JUeuuir ^ritisctjc (dattnitti
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
AFTREK VAN SCHOOLGELDEN
ABONNEMENT}
Per kwartaal 3.25
(Beschikkingskosten 0.15).
Voor het Buitenland bij Weke-
lijksche zending 8.—
By dage ijksche zending m 7*-*
Allies bij vooruitbetaling.
Losse nummers 5 cent.
met Zondagsblad 7Vi cent.
No 2712
Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936.
MAANDAG 8 APRIL 1929
ISTEftTENTIffffi
Van t tot 5 regels\A7V%
Elke regel meer m 82tYt
Ingez Mededeelingon
van 1—5 regels f 2J0
Elke rcgo. meer OAS
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan het bureau
wordt berekend 0.10
9e Jaargang.
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen.
Men kon niet zeggen dat de beslis
sing, die de Hocge Raad bij zijn arres
ten van 1 Juni 1928 bracht in de kwes
tie der verrekening van schoolgelden
voor het gewoon lager onderwijs tus-
gchen centrumgemeente en buitenge
meenten, het billijkheidsgevoel bevre
digde.
De voorgeschiedenis is bekend.
Art. 104 der Lageronderwijswet
gchonk de schoolgemeente ter bestrij
ding van de kosten, gemaakt ten be
hoeve van leerlingen uit andere gemeen
ten, aanspraak op een evenredig deel
der kosten van instandhouding, ge
noemd in art. 101 der wet.
Moest op deze bedragen het school
geld in mindering worden gebracht?
Ziedaar de vraag, die aanleiding gaf tot
velerlei verwarring, tot ruime opvatting
gepaard aan een conciliante houding
eenerzij ds, tot schuldvordering en me
nigmaal weigering tot betaling ander
zijds.
De letter der wet gaf slechts in één
geval een duidelijk antwoord: als de
uitkeering minder zou bedragen dan
het schoolgeld, zou geen aanspraak op
nitkeering aanwezig zijn. Maar voor het
overige, d. i. voor het gros der gevallen,
zou de rechtspraak de decisie moeten
brengen.
Dit geschiedde bij de bovenaangehaal
de arresten in dien zin, dat geen enkele
bepaling der Lageronderwijswet den
eisch van aftrek der schoolgelden aan
nemelijk maakt, terwijl een beroep op
analogische interpretatie op grpnd van
art 101, veelal ten onrechte gedaan,
.werd van de hand gewezen.
Deze uitspraak van den Hoogen Raad
werd door ons als wettelijk juist er
kend. maar tevens gaven we toe, dat zij
het billijkheidsgevoel niet bevredigde.
De beste oplossing zoii zijn, dat door
wetswijziging de ondervonden leemte
werd weggenomen.
Sindsdien werd bij de Tweede Kamer
ingediend een ontwerp tot wijziging der
Lageronderwijswet, dat aan de gerezen
bezwaren wenscht tegemoet te komen.
Met de aanneming van dit ontwerp
Zal een bron van conflicten tusschen de
gemeentebesturen zijn weggenomen. De
rust, die hier en daar zoo wreedelijk
was verstoord, zal dan kunnen terug-
keeren.
Een belangrijke vraag zal voordien
het parlement echter hebben onder het
oog te zien, of namelijk aan de voorge
stelde regeling terugwerkende kracht is
toe te kennen en zoo ja, vanaf welk
'tijdstip.
Ook de Minister zag zich voor de op
lossing dezer kwestie gesteld. Reeds
eerder was door het Departementshoofd
van Onderwijs tegenover een gemeente
bestuur, dat op wetswijziging aandrong,
uitgesproken dat aan zoodanige regeling
van de zijde des Ministers geen terug
werkende kracht zou worden verleend,
daar hiertegen ernstige bezwaren waren
in te brengen. I
Bleef Minister Waszink aan dit
ctandpunt getrouw?
Leest men de Memorie van Toelich
ting op het betreffende punt, dan zou
deze het vermoeden kunnen wekken dat
zulks niet het geval is. Daar wordt na
melijk opgemerkt: „Omtrent het tijdstip
van het in werking treden van de voor
gestelde wijziging merkt de oi.dergetee-
kende op dat, naar zijne meening, het
streven om daaraan terugwerkende
kracht te verleenen niet voldoende reke
ning houdt met de practische en admini
stratieve bezwaren, welke dit ongetwij
feld medebrengt. Hij meent daarom niet
Verder te kunnen gaan dan dien datum
te stellen op 1 Januari 1928"
Dus toch terugwerkende kracht?
