JUeuuir ^ritisctjc (dattnitti Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. AFTREK VAN SCHOOLGELDEN ABONNEMENT} Per kwartaal 3.25 (Beschikkingskosten 0.15). Voor het Buitenland bij Weke- lijksche zending 8.— By dage ijksche zending m 7*-* Allies bij vooruitbetaling. Losse nummers 5 cent. met Zondagsblad 7Vi cent. No 2712 Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936. MAANDAG 8 APRIL 1929 ISTEftTENTIffffi Van t tot 5 regels\A7V% Elke regel meer m 82tYt Ingez Mededeelingon van 1—5 regels f 2J0 Elke rcgo. meer OAS Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan het bureau wordt berekend 0.10 9e Jaargang. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen. Men kon niet zeggen dat de beslis sing, die de Hocge Raad bij zijn arres ten van 1 Juni 1928 bracht in de kwes tie der verrekening van schoolgelden voor het gewoon lager onderwijs tus- gchen centrumgemeente en buitenge meenten, het billijkheidsgevoel bevre digde. De voorgeschiedenis is bekend. Art. 104 der Lageronderwijswet gchonk de schoolgemeente ter bestrij ding van de kosten, gemaakt ten be hoeve van leerlingen uit andere gemeen ten, aanspraak op een evenredig deel der kosten van instandhouding, ge noemd in art. 101 der wet. Moest op deze bedragen het school geld in mindering worden gebracht? Ziedaar de vraag, die aanleiding gaf tot velerlei verwarring, tot ruime opvatting gepaard aan een conciliante houding eenerzij ds, tot schuldvordering en me nigmaal weigering tot betaling ander zijds. De letter der wet gaf slechts in één geval een duidelijk antwoord: als de uitkeering minder zou bedragen dan het schoolgeld, zou geen aanspraak op nitkeering aanwezig zijn. Maar voor het overige, d. i. voor het gros der gevallen, zou de rechtspraak de decisie moeten brengen. Dit geschiedde bij de bovenaangehaal de arresten in dien zin, dat geen enkele bepaling der Lageronderwijswet den eisch van aftrek der schoolgelden aan nemelijk maakt, terwijl een beroep op analogische interpretatie op grpnd van art 101, veelal ten onrechte gedaan, .werd van de hand gewezen. Deze uitspraak van den Hoogen Raad werd door ons als wettelijk juist er kend. maar tevens gaven we toe, dat zij het billijkheidsgevoel niet bevredigde. De beste oplossing zoii zijn, dat door wetswijziging de ondervonden leemte werd weggenomen. Sindsdien werd bij de Tweede Kamer ingediend een ontwerp tot wijziging der Lageronderwijswet, dat aan de gerezen bezwaren wenscht tegemoet te komen. Met de aanneming van dit ontwerp Zal een bron van conflicten tusschen de gemeentebesturen zijn weggenomen. De rust, die hier en daar zoo wreedelijk was verstoord, zal dan kunnen terug- keeren. Een belangrijke vraag zal voordien het parlement echter hebben onder het oog te zien, of namelijk aan de voorge stelde regeling terugwerkende kracht is toe te kennen en zoo ja, vanaf welk 'tijdstip. Ook de Minister zag zich voor de op lossing dezer kwestie gesteld. Reeds eerder was door het Departementshoofd van Onderwijs tegenover een gemeente bestuur, dat op wetswijziging aandrong, uitgesproken dat aan zoodanige regeling van de zijde des Ministers geen terug werkende kracht zou worden verleend, daar hiertegen ernstige bezwaren waren in te brengen. I Bleef Minister Waszink aan dit ctandpunt getrouw? Leest men de Memorie van Toelich ting op het betreffende punt, dan zou deze het vermoeden kunnen wekken dat zulks niet het geval is. Daar wordt na melijk opgemerkt: „Omtrent het tijdstip van het in werking treden van de voor gestelde wijziging merkt de oi.dergetee- kende op dat, naar zijne meening, het streven om daaraan terugwerkende kracht te verleenen