RADIO
DERDE BLAD.
PROEFTOCHT S.S. STATEN DAM
Schoolnieuws.
EEN ALLEENSTAANDE FIGUUR
WOENSDAG 20"MAART 1929 DERDE FLAD PAG. 9
HET VERLOOP VAN DEN
TRIUMFTOCHT.
Een drijvend luxe-dorp.
Het mag overbodig heetcn op te merken,
dat de lieeren- van de H.A.L. organisatie
talent bezitten en dat ze de kracht hebben
cm een vastgesteld programma ook af ie
werken.
Indien het bij de afwikkeling van het
reisprogramma dan ook even gehaperd
heeit, dan was dat aan do passagiers en
piet aan de Directie te wijten.
Zoo b.v. den eersten middag.
Toen allen te Schiedam op Wilton's werf
aan boord gegaan waren, werd tegen het
eerste programpunt volstrekt geen bezwaar
gemaakt: men schikte zich in de schitteren
de eetzaal der eerste klasse, welke de ge
heele breedte van het schip beslaat, aan di
keurige tafels voor de eerste lunch, welae
pu niet bepaald eenvoudig was.
Prof. Dijxhoorn van de Technische Hou
geschool te Delft heeft bij 't scheiden van
het schip namens allen aan velen dank ge
bracht en bij deze laatsten den Franschuu
kok niet vergeten.
Met reden: ik vermoed zelfs, dat die kok
pog wel eens honoris causa doctoreeren zal
in de culinaire wetenschappen en dat Prut.
Dijxhoorn dan zijn promotor wil zijn.
Anderzijds echter vrees ik, dat de Frar»-
iche kok niet zou slagen bij een huishoud-
examen voor een diploma: „een goede bur-
kerpot kunnende koken". Dit trooste hen,
die voor zoo'n burgerpot dankbaar mogen
lijn.
j Zonder schok uit het dok.
Punt één van het programma liep dus
even vlot van stapel als met de Statendam
j het geval was; en ook het droogdok van
Wilton liet de gevangene zonder hindo
gaan.
Zóó voeren we de haven uit cn den Wa-
1 terweg af; maar toen weigerden de passu-
j giers om het programma letterlijk te vol-
1 gen; d.w.z. er was geen belangstelling om
Cl de ingewanden van het schip af te dalen
ter bezichtiging, want het was boven op het
dek zóó interessant, dat iedereen daar bleef
om te wuiven naar de duizende belangstel
lenden en straks te staren naar/de verdwij-
pende kust.
De kalme, klare zee, de stralende zon en de
fiiingename glijding van het schiD boeiden
dermate, dat bijna niemana znh afsloot van
de buitenlucht om in Lounge en palmcouri
van de thee te genieten.
ledereen was verheugd over het zeldzame
weer en zegende den Enkhuizer Almanak
welke dit jaar als weerkundige, reputa^d
verwerft
Eon groot gevaar afgewend.
I Toen de avond gevallen was, zocht ieder-
ten in avondtoilet zijn stamtafel in de eet-
laal.
Zoo'n geweldig diner geeft vaak naast
tractie van keur van gerechten een temp
talie van heel of halfgare tafelspeechen
van menschen, die zich zelf gaarne hooren
en den kok concurrentie willen aandoen.
Met hoeveel dankbaarheid noteer ik hier,
dat dit kwaad op de Statendam tot het
lernoodzakelijkste is beperkt.
Natuurlijk, een woord van welkom moest
de Directie spreken, doch de heer A. Gips,
die het sprak, houdt meer van de daad
dan van het woord, en zijn woord was dus
zoo kort en zoo sober mogelijk. Ge zijt ons
allen hartelijk welkom, zei hij, doch ik wil
het genot van het diner niet bederven door
een redevoering
De heer Gips weet misschien niet, welk
vreeselijk gevaar hij daarmede bezworsi.
heeft en hoeveel onuitgesproken redevoerin
gen door zijn kordaat optreden in binnen
zakken van smokings zijn verstikt. Maar de
heer Gips heeft het hart der pers gestolen.
