VOOR DE VROUW HUISHOUDING EN KEUKEN r\<? f\ 2,531 le ru- heb- maren zul- hoofd id ge- dedee- schiet- uchten niseert hapsrit Er da heerlyk of go d. Eer- liscend® eteit I- k tegen M Na- l Eech- kam laatste pun- telen 12 4. Mr. uit 10; 9. G \V 9 uit 9; 10; 1L alf tien liotter- Waal- aan de t Troos- Pander Rédelé Lympne i vastge- punt op- No. 13. - JAARGANG 1929 BELIJDENIS. (Fragment.) Uw wonden gloeien in de duisternis Als vloeiend vuur: o laat mijn lippen daar Getuigen, hoe mijn liefde mij verteert, Die toch Uw liefde is, Kruisling en Verlosser. Gij weet het wie ik ben. Gij kent mij meer Dan ik mijzelven ken Ik ben van U en denk aan Uwe liefde, En niets dan„deze, nu mijn paradijs, En aan het lijden van die liefde en leg Mijn hoofd aan Uwen kruispaal, dien ik klem Met beide handen, wijl mijn schreien klaagt Tot Uwe stilte. En uit mijn schreien wordt De vreugd geboren, ach wel zwak, wel bleek, Maar toch een vreugd Heb ik U nog niet lief genoeg om zoo Van Uw genade te zijn ingenomen, Is er nog één deur, die ik niet ontsloot? Maar Gij weet toch, Gij die toch alles weet, Hoe ik niets heb dan U. Of kan het zijn, Omdat mijn liefde uit aardsche liefde wies, Ontknopte, toen mijn laatste hopen welk Verloren ging, dat Gij het zoo niet wilt? Maar werd ik dan niet arm, is alle glans Niet uitgewaaid? Ook heb ik haast die stem Vergeten en slechts in een droeven nacht Toen warm de Mei gegeurd heeft in den hof Heb ik geschreid maar zonder tranen nog Gij weet het, en daarna, daarna nog eens Omdat ik had geschreid tusschen die geur Ik gaf het op, ik liet het alles los, Het liet mij los en ik was zoo alleen. Ik gaf U dit mijn leven, waardeloos. Was het daarom geen offer en kan ik Nu niet Uw offer en zijn heerlijkheid Verstaan? En toch, ook dit weet Gij, Dat, als ik dan ook U niet hebben zal, 't Al is een leegte me en daarachter leegten In eindloosheid, en ik eenzaam als geen. O, om der wille van mijn eenzaamheid. En om mijn rustelooze, ontrouwe hart, Neen, om Uzelf, die louter zegen zijt, Die kent den nood, wiens liefde wal en schut Is, en wiens eeuwig meelij zacht Om onze bleekheid valt, help mij, hoor mij Hoor mij ik zie Uw wonden en bezwijm J. JAC. THOMSON. Uit: Chr. Kunst. l „MODERN" HUISHOUDEN. n het vrouwenbijvoegsel van Het Handels- vertelt Mevr. Wynaendts-Francken— serink over een Amerikaansch boek „The memaker and her Job" waarin, onder il dingen, waar wij het niet mee eens kun- zijn, tech ook een heeleboel behartens- ardige opmerkingen voorkomen. Waaruit n lezeressen nu weer niet moeten opma- dat we het er in alles mee eens moeten kunnen zijn. Probeer alleen maar eens oogenblik de zaken van dien kant zien, dat is al genoeg. De schr. zegt bijv. wel niemand ooit een paar dagen aan rd van een jacht zal zijn geweest, zon- voor haar huishouding iets uit ge- •d te hebben, n verder: ien ik het las stond me een gezin voor geest, waar ik wel eens moest binnen- len. Wat was het er dan gezellig in de s-eetkamer, de tafel vol boeken en kran- de twee kinderen aan hun schoolwerk, vader al of niet even aanwezig en akelig werd de prettige sfeer onmidde- op de vlucht gejaagd door de zinnelooze aerkingen van de vrouw des huizes van: kt u toch niet naar den rommel". De na- rlijke gave van in haar soort milieu wer- ijk een „home" le kunnen maken, ver leide ze zoodra