niet voldoende reke ning houdt met de practische en admini stratieve bezwaren, welke dit ongetwij feld medebrengt. Hij meent daarom niet Verder te kunnen gaan dan dien datum te stellen op 1 Januari 1928" Dus toch terugwerkende kracht? Slechts schijnbaar. Immers de vast stelling en verrekening der onderwijs kosten krachtens art. 104 der Lnger- onderwijswet zal over 1928 niet eerder kunner plaats hebben dan in den aan vang van 1930. Zelfs zal voor de meeste gemeenten over 1927 nog geen verreke ning hebben plaats gehad. Met de aangeboden regeling bly ft dus de Minister zichzelf volkomen gelijK. Toch lijkt het ons niet onmogeltfk We houden met deze mogelijkheid sterk rekening dat in de Tweede Kamer een poging zal worden gewaagd om de nieuwe regeling vanaf ren verder terug- gelegen tijdstip te doen werken. Daar tegen rijst eve .wel ernstige bedenking. Om dit te erkennen heeft men sH hts kennis te n van het verloop der verrekeningskwestie. Aanvankelijk pas te een deel der gemeenten vrijwillig den aftrek toe van het bedrag der schoolgel den, hetzij uit billijkheidsoverwegingen, hetzij omdat men oordeelde, dat dc wet het wilde. Andere gemeenten, die deze verplichting niet konden erkennen f n op weigering tot betaling stuitten, be sprongen hun naburen met een schuld vordering die bij de arresten van 1 Juni werd toegewezen. Dit had ten gevolge, dat de meeste gemeentebesturen alsnog een suppletoire vordering indienden, tegen welker beslissing zich de tegen partij thans niet meer verzette, gezien het duidelijke standpunt van den Hoo gen Raad. En nu zou, op grond van ver vroeging van den datum van in werking treding van het nieuwe ontwerp dit alles weer moeten worden tenietgedaan? Men kan het alleszins billijke van het nieuwe voorschrift volledig toegeven en toch van oordeel ziin, dat terugwerken de kracht hier te duur gekocht zou we zen. Wie streeft naar vereenvoudiging der administratie kan zich moeilik uit spreken voor het bevorderen van een dergelijken rompslomp. Daarbij is ook uit financieel oogpunt voorzichtigheid geboden, want het kan niet worden ont kend dat menige begrooting door oezen maatregel zou worden ontwricht. En ten slotte de eerbied voor de wetge ving en de rechtszekerheid zou niet worden verhoogd door een dergelijke regeling. Na de onzekerheid, die tusschen de gemeentebesturen nu al eenige jaren heerschte omtrent de verrekening van [kosten voor de buitenleerlingen en de toepassing der wettelijke voorschriften, is het noodig dat orde en rust inti eedt. Die rust wordt niet bevorderd door een al te vlot gebruik maken van het middel der terugwerkende kracht, dat zei-er in dit geval meer kwaad dan goed zou doen. Om die reden zouden wij dan ook geen vervroeging begeeren tot 1 Januari 1927. Eer de wet in het Staatsblad zou staan, zouden al heelwat gemeenten de kosten over 1927 hebben verrekend. Hier kan dan ook dezelfde argumenta tie gelden, waarmee vervroeging in liet algemeen werd bestreden. Met ongewijzigde aanneming van 's Ministers ontwerp zal een regeling zijn verkregen, die het billijkheidsgevoel bevredigt en in het belang van admini stratie 'en wetgeving de beste oplossing: biedt. BINNENLAND. OFFICiEELE BERICHTEN. ONDERSCHEIDINGEN. Bij K. B. is benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau Dr. D. A. W. H. Sloet, eere-kanunnik van het Metropolitaan - an Utrecht en pastoor te Abcoude; is aan den eerst-luitenant van het regi ment grenadiers en jagers J. N. Breunese, adjudant van den commandant der le divi sie, vergunning verleend tot het aannemen en dragen van de ordeteekenen van ridder 2e klasse in de orde van St Olaf, van