Gelukkig is ook aan 't diner zelf een einci
gekomen; er is van den heerlijken avond
genoten; we hebben getuurd naar 't vuui
van Eierland en naar de Brandaris en
zijn toen de nachtrust ingegaan, in de com
fortabele hut, van alle luxe en gemakken
Voorzien.
Maar op een proeftocht komen kleine ge
breken aan 't licht en zoo klaagde men in
zekere afdeelingen over te groote warmte,
welke door ventilators in het plafond wordt
aangevoerd en welke installatie nog eens
nagezien moet worden.
Excursie door het schip.
Op den tweeden dag aan boord was de
neer Ir. W. Royer, inspecteur scheeps
bouw bij de H.A.L. en kenner van het schin
als geen ander, bereid om een gedeelte der
journalisten rond te leiden en aangenaam.
pikant causeerend, de hoofdzaken uit te
leggen.
i heer Roy er verstaat de kunst om
over technische bijzonderheden heen te glij
den en op de hoofdzaken de aandacht te
vestigen.
De proeftocht door het schip begon op
het „dorpsplein", waar de passagiers der
eerste klasse binnenkomen en waar het bu
reau gevestigd is, dat allerlei inlichtingen
geeft.
Om de rijkgebecldhouwde statietrap heen.
bevindt zich een receptiehal, welke aan de
zijden luxe-winkels heeft voor boeken, bloe-
kantwerk, fijne bonbons en chocola
terie.
Daar zijn ook de kapperssalons voor da
mes en heeren en de chef van deze hyper
moderne afdeeling is eigenlijk een pendant
van de Fransclie kok; al bemoeit bij zich
meer met den uitwendigen mensch.
Als ik het wel begrepen heb, dan kan hij
de behandeling dermate compliceeren, aai
ge nauwelijks gereed komt tusschen lunch
en diner en dat de totale prijs oploopt lor
een bescheiden maandloon.
Men denkt aan boord in dit opzicht zeer
Amerikaansch.
De beeldhouwer Toon Dupuis, die ook
aan boord was, maakte voor d<;ze prachtige
hal een tweetal groene vrouwenfiguren,
welke in een omlijsting van bloemen zijn
gezet.
De automatische klok hier houdt zoowel
rekening met den gang der tijdsuren als
met de wisselende zonnestand, tengevolge
van het varen in Westelijke of OostelijKP
richting.
Tegenover de trap bevinden zich de sier
lijke, kopergebronsde deuren van twee liften,
welke geen overbodige weelde zijn in een
schip met een hoogte van bodem tot
deldek van meer dan 20 M.; waarom
dan ook de 2e en 3e klasse van liften heeft
voorzien.
Een trap af komt men op het C-dek,
waar receptie-rooms ter weerszijden van de
trap zijn, en daarachter de eetzaal met
overvloedige ruimte voor 394 passagiers.
De receptierooms zijn uitgevoerd in Lodt
wijk XVI stijl; het meubilair met handsnij
werk was eigenlijk bestemtb voor de vorigt
Statendam.
De derde Statendam.
Dit is eigenlijk Statendam III. De eerste
is verkocht. De tweede was juist bij het uit
breken van den oorlog gereed, is ons
afgenomen door Engeland, dat er zooveel
recht op meende te hebben, dat de naam
veranderd werd in „Justitia". Doel) hel
ifecht struikelde toen op de straten en Jus
titia zonk op den bocjcm der zee.
Vandaar do oude stijl in het nieuwe schip.
Iets zeer bijzonders zijn hier de brand
vrije schotten van glas in koper; de erva
ring leerde, dat deze sierlijke schotten de
uitureidmg van brand voorkomen.
De heer Royer voerde ons nu naar be
neden, waar op het F-dek een zwemnassin
is gemaakt, dat elke verwachting overtreft.
De ijzeren wand, met beton opgespoten, is
bekleed met tegels en figuren, door de Pot-
seleinc l-'ies te Delft gemaakt Men waant
zich bij de oude Romeinen.
Daarnaast vindt men het „Gymnasium'
waar men op 't elcctrische paard, de vasie
fiets en het imitatie-bergpad aan gymnas
tiek kan doen. Voorts is er liet Turkaclie
bad, waar men zichzelf kan laten uitstoo
men; als het lichaamsgewicht al te zeer
toeneemt.