Slechts schijnbaar. Immers de vast
stelling en verrekening der onderwijs
kosten krachtens art. 104 der Lnger-
onderwijswet zal over 1928 niet eerder
kunner plaats hebben dan in den aan
vang van 1930. Zelfs zal voor de meeste
gemeenten over 1927 nog geen verreke
ning hebben plaats gehad.
Met de aangeboden regeling bly ft dus
de Minister zichzelf volkomen gelijK.
Toch lijkt het ons niet onmogeltfk
We houden met deze mogelijkheid sterk
rekening dat in de Tweede Kamer
een poging zal worden gewaagd om de
nieuwe regeling vanaf ren verder terug-
gelegen tijdstip te doen werken. Daar
tegen rijst eve .wel ernstige bedenking.
Om dit te erkennen heeft men sH hts
kennis te n van het verloop der
verrekeningskwestie. Aanvankelijk pas
te een deel der gemeenten vrijwillig den
aftrek toe van het bedrag der schoolgel
den, hetzij uit billijkheidsoverwegingen,
hetzij omdat men oordeelde, dat dc wet
het wilde. Andere gemeenten, die deze
verplichting niet konden erkennen f n op
weigering tot betaling stuitten, be
sprongen hun naburen met een schuld
vordering die bij de arresten van 1 Juni
werd toegewezen. Dit had ten gevolge,
dat de meeste gemeentebesturen alsnog
een suppletoire vordering indienden,
tegen welker beslissing zich de tegen
partij thans niet meer verzette, gezien
het duidelijke standpunt van den Hoo
gen Raad. En nu zou, op grond van ver
vroeging van den datum van in werking
treding van het nieuwe ontwerp dit alles
weer moeten worden tenietgedaan?
Men kan het alleszins billijke van het
nieuwe voorschrift volledig toegeven en
toch van oordeel ziin, dat terugwerken
de kracht hier te duur gekocht zou we
zen. Wie streeft naar vereenvoudiging
der administratie kan zich moeilik uit
spreken voor het bevorderen van een
dergelijken rompslomp. Daarbij is ook
uit financieel oogpunt voorzichtigheid
geboden, want het kan niet worden ont
kend dat menige begrooting door oezen
maatregel zou worden ontwricht. En
ten slotte de eerbied voor de wetge
ving en de rechtszekerheid zou niet
worden verhoogd door een dergelijke
regeling.
Na de onzekerheid, die tusschen de
gemeentebesturen nu al eenige jaren
heerschte omtrent de verrekening van
[kosten voor de buitenleerlingen en de
toepassing der wettelijke voorschriften,
is het noodig dat orde en rust inti eedt.
Die rust wordt niet bevorderd door een
al te vlot gebruik maken van het middel
der terugwerkende kracht, dat zei-er in
dit geval meer kwaad dan goed zou
doen.
Om die reden zouden wij dan ook geen
vervroeging begeeren tot 1 Januari
1927. Eer de wet in het Staatsblad zou
staan, zouden al heelwat gemeenten de
kosten over 1927 hebben verrekend.
Hier kan dan ook dezelfde argumenta
tie gelden, waarmee vervroeging in liet
algemeen werd bestreden.
Met ongewijzigde aanneming van
's Ministers ontwerp zal een regeling
zijn verkregen, die het billijkheidsgevoel
bevredigt en in het belang van admini
stratie 'en wetgeving de beste oplossing:
biedt.
BINNENLAND.
OFFICiEELE BERICHTEN.
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij K. B. is benoemd tot officier in de
orde van Oranje-Nassau Dr. D. A. W. H.
Sloet, eere-kanunnik van het Metropolitaan
- an Utrecht en pastoor te Abcoude;
is aan den eerst-luitenant van het regi
ment grenadiers en jagers J. N. Breunese,
adjudant van den commandant der le divi
sie, vergunning verleend tot het aannemen
en dragen van de ordeteekenen van ridder
2e klasse in de orde van St Olaf, van Noor
wegen;
is aan den kapitein van den generalen
staf D. van Voorst Evekink vergunning
verleend tot het aannemen en dragen van
de ordeteekenen vart ridder in de orde van
Danneborg, van Denemarken.
DEFENSIE.
Bij .beschikking van den Minister van De
fensie is de luitenant ter zee der 3e klasse
F, R. L. Gonggrijp geplaatst bij de kazerne
voor den onderzeedienst te Willemsoord,
den len Mei a.s. ter beschikking gesteld:
is de officier van den marinestoomvaart
dienst der le klasse titulair J. A. de Veer
den 15en April a.s. aan boord van Hr. Ms.
