VRIJDAG 5 APRIL 1929
GEWESTELIJK PLAN VOOR WESTELIJK ZUID-HOLLAND.
HET VERZAMELDE MATERIAAL.
in.*)
Grenzen
bevolkthsid.
Het gebied, waarover de onderzoekingen
lich hebben uitgestrekt, wordt begrensd:
noordwaarts door de Ncord-Hollandsche
grens, westelijk door de Noordzee, oostelijk
vallen Gouda en Gorinchem er neg onder
i naar het zuiden loopt het gebied door
it in <te Zuid-TIollandsche eilanden.
Dit oppervlak (1898 K.M2.) beslaat 5% pet.
der oppervlakte van ons vader and. Op deza
5s/3 pet. woont 23 pet. der totale Nederland-
:he bevolking.
Op 1 Januari 1S40 bedroeg de bevolking
voo 't bebouwde gedeelte van Zuid-Holland,
waarin een belangrijk en dun bevolkt agra
risch gebied is opgenomen, 448.000. Op 1
Jan. 1927 woonden er 1.736.000 menschon,
d. i.'96 pet. van de gcheelc bevolking van
Zuid-Holland en 23 bet. van de bevolking
van Nederland. Op 5 ft pet der oppervlakte
tan ons land woont dus 23 pet van de z.g.n.
geheele bevolking.
De bevolkingsdichtheid nam toe van 224
lot 900 per K.M2.; het kerngebied, het gebied
in groote trekken, waardoor als middenlijn
loopt de spoorweg van Haarlem over Den
Haag naar Rotterdam, heeft zelfs een be
volkingsdichtheid van 1657 per K.M2.
Dit cijfer a's neg grooter dab dat van hel
centrum van het Roergebied, n.l. het eigen
lijke kolendistric*;, in 1920. Dat was toen 1596.
Het verschil tusschen de dichtheid in hot
kerngebied en de rest der provincie is, naar
uit een grafiek blijkt, na 1830 zeer sterk toe
genomen en wordt nog voortdurend grooter.
Torwij 1 de bevolking van het agrarische
gebied in Zuid-Holland ongeveer gelijk blijft
en in enkele gemeenten zelfs daalt, stijgt
het aantal inwoners in de groote gemeenten
en in de gemeenten, die in de nabijheid van
groote gemeenten liggen, snel.
Na 1S70 is de sterkste evolutie gekomen
Thans is de bevolkingsdichtheid van het
kerngebied 2% maal zoo groot als die van
Zuid-Holland en 7 maal zoo groot als die
.van Nederland.
Staatkundige indeeling.
Twee kaarten geven de wijeigingen te
tien, in den loop van 80 jaren gekomen in
de staatkundige indeeling. Opvallend zijn
de veelvuldige en ingrijpende wijzigingen
in de gemeentegrenzen.
Rotterdam absorbeerde Kralingen, Delfs-
haven, Katendrecht en Charlois; in Den
Haag werd naast deelen van andere ge
meenten Loosduincn opgelost; bij Delft ver
dwenen Hof van Delft en Vrijenban. Rij Lei
den. in 1851 nog tusschen de oude vesting
wallen ingeklemd, werden op zeer beschei
den schaal, deelen van aangrenzende ge
neentcn gevoegd. Talrijke gemeenten ver
venen geheel, b.v. Nieuwland en Oud en
ieuw Mathenes bij Schiedam; Groeneveld,
Maartensregt, Zouteveen, Alckersdijk en
Ah'srcgt in de omgeving van De'-ft. Riisoord,
Kijfhoek. Kleine Lindt, Groote Lindt, Sande
li n gen ambacht, Heer Öudelandsambacht en
Meerdcrvoor'. alle in de huurt van Zwijn
drecht; De Mijl en Wieldrccht bij Dordrecht.
1 Meer naar het Noorden Hoogeveen, Alphen
is samengesmolten met Oudshoorn en Aar-
laaterveen. Op de eilanden verdwenen Na-
ters, Biert en Oud en Nieuw Struiken.
Ondanks allertei wijzigingen kan echter
l»iet gezegd worden, dat do grensindecliug
thans rationeel is.
Loop der bevolking.
Een belangrijk gedeelte der kaarten heeft
betrekking op de demografische ontwikke
ling van het gewest. Vier geven een alge-
mrenen blik op de ontwikkel«r& van de ver-
enreiding van de bevolking, t.w. in 1840,
1870, 1900 en 1926.
De dichtheid is aangegeven in kleuren,
die donkerder zijn naarmate de dieh'heid
grooter is en zoo springt onmiddellijk in
het oog hoe het gewest zich demografisch
heeft ontwikkeld. Zoo blijkt den beschouwer,
dat de toeneming het grootst is in het tuin
bouw- en bojlengebied en in en om de groo
te en middelbare steden; hel kleinste is zij
in het agrarische gebied.
Van hot typische verschijnsel der relatie
ve opeen hooping der bevolking in de groote
6'.edon levert b.v. Den Haag een voorbee'd.
Da*>r nam de dichthpid der bevolking van
1846 tot 1870 tce van 32.30 tot 75.05. En niet
tegenstaande de samensmelting met het
landelijk gebied van Loosduinen, waardoor
de oppervlakte met 3090 IT.A. toenam, was
het ci'fer in 1926 reeds weer 60,21, dus bijna
dubbel zoo groot als in 1840.