Noor wegen; is aan den kapitein van den generalen staf D. van Voorst Evekink vergunning verleend tot het aannemen en dragen van de ordeteekenen vart ridder in de orde van Danneborg, van Denemarken. DEFENSIE. Bij .beschikking van den Minister van De fensie is de luitenant ter zee der 3e klasse F, R. L. Gonggrijp geplaatst bij de kazerne voor den onderzeedienst te Willemsoord, den len Mei a.s. ter beschikking gesteld: is de officier van den marinestoomvaart dienst der le klasse titulair J. A. de Veer den 15en April a.s. aan boord van Hr. Ms. „Hertog Hendrik" geplaatst HOFBERICHT. DE PRINSES NAAR HET LOO. Prinses Juliana die. na het vertrek van de Koningin naar het Loo. nog enkele dagen gelogeerd heeft bij de Koningin-Moeder, is Zaterdagavond per Staatsspoor te 6 u. 35 min van den Haag naar het Loo vertrokken, waar zij tot aan het einde der Universiteitsvacan- tie blijven zal. De Prinses reisde Ih gezelschap van haar Hofdame, barones Bentinck en van Baron Van Geen, kamerheer en particulier secreta ris van de Koningin. VRAGEN VAN KAMERLEDEN. FOSSIELEN IN GEVAAR. Het Eerste Kamerlid van der Hoeven heeft den Ministers van Onderwijs en Waterstaat gevraagd, om maatregelen té treffen, tenein de te vipden fossiele resten bij den aanleg van het Twente—Rijnkanaal behoorlijk te doen bewaren in Rijks- of (en) in gemeente musea. AMSTERDAMS VERBINDING MET DEN RIJN. Het Tweede-Kamerlid de heer Staalman heeft den minister van Waterstaat schrifte lijk gevraagd of hij kan opgeven het bedrag der onkosten van onderhoud, bezoldiging ambtenaren en beamb'en etc., benut j de watcrwegverbinding van Amster I 'dam met den Rijn, alsmede hoeveel noodig I zal zijn voor het in stand houden en de bi- diening van de thans voor dit doel bestaan de watërwcr n. bruggen en 6luizen, indien de nieuw geprojecteerde waterwegverbin- ding Amsterdam—Rijn ral komen *e fune- tionneerer. INGEZONDEN MEDEDEEUNG. Huiduitslag Wasch de aangedane plaatsen met warm water en Turolzeep; droog dan voorzichtig af en doe er wat Purol op. Herhaal dit eiken dag, zoo lang het noodig is. ANTWOORDEN VAN MINISTERS. De gemeenten voorzien in den ergslen nood nemen van maatregelen Van rijkswege ter zake van de nood- en woningtoestanden in de Noordelijke provinciën, heelt Minister de Geer het volgende medegedeeld:: Blijkens van de inspecteurs voor de werk- verschafting in de Noordelijke provincies ontvangen berichten voorzien de gemeenten waar noodig met steun van het Rijk, vol doende in den nood, die de thans gelukkig geweken buitengewoon strenge vorst heeft teweeggebracht Uogenblikkehjke maatrege len toi ruimeren steun van regeeringswege >ujn te minder geboden, nu weer gaanm normale toestanueii intreden. Het resultaat van het onderzoek, door de Vereeniging voor Volkscultuur ingesteld naar de nood- en woningtoestanden, die be staan op de Drentsche venen, is aan d€ Regeering niets bekend. Door haar eigen organen is de Hegeering echter op de hoog te van de slechte woningtoestanden, die op eenige plaatsen in de Noordelijke provin cies bestaan. Naar gelang dit mogelijk blijkt, zou naar de meening der Regeering in de bedoelde toestanden verbetering moeten worden ge bracht indien een gemeente onmachtig mocht zijn haar normaal aandeel, namelijk de helft van de kosten te dragen, zal het Rijk, voor zoover dit noodig mocht zijn, een zoo danig deel van de financieele lasten voor haar rekening nemen, als door de omstan digheden wordt gevorderd. De gemeente zal echter in allen gevalle althans ecnig recht- streeksch geldelijk belang bij de exploitatie der woningen moeten hebben. Voor vaccinatie tegen pokken. In antwoord op de schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid Kersten betref fende het aantal afgeleverde porties entstof (voor vaccinatie tegen pokken) in de twee de helft van 1927 en 1928 en het aantal verrichte inentingen over genoemde tijd perken, antwoordt de Minister van Arbeid, dat in de tweede helft van 1927 werden af geleverd 97.120 porties entstof en in de tweede helft van 1928 53.263 porties. Aan een opgave, hoeveel inentingen in de laatste jaren zijn verricht, wordt reeds gedurende eenigen tijd gearbeid. Het resul taat van dit onderzoek zal worden bekend gemaakt in de eerstvolgende verstagen en mededeelingen betreffende de volksgezond heid. FISCAAL STRAFRECHT. De Minister van Justitie, Mr. Donner, heeft Zaterdagochtend in het gebouw van het Departement van Financiën de commis sie tot herziening van het fiscaal straf recht en - strafprocesrecht geïnstalleerd en daarbij een rede uitgesproken. De voorzitter der commissie, Mr. N. C. M. A. v. d. Dries, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, beantwoordde 's Mi nisters'rede. STEDEBOUWKUNDIGE TENTOONSTELLING. IN 1930 TE UTRECHT TEGELIJK MET DE OPENING VAN DEN NIEUWEN JAAR- BZURS VLEUGEL. Een groote tentoonstelling op stedebouw kundig gebied zal in het voorjaar van 1930 te Utrecht gehouden worden. De plannen, die van de vereeniging van gemeentelijke bouwtechnische hoofdambte naren zijn uitgegaan, vonden in het bui tenland zoo veel belangstelling, dat ver schillende landen reeds belangrijke toezeg gingen deden. Voor deze expositie viel de keuze op Utrecht, omdat deze stad, dank zij vooral de Nederlandsche Jaarbeurs, over onze grenzen allengs grootere beteekenis krijgt. De tentoonstelling zal samenvallen met de opening en ingebruikneming van den nieuwen Jaarbeursvleugel. BOND VAN CHR. LEESZALEN. Men schrijft ons: Zaterdag is getracht een Bond op te rich ten van Vereenigingen voor Chr. Leeszalen en Bibliotheken in Nederland. De bedoeling is, dat door samenwerking deze vereenigingen elkander onderling steu nen en van advies dienen, alsook te ver krijgen een vast adres waarheen men zich kan wenden om advies voor nieuw op te richten Christelijke Leeszalen. Het is wel noodig dat meerdere specifiek Christelijke Leeszalen worden opgericht, op dat met name voor onze jonge menschcn niet alles ter lezing wordt voorgelegd. De lectuur, couranten en tijdschriften hebben heel veel invloed op de vorming van het opkomende geslacht en is het zaak voor ons als Christenen hierin actueel te zijn. Het bestuur van de Leeszaal Veenen- daal is in correspondentie geweest met de Christelijke Leeszaal te Vlaard u en Za terdag had de oprichtingsve lering van den Bond te Utrecht plaats. Wij hopen hiervan nog unde verslag te kunnen uitbrengen. 'Laat ons toch als Chri- tenen Ijveren In onze woningen allereer.1, doch dan ook op het publieke levensterrein voor de Christe lijke lectuur, voor Christelijke tijdschriften, voor de Christelijke pers. IN- EN UITVOERVERBODEN. TOETREDING TOT HET VERDRAG VAN GENEVE. NEDERLAND BEHOEFT OEEN VERBODEN AF TE SCHAFFEN. Ingediend is een wetsontwerp tot goedkeu ring van het verdrag met bijbehoorend pro tocol tot afschaffing van in- en uitvoerver boden en beperkingen van 8 November 1927, benevens de aanvullende overeenkomst met bijbehoorend protocol van 11 Juli 1928. In de Memorie van Toelichting wordt op gemerkt dat dit verdrag (met de daarop aansluitende overeenkomsten met betrek king tot den uitvopr van huiden en van beenderen) te beschouwen is als eerste tast baar resultaat van de bemoeiingen van den Volkenbond gericht op wat men pleegt te noemen de economische ontwapening. Door