„Hertog Hendrik" geplaatst
HOFBERICHT.
DE PRINSES NAAR HET LOO.
Prinses Juliana die. na het vertrek van de
Koningin naar het Loo. nog enkele dagen
gelogeerd heeft bij de Koningin-Moeder, is
Zaterdagavond per Staatsspoor te 6 u. 35 min
van den Haag naar het Loo vertrokken, waar
zij tot aan het einde der Universiteitsvacan-
tie blijven zal.
De Prinses reisde Ih gezelschap van haar
Hofdame, barones Bentinck en van Baron
Van Geen, kamerheer en particulier secreta
ris van de Koningin.
VRAGEN VAN KAMERLEDEN.
FOSSIELEN IN GEVAAR.
Het Eerste Kamerlid van der Hoeven heeft
den Ministers van Onderwijs en Waterstaat
gevraagd, om maatregelen té treffen, tenein
de te vipden fossiele resten bij den aanleg
van het Twente—Rijnkanaal behoorlijk te
doen bewaren in Rijks- of (en) in gemeente
musea.
AMSTERDAMS VERBINDING MET
DEN RIJN.
Het Tweede-Kamerlid de heer Staalman
heeft den minister van Waterstaat schrifte
lijk gevraagd of hij kan opgeven het bedrag
der onkosten van onderhoud, bezoldiging
ambtenaren en beamb'en etc., benut j
de watcrwegverbinding van Amster I
'dam met den Rijn, alsmede hoeveel noodig
I zal zijn voor het in stand houden en de bi-
diening van de thans voor dit doel bestaan
de watërwcr n. bruggen en 6luizen, indien
de nieuw geprojecteerde waterwegverbin-
ding Amsterdam—Rijn ral komen *e fune-
tionneerer.
INGEZONDEN MEDEDEEUNG.
Huiduitslag
Wasch de aangedane plaatsen met warm
water en Turolzeep; droog dan voorzichtig
af en doe er wat Purol op. Herhaal dit
eiken dag, zoo lang het noodig is.
ANTWOORDEN VAN MINISTERS.
De gemeenten voorzien in den ergslen nood
nemen van maatregelen Van rijkswege ter
zake van de nood- en woningtoestanden in
de Noordelijke provinciën, heelt Minister de
Geer het volgende medegedeeld::
Blijkens van de inspecteurs voor de werk-
verschafting in de Noordelijke provincies
ontvangen berichten voorzien de gemeenten
waar noodig met steun van het Rijk, vol
doende in den nood, die de thans gelukkig
geweken buitengewoon strenge vorst heeft
teweeggebracht Uogenblikkehjke maatrege
len toi ruimeren steun van regeeringswege
>ujn te minder geboden, nu weer gaanm
normale toestanueii intreden.
Het resultaat van het onderzoek, door de
Vereeniging voor Volkscultuur ingesteld
naar de nood- en woningtoestanden, die be
staan op de Drentsche venen, is aan d€
Regeering niets bekend. Door haar eigen
organen is de Hegeering echter op de hoog
te van de slechte woningtoestanden, die op
eenige plaatsen in de Noordelijke provin
cies bestaan.
Naar gelang dit mogelijk blijkt, zou naar
de meening der Regeering in de bedoelde
toestanden verbetering moeten worden ge
bracht
indien een gemeente onmachtig mocht
zijn haar normaal aandeel, namelijk de
helft van de kosten te dragen, zal het Rijk,
voor zoover dit noodig mocht zijn, een zoo
danig deel van de financieele lasten voor
haar rekening nemen, als door de omstan
digheden wordt gevorderd. De gemeente zal
echter in allen gevalle althans ecnig recht-
streeksch geldelijk belang bij de exploitatie
der woningen moeten hebben.
Voor vaccinatie tegen pokken.
In antwoord op de schriftelijke vragen
van het Tweede-Kamerlid Kersten betref
fende het aantal afgeleverde porties entstof
(voor vaccinatie tegen pokken) in de twee
de helft van 1927 en 1928 en het aantal
verrichte inentingen over genoemde tijd
perken, antwoordt de Minister van Arbeid,
dat in de tweede helft van 1927 werden af
geleverd 97.120 porties entstof en in de
tweede helft van 1928 53.263 porties.
