ZONDAIGSBLAD
DAMRUBRIEK.
m
m
m
V
m
m
m
m
üi'-
■jajOtPL
tmm VVs
m a_ m"
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
D
Redacteur: W. HOEKSTRA Tulpeboomstraat 6, Den Haag ji
Alle nzendingen be'reffenda deze rubriek te zenden aan bovenstaand adre3.
Voor alle vraags'ukken geldt: ..WIT BEGINT EN WINT".
Oplossingen worden binnen 8 dagen ingewacht en over 14 dagen met de namen der oplossers gepubliceeid.
Oplossingen.
No. 192. Auteur: B. H. CREMER.
Wit. Zwart.
1. 3330 21X35
2. 25—20 16X27
3. 41—40 35X44
4. 47-42 36X29
3. 20—14 44 X27
6. 14X3 jn wint
No. 195. Auteur: C. TH. HUIZER.
Wit. Zwart.
1. 21-16 22X31
2. 32-27 31X22
3. 37—31 36X27
4. 34—30 23 X32
5. 20—21 25X34
6. 24-20 15X24
7. 42—38 32 X 43
8. 48X17 22X11
9. 21X1 en wint
Een zéér mooi vraagstuk.
Goede oplossingen ontvangen van de heeren: A.
_M* Dommelen, B. C. Klijn, W. C. van Gent, J. Bal,
Ie Rotterdam; L. Mol, Loosduinen; B. H. Cremcr
<195). C. Th. Huizer (192) den Haag; H. G. van Mill,
J. P. H. von Mil, Dordrecht; Chr. van Arkel, Tiel;
Jb. Korpershoek, Maasland; H. J. Lize, Alkmaar; i.
E. v. d. Brink, Woudrichem.
Uit onzen Lezerskring.
Vraagstuk No. 198.
Auteur: J. v. H. v. Mill, Dordrecht
33, 34, 38, 39; 41, 42, 44, 45, 47, 50.
Vraagstuk No. 197.
Auteur: P. KLEUTE Jr., Den Haag.
gg I
9
13
'M ü--'
a
9
f»
üf
s
fff
9
a
■UB'
S3
sa
«wart: 2, 3, C. 9. 10. 14. 18 -20. 23 -25, 29. 35.
Wit: 11, 27, 31, 32, 34, 37, 40, 41, 44—47, 41), 50.
Wit speelt en wint in 10 zetten.
Thans willen wij nog even terug komen op den
■tand uit een vorige rubriek tusschcn do heeren W.
oekstra (Wit) en C Th. Huizer (Zwart).
Stand:
'V'
m m
□JEL.E I
m
Zwart's laatste zet was dus 50—45. In deze positie
heeft Wit maar weinig goede voortzettingen. B.v.:
1. 27—22? dan 23—291
2. 33X13 verplicht 45—501
3. 22X11 50X6
4. 26X17 6X15 gewonnen
Ook mag Wit niet 10—5 spelen, wegens Zwart
17—22 (27X29) 45X23! (26X17 23—45 en 45X 34
wint.
Er rest dus niet anders dan 10—4 of 1015.
In de partij volgde:
1. 10—15 45-50
2. 39—34 50—45
3. 34—30 45—40
4 30-25 40-44
5. 15—41 belet 2320. Nu Speelde Zwart
17—22
6. 27X2' 44—49
7. 26XT' 49X45
8. 28—22 de sterkste! 19—24 de beste.
Zwart dreigt nu met 24—30 en 45X38 of 36.
Wit moet hier dus een schijf offeren en deed dit
dan ook door
25—20 24X15
Hierna werd de partij door beide spelers remise
gegeven.
Damperiodieken.
Het Damspel.
Het Februari-nummer van bovengenoemd Maand
blad geeft behalve officieel en „binnenlund-nieuws'
een voortzetting van de beschouwingen door R. C.
