VOOR DE VROUW.
HUISHOUDING EN KEUKEN
No. II. JAARGANG 1923
ZELFHULP.
Waar onze lezeresssen nog al eens inlich
tingen vragen naar verschillende manieren
om bijverdiensten te maken of, thuiswerkend
zich een bescheiden inkomen te verzekeren,
daar viel onlangs mijn aandacht op een
stukje in het bijvoegsel var. Het Handels
blad, waarin werd verteld van de originee-
le manier, waarop de Parijsche studentjes,
die het heel dikwijls moeilijk hebben om
hun studietijd „uit te zingen'' aan contan
ten kwamen.
Het was eerlijke arbeid en de regeling
lijkt wel iets op de bij ons bekende vcreeni-
eingen, die geregeld dameshandwerken ver-
fcoopen in daartoe aangewezen winkels.
Waar de methode die in het hierboven ge
noemdgeval werd gevolgd, was origineeler
en werkte zeker directer
Twee dagen lang zag het er in de Parijsche
Sorbonne uit. alsof de salons verhuurd wa
ren aan een groot warenhuis. Daar stonden,
tafels beladen met fijn linnengoed, zakdoek
jes, kraagjes, shawls, kleedjes, servet-ringen
poppen, colljors en wat niet meer. En
achter elke tafel een of moer allerliefste
|onge, charmante verkoopstertjes. M. Charlet-
ty, de sympathieke deken van de Sorbonne,
liep als een afdcelings-chef heen en weer
om toezicht te houden op zijn volkje en hun
klanten.
Er zijn een massa meisjesstudenten in
Parijs, die onmogelijk kunnen rondkomen
van ''et geringe maandgeld, dat de ouders
haar kunnen afstaan en die daardoor ge
noodzaakt z jn op de een of andere manier
wat geld er bij te verdienen. Sommigen doen
dat door het geven van lessen, anderen door
kantoorwerk, nog weer anderen door een
betrekking van surveillante in een school
aan te nemen; er zijn er een paar, die met
dansen en zingen, haar inkomsten vermeer
deren; en een groot aantal geeft haar vrije
uren aan het maken van allerlei soort
handwerken.
Het is echter niet altijd even gemakkelijk
em die handwerken aan den man te bren
gen. De magazijnen betalen er maar een
ichijntje voor. daar ze er bij verkoop zeif
ook nog een behoorlijke winst op moeten
paken.
En daarom is nu de vereeniging
„Amis des Etudiantcs" dien dapperen werk-
gtertjes tegemoet gekomen en heeft in de
Sorbonne een verkoop van alle handwerken
georganiseerd.
Die Amis des Etudiantes" hebben ai héél
wat diensten bewezen aan de in Parijs stu
deereude meisjes.
Het vorig jaar werd er voor bij de 115.000
francs uitgekeerd aan arme studentjes, die
«ich deze hulp waardig hadden getoond!
Wat een symoathie dan ook bij alle bc-
loekers en bezoeksters! Toch heel wat anders
dan de klanten van een gewoon magazijn
Meest mcnschen, die op de een of andere
manier met de Sorbonne in contact staan,
een massa meisjes-studenten en mannelijke
studenten, natuurlijk, die graag hun minder
bevoorrechte zusjes op die manier wat kwa
men helpen, dan veel professoren met hun
vrouwen, hun vrienden en kennissen. Ver
koopstertjes cn klanten wisselden vriendelij
ke woorden met elkaar als daar tijd voor
was, want soms konden de meisjes de druk
Ie nï&ar nauwelijks aan. Tegen het einde van
den imiddag .waren ze dood-op, maar ze
It raai den van voldoening. Wat een geld -
séél nicer dan zé hadden durven hopen.
lommige 'bezoekers betaalden het dubbele.
Tiet drievoudige, het tienvoudige zelfs van
de bepaalde prijzen. Wat een uren van
kalm studccren zonder onmiddellijke zorg
voor de toekomst.
De bezoekers die de moede, maar geluk
klge gezichtjes zagen waren niet minder te
vreden over hun middag mooie dingen
koopen cn tevens een goed werk verrichten,
loo iets komt niet alle dagen voor!
GOEDE ZEER GOEDKOOPE
SOEP.
