VRIJDAG 5 APRIL 1929 GEWESTELIJK PLAN VOOR WESTELIJK ZUID-HOLLAND. HET VERZAMELDE MATERIAAL. in.*) Grenzen bevolkthsid. Het gebied, waarover de onderzoekingen lich hebben uitgestrekt, wordt begrensd: noordwaarts door de Ncord-Hollandsche grens, westelijk door de Noordzee, oostelijk vallen Gouda en Gorinchem er neg onder i naar het zuiden loopt het gebied door it in <te Zuid-TIollandsche eilanden. Dit oppervlak (1898 K.M2.) beslaat 5% pet. der oppervlakte van ons vader and. Op deza 5s/3 pet. woont 23 pet. der totale Nederland- :he bevolking. Op 1 Januari 1S40 bedroeg de bevolking voo 't bebouwde gedeelte van Zuid-Holland, waarin een belangrijk en dun bevolkt agra risch gebied is opgenomen, 448.000. Op 1 Jan. 1927 woonden er 1.736.000 menschon, d. i.'96 pet. van de gcheelc bevolking van Zuid-Holland en 23 bet. van de bevolking van Nederland. Op 5 ft pet der oppervlakte tan ons land woont dus 23 pet van de z.g.n. geheele bevolking. De bevolkingsdichtheid nam toe van 224 lot 900 per K.M2.; het kerngebied, het gebied in groote trekken, waardoor als middenlijn loopt de spoorweg van Haarlem over Den Haag naar Rotterdam, heeft zelfs een be volkingsdichtheid van 1657 per K.M2. Dit cijfer a's neg grooter dab dat van hel centrum van het Roergebied, n.l. het eigen lijke kolendistric*;, in 1920. Dat was toen 1596. Het verschil tusschen de dichtheid in hot kerngebied en de rest der provincie is, naar uit een grafiek blijkt, na 1830 zeer sterk toe genomen en wordt nog voortdurend grooter. Torwij 1 de bevolking van het agrarische gebied in Zuid-Holland ongeveer gelijk blijft en in enkele gemeenten zelfs daalt, stijgt het aantal inwoners in de groote gemeenten en in de gemeenten, die in de nabijheid van groote gemeenten liggen, snel. Na 1S70 is de sterkste evolutie gekomen Thans is de bevolkingsdichtheid van het kerngebied 2% maal zoo groot als die van Zuid-Holland en 7 maal zoo groot als die .van Nederland. Staatkundige indeeling. Twee kaarten geven de wijeigingen te tien, in den loop van 80 jaren gekomen in de staatkundige indeeling. Opvallend zijn de veelvuldige en ingrijpende wijzigingen in de gemeentegrenzen. Rotterdam absorbeerde Kralingen, Delfs- haven, Katendrecht en Charlois; in Den Haag werd naast deelen van andere ge meenten Loosduincn opgelost; bij Delft ver dwenen Hof van Delft en Vrijenban. Rij Lei den. in 1851 nog tusschen de oude vesting wallen ingeklemd, werden op zeer beschei den schaal, deelen van aangrenzende ge neentcn gevoegd. Talrijke gemeenten ver venen geheel, b.v. Nieuwland en Oud en ieuw Mathenes bij Schiedam; Groeneveld, Maartensregt, Zouteveen, Alckersdijk en Ah'srcgt in de omgeving van De'-ft. Riisoord, Kijfhoek. Kleine Lindt, Groote Lindt, Sande li n gen ambacht, Heer Öudelandsambacht en Meerdcrvoor'. alle in de huurt van Zwijn drecht; De Mijl en Wieldrccht bij Dordrecht. 1 Meer naar het Noorden Hoogeveen, Alphen is samengesmolten met Oudshoorn en Aar- laaterveen. Op de eilanden verdwenen Na- ters, Biert en Oud en Nieuw Struiken. Ondanks allertei wijzigingen kan echter l»iet gezegd worden, dat do grensindecliug thans rationeel is. Loop der bevolking. Een belangrijk gedeelte der kaarten heeft betrekking op de demografische ontwikke ling van het gewest. Vier geven een alge- mrenen blik op de ontwikkel«r& van de ver- enreiding van de bevolking, t.w. in 1840, 1870, 1900 en 1926. De dichtheid is aangegeven in kleuren, die donkerder zijn naarmate de dieh'heid grooter is en zoo springt onmiddellijk in het oog hoe het gewest zich demografisch heeft ontwikkeld. Zoo blijkt den beschouwer, dat de toeneming het grootst is in het tuin bouw- en bojlengebied en in en om de groo te en middelbare steden; hel kleinste is zij in het agrarische gebied. Van hot typische verschijnsel der relatie ve opeen hooping der bevolking in de groote 6'.edon levert b.v. Den Haag een voorbee'd. Da*>r nam de dichthpid der bevolking van 1846 tot 1870 tce van 32.30 tot 75.05. En niet tegenstaande de samensmelting met het landelijk gebied van Loosduinen, waardoor de oppervlakte met 3090 IT.A. toenam, was het ci'fer in 1926 reeds weer 60,21, dus bijna dubbel zoo groot als in 1840. Een zeer merkwaardig beeld geven de buitengemeenten om de groote sleden. De ze toornen veelal reeds in de 19e eeuw een zeer ge'eidelijke toeneming, maar alle laten daarna een uiterst snelleu groei zien Zoo zijn de cijfers der bevolkingsdichtheid van Het tweede stuk stond in ons blad J.l. Woensdag. Rijswijk 1,00 in 1840. 