Een zeer merkwaardig beeld geven de
buitengemeenten om de groote sleden. De
ze toornen veelal reeds in de 19e eeuw een
zeer ge'eidelijke toeneming, maar alle laten
daarna een uiterst snelleu groei zien Zoo
zijn de cijfers der bevolkingsdichtheid van
Het tweede stuk stond in ons blad
J.l. Woensdag.
Rijswijk 1,00 in 1840. 1.37 in 1870, 1.62 in 1900
en 6,72 in 1926; Voorburg resp. 2,72, 3,12, 4,SI
en 19,94, Hillegersberg resp. 1,04, 1,30, 3,34
en 6,19, Overschie resp. 1,28, 1,63, 2,28 en 3.SÜ
en Oegstgeest resp. 1.14, 1,32, 1,98 en 3,70.
Tot zekere hoogte onafhankelijk van de
groote steden was ook de relatieve beteeke
nis van de tuinbouwcentra. Zoo die van
Lisse van 0,71 via 1,22 en 2,44 tot 4,55. Mon
ster van 1,92 via 2,44 en 3,18 tot 5,79 en
Naaldwijk van 1,09 via 1 33 en 1,66 tot 3,83.
Een geheel ander beeld vertoonen zuiver
agrarische gemeenten-. Daar ziet men een
eeer geringe stijging der bevolkingsdichr-
heid: soms zelfs perioden vain stilsland of
achteruitgang.
Zoo zijn b.v. de cijfers voor 1S40, 1870, 1900
en 1926 voor: Moerkapelle 0.72, 0,84, 0,83, 1,02,
Bleiswijk 0 59, 0,68, 0,73, 0,94, Nieuwenhoven
0.53, 0,71, 0,91. 0,84, Mijnsheerenland 0.64,
0,80, 0.63, 0 SS.
Bij de beschouwing dezer gegevens moet
natuurlijk met de grenswijzigingen rekening
worden gehouden.
Op een andere kaart is van elke gemeente
de relatieve toeneming van het aantal in
wociers voorgesteld voor de perioden 1840-
1870—1900—1926. Twee verschijnselen zijn
hierop zeer duidelijk waar te nemen.
In de eerste plaats, dat voor de meeste
gemeenten de bevolkingstoeneming in de
eerste 26 jaar van onze eeuw aanmerkelijk
grooter is daai in de beide voorafgaandr
perioden en dan do verhoudingsgewijze toe
nemende beteekenis van de gemeenten rond
om de groote steden cn van verscheiden
gemeenten in de tuin/bouwcentra.
Terwijl de bevolkingsaanwas van het ge
hcele gewest belangrijk sneller ging dan die
van geheel Nederland, is dat lang niet het
geval met alle gemeenten van het gewest,
gelijk weer een andere kaart aantoont. In
nagenoeg de geheele kustzone, met in'begrip
van het Westland en de streek tusschen De.n
Haag en Rotterdam, alsmede de verdere
omgeving van Rotterdam, is de relatieve
bevolkingsvermeerdering sneller gegaan dan
die van Nederland.
Het snelst i§ de aanwas in Noordwijker-
hout (4- 78 pet.). Wassenaar 80 pcL),
Veur (4- 71 pet.), Voorburg (4- 110 pet.),
Rijswijk 125 pet.), Pijnacker 40 pet),
Berkel 43 pet), Schiebroek 145 pet
Hil'.egersberg L 140 pet.), Poortugaal 8i
pet.). De grootste negatieve afwijking vertoo
nen Zwarter.vaal 4S pet.), Geervliet (—49
pet.) en voorts Brielle 40 pet.) en Helle
voetsluis 61 pet.).
Hetzelfde beeld vertoont een kaart, waar
op de procentueele toeneming van het in
wonertal in onze eeuw is aangegeven
Aan de spits staat hier Rijswijk met een
toeneming van 275.2 pet. en verder val ten
op Schiebroek (254 pet.). Voorburg (201 pet.),
Wassenaar (158.4 pet.), Noordwiikerhoul
(154.7 pet.), Sassenheim (121 pet), Hille
gersberg (117 pet.).
Een afneming geven te zien Brielle, Helle-
voetsluis, Zwartewaal, Geervliet, Simon6ha-
vem en Heerjansdam.
Een stippenkaart bewijst hoe de zooge
naamde lintbebouwing in de plaats van
komvorming is petreden. Langs alte voorna
me wegen, vooral waar die wegen langs
wateren loopen, valt ze te constateeren
langs den Rijn, de Hollandsehe IJs3cl. de
Nieuwe Maas en de I.ek, maar ook langs de
hoofdwegen in het Westland en de bollen
streek.
Bewoonde oorden 17951020.
Een schematische kaart, waarop de abso
lute grootte der bewoonde oorden of bewo
ningen langs dijken en wegen met meer dan
2000 zielen is weergegeven en wel de ont
wikkeling van deze „bewoonde oorden" van
1795 tot 1920, doet zien van welk een relatief
overwegende beteekenis de groote steden
zijn, alsook haar toeneming, vooral in d*>
laatste periode. Heel sterk spreekt dat voor
al in 1880—1920 tal van plaatsen in de om
geving der groote steden op de kaart ver
schijnen, omdat zij een kom met meer dan
2000 inwoners verkrijgen. Rotterdam, Den
Haag en Leiden worden omgeven door een
krans van satellieten.
Behalve door kaarten met vergelijkende
kleuren is de toeneming der bevolking in
verschillende gemeenten van het gewest ge
demons! reeru door graphieken.
