ZONDAGSBLAD
m
m
m
a
mm
m
i*
m
rm
i
m
m
m
ht
m
m
M
i
W}
i*>
§f: i
•a
i
IS
pp
«1
H
Mi f" i
SS
O
I
iü
i
i
j
II
li
jij
O
a
K
I SCHAAKRUBRIEK.
Mi
Ét
V
a
fi
Hl
IB
PI
i
S
Br. 8$
a m
Si
IP
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
112
a
Redacteur: W. J. H. CARON, Haarlemmsrmeerstraat 168, Amsterdam-W.
Men wordt verzocht correspondentie over deze rubriek aan bovenst.and adres te richten
RUILEN ZONDER TE HUILEN.
Prcblcem No. 165.
Van: H. W. BETTMANN.
■sm
mm
schijnt, niet meer goed "gemaakt kan worden. De
juiste zet is 5Lc6.
6. e2-e3 Lf8-cf>
7. e3Xd4 PcGXd4
Na 7I-dtj zou wit door 8. Le2, Le5: 9. Dd8f,
Kd8 10. Per»:, Te5: met betere positie het eindspel
ingaan. Toch zcu deze variant de voorkeur verdienen
bover. de door zwart gekozen speelwijze.
8. I.cl—e.3 Lc8—g4
9. Lfle2 Pd4Xf3f
10. g2Xf3 Lc5Xe3
11. DdlXdf Ta8*d8
12. f2Xe3 Lg4—e6
Beter 12Ld7 en later Lc6.
Stand na 12Lgie6.
Wit begint en geelt mat in twee zetten.
Wit (10): K(3, Dg5, Tf6, Ld4, Lhl, Pa5, Pe8, pi.c3,
12, g3.
7avnrt '8): Kd5, De5, Pa8, pi.c7, dB, f7, li", li5.
Probleem No. 166.
Van: K. M. GRIGORIEFF.
m
w
A
mm
SS
SS
Wit begint en geeft in twee zetten mat.
Wit (8Kei, l)g4. Tel, Tf3, I.f2, Pc3, Pe4, pi.a2, a3.
Zwart (5): Kc4, De5, Pc7, Pe7, pi.b4.
Men wordt verzocht de oplossing(en) binnen acht
dagen in te zenden.
Oplossing van probleem No. 163.
Van: A. G. STUBBS.
Wit (7): Kg4, Dc4, TdB, Th7, PhB, pi.c7, e5.
Zwart (8): Ke7. De8, Th8, Lf8, Pg7, pi.c5, d7, f7.
Mat in twee zetten.
BleutoUet: Dc4—14.
Oplossing van probleem No. 164.
Van: F. HEALEY.
Wit (7) Kgfi, Dg8, Tc2, Te6, Lh3, Pe2, Pe8.
Zwar* (7): Kd5. Tb4, Lb8, Lc4, PaB, Pa7, pi.c?.
Mat in twee zetten.
81cutelzet: Kgfi—f4!
DU probleem eischte enkele slachtoffers:
Gocdo oplossingen werden ingezonden door: K. Bo-
Weblijk (103) Rotterdam; J. Dolleman (163) Boskoop;
L. Mol (103 en 164) I-oosduinen; II. T. Nieuwhuis
(163) Amersfoort; M. Opbroek (103) Den Haag; F.
Postenin (103) Amsterdam; P. Vprmeer (163 en 164)
Zootermeer; A Glerum (164), Rotterdam; H. C. J
Spier (163 en 161), Den Harg; T. V:<b-t-r (161),
Honsolersdijk.
CORRESPONDENTIE
H. T. N. to A. Het slot der clndspeloplossing was
tiiet geheel In orde. Hebt u de aiiteursoploHsing er
nog nies vergeleken? Uw kaart was r-;<l tijd..
ALBIN'S TEGENGAMBIET.
Gespeeld in een tweekamp te Hannover, Fehr. *29.
Noten van den zwart spel er.
Wit; Aliues.
1. d? -dl
2. et—*4
Over do theoretische
gambiet is het laatste \v
(UXrf
Zwart: Mie»
d7dó
og niet gc.s|
d5— dl
Pb8-rR
4. Pgl-f3
f» n2-«3
i klei» e openings/out, die echter, naar het
13. Pbl—c3 Pg8c7
14. Pc3b5 Pe7-f5
Op deze riskante combinatie had zwart beter niet
kunnen ingaan. Beter is den pion niet Kd7 dekken.