Keiler over het Wereldkampioenschap. Opmerkingen
van Springer en Keiler maken dit gedeelte belang
wekkend. Het resultaat van deze beschouwingen
lijkt ons Springer in het gelijk te stellen met betrek
king tot de opmerking aan het adres van Keiler.
G. L. Gortmans geeft als altijd in kort bestek een
overzicht van de belangrijkste dam-gebeurtenissen
in het buitenland.
W. C. J. Polman, geeft een zeer belangrijke rubriek
over standen uit het wereldkampioenschap. Keiler
geeft in deze rubriek een studie over een variant
van de „Woldouby-stelling", die voor het practische
spel van groot belang is. De oplossing van een spel-
studio van Springer, geeft een ingenieuse afwikke
ling te zien!
P. Schaaf maakt, als altijd, iets bijzonders van de
eindspel rubriek. De grondslag van deze rubriek, het
practische spel, waarborgen een groot aantal studen
ten voor dit gedeelte.
R. C. Keiler besluit dit nummer met „kijkjes la de
Damclubs", op waardige wijze.
Le Jeu do dames.
Het Januari nummer van het Fransche tijdschrift
onder de onvolprezen redactie van Marcel Bonnard
begint met een beschouwing over het eventueel ver
spelen van den titel van wereldkampioen in een
tournooi of door een match.
Interessante standen-besprekingen gaat vooraf aan
twee geanalyseerde purtijen uit de wedstrijd om het
wereldkampioenschap n.l. MolemardSpringer en
Herman de JonghMarcel Bonnard. De analyses van
Bonnard genieten terecht vermaardheid. De prijs van
dit tijdschrift is 20 francs per iaar. Adres: Marcel
Bonnard, ruè Pierre Corneille 62, Lyon.
„Damspel-Studie".
Het maandblad ter bekendmaking van het Dam
spel in België, verschijnt met het Januari nummer
in een nieuw gewaad en steekt gunstig af bij „Het
Damspel".
De administratie maakt bekend, dat do volgende
nummers eenigszins vertraagd zullen verschijnen.
De heer P. Vogel te Sneek vervolgt zijn artikelen
reeks uver de problematieke grondslagen zoo&ls /.ij
in „Het Damspel" worden gepropageerd en laat daar
o.i. weinig van heel. Veel lezers van „Het Damspel"
zullen het met de stevig geargumenteerde opmer
kingen zeker van harte eens zijn.
De binncnlandsche berichten getuigen van een
Intcns-verecnigingsleven In België.
B. Springer en Herman de Jongh geven ieder een
geanalyseerde partij en maken dit nummer tot iets
bijzonders. De Rottcrdnmsche speler Ph. Ham, die
thans In Antwerpen woont, publiceert ecnigc stu
dies, terwijl de problecmrcdacteur L. Vos, proble
men ter oplossing zijn lezers voorzet met de kans
om een dollar te winnen!
Prijs per jaar 25 francs. Administratie: II. Tercelin
Avenue Leopold 69, Brasschaet, België.
„De Damrubriek".
Een nieuw tijdschrift en een nieuw geluid,
misschien?
I-nat ons afwachten. Het eerste nummer ziet er
frisch en aantrekkelijk uit.
De hoofdredacteur A. K. W. Damme, kampioen van
Nederland, is in ieder geval de rechte inun op de
goede plaats. Als dam-jonrnali9t is hij onovertref
baar door zijn groote 9pelkennis en eigen stijl.
De inleiding van den Hoofdredacteur geeft een
verontschuldiging en een belofte.
Volgt: De beteekonis van het flankspcl in de
moderne partij. Het principe der moderne partij
wordt getoetst aan het spel van Vos en Keiler. Dam
me «loet dit op een heldere wijze en zijn oorspron
kelijke opmerkingen doen ons verlangen naar het
volgend nummer.
Chr. Markus Ij redacteur van „Clubrevue" ea
KOEKOEK
Verborgen in het hooge riet.