dit verdrag (dat het werk is van de economische conferentie van den Volken bond, die van 17 October tot 8 November 1927 te Genève is bijeen geweest onder voor zitterschap van den heer Colijn en waarop Nederland vertegenwoordigd was door Dr. F E. Posthuma, Dr. F. M. Wibaut en oud- minister S. de Graaff) wordt gebroken met het sinds den wereldoorlog bestaande stel sel van in- en uitvoerverboden en beperkin gen, waarvan het internationale ruilverkeer in niet geringe mate de nadeelige gevolgen ondervindt en waardoor een terugkeer naar de vrijheid van den internationalen handel wordt belet. Hoewel niet alle In- en uitvoerverboden door dit verdrag met één slag verdwijnen, mag worden vastgesteld, dat zij tot enge grenzen worden teruggebracht, terwijl in stelling van nieuwe verboden, behoudens voor bepaald omschreven gevallen, wordt onmogelijk gemaakt. De regeering is van mce.nmg dat Neder land dit verdrag behoort te bekrachtigen. Het verdrag zelf sluit volkomen aan hij de door ons lang gevoerde handelspolitiek. Ver boden of bopprkingen betreffende den in- of uitvoer als waartegen het verdrag gericht is bestaan niet in het rijk in Europa; alle momenteel van kracht zijnde verboden of beperkingen vallen onder art. 4 van het ver drag, dat bepaalde categorieën van in- en uit voerverboden van het algemeen verbod uit sluit. Er zullen dus in Nederland geen verbo den behoeven te worden afgeschaft. Uitzonderingen. Tiet verdrag gaat uit van het beginsel der reciprociteit Tusschen de Verdragstaten zul len geen in- of uitvoerverboden of -beper kingen meer bestaan: zes maanden na de inwerkingtreding zullen alle verboden en beperkingen moeten zijn afgeschaft .terwijl nieuwe, zooals gezegd, niet zullen mogen worden ingesteld. Tegenover Staten, die geen partij zijn bij het Verdrag, blijft iedere Ver dragstaat vrij verboden of beperkingen uit te vaardigen. Er zijn echter zekere verboden en beper kingen, welke mogelijk blijven met het oog op de openbare veiligheid of om redenen van zedelijken, humanitairen of anderen aard. Bovendien is bepaald, dat iedere Ver dragstaat het recht behoudt in buitenge wone. en abnormale omstandigheden ver- verhods- of beperkingsmaatregelen te tref fen teneinde de levensbelangen van het land te waarborgen. Deze uitzondering had in het voor-ontwerp een aanmerkelijk ruimere strekking; het is vooral op aandrang der Nederlandsche dele gatie geweest, dat zij tot den tegenwoordi- gen omvang is teruggebracht Naast deze uitzonderingen laat art 6 nog de mogelijkheid open voor handhaving van verboden of beperkingen. Art 6 paragraaf I spreekt van verboden of beperkingen tijdelijken aard, die in sommige landen den oorlog nog bestaan en die deze landen voorloopig nog in stand wenschen te houden Bepaald wordt, dat een Staat voor zooda nige verboden met goedvinden van de an dere Verdragstaten reserves ma? maken, echter met dien verstande, dat aan deze ver boden of beperkingen een einde zal worden gemaakt, zoodra de omstandigheden waarop zij berusten niet meer aanwezig zullen zijn. Ten slotte wordt een uitzondering gemaakt voor verboden of beperkingen, die betrek king hebben op artikelen, welker in -of uit voer voor het land zelf ernstige bezwaren zou kunnen medebrengen, terwijl de beper kende maatregel voor clen handel van an dere landen geen belangrijke nadeelen op levert. De overzeesche gewesten. Bij de beschouwing van de wenschelijk- heid om het Verdrag ook voor de overzee sche gewesten te bekrachtigen is gebleken, dat de aanvaarding van het Verdrag voor die gewesten, met name voor Nederlandsch- Indië, tot gevolg zou hebben, dat de moge: lijkheid zou worden