15. Pb5Xc?f Ke8d7
16. Pc7Xe6 Kd7Xe6
17. Kei-f2 Td8-d2
Op 17Ke5: volgt 18. Thdl en wit blijft in
hot bezit der d-lijn.
18. Thl—di ThS—d8
19. f3-fl g7g5
20. - b2bl! g5Xf4
21. e3Xfl Td2—d4
22. Le2-f3!
Wit kiest den eenig julsten zet. Na 22. Td4:, Td4:
23. Kf3, Plilf 24. Kg3, Pf5t enz. zou bet eindspel re
misc wonlen. Wanneer de witte koning, om het
schaak van het paard te ontgaan zich naar g4 be
geeft, dan volgt Pg6 met de dubbele dreiging Tf4:f
en Pe5:f.
22. Td4—d2t
Zwart heeft niet betei
23. Kf2ei Td2Xdl+
24. TalXdl Td8Xdlf
25. KelXdl Pf5—e3f
Het is den zwartspeler gelukt, in dit hopelooze
eindspel zijn tegenstander nog verschillende practi-
sche moeilijkheden in den weg te leggen. Bij niet ge
heel correct spel van den kant van wit zou de partij
licht reihise kunnen worden.
26. Kdle2 Pe3Xc4
27. LfSXbT Ke6f5
28. Ke2-f3 Peld2+
21). Kf3g3 Pd2—fH
30. Kg3—(2 a5Xb4
Stand na 30. a5Xb4.
WÊ.
X
my* f®
-ii y
jffi
HSÉ?
Ook na 31I'd2
verloren.
32. Kf2 g2
33. Kg2Xh2
Kf5Xf4
Kfixeö
Kc5—dl
Kdlc5
f7—f5
h7—h5
toeft het op. Na
33. f4 volgt 39. Kh5: 13 40. Lil enz.
De lente is in 't land en toch zeker ook in uw hoofd
i buis? En dat betcekent natuurlijk dat uit allerlei
•rborgen hoeken en kasten en laden bons en plaat-
s tev. orschijn zijn gekomen. Ze wekten zeker direct
bij u de ruillust op. Mocht dit niet het geval zijn dan
zuudt u het als gavo kunnen zenden nun ons ruil-
want dan kunnen we er weer één of andere
ace verblijden die zco gelukkig is met wat
mooie plaatjes om zijn of haar album mee te vullen.
Dus strijkt uw- hand eens over uw harL Misschien
dat het lcntczcnnetje u mild stemt en dankbaar. We
zullen eens zien wat het blijde voorjaar uitwerkt
('k lloop niet dat het Zaterdag weer koud is. Best
kans voor in ons landje van mist en regen).
Deze week hebben we nog niet veel resultaten van
de schoonmaak bemerkt maar eer de schoolvacantie
is zullen we het toch wel ondervonden hebben
met opruimen soms heel wat verborgen schatten
de schoonmaak tevoorschijn zijn gekomen. En de
kinderen helpen moeder toch zeker? Vooral uls de
speclguedkant aan de beurt is zal menig meisje ccn
handje uitsteken?
Nu zullen we maar weer voor Je zooveelsto maal
i regels en voorwaarden noemen omdut er nog al
tijd zijn die er één over 't hoofd zien.
Hel is aan ons bureau mogelijk VERSCHIL*
LENDE SOORTEN bons en plaatjes tegen eiknur in
te ruilen.
2e. Niet alles kunnen we in ons fonds opnemen,
doch alleen d i e bons en plaatjes welke in ons aan-
xl en aanvraag genoemd worden.
3e. Wat we bij ontvangst van uw aanvraag niet
i voorraad hebben, wordt genoteerd en zoo spoedig
mogelijk gezonden.
4e- Kwatta-soldaatjes en Sickesz-wapens opgeplakt
nzenden.
5e. Vuile en beschadigde plaatjes worden door
>ns vernietigd en gelden niet.
Ge. Het verdient aanbeveling naam en adres steeds
duidelijk op de enveloppe te vermelden opdat iiw
zending bij onvoldoende frankeering niet zoek raakt,
int met strafport bezwaarde stukken worden ge-
'tgerd.
Te. Brieven moeten vergezeld gaan van 15 CTS.
aan postzegels, zullen zij voor beantwoording in aan
merking komen.