Zit daar die nestenparasiet,
En hoe ik kijk, ik zie hert niet,
Maar in de verte klinkt zijn lied:
„Koekoek!"
Zijn naam i_ alles vat hij fluit.
Hij heeft geen zorg, de slimme cult:
Een ander broedt z'n ei'ren uit,
Hoor, hoe 1T' r^nt, zoo tergend luid:
„Koekoek 1"
En moeder kwikstaart is zoo d oef:
Ook haar speeld' onze slimmerd troef,
Het koekoeksjong rooft als een boef;
En da:i te hooren dat gesnoef:
„Koekoek!"
Haar man roept: „Stil toch, aak'lig heest!
Van alles neemt 'ouw jong het meest.
En toch ben jij zoo lui eweestl"
Maar weer opnieuw klinkt 't onbevreesd:
„Koekoek!"
..Koekoek! Koekoek! ja, sct.cldt me maar,
Verjcae me hier, dan ben ik daar!
Ik vrees voor n iand noch -'evaar.
Ik roep, al vind je 't nog zoo naar:
„Koekoek!"
partij-analyses en maakt daar iets bijzonders van.
De bekende Haagsche problemist P. Kleute Jr. is da
eenige niet-Amsterdammer uit de redactie en diri
geert de afd. problematiek. Zijn bijschrift geeft blijk
dat ook hij het niet eens is met de richting der
probleem-redactie van „Het Damspel". Tien werke
lijk schitterende problemen volgen. Binnen- im
Buitenland-nieuws besluit dit eerste nummer van
het officieel orgaan van den Amsterdamschen Dam-
bond 1928.
Prijs 1.25 per jaar. Eventueele abonnementen
voor al deze tijdschriften kunnen ook bij onzen dam-
redacteur worden opgegeven.
RUILEN ZONDER TE HUILEN.
Wat is deze week alles bijzonder vlot van stapel
geloopen.
Bijna alles wat de abonné's aanvroegen konden we
direct sturen zoodat er haast niets correspondeer
ren valt.
Dat dan eerst maar eventjes gedaan:
K. M. te Hillegersbcrg. Neenl Zie art 2.
W. V. te Amsterdam, 't Is voor u genoteerd.
A. B. te Brenkelen. Voor u ook.
Dat 's al weer 1-laarl 't Gaat met stoomI
Wie kan ons eens aan een flink aantal Erdal-Peli*
kanen en Bussink's „Mijn land" plaatjes helpen?
Nu volgen de 10 regels en voorwaarden.
le. Het is aan ons bureau mogelijk VERSCHIL
LENDE SOORTEN bons en plaatjes tegen elkaar ia
te ruilen.
2e. Niet alles kunnen wc in ons fonds opnemen*
doch alleen d i e bons en plaatjes welke in ons aan
bod en aanvraag genoemd worden.
3e. Wat we bij ontvangst van uw aanvruag niet
in voorraad hebben, wordt genoteerd en zoo spoedig
mogelijk gezonden.
4e- Kwatta-soldaatjes en Sickesz-wapens opgeplakt
inzenden.
5e. Vuile en beschadigde plaatjes worden door
ons vernietigd en gelden niet.
Ge. .let verdient aanbeveling naam en adre9 steeds
duidelijk op de enveloppe te vermelden opdat uw
zending bij onvoldoende frankeering niet zoek raakt,
want met strafport bezwaarde stukken worden ge
weigerd.
7e. Brieven moeten vergezeld gaan van 15 CTS.
aan postzegels, zullen zij voor beantwoording in aan
merking komen.
8e. Het staat aan ons de waarde te bepalen van
wat U zendt. U zendt wal U kwijt wilt en vraagt wat
U wenscht .maar moet aan jns de hoeveelheid over-
late
9e. Zij die on9 speciale nummers van de Klaver
blad. Bloemen en Vogelalhum vragen, zenden we zoo
veel mogelijk het gevraagde. Vooi de nummers die
we niet voorradig hebben sturen we andere exem
plaren die in te ruilen lijn bij: De directie der
Reclarnenfdeeling van de Klaverhlad-Karnemelkzeep-
fabriek. Spaarwoudcrstraat 14. Haarlem.
