RADIO DERDE BLAD. PROEFTOCHT S.S. STATEN DAM Schoolnieuws. EEN ALLEENSTAANDE FIGUUR WOENSDAG 20"MAART 1929 DERDE FLAD PAG. 9 HET VERLOOP VAN DEN TRIUMFTOCHT. Een drijvend luxe-dorp. Het mag overbodig heetcn op te merken, dat de lieeren- van de H.A.L. organisatie talent bezitten en dat ze de kracht hebben cm een vastgesteld programma ook af ie werken. Indien het bij de afwikkeling van het reisprogramma dan ook even gehaperd heeit, dan was dat aan do passagiers en piet aan de Directie te wijten. Zoo b.v. den eersten middag. Toen allen te Schiedam op Wilton's werf aan boord gegaan waren, werd tegen het eerste programpunt volstrekt geen bezwaar gemaakt: men schikte zich in de schitteren de eetzaal der eerste klasse, welke de ge heele breedte van het schip beslaat, aan di keurige tafels voor de eerste lunch, welae pu niet bepaald eenvoudig was. Prof. Dijxhoorn van de Technische Hou geschool te Delft heeft bij 't scheiden van het schip namens allen aan velen dank ge bracht en bij deze laatsten den Franschuu kok niet vergeten. Met reden: ik vermoed zelfs, dat die kok pog wel eens honoris causa doctoreeren zal in de culinaire wetenschappen en dat Prut. Dijxhoorn dan zijn promotor wil zijn. Anderzijds echter vrees ik, dat de Frar»- iche kok niet zou slagen bij een huishoud- examen voor een diploma: „een goede bur- kerpot kunnende koken". Dit trooste hen, die voor zoo'n burgerpot dankbaar mogen lijn. j Zonder schok uit het dok. Punt één van het programma liep dus even vlot van stapel als met de Statendam j het geval was; en ook het droogdok van Wilton liet de gevangene zonder hindo gaan. Zóó voeren we de haven uit cn den Wa- 1 terweg af; maar toen weigerden de passu- j giers om het programma letterlijk te vol- 1 gen; d.w.z. er was geen belangstelling om Cl de ingewanden van het schip af te dalen ter bezichtiging, want het was boven op het dek zóó interessant, dat iedereen daar bleef om te wuiven naar de duizende belangstel lenden en straks te staren naar/de verdwij- pende kust. De kalme, klare zee, de stralende zon en de fiiingename glijding van het schiD boeiden dermate, dat bijna niemana znh afsloot van de buitenlucht om in Lounge en palmcouri van de thee te genieten. ledereen was verheugd over het zeldzame weer en zegende den Enkhuizer Almanak welke dit jaar als weerkundige, reputa^d verwerft Eon groot gevaar afgewend. I Toen de avond gevallen was, zocht ieder- ten in avondtoilet zijn stamtafel in de eet- laal. Zoo'n geweldig diner geeft vaak naast tractie van keur van gerechten een temp talie van heel of halfgare tafelspeechen van menschen, die zich zelf gaarne hooren en den kok concurrentie willen aandoen. Met hoeveel dankbaarheid noteer ik hier, dat dit kwaad op de Statendam tot het lernoodzakelijkste is beperkt. Natuurlijk, een woord van welkom moest de Directie spreken, doch de heer A. Gips, die het sprak, houdt meer van de daad dan van het woord, en zijn woord was dus zoo kort en zoo sober mogelijk. Ge zijt ons allen hartelijk welkom, zei hij, doch ik wil het genot van het diner niet bederven door een redevoering De heer Gips weet misschien niet, welk vreeselijk gevaar hij daarmede bezworsi. heeft en hoeveel onuitgesproken redevoerin gen door zijn kordaat optreden in binnen zakken van smokings zijn verstikt. Maar de heer Gips heeft het hart der pers gestolen. Gelukkig is ook aan 't diner zelf een einci gekomen; er is van den