8e. Het staat aan ons de waarde te bepalen van
wat U zendt. U zendt wat U kwijl wilt en vraagt wat
U wenscht .maar moet aan ons de hoeveelheid ovep-
late
9e. Zij die ons speciale nummers van de Klaver
blad. Bloemen en Vogclalbum vragen, zenden we zoo
veel mogelijk het gevraagde. Vooi de nummers die
we niet voorradig hebben sturen we andere exem
plaren die in te ruilen -.ijn bij: De directie der
Reclameafdeellng van de Klaverblad Karnemclkzeep-
fahriek. Spaarwouderstraat 11. Haarlem.
10e. De vetgedrukte namen in onze aanvraag zijn
van d i e bons en plaatjes waar veel aanvragen van
liggen, waar dus h!1 voorkeur niet om gevraagd moet
worden en waar we veel van kunnen gebruiken.
Deze week bieden we aan:
Hille-bons, plaatjes van de Verkade's-albums; Lente,
Zomer. Herfst. Winter, Blonde Duinen, Bosch en
Heide, Bonte Wei, Naardcrmecr, Langs de Zuiderzee,
De Vecht, De IJssel, Friesland, Mijn Aquarium. De
Bloemen in onzen Tuin. Texel, Sickeszwapens, Kla
verblad. Bloemen- en Vogelplaatjes, Kamerplanten-
bons en plaatjes, Hollandplaatjes en Sunlight- en
Vimcartons.
Gevraagd worden deze week:
Erdai-Pelikancn.
Bussink „Mijn lnnd"-plaatjes, Drostehons, v Delft's
Vogelplautjcs, v. Houtenbons en Kwatta soldaat icr.
Laat vooral iemand eens wat Bussink's plaatjes en
Erdal-Pelikanon sturen. Of wil niemand die missen??
CORRESPONDENTIE:
C. G. te Rotterdam. Uw zending was maar 150/5
of 30 bons waard.
J. S. te Heemstede. Behalve de gevraagde N.m.-
plaatjes zijn er nog 23 v. Delft's plaatjes voor u ge
noteerd.
Xarietjs v. d. K. tc Dordrecht. Je krijgt er 165.
A. de G. te Kralingschcveer. De Texelbons zijn zoo-
ais er ook op staat, na 1 Januari "29 ongeldig. 't Is
erg jammer voor u. Bij uw volgende zending behoeft
u geen porto in te sluiten in verband met deze teleur
stelling.
J. H. te Goudswaard, 'k Had uw zending in de cor
respondentie al verantwoord maar wil het gaarne
nóg eens doen en er u hij melden dat slechts 1 per
soon u voor is en dan u w aanvraag van 67 stuks aan
de beurt Is. Neg even geduld dus!
F. J. N. te Zeist. Daar kunt u voor zenden b.v. 2
Sunlight (of Vims) cartons; 4 Klaverblad Knrnemelk-
zecpplaatjes óf 3 Kamerplantenbons óf 2 Droste ver
pleegstcrcacaobons.
W L. ta Dricbcrgon. De gevraagde nummers zijn
genoteerd.
E. S te Herkingon. Zie art. 2. Voor die Duifplnatjes
kun ie niets kriigen.
J. H. te Oud-Alblas. U kunt 'r 25 stuks voor krij
gen na eerst aan art. 7 te hebben v. ldann.
J. v. D. te Maasland. U krijgt er h.g. 60 voor.
G. K. te MMnshccienlnnd. Mevr. B. te Neuzen en
Mevr. N. te Mitnvheerenland. Uw aanvraag is geno
teerd. Even geduld u.u.b.t
Mevr. B. te Nemen. Voor 50 KI. Kam. plantjes zijn
30 „Kamerplanten" noodig. Ook blauwe soldaatjes
ziin geldig alleen géén kwaliteitsmerken,
J. B. te Schiedam. Voor 80 D. bons kunt u 128 K.p.
kriieen.
W. ten H. te Rotterdam. U zond 10 ct. porto te
weinig
L. v. d. W. te Dordrecht. Uw verwachting is verre
overtroffen vindt u niet?
Voor dit keep genoeg. De meeste aanvragen V*Men
we direct voldoen gelukkig.
Ons adres Is;
0N8 RUILBUREAU, SOEf>i.
(5 APTïlL
Mo 14 - JAARGANG 19?9.
DAT ER GEEN OPSTANDING IS.
Handelingen 23 8.
De opstanding van Jezus is de machtige gebeurte
nis die in de prediking der apostelen voorop staat.
Eerst onder Israël, waar de opstanding der dooden
geen vreemde leer is maar behoort tot het geloof
(lat hun van de vaderen overgeleverd is. Hier vait
de nadruk er op, dat Jezus is opgestaan, dat in hem
de belofte van overwinning op den dood is vervuld.