er een vreemde kwam, deftig te willen doen; dan werd de boel een hoop geduwd, de kinderen soms weg- onden en het ontbrak er alleen maar aan, .visite'* naar het „salon" werd ge- 'kt, zoodat het bezoek voor alle partijen bezoeking word. Ongetwijfeld, dergelijke fallen worden zeldzamer, de struggle for h life, de pogingen om meer te schijnen men is, nemen gelukkig meer af dan naar dat dit de alpha en de omega van ■kelijk home-life is, dat zien de meesten irom nog niet in. l'aarhij dan voorop moet staan, dat het is een plaats van rust moet wezen voor le gezinsleden. En weer denk ik aan een aar geen eerbied was voor vaders rk, ook niet in de soms weinige uren, dat werk in huis moest geschieden, hoe er toch van de eene verdieping naar de an- e noodcloos geschreeuwd werd, inplaats de kinderen even hun hecnen opnamen ir waar vader zelf ook nooit de wijze regel in toepassing bracht dat de kinde- mee moeten bouwen. Hoe anders ziet Gilbreth dat in en hoe heeft ze daardoor even een epos van het moderne groote n. Wie haar boek leest, moet er dunkt lust in krijgen zoo'n maatschappelijke in het leven te roepen! lis de oudere gezinsleden eenig kantoor zakenwerk in huis doen, kan dit gebruikt rden om jongere leden een opleiding te ten. Dat wordt dan echt werk met echte aling. De k'nderen kunnen heginncn met .werkplaats" netjes te houden en op de ste plaats, de kalender bijgehouden. Ze nnen leeren typen en drukken en langza merhand de binnenkomende en uitgaande post behandelen, brieven in de dossiers ber gen, telefoonboodschappen aannemen. Eeri kind van vier jaar is volstrekt niet te jong om dergelijke opleiding te beginnen en als ze boven de tien worden is er een groep van werkers gekweekt, die de ouderen het rou tinewerk uit handen kunnen nemen en die later in hun beroep heel wat sneller zullen slagen omdat ze met de atmosfeer van wel ken vertrouwd zijn geraakt en methodisch hebben leeren arbeiden. Het kind krijgt een geval van onafhankelijkheid en gereedheio dat buitengewone bevrediging schenkt en de volwassene een corps van bruikbare helpers Natuurlijk komt het tijdens de opleiding voor dat men midden in het optellen van een lan ge kolom cijfers of bij het dicteeren van een schitterende invallende gedachte gestoord wordt en een klein, ongeduldig persoontje te hulp moet komen, die niet terecht kan met een bepaalde lias, maar tenslotte waar zijn ouders anders voor? En als de gelukkige dag is gekomen, dat een zestienjarige al het gecijfer, dat je zoo intens haat, kan overne men zelfs de inkomstenbelasting invult en een ander beantwoordt je post als je afwezig bent en een troepje kleintjes houdt je kan toor in orde in geval van nood, dan blijken, van welken kant ook bezien, de dagon van voorbereiding alleszins de moeite waard le zijn geweest Wat heb ik me vaak boos gemaakt op een gezin waar iets dergelijks als volstrekte nonsens werd beschouwd, waar het tweetal pure 1 uxe-paardjes waren, onder heusch geen weelde-omstandigheden, nog te lamlendig om eigen bed af te halen of in de lange va- canties den zwaai4 overwerkten vader ook maar de geringste hulp te verleenen.. Met dooddoeners, dat je van kinderen niets'wist en van de vreesclijke eischen van ons on derwijs, waarvan ze toch moesten uitrusten alsof ander licht wérk niet evenzeer gees telijke rust