Niet genoeg kan er gewezen worden op het
But van het koken van soep uit velerlei
vochten (voornamelijk groentcafkooksel) die
In de meeste keukens gewoonlijk wordt weg
gegooid. Ik zelf heb meer dan eens soep ge-
Uit grocntcnafkookwater en weet dat er dik
wijls iets lekkers van te maken is. En dat er
In het groentewater dikwijls nog vele waar
devolle bcstanddeelen zitten weet nu onder
ind iedere huisvrouw wel. De tijd dat
men zonder zich een oogenblik te bedenken
maar steeds alle water van liefst nog
„ruim" afgekookte groenten weggooide,
Is nu wel voorbij.
H.et is dan ook in den erond even dom als
liet weggooien van het „vleeschwater" (bouil
lon) dat men tot voor kort (en misschien
nog- wel) in sommige streken van ons land
iteeds deed.
VOLG. MAAR VRAAG NIET.
(Ingezonden door een lezeres.
Wat de toekomst br°ngcn moge,
Mij geleid' des Heeren hand;
Moedig sla ik dus dp pogen
Naar liet onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen;
Vader, wat Gij doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen
Met een rustig kalman moed.
Heer ik wil TJw liefde loven,
Al begrijp ik LI ook niet
Zalig hij, die durtt gclooi-
Ook wanneer het oog niet
Schijnen mij Uw wegen d
Zie. ik vraag U niet: waa.
Eenmaal zie ik al Uw luister,
Als ik in Uw hemel kom.
Laat mij niet mijn lot beslissen:
Zoo ik mocht, ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen,
Als Gij mij de keuze liet!
Wil mij als een kind behand'len;
Dat alleen den weg niet vindt;
Neem mijn hand in 'hve handen,
En geleid mij als een kind.
Waar de weg mij brengen moge,
Aan des Vaders trouwe hand
Loop ik met gesloten oogen,
Naar het onbekende land.
JAC VAN DER WAALS
War. nu het groentekooknat betreft: na
tuurlij kun men met ulles combmeeren er
uua.-oui is net wel noouig af en toe te proe
ven, aiaar een uitje smuuiU er wel aitycl u
wat miggi, of nog beier ais men ze ueelt:
wat jus, en met te vergeten een Stukje bo
ter, Ueipi goeu uiee om net genecl op smaak
ie brengen, ik voor nuj gebruik er uok inu-
a'ijis een stukje loeli 01 wat uuoUnuskaal u.j
maar die umgen uoe ieder naar eigen
smaak.
in liet Hbl. lazen we over het koken
deze soepen e enpoar weken geleden liet voi-
gendp
Nu alle voedsel zoo duur is kan ieder huis
moede> het Uugeiijkach menu aanvullen m«t
een b.jna grau.. oord soep. Daartoe dienen
uewaaru worden alle kooknuiten, aigegu
ten aardappel water, Uionnat, kooi vocht, ja
..at met? xus er maai' zorg voor gedragen is,
daf ei zuinig met liet; zout worut omgegaan
.3 men gewend, rijst in een vergietpan te
Koken, uun is ook nel- gebruikte stoomwater
van dienst, evenals nat van macaroni.
Doe alie vocht in eon pan, met wat gesne
den selderij blad. rrmak liet aan de kook, roei
er, op het oo" een hoeveelheid van de aller
dunste vermicelli al kokend door, laat het
mengsel tien minuten koken, roer wat
bloem en boter door elkaar, maak het vloei-
oaar met wat kokend nat, doe liet door de
pan met „soep" en laat alles nog ongeveer
vijf minuten zachtjes koken. Naar verkie
zing wat gehakte- peterselie, wat melk en
een paar theelepeltjes maggibouillon toevoe
gen. De soep ziet er zeer smakelijk uit, alsof
ze met eieren is toebereid en \is werkelijk
lékker, indien:bii al. die vochten geen uien-
nat in voorraatLis. .di.ent er eeii.z.eer jijn ge
sneden ui bij-dwgrunttetoflen te worden gen
oegd/ Aante raden -is het t>m-,eerst -te proe-
en of het' nab.ook te zout is» opdat er vol
doende water bij gevoegd kan worden, vóór
liet wocht wordt opge: t. Alle groentenatten
leenen zich voor deze soept
PRACTISCHE KINDERKOUSJES.