Vergelijkt men b.v. de graphiek van Den
Haag met die van Rotterdam, dan krijgt mei»
een zeer markant verschil. De bevolking*
toeneming van de residentie is vrij stabiel,
die van Rotterdam vertoont veel meer spron
gen. De oorzaak is vermoedelijk, dat Den
Haag a's woonstad meer constante toe
vloeiing van bevolking heeft dan Rotterdam,
waar de toeneming meer direct samenhangt
met den economischen toestand.
Ook het verschil tusschen de groote ste
den en de omliggende gemeenten verdient
de aandacht De groei van Voorburg, Rijs
wijk en Wassenaar ep zelfs van Veur is be
langrijker dan die van Den Haag.
Een andere graphiek geeft het vestigings
overschot Eigenlijk heeft alleen Den Haag
dit elk jaar; Wassenaar, Rijswijk en Voor
burg bijna altijd. In Rotterdam wisselen zeer
aanzienlijke vestigingsoverschotten af inct
tekorten in andere jaren f6 van de 25).
(Van onzen Duitschen correspondent.)
JOSTY GAAT WEG.
EEN VERLIES. DAT DOOR VELEN
ZAL GEVOELD WORDEN.
WIE HIER EENS AAN DE
STAMTAFELS ZATEN.
Een historische plaats zal weldra
verdwenen zyn.
Hier is men conservatief in den besten zin
van 't woord.
Toen het gerucht mij ter oore kwam, dat
Jostv gaat verdwijnen, klauterde ik naar
boven en vroeg den chef, wat hiervan waar
was. Hij zette een bedenkelijk gezicht en
zeide: „Lieber Herr, es ist nur alizu wahr!"
De eigenaar van 't grondstuk, Leo Borins-
ky, heeft besloten, het contract met ons
niet te vernieuwen. Ons laatste contract da
teert van 1900 en gaat over 30 jaar, is dus
einde 1929 afgeloopcn.
Wij zitten hier sedert 13S0,
maar toen zag 't er in Berlijn en dus ook
op den Potsdamer Platz nog heel anders
uit dan tegenwoordig. We woonden toen nog
parterre. Pas 1900 huurden wij 't geheele
grondstuk en gingen we aan 't verbouwen.
1-let eenvoudige ijzeren hek moest plaats
maken voor de tegenwoordige steenen ba
lustrade en de ruimten, welke wij voor de
zaak mot noodig hadden, werden aan be
kende advocaten als kantoor verhuurd.
Ik vertelde den vriendelijken directeur
hoe ik onlangs, bij een bezoek aan 't Mar-
lcische Museum, twee reclameborden heb
ontdekt, welke nog van do oudo Josty-
conditorei stammen en hij antwoordde la
chend: Ja, die zijn echter nog ouder. Die
gaan terug tot 1793. Toen kwam de confi-
Josty uit den Ober-Engadin
Er zijn zoo van die dingen, waar je aan
gaat hechten. Die zijn er ook in de wereld
stad. Juist daar, in de algemeene drukte,
heb je behoefte aan een plek, waar je even
kunt uitblazen, waar je het lawaai van je
kunt afschudden, waar je opademend tot
jezelf kunt zeggen: hier voel ik me op mijn
gemak, hier ben ik thuis.
Zoo'n plek beteekende voor mij in al de
jaren van mijn Berlijnsche werkzaamheid
de conditorel van Josty
midden op den Potsdamer Platz. Er zijn
weinig conditoreien, welke in Berlijn zulk
een historische plaats bekleeden, wei se-
dert jaar en dag zoo algemeen gewaardeerd „Jü
worden. Dat brengt in de eerste plaats de j Duitschland. De Zwitsersche coniiseurs had
gunstige ligging met zich mede. Maar niet den een goeden roep, vooral door hun lek-
ininder de ouderwetsche soliditeit van dejkcr ijs, toen nog een nieuw snufje,
zaak. i Aan de Stechbahn was de conditorei, toen
Komen er kennissen uit Nederland, dan j het rendez-vous voor alle intelligente Ber-
geef je elkaar rencontre bij Josty. Al naar lijners. Daar werden de politieke kwesties
den tijd van 't jaar kun je elkander binnen breedvoerig besproken en ook toen reeds
of buiten, op 't hreede terras ontmoeten, j |as men bij ons de kranten. Toen
Van dit terras heb je een prachtig uitzicht overgingen naar den Potsdamer Platz, stond
over een der drukste verkeerspunten, kijk nog op den voorgrond de Ringsche apo-
je over t plein in de Leipzigcr, in de Pots theek, die nu als BeDevue-apotiieek op den
damer, in de Ebertstrasse. Geheel rechts -
staat het machtige Europahuis van Kem-
pinsky, een der nieuwste bezienswaardig
heden van Berlijn, vlak voor u kunt ge
Wertheim's enorme Warenhuis bewonderen
en links is Lafayette druk aan 't bouwen,
om straks met zijn Duitschen vakgenoot te
concurreeren. Boven, op de eerste etage, zit
ik 't liefst
Hier kent mij iedere kellner en voor ik
iets besteld heb, liggen verschillende Neder-
landsche bladen reeds op mijn tafeltje. Pos
dan zeg ik: Herr Ober, bringen Sie mir
de elite van Berlijn.
In de veranda zaten achter de vensters b(
roemde bankiers met hunne dames. Zij
wachtten hier op de depeches, welke den
koers brachten van de wereldbeurs en me
nige groote zaak werd van hieruit gedaan.
