zoo iets niet kan ge beuren. Maar daarom moeten zij die den Ileere vretwon des te krachtiger aan deze zalige hope vasthouden En dit niet alleen om hunszelfs wille. Maar aller meest om dra Hecrcn wil. Een geloofsverwachting, die blijft staan bij oen gelukzalig hiernamaals voor de ziel, is toch in den grond der zaak egoïstisch en halfslachtig. Zo rekent niet met wat Gods cere vordert. Zoo willen het dc goddeloozen wel. Zo gunnen u uwen hemel. Als zij maa.r de aarde mogen behou den. Zo gunnen u uw zicleweelde. Als zij maar deze zichtbare wereld als hun eigendom mogen beschou wen, waarin zij doen en waarmede zij handelen naai hun goedvinden. Zoo is hot door alle tijden heen geweest. Manr aan dit hun verlangen wordt nu door de belijdenis van de wederopstanding des vlcesches in 's Ilccren naam een heilig „neen" toegeroepen. Geen doclingl Alles voor den Heere! Niet alleen dc ziel, maar ook het lichaam; heel de mensoh. Niet alleen do hemel, maar ook de aarde; heel Gods werold. liet is juist hierop, dat de kerk van Cliristus In de nrtikelen van liaar algemeen, ongetwijfeld, Christe lijk geloof den nadruk legt, als ze niet mot zooveel woorden de zaligheid der ziel na den dood belijdt, maar tegenover do wereld als haar cindvcrwachting proclameert, eerst: de wederopstanding des vleeschcs, cn alleen In verband daarmede hot eeuwige leven. Do zaligheid der ziel onmiddellijk na den dood wonlt hiermede niet ontkend. Zo is veeleer in do belijdenis van do wederopstanding des vleeschcs be grepen cn door de belijdenis van liet ccuwigo leven nog eens ten overvloede uitgesproken. Maar dan altoos zoo, dat die zaligheid der ziel nog slechts een voorloopige toestand ia Zooals Catechismus hot ook uitdrukt: „dat niet alleen mijn ziel na dit leven van stonde aan tot Christus, haar Hoofd, znl worden opgenomen, maar dat ook dit mijn vlocaoh, door de kracht van Christus opgewekt zijnde, wederom mot mijn ziel vereenigd en nan het heerlijk Mchuam van Christus gelijkvormig zal worden", l Eerst daarin heeft Christus' verlossingswerk hot doel bereikt. Eerst daarin komt God ten volle tot zijn eero. Maar ook daarom kan de ziel, die waarlijk God vreest, alleen in dat vooruitzicht rust en troost vinden. De verwachting van zaligheid terstond na dit leven stolt wel den moeden strijder in het uitzicht, dat hty uit den strijd zal worden afgelost. En wie alleen met ziohzclven hoizg h verlangt ook naar niets ander* dan „eruit" te zijn cn rust te vinden. Maar dc ware strijder verlangt meer dan rust Hi( Will de zegepraal van zijn Koning zien in het einde. Dat alleen geeft hem kracht om hier de wonden en zelfs nederlagen zich te getroosten. Als de zaak van zijn Koning maar in het eind triomfeert En dit geschiedt ten volle als de gevallen strijder mag declcu in de opstanding en heerlijkheid van zijn Koning. KONINGSKINDEREN. Wij zijn koningskind'ren, manr ontdaan van praclil Wij, naar God geschapen en van Gods geslacht, leven hier als slaven, zonder kroon cn staf; enhet schoonste leven blijft een gang naar 't graf Wij zijn allen zondaars heilig is niet één en de weg door 't leven blijft vol droof geween. Ach, geen koningsmantel schittert om ons heen; cnhet schoonste leven slaat vaak 't meest alleen. Maar wie Jezus kennen als hun hoogste goed; zij, die zijn gcwasschen in Zijn dierbaar bloed zullen eenmaal komen door de hcmolpoort; en zij mogen heersohen naar dra Hcilands woord. Op hun hoofden suhittert weer een gouden kroon, en met koningskleed'ren Ned'ren zij den Troon Aah, wat zal dót wezen voor ons arme hart 1 't Is haast niet to dragen: zóóveel vreugd na smart

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 13