beteekent, méér dan de eeuwige pretjes werd je dan „abgekanzelt". Maur dat de Vereenigde staten hun welvaart niet alleen aan de quota-wet- danken maar ook aan de „efficiency" en de totaal andere op vattingen over het kind, dat wil er niét in. We moeten natuurlijk, als we zooiets le zen, geen oogenblik vergeten, dat dit boek spreekt naar Ameriknansche opvattingen en begrippen. Want, al zullen de bier gegeven ideeën ook in de nieuwe wereld nog wel niet algemeen in toepassing zijn, ze hangen daar dan toch meer in de lucli*t dan hier. Maar zegt mevr. W. Fr., men is ons daar in zoo menig opzicht vooruit, omdat de jeugd er mee bouwt, omdat het thuis- (huishoud)wcrk niet absorbeert, veel waar deering vindt, en men het zelfs studiewaard acht. (Wordt vervogd). vliijnt harder dan MEISJESHOEDJE. Bijgaande afbeelding toont een aardig, vlug en eenvoudig hoedje voor een school meisje. De maat van het gegeven patroon is 54, maar men kan het natuurlijk wat groo- ter of kleiner maker, door er breeder of smaller naden aan te knippen, want het patroon is zonder naad geteekend. Er zijn zes pandjes (zie de afb. rechts bo ven). Deze en het platte randje voor boven op, knipt men van dun wit gaas cn van de stof waarvan men het hoedje maken wil. Teekent men nu op het witte gaas het borduurpatroontje, dan kan men het dóór- rijgen, terwijl de stof er achter ligt en beeft men het patroon (in wol of zijde ge werkt) gelijk op de stof. De naden van de pandjes en van den bol, moeten eerst aan elkaar genaaid en daarna opengestreken worden. Dan komt het randje! Daarvoor heeft men een rechte reep van schuine stof en espatrie- gaas, lang 02 c.M., breed 8c.M. Als de naadjes van stof en gaas zijn dicht gemaakt, vouwt men stof en gaas samen dubbel, en naait de rand van den bol. De achterzijde, die opgeslagen wordt, naait men veel strakker, dan de voorzijde, waar men de ruimte wat in elkaar schuift. Tenslotte naait men, als alles "klaar is, nog een schuin bresje of lintje om den bol heen, en werkt dan de binnenkant af met een voe ringkapje. VERKEERSONGEVALLEN. Een lesje in hoofdzaak voor vrouwen. „Hoe is het mogelijk" dacht ik, toen ik een paar jaar geleden eens in de krant las van een bijna zestig-jarige juffrouw, die uit een tram stapte, éér deze tot stilstand was geko men en toen een ernstige val deed. Temeer verbaasde het me, omdat het hier niet een groote-stads tram was, maar een gewezen stoomtram, die de verbinding onderhield tus schen een lange rij dorpen. En dan een vrouw van haastig zestig! Want, nietwaar, dat men midden in een groote stad, waar je soms voor 'n 5è 10 mi nuten nog in de tram gaat, bij het uitstap pen haast maakt, of dat jonge meisjes, school kinderen het wagen om te vroeg uit te stap pen, hoe gevaarlijk het dan ook is, dat vind je niet zóó verwonderlijk. Maar als men van een uur of half uur ver komt, dón nog op een minuutje meer of min der te kijken bij het uitstappen, en dat een vrouw op leeftijd, daar sta je van verbaasd! Welnu, kort daarna maak ik heel toeval lig kennis met een familielid van de „onbe suisde" juffrouw en hoorde haar van het ongeval vertellen. De halte van de tram was eenigszins verlegd, wat de bewuste reizigster die dikwijls in dit dorp kwam, niet wist Ouder gewoonte wilde zij dus op kalme ma nier op de bekende plaats uitstappen, hee- lemaal