heerlijken avond genoten; we hebben getuurd naar 't vuui van Eierland en naar de Brandaris en zijn toen de nachtrust ingegaan, in de com fortabele hut, van alle luxe en gemakken Voorzien. Maar op een proeftocht komen kleine ge breken aan 't licht en zoo klaagde men in zekere afdeelingen over te groote warmte, welke door ventilators in het plafond wordt aangevoerd en welke installatie nog eens nagezien moet worden. Excursie door het schip. Op den tweeden dag aan boord was de neer Ir. W. Royer, inspecteur scheeps bouw bij de H.A.L. en kenner van het schin als geen ander, bereid om een gedeelte der journalisten rond te leiden en aangenaam. pikant causeerend, de hoofdzaken uit te leggen. i heer Roy er verstaat de kunst om over technische bijzonderheden heen te glij den en op de hoofdzaken de aandacht te vestigen. De proeftocht door het schip begon op het „dorpsplein", waar de passagiers der eerste klasse binnenkomen en waar het bu reau gevestigd is, dat allerlei inlichtingen geeft. Om de rijkgebecldhouwde statietrap heen. bevindt zich een receptiehal, welke aan de zijden luxe-winkels heeft voor boeken, bloe- kantwerk, fijne bonbons en chocola terie. Daar zijn ook de kapperssalons voor da mes en heeren en de chef van deze hyper moderne afdeeling is eigenlijk een pendant van de Fransclie kok; al bemoeit bij zich meer met den uitwendigen mensch. Als ik het wel begrepen heb, dan kan hij de behandeling dermate compliceeren, aai ge nauwelijks gereed komt tusschen lunch en diner en dat de totale prijs oploopt lor een bescheiden maandloon. Men denkt aan boord in dit opzicht zeer Amerikaansch. De beeldhouwer Toon Dupuis, die ook aan boord was, maakte voor d<;ze prachtige hal een tweetal groene vrouwenfiguren, welke in een omlijsting van bloemen zijn gezet. De automatische klok hier houdt zoowel rekening met den gang der tijdsuren als met de wisselende zonnestand, tengevolge van het varen in Westelijke of OostelijKP richting. Tegenover de trap bevinden zich de sier lijke, kopergebronsde deuren van twee liften, welke geen overbodige weelde zijn in een schip met een hoogte van bodem tot deldek van meer dan 20 M.; waarom dan ook de 2e en 3e klasse van liften heeft voorzien. Een trap af komt men op het C-dek, waar receptie-rooms ter weerszijden van de trap zijn, en daarachter de eetzaal met overvloedige ruimte voor 394 passagiers. De receptierooms zijn uitgevoerd in Lodt wijk XVI stijl; het meubilair met handsnij werk was eigenlijk bestemtb voor de vorigt Statendam. De derde Statendam. Dit is eigenlijk Statendam III. De eerste is verkocht. De tweede was juist bij het uit breken van den oorlog gereed, is ons afgenomen door Engeland, dat er zooveel recht op meende te hebben, dat de naam veranderd werd in „Justitia". Doel) hel ifecht struikelde toen op de straten en Jus titia zonk op den bocjcm der zee. Vandaar do oude stijl in het nieuwe schip. Iets zeer bijzonders zijn hier de brand vrije schotten van glas in koper; de erva ring leerde, dat deze sierlijke schotten de uitureidmg van brand voorkomen. De heer Royer voerde ons nu naar be neden, waar op het F-dek een zwemnassin is gemaakt, dat elke verwachting overtreft. De ijzeren wand, met beton opgespoten, is bekleed met tegels en figuren, door de Pot- seleinc l-'ies te Delft gemaakt Men waant zich bij de oude Romeinen. Daarnaast vindt men het „Gymnasium' waar men op 't elcctrische paard, de vasie