1.37 in 1870, 1.62 in 1900 en 6,72 in 1926; Voorburg resp. 2,72, 3,12, 4,SI en 19,94, Hillegersberg resp. 1,04, 1,30, 3,34 en 6,19, Overschie resp. 1,28, 1,63, 2,28 en 3.SÜ en Oegstgeest resp. 1.14, 1,32, 1,98 en 3,70. Tot zekere hoogte onafhankelijk van de groote steden was ook de relatieve beteeke nis van de tuinbouwcentra. Zoo die van Lisse van 0,71 via 1,22 en 2,44 tot 4,55. Mon ster van 1,92 via 2,44 en 3,18 tot 5,79 en Naaldwijk van 1,09 via 1 33 en 1,66 tot 3,83. Een geheel ander beeld vertoonen zuiver agrarische gemeenten-. Daar ziet men een eeer geringe stijging der bevolkingsdichr- heid: soms zelfs perioden vain stilsland of achteruitgang. Zoo zijn b.v. de cijfers voor 1S40, 1870, 1900 en 1926 voor: Moerkapelle 0.72, 0,84, 0,83, 1,02, Bleiswijk 0 59, 0,68, 0,73, 0,94, Nieuwenhoven 0.53, 0,71, 0,91. 0,84, Mijnsheerenland 0.64, 0,80, 0.63, 0 SS. Bij de beschouwing dezer gegevens moet natuurlijk met de grenswijzigingen rekening worden gehouden. Op een andere kaart is van elke gemeente de relatieve toeneming van het aantal in wociers voorgesteld voor de perioden 1840- 1870—1900—1926. Twee verschijnselen zijn hierop zeer duidelijk waar te nemen. In de eerste plaats, dat voor de meeste gemeenten de bevolkingstoeneming in de eerste 26 jaar van onze eeuw aanmerkelijk grooter is daai in de beide voorafgaandr perioden en dan do verhoudingsgewijze toe nemende beteekenis van de gemeenten rond om de groote steden cn van verscheiden gemeenten in de tuin/bouwcentra. Terwijl de bevolkingsaanwas van het ge hcele gewest belangrijk sneller ging dan die van geheel Nederland, is dat lang niet het geval met alle gemeenten van het gewest, gelijk weer een andere kaart aantoont. In nagenoeg de geheele kustzone, met in'begrip van het Westland en de streek tusschen De.n Haag en Rotterdam, alsmede de verdere omgeving van Rotterdam, is de relatieve bevolkingsvermeerdering sneller gegaan dan die van Nederland. Het snelst i§ de aanwas in Noordwijker- hout (4- 78 pet.). Wassenaar 80 pcL), Veur (4- 71 pet.), Voorburg (4- 110 pet.), Rijswijk 125 pet.), Pijnacker 40 pet), Berkel 43 pet), Schiebroek 145 pet Hil'.egersberg L 140 pet.), Poortugaal 8i pet.). De grootste negatieve afwijking vertoo nen Zwarter.vaal 4S pet.), Geervliet (—49 pet.) en voorts Brielle 40 pet.) en Helle voetsluis 61 pet.). Hetzelfde beeld vertoont een kaart, waar op de procentueele toeneming van het in wonertal in onze eeuw is aangegeven Aan de spits staat hier Rijswijk met een toeneming van 275.2 pet. en verder val ten op Schiebroek (254 pet.). Voorburg (201 pet.), Wassenaar (158.4 pet.), Noordwiikerhoul (154.7 pet.), Sassenheim (121 pet), Hille gersberg (117 pet.). Een afneming geven te zien Brielle, Helle- voetsluis, Zwartewaal, Geervliet, Simon6ha- vem en Heerjansdam. Een stippenkaart bewijst hoe de zooge naamde lintbebouwing in de plaats van komvorming is petreden. Langs alte voorna me wegen, vooral waar die wegen langs wateren loopen, valt ze te constateeren langs den Rijn, de Hollandsehe IJs3cl. de Nieuwe Maas en de I.ek, maar ook langs de hoofdwegen in het Westland en de bollen streek. Bewoonde oorden 17951020. Een schematische kaart, waarop de abso lute grootte der bewoonde oorden of bewo ningen langs dijken en wegen met meer dan 2000 zielen is weergegeven en wel de ont wikkeling van deze „bewoonde oorden" van 1795 tot 1920, doet zien van welk een relatief overwegende beteekenis de groote steden zijn, alsook haar toeneming, vooral in d*> laatste periode. Heel sterk spreekt dat voor al in 1880—1920 tal van plaatsen in de om geving der groote steden op de kaart ver schijnen, omdat zij een kom met meer dan 2000 inwoners verkrijgen. Rotterdam, Den Haag en Leiden worden omgeven door een krans van satellieten. Behalve door kaarten met vergelijkende kleuren is de toeneming der bevolking in verschillende gemeenten van het gewest ge demons! reeru door graphieken. Vergelijkt men b.v. de graphiek van Den Haag met die van Rotterdam, dan krijgt mei» een zeer markant verschil. De bevolking* toeneming van de residentie is vrij stabiel, die van Rotterdam vertoont veel meer spron gen. De oorzaak is vermoedelijk, dat Den Haag a's