Aan de stamtafels zaten kunstenaars en
politici van naam, geleerden op elk gebied
en journalisten. Paul Lindau, August Stein,
eine Tasse Brühe. Dat 'is dan in de och- Alexander Moszkowski, de Berlijnerhe
tenduren. Kom ik er 's namiddags, dan be- aacteur van de „Frankforter Zeitung", had-
hoef ik heelemaal niets te zeggen, want de ^en ^ier '1lln vaste plaats. Aan een ander
kellner weet dat je dan een Tasse Kaffee I «feitje zat geregeld een gast alleen: Adolt
gebruikt. Dat spreekt in Duitschland van- Mfnzel! en tegen 11 uur 's avonds deed hij
zelf. Wie drinkt er hier thee? Immers haast bij ons zijn dutje.
niemand. Maar al deze gasten zijn niet meer. Met
Voor 't krantenlezend publiek Is or hen "in deze °lld» stamtafels verdwenen.
We zitten midden in 't gewoel van Berlijn
alles, wat men begeert en dienen den gaanden en den komenden
I man. Maar ook dat niet lang meer. Tegen
Aan de rekken hangen naast alle groote j onze bedoeling in gaan we weg, wordt Josty
toegemaakt
Het wil mij toeschijnen, dat Josty dit
heeft voorzien, want aan den Kaiserdamm
heeft hij een filiaal sedert ruim een jaar.
Dit is een moderne conditorei, ook hier kan
men Kaffee of Kraftbrühe drinken, ook hier
hangen de kranten ter beschikking, maar
er hangt niet de sfeer van het verleden, het
heeft geen eigen geschiedenis. Voor Berlijn
beteekent het weggaan van Josty een on
herstelbaar verlies.
Gemengd Nieuws.
Radio Nieuws.
Duitsche bladen do voornaamste kranten
Nederland, Engeland, Frankrijk, Bel
gië, Scandinavië, Amerika, Tsjccho-Slovva-
kije, Zwitserland. Het is een bewonderens
waardige collectie. En daarbij is alles, wat
ge hier bestelt, uitstekend en niet duur.
Rondom u hangen de groote schilderijen
der oude Pruisische koningen en ook al
hebben wc nu een republiek niemand
stoort er zich aan, want men is immers bij
Josty en bij Josty is elk ding op zijn plaats.
Kunst en Letteren.
TN US EIGEN TAEL.
Het Maartnr. van dit „moanneskrift fen ït
Kristlik Frysk Selskip1' bevat „Oersettingen"
van Koorliederen van Mendelssohn, Edition
Peters no. 1771, door Fedde Schurer, n.l.
,Yn 't Bosk". „Op 'e Mar", „Moarnsbed",
,Yn it Grien" en „Ofskie fen it Wald". Deze
.•ertalingen zyn zoo goed, dat men gerust van
herdichten kan spreken. De dichter zelf
spreekt dan ook van „frjje biwirking''. Dezelf
de .,forfryske" ook weer twee Evangelische
Gezangen, n.l. nrs. 22 en 38.
Het eerste couplet van Gezang 28 luidt in
het Friesch:
INGEZONDEN MEDEDEELING.
„Rêst myn siele, God is Kening,
Hiel de greate writld Syn ryk;
Alles wikslet op Syn wJnken
Mar Hy bliuwt him seis allyk".
Dat van Gezang 38:
„Alle rom is bütensletten;
Unfortsjinne is 't sillich lean.
Tc Mei, fen Gods.genode oergetten,
Romjend yn Syn>%inste steam
Ear 't ik libben hie en amme.
Ear 't Gods macht, ünwitten great
Wralden oprop üt it neat,
Neamde Heit my by myn namme
Minsketonge en inglestim,
God is ljeafde; loovje Him.
P. D. v. Dyk vervolgt de reeks „Oer de
frijdora fen in Kristenmlnske".
E. B. Folkertsma vervolgt ztfn reekB „Din
gen fen Fryslan" en behandelt daarin „De
antithese yn 'e Fryske Biweging".
Merkwaardig is wat de schrijver daarin
zegt over de eigengerechtigheid als de Frie-
sche karakterzonde. .,Wy wolle gjin üngelyk
habbe en de minste net wêze. Wy kinne net
forjaen noch forjowing freegje, noch ütstear.
det immen üs forjowing fregat. Wy habbe
Cndergong kearde; elgengerjuchtigheit is de
sünde, dy't üs a'.de boereslachbsn grouwe-
l'cht materialistysk en dekadint makket en yn
forfal en ütstjerren bringt". Schr. zet in ver
band met die Friesche karakterzonde uiteen,
dat de Fryske Biweging hier haar hoofdtaak
vindt: de Natio Fr.'sica op te roepen en toe
te bereiden voor de wederkomst van Christus.
Uit het Sociale Leven.
PATRIMONIUM.
De ziekenkassen.
Reeds ge ruimen tijd terug heeft men in
Patrimonium aandacht geschonden aan de
vraag, wat men zou moeten doen met de
kassen, die in verschillende afdeelingen nog
bestonden, wanneer aan die kassen geen taak
werd gegeven in de uitvoering der Ziektewet.
Definitieve^ plannen konden eerst worden
gemaakt, wanneer vast stond, dat aan de
plaatselijke ziekenkassen op den duur geen
poritie van beteekenis by de uitvoering der
vet zou worden toevertrouwd.
Thans is ten dezen aanzien geen spoor van
twijfel meer over en moet aan de bestaande
fondsen een nieuwe bestemming gegeven.