fiets en het imitatie-bergpad aan gymnas tiek kan doen. Voorts is er liet Turkaclie bad, waar men zichzelf kan laten uitstoo men; als het lichaamsgewicht al te zeer toeneemt. Ook staat er een weegschaal om te zien hoe 't met de slanke lijn staat „lk woog o kapitein, zei Ir. Royer, en ik schrok. We gingen nu iets zien van de derde klas. Toeristen en emigranten. Deze bestaat uit twee streng afgesloten gedeelten, welke, naar behoefte, grooter of kleiner gemaakt kunnen worden. Het eenc, streng afgescheiden gedeelte is bestemd voor emigranten, het andere voor passagiers. Deze seperatie wil niet zeggen, dat de H. A. L. de. emigranten als mindenyaardlgei» beschouwt; in geenen deele; ze staan in niets ten achter bij de toeristen. Maar de Amerikaansche Regeering eisc' deze afscheiding om de controle over het aantal emigranten mogelijk te maken. Wat dc toeristen betreft, zijn het in de laatste jaren vooral Amerikaansche studen ten, die in zes weken Europa „doen" en hier beschaving „halen". Welnu, niemand behoeft zich te beklagen of te geneeren om op de Statendam in de derde klasse te reizen. Alles is (trouwens ook in de tweede klasse) uitgevoerd in mo dernen stijl en telkens merkte Ir. Royer op. hoezeer de heer H. P. Mutters, scheepsinte rieur-architect in den Haag er in gc-l is om de moeilijkheden, welke een scheeps ruim nu eenmaal oplevert, niet slechts op te lossen, doch als steunpunt voor iets moois te gebruiken. Alles is streng in stijl gehouden, eenmaal gegrepep motieven zijn op zeldzame wijze doorgevoerd. Het is ondoenlijk, om dit voor elke zaal afzonderlijk na te gaan. Natuurlijk maakte onze begeleider ons op merkzaam op de geweldige ankers, waarvan de 300 M. ketting onder het dek zijn ge bracht Tegen brandgevaar. We gingen voorbij de zwavelhut voor brandbluschmiddelen; we keken in den mast aar een steile trap van honderd treden naar het kraaiennest voert; we hoorden, dat er 1G00 ton zoet water meegevoerd wordt en we bewonderden de waterdichte deuren, welke gesloten worden, zoodra er gevaar dreigt Bij den kapitein had ik daarvan reeas iets gezien. Want de stuurkamer is tegen woordig een wonder van techniek. Wil men een bepaalde koers sturen, dan wórdt deze ingeschakeld; de roerganger kan rust nemen en het schip behoudt automa tisch dezelfde richting, welke weer nauw keurig wordt opgeteekend. In dat opzicm kan de Raad voor de Scheepvaart later aJ.lcs aflezen. Het schip kan draaien, maar de kapitein niet. In die stuurkast monden ook vel» pijplei dingen uit, waardoor onmiddellijk rook komt, als in eenige afdeelingen brand ont staat Men kan om zoo te zeggen coni>ir leeren, welk soort sigaret aangestoken ordt. Indien men nu ergens brand constateer», dan gaan de waterdichte deuren 6ubiet <w lajag. Bevindt zich nog iemand in die ruimte dan is een druk op de knop voldoende om de deur even te openen, doch nauwelijks is hij er door of de deur sluit zich weer zelf. Zelfs de hooge drempels worden automatisch opgeslagen. Complete ziekenhuis Inrichting. We namen proeven en deze slaagden uit nemend. Voorts wandelden we. langs apotheek, dokterskamer, cel voor krankzinnigen, afdee ling voor besmettelijke ziekten enz. en*. om in 't voorbijgaan te controleeren, dat cr overal noodlampen zijn aangebracht, voor welke een aparte installatie is aangebracm. Dit is noodig, want behalve dat de hoofd machines stoomkracht leveren, leeft en stent men