woonstad meer constante toe vloeiing van bevolking heeft dan Rotterdam, waar de toeneming meer direct samenhangt met den economischen toestand. Ook het verschil tusschen de groote ste den en de omliggende gemeenten verdient de aandacht De groei van Voorburg, Rijs wijk en Wassenaar ep zelfs van Veur is be langrijker dan die van Den Haag. Een andere graphiek geeft het vestigings overschot Eigenlijk heeft alleen Den Haag dit elk jaar; Wassenaar, Rijswijk en Voor burg bijna altijd. In Rotterdam wisselen zeer aanzienlijke vestigingsoverschotten af inct tekorten in andere jaren f6 van de 25). (Van onzen Duitschen correspondent.) JOSTY GAAT WEG. EEN VERLIES. DAT DOOR VELEN ZAL GEVOELD WORDEN. WIE HIER EENS AAN DE STAMTAFELS ZATEN. Een historische plaats zal weldra verdwenen zyn. Hier is men conservatief in den besten zin van 't woord. Toen het gerucht mij ter oore kwam, dat Jostv gaat verdwijnen, klauterde ik naar boven en vroeg den chef, wat hiervan waar was. Hij zette een bedenkelijk gezicht en zeide: „Lieber Herr, es ist nur alizu wahr!" De eigenaar van 't grondstuk, Leo Borins- ky, heeft besloten, het contract met ons niet te vernieuwen. Ons laatste contract da teert van 1900 en gaat over 30 jaar, is dus einde 1929 afgeloopcn. Wij zitten hier sedert 13S0, maar toen zag 't er in Berlijn en dus ook op den Potsdamer Platz nog heel anders uit dan tegenwoordig. We woonden toen nog parterre. Pas 1900 huurden wij 't geheele grondstuk en gingen we aan 't verbouwen. 1-let eenvoudige ijzeren hek moest plaats maken voor de tegenwoordige steenen ba lustrade en de ruimten, welke wij voor de zaak mot noodig hadden, werden aan be kende advocaten als kantoor verhuurd. Ik vertelde den vriendelijken directeur hoe ik onlangs, bij een bezoek aan 't Mar- lcische Museum, twee reclameborden heb ontdekt, welke nog van do oudo Josty- conditorei stammen en hij antwoordde la chend: Ja, die zijn echter nog ouder. Die gaan terug tot 1793. Toen kwam de confi- Josty uit den Ober-Engadin Er zijn zoo van die dingen, waar je aan gaat hechten. Die zijn er ook in de wereld stad. Juist daar, in de algemeene drukte, heb je behoefte aan een plek, waar je even kunt uitblazen, waar je het lawaai van je kunt afschudden, waar je opademend tot jezelf kunt zeggen: hier voel ik me op mijn gemak, hier ben ik thuis. Zoo'n plek beteekende voor mij in al de jaren van mijn Berlijnsche werkzaamheid de conditorel van Josty midden op den Potsdamer Platz. Er zijn weinig conditoreien, welke in Berlijn zulk een historische plaats bekleeden, wei se- dert jaar en dag zoo algemeen gewaardeerd „Jü worden. Dat brengt in de eerste plaats de j Duitschland. De Zwitsersche coniiseurs had gunstige ligging met zich mede. Maar niet den een goeden roep, vooral door hun lek- ininder de ouderwetsche soliditeit van dejkcr ijs, toen nog een nieuw snufje, zaak. i Aan de Stechbahn was de conditorei, toen Komen er kennissen uit Nederland, dan j het rendez-vous voor alle intelligente Ber- geef je elkaar rencontre bij Josty. Al naar lijners. Daar werden de politieke kwesties den tijd van 't jaar kun je elkander binnen breedvoerig besproken en ook toen reeds of buiten, op 't hreede terras ontmoeten, j |as men bij ons de kranten. Toen Van dit terras heb je een prachtig uitzicht overgingen naar den Potsdamer Platz, stond over een der drukste verkeerspunten, kijk nog op den voorgrond de Ringsche apo- je over t plein in de Leipzigcr, in de Pots theek, die nu als BeDevue-apotiieek op den damer, in de Ebertstrasse. Geheel rechts - staat het machtige Europahuis van Kem- pinsky, een der nieuwste bezienswaardig heden van Berlijn, vlak voor u kunt ge Wertheim's enorme Warenhuis bewonderen en links is Lafayette druk aan 't bouwen, om straks met zijn Duitschen vakgenoot te concurreeren. Boven, op de eerste etage, zit ik 't liefst Hier kent mij iedere kellner en voor ik iets besteld heb, liggen verschillende Neder- landsche bladen reeds op mijn tafeltje. Pos dan zeg ik: Herr Ober, bringen Sie mir de elite van Berlijn. In de veranda zaten achter de vensters b( roemde bankiers met hunne dames. Zij wachtten hier op de depeches, welke den koers brachten van de wereldbeurs en me nige groote zaak werd van hieruit gedaan. Aan de stamtafels zaten kunstenaars en politici van naam, geleerden op elk gebied en journalisten. Paul