Maar ook tegenover de heidenen, die niet aan een
opstanding gelooven vermijden zij niet dit feit te
prediken. In Athene willen ze Paulus juist hooren
over de „nieuwe leer" die hij schijnt te prediken
naar aanleiding van zijn verkondiging van Jezus en
de opstanding (Hand. 17 18).
In Peulus' verantwoording voor den Joodschen
raai to Jeruzalem en voor de Romeinsche stadhou
ders en voor koning Agrippa te Cesarea staat ook de
opstanding van Jezus in het middelpunt.
Die verantwoording voor den Joodschen raad liep
op niets uit. Bij het eerste woord, dat Paulus sprak,
beval de hoogcpricster degenen die bij hem stonden,
dat ze hem op den mond zouden slaan.
Van zulk een rechter was geen récht te verwachten.
En daarom vervolgt hij later: „Mannen broeders, ik
ben een Farizeër, eens Farizeërs zoon; ik word
over de hoop en de opstanding der dooden geoor
deeld" (vs. 6)1 Zoo wa9 het metterdaad: want aa:i
Christus' opstanding hangt de hoop en de opstanding
der dooden.
Door het zoo algemeen uit te drukken brengt hij
den Joodschen raad in verwarring. Het was juist
zijn oogmerk partij te trekken van de verdeeldheid
tusschen de Farizeün en dc Sadduceën in den raad
en in zijn verantwoording bij de eersten tegenover
de laab-ten zich aan te sluiten.
Met dat woord had hij evenwel de twistappel in
het perk geworpen. En opeens ontstond er groot
rumoer tusschen de twee partijen in den raad, zoo
dat ze een oogcnbllk den gedaagde geheel en a
vergaten.
Deze list van Paulus en haar uitwerking ls oj'
zichzelve niet onvermakelijk. Maar toch geeft hoi
eon drofl beeld van de gesteldheid van Israels hoog
ste rechtbank in die dagen, te lezen dat zelfs een
zoo vaststaande waarheid als de opstanding der doo
den hier bestreden kon en verdedigd moest worden.
Voor wie do Evangelie-verhalen gelezen heeft is
dit geen nieuws. Want daaruit is al bekend, dat Je
Sadduceën zeggen, dat er geen opstanding is (Lucas
20 27).
Bij Jezus' veroordeeling kon dit niet in aanmerking
komen. Vooreerst was hier juist de moeilijkheid, dat
Jezus zelf Lazarus uit de dooden had opgewekt, er
dit kon men bezwaarlijk weerspreken. En ook: tegen
over Jezus zelf ging het om zijn belijdenis, dat hij
was de Christus, de Zone Gods.
Maar na zijn opstanding, die het zegel op deze zijn
belijdenis heeft gedrukt, wordt juist Jezus' opstan
ding het feit, waar do Joden niet aan willen.
Dit laatste bracht voor de Sadduceën geen moeilijk
heid: zij loochenden kortweg de opstanding der doo
den. Maar dit ging den Farizeën weer veel te ve:
Zjj hielden vast aan dc opstanding ten laatsten dag'
Alleen dat Jezus was opgestaan, bestreden zij evenals
de Sadduceën.
Toch, was het niet een vreeslijk verschijnsel, d;
er in Israëls hoogste regeer- en rechtscollege zoo
velen werden gevonden, die een zoo eenvoudige open-
barings-woarhoid ais de opstanding der dooden kort
weg loochenden? En niet alleen de opstanding der
dooden, maar ook het bestaan van engelen en gees
ten! Zoodat ze zelfs met het geloof aan ccn leven
na dit leven hadden gebroken.
En dat in den Joodschen raad, die vooral taal;
had op te treden tegen die zonden, waarbij een
mensch Gods heiligheden had aangerand, en Gods
recht had geschonden. Dc Joodsche raad, die in dc
allerhoogste dingen uitspraak moest doen.
Hier is te bemerken de invloed van de heidensche
vens- en wereldbeschouwing. De Schrift wordt nog
i naam voor het Woord van God erkend. Maar met
de waarheid Gods in dat Woord geopenbaard hebben
gebroken.
In dat opzicht stonden de Farizeën dan toch nog
dichter bij dc waarheid dan zij. Bij veel afwijking
werd daar toch nog aan de grondwaarheden
Israëls godsdienst vastgehouden. De levenspraktijk
er wel niet naar, maar de leer werd toch nog
op de hoofdpunten gehandhaafd.