Aan een opgave, hoeveel inentingen in
de laatste jaren zijn verricht, wordt reeds
gedurende eenigen tijd gearbeid. Het resul
taat van dit onderzoek zal worden bekend
gemaakt in de eerstvolgende verstagen en
mededeelingen betreffende de volksgezond
heid.
FISCAAL STRAFRECHT.
De Minister van Justitie, Mr. Donner,
heeft Zaterdagochtend in het gebouw van
het Departement van Financiën de commis
sie tot herziening van het fiscaal straf
recht en - strafprocesrecht geïnstalleerd en
daarbij een rede uitgesproken.
De voorzitter der commissie, Mr. N. C. M.
A. v. d. Dries, raadsheer in den Hoogen
Raad der Nederlanden, beantwoordde 's Mi
nisters'rede.
STEDEBOUWKUNDIGE
TENTOONSTELLING.
IN 1930 TE UTRECHT TEGELIJK MET DE
OPENING VAN DEN NIEUWEN JAAR-
BZURS VLEUGEL.
Een groote tentoonstelling op stedebouw
kundig gebied zal in het voorjaar van 1930
te Utrecht gehouden worden.
De plannen, die van de vereeniging van
gemeentelijke bouwtechnische hoofdambte
naren zijn uitgegaan, vonden in het bui
tenland zoo veel belangstelling, dat ver
schillende landen reeds belangrijke toezeg
gingen deden.
Voor deze expositie viel de keuze op
Utrecht, omdat deze stad, dank zij vooral
de Nederlandsche Jaarbeurs, over onze
grenzen allengs grootere beteekenis krijgt.
De tentoonstelling zal samenvallen met
de opening en ingebruikneming van den
nieuwen Jaarbeursvleugel.
BOND VAN CHR. LEESZALEN.
Men schrijft ons:
Zaterdag is getracht een Bond op te rich
ten van Vereenigingen voor Chr. Leeszalen
en Bibliotheken in Nederland.
De bedoeling is, dat door samenwerking
deze vereenigingen elkander onderling steu
nen en van advies dienen, alsook te ver
krijgen een vast adres waarheen men zich
kan wenden om advies voor nieuw op te
richten Christelijke Leeszalen.
Het is wel noodig dat meerdere specifiek
Christelijke Leeszalen worden opgericht, op
dat met name voor onze jonge menschcn
niet alles ter lezing wordt voorgelegd. De
lectuur, couranten en tijdschriften hebben
heel veel invloed op de vorming van het
opkomende geslacht en is het zaak voor ons
als Christenen hierin actueel te zijn.
Het bestuur van de Leeszaal Veenen-
daal is in correspondentie geweest met de
Christelijke Leeszaal te Vlaard u en Za
terdag had de oprichtingsve lering van
den Bond te Utrecht plaats.
Wij hopen hiervan nog unde verslag te
kunnen uitbrengen.
'Laat ons toch als Chri- tenen Ijveren In
onze woningen allereer.1, doch dan ook op
het publieke levensterrein voor de Christe
lijke lectuur, voor Christelijke tijdschriften,
voor de Christelijke pers.
IN- EN UITVOERVERBODEN.
TOETREDING TOT HET VERDRAG
VAN GENEVE.
NEDERLAND BEHOEFT
OEEN VERBODEN AF TE SCHAFFEN.
Ingediend is een wetsontwerp tot goedkeu
ring van het verdrag met bijbehoorend pro
tocol tot afschaffing van in- en uitvoerver
boden en beperkingen van 8 November 1927,
benevens de aanvullende overeenkomst met
bijbehoorend protocol van 11 Juli 1928.
In de Memorie van Toelichting wordt op
gemerkt dat dit verdrag (met de daarop
aansluitende overeenkomsten met betrek
king tot den uitvopr van huiden en van
beenderen) te beschouwen is als eerste tast
baar resultaat van de bemoeiingen van den
Volkenbond gericht op wat men pleegt te
noemen de economische ontwapening.
Door dit verdrag (dat het werk is van de
economische conferentie van den Volken
bond, die van 17 October tot 8 November
1927 te Genève is bijeen geweest onder voor
zitterschap van den heer Colijn en waarop
Nederland vertegenwoordigd was door Dr.
F E. Posthuma, Dr. F. M. Wibaut en oud-
minister S. de Graaff) wordt gebroken met
het sinds den wereldoorlog bestaande stel
sel van in- en uitvoerverboden en beperkin
gen, waarvan het internationale ruilverkeer
in niet geringe mate de nadeelige gevolgen
ondervindt en waardoor een terugkeer naar
de vrijheid van den internationalen handel
wordt belet.