Ook staat er een weegschaal om te zien
hoe 't met de slanke lijn staat „lk woog o
kapitein, zei Ir. Royer, en ik schrok.
We gingen nu iets zien van de derde klas.
Toeristen en emigranten.
Deze bestaat uit twee streng afgesloten
gedeelten, welke, naar behoefte, grooter of
kleiner gemaakt kunnen worden. Het eenc,
streng afgescheiden gedeelte is bestemd
voor emigranten, het andere voor passagiers.
Deze seperatie wil niet zeggen, dat de
H. A. L. de. emigranten als mindenyaardlgei»
beschouwt; in geenen deele; ze staan in
niets ten achter bij de toeristen.
Maar de Amerikaansche Regeering eisc'
deze afscheiding om de controle over het
aantal emigranten mogelijk te maken.
Wat dc toeristen betreft, zijn het in de
laatste jaren vooral Amerikaansche studen
ten, die in zes weken Europa „doen" en hier
beschaving „halen".
Welnu, niemand behoeft zich te beklagen
of te geneeren om op de Statendam in de
derde klasse te reizen. Alles is (trouwens
ook in de tweede klasse) uitgevoerd in mo
dernen stijl en telkens merkte Ir. Royer op.
hoezeer de heer H. P. Mutters, scheepsinte
rieur-architect in den Haag er in gc-l
is om de moeilijkheden, welke een scheeps
ruim nu eenmaal oplevert, niet slechts op
te lossen, doch als steunpunt voor iets moois
te gebruiken.
Alles is streng in stijl gehouden, eenmaal
gegrepep motieven zijn op zeldzame wijze
doorgevoerd.
Het is ondoenlijk, om dit voor elke zaal
afzonderlijk na te gaan.
Natuurlijk maakte onze begeleider ons op
merkzaam op de geweldige ankers, waarvan
de 300 M. ketting onder het dek zijn ge
bracht
Tegen brandgevaar.
We gingen voorbij de zwavelhut voor
brandbluschmiddelen; we keken in den mast
aar een steile trap van honderd treden
naar het kraaiennest voert; we hoorden, dat
er 1G00 ton zoet water meegevoerd wordt en
we bewonderden de waterdichte deuren,
welke gesloten worden, zoodra er gevaar
dreigt
Bij den kapitein had ik daarvan reeas
iets gezien. Want de stuurkamer is tegen
woordig een wonder van techniek.
Wil men een bepaalde koers sturen, dan
wórdt deze ingeschakeld; de roerganger kan
rust nemen en het schip behoudt automa
tisch dezelfde richting, welke weer nauw
keurig wordt opgeteekend. In dat opzicm
kan de Raad voor de Scheepvaart later aJ.lcs
aflezen. Het schip kan draaien, maar de
kapitein niet.
In die stuurkast monden ook vel» pijplei
dingen uit, waardoor onmiddellijk rook
komt, als in eenige afdeelingen brand ont
staat Men kan om zoo te zeggen coni>ir
leeren, welk soort sigaret aangestoken
ordt.
Indien men nu ergens brand constateer»,
dan gaan de waterdichte deuren 6ubiet <w
lajag. Bevindt zich nog iemand in die ruimte
dan is een druk op de knop voldoende om
de deur even te openen, doch nauwelijks
is hij er door of de deur sluit zich weer
zelf. Zelfs de hooge drempels worden
automatisch opgeslagen.
Complete ziekenhuis Inrichting.
We namen proeven en deze slaagden uit
nemend.
Voorts wandelden we. langs apotheek,
dokterskamer, cel voor krankzinnigen, afdee
ling voor besmettelijke ziekten enz. en*.
om in 't voorbijgaan te controleeren, dat cr
overal noodlampen zijn aangebracht, voor
welke een aparte installatie is aangebracm.
Dit is noodig, want behalve dat de hoofd
machines stoomkracht leveren, leeft en stent
men verder met c.Iectriciteit, Daarom zijn
nooddynamo's onmisbaar.