In ons derde nummer van Januari schreef
k (midden tweede kolom) over de prakti
sche manier, waarop een lezeres haar kin
derkousjes breide, n.I. aan het eind van
het heentje afkanten, dan liet beentje om-
keeren en aan den opzetrand het voetje gaan
breien. Ik noemde toen dat losse voetje zou
praktisch, met het oog op het uittrek
ken en aanbreien, maar zag over het hoofd,
rlat er nog een bepaalde reden was, waar
om het beentje omgekeerd werd, n.I. het slij
ten der knietjes. De aldus gebreide kousjes
kunnen niet alleen aan het voeteneind, maar
ook juist aan het kniedcel zeer gemakkelijk
uitgetrokken en aangebreid worden. Onze le
zeres die de vorige maal niet geheel volle-
lig was en nu deze aanvulling schrijft, ver
telt hier nog bij, dat zij van deze manier zoo
veel plezier heeft, omdat bij haar kleuters dc
knietjes veel meer slijten dén de voetjes. Mij
was het ontgaan, doordat de meeste kleuters
die ik ken, altijd leeren knielappen dragen,
bij het spelen in huis en tuin,, maar ik wil
wel bij zeggen, dat ik dat leelijke*dingen
id en ook liever zou overgaan tot het ge
bruik van zulke gemakkelijk» verstelbare
kousen.
KINDERKLEEDING.
Bijgaande afbeelding toont een paar een
voudige, toch goedkleedende jurkjes -oor
schoolmeisjes. Het kleinste oor don leef
tijd van 8 tot 10 jaar - is uitgevoerd in lila
kasha. Als garnecring neemt men kraag en
manchetten in kasha van donkorder tint en
over het voorpand gaat galon in diezelfde
kleur. Het bovenstuk sluit men naar verkie
zing met een paar groote knoopen (als óp de
afbeelding) of met een groote strik. In het
I rokje komen een paar diepe plooien, Juist in
het verlengde van de galongarneering.
Het andere jurkje - voor meisjes van een
j jaar of dertien werd gemaakt uit geruite
wollen stof, hier beige en bruin. Als gar
neering gebruikte men een beige crepe de
I chine kraagje, donkerbruine das en donker
bruine peau de suede ceintuur. Ook dit
jurkje heeft diepe plooien in het voorpand.
CORRESPONDENTIE.
Aan Mw. B. K. Ja, dat heeft nog een paar
weken geduurd, maar is nu weer over,
kwam door een ongeluk. Maar dit is eigen
lijk tegen onze regel, om geen persoonlijke
bezwaren in deze rubriek te brengen^ he"?
Het was trouwens in die dagen geen straf
im in huis te moeten blijven, vond ik. Toen
k dien morgen met een blij gezicht in den
zonneschijn voor m'n bureau ging zitten,
was juist een brief gekomen die me een
pak van het hart lichtte en dan de uwe,
waar ik. dien. origincelen zin uit oververtel
de toen zei iemand tegen me:-je hebt
daar toch maar een aardig werk aan zoo'n
krant, past zoo heelemaal bij je. Daar moest
ik het wél mee eens zijn, 't sluit aan als
tricot zond ik :(en is even rekhaar, zul-,
len hiér misschien de menschcn die wat-?
lang op antwoord hebben moeten .wachtcov.
waarschijnlijk denken maar heusch, ge-
of me: alles zat terecht komen).
En verder vond ik dat je met spierpijn in
een warme zonnige kamer, nog beter af was,
dan, heelemaal „fit" er bij zulk een tempera
tuur altijd uit te moeten. Maar dan zei een
hartelijk gezicht me dadelijk, dat ik toch
wel wat erg tevreden was. Waaruit je al
weer ziet, dat het in deze wereld niet licht
goed te doen is.
U schreef dat al heel .origineel: „ik zal blij
zijn als het gaat dooien, daar. ik erg graag
schaats".. hier zet men natuurlijk groote
oogen op, tot ik verder lees: „dus moeilijk
thuis kan blijven. En iederon middag weg,
dan b'ijft er van het werk veel liggen."