Lindau, August Stein, eine Tasse Brühe. Dat 'is dan in de och- Alexander Moszkowski, de Berlijnerhe tenduren. Kom ik er 's namiddags, dan be- aacteur van de „Frankforter Zeitung", had- hoef ik heelemaal niets te zeggen, want de ^en ^ier '1lln vaste plaats. Aan een ander kellner weet dat je dan een Tasse Kaffee I «feitje zat geregeld een gast alleen: Adolt gebruikt. Dat spreekt in Duitschland van- Mfnzel! en tegen 11 uur 's avonds deed hij zelf. Wie drinkt er hier thee? Immers haast bij ons zijn dutje. niemand. Maar al deze gasten zijn niet meer. Met Voor 't krantenlezend publiek Is or hen "in deze °lld» stamtafels verdwenen. We zitten midden in 't gewoel van Berlijn alles, wat men begeert en dienen den gaanden en den komenden I man. Maar ook dat niet lang meer. Tegen Aan de rekken hangen naast alle groote j onze bedoeling in gaan we weg, wordt Josty toegemaakt Het wil mij toeschijnen, dat Josty dit heeft voorzien, want aan den Kaiserdamm heeft hij een filiaal sedert ruim een jaar. Dit is een moderne conditorei, ook hier kan men Kaffee of Kraftbrühe drinken, ook hier hangen de kranten ter beschikking, maar er hangt niet de sfeer van het verleden, het heeft geen eigen geschiedenis. Voor Berlijn beteekent het weggaan van Josty een on herstelbaar verlies. Gemengd Nieuws. Radio Nieuws. Duitsche bladen do voornaamste kranten Nederland, Engeland, Frankrijk, Bel gië, Scandinavië, Amerika, Tsjccho-Slovva- kije, Zwitserland. Het is een bewonderens waardige collectie. En daarbij is alles, wat ge hier bestelt, uitstekend en niet duur. Rondom u hangen de groote schilderijen der oude Pruisische koningen en ook al hebben wc nu een republiek niemand stoort er zich aan, want men is immers bij Josty en bij Josty is elk ding op zijn plaats. Kunst en Letteren. TN US EIGEN TAEL. Het Maartnr. van dit „moanneskrift fen ït Kristlik Frysk Selskip1' bevat „Oersettingen" van Koorliederen van Mendelssohn, Edition Peters no. 1771, door Fedde Schurer, n.l. ,Yn 't Bosk". „Op 'e Mar", „Moarnsbed", ,Yn it Grien" en „Ofskie fen it Wald". Deze .•ertalingen zyn zoo goed, dat men gerust van herdichten kan spreken. De dichter zelf spreekt dan ook van „frjje biwirking''. Dezelf de .,forfryske" ook weer twee Evangelische Gezangen, n.l. nrs. 22 en 38. Het eerste couplet van Gezang 28 luidt in het Friesch: INGEZONDEN MEDEDEELING. „Rêst myn siele, God is Kening, Hiel de greate writld Syn ryk; Alles wikslet op Syn wJnken Mar Hy bliuwt him seis allyk". Dat van Gezang 38: „Alle rom is bütensletten; Unfortsjinne is 't sillich lean. Tc Mei, fen Gods.genode oergetten, Romjend yn Syn>%inste steam Ear 't ik libben hie en amme. Ear 't Gods macht, ünwitten great Wralden oprop üt it neat, Neamde Heit my by myn namme Minsketonge en inglestim, God is ljeafde; loovje Him. P. D. v. Dyk vervolgt de reeks „Oer de frijdora fen in Kristenmlnske". E. B. Folkertsma vervolgt ztfn reekB „Din gen fen Fryslan" en behandelt daarin „De antithese yn 'e Fryske Biweging". Merkwaardig is wat de schrijver daarin zegt over de eigengerechtigheid als de Frie- sche karakterzonde. .,Wy wolle gjin üngelyk habbe en de minste net wêze. Wy kinne net forjaen noch forjowing freegje, noch ütstear. det immen üs forjowing fregat. Wy habbe Cndergong kearde; elgengerjuchtigheit is de sünde, dy't üs a'.de boereslachbsn grouwe- l'cht materialistysk en dekadint makket en yn forfal en ütstjerren bringt". Schr. zet in ver band met die Friesche karakterzonde uiteen, dat de Fryske Biweging hier haar hoofdtaak vindt: de Natio Fr.'sica op te roepen en toe te bereiden voor de wederkomst van Christus. Uit het Sociale Leven. PATRIMONIUM. De ziekenkassen. Reeds ge ruimen tijd terug heeft men in Patrimonium aandacht geschonden aan de vraag, wat men zou moeten doen met de kassen, die in verschillende afdeelingen nog bestonden, wanneer aan die kassen geen taak werd gegeven in de uitvoering der Ziektewet. Definitieve^ plannen konden eerst worden gemaakt, wanneer vast stond, dat aan de plaatselijke ziekenkassen op den duur geen poritie van beteekenis by de uitvoering der vet zou worden toevertrouwd. Thans is ten dezen aanzien geen spoor van twijfel meer over en moet aan de bestaande fondsen een nieuwe bestemming gegeven. Natuurlijk zijn verschillende oplossingen mogelijk. Men kan van de fondsen een soort toeslagfonds