Nog maakte de heer Royer er ons opmerk
zaam op, dat een heele winkelvoorraad fla
nel gebruikt is als tusschenzetsel bij ahe
verbindingen. Ean schip moet natuurlij!,
eenigszins elastisch zijn, anders zou het
brekeD. Het werkt en dat werken ve
zaakt hinderlijk gekraak. Omdat men niet
vooruit weet, waar dat zal zijn, legt men
overal flanel tusschen, in de hoop, dat het
kraken aldus voorkomen zal worden.
Dat er heel wat telefoonleidingea zijn,
spreekt ook wel vanzelf. Het eigenaardige is
echter het trilapparaat, dat niet het geluid,
maar de keeltrillingen overbrengt, zoodat
men b.v. in de lawaaiige machinekamer
zonder hinder met den kapitein kan spreke.,
van alle andere geluiden hoort men niets.
De lezer zal verstaan, dat we na een
urenlange excursie-les met veel animo aan
de lunch deelnamen.
Direct daarna volgden we een mooie reis
film -langs de Middellandsche zee; toen was
hei al spoedig tijd voor 't diner en des
avonds hield Dr. Ir. W. M. Meyer, hoofd
ingenieur der maatschappij een lezing over
enkele kardinale punten van den bouw.
Het is echter beter hierover in een laatste
artikel te handelen.
Ieder in elk opzicht voldaan.
Alleen zij thans reeds vermeld, dat Ir.
Meyer met begrijpelijke genoegdoening
deelde, dat het schip in elk opzicht voldeed.
De afspraak was, dat het 17 mijlen zou
loopen; welnu, met gemak liep men 19 mijl
en dan was er nog voldoende reserve, zoodal
ook bij ongunstig weer deze snelheid mo
gelijk is.
Alle andere proeven met de ankers en net
plotseling draaien slaagden volkomen.
Men kan dit schip in enkele dagen lezen
en schrijven leeren, zei een oud-kr^itein.
Dit tweede artikel willen we besluiten met
het releveeren van een tweetal tafel-
speechen.
Bij het tweede diner, dat aan boord ge
geven werd, bracht Ir. Tegelberg name.
het Koninlijk Instituut van Ingenieurs hulde
aan de scheppers van de „Statendam". In
het bijzonder herdacht spr. het groote wer-*
van de heeren dr. ir. W. M. Moer, K. Tesch-
macher, (een Deen, die goed Hollandsi
spreekt) en ir. W. Royer.
Bij de laatste lunch nam Prof. Dijxhoorn
van de Hoogeschool te Delft het woord om
namens allen voor de gulle ontvangst te
danken, maar bovenal om hulde te brengen
aan de groote energie der Maatschappij, wel
ke moedig den strijd voert met sterke con
currenten.
HET JUBILEUM VAN DEN HEER J. VROÜJK.
Zooals we gister reeds meedeelden was t Maandag 50 jaar geleden, dat de heer J. Vrolijk te Scheveningen, voorzitter van het
Bestuur der Hulpvereeniging voor GereJ. Schoolonderwijs, iii hel Bestuur dezer Vereeniging zitting nam. VVe zien hier den jubilaris
'in 't midden van zijn mede-bestuursleden. Van links naar rechts, zittend de heeren J. Bronsveld, D. Jol, J. Vrolijk, H. Benger, C.
FVerschoor; staande (van links naar rechts) de heeren J. van Baal, I. v. d. Loo, C. Vrolijk Jsn., C. J. van Leeuwen, P. de Mos,
Baron van Haersolte bracht een dronk
uit op kapitein P. van den Heuvel en de
heer We sterman, directeur der If. A. L..
zei met weinige woorden hartelijk dank
voor de betoonde belangstelling.
Eenige uren later zetten we te Schiedam
weer voet aan waL
Het eerste artikel stond In ons blad
van gisteren.
LAGER ONDERWIJS.
ONDERWIJZERSBENOEMINGEN.
Dier men (gem. Rutten o. d. Veluwe): E.
B. Derks te Amersfoort, als kweekeling met
akte.
Wek er om bij Ede (hoofd H. Hegeman):
njej. H. Bakker te Scherpenzeel, voorl. voor
tydelijk.
H e i n o (hoofd H. Hendrik)D. Holzscherer
te Arnhem.
D e 1 f z ij 1 (U.L.O.)J. Scheringa te Fer-
werd (Fr.).