Natuurlijk zijn verschillende oplossingen
mogelijk. Men kan van de fondsen een soort
toeslagfonds maken, die op de 80 pet. uit-
keering een bepaalden toeslag geeft. Heel
veel zou er dan aan de bestaande kassen
niet veranderd behoeven te worden.
Meer rationeel lijkt echter, dat men de sas
sen intact houdt voor hen die uithoofde van
hun leeftijd of maatschappelijke positie bui
ten de wet vallen.
Dan zal een centrale vorm, die nu ont
breekt, moeten worden gezocht, maar kun-
lten overigens de meeste fondsen op den ouden
voet voortwerken.
Te dezer zake heeft het Verbondsbestuur
van Patrimonium zich tot de binnen het ver-
forstan en binne sa intelligent, det wy band bestaande kassen gewend en binnen
it better w.tte as de minsken en as Godenkele weken zal een vergadering worden
Eigengerjuchtigheit, dat wier de flok oer de gehouden, waarin men hoopt tot een decisii
Fryske ealljue, dy't it frye Fryslan ta de te dezen aanzien te komen.
OVERREDEN EN GEDOOD.
Te Houthem (L.) is de 63-jarige landbou-
er W. Latten door een vrachtauto overreden,
ij is 's avonds in het Roode Kruisgebcuw te
Valkenburg overleden. De bestuurder W. uit
Hulsberg is aangehouden. Hem treft waar
schijnlijk geen schuld.
NOODLANDING.
Het K. L. M.-vliegtuig, de PHAET, op weg
naar Hamburg, moest by Windesheim, nabij
Zwolle, wegens een motorstoring een nooa
landing maken, waarbij het onderstel licht
beschadigd werd. De passagiers hebben de
is per trein voortgezet.
VERDRONKEN.
Men meldt ons uit Spakenburg:
Een paar spelende jongens vonden aan de
kust even ten Westen van de Spakenburger
haven het lijk van een jonge man, naar de
c-ene klomp, die hy nog; aan zijn voet had,
te oordcelen, een spieringvisscher. Vermoe
delijk was het de bij het spieringvangen ver
dronken Huizer visscher.
TWEE BOERDERIJEN IN DE ASCH
GELEGD.
Vee in viammen.
Aan den Eindhovenschen weg onder Nue-
nen bij Helmond, zijn de aan elkaar gren
zende boerderijen van J. Smeulders en H.
v. d. Heuvel afgebrand. Van den inboedel
kon niets gered worden.
Twee koeien en één kalf van de boerderij
van Smeulders kwamen in de vlammen om.
De ooi-zaak is onbekend.
IN EEN STUKJE VLEESCH GESTIKT.
Te Geleen (L.) is zekere Sehm. tijdens 't
middagmaal in een stukje vleesch gestikt
EEN WINDHOOS.
Tweeden Paaschdag streek over een deel
van Nieuwer-Amstel (N.-H.) een windhoos
van groote hevigheid. Van verschillende
huizen werden in de daken groote gaten
geslagen, terwijl de entreepoort van de IJs
club werd opgenomen en tegen den grond
geslingerd. In den Rietwijkeroorderpolder
werd een houten schuur opgenomen en een
dertigtal meters verder geheel uit elkaar
gerukt neergesmakt Aan vele broeikassen
werd groote schade aangericht
EEN NIEUWE GROOTMOEDER.
Bij den Armenraad te Amsterdam
voegde zich onlangs een jonge vrouw. Haar
man was een maand geleden aan tubercu
lose gestorven, zij was onverzorgd achterge
bleven met een knaapje van 4 jaar en voor-
In haar o.iderhnud met het schoon
maken van kantoorlokalen. Hiedoor was zij
genoodzaakt het kind tweemaal per dag hij
huren te geven, juist in de uren dat de
kindêrbewaarplaatsen nog niet en niet meer
geopend zijn. Zij zag in, dat dit niet langer
zoo ging, waarom ze haar kind wilde uit
besteden. Had ze nu nog haar moeder ge
had!
De Armenraad wist er raad op. Er werd
gezocht naar een oude vrouw, die bij de
tenge weduwe kon worden opgenomen.
Toevallig meldde zich enkele dagen later
een krasse, vriendelijke oude vrouw aan,
?n goed kosthuis zocht daarvoor f 7
eek kon betalen en die wel te vinden
■•oor de rol van grootmoeder. F.n het
duurde niet lang of deze had haar intrek
enomen in het kamertje, dat de weduwe
hiervoor beschikbaar had. De beide vrou
wen konden gelukkig best samen opschie
ten en de kleine jongen had met zijn nieu
we grootmoeder al spoedig een hechte
vriendschap gesloten.
„NEDERLANDSCHE KROON."
Doelmatige kaarten voor zomerultstapjes.
Van de Handelmaatschappij R. S. Stokvis
en Zonen ontvingen wij d.^ prijscourant der
„Nederlandsche Kroon"-rijwielen.
Nu worden prijscouranten door ons nooit
besproken, en ook thans zouden we er niel
aan denken voor deze prijscourant de aan
dacht onzer lezers te vragen, ware 't niet
dat we hier met iets bizonders te doen had
den.
Want deze prijscourant geeft tevens een
smaakvol uitgevoerde kaart van mooie ge
deelten van ons wonderschoone landje.
De twee exemplaren, die wij ontvingen,
bevatten kaarten van het Gooi,, het Zuiden
van Limburg en de duinenreeksen van
Noord- en Zuid-Holland. Ze zijn op stevig
papier gedrukt, kunnen dus stiaks bij zo
meruitstapjes medegenomen worden en zul
len ongetwijfeld velen uitnemende diensten
bewijzen.