Hoewel niet alle In- en uitvoerverboden
door dit verdrag met één slag verdwijnen,
mag worden vastgesteld, dat zij tot enge
grenzen worden teruggebracht, terwijl in
stelling van nieuwe verboden, behoudens
voor bepaald omschreven gevallen, wordt
onmogelijk gemaakt.
De regeering is van mce.nmg dat Neder
land dit verdrag behoort te bekrachtigen.
Het verdrag zelf sluit volkomen aan hij de
door ons lang gevoerde handelspolitiek. Ver
boden of bopprkingen betreffende den in-
of uitvoer als waartegen het verdrag gericht
is bestaan niet in het rijk in Europa; alle
momenteel van kracht zijnde verboden of
beperkingen vallen onder art. 4 van het ver
drag, dat bepaalde categorieën van in- en uit
voerverboden van het algemeen verbod uit
sluit. Er zullen dus in Nederland geen verbo
den behoeven te worden afgeschaft.
Uitzonderingen.
Tiet verdrag gaat uit van het beginsel der
reciprociteit Tusschen de Verdragstaten zul
len geen in- of uitvoerverboden of -beper
kingen meer bestaan: zes maanden na de
inwerkingtreding zullen alle verboden en
beperkingen moeten zijn afgeschaft .terwijl
nieuwe, zooals gezegd, niet zullen mogen
worden ingesteld. Tegenover Staten, die geen
partij zijn bij het Verdrag, blijft iedere Ver
dragstaat vrij verboden of beperkingen uit
te vaardigen.
Er zijn echter zekere verboden en beper
kingen, welke mogelijk blijven met het oog
op de openbare veiligheid of om redenen
van zedelijken, humanitairen of anderen
aard. Bovendien is bepaald, dat iedere Ver
dragstaat het recht behoudt in buitenge
wone. en abnormale omstandigheden ver-
verhods- of beperkingsmaatregelen te tref
fen teneinde de levensbelangen van het land
te waarborgen.
Deze uitzondering had in het voor-ontwerp
een aanmerkelijk ruimere strekking; het is
vooral op aandrang der Nederlandsche dele
gatie geweest, dat zij tot den tegenwoordi-
gen omvang is teruggebracht
Naast deze uitzonderingen laat art 6 nog
de mogelijkheid open voor handhaving van
verboden of beperkingen. Art 6 paragraaf
I spreekt van verboden of beperkingen
tijdelijken aard, die in sommige landen
den oorlog nog bestaan en die deze landen
voorloopig nog in stand wenschen te houden
Bepaald wordt, dat een Staat voor zooda
nige verboden met goedvinden van de an
dere Verdragstaten reserves ma? maken,
echter met dien verstande, dat aan deze ver
boden of beperkingen een einde zal worden
gemaakt, zoodra de omstandigheden waarop
zij berusten niet meer aanwezig zullen zijn.
Ten slotte wordt een uitzondering gemaakt
voor verboden of beperkingen, die betrek
king hebben op artikelen, welker in -of uit
voer voor het land zelf ernstige bezwaren
zou kunnen medebrengen, terwijl de beper
kende maatregel voor clen handel van an
dere landen geen belangrijke nadeelen op
levert.
De overzeesche gewesten.
Bij de beschouwing van de wenschelijk-
heid om het Verdrag ook voor de overzee
sche gewesten te bekrachtigen is gebleken,
dat de aanvaarding van het Verdrag voor
die gewesten, met name voor Nederlandsch-
Indië, tot gevolg zou hebben, dat de moge:
lijkheid zou worden uitgesloten door mid
del van uitvoerverboden de resultaten van
het wetenschappelijk onderzoek tot verede
ling van cultuur-gewassen voor die gewes
ten te behouden. In verband hiermede is na
dere overweging van de wenschelijkheid der
aanvaarding van het Verdrag voor de over
zeesche gewesten noodzakelijk.
Holden en beendezen.
In aansluiting op bovengenoemd wets-
ntwerp is tevens ingediend een ontwerp
tjt goedkeuring van de overeenkomst met
bijbehoorend protocol met betrekking tot
oen uitvoer van huiden, alsmede van de
overeenkomst met bijbehoorend protocol
met betrekking tot den uitvoer van beende-
len van 11 Juli 1928.