10e. De vetgedrukte namen in onze aanvraag zijn
nn die bons en plaatjes waar veel aanvragen van
liggen, waar dus h;: voorkeur niet om gevraagd moet
worden en waar we veel .ran kunnen gebruiken.
Gevraagd worden deze week:
Erdal Pelikanen en Sunlight- en Vlmcartons.
Busftink „Mijn land"-plaatjcs, Drostebons, v Delft'a
Vogelplautjcs, v. Houtenbons en Kwatta soldaatjes.
Aangeboden worden:
Hille-bons, plaatjes van do Verkade's-alburns; Lente,
Zomer Herfst. inter. Blonde Duinen, Bosch en
Heide, Bonte Wei, Nnnrdermeer, Langs de Zuiderzee,
De Vecht. Do IJssel, Friesland, Mijn Aquarium, Do
"linemen in onzen Tuin, Texel, Sickeszwapens, Kla-
erhlad, Bloemen- en Vogelplaatjes, Kamerplanten
bons en plaatjes. Hollandplaatjes.
Ous adres is:
ONS RUILBUHEAU, SOEST.
1
bekoorencfj
ZATERDAG 16 MAART.
Mo. 11 JAARGANG 1999.
GEKRUISIGD.
Alwaar zjj hom kruisigden, «n mot
hem twee anderen, aan elke zUde
oenen, en Jezus la hot midden.
Johannes 19 18,
In de artikelen van haar algemeen, ongetwijfeld
;,'eIoof spreekt de kerk van Christus met nadruk de
belijdenis uit, dat onze Heere Jezus Christus is ge
kruisigd.
En onze gereformeerde belijdenis, dit verstaande,
vraagt dan ook in haar onderricht: Heeft dat iets
meer in, dat hij gekruisigd is geweest, dan of hij
met eenen anderen dood gestorven ware? Om daarop
dU treffend antwoord te geven: Ja het; want daar
door ben ik zeker, dat hij de vervloeking die op mij
lag. op zich geladen heeft; dewijl de dood des krui-
ses van God vervloekt was (Catech, vr. 39).
Zoo is het metterdaad voor wie gelooft in Jezus
Curxus, Gods eeniggeboren Zoon, onzen Heere.
De kerk des Heeren doet met dit uit te spreken niet
anders dan weer te geven, wat de Schrift zoo opzet
telijk getuigt. In heel de apostolische preiiking is het
geüjk Paulus aan die van Corinthe schreef: Ik heb
niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus
Christus en dien gekruisigd. (1 Cor. 2 2).
Die kruisiging van Christus is een zoo ontstellende
Bijzonderheid ln het lijden des Heeren, dat hij-zelf,
teen hij zijn twaalf apostelen de eerste maal uitzond
zeide, dit eerste heeft verzwegen. Eerst toen hij ten
derden male do voorzegging van zijn lijden deed, ter
wijl hij met hen opging naar Jeruzalem, heeft hij
deze bijzonderheid erbij genoemd. (Matth. 20 19).
Wel heeft Jezus al eerder van het kruis gesproken,
toen hij zijn twaalf aposteden de eerste maal uitzond
en hen voorbereidde cp wat h u n te wachten stond
la deze wereld om zijnentwille: Die zijn kruis niet
op zich neemt en mij navolgt is mijns niet waardig.
(Matth. 10 38).
En evenzoo, nadat hij hun de eerste maal had be
tuigd, dat hij moest henengaan naar Jeruzalem en
veel lijden van de ouderlingen en overpriesters en
Schriftgeleerden en gedood en ten derden dage opge
wekt worden. Toen Petrus hem daarvan had afgo-
moand en hij zelf dé veizoeking die daarin gelegen
was afweerde, toen zridc hij tot zijn discipelen: Zoo
Iemand achter mij wil komen, die vorloochene zich-
zelve en neme zijn kruis op en volgc mij (Matth.