verder met c.Iectriciteit, Daarom zijn nooddynamo's onmisbaar. Nog maakte de heer Royer er ons opmerk zaam op, dat een heele winkelvoorraad fla nel gebruikt is als tusschenzetsel bij ahe verbindingen. Ean schip moet natuurlij!, eenigszins elastisch zijn, anders zou het brekeD. Het werkt en dat werken ve zaakt hinderlijk gekraak. Omdat men niet vooruit weet, waar dat zal zijn, legt men overal flanel tusschen, in de hoop, dat het kraken aldus voorkomen zal worden. Dat er heel wat telefoonleidingea zijn, spreekt ook wel vanzelf. Het eigenaardige is echter het trilapparaat, dat niet het geluid, maar de keeltrillingen overbrengt, zoodat men b.v. in de lawaaiige machinekamer zonder hinder met den kapitein kan spreke., van alle andere geluiden hoort men niets. De lezer zal verstaan, dat we na een urenlange excursie-les met veel animo aan de lunch deelnamen. Direct daarna volgden we een mooie reis film -langs de Middellandsche zee; toen was hei al spoedig tijd voor 't diner en des avonds hield Dr. Ir. W. M. Meyer, hoofd ingenieur der maatschappij een lezing over enkele kardinale punten van den bouw. Het is echter beter hierover in een laatste artikel te handelen. Ieder in elk opzicht voldaan. Alleen zij thans reeds vermeld, dat Ir. Meyer met begrijpelijke genoegdoening deelde, dat het schip in elk opzicht voldeed. De afspraak was, dat het 17 mijlen zou loopen; welnu, met gemak liep men 19 mijl en dan was er nog voldoende reserve, zoodal ook bij ongunstig weer deze snelheid mo gelijk is. Alle andere proeven met de ankers en net plotseling draaien slaagden volkomen. Men kan dit schip in enkele dagen lezen en schrijven leeren, zei een oud-kr^itein. Dit tweede artikel willen we besluiten met het releveeren van een tweetal tafel- speechen. Bij het tweede diner, dat aan boord ge geven werd, bracht Ir. Tegelberg name. het Koninlijk Instituut van Ingenieurs hulde aan de scheppers van de „Statendam". In het bijzonder herdacht spr. het groote wer-* van de heeren dr. ir. W. M. Moer, K. Tesch- macher, (een Deen, die goed Hollandsi spreekt) en ir. W. Royer. Bij de laatste lunch nam Prof. Dijxhoorn van de Hoogeschool te Delft het woord om namens allen voor de gulle ontvangst te danken, maar bovenal om hulde te brengen aan de groote energie der Maatschappij, wel ke moedig den strijd voert met sterke con currenten. HET JUBILEUM VAN DEN HEER J. VROÜJK. Zooals we gister reeds meedeelden was t Maandag 50 jaar geleden, dat de heer J. Vrolijk te Scheveningen, voorzitter van het Bestuur der Hulpvereeniging voor GereJ. Schoolonderwijs, iii hel Bestuur dezer Vereeniging zitting nam. VVe zien hier den jubilaris 'in 't midden van zijn mede-bestuursleden. Van links naar rechts, zittend de heeren J. Bronsveld, D. Jol, J. Vrolijk, H. Benger, C. FVerschoor; staande (van links naar rechts) de heeren J. van Baal, I. v. d. Loo, C. Vrolijk Jsn., C. J. van Leeuwen, P. de Mos, Baron van Haersolte bracht een dronk uit op kapitein P. van den Heuvel en de heer We sterman, directeur der If. A. L.. zei met weinige woorden hartelijk dank voor de betoonde belangstelling. Eenige uren later zetten we te Schiedam weer voet aan waL Het eerste artikel stond In ons blad van gisteren. LAGER ONDERWIJS. ONDERWIJZERSBENOEMINGEN. Dier men (gem. Rutten o. d. Veluwe): E. B. Derks te Amersfoort, als kweekeling met akte. Wek er om bij Ede (hoofd H. Hegeman): njej. H. Bakker te Scherpenzeel, voorl. voor tydelijk. H e i n o (hoofd H. Hendrik)D. Holzscherer te Arnhem. D e 1 f z ij 1 (U.L.O.)J. Scheringa te Fer- werd (Fr.). Oudeslhap bij JRoodéschool (Gr.): J. W. de Bock te Ter Aar. Aangenomen. O m m e 1 a n d e r \v ij k (Gr.)K. de Grooth te Nieuwe-Pekela. Tijdelijk. P n a c k e r: K. Rosénberg te Capelle a. d. Üssel. St. Annaland: A. Blauw te Harskamp. Capelle (N.