Oudeslhap bij JRoodéschool (Gr.): J. W.
de Bock te Ter Aar. Aangenomen.
O m m e 1 a n d e r \v ij k (Gr.)K. de Grooth
te Nieuwe-Pekela. Tijdelijk.
P n a c k e r: K. Rosénberg te Capelle a. d.
Üssel.
St. Annaland: A. Blauw te Harskamp.
Capelle (N.-Br.): mej. M. van der Zwet
te Ter Aar. Aangenomen.
Gedenkboek bij het 50-jarig bestaan.
De Unie houdt Dinsdag 2 April a.s. haar
51ste jaarvergadering te Utrecht ïn het ge
bouw voor K. en W.
Dr. K. Dijk, van Den Haag, hoopt te spre
ken over; „Is er bij den tegenwoordigen
stand van den schoolstrijd nog een plaats
en taak voor de Unie „Een School met den
Bijbel"?"
Het Hoofdbestuur der Unie schrijft ons:
„De eerste druk van het gedenkboek, ge
schreven door Ds. Rullmann was spoedig
uitverkocht Het Bestuur is bereid een twee
de druk ter perse te leggen, mits het daar
bij geen financieel risico loopt De prijs van
den tweeden druk zal onveranderd blijven,
dus slechts 2.50 Op dezen prijs wordt geen
korting toegestaan. De tweede druk zal eerst
verschijnen, als bestellingen voor 3000 stuks
ontvangen zijn. Voor 20 April kan óf via de
correspondenten óf direct aan het bureau,
Sweelinckstraat 39 Den Haag, de bestelling
gedaan worden. Men bestelle dus niet bij
den uitgever of sture nog geen geld. Indien
op 20 April 1929 het aantal bestelde exem
plaren 3000 bedraagt, gaat de herdruk door.
Die datum moet dus voor de beslissing wor
den afgewacht."
INGEZONDEN MEDEDEELING.
installaties aanleggen
vereischt electrotechnische kennis.
RADIOGEHOORZAAL COUZY.
SONORA - MARCANOLA
ROTTERDAM
Henegouwerlaan 29
Putscnebocht 16.
7ELEFUNKEN - PHILIPS
AMSTERDAM
Joh. Verhulststraat 110.
De 40ste algemeene vergadering van den
Schoolraad wordt Woensdag 3 April a.s. ge
houden in het gebouw voor K. en W. te
Utrecht
Behalve verslagen en rapporten zal een
voorstel van den Schoolraad behandeld wor
dei», om art. 7 der statuten te wijzigen,
waardoor het mogelijk is, een schoolbestuur
wegens wanbetaling of niet naleven van
uitspraken der commissie van beroep van
den Schoolraad los te maken. Het bestuur
der School m. d. Bijbel te Doorn heeft een
voorstel, waarin aangedrongen wordt op
wijziging der leerplichtwet in dien zin, dat
de leerverplichting voor alle leerlingen ein
digt als zij zeven jaren een lagere school
hebben bezocht De Schoolraad geeft in
overweging, dit voorstel zoodanig te wijzi
gen, dat uitgesproken wordt, dat een kind,
ongeacht zijn leeftijd, in elk geval vrij van
den leerplicht behoort te zijn, als het het ze
vende leerjaar doorloopen heefL
Een voorstel van het Schoolbestuur te
Stellendam wenscht bespreking van de
moeilijkheden van financieelen aard, waar
voor vele Schoolbesturen komen te staan bij
de invoeririg van de nieuwe salarisregeling
en de schalen der technische herziening.
De Schoolraad acht het wenschelijk, dat de
Regeering het voorschot verhoogt.
De heer II. J. .van Wijlen, directeur der
Kweekschool met den Bijbel te Rotterdam,
hoopt een rede te houden over; „Ons leer
plan voor 50 jaar en nu".
Het aantal aangesloten scholen bedraagt
thans 1594.