L)e overeenkomst met betrekking tot den
uitvoer van huiden houdt in, dat van 1 Oc
tober 1929 af de uitvoer van huiden en vel
len aan geen enkel verbod of beperking zal
mogen zijn onderworpen. Bovendien zal,
buiten het statistiekrecht xan deze artike
len geen uitvoerrecht of andere belasting
mogen worden geheven, welke niet toepas
selijk zou zijn op alle handelstransacties
betreffende deze goederen in het betrokken
land.
De overeenkomst met betrekking tot den
uitvoer van beenderen bepaalt, dat van 1
October 1929 de uitvoer van beenderen aan
geen enkel verbod of beperking zal mogen
zijn ondenvorpen.
De regeering is van oordeel, dat deze bei
de overeenkomsten een belangrijken voor
uitgang beteekenen, ook al zou het de voor
keur hebben verdiend, indien ook in zake
de beenderen het heffen van een uitvoerrecht
ware uitgesloten.
CHILEENSCHE MINISTER.
BEZOEKT ONS LAND.
Uit Santiago wordt gemeld, dat de Chl
leensche Minister van Financiën, Pablo Ra
wirez, die zich op een studiereis in de Ver-
eenigde Staten bevindt, ook Europa bezoe
ken en alsdan ook eenige dagen in Neder
land zal verblijven.
RUKSWERKVERSCHAFFING.
HONDERDEN WERKLOOZEN UIT DE
GROOTE STEDEN NAAR DRENTE EN
OVERIJSSEL.
Heden zijn de werkzaamheden aan ver
schillende werken in uitvoering door werk-
loozen uit de groote steden hervat.
Naar de Oude Vaart (Z.W. Drente) gaan
100 Rotterdammers, 100 Hagenaars en 100
Utrechtenaren; naar Rouveen 100 Hage
naars; naar den Haskerveenpolder bij Heo-
renveen 80 Utrechtenaren; naar de Regge
(bij Almelo) 200 Rotterdammers; naar Ruur
lo 80 Utrechtenaren; naar Eenerveld (bij As
sen) 50 Schiedammers; 100 werkloozen ui:
Dordrecht zijn al aan het werk in het WiL-
teveen.
Bovendien zouden nog 100 Amsterdam
mers gaan naar Ommen voor de werken bij
Nieuwe Burcht. Er heerscht echter een
griepepidemie te Ommen, waarom op advies
vanden geneeskundigen dienst, de komst
van de werkloozen 14 dagen is uitgesteld
De Arnhemsche werkloozen gaan aan het
werk aan de Barserbeek, en 70 Zwolsche
werkloozen zijn aan het werk te Herfte (bij
Zwolle). Acht dagen later volgt een nieuwe
ploeg.
De werkloozen worden met extra treinen
naar hun bestemming vervoerd.
n. c. r. v.
Rel sprogr annn a boek.
Verschenen !s het Reisprogrammaboek
>29, een uitgave van de N. C. B. V., wel
ke bedoelt te geven, een korte samenvat
ting van al de dit Jaar door deze vereeni
ging geprojecteerde Reisplannen'.
In de, ook in „Ons Reisblad" toegepaste
volgorde, treft men aan: Reizen in Neder
land door België en Luxemburg
Duitschland Engeland Frankrijk
Italië Zwitserland, alsmede naar Hon
garije voor onze vele pleegouders van
groote beteekenis naar Amerika enz. In
derdaad voor elck wat wils.
Nlet-leden kunnen het welverzorgde boek-
ie hetwelk fraai Geïllustreerd is be
komen tegen toezending -'an slechte 2b ct*.
(voor v -endkosfen) ftnn Ce-'nal Bu
reau der Nederl. Christel. Refsvereentelne.
Prinsegracht 4, 's-Gravenhage (giro 11746*.
Don laden wordt het gratU toegezonden.
COMMISSARIS DER KONINGIN.
De Commissaris der Koningin in de pro
vincie Zuid-Holland bezocht gedurende de
vorige week de gemeenten Gouda, Leider
dorp, Alphen n. d. Rijn, Zevenhoven, Rijn-
satenvoude, Leimuiden en Alkemade.
TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN.
In de Zaterdag te Arnhem gehouden al-
geraeene vergadering van den Vrijheids
bond zijn na langdurige discussie de vol
gende candidatenlijsten vastgesteld:
Arnhem—Nijmegen: 1. Mr. A. G. A. Rid
der van Rappard; 2. Jhr. Ir. R. R. L. de
Muralt; 3. Ir. C Wolterbeek; i.mevr. H. A.
van Riel—Smeenge; 5. Mr. J. Iluges; \V.