-Br.): mej. M. van der Zwet te Ter Aar. Aangenomen. Gedenkboek bij het 50-jarig bestaan. De Unie houdt Dinsdag 2 April a.s. haar 51ste jaarvergadering te Utrecht ïn het ge bouw voor K. en W. Dr. K. Dijk, van Den Haag, hoopt te spre ken over; „Is er bij den tegenwoordigen stand van den schoolstrijd nog een plaats en taak voor de Unie „Een School met den Bijbel"?" Het Hoofdbestuur der Unie schrijft ons: „De eerste druk van het gedenkboek, ge schreven door Ds. Rullmann was spoedig uitverkocht Het Bestuur is bereid een twee de druk ter perse te leggen, mits het daar bij geen financieel risico loopt De prijs van den tweeden druk zal onveranderd blijven, dus slechts 2.50 Op dezen prijs wordt geen korting toegestaan. De tweede druk zal eerst verschijnen, als bestellingen voor 3000 stuks ontvangen zijn. Voor 20 April kan óf via de correspondenten óf direct aan het bureau, Sweelinckstraat 39 Den Haag, de bestelling gedaan worden. Men bestelle dus niet bij den uitgever of sture nog geen geld. Indien op 20 April 1929 het aantal bestelde exem plaren 3000 bedraagt, gaat de herdruk door. Die datum moet dus voor de beslissing wor den afgewacht." INGEZONDEN MEDEDEELING. installaties aanleggen vereischt electrotechnische kennis. RADIOGEHOORZAAL COUZY. SONORA - MARCANOLA ROTTERDAM Henegouwerlaan 29 Putscnebocht 16. 7ELEFUNKEN - PHILIPS AMSTERDAM Joh. Verhulststraat 110. De 40ste algemeene vergadering van den Schoolraad wordt Woensdag 3 April a.s. ge houden in het gebouw voor K. en W. te Utrecht Behalve verslagen en rapporten zal een voorstel van den Schoolraad behandeld wor dei», om art. 7 der statuten te wijzigen, waardoor het mogelijk is, een schoolbestuur wegens wanbetaling of niet naleven van uitspraken der commissie van beroep van den Schoolraad los te maken. Het bestuur der School m. d. Bijbel te Doorn heeft een voorstel, waarin aangedrongen wordt op wijziging der leerplichtwet in dien zin, dat de leerverplichting voor alle leerlingen ein digt als zij zeven jaren een lagere school hebben bezocht De Schoolraad geeft in overweging, dit voorstel zoodanig te wijzi gen, dat uitgesproken wordt, dat een kind, ongeacht zijn leeftijd, in elk geval vrij van den leerplicht behoort te zijn, als het het ze vende leerjaar doorloopen heefL Een voorstel van het Schoolbestuur te Stellendam wenscht bespreking van de moeilijkheden van financieelen aard, waar voor vele Schoolbesturen komen te staan bij de invoeririg van de nieuwe salarisregeling en de schalen der technische herziening. De Schoolraad acht het wenschelijk, dat de Regeering het voorschot verhoogt. De heer II. J. .van Wijlen, directeur der Kweekschool met den Bijbel te Rotterdam, hoopt een rede te houden over; „Ons leer plan voor 50 jaar en nu". Het aantal aangesloten scholen bedraagt thans 1594. In de commissie van beroep voor de schoolbesturen zijn aan de beurt van aftre ding Prof. Jhr. D. G. Rengers Hom Siccama te Utrecht (lid) en Mr. P. E. Briët te Leiden (pl. v, v. lid) en voor het onderwijzend per soneel J. v. d. Molen te Oosterbeek (lid) en F. Kalsbeek te Woerden (pl. v. v. lid). In de vacature Rengers. die zich niet her kiesbaar stelt, wordt aanbevolen Mr. Briët, en in diens plaats als pl. v. v. lid Dr. M. van Haaften te Amsterdam. Het hoofdbe stuur der Vereen, van Chr. ondervv. en ond.