niet opmerkende dat de tram nog niet stilstond, maar nog even zachtjes doorschoof. En zoo kon het ongeluk gebeuren. Zoo ook wordt het geval wel iets begrijpe lijker. Maar onvoorzichtig blijft het natuur lijk om, terwijl men uitstapt, zóó slecht op te letten, dat men niet eens merkt, nog voort gang te hebben, Ik kan me dan ook zoo goed begrijpen, dat de Iluishoudrevue, over dit onderworp schrijft: Als men de statistieken ziet van het aan tal voorkomende ongevallen, dan staat men versteld over de onrustbarende uitbreiding, vooral van het aantal bedrijfsongevallen, waarmede in zekeren zin bewezen is, dat bedachtzaamheid en voorzichtigheid bij het gros der menschen, vrijwel uit het woorden- hoek verdwenen zijn. Een aanzienlijk deel van de ongevallen moet daarbij op rekening geschoven wor den van het moderne verkeer; en daarvan is weer het overgroot gedeelte te wijten aan eigen onvoorzichtigheid en onoplettendheid. Wij waren tot driemaal toe in één week getuige van een vaak voorkomend ongeval bij het verkeerd uitstappen uit de tram, die eigenlijk toevallig! nog alle drie goed zijn afgeloopen. Maar opmerkelijk was het dat bij al deze gevallen vrouwelijke passagiers de slacht offers waren; of opmerkelijk was het eigen lijk nipt: het is een'algemeen voorkomend verschxj&sel, dat vrouwelijke passagiers in precies verkeerde richting de tram verlaten. Wachten zij met uitstappen kalm, tot de tram volkomen stilstaat, dan heeft in hor- male omstandigheden dat verkeerd uitstap pen geen ernstige gevolgen; doch meestal hebben de dames nog zulk een groote haast, dat ze het oogenblik van volkomen stilstand niet kunnen afwachten; dan heeft het in ver keerde richting uitstappen niet zelden fu neste gevolgen, zelfs ook als de gang van de nog in beweging zijnde tram nauwelijks nog merkbaar is; want de zondares tegen de natuurwet, slaat onweerstaanbaar achter over tegen den grond, waarbij zij natuurlijk heel leelijk terecht kan komen, om nog maar INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN Isjes die tegen 4 APRIL a.s. aan de ^OD E-VAKSCHOLEN VOOR DAMES EN JONGE MEISJES nfdeellngen de ln 1011 n. Goeds. Vwr-enlgln OPGERICHT 1912. Opleidingsschol :n voor examen*. Volledige opleiding ln het voor eigen gebruik geheel zelfstandig vervaardigen voorkomende keedlng. DAG- EN AVOYD-. CLUB- El» PRIVAATLESSEN. Inlichtingen op de spreekuren aan de scholen: In het WESTEXi SCHIETBAANLAAN 99. (bü den Heemraads.tngel) Spreektijden Donderdag» van -I en TIKÊSOBD H U^MhU^^^BEl J^RLAN DSCH EL AA y ^Ii?g i"van' "l— Correspondentie-adres: Schietbaanlaan 114, Telefoon 33739. Directrice, Mevrouw 8. A. VAN AMIJDE—PORS. niet te spreken van het geval, dat ze zóó terecht komt, dat haar voeten op de tram rails-terecht komen, om door de wielen van den volgwagen verbrijzeld te wordenI Maar zelfs in, laat ons zeggen: ab normale gevallen is het in verkeerde richting stappen uit volkomen stilstaande tramwagens met geheel zonder gevaar; hoe vaak gebeurt het niet, dat door het een of andere misverstand, de wagenbestuurder reeds begint te rijden zonder het signaal van den conducteur af te wachten! Heeft zulk een fout plaats gedurende het verkeerd uitstappen, dan zijn werkelijk de gevolgen niet te overzien; en ofschoon de eigenlijke schuld dan te zoeken is bij den wagenbestuurder, gaat dan toch ook het eventueele slachtoffer niet geheel vrijuit, want het verkeerd uitstappen is dan onbe twist mede-oorzaak van een eventueel ern stig ongeval. En het goed uitstappen is toch zoo dood eenvoudig! 