Zoo ging het hier ook. Een vriendje van
me, dat ook al eiken dag ging rijden, 's mid-
en 's avonds maar alleen als hij
overgaat op school, mag hij dezen zomer mee
naar het buitenland en voor die overgang
vreezen we nu allemaal, want hij is toch al
een grappenmaker en er zijn andere leer
lingen die nooit rijden en zooveel te meer
blokken. Het schaatsen verbieden of ver
minderen dan? Wel er komt in het hcele
jaar verder niets, dat het kind zoo merkbaar
weldadig aandoet, zoo heilzaam op zijn ge
stel inwerkt, terwijl hij over het geheel niet
aan overmaat van gezondheid lijdt
Neen, ik ben het eens met de menschen,
die zeggen: ijs en visch, neem Je als het er
is. Maar daarom juist verlang je dan na zoo
veel weken er wel naar dat het eens opruk
ken zal. Zelfs de kleine kleuters uit de buurt
hier, met hun vier vrije middagen In de
week, kregen er eindelijk genoeg van.
,»'k Zou 't toch wel leuk vinden, als het nou
maar eens ophield en het wat mooier weer
schieten de crocusjes maar niks op", zei
kleine Sieb, die toch eiken middag mee naar
de baan mocht en daar vroolijk rondkraste.
Ik geloof dat er niets is, wat de mensch
zoo gauw v.rvelen gaat, als zoo'n voortdu
rende vreugde en ontspanning. Juist dat
laatste woord" verklaart het: ontspanning is
er ton slotte, niet meer in, omdat er niet ge-
•noeg inspanning door arbeid tégenover staat.
Geregeld vverk, dat veel van je vraagt, waar
van je weet, het heeft mij, ^u i s t m ij noodig,
.ik geloof dat een mcnsch liet daar het pret-
Tfgst erf- het' Vróolijkst -mee uithouden -kan,
a)-vergeten vele drukke huismoedertje* dit
helaas wel eens, .en al is het evenzeer,waar,
dat na bepaalde' perioden eenige ontspan
ning noodig is en kan het voor sommige op
gewonden gestellen wel eens slechte gevol
gen hebben, als die ontspanning te lang ge
mist word L
Daarom moet een mensch zich er wel soms
eens op toeleggen om alle werkzorgen voor
een feestelijk oogenblik, uur of dagie, van
zich af te smijten. Mevrouw van Hille zegt
het zoo mooi in het artikel dat we onlangs
hier bespraken.
Dat dingetje had U me niet meer terug be-
hoéven te sturen, ik hadjietniet meer noo
dig: Prettig, dat U er zooveel profij't van hebt
gehad. Ook dat is „zonneschijn over T werk",
nietwaar?
Aan Mw. A. B. 't Is zooals t" vermoedde:
ik kan U volstrekt niet die koop aanraden.
Voelt u zich tot dat artikel en dat werk
aangetrokken, informeer dan eens bij een
groote solide naaimachinehandel.
Aan Mw. J. v. d. Z. Het is zoo: in die arti
kelen noemde ik het voorwerp te duur, en
daarin lag het zwaartepunt van mijn rede
neering. De rest is juist zooals U vermoedde.
Ik zal voor u naar dat bepaalde adres schrij
ven en u vandaar de gevraagde inlichtingen
meteen doen zenden. Zie intusschen ook
antwoord aan A. B.
Aan anderen: Op de vragen naar smock
jurkjes plaatsen we heden of volgende week
een voorbeeld dat we overnemen uit de K.V.
INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN
tegsn 4 APRIL a.s. aan de
MODE -VAKSCHOLEN VOOR DAMES EN JONGE MEISJES
afdeellngen t
akaebolea la Ncderlané.
iz In het voor eigen gebruik geheel zelfstandig vervaardigen van alle
DAG- EN AVOND-, CLUB- EN PRIVAJLTLESSEN.
d® spreekuren aan de scholen:
SCHIETBAANL.AAN 99. (bU den Heemraadsslngel)
hi/i eektUden Donderdak-s van 2—4 en 7—9 nnr
i ANN ASTRAAT 5 bö Av. Concordia). spreektUd Dinsdags van 7—uur
TeKEIJENOORD (Hlllesluis): BE1JERLANDSCHEL.AAN JO. spreektijden Dinsdags van
«—5 en Vrüdaga vao 7 uur.
Correspondentie-adres: ^Schletbaanlaan 114. Telefoon 33739.
Directrice.
Mevrouw s. A VAN AMIJDEPOR3.
HET KOKEN VAN VISCH.
Klop 1
t wit en geel e««
"Kgl's Aroma door.
Vermeng des vei Kierei
urme gekookte
In het Handelsblad vertelt een praktische
huisvrouw het volgende omtrent het koken
van visch zonder er speciaal materiaal voor
te bezitten:
Visch is voor menigeen een lastig koken.