Door de scherpe kleurschakeering zie»
men met één opslag waar heide, bosch en
strand te vinden zijn. Kasteelen, mijnen,
veren, bijzonderheden alles is duidelijk
en nauwkeurig aangegeven. En natuurlijk
is aan spoor- en tramlijnen, rijwiel- en
zandwegen de noodige aandacht geschon
ken.
Als je deze kaarten goed bekijkt, blijft je
oog vanzelf een poosjes rusten op dat aar
dige rneiske, dat op haar Kroonrijwiel al de
heerlijkheden doorpeddeld.
't Moet een genot zijn: in zulk een omge
ving op zoo'n fiets.
Met dankbaar gebruik van deze kaarten
gingen we ge.ijk vacantie-plannen maken.
Doe gij 't ook, lezeres of lezer!
En als ge dan geen Kroon-rijwiel bezit,
begin vandaag met er voor te sparen.
I)oor een „Nederlandsche Kroon" zal uw
spaarvlijt straks bekroond blijken.
HUIZEN. (339-8 M. r
M RV. Kortfr Zlekcnatensi o. i. van us. a j
Vormgoor. 11.30—12 KRO. GodsdlecsUg half-
lurtje. 12.15—1.15 Concert door het KRO-Trlo.
.152 KRO. Gramofoonmuzluk. 3—4 KRO. Vrou-
renuurtje. 4—5 NCltV. Gramofoonmuzlck. 56.45
het tekort *i
H. J. Bakker uit Poeldök: CJ'-iscultura*.
7j0 VPRO. Sprs. Ds. H C v Wöngaardcn: Wild-
rrtlheld. (W.it gein
8). MeJ. E C Knappert:
Volksopvoeding (1).
3.454 Gramofoon. 4—S Xlicrofoon-
debutanten. 5.30—6 Radiopraatje. 6—7.15 Con-
7.157.45 Schlpperelea. 6—10 Concert. l«
,35 Kln-
rtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nleuw-bcr. 6.50
>ou\vberlchten. 7 05 Pianomuziek. 7.20 L*.-
7.05 Muziek. 8.20 Concert. 9.20 Nieuwsber.
9.35 Causerie. 9.50 Me
PARIJS „Rad:
rkest. 4.05—-
8,20—11.10 Gn
f1744 M.) 12.50—2.1#
1.05—5.05 Orkest. 7 057,50 Gramofooa.
lofoon. 8.50 Opera.
ZEESEN (1649 M.» 11.20—4.20 Lezingen. 4.20
—5.20 Orkest. 5.20—7.05 Lezingen. 7.20 Orkest.
8.20 Lezing. Daarna Concert.
HAMBURG (395 M.)
10.50 Muziek voor scho
5.20 Orkest. 1.20 Conce
9.50—10.50 Grar
Zaterdag 6 AprtL
HUIZEN, (33C.3 M. na 6 r 1852 M-> (UltsL
KRO.-ultx. 11.30—12.30 Godsdienstig halfuurtje»
12.15—1.15 Com - Bjf
Omvang en beteekenis van de tropische k
staatshuishoudkunde. 8 Concert. Haarlem
orkest en aollsten. 9,30 Nieuwsber.
HILVERSUM (1071 M.) 10—10.15 Mor
ding. 12.15—2 Concert
lessen. 5—6 Fra
6.45—7.45 Duitse!
de pauze rede va
leche lessen. 66.45
DAVENTRT (1562 M.) 10.35 Kerkdienst. 11.05
—11.20 Lezing. 1.20—2.20 Octet. 3.10 Rugby
wedstrijd. -
lek. 6.35 Nieuwst
ek. 7.20 Omroepc.
•raars. 7.50 Muz
iek. 8 20 Concert. 9.2
12.50—2.1#
PARIJS „Radlo-rarls" (1744 M.)
keet. 4.05 Kinderuurtje. 4.35 Mi
7.5# Gra
LANGENBERO (462 M.) 9.35 en 11 20 Gramo-
.on. 12.251.50 Orkest. 5.05—5.35 Orkest. ..20
VrooltJfce avond. Daarna tot 12.20 Muziek.
ZEESEN (1649 M.) 11.20—4.20 Lczln.-en. 4.20—
20 Orkest. 5.20—7.05 Lezingen. 7.20 OTkesL S..9
Concert. Daarna tot 11.50 Muziek.
HAMBURG (395 M-> 10.20-11.20 Gramofoon.
J 20 Oud-Itallaanache oporae. 5.20 Orkest. ...0
Muziek. 10.20 Muziek.
INTERN. RADIO-CONFERENTIE.
De Nederlandsche P. T. T.-adinlnistrati»
is, overeenkomstig een der bepalingen van
liet algemeen reglement, behoorende bij het
Verdrag van Washington, belast met de
organisatie van de eerste overeenkomst
van het Comité Consultatief International
technique des communications radio c'.eo
trique. Deze bijeenkomst zal eind Septem
ber te 's-Gravenhage plaats hebben en ver
moedelijk tien dagen in beslag nemen.
INBRAAK IN EEN KERK.
's Nachts Is ingebroken door verbreking
van een raam in de roomsche kerk te Ha-
zerswoude. Stechts een klein bedrag aan
geld wordt vermist. Van de daders heeft da
politie tot dusver nog geen spoor ontdekt
Rechtzaken.
DE MOORD TE GIESSEN-NIEUWKERK.