-essen in Ned. en O. B. beveelt in de vac. v. d. Molen Mr. J. J. de Waal Malefijt te Utrecht aan. De heer Kalsbeek stelt zich herkiesbaar voor pl. v. v. lid. EXAMENS. PROMOTIE, r e r s I t 11 te L i de Lettei Amsterdam. eterdata. en WHebe» >efschrlft: _De Oost-Indische Con»« s heer W. J. iL Buch. geh. ACADEMISCHE EXAMENS. L Köhler. Gem. I Geslaafd n. M. W. Beyerlnck; (K) dames T. Luyten. W. C. Roodsant: (D) J. W achten: J. A. ds Jonge, i and. ex. de heer P. B, Gesl. Godgeleerdheid: Lengkeek te Rotterda: R k e u E Geslaagd v heer P. W. B. Haseioop te Groningen. )e commissie, aan welke word examlneeren voor XL O. wis- e wetenschappen .zal voor 1929 zitting hou- i te "s-Gravenhage. met uitzondorlng van de imens voor de akte K IV. .welke zullen wor- i afgenomen te Amsterdam, Utrecht, Gronln- en Leiden. Aan die commissie ls tevens A. Franken, C. Wijnberg en H. A. de Vreeda. EXAMENS-MACHINIST. Don Haag. Gesl. v. dlpL A: Chin A. Paw te Amsterdam: J. de Blaazer te Rotterdam; A. Keur cn M. de Vries te Leeuwarden en P. CL UIT HET SOCIALE LEVEN CHR BOND VAN BELASTING AMBTENAREN. De algemeene vergadering van den Chr. Bond van Belastingambtenaren zal dit jaar op 26 April te Utrecht gehouden worden. DE WONDERLIJKE REIZEN EN AVONTUREN VAN TOONTJE EZELSVEL. 67 Gelukkig ging geen week meer heen. Of Daan was alweer op de been. Om nu den tijd wat te passeertuc, Besloten z' Eskimo'sch te leereu. Ze waren gauw er mee -bekend, En ook aan 't leven daar gewenu; Rauw Robbenspek en beren biet, v Ze namen 't allemaal voor liefi Op zeker oogenblik zegrt Daan: „Zeg prof., hoe kan dat nou bestaan: De zon gaat hier nou nóóit es oader, Je zou zoo zeggen 't is een wonder!" „Ja zegt Professor met een lach, „Vier maanden is 't aan één stuk dag, Dan gaat allengs het licht verbleeken. En volgt een nacht van vijftien weken". (Wordt Vrijdag vervolgd.) FEUILLETON. door MARK ASHTON. (39 Eerst slaagden zij er in om do aanvallers terug te duwen en te dooden met hun zwaarden en lansen, maar er waren zoo veel vijanden, dat dit weldra een hopeloos werk bleek te zijn. Zij sloegen de Romeinen met hun knotsen duod en braken hun zwaarden als glas middendoor. Er was ten laatste bijna niemand meer over dan de centurion. Op mi oogenblik verscheen Norcea, de dochter van den aartsdruïde, die bij den aanval van haar landslieden gevolgd was en nu ook uit haar bootje op de galei sprong. Zij naderde de verhooging, waar Euphrosy ne stond, die bezig was de gillende en schreeuwende vrouwen tot kalmte aan te manen. Mot een harde stem riep Norcea tegen den centurion: „Wie is die vrouw, Romein?" „Dat is een adellijke vrouw, de aanstaan de echtgenoote van den generaal Aurelius, jonkvrouw", antwoordde de centurion in het Keltisch, „en elke beleediging haar aan gedaan, zal stellig ten strengste door hem gewroken worden". „Gij liegt, Romein," riep -Norcea op woes- ten toon, „ik ben de aanstaande vrouw van den Hoineinschen generaal, zeg gij dit aan de Romeinsche vrouw en ook, dat zij ter- stónd naar haar eigen land terugkeert met deze boot, als zij tenminste haar leven en het uwe reddën wil". De centurion gaf geen antwoord. „Zij