1624.)
De Joden konden wel Jezus ter dood vcroordeelen,
maar de uitvoering van het vonnis moesten zij over
laten aan het Romeinsche gezag. 7.o spraken dit zei
ven uit toen ze tot Pilatus zeide: Het is ons niet ge
oorloofd iemand te dooden (Joh. 18:31). En dit ant
woord lag onder Gods bestel: opdut het woord van
Jezus vervuld wierd, dat hij gezegd hud, bcteekenen-
dc huedanigen dood hij sterven zoude (vs. 32).
Toch schijnt het, dat de Joden nog niet aanstonds
aan kruisiging gedacht hebben. Dit woord wordt cerat
gehoord, als Pilatus hen vraagt, nndat op hun keus
Barabbas is losgelaten: Wat zal ik dan doen met
Jezus die genaamd wordt Christus? Dan klinkt het
opeen9 uit aller mond: Laat hem g e k r u ii g d wor
den (Matth. 27 22).
En of Pilatus dnarna al een beroep doet op hun
men8chclljk gevoel, als hij Jezus ultbrcim naar hui
ten dragende de doornenkroon en het purperen kleed,
en op hem wijzende zegt: zie, de menschl Het
baat niet. Kruisig hem, kruisig hem, is al wat
zij te zeggen hebben.
Zoo is Pilatus In het eind voor den drang van het
Volk bezweken en heeft hij Jezus overgegeven om
gekruisigd te worden.
Die krubiging was niet alleen een wreede folte
ring, maar ook in de oogen zelfs van de heidenen een
Verachtelijke straf.
Een wreede dood was het: de dood trad eerst na
vele uren in, onder hevige pijnen. Maar dat was nog
niet het ergste. Veel erger was de smaad, waaraan de
gekruisigde werd prijsgegeven.
De Romeinen hadden deze straf niet zeiven uitgc
vonden, maar overgenomen van de Carthagers, een
volk in het Noorden van Afrika. Maar deze straf wa<
niet toepasselijk op Romeinen, alleen op slaven en
boeven vaa het minste alloci.
En nog minder behoorde deze straf in Israël thuis.
Zelfs was de doodstraf door ophanging hier niet in
gebruik; hoogstens hing men de doode lichamen aan
een boom te schande.
Reeds coo was de kruisiging een smadelijke straf
voor een mensch. Nog meer voor een Israëliet. Maar
het allermeest voor Jezus onzen Heere.
Die smaad is hem ook ten volle aangedaan.
Immers hij werd niet alleen gekruisigd Neen, met
hem werden twee amieren gekruisigd, een aan elke
zijde, en Jezus in het midden. Ingesloten tusschen
twee moordenaars, voor wie deze straf passend mocht
heeten. Maar dan ook met de misdadigers gerekend
Alle onderscheid -tusschen Jezus en de snoodste
boosdoeners wordt hier uitgewischt. En deze smaad
heeft Jezus gedragen. Gedragen voor u.
Zooals er in de hel geen onderscheid zal zijn tus
schen wie hier op aarde arm of rijk, hoog- of laagge
plaatst waren, geen onderscheid tusschen brave t-n
snoode zondaren, manr ze alleen in een oordeel zul
len zijn, zoo is Jezus hier neergelaten in het gericht
met de misdadigste en verachte!ijksto onder de
menschen-kinderen.
Maar ook hiermede is nog niet uitgesproken wat de
diepste en eigenlijke vernedering van dit kruislijden
Dat leert ons alleen Gods bijzondere openbaring,
waar de Heere zijn volk Israël leert, dat een dood
lichaam niet aan het hout mag overnachten, maai
dat zij het op denzelfden dag moeten begraven: „want
een opgehangene ls Gode een vloek" (Deut. 21:23).