In Augustus 1923 gebeurde de moord te
Giessen-iN'ieuwkerk. Na langdurige naspo-
ringen der politie werden in Februari 1925
als verdachten van dezen moord aangehou
den J. C. K. cn J. T. Beiden bevindeu zich
thans in gevangenschap te Leeuwarden. De
rechtbank te Dordrecht veroordeelde hen
ieder tot 15 jaar gevangenisstraf, welk von
nis door het Hof te Don Haag werd beves
tigd, terwijl een cassatieberoep werd ver
worpen door den Hoogen Raad. De verdach
ten hebben steeds hun onschuld volgehou
den, doch een reeds vroeger gedane poging
om revisie te bewerkstelligen, had geen
resultaat
Thans heeft Mr. Roobol te Arnhem, die zegt
dat K. en T. onschuldig zijn, op verzoek vau
beiden zich met een breed gedocumenteerd
verzoekschrift gewend tot den lioogen
Raad, waarbij hij de bewijsmiddelen V8B
het oorspronkelijk vonnis door niouwe ge
gevens tracht to ontzenuwen en waarin om
herziening van het vonnis wordt gevraagd»
VRAAGT SPOOR/HOSTERD
EENHEID DER WETENSCHAP.
Het is reeds ongeveer een halve eeuw
geleden, dat J. H. Kard. Newman een be
langrijk boek schreef over „De idee" (plan?)
van een Universiteit". Daarin staan ondci
veel meer dat waarde houdt ook zoo onge
veer deze woorden: „alle wetenschappen im
men tot ons als één wetenschap en iedert
wetenschap afzonderlijk is min of meer een
abstractie"*
Newman ziet de afzonderlijke wetenschap
pen aan als uitingen van de behoefte des
menschon aan de kennis der waarheid. Zij
zijn deelen van de eene wetenschap.
Door de veelvuldige splitsing in allerlei
vakken van studie zijn cr een groot aanrai
afzonderlijke wetenschappen ontstaan, die
het karakter van wetenschap alleen ontieo-
nen win het verband met het wezen der
wetenschap en het zelfstandig bestaan aan
de praktijk. De goede beoefening van ieder
vak van studie elscllte allengs voortgaande
splitsing en bovendien was het nut van (Ir
on (lersrlieirlene wetenoehnnnen oncolijk en
naarmate de nutt'gheid grooter was werd
ook Hp zelMnndteheid emmer
Newman leverde in ziin bnek vnnral ook
pen nleidnoi voor de onmisbaarheid epnpr
The^Inrrisch'' fr 'teit ann een inrichting van
onderwijs, die den nnnm van Universiteit
kan dragen en wel zou het de moeite waard
rijn een soortgelijk program eens te ontwik
kelen met het oog op onze Universiteit, maar
dat is het doel van dit artikel niet. Een bf
scneidener taa.k ia mij toegewezen, niet di
reet wat betreft den inhoud, maar wel wa»
den omvang aangaat.
Het is van algemeene bekendheid, dat een
Universiteit vijf faculteiten in zich vcreenigt.
Ze behoeven hier niet te worden genoemd.
In ieder van die faculteiten wordt de
wetenschap van een bepaald vak zelfstanu.h
beoefend cn dan kent iedere faculteit weer
onderscheidene studievakken, die binnen de
ïacultcit een e:gcn plaats nebben.
Neem eens de natuurphilosophische facul
teit, wat zijn daar een vakken van onderwijs.
Aan die faculteit wordt onderwijs gegeven
in mathematica, physica, chemie, botanica,
zoölogie, geologie, astronomie, enz.
Al is nu de onderverdeeling bij alle fneul
teiten niet even groot, duidelijk is wel, dat
het aantal vakken van wetenschap aan een
universiteit haast niet is te overzien.
Zoo is het gemakkelijk te verstapjn, dat bij
de menschen in 't ulgcmeen. ja zelfs bij hen.
die de wetenschap beoefenen, het besef van
de eenheid der wetenschap niet steeds wordi
gevoeld.
Dat de wetenschap een gebouw is van
geestelijke formatie en dat iedere afzonder
liike wetenschap in dat gebouw een eigen
plaats Inneemt en een eigen taak heeft, is
veelal niet helder.
Voor ons. die met elkander de Vriie Uni
versiteit wenschen in stand te houden en te
maken tot een heusche Universiteit, is hnt
nu noodig, dat wij die eenheid zien en oog
hebben voor den organischen bouw oei
wetenschap.
Het behoeft ons niet moeilijk te vallen, dit
eenheid op te merken, omdat wij de eenheid
van het voorwerp der wetenscnap door ü-j»
geloof aanvaarden.
Newman zegt in het bovengenoemde boek,
dat de wetenschap één moet zijn, omdat het
voorwerp één is.
Al wie in God gelooft, zooals Hij Zich it>
natuur en genade heeft geopenbaard, vind»
die eenheid van het object der wetenschap
daarin, dat tenslotte Gods openbaring één is
Voor hem is de Theologische wetenschap
evengoed wetenschap als de natuurphiloso
phische.
Anders staan zij tegenover de eenhoid der
wetenschap, die onderscheid, zooal ge-m
scheiding, maken tusschen den watenschap-
pelijken geest en den religieusen geest. Zi;
meenen, dat in de Theologie van geen we
tenschap mag worden gesproken.
Emile Bout roux heeft het ergens zóó uit
gedrukt: „Wetenschap en Religie, de weten
schappelijke geest en de reügieuse geest zij:»
twee autonome machten, die den vrede, het
accoord. de harmonie zoeken, mar het do.-t
nooit bereiken".