maken, die op de 80 pet. uit- keering een bepaalden toeslag geeft. Heel veel zou er dan aan de bestaande kassen niet veranderd behoeven te worden. Meer rationeel lijkt echter, dat men de sas sen intact houdt voor hen die uithoofde van hun leeftijd of maatschappelijke positie bui ten de wet vallen. Dan zal een centrale vorm, die nu ont breekt, moeten worden gezocht, maar kun- lten overigens de meeste fondsen op den ouden voet voortwerken. Te dezer zake heeft het Verbondsbestuur van Patrimonium zich tot de binnen het ver- forstan en binne sa intelligent, det wy band bestaande kassen gewend en binnen it better w.tte as de minsken en as Godenkele weken zal een vergadering worden Eigengerjuchtigheit, dat wier de flok oer de gehouden, waarin men hoopt tot een decisii Fryske ealljue, dy't it frye Fryslan ta de te dezen aanzien te komen. OVERREDEN EN GEDOOD. Te Houthem (L.) is de 63-jarige landbou- er W. Latten door een vrachtauto overreden, ij is 's avonds in het Roode Kruisgebcuw te Valkenburg overleden. De bestuurder W. uit Hulsberg is aangehouden. Hem treft waar schijnlijk geen schuld. NOODLANDING. Het K. L. M.-vliegtuig, de PHAET, op weg naar Hamburg, moest by Windesheim, nabij Zwolle, wegens een motorstoring een nooa landing maken, waarbij het onderstel licht beschadigd werd. De passagiers hebben de is per trein voortgezet. VERDRONKEN. Men meldt ons uit Spakenburg: Een paar spelende jongens vonden aan de kust even ten Westen van de Spakenburger haven het lijk van een jonge man, naar de c-ene klomp, die hy nog; aan zijn voet had, te oordcelen, een spieringvisscher. Vermoe delijk was het de bij het spieringvangen ver dronken Huizer visscher. TWEE BOERDERIJEN IN DE ASCH GELEGD. Vee in viammen. Aan den Eindhovenschen weg onder Nue- nen bij Helmond, zijn de aan elkaar gren zende boerderijen van J. Smeulders en H. v. d. Heuvel afgebrand. Van den inboedel kon niets gered worden. Twee koeien en één kalf van de boerderij van Smeulders kwamen in de vlammen om. De ooi-zaak is onbekend. IN EEN STUKJE VLEESCH GESTIKT. Te Geleen (L.) is zekere Sehm. tijdens 't middagmaal in een stukje vleesch gestikt EEN WINDHOOS. Tweeden Paaschdag streek over een deel van Nieuwer-Amstel (N.-H.) een windhoos van groote hevigheid. Van verschillende huizen werden in de daken groote gaten geslagen, terwijl de entreepoort van de IJs club werd opgenomen en tegen den grond geslingerd. In den Rietwijkeroorderpolder werd een houten schuur opgenomen en een dertigtal meters verder geheel uit elkaar gerukt neergesmakt Aan vele broeikassen werd groote schade aangericht EEN NIEUWE GROOTMOEDER. Bij den Armenraad te Amsterdam voegde zich onlangs een jonge vrouw. Haar man was een maand geleden aan tubercu lose gestorven, zij was onverzorgd achterge bleven met een knaapje van 4 jaar en voor- In haar o.iderhnud met het schoon maken van kantoorlokalen. Hiedoor was zij genoodzaakt het kind tweemaal per dag hij huren te geven, juist in de uren dat de kindêrbewaarplaatsen nog niet en niet meer geopend zijn. Zij zag in, dat dit niet langer zoo ging, waarom ze haar kind wilde uit besteden. Had ze nu nog haar moeder ge had! De Armenraad wist er raad op. Er werd gezocht naar een oude vrouw, die bij de tenge weduwe kon worden opgenomen. Toevallig meldde zich enkele dagen later een krasse, vriendelijke oude vrouw aan, ?n goed kosthuis zocht daarvoor f 7 eek kon betalen en die wel te vinden ■•oor de rol van grootmoeder. F.n het duurde niet lang of deze had haar intrek enomen in het kamertje, dat de weduwe hiervoor beschikbaar had. De beide vrou wen konden gelukkig best samen opschie ten en de kleine jongen had met zijn nieu we grootmoeder al spoedig een hechte vriendschap gesloten. „NEDERLANDSCHE KROON." Doelmatige kaarten voor zomerultstapjes. Van de Handelmaatschappij R. S. Stokvis en Zonen ontvingen wij d.