Maar bij de Sadduceën had de geest der wereld
heel de levensbeschouwing gewijzigd. Het is zoo, in
hun houding was niet de inconsequentie, die Je
Farizeën tot geveinsden maakte. Maar al was er In
hun leer en leven meer onderlinge overeenstemming,
het vreeselijke was, dat de afwijking in de levens
praktijk zich ook had overgeplant op de levens
beschouwing.
Het doet u als Christen, als geloovlgo dan ook
koud worden zoo ge het u indenkt. Evenals het een
vromen Jood nu nog met huivering en afkeer ver
vult, te denken dat cr onder zijn volk zijn, die zeg
gen dat er geen opstanding is, noch engel, noch geest.
Want hiermede is weggenomen een van de krach
tigste hefboomen voor ons geestelijk leven. Indien
cr geen opstanding is noch zelfs een leven na dit
leven, dan is met den dood ook alles uit.
Dan is er geen kwaad meer te vreezen noch goed
leer te hopen. Dan is er geen troost voor de mis-
deelden, de miskenden, de verongelijkten. Dan is er
geen herstel van het evenwicht dat zoo benauwend
verstoord is in het leven zooals wij dat kennen.
Dan is er geen eeuwige rampzaligheid. Maar ook
geen eeuwige gelukzaligheid in de gemeenschap met
God.
i voor dc praktijk des levens blijft dan ook alleen
de gevolgtrekking: Laat ons eten en drinken, want
morgen sterven wij.
Het vreesclijkste was wel, dat dit ongeloof werd
gevonden vooral onder de priesters van het Joodsche
volk, die hun afkomst nog wisten af te leiden van
Aaron, en die daarmede de aristocratie onder het
Joodsche volk vormden.
Andere Joden konden zijn heidenen, die zich be
keerd hadden en door dc besnijdenis in Israël waren
ingelijfd, en hun nakomelingen. Maar tot de priester»
konden alleen behooren wier afstamming van A&ron
vaststond.
En dat nu juist in deze toonaangevende kringen
de wereldzin en met den wereldzin de heidensche
opvatting van: geen opstanding, noch engel, noc!»
geest, was ingedrongen, dat was meer dan erg.
Zelfs in deze kringen geen religie meer, maar heiden
sche philosophie, met een religieuze tint gcdcktl
Hier was de ontaarding wel het verst gevorderd.
Ditzelfde verschijnsel nu ziet ge in later tijden lich
herhalen in den kring van het Christendom.
Reeds Paulus had er tegen te waarschuwen in de
gemeente van Corinthe. En daarna deed zich hot
verschijnsel gedurig weer voor in de Christelijks
Kerk, dat heidensche denkbeelden het Christelijk
geloof verdrongen.
Niet in de kringen van degenen, wier strijd orn
het bestaan zwaar en hard is. Neen, daar grijpt mon
nog naar den ecnigen troost in het leven en sterven.
Daar heeft het geloof aan een beter leven na dit
leven nog zijn bekoring.
Maar juist in die kringen, die in aanraking konten
met het wcreldsche denken, die kringen, die liet
geloof der eenvoudigen oghartig verachten, dis
kringen, die zich verheven wanen boven het geloof
aan de opstanding en een leven na dit leven.
Voor onzen tijd bleef het bewaard om de looche
ning van deze dingen ook in de lagere kringen van
de zwoegers en de tobbers te propageeren, te spotten
met het wissel-trekken op de eeuwigheid, het geluk
tot het aardschc leven te beperken, en ze zoo ook
nog te berooven van den eenigen troost die er vooc
de cllendigcn overblijft.
TOCH NOG.
Wanneer de stormen klagend loeien.
En 't in mijn harte duister is,
Dan zal ik bidden, en vertrouwen,
Dat Jezus toch nog bij mij ls.
Wanneer de pijn'gcnde verzoeking
Mijn ziel met sombre wanhoop vult.
Dan zal ik bidden, en gelooven,
Dat Jezus delgde al mijn schuld.
Wanneer 't grijnzend ontevree-zljn
Mij innerlijk geheel verscheurt,
Dan zal ik bidden, en 't weten:
Hij geeft gena, wie 't heeft verbeni>
Wanneer 't doodend ongeloovcn
Diep in mij alle hoop verstijft,
Dan zal ik toch nog hopend weten,
Dat Jezus' Liefdo eouwig blijft.
P. v. ZOELIiN.