In de commissie van beroep voor de
schoolbesturen zijn aan de beurt van aftre
ding Prof. Jhr. D. G. Rengers Hom Siccama
te Utrecht (lid) en Mr. P. E. Briët te Leiden
(pl. v, v. lid) en voor het onderwijzend per
soneel J. v. d. Molen te Oosterbeek (lid) en
F. Kalsbeek te Woerden (pl. v. v. lid).
In de vacature Rengers. die zich niet her
kiesbaar stelt, wordt aanbevolen Mr. Briët,
en in diens plaats als pl. v. v. lid Dr. M.
van Haaften te Amsterdam. Het hoofdbe
stuur der Vereen, van Chr. ondervv. en
ond.-essen in Ned. en O. B. beveelt in de
vac. v. d. Molen Mr. J. J. de Waal Malefijt
te Utrecht aan. De heer Kalsbeek stelt zich
herkiesbaar voor pl. v. v. lid.
EXAMENS.
PROMOTIE,
r e r s I t 11 te L
i de Lettei
Amsterdam.
eterdata.
en WHebe»
>efschrlft: _De Oost-Indische Con»«
s heer W. J. iL Buch. geh.
ACADEMISCHE EXAMENS.
L Köhler.
Gem. I
Geslaafd
n. M. W. Beyerlnck; (K) dames T.
Luyten. W. C. Roodsant: (D) J. W
achten: J. A. ds Jonge, i
and. ex. de heer P. B,
Gesl. Godgeleerdheid:
Lengkeek te Rotterda:
R k e u E
Geslaagd v
heer P. W. B. Haseioop te Groningen.
)e commissie, aan welke word
examlneeren voor XL O. wis-
e wetenschappen .zal voor 1929 zitting hou-
i te "s-Gravenhage. met uitzondorlng van de
imens voor de akte K IV. .welke zullen wor-
i afgenomen te Amsterdam, Utrecht, Gronln-
en Leiden. Aan die commissie ls tevens
A. Franken, C. Wijnberg en H. A. de Vreeda.
EXAMENS-MACHINIST.
Don Haag. Gesl. v. dlpL A: Chin A. Paw
te Amsterdam: J. de Blaazer te Rotterdam; A.
Keur cn M. de Vries te Leeuwarden en P. CL
UIT HET SOCIALE LEVEN
CHR BOND VAN BELASTING
AMBTENAREN.
De algemeene vergadering van den Chr.
Bond van Belastingambtenaren zal dit jaar
op 26 April te Utrecht gehouden worden.
DE WONDERLIJKE REIZEN EN AVONTUREN
VAN TOONTJE EZELSVEL.
67 Gelukkig ging geen week meer heen.
Of Daan was alweer op de been.
Om nu den tijd wat te passeertuc,
Besloten z' Eskimo'sch te leereu.
Ze waren gauw er mee -bekend,
En ook aan 't leven daar gewenu;
Rauw Robbenspek en beren biet, v
Ze namen 't allemaal voor liefi
Op zeker oogenblik zegrt Daan:
„Zeg prof., hoe kan dat nou bestaan:
De zon gaat hier nou nóóit es oader,
Je zou zoo zeggen 't is een wonder!"
„Ja zegt Professor met een lach,
„Vier maanden is 't aan één stuk dag,
Dan gaat allengs het licht verbleeken.
En volgt een nacht van vijftien weken".
(Wordt Vrijdag vervolgd.)
FEUILLETON.
door
MARK ASHTON.
(39
Eerst slaagden zij er in om do aanvallers
terug te duwen en te dooden met hun
zwaarden en lansen, maar er waren zoo
veel vijanden, dat dit weldra een hopeloos
werk bleek te zijn. Zij sloegen de Romeinen
met hun knotsen duod en braken hun
zwaarden als glas middendoor. Er was ten
laatste bijna niemand meer over dan de
centurion.
Op mi oogenblik verscheen Norcea, de
dochter van den aartsdruïde, die bij den
aanval van haar landslieden gevolgd was
en nu ook uit haar bootje op de galei sprong.
Zij naderde de verhooging, waar Euphrosy
ne stond, die bezig was de gillende en
schreeuwende vrouwen tot kalmte aan te
manen.
Mot een harde stem riep Norcea tegen
den centurion:
„Wie is die vrouw, Romein?"
„Dat is een adellijke vrouw, de aanstaan
de echtgenoote van den generaal Aurelius,
jonkvrouw", antwoordde de centurion in
het Keltisch, „en elke beleediging haar aan
gedaan, zal stellig ten strengste door hem
gewroken worden".