^ prijscourant der „Nederlandsche Kroon"-rijwielen. Nu worden prijscouranten door ons nooit besproken, en ook thans zouden we er niel aan denken voor deze prijscourant de aan dacht onzer lezers te vragen, ware 't niet dat we hier met iets bizonders te doen had den. Want deze prijscourant geeft tevens een smaakvol uitgevoerde kaart van mooie ge deelten van ons wonderschoone landje. De twee exemplaren, die wij ontvingen, bevatten kaarten van het Gooi,, het Zuiden van Limburg en de duinenreeksen van Noord- en Zuid-Holland. Ze zijn op stevig papier gedrukt, kunnen dus stiaks bij zo meruitstapjes medegenomen worden en zul len ongetwijfeld velen uitnemende diensten bewijzen. Door de scherpe kleurschakeering zie» men met één opslag waar heide, bosch en strand te vinden zijn. Kasteelen, mijnen, veren, bijzonderheden alles is duidelijk en nauwkeurig aangegeven. En natuurlijk is aan spoor- en tramlijnen, rijwiel- en zandwegen de noodige aandacht geschon ken. Als je deze kaarten goed bekijkt, blijft je oog vanzelf een poosjes rusten op dat aar dige rneiske, dat op haar Kroonrijwiel al de heerlijkheden doorpeddeld. 't Moet een genot zijn: in zulk een omge ving op zoo'n fiets. Met dankbaar gebruik van deze kaarten gingen we ge.ijk vacantie-plannen maken. Doe gij 't ook, lezeres of lezer! En als ge dan geen Kroon-rijwiel bezit, begin vandaag met er voor te sparen. I)oor een „Nederlandsche Kroon" zal uw spaarvlijt straks bekroond blijken. HUIZEN. (339-8 M. r M RV. Kortfr Zlekcnatensi o. i. van us. a j Vormgoor. 11.30—12 KRO. GodsdlecsUg half- lurtje. 12.15—1.15 Concert door het KRO-Trlo. .152 KRO. Gramofoonmuzluk. 3—4 KRO. Vrou- renuurtje. 4—5 NCltV. Gramofoonmuzlck. 56.45 het tekort *i H. J. Bakker uit Poeldök: CJ'-iscultura*. 7j0 VPRO. Sprs. Ds. H C v Wöngaardcn: Wild- rrtlheld. (W.it gein 8). MeJ. E C Knappert: Volksopvoeding (1). 3.454 Gramofoon. 4—S Xlicrofoon- debutanten. 5.30—6 Radiopraatje. 6—7.15 Con- 7.157.45 Schlpperelea. 6—10 Concert. l« ,35 Kln- rtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nleuw-bcr. 6.50 >ou\vberlchten. 7 05 Pianomuziek. 7.20 L*.- 7.05 Muziek. 8.20 Concert. 9.20 Nieuwsber. 9.35 Causerie. 9.50 Me PARIJS „Rad: rkest. 4.05—- 8,20—11.10 Gn f1744 M.) 12.50—2.1# 1.05—5.05 Orkest. 7 057,50 Gramofooa. lofoon. 8.50 Opera. ZEESEN (1649 M.» 11.20—4.20 Lezingen. 4.20 —5.20 Orkest. 5.20—7.05 Lezingen. 7.20 Orkest. 8.20 Lezing. Daarna Concert. HAMBURG (395 M.) 10.50 Muziek voor scho 5.20 Orkest. 1.20 Conce 9.50—10.50 Grar Zaterdag 6 AprtL HUIZEN, (33C.3 M. na 6 r 1852 M-> (UltsL KRO.-ultx. 11.30—12.30 Godsdienstig halfuurtje» 12.15—1.15 Com - Bjf Omvang en beteekenis van de tropische k staatshuishoudkunde. 8 Concert. Haarlem orkest en aollsten. 9,30 Nieuwsber. HILVERSUM (1071 M.) 10—10.15 Mor ding. 12.15—2 Concert lessen. 5—6 Fra 6.45—7.45 Duitse! de pauze rede va leche lessen. 66.45 DAVENTRT (1562 M.) 10.35 Kerkdienst. 11.05 —11.20 Lezing. 1.20—2.20 Octet. 3.10 Rugby wedstrijd. - lek. 6.35 Nieuwst ek. 7.20 Omroepc. •raars. 7.50 Muz iek. 8 20 Concert. 9.2 12.50—2.1# PARIJS „Radlo-rarls" (1744 M.) keet. 4.05 Kinderuurtje. 4.35 Mi 7.5# Gra LANGENBERO (462 M.) 9.35 en 11 20 Gramo- .on. 12.251.50 Orkest. 5.05—5.35 Orkest. ..20 VrooltJfce avond. Daarna tot 12.20 Muziek. ZEESEN (1649 M.) 11.20—4.20 Lczln.-en. 4.20— 20 Orkest. 5.20—7.05 Lezingen. 7.20 OTkesL S..9 Concert. Daarna tot 11.50 Muziek. HAMBURG (395 M-> 10.20-11.20 Gramofoon. J 20 Oud-Itallaanache oporae. 5.20 Orkest. ...0 Muziek. 10.20 Muziek. INTERN. RADIO-CONFERENTIE. De Nederlandsche P. T. T.-adinlnistrati» is, overeenkomstig een der bepalingen van liet algemeen reglement, behoorende bij het Verdrag van Washington, belast met de organisatie van de eerste overeenkomst van het Comité Consultatief International technique des communications radio c'.eo trique. Deze bijeenkomst zal eind Septem ber te 's-Gravenhage plaats hebben en ver moedelijk tien dagen in beslag nemen. INBRAAK IN EEN KERK. 's Nachts Is ingebroken door verbreking van een raam in de roomsche kerk te Ha- zerswoude. Stechts een klein bedrag aan geld wordt vermist. Van de daders heeft da politie tot dusver nog geen spoor ontdekt Rechtzaken. DE MOORD TE GIESSEN-NIEUWKERK. In Augustus 1923 gebeurde de moord te Giessen-iN'ieuwkerk. Na langdurige naspo- ringen der politie werden in Februari 1925 als verdachten van dezen moord aangehou den J. C. K. cn J. T. Beiden bevindeu zich thans in gevangenschap te Leeuwarden. De rechtbank te Dordrecht veroordeelde hen ieder tot 15 jaar gevangenisstraf, welk von nis door het Hof te Don Haag werd beves tigd, terwijl een cassatieberoep werd ver worpen door den Hoogen Raad. De verdach ten hebben steeds hun onschuld volgehou den, doch een reeds vroeger gedane poging om revisie te bewerkstelligen, had geen resultaat Thans heeft Mr. Roobol