J. Klein Lankhorst; 7. Ed. Schürmann; 8.
Joh. A. R. Bosma; 9. G. A. de Meester.
Dordrecht—Middelburg: 1. Mr. G. A. Boon;
2. Jhr. R. R. L. de Muralt; 3. C. G. Roos; 4.
Mr. J. Erasmus; 5. M van den Hout; 6. C.
G. Hage; 7. mevr. Van Riel—Smeenge; 8.
mevr. KooymanTissing; 9. F. den Hartog;
10. Ph. van Dixhoorn.
's-Gravenhage: 1. Prof. Ir. C. L. van der
Bilt; 2. W. J. C Schuurman; 3. Jhr. Mr. Dr.
E. A. van Berestevn; L mevr E. W. VVij-
nandts Francken; 5. Jhr. Mr. Dr. \V. D. de
Jong; 6. D. Hans; 7. Prof. Dr. B. D. Eerd-
mans; 8. mevr. A. van Braam Houckgeest—
Schroot; 9. mej. Mr. E. C van Dorp; 10.
mej. Joh. Westerman.
Amsterdam—Haarlem—Helder—Lelden—
Zwolle: 1. Dr. I. H. J. Vos; 2. C J. van
Kempen; 3. mej. Joh. Westerman; 4. Prof.
Dr. B. D. Eerdmans; 5. F. M. Teenstra; 6.
C. G. Roos; 7. Mr. J. Rutgers; S. E. G.
Schürmann; 9. A. F. Stroink; 10. mevr. M.
Boissevaln—Pijnappel; 1L P. Stapel; 12.
mej. L. van Eeghen.
LeeuwardenGroningenAssen: 1. Dr. S.
E. B. Bierema; 2. Prof. Dr. B. D. Eerd
mans; 3. Mr. R. H. Baron de Vos van
Steenwijk; 4. mevr. HL A. v. Riel—Smeenge;
5. H. A. Eisma; 6. F. H. Ebels; 7. Mr. J.
Huges; 8. Dr. N. Vromen; 9. Nico de Jager;
10. L. S. Hilaride*.
Rotterdam—Utreoht—Tilburg—'s Herto
genbosch—Maastricht: 1. Mr. H. J. Knot
tenbelt; 2. E. G. Schürmann; 3. mevr. Wij-
nandts Franrken— Dvserinck; 4. Prof. B
D. Eerdmans; mej. E. C van Dom; al
Jhr. Ir. v. Lidth de Jeude 7. C G. Roos;
8. mevr. Bi eed veld—De Waal; 9 W C, de
Waard; 10. A. R. Vecnstra; 1L Dr. L H. J.
Vos, 12. mej. Joh. WeaUnnan.
SI! SI!
Een verkiezingsleuze op *n stuivertje.
Mastro Ello Campo, advocato-procurato,
primo piano, secundo telephono
Ziezoo, daarmee was ik vroeger aan het
eind van mijn latino, beter gezegd Ita-
liaansch. 'k Las het op een naambordje in
Chiazzo en hoewel ik met de „piano" wel
eenige moeite had, kwam ik er toch achter
dat de vertaling moest luiden:
Mr. E Campo, advocaat en procureur,
eerste etage, tel. 2.
Nu veel verder heb ik 't toen in 1 Itall-
aansch niet gebracht; ik was niet zoo hu
moristisch aangelegd als mijn vriend, dia
hotel-bedienden allerlei dwaze vragen stelde
uit een boekje: „Italiaansch op reis".
Deze dagen heb ik echter weer een nieuw
woord er bij geleerd.
Er was verkiezing in Italië, en dat deed
men daar, zooals alles, zeer practisch. Men
stelde slechts één vraag: moet Mussolini blij
ven, j a of neen. En dan legde men volle
nadruk op j a f in 't Italiaansch overge
zet zijnde si; want men veronderstelde te
recht, dat een ander antwoord niet gegeven
zou worden.
Si, si; ziedaar weer een nieuw woord. Het
klinkt wel niet zoo rondhol lig en volmondig
zoo breed en gedragen als de opmarcheeren-
de o's; integendeel, er ligt iets van een schril-
len verkiezingsschreeuw in; maar dat is ook
do bedoeling.
Mussolini?? Si, si!!!
'k Heb over deze verkiezingsmethode na
gedacht en ik voel er heel 3l voor.
Het kan natuurlijk op verschillende wij
zen geschieden, zoo mondeling als schrifte
lijk.