„Gij liegt, Romein," riep -Norcea op woes-
ten toon, „ik ben de aanstaande vrouw van
den Hoineinschen generaal, zeg gij dit aan
de Romeinsche vrouw en ook, dat zij ter-
stónd naar haar eigen land terugkeert met
deze boot, als zij tenminste haar leven en
het uwe reddën wil".
De centurion gaf geen antwoord.
„Zij verstaat mij niet", zei Norcea onge-
du.vg, „zeg haar, wat ik zeide, ik beu if
eeinge die recht heeft op den Romein."
Omdat zij zoo aandrong vertolkte de cen
turion deze toespraak voor Euphrosyne,
maar hij voegde er bij: „dat meisje is zeker
niet wijs, toen blijft ons" geen andere keus
over dan haar voorstel om te ontsnappen
aan te nemen."
„Neen, wij hebben geen andere keus", zei
Euphrosyne, „wij moeien voor de overmacht
nukken, want het zou dwaasheid zijn om
langer weerstand te bieden. Zeg haar, dat
lik er in toestem om terug te keeren".
Deze woorden werden door den centurion
voor Norcea vertaald.
j „Dat is niet genoeg, Romein", zei Norcea,
„zij moet zw eren, dat zij nooit in dit land
terug zal keeren en den Romeinschen gene
raal nooit zal terugzien en er ook nooit in
zal toestemmen om zijn vrouw te worden."
j Toen deze woorden aan Euphrosyne over
gebracht werden, stond zij van haar zit-
I plaats op en keek de jonge Amazone met
,zulk een doordringenden blik aan, dat-die
Jhaar voor een oogenblik tot bezinning
'bracht, tenminste zij deinsde een paarstap-
i pen achteruit
„Zeg haar," zeide Euphrosyne tot den
centurion gewend, „dat ik nooit bij een god
noch bij een mensch zal zweren, dat ik mijn
recht opgeef om de vrouw te worden ven
den Romeinschen generaal Aurelius".
j „Meent zij dit? En is zij in ernst?" vroeg
Norcea.
i „De edele vrouwe meent dit stellig en het
is hooge ernst" antwoordde de- centurion,
j „Dan zal zij verdrinken en het water zal
haar bruidskleed zijn," zei Norcea op boos-
jaardigen toon.
Bij deze woorden sprong zij weer over
den rand van de galei heen en in haar
nootje terug. Nauwelijks had zij de galei
verlaten, of een scherpe pijl vloog tegen
iden kant van het schip. Dit werd een groot
laantal malen herhaald, tol er een groot gat
in de galei was, die nu vol water liep en
i langzaam begon te zinken. De vrouwen
j hieven luide angstkreten aan; de gewon-
j den, die op hei dek lagen, heten een steu-
jnend geluid hooren, maar weldra was alles
I in de diepte verzonken en leek de water-
j vlakte weer even effen als te voren.
Terwijl de galei zonk, stonden de Ro-
'meinsche centurion en de Grieksche vrouw
j naast elkander op het zinkende schip,
j In een oogenblik waren de Britten nu
jweer met hun bootjes weggcroeid en in de
J bosschen verdwenen.
I Zoodra de galei met de bruid van den ge
neraal de Theems was ingezeild hadden de
militaire seinposten die tijding aan Aure
lius medegedeeld.
Boodschappers hielden hem voortdurend
op de hoogte van den voortgang van het
schip en hijzelf stond met zijn zegewagen
de komst van zijn bruid af te wachten. De
galei was nu In zicht en Aurelius zei op
zachten toon tot Marcus:
„Eindelijk heeft de Heer mij den wenach
mijns harten geschonken".
I „Moge Gods bsstea ssgsa steeds op a sa
ook op haar rusten, mijn beminde meester",
antwoordde Marcus.
Terwijl zij nog spraken kwam het bericht
dat de horden der barbaren de galei aan
vielen.
Aurelius reed zoo snel mogelijk met z^, i
wagen naar de rivier en kwam juist tegen
over de galei, toen hij den „wensch zijns
harten" in het water zag wegzinken. Geen
woord kwam over zijn lippen, zelfs geen
zucht Hij hield de hand eenige oogenblik-
ken voor de oogen', dat was alles en achter
die hand vielen twee groote droppels in het
stof aan zijn voeten. Velen waren hem ge
volgd en allen hielden de hand voor de
I oogen en bogen zich voor de groote smart
die den man getroffen had, dien zij zoo
liefhadden en die hun afgod was.