Aan deze en soortgelijke uitingen ligt 'Ir
meening ten grondslag, dat ohlpct of vnnr
werp der wetenschpn alleen is en kan zijn al
wat kan worden onderzocht volgens de we
tenschappelijke methode cn onder een op
naaide wet of onder een systeer van wette"
kan worden gebracht. En dan is het geen
wonder, dat aan ;de zoogenaamde geestes
wetenschappen nauwelijks het karakter van
wetenschap wordt toegekend. Ook is het in
dat raam heel wel verstaanbaar, dat de
wijsbegeerte den naam van wetenschap niet
mag dragen.
Het is vanzelfsprekend, dat de eenheid van
het voorwerp der wetenschap niet wordt 01-
kp-nd, zoolang men het beginsel van wereld
en levensverklaring blijft zoeken in een
realiteitsprincipe van dat voorwerp zelf. Ec.»
on verd rage lijk dualisme moet er het gevolg
van zijn en de wijsgeerlge beschouwing,
waartoe de mensch uiteraard altijd weei
komt, moet wel óf leiden tot naturalistisch
óf tot spiritualistisch monisme. De natuu»
wetenschappen vormen zoo een geheel en de
geesteswetenschappen evenzno, maar de een
heid ervan wordt, niet gezien.
Hoe dat komt?
Omdat bij de ontleding der werkelijkheid
steeds een zeer belangrijk deel wordt ver
waarloosd
Prof. Bavinck heeft in zijn boekje „Chris
telijke wetenschap" daarheen reeds gewezen
toen hij schreef, dat de realiteit der bijzon
dere onenharing in geschil is.
Moet. wil men de eenheid van het voor
werp der wetenschap zien, geen rekening ge
nnuden worden met alle factoren fcr werke
lijkheid?
Natuurlijk is dat zoo. Maar behoort daar
toe den niet de biizondere onenharinrr? Is d«
verschijning vnn Christus in 't midden van
«te h'storie dan »repn werkelijkheid? En als
daarin ons het verklaringsbeginsel gegeven is
(gegeven door genade), dat God ds werela
heeft geschapen en hr ir onderhoudt» is de
alomtegenwoordige kracht Gods, waarmee
Hij dat doet, dan geen werkelijkheid? Ligt in
God alzoo niet de eenheid der wetenschap'.'
In Zijn Raad, in Zijn wil, in Zijn scheppen
de en onderhoudende daad?
't Is merkwaardig, dat schrijvers van in
leidingen tot do wijsbegeerte veelal aan
slot nog een beschouwi; ten beste geven
over de religie. Vanzelf over de religie in
"t algemeen. Wijst dat er niet op. dat daar
ue oplossing van een wereld- en leveifsbu-
schouwing wordt gezocht, die de eenhei*»
brengen moet? Maar waarom dan niet mee:
gerekend met de Christelijke religie en haar
inhoud naar de Heilige Schrift?
Het is zooals Newman zegt, dat men heel
de wetenschap in fragmenten uiteen scheurt,
als de wetenschap van de kennis van God
wordt uitgeschakeld.
Op het standpunt, waarop de Vrije Uni
versiteit staat, ligt de eenheid van het object
der wetenschap in God en Zijne openbarln»,.
Alle afzonderlijke wetenschappen hebbci.
dan tot taak een deel van dat object te on
derzoeken, te beschrijven en in verband met
het beeinsel van Gereformeerde wetenschap
te vprklaren.
De Christelijke wetenschap is alzoo *ie
suhtectleve reproductie van het object d-r
wetenschap, beschouwd uit het beginsel, dat
God is de groote Schepper cn Onderhouder
aller dingen.
Christelijke wetenichap is dus geloovlge
wetenschap.
En onze Vrije Universiteit behoort de
weerspiegeling te zijn van de ééne weten
schap.
Zeer terecht is de opricl ting van een Uni
versiteit een groote onderneming genoemd.
Misschien is zij wel de grootste en edelste
van alle menschelijkc ondernemingen, omdat
in haar altiirl tot uitdrukking gekomen ia,
dat de mensch behoefte heeft aan een be
vredigende verklaring van wereld en leven.
Zij behoeft echter geen ultarukklng te zijn
van het heimwee naar zulk een verklaring.
Zij kan antwoord geven op de groote vragen
naar den oorsprong, het wezen en het doel
der dingen. Als ze maar wordt gezien in net
licht, dat God aan ons in haar een middel
geeft om Zijn groothoid, majesteit en goed
heid aldoor beter te leeren verstaan.
ünz.e Vrije Universiteit worde da/vrom doof
ons gezien als een bewijs vnn 's Hoeren
gunst. Zij gaat uit van 't standpunt der Be-
nade, dat God in Christus het eenig wars
licht heeft doen opgaan over natuur en g».
schlcdenls
'laar ze moet dnn ook de weerspiegeling
zijn van do eenheid der wetenschap en na
zich bevatten de vijf faculteiten, die de una-
versitns scienfianim. het geheel der weten
schappen vort"cenwr»ordigen.
Opdat On l» *rootheid cn goedheid klaar
der mo"en M en. worde de Universi
teit, d I e W hehhen. wfp en l "er een
middel, dat on*» bet werk Gods d-v» verstaan,
en alzoo een s'ralend middelpunt van wal
Gereformeerde wetenschap is.
Tilburg. J. DE VRIES, j