verstaat mij niet", zei Norcea onge- du.vg, „zeg haar, wat ik zeide, ik beu if eeinge die recht heeft op den Romein." Omdat zij zoo aandrong vertolkte de cen turion deze toespraak voor Euphrosyne, maar hij voegde er bij: „dat meisje is zeker niet wijs, toen blijft ons" geen andere keus over dan haar voorstel om te ontsnappen aan te nemen." „Neen, wij hebben geen andere keus", zei Euphrosyne, „wij moeien voor de overmacht nukken, want het zou dwaasheid zijn om langer weerstand te bieden. Zeg haar, dat lik er in toestem om terug te keeren". Deze woorden werden door den centurion voor Norcea vertaald. j „Dat is niet genoeg, Romein", zei Norcea, „zij moet zw eren, dat zij nooit in dit land terug zal keeren en den Romeinschen gene raal nooit zal terugzien en er ook nooit in zal toestemmen om zijn vrouw te worden." j Toen deze woorden aan Euphrosyne over gebracht werden, stond zij van haar zit- I plaats op en keek de jonge Amazone met ,zulk een doordringenden blik aan, dat-die Jhaar voor een oogenblik tot bezinning 'bracht, tenminste zij deinsde een paarstap- i pen achteruit „Zeg haar," zeide Euphrosyne tot den centurion gewend, „dat ik nooit bij een god noch bij een mensch zal zweren, dat ik mijn recht opgeef om de vrouw te worden ven den Romeinschen generaal Aurelius". j „Meent zij dit? En is zij in ernst?" vroeg Norcea. i „De edele vrouwe meent dit stellig en het is hooge ernst" antwoordde de- centurion, j „Dan zal zij verdrinken en het water zal haar bruidskleed zijn," zei Norcea op boos- jaardigen toon. Bij deze woorden sprong zij weer over den rand van de galei heen en in haar nootje terug. Nauwelijks had zij de galei verlaten, of een scherpe pijl vloog tegen iden kant van het schip. Dit werd een groot laantal malen herhaald, tol er een groot gat in de galei was, die nu vol water liep en i langzaam begon te zinken. De vrouwen j hieven luide angstkreten aan; de gewon- j den, die op hei dek lagen, heten een steu- jnend geluid hooren, maar weldra was alles I in de diepte verzonken en leek de water- j vlakte weer even effen als te voren. Terwijl de galei zonk, stonden de Ro- 'meinsche centurion en de Grieksche vrouw j naast elkander op het zinkende schip, j In een oogenblik waren de Britten nu jweer met hun bootjes weggcroeid en in de J bosschen verdwenen. I Zoodra de galei met de bruid van den ge neraal de Theems was ingezeild hadden de militaire seinposten die tijding aan Aure lius medegedeeld. Boodschappers hielden hem voortdurend op de hoogte van den voortgang van het schip en hijzelf stond met zijn zegewagen de komst van zijn bruid af te wachten. De galei was nu In zicht en Aurelius zei op zachten toon tot Marcus: „Eindelijk heeft de Heer mij den wenach mijns harten geschonken". I „Moge Gods bsstea ssgsa steeds op a sa ook op haar rusten, mijn beminde meester", antwoordde Marcus. Terwijl zij nog spraken kwam het bericht dat de horden der barbaren de galei aan vielen. Aurelius reed zoo snel mogelijk met z^, i wagen naar de rivier en kwam juist tegen over de galei, toen hij den „wensch zijns harten" in het water zag wegzinken. Geen woord kwam over zijn lippen, zelfs geen zucht Hij hield de hand eenige oogenblik- ken voor de oogen', dat was alles en achter die hand vielen twee groote droppels in het stof aan zijn voeten. Velen waren hem ge volgd en allen hielden de hand voor de I oogen en bogen zich voor de groote smart