Dat verandert echter geheel als het op de
volgende manier gebeurt:
In een gewone lage, niet te groote pan 11 afge-t
doet men een ko^'e kokend water cn plaatst J***' 1
een klein dessert of liever nog, vruchten-a.
bordje op den bodem. Daarop legt men de
visch, die met zéér weinig zout is ingewre
ven (niet .eer dan vleesch noodig heeft) btens" het
doet het deksel er od en plaatst de pan onder
liefst op een petroleumstel, of bij gebreke tend,
daarvan, op een kleine gasvlam, waarover
een asbest plaatje. In een paar minuten lan
ger dan de gewone tijd is de' visch gaar.
Maak intusschen van boter en bloem een
beslag, neem de vischpan, evenals een pan
met aardaDpclen, welke afgegoten moeten
worden, in twee handen, schuif 't deksel iets
open en laat het kokende vischna'. op de bo
ter en bloem looren. Dek de vischpan weer
toe, houd ze op een zacht lichtje nog even
warm, roer de saus, laat ze nog een paar
minuten roerende door koken. Onderzoek
of ze te zout is of te dik. In dat geval wat
melk bijvoegen en tot slot gehakte pieterse
lie of aangemengde mosterd. Bij visch, wel
ke zure saus behoeft, wordt de melk niet
gebruikt, maar uitgeperst citroenrat of azijn
Naar verkiezing een geklutst ei door de
saus doen.
In een betrekkelijk kleine pan, kan zelfs
een groote hoeveelheid vis. klaar gemaakt
worden. Rondvisch, zooals schelvisch, in
tweeën gesneden naast elkaar, kop naast
staart, of in mooten in elkaar passend; plat-
visch in dwarse rijen Loven elkaar. De visch
is overheerlijk, zoo ook de saus, want er
gaat niets verloren. Ik kook zoo al jaren ook he£ boone,
visch en ieder, die het ..p mün aanraden pro
beerde, doet het nooit meer anders.
dat door flink r
ZIEKENKOSTJES.
mag vuonil <1# maaUöilen nlat maken to
telkena tenlgkónlende kwelling voor do
patlSnt. Immers, het-voetUel dat niet met plc^le.
brut opgenomen, heeft wat vertering betren
;n veel geringer kans dan'de gerechten, dn
nder den invloed van een opgewekte ^tem
botsing te kom
rel sonder In
iel al té krach-
srfrlsachend vruch-
k-afwlaeellng, die
dan weer het m.
schil of pöpka.
brengen In
bü de
Grlesmeelsoep,
lonblokj*
Ltnsenmeelpap,
zooveel van d«
aangemengde mee) |n en laat het
mde) gaar worden (ongeveer 1|
ANDERE RECEPTEN.
Bruine booneruocp.
Rereldlng: \Vrt)f puree
n en voeg die bü
larna de goed fün tl
iter en de bloem mo
ulderüet
den füni
«chlldp.idaoep i
s toegevoegd of blokjes In bot
dan gebruikt
heeft, r
Ikt mei
lelfde sot
Nagemaakte schildpadsoep
PRACTISCHE WENKEN.
3 gaat als het altijd r
;edlend. zal minder kans h
icgl's Aroma.
tj theelepeltje
eenige druppn
Geklopt el.
rut. S druppels Maggl's
Vele huismoeder
aschbakjes opetü-
krestj»-. niet heele.
JSje Mtlven naameu-
Peau de suedé
:vlekken zün r|°
DE
Nadruk verboden.)
„WERKENDE" VROUW.
Hoeveel men ook en met recht tegen
deze benaming mag inbrengen immers
lijkt het er veel op of men altlus de vrouwen
die zich aan het eigen huishouden wijden,
als "n/ef-werkende, wil beschouwen toch is
tot dusver nog niet een korte, duidelijke
betiteling gevonden voor de vrouw die haar
bezigheden buitenshuis heeft. In „De Huis
houd revne" vond ik hoven een stukje waaruit
Ik hier een paar dingen aanhalen wilde
als titel: de „vrije" vrouw. Dat de schr. zelf
het woord „vrije" hier nog eens apart in
aanhalingsteekens zet, bewijst wel, dat hij
éók het minder juiste van die benaming in
liet. Immers is de „werkende" deze titel
heeft tenminste vóór dat ze is ingeburgerd -
vrouw, meestal allesbehalve vrij, cn verricht
j in vele gevallen haar arbeid noodge
drongen.