't Is werkelijk een psychologisch schijnen te kunn'en toepassen. De juiste wijze is: Met de linkerhand het handvat dat aan gebracht is op „de plaats van den conduc teur" beet pakken, het lichaam geplaatst in de richting van den bestuurder: het is zoo eenvoudig als de stelling van 2X2 4! Maar de meeste vrouwelijke passagiers hebben de neiging, bij het uitstappen de rechterhand te gebruiken en daardoor met haar rug naar den bestuurder gekeerd, uit te «tappen, waarvan bet gevolg is, dat als de tram nog maar een zeer geringen gang heeft, 't slachtoffer per sé achterover moet slaan. (De oorzaak van het bij voorkeur gebrul ken van de rechterhand is, dat de linker hand veelal met pakjes beladen is.) Waar de fout zoo doodgemakkelijk te her. stellen is, hopen wij, dat het ons door dit ar tikeltje mag gelukken, vele duizenden „ver keerde uitstappors" tot de goede uitstapme- thode te brengen. Er zullen heel wat kleine, maar ook tal fan ernstige tramongevallen c'oor voorkomen kunnen worden. RECEPTEN. Chocolade Truffels (ongeveer een pond). 7 chocolade reepen. 2 ;offie-extract, 1% ons) poec pannetje („ai gelUKmatli heelepeltje in, uitgespreid, verder nden dag. als de bul- Vleeschschotel met rijst en kerrg. 400- -gr. vleeschre*ten 400 gr. gekookte rUst of 160 gr. rauwe rUst 1 ul. u eetlepel Kerry 60 gr. boter jf vet van jus. geen gekookte 150 gram rauwe rpst op ae gewone wuze .vor der. gaar gekookt. Lte vlecschresten worden fUi gehakt Dan wordt de uj schoongemaakt, fVjr gesnipperd en in een koekepan xachtjes ge fruit, tot de uien lichtbruin en zacht zijn. Dl dan vermengen met het fün gehakt vleesch de gaargekookte r(j»t en bouillon of bruin val Jus met water. De maas* in een met boter In gewreven vuurvasten schotel doen bovenoi cenlge stukjes boter leggen, alles met paneer meel bestrooien en het schoteltje ongeveer 30 minuten ln den oven zelen om bruin K> RRYSVHOTELTJE. hierbu er dan langzame gerust bereid kaï je. Laat de aaua melk" bü°eK theelepel* kerry en 10 gram tarwe- geltjk mengsel en giet bU. die ri-blo*- logenbllk doi room ot SnUd vUf noodlg wat zou dgekookte eieren In plakjes. 1: ht tien minuten stoven n de ker droge gekookte rUst omheen, n, om den schotel aardiger te maken, i kleine vormpjes (eierdopjes) heeft ge- PRACTISCHE WENKEN. Vlekkenkringen- Jle ziin achtergebleven b(j het vlekken uitma ken bilv. met benzin», kan men egmn'ien door den kring te bestrooien met talkpoeder en daar na met een schoon borsteltje uit te borstelen. Hielen en teenen van kousen ale men Inw.-flft met pnraflne tot ze wit wor den. gillen lang niet zoo gauw gaatje* vertoo- ueiL De paraflnelucht verdwijnt gauw genoeg. Cltmvlekken op donkere kle< "eUd0eP tt doop het iel if of i 20 g im een lapje van de- van dezelfde kleur, i wrtff daarmede uit. wolion nen glim vlekken door een zachte wollei n zwarte koffie gedoopt waardoor mei cheutjo amonla heeft gedaan. MONOGRAMMEN. KRUISSTEEKRAND. H verdient aa en.aivl s lijk te maken en dus één van de gegeven buitenzijden als patroon te volgen, voor de beide rijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 3