die den man getroffen had, dien zij zoo liefhadden en die hun afgod was. I Zwijgend keerden allen naar het kamp te rug. Redding was onmogelijk, de ramp was te plotseling en te volledig. In de Romein sche kolonie was alles nu in verwarring, j iedereen was even heftig ontsteld en men I begreep nog maar half den omvang van de ramp. Aurelius bleef alleen met zijn droefheid en zijn God. I tische taal uitbarstte en met aandacht Ihet water staarde. „Schoone bruid!" riep zij, „hoe bevalt u dit koude bad? Gij zult hem nooit in de ar- I men sluiten en een andere zal uw plaats i innemen. Waarom waart gij ook zoo schoon? Waarom was zij zoo geheel anders dan. ik en keek zij met zulke prachtige de v'ÏÏa oogen rond? Nu kan ik mij best begrijpen, tecder verzorgd werd door de vrouw van de- 'i"* 1| centurion Marcello. Zij hadden dadelijk in au. st'-'na» dan ku:n gij zien. dat iiot a". De schildwacht keek in het bootje en zag e-si.-i (i cal hei een Romeinsche *i.»uw ■as. du* zeker bij den aanval on Js nM •ert'ronken was. Hij ging dadel^.: hulp na- l-'uphrosyne werd overgeorachi near n den eersten centurion, waar zij DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Bij maanlicht. Het heldere licht der maan bescheen de bosschen en moerassen aan de Theems en ook het eenige zichtbare levende wezen op de rivier. Dit was een vrouw in een bootje, die de plek afzocht waar de Romeinsche galei ln het water wee weggezonken. flat de Romein nooit een blik had en dat hij mij nooit schee# te zien, als hij voorbijkwam en ik hein begroette. Waarom bpn ik niet, zooals zii? Maar nu is alles voorbij en zij is dood! Maar stil, wat •s dal?" Op den oever van de rivier aan den kant van Essex tusschen het riet lag een voor werp, dat haar aandacht trok. Het was de crestalte van een vrouw in het wit gekleed. Het hoofd en de schouders lagen op den 1 oever en het andere gedeelte van het lichaam tusschen het riet Norcea legde haar bootje vast en boog zich over de stille ges'alte heer.. Vol ergenis herkende zij het sch-ione meisje, de verloofde van den Ro mein. Zij trok het lichaam op den oever en ue- schouwde het met ernstigen blik. „Ilij moet zien, dat zijn verloofile dood ls" dacht zij, „en haar begraven, dan zal hij haar eerder vergeten, anders denkt hij al tijd, dat zij nog eenmaal bij hem terug komt". Zij legde Euphrosyne in het bootje en volgens de gewoonte der Britten sleepte zii het over land naar het Romeinsche komu De schildwacht riep haar aan. „Ik ben Norcea, da dochlar van dan Dru il e villa bemerkt, dat de vrouw nog leefdo. Norcea wilde juist weer het kamp verla ten, toen zij bedacht, dat zijfden afloop van de zaak weleens wilde zien. „Het is wel iaat", ducht zij en zij zeide tot den schild wacht- „Mag ik vannacht maar hier blijven en mij o bootje hier vastleggen, want het is te laat voor mij om nog terug te gaan". „Zeker, dochter van den Druïde", ant- woorde de Romein eerbiedig, „ik zal op het bootje passen en de vrouwen in het huis van don centurion zullen u zeker wel eon onderkomen verschaffen, want de generaal zal u buitendien zeer dankbaar zijn voor de redding der edele vrouw". In de verwarring en opgewondenheid die er heerschte over deze gebeurtenis, wist Norcea zich onopgemerkt op een binnen plaats te verbergen vlak bij de villa van den tribuun en daar lag zij nu als een wild roofdier te wachten. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9