Ln de ontboezeming nu, welke ik hier op
hot oog heb, werd dit wel een beetje uit het
verloren. Toch werden er zulke behar-
tenswaardige dingen in gezegd dat ik die
raak hier ook eens ter sprake brengen wil.
De schrijver begint met de erkenning dat
de vrouw meer en meer een voorname plaats
in het wereldgebeuren gaat innemen, en
*egt dan verder:
Zij neemt deel aan de regeering van
land, provincie en stad; zij bekleedt voor
name plaatsen in den handel cn op kan
toren; kortom zij heeft zich in betrekke
lijk korten tijd n rij en onafhankelijk we
ten te maken; zj is een persoonlijkheid,
waarmede rekening gehouden wordt.
Maar misschien wel ten gevolge van de
jeugd der „vrijmakings-beweging" is er
>en tweeslachtigheid ontslaan, die nu toeli
-maar zoo spoedig mogelijk dient te ver
dwijncn.
Immers ondanks het gevoel van „gelijk
gerechtigheid" der lich „vrij" voelende
vrouw, schijnt ze nog steeds maar geen
afstand te kunnen doen van de voorrech
ten, die ze gewend was, te genieten.
Zoo accepteert ze in het algemeen ge
sproken, de uitzonderingen bevestigen den
regel nog altijd met de liefste glimlach
de ridderlijke opofferingen en galante
rieën van de „hecren der schepipng"; ja
sterker, ze voelt zich het grootste onrecht
aangedaan, als eens een practisch man
haar als „gelijkgerechtigde" bejegent;
d.w.z. tot geen enkele ridderlijkheid of
galanterie bc-rcid blijkt te zijn.
Wij hebben hiermede vooral op het oog,
het afstaan van zitplaatsen in volle trams,
en het voorrang geven van instappen bij
halten, waar blijkt, dat niet alle wachten
den in de tram toegelaten' kunnen worden.
Logisch is, dat een jonge man zijn zit
plaats afstaat aan een bcpaarde of oude
dameof heer! Maar even logisch zou
het ook zijn, dat een jonge dame hetzelfdp
zou doen; (dit laatste nu, behoort onge
twijfeld tot de hooge uitzonderingen).
Maar ónlogisch is het, dat een dame
verlangt, dat een heer van ongeveer ge
lijken leeftijd, zijn zitplaats aan haar
moet afstaan; zij zijn immers „gelijkge
rechtigden"! En welke man zou zijn p!aat«
afstaan aan een hem volkomen onbekend
sektegenoot van gelijken leeftijd en zon
der merkbare lichaamsgebreken'?
En zoo zijn er ook nog tal van andere
onlogische verhoudingen.
Er zijn vrouwen en meisjes, wier inko
mens grooter zijn, dan van ménig man;
tóch zul 1 en nog heel wat onder haar, zirh
zonder blikken of blozen laten „vrijhou
den", hij het bezoeken van theaters, bios
co pen of café's.
Bij mannen-onder-elkaar, wordt zulk
een geste bestempeld met den minder
vleienden naam van „klaploopen"; doch
vrouwen beschouwen het, als een doodge
wone plicht, dat de haar begeleidende
man natuurlijk wordt hier niet een
echtpaar bedoeld! voor haar betaalt
Het is immers in volkomen tegenspraak
met haar opvatting van „vrije vrouw"; ze
zijn gelijk gesteld op „gelijke rechten",
doch dan kan het ook nimmer de bedoe
ling zijn, dat die volmaakt éénzijdig aan
vaard worden.
Het moet dus beschouwd worden, als
een kameraadschappelijke verhouding,
waarbij ieder het gelijke aandeel in de
kosten draagt Eerst dan kan er sprake
zijn van volkomen gelijkheid.
En dan resten er toch altijd nog
doende omstandigheden, dat de ma
lijke ridderlijkheid en galanterie zonder'
het onaangename gevoel van „klaploopè-
rij", of zooals bij de tramaangelegen-
hcid van galante voorkeur het begrip
van „gclijkgerechtigheid" niet in het ge
drang behoeft te komen.