uitgesloten door mid del van uitvoerverboden de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek tot verede ling van cultuur-gewassen voor die gewes ten te behouden. In verband hiermede is na dere overweging van de wenschelijkheid der aanvaarding van het Verdrag voor de over zeesche gewesten noodzakelijk. Holden en beendezen. In aansluiting op bovengenoemd wets- ntwerp is tevens ingediend een ontwerp tjt goedkeuring van de overeenkomst met bijbehoorend protocol met betrekking tot oen uitvoer van huiden, alsmede van de overeenkomst met bijbehoorend protocol met betrekking tot den uitvoer van beende- len van 11 Juli 1928. L)e overeenkomst met betrekking tot den uitvoer van huiden houdt in, dat van 1 Oc tober 1929 af de uitvoer van huiden en vel len aan geen enkel verbod of beperking zal mogen zijn onderworpen. Bovendien zal, buiten het statistiekrecht xan deze artike len geen uitvoerrecht of andere belasting mogen worden geheven, welke niet toepas selijk zou zijn op alle handelstransacties betreffende deze goederen in het betrokken land. De overeenkomst met betrekking tot den uitvoer van beenderen bepaalt, dat van 1 October 1929 de uitvoer van beenderen aan geen enkel verbod of beperking zal mogen zijn ondenvorpen. De regeering is van oordeel, dat deze bei de overeenkomsten een belangrijken voor uitgang beteekenen, ook al zou het de voor keur hebben verdiend, indien ook in zake de beenderen het heffen van een uitvoerrecht ware uitgesloten. CHILEENSCHE MINISTER. BEZOEKT ONS LAND. Uit Santiago wordt gemeld, dat de Chl leensche Minister van Financiën, Pablo Ra wirez, die zich op een studiereis in de Ver- eenigde Staten bevindt, ook Europa bezoe ken en alsdan ook eenige dagen in Neder land zal verblijven. RUKSWERKVERSCHAFFING. HONDERDEN WERKLOOZEN UIT DE GROOTE STEDEN NAAR DRENTE EN OVERIJSSEL. Heden zijn de werkzaamheden aan ver schillende werken in uitvoering door werk- loozen uit de groote steden hervat. Naar de Oude Vaart (Z.W. Drente) gaan 100 Rotterdammers, 100 Hagenaars en 100 Utrechtenaren; naar Rouveen 100 Hage naars; naar den Haskerveenpolder bij Heo- renveen 80 Utrechtenaren; naar de Regge (bij Almelo) 200 Rotterdammers; naar Ruur lo 80 Utrechtenaren; naar Eenerveld (bij As sen) 50 Schiedammers; 100 werkloozen ui: Dordrecht zijn al aan het werk in het WiL- teveen. Bovendien zouden nog 100 Amsterdam mers gaan naar Ommen voor de werken bij Nieuwe Burcht. Er heerscht echter een griepepidemie te Ommen, waarom op advies vanden geneeskundigen dienst, de komst van de werkloozen 14 dagen is uitgesteld De Arnhemsche werkloozen gaan aan het werk aan de Barserbeek, en 70 Zwolsche werkloozen zijn aan het werk te Herfte (bij Zwolle). Acht dagen later volgt een nieuwe ploeg. De werkloozen worden met extra treinen naar hun bestemming vervoerd. n. c. r. v. Rel sprogr annn a boek. Verschenen !s het Reisprogrammaboek >29, een uitgave van de N. C. B. V., wel ke bedoelt te geven, een korte samenvat ting van al de dit Jaar door deze vereeni ging geprojecteerde Reisplannen'. In de, ook in „Ons Reisblad" toegepaste volgorde, treft men aan: Reizen in Neder land door België en Luxemburg Duitschland Engeland Frankrijk Italië Zwitserland, alsmede naar Hon garije voor onze vele pleegouders van groote beteekenis naar Amerika enz. In derdaad voor elck wat wils. Nlet-leden kunnen het welverzorgde boek- ie hetwelk fraai Geïllustreerd is be komen tegen toezending -'an slechte 2b ct*. (voor v -endkosfen) ftnn Ce-'nal Bu reau der Nederl. Christel. Refsvereentelne. Prinsegracht 4, 's-Gravenhage (giro 11746*. Don laden wordt het gratU toegezonden. COMMISSARIS DER