I Zwijgend keerden allen naar het kamp te
rug. Redding was onmogelijk, de ramp was
te plotseling en te volledig. In de Romein
sche kolonie was alles nu in verwarring,
j iedereen was even heftig ontsteld en men
I begreep nog maar half den omvang van de
ramp.
Aurelius bleef alleen met zijn droefheid
en zijn God.
I tische taal uitbarstte en met aandacht
Ihet water staarde.
„Schoone bruid!" riep zij, „hoe bevalt u
dit koude bad? Gij zult hem nooit in de ar-
I men sluiten en een andere zal uw plaats
i innemen. Waarom waart gij ook zoo
schoon? Waarom was zij zoo geheel anders
dan. ik en keek zij met zulke prachtige de v'ÏÏa
oogen rond? Nu kan ik mij best begrijpen, tecder verzorgd werd door de vrouw van de-
'i"* 1| centurion Marcello. Zij hadden dadelijk in
au. st'-'na» dan ku:n gij zien. dat iiot
a".
De schildwacht keek in het bootje en zag
e-si.-i (i cal hei een Romeinsche *i.»uw
■as. du* zeker bij den aanval on Js nM
•ert'ronken was. Hij ging dadel^.: hulp na-
l-'uphrosyne werd overgeorachi near
n den eersten centurion, waar zij
DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Bij maanlicht.
Het heldere licht der maan bescheen de
bosschen en moerassen aan de Theems en
ook het eenige zichtbare levende wezen op
de rivier. Dit was een vrouw in een bootje,
die de plek afzocht waar de Romeinsche
galei ln het water wee weggezonken.
flat de Romein nooit een blik
had en dat hij mij nooit schee# te zien, als
hij voorbijkwam en ik hein begroette.
Waarom bpn ik niet, zooals zii? Maar nu is
alles voorbij en zij is dood! Maar stil, wat
•s dal?"
Op den oever van de rivier aan den kant
van Essex tusschen het riet lag een voor
werp, dat haar aandacht trok. Het was de
crestalte van een vrouw in het wit gekleed.
Het hoofd en de schouders lagen op den
1 oever en het andere gedeelte van het
lichaam tusschen het riet Norcea legde
haar bootje vast en boog zich over de stille
ges'alte heer.. Vol ergenis herkende zij het
sch-ione meisje, de verloofde van den Ro
mein.
Zij trok het lichaam op den oever en ue-
schouwde het met ernstigen blik.
„Ilij moet zien, dat zijn verloofile dood ls"
dacht zij, „en haar begraven, dan zal hij
haar eerder vergeten, anders denkt hij al
tijd, dat zij nog eenmaal bij hem terug
komt".
Zij legde Euphrosyne in het bootje en
volgens de gewoonte der Britten sleepte zii
het over land naar het Romeinsche komu
De schildwacht riep haar aan.
„Ik ben Norcea, da dochlar van dan Dru
il e villa bemerkt, dat de vrouw nog leefdo.
Norcea wilde juist weer het kamp verla
ten, toen zij bedacht, dat zijfden afloop van
de zaak weleens wilde zien. „Het is wel
iaat", ducht zij en zij zeide tot den schild
wacht- „Mag ik vannacht maar hier blijven
en mij o bootje hier vastleggen, want het is
te laat voor mij om nog terug te gaan".
„Zeker, dochter van den Druïde", ant-
woorde de Romein eerbiedig, „ik zal op het
bootje passen en de vrouwen in het huis
van don centurion zullen u zeker wel eon
onderkomen verschaffen, want de generaal
zal u buitendien zeer dankbaar zijn voor de
redding der edele vrouw".
In de verwarring en opgewondenheid die
er heerschte over deze gebeurtenis, wist
Norcea zich onopgemerkt op een binnen
plaats te verbergen vlak bij de villa van
den tribuun en daar lag zij nu als een wild
roofdier te wachten.
(Wordt vervolgd.)