te Arnhem, die zegt dat K. en T. onschuldig zijn, op verzoek vau beiden zich met een breed gedocumenteerd verzoekschrift gewend tot den lioogen Raad, waarbij hij de bewijsmiddelen V8B het oorspronkelijk vonnis door niouwe ge gevens tracht to ontzenuwen en waarin om herziening van het vonnis wordt gevraagd» VRAAGT SPOOR/HOSTERD EENHEID DER WETENSCHAP. Het is reeds ongeveer een halve eeuw geleden, dat J. H. Kard. Newman een be langrijk boek schreef over „De idee" (plan?) van een Universiteit". Daarin staan ondci veel meer dat waarde houdt ook zoo onge veer deze woorden: „alle wetenschappen im men tot ons als één wetenschap en iedert wetenschap afzonderlijk is min of meer een abstractie"* Newman ziet de afzonderlijke wetenschap pen aan als uitingen van de behoefte des menschon aan de kennis der waarheid. Zij zijn deelen van de eene wetenschap. Door de veelvuldige splitsing in allerlei vakken van studie zijn cr een groot aanrai afzonderlijke wetenschappen ontstaan, die het karakter van wetenschap alleen ontieo- nen win het verband met het wezen der wetenschap en het zelfstandig bestaan aan de praktijk. De goede beoefening van ieder vak van studie elscllte allengs voortgaande splitsing en bovendien was het nut van (Ir on (lersrlieirlene wetenoehnnnen oncolijk en naarmate de nutt'gheid grooter was werd ook Hp zelMnndteheid emmer Newman leverde in ziin bnek vnnral ook pen nleidnoi voor de onmisbaarheid epnpr The^Inrrisch'' fr 'teit ann een inrichting van onderwijs, die den nnnm van Universiteit kan dragen en wel zou het de moeite waard rijn een soortgelijk program eens te ontwik kelen met het oog op onze Universiteit, maar dat is het doel van dit artikel niet. Een bf scneidener taa.k ia mij toegewezen, niet di reet wat betreft den inhoud, maar wel wa» den omvang aangaat. Het is van algemeene bekendheid, dat een Universiteit vijf faculteiten in zich vcreenigt. Ze behoeven hier niet te worden genoemd. In ieder van die faculteiten wordt de wetenschap van een bepaald vak zelfstanu.h beoefend cn dan kent iedere faculteit weer onderscheidene studievakken, die binnen de ïacultcit een e:gcn plaats nebben. Neem eens de natuurphilosophische facul teit, wat zijn daar een vakken van onderwijs. Aan die faculteit wordt onderwijs gegeven in mathematica, physica, chemie, botanica, zoölogie, geologie, astronomie, enz. Al is nu de onderverdeeling bij alle fneul teiten niet even groot, duidelijk is wel, dat het aantal vakken van wetenschap aan een universiteit haast niet is te overzien. Zoo is het gemakkelijk te verstapjn, dat bij de menschen in 't ulgcmeen. ja zelfs bij hen. die de wetenschap beoefenen, het besef van de eenheid der wetenschap niet steeds wordi gevoeld. Dat de wetenschap een gebouw is van geestelijke formatie en dat iedere afzonder liike wetenschap in dat gebouw een eigen plaats Inneemt en een eigen taak heeft, is veelal niet helder. Voor ons. die met elkander de Vriie Uni versiteit wenschen in stand te houden en te maken tot een heusche Universiteit, is hnt nu noodig, dat wij die eenheid zien en oog hebben voor den organischen bouw oei wetenschap. Het behoeft ons niet moeilijk te vallen, dit eenheid op te merken, omdat wij de eenheid van het voorwerp der wetenscnap door ü-j» geloof aanvaarden. Newman zegt in het bovengenoemde boek, dat de wetenschap één moet zijn, omdat het voorwerp één is. Al wie in God gelooft, zooals Hij Zich it> natuur en genade heeft geopenbaard, vind» die eenheid van het object der wetenschap daarin, dat tenslotte Gods openbaring één is Voor hem is de Theologische wetenschap evengoed wetenschap als de natuurphiloso phische. Anders staan zij tegenover de eenhoid der wetenschap, die onderscheid, zooal ge-m scheiding, maken tusschen den watenschap- pelijken geest en den religieusen geest. Zi; meenen, dat in de Theologie van geen we tenschap mag worden gesproken. Emile Bout roux heeft het ergens zóó uit gedrukt: „Wetenschap en Religie, de weten schappelijke geest en de reügieuse geest zij:» twee autonome machten, die den vrede, het accoord. de harmonie zoeken, mar het do.