KONINGIN. De Commissaris der Koningin in de pro vincie Zuid-Holland bezocht gedurende de vorige week de gemeenten Gouda, Leider dorp, Alphen n. d. Rijn, Zevenhoven, Rijn- satenvoude, Leimuiden en Alkemade. TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN. In de Zaterdag te Arnhem gehouden al- geraeene vergadering van den Vrijheids bond zijn na langdurige discussie de vol gende candidatenlijsten vastgesteld: Arnhem—Nijmegen: 1. Mr. A. G. A. Rid der van Rappard; 2. Jhr. Ir. R. R. L. de Muralt; 3. Ir. C Wolterbeek; i.mevr. H. A. van Riel—Smeenge; 5. Mr. J. Iluges; \V. J. Klein Lankhorst; 7. Ed. Schürmann; 8. Joh. A. R. Bosma; 9. G. A. de Meester. Dordrecht—Middelburg: 1. Mr. G. A. Boon; 2. Jhr. R. R. L. de Muralt; 3. C. G. Roos; 4. Mr. J. Erasmus; 5. M van den Hout; 6. C. G. Hage; 7. mevr. Van Riel—Smeenge; 8. mevr. KooymanTissing; 9. F. den Hartog; 10. Ph. van Dixhoorn. 's-Gravenhage: 1. Prof. Ir. C. L. van der Bilt; 2. W. J. C Schuurman; 3. Jhr. Mr. Dr. E. A. van Berestevn; L mevr E. W. VVij- nandts Francken; 5. Jhr. Mr. Dr. \V. D. de Jong; 6. D. Hans; 7. Prof. Dr. B. D. Eerd- mans; 8. mevr. A. van Braam Houckgeest— Schroot; 9. mej. Mr. E. C van Dorp; 10. mej. Joh. Westerman. Amsterdam—Haarlem—Helder—Lelden— Zwolle: 1. Dr. I. H. J. Vos; 2. C J. van Kempen; 3. mej. Joh. Westerman; 4. Prof. Dr. B. D. Eerdmans; 5. F. M. Teenstra; 6. C. G. Roos; 7. Mr. J. Rutgers; S. E. G. Schürmann; 9. A. F. Stroink; 10. mevr. M. Boissevaln—Pijnappel; 1L P. Stapel; 12. mej. L. van Eeghen. LeeuwardenGroningenAssen: 1. Dr. S. E. B. Bierema; 2. Prof. Dr. B. D. Eerd mans; 3. Mr. R. H. Baron de Vos van Steenwijk; 4. mevr. HL A. v. Riel—Smeenge; 5. H. A. Eisma; 6. F. H. Ebels; 7. Mr. J. Huges; 8. Dr. N. Vromen; 9. Nico de Jager; 10. L. S. Hilaride*. Rotterdam—Utreoht—Tilburg—'s Herto genbosch—Maastricht: 1. Mr. H. J. Knot tenbelt; 2. E. G. Schürmann; 3. mevr. Wij- nandts Franrken— Dvserinck; 4. Prof. B D. Eerdmans; mej. E. C van Dom; al Jhr. Ir. v. Lidth de Jeude 7. C G. Roos; 8. mevr. Bi eed veld—De Waal; 9 W C, de Waard; 10. A. R. Vecnstra; 1L Dr. L H. J. Vos, 12. mej. Joh. WeaUnnan. SI! SI! Een verkiezingsleuze op *n stuivertje. Mastro Ello Campo, advocato-procurato, primo piano, secundo telephono Ziezoo, daarmee was ik vroeger aan het eind van mijn latino, beter gezegd Ita- liaansch. 'k Las het op een naambordje in Chiazzo en hoewel ik met de „piano" wel eenige moeite had, kwam ik er toch achter dat de vertaling moest luiden: Mr. E Campo, advocaat en procureur, eerste etage, tel. 2. Nu veel verder heb ik 't toen in 1 Itall- aansch niet gebracht; ik was niet zoo hu moristisch aangelegd als mijn vriend, dia hotel-bedienden allerlei dwaze vragen stelde uit een boekje: „Italiaansch op reis". Deze dagen heb ik echter weer een nieuw woord er bij geleerd. Er was verkiezing in Italië, en dat deed men daar, zooals alles, zeer practisch. Men stelde slechts één vraag: moet Mussolini blij ven, j a of neen. En dan legde men volle nadruk op j a f in 't Italiaansch overge zet zijnde si; want men veronderstelde te recht, dat een ander antwoord niet gegeven zou worden. Si, si; ziedaar weer een nieuw woord. Het klinkt wel niet zoo rondhol lig en volmondig zoo breed en gedragen als de opmarcheeren- de o's; integendeel, er ligt iets van een schril- len verkiezingsschreeuw in; maar dat is ook do bedoeling. Mussolini?? Si, si!!! 