Eerst dèn geeft de vrouw blijken, de
door haar zoo moeilijk verworven plaats
in de maatschappij, volkomen waardig te-
zij nl
Tot zoover de bewuste schrijver, ik ge
loof ook, dat deze dingen wel eens gezegl
,.;n worden, al staat het bij mij vast, dat.
iedere vrouw, van karakter, die zichzelf res
pecteert, in het algemeen zich zoomin door
vreemden als door vrienden of goede kennis
sen, bij kleine of groote uitstaojes geregeld
zal laten „vrijhoudenNatuurlijk betaalt de
man „even", omdat dit nu eenmaal beter
staat, maar ln normale gevallen is de goe ie
regel, dat dit dan later verrekend wordt. Eh
het is juist in vele gevallen een soort van
antiek gevoel van de heeren hetwelk van
dezen goeden regel soms nog een kwestie
maakt, zij vinden het „stuitend", om te wnr-
dm terugbetaald. Het blijkt dan ook bijnn
altijd noodig, dat de dame vooraf de voor
waarde stelt: „als ik m'n eigen deel in de
kosten mag betalen anders ga ik niet".
Het eenvoudigste zou zijn, om even als hij
heeren en ook hij dames onder elkander
de gewoonte is. dat nil eens de een en dan
weer de ander, al naar het uitvalt, de ver
tering betaalt, maar er schijnt hij de heeren
een onoverkomelijke afkeer tegen te beslaan,
om ook eens door de dames te worden vrij-
gehouden. Inderdaad is in ons enen nog wel j
zooveel gevoel voor manieren uit een vroe
gere periode overgebleven, dat we het als een
onhebbelijkheid aanvoelen.
Maar, zooals de schrijver van het aange
haalde stukje zegt: logisch zou het wel zijn.
Natuurlijk kan men ook aan den anderen
kant overdrijven. Ik zal nooit vergeten, al is
het reeds jaren geleden, hoe ik eens met een
onderwijzeres, natuurlijk was het een -school
juffrouw (die léven soms van principes), op
fietstochtje ergens aankwam. Zij liep het
restaurant al in, terwijl ik nog even m'n
taschje losgespte,, en toen ik een minuut la
ter ook binnen was en haar vroeg wat zij
wilde gebruiken, zei ze met al de waardig
heid van haar pasverworven dienststaat: o,
ik heb het mijne al besteld, ieder voor eigen
rekening doen wij toch(!) - Nu op dat oogen
blik heb ik goed gevoeld, dat je toch niet te
"veel logira in vriendsrhappelijken omgang
moet brengen, want ik was kinderachtig en
ouderwetsch genoeg, om het een beetje gê
nant aan te voelen.
Dan is daar nog de kwestie van het op
staan in trein of tram. Inderdaad heh ik
voor mij, er nooit iets tegen gehad, als Jong
meisje voor een oude heer, die zich zichtbaar
vermoeid of slecht ter been was, op te gaan
staan. Met het opstaan voor oudere(?) in
derdaad staat er bijna altijd een vraagteeken
achter dit woord dames, moeten jonge
meisjes meestal maar een beetje opoasson.
Bekend is het geval, dat een vriendelijke da-
een ander die pas inkwam haar
plaats aanbood, omdat ze al lang had ge
zeten, waarop de ander toon met een laat
dunkend air antwoordde: dank U, ik ben
niet ouder dan U". Zulke menschen heb je
ook.
Maar ook in dezen moet men natuurlijk
niet generaliseeren. Als Ik moe hen en er
gens inkom waar geen zitplaats meer over is.
dan hen ik erg blij, wanneer een desnoods
nog oudere dame, me vertelt, dat zij niet moe
is, of torh haast weg moet en daarom haar
plaats aanhiedt. Het best Is maar ln jculk
soort dlngpn voornamelijk op gevoel en In
druk af te gaan en leder geval op zichzelf te
beschouwen. Zoo zal het bijvoorbeeld ookl
vaak genoeg voorkomen, dat een Jong meisje
dat voor een oude heer of dame opstaat zich
direkt daarna de plaats ziet aangeboden van
een jonge man, die tevoren lui was blijven
zitten. En die 'hiermee een goed lesje heeft
gehad!
Wat nu betreft den omgang van vakgenoo-
ten van verschillend geslacht, het is wer
kelijk onredelijk nu ln vele beroepen
meisje dadelijk begint met een even groot,
zoo niet grooter salaris dan de jonge man,
die er dan vaak nog meer van studeerun
moet, dat hij dan voor haar de uitgange
tjes, zooals ze onder collega's zoo vaak voor
komen, zonder dat er van een intiemer ver
houding sprake is, zou moeten bekostigen.