-t nooit bereiken". Aan deze en soortgelijke uitingen ligt 'Ir meening ten grondslag, dat ohlpct of vnnr werp der wetenschpn alleen is en kan zijn al wat kan worden onderzocht volgens de we tenschappelijke methode cn onder een op naaide wet of onder een systeer van wette" kan worden gebracht. En dan is het geen wonder, dat aan ;de zoogenaamde geestes wetenschappen nauwelijks het karakter van wetenschap wordt toegekend. Ook is het in dat raam heel wel verstaanbaar, dat de wijsbegeerte den naam van wetenschap niet mag dragen. Het is vanzelfsprekend, dat de eenheid van het voorwerp der wetenschap niet wordt 01- kp-nd, zoolang men het beginsel van wereld en levensverklaring blijft zoeken in een realiteitsprincipe van dat voorwerp zelf. Ec.» on verd rage lijk dualisme moet er het gevolg van zijn en de wijsgeerlge beschouwing, waartoe de mensch uiteraard altijd weei komt, moet wel óf leiden tot naturalistisch óf tot spiritualistisch monisme. De natuu» wetenschappen vormen zoo een geheel en de geesteswetenschappen evenzno, maar de een heid ervan wordt, niet gezien. Hoe dat komt? Omdat bij de ontleding der werkelijkheid steeds een zeer belangrijk deel wordt ver waarloosd Prof. Bavinck heeft in zijn boekje „Chris telijke wetenschap" daarheen reeds gewezen toen hij schreef, dat de realiteit der bijzon dere onenharing in geschil is. Moet. wil men de eenheid van het voor werp der wetenschap zien, geen rekening ge nnuden worden met alle factoren fcr werke lijkheid? Natuurlijk is dat zoo. Maar behoort daar toe den niet de biizondere onenharinrr? Is d« verschijning vnn Christus in 't midden van «te h'storie dan »repn werkelijkheid? En als daarin ons het verklaringsbeginsel gegeven is (gegeven door genade), dat God ds werela heeft geschapen en hr ir onderhoudt» is de alomtegenwoordige kracht Gods, waarmee Hij dat doet, dan geen werkelijkheid? Ligt in God alzoo niet de eenheid der wetenschap'.' In Zijn Raad, in Zijn wil, in Zijn scheppen de en onderhoudende daad? 't Is merkwaardig, dat schrijvers van in leidingen tot do wijsbegeerte veelal aan slot nog een beschouwi; ten beste geven over de religie. Vanzelf over de religie in "t algemeen. Wijst dat er niet op. dat daar ue oplossing van een wereld- en leveifsbu- schouwing wordt gezocht, die de eenhei*» brengen moet? Maar waarom dan niet mee: gerekend met de Christelijke religie en haar inhoud naar de Heilige Schrift? Het is zooals Newman zegt, dat men heel de wetenschap in fragmenten uiteen scheurt, als de wetenschap van de kennis van God wordt uitgeschakeld. Op het standpunt, waarop de Vrije Uni versiteit staat, ligt de eenheid van het object der wetenschap in God en Zijne openbarln»,. Alle afzonderlijke wetenschappen hebbci. dan tot taak een deel van dat object te on derzoeken, te beschrijven en in verband met het beeinsel van Gereformeerde wetenschap te vprklaren. De Christelijke wetenschap is alzoo *ie suhtectleve reproductie van het object d-r wetenschap, beschouwd uit het beginsel, dat God is de groote Schepper cn Onderhouder aller dingen. Christelijke wetenichap is dus geloovlge wetenschap. En onze Vrije Universiteit behoort de weerspiegeling te zijn van de ééne weten schap. Zeer terecht is de opricl ting van een Uni versiteit een groote onderneming genoemd. Misschien is zij wel de grootste en edelste van alle menschelijkc ondernemingen, omdat in haar altiirl tot uitdrukking gekomen ia, dat de mensch behoefte heeft aan een be vredigende verklaring van wereld en leven. Zij behoeft echter geen ultarukklng te zijn van het heimwee naar zulk een verklaring. Zij kan antwoord geven op de groote vragen naar den oorsprong, het wezen en het doel der dingen. Als ze maar wordt gezien in net licht, dat God aan ons in haar een middel geeft om Zijn groothoid, majesteit en goed heid aldoor beter te leeren verstaan. ünz.e Vrije Universiteit worde da/vrom doof ons gezien als een bewijs vnn 's Hoeren gunst. Zij gaat uit van 't standpunt der Be- nade, dat God in Christus het eenig wars licht heeft doen opgaan over natuur en g». schlcdenls 'laar ze moet dnn ook de weerspiegeling zijn van do eenheid der wetenschap en na zich bevatten de vijf faculteiten, die de una- versitns scienfianim. het geheel der weten schappen vort"cenwr»ordigen. Opdat On l» *rootheid cn goedheid klaar der mo"en M en. worde de Universi teit, d I e W hehhen. wfp en l "er een middel, dat on*» bet werk Gods d-v» verstaan, en alzoo een s'ralend middelpunt van wal Gereformeerde wetenschap is. Tilburg. J. DE VRIES, j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 3