Doet men het mondeling, dan is het ge
heim der stemming net zoo goed gewaarborgd
als wanneer men iemand op het tafellaken,
dat stembiljet heet. ziet zoeken naar het
hokje, waarin zijn candidaat ziL
En laat men schriftelijk stemmen, bv.
door een druk op e:n knop, dan ziet men
pas het enorme voordeel.
Let op 3 Juli a.s. maar eens op.
Mannen kunnen uit den aard der zaak
geen lakens opvouwen en staan er stuntelig
mee te wurmen. Doch ook vrouwen, die de
slag anders wél te pakken hebben, zien nu
met een smeekende blik naar het stembureau
of mogelijk één der heeren het laken -ven
bij de hoeken wil pakken.
En zeg nu niet, dat we hier breede verkie
zingsprograms hebben en dus met j a of
neen niet kunnen volstaan.
O lijkt wel zoo, maar ten slotte lost zich
all toch in één kreet op; belichaamd in
één persoon.
Zoo was het in 1905. Dr. Kuyper was geen
dictator en schreef het dus niet vóór; maar
heel de linkerzijde hr^cuwde het uit:
Kuyper?? Néén!!
In 1925 had men dex methode reeds heter
aangeleerd en geformuleerd. Want toen
gilde men: Colijn verdwijn
Nou, en waarom zouden wii dan nu niet
mogen roepen: Colijn verschijn 1
Si!
INGEZONDEN T EDEDEELING.
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pof
Sprutol. Bij alle Drogisten.
TWEEDE KAMER.
DE RIJKE AGENDA.
In dc vergadering der Tweede Kamer op
Dinsdag 16 April e.k. te één uur is aan de
orde: Trekking der Afdeelingen en regeling
van werkzaamheden.
De voorzitter zal aan de Kamer voorstel
len:
a. in deze vergadering een aanvang te ma
ken met de beraadslaging o.a. over de vol
gende onderwerpen:
Wetsontwerp herziening van de financieel®
verhouding tusschen het Rijk en de Gemeen
ten en wijziging van eenige bepalingen der
Gemeentewet
Wetsontwerp wijziging van de bepalingen
der Lager Onderwijswet 1921 betreffende het
schoolgeld.
Wetsontwerpen nadere voorzieningen ba-
treffende de voorwaardelijke veroordecling
en do voorwaardelijke invrijheidstelling;
nadere voorzieningen betreffende de tenuit
voerlegging van gevangenisstraf; nadere
voorzieningen betreffende beroeps- en ge
woontemisdadigers.
Wetsontwerp wijziging der bepalingen om
trent de ouderlijke macht en de voogdij en
omtrent ontzetting uit en herstel in de
ouderlijke macht en de voogdij.
Wetsontwerpen wijziging der Ouderdoms
wet 1919; Wijziging der wet op de Rijks
verzekeringsbank.
Wetsontwerp wijziging van de wet van den
30sten Juli 1926, tot uitvoering van art. 4,
eerste lid, der Ouderdomswet 1919 enz.
b. De eindstemming over het wetsontwerp
tot wijziging der Ziektewet te doen plaats
hebben op Woensdag 17 April a.s. bij den
aanvang der vergadering.
Voorts behoudt de voorzitter zich voor een
voorstel om deze lijst aan te vullen, hetzij
door invoeging of toevoeging met eenige an
dere ontwerpen, waaronder:
het voorstel van wet van den heer van
den Heuvel c.s. tot het verleenen van tijde
lijken steun aan de beetwortelsuikerindus
trie hier te lande;
de wetsontwerpen tot wijziging van de be
grooting van inkomsten en uitgaven van het
Zuiderzeefonds voor 1028 (verschillende on
derwerpen); verhooging vnn het IXde hoofd
stuk der Staatsbccrooting voor 1928 (verhoo
ging uitkeering Zuiderzeefonds);
het wetsontwerp hci-moting van Inkomsten
1 uitgaven van h Wegenfonds voor 1929;
de wetsontwerp -rooting van het Zul-
derzeefonds voor wijziging van het He
hoofdstuk der Rij) rooting voor 1929 (uit
keering Zuiderzee!: :ds);
indien die ontwerpen inmiddels voor open
bare behandeling gereed mochten komen.
REIZEN IN BELGIE.
annlaidinir van verschillende vra
gen h «fopde e hericht in ons hl-d over
„Reizen in België", rleelen wij mede. dat
het adres van de Touring Centrale Is: Wljn-
lhA*®n 87, Rotterdam, TeL 52039 33038.