Dat i3 het wat uw Jezus gevoeld heeft, toen hij daar
op Golgotha, tusschen twee boosdoeners, twee boeven
gekruisigd werd.
Neen, dat was geen symbolieke voorstelling. Dat be
stond maar niet in de verbeelding der Joden. Dat
is niet een wijze beschouwing of fijngevonden dui
ding van Jezus' kruisiging. Dat is volle, bittere wer
kelijkheid geweest. j
Uw Heiland, wiens naam tot in eeuwigheid geze
gend is, heeft zich zoo onder den vloek gebogen, dia
naar Gods rechtvaardig oordeel op u lag.
Immers dien vloek spreekt Gods Woord uit over
„een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven
is in het boek der wet om dat te doen".
Zoo haalt de apostel Paulus in Gal. 3 10 met eeniga
wijziging de woorden aan, waarmede in DeuL 27 89
de vervloekingen worden besloten over de schenders
van Gods Wet. Hij doet dat onder onfeilbare ingeving
van den Heiligen Geest, waardoor de overeenstem*
rning met de woorden var. het Oude Testament is go*
waarborgd.
Maar dat is dan ook onze vloek, waarvan geen
menschenkind vrij is. Nu gevoelen de meesten dat
wel niet, omdat ze over Gods heiligheid en hun eigen
zonden veel te lichtvaardig denken.
Doch wie dit vloekwoord door zijn eigen ziel voeldo
snijden, voor dien is het tot zoo onuitsprckelijken
troost .te weten dat zijn Heiland daarom is gekrui*
sigd tusschen twee boosdoeners, opdat hij inderdaad
dien vloek zou dragen aan ziel en liohaam beiden.
Jezus werd gekruisigd tusschen twee boosdoeners.
En toch, hoewel hij met hen in hetzelfde oordeel
is. is hij er anders in dan zij. Zooals ook d een van
hen uitsprak: wij toch rechtvaardiglijk, want wij ont
vangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben;
maar deze heeft niets onbehoorlijks gedaan (Luc. 23
41). Zoo was het: Jezus leed daar voor anderen.
En al heeft deze eene dat nog niet doorzien, toch
vestigt hij zijn hoop op Jezus: Heere, gedenk mijner,
als gij in uw koninkrijk zult gekomen zijn. En Jezus
verhoort deze bede: Voorwaar zeg ik u, heden zult gij
met mij in het paradij* zijn.
Zoo maakt de gekruisigde Christus scheiding tus
schen zondaren cn zondaren) Allen zijn ze schuldig,
zooals die moordenaars lieido rechtvaardige straf
droegen. Maar wie zijn schuld belijdt en hem om
ontferming smeekt, voor dien is hij de Redder on
Zaligmaker.
Zoo is de gekrusigde Christus tot behoudenis voor
wie in hem gelooft, maar blijft ook wie hem blijft
verwerpen onder het oordeel. Want buiten hem ia
goc.i afwending van den vloek mogelijk.
ICK BEN 'T.O HEER! ICK BEN'T..
*t En syn do Joden niet, Heer Jcsul die U cruysten,
Noch die verradelyck U togen voor 't gericht.
Noch die vcrsmadelyck U spogen in 't gesicht.
Noch die U knevelden cn stieten U vol puystcn;
't En syn de crychluy niet die, met hun felle vuysten.
Den rietstock hebben of den hamer opgelicht.
Of het vervloecktc hout op Golgotha gesticht,
Of over Uwen rock tsaam dobbelden en tuyschten,
lek ben 't, o Heer! lek ben 't, die U dit heb geduen,
lek ben de swarc boom, die U had ovcrlaën,
lek ben do taeye strengh dacrmcS Ghy wacrt gebonden,
De nagel en de speer, de goescl di U sloogh,
De blocdbcdropen croon, die Uwe schedel droegh;
Want dit is al geschiet, helaosl om myne sondcnl
JACOBUS REVIUS.