'k Heb over deze verkiezingsmethode na gedacht en ik voel er heel 3l voor. Het kan natuurlijk op verschillende wij zen geschieden, zoo mondeling als schrifte lijk. Doet men het mondeling, dan is het ge heim der stemming net zoo goed gewaarborgd als wanneer men iemand op het tafellaken, dat stembiljet heet. ziet zoeken naar het hokje, waarin zijn candidaat ziL En laat men schriftelijk stemmen, bv. door een druk op e:n knop, dan ziet men pas het enorme voordeel. Let op 3 Juli a.s. maar eens op. Mannen kunnen uit den aard der zaak geen lakens opvouwen en staan er stuntelig mee te wurmen. Doch ook vrouwen, die de slag anders wél te pakken hebben, zien nu met een smeekende blik naar het stembureau of mogelijk één der heeren het laken -ven bij de hoeken wil pakken. En zeg nu niet, dat we hier breede verkie zingsprograms hebben en dus met j a of neen niet kunnen volstaan. O lijkt wel zoo, maar ten slotte lost zich all toch in één kreet op; belichaamd in één persoon. Zoo was het in 1905. Dr. Kuyper was geen dictator en schreef het dus niet vóór; maar heel de linkerzijde hr^cuwde het uit: Kuyper?? Néén!! In 1925 had men dex methode reeds heter aangeleerd en geformuleerd. Want toen gilde men: Colijn verdwijn Nou, en waarom zouden wii dan nu niet mogen roepen: Colijn verschijn 1 Si! INGEZONDEN T EDEDEELING. Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pof Sprutol. Bij alle Drogisten. TWEEDE KAMER. DE RIJKE AGENDA. In dc vergadering der Tweede Kamer op Dinsdag 16 April e.k. te één uur is aan de orde: Trekking der Afdeelingen en regeling van werkzaamheden. De voorzitter zal aan de Kamer voorstel len: a. in deze vergadering een aanvang te ma ken met de beraadslaging o.a. over de vol gende onderwerpen: Wetsontwerp herziening van de financieel® verhouding tusschen het Rijk en de Gemeen ten en wijziging van eenige bepalingen der Gemeentewet Wetsontwerp wijziging van de bepalingen der Lager Onderwijswet 1921 betreffende het schoolgeld. Wetsontwerpen nadere voorzieningen ba- treffende de voorwaardelijke veroordecling en do voorwaardelijke invrijheidstelling; nadere voorzieningen betreffende de tenuit voerlegging van gevangenisstraf; nadere voorzieningen betreffende beroeps- en ge woontemisdadigers. Wetsontwerp wijziging der bepalingen om trent de ouderlijke macht en de voogdij en omtrent ontzetting uit en herstel in de ouderlijke macht en de voogdij. Wetsontwerpen wijziging der Ouderdoms wet 1919; Wijziging der wet op de Rijks verzekeringsbank. Wetsontwerp wijziging van de wet van den 30sten Juli 1926, tot uitvoering van art. 4, eerste lid, der Ouderdomswet 1919 enz. b. De eindstemming over het wetsontwerp tot wijziging der Ziektewet te doen plaats hebben op Woensdag 17 April a.s. bij den aanvang der vergadering. Voorts behoudt de voorzitter zich voor een voorstel om deze lijst aan te vullen, hetzij door invoeging of toevoeging met eenige an dere ontwerpen, waaronder: het voorstel van wet van den heer van den Heuvel c.s. tot het verleenen van tijde lijken steun aan de beetwortelsuikerindus trie hier te lande; de wetsontwerpen tot wijziging van de be grooting van inkomsten en uitgaven van het Zuiderzeefonds voor 1028 (verschillende on derwerpen); verhooging vnn het IXde hoofd stuk der Staatsbccrooting voor 1928 (verhoo ging uitkeering Zuiderzeefonds); het wetsontwerp hci-moting van Inkomsten 1 uitgaven van h Wegenfonds voor 1929; de wetsontwerp -rooting van het Zul- derzeefonds voor wijziging van het He hoofdstuk der Rij) rooting voor 1929 (uit keering Zuiderzee!: :ds); indien die ontwerpen inmiddels voor open bare behandeling gereed mochten komen. REIZEN IN BELGIE. annlaidinir van verschillende vra gen h «fopde e hericht in ons hl-d over „Reizen in België", rleelen wij mede. dat het adres van de Touring Centrale Is: Wljn- lhA*®n 87, Rotterdam, TeL 52039 33038.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 1