Men meent dan meestal wel. dat een jongen
die met een meisje uitgaat dit in andere
erhouding doet dan de vriendschap van
meisje tot meisje en van jongen tot jongen,
r in onzen tijd is dat In zeer vele geval-
niet waar. Heel' vaak is er werkelijk
slechts een vrienschapsgevoel tusschen de .e-
van verschillend geslacht, die door geza-
melijk worked of studceren aan een vee!
rijere omgang zijn gewend dan de jonge
menschen uit een vroeger tijd.
Nog een andere kant van de ïaak is: hel
helpen hij kleine werkjes, dat zoovele vrou-
ook als overblijfsel uit een voorbije ti|i,
co.lega's vergen. Ik heh vaak genoeg niet
zonder eenige ergernis, gezien hoe bij het uit
van scholen bijvoorbeeld, meisjes en
jonge vrouwen, die van haar salaris een ge
makkelijk bestaan hadden, „opeens" zagen
hoe noodig ze haar fiets moesten oppompen,
waarmee ze dan nog best een half uurtje om
konden gaan voor de lunch of het diner, lat
in het zorgzame pension voor hen klaar znu
staan... van voorbijloopende collega's, meest
al gehuwde mannen, die zelf zirh hard haa»
wilden om naar huis te lonnen, waar
w en kinderen wachtten, en zij mees'al
al dadelijk zich met de kleuters „moesten"
bemoeien of moeder de vrouw helpen met „de
hop!" binnen te brengen, vcnvnrbtten, dat
dpze heel en'ant hun hulp aaohleden ®n d®
fiets van haar overnemen zouden. En a'5
de mannen het niet deden, waren zij
„vlegels".
Zulke dingen zijn zeker wat &1 te onlogisch.
En het is ook een algemcene ervaring (w«
schrijven hier immers voo vrouwen?) dat
wanneer de dames zoo erg veelelschend zijn,
de heeren er zooveel te eerder de brui aan
geven en haar eenvoudig laten lobben om.
aan den anderen kant de vrouwen die trach
ten zichzelf te redden, nog eens eer te willen
helpen. Wat zij dan aan „ridderl;jkheid""
trouwens een toch uit den tijd rakend*
eigenschap verliezen, winnen ze aan ka
meraadschappen !kheid en rechtvaardigheids
gevoel. En 't is niet eens gezegd, dal de wer
kende vrouw daar zooveel hij tekort komen
zal. Zoo hoorde ik bijv. eens in een gesprek
tusschen een paar jonge mannen de een
beweren: „als ik ln een tram zit. en ik zis
daar zoo'n zelfstandige vrouw met een nkt^
taseh. een stapel schriften of zoo iets. Wan
denk ik: ,.je werkt als een man .dus kan
je ook cw-ngood staan als een man" etj
dan blijf "k zitten. Maar komt er een echt*
dame, al is ze nog zoo jong, dan sta ik opt
Hij was een van die werkkrachten die zich
hun kansen ontnemen, zich In hun bestaan
bedreigd zien, door de invasie der vrouwe»
hun beroep, maar de ander, een van
prakt:srhe hardwerkende kerels die zeg.
gen: IMt ze maar, er is geen vrouw, die t^
gen mij opwerken kan", antwoordde hem
dadelijk: Zoo? dan denk ik er anders o\er!
Als ik daar van die nuffige, deftige damea
zie, die hun middag verdoen met winkelen,
dan denk ik: je hoeft je niet moe te loopen
als je niet wilt, 't is je eigen kans, cn ik hen
moégewerkt, dus i k zit. Maar komt er dan
zoo één in eenvoudige praktische kleeren,
die misschien den heelen dag zich moe go-
sfmiwd b®eft op een schorl met dreinen van
kinderen of in een druk kantoor, een win-
kdmeisie desnoods, dan denk 'k: och ziel,
t is Je hes'emmlpg niet. je zal 't torh ook
maar doen omdat Je eenmaal moét en dan
geef ik haar het restie dat er nog van da
vroegere vrouwenrechten over Is. dan sta Ik
voor hoor on. Weeni't we maar weer zien,
dat ook In deze tweeërlei meening bestaat
en r e c ht van he«taan he**-