llirutur £rtttsdjf GTmtraut ia Hef Fransch-Belgisch Verdrag. Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken VOOR ONZE LEZERS-PROPAGANDISTEN. EERSTE BLAD. BINNENLAND. ABONNEMENT: *er kwartaal 3.25 (Beschikkingskosten 0.15). Voor net Buitenland -bij Weke- Hjksche zending 6.— Bij dagoiijksche zending m 7*— AlHes bij vooruitbetaling. Losse nummers 5 cent. met Zondagsblad 7Va cent. No 2685 Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936. DINSDAG 5 MAART 1929 ADVEHTENTIENi Van 1 tot 5 n-gcla l.l7Vfr Elke regel meer m 022l/% Inge? MedcdeelingcD van 1—5 regels 233 Elke rego meer 0.45 Bij contract belangrijke korting. Voor bet bevragen aan hei bureau wordt berekend f 0.10 9e Jaargang. li -■ f'.r Het voorjaar, de goede tijd voor het werven van abonné's voor ons blad, is voor onze lezers weer aangebroken. In Maart, wanneer overal het nieuwe leven begint te ontluiken, is bet ook precies de tijd om met onze lezers eens een enkel woordje te wisselen over hun propagandistische taak, want het vooruitbrengen van een goed dagblad is toch niet geheel alleen bet werk van de bestuurders van de krant. Wanneer dit zoo was, dan viel meteen te wijzen op een zeer groote leemte en die leemte zou hierin uitkomen, dat er geen goed contact was tusschen de krant en de lezers. En dit contact bestaat bij ons^ gelukkig wel. Wat zijn er in den loop der tijden niet groote getallen lezers bijgekomen, die door familie of vrienden waren aangebracht, zoo men dat noemt. En zelf lezer zijnde, handelden ze na korten tijd precies zóó. Eet echte sneeuwbal-systeem, waardoor er altijd werk in de wereld blijft en ook immer vruchten kunnen worden tijd voor de propaganda. Wat vragen er niet vele zaken, en allerbelangrijkste voor land en volk, op heden onze aandacht en hierbij wil onze krant onzen lezers voorlichting geven. Zy wil deze belangrijke vraag stukken, maar ook wat iets minder mocht spreken, door eigen bril bezien en zoo de zelfstandigheid tot grooter ontplooiing brengen. Een merkwaardige uiting vingen wij enkele dagen geleden op van onsen medewerker Dr. J. Severijn te Dordrecht. Het was op een vergadering, waar de belangen van de Christelijke pers werden bepleit en bij die gelegenheid diende Dr. Severijn zich aan als de man met het interkerkelijk hart. Zelf had hij dat hart wel nooit gezien, maar hij kon verzekeren, dat het interkerkelijk was. En nu begrijpt ge direct waar de spreker heen wilde. Het Christelijk dagblad kan slechts tot vollen bloei worden gebracht, wanneer het tot zich brengt allen, die van positieve levens opvatting zijn. Sluit gij, lezer, U nu eens in de practijk aan by het woord van Dr. Severijn. Voor ons dagblad is in eiken Christelijken kring, tot welke kerk men ook behoort, indien men maar van positieve belijdenis is, wat te doen. En zoo roepen wij U op, om de eerstkomende weken ons te steunen in het verspreiden van onze krant. Wij hopen, dat weder vele honderden nieuwe abonné's in korten tijd zullen toestroomen. En dat kan, gezien de vele inhoud en de variatie bij de samen stelling betacht, naar wij meenen, met gemak gebeuren. Van onsen kant willen wij en weder niet om een soort betalings-systecm in te voeren, maar om van onze waardeering blijk te geven premies aanbieden, aan iédèr, die önS hierin bijstaat. De premies vindt men elders in ons blad vermeld. En zoo moge het thans ook weder heeten dè-los-van-de- niet-Christclijke-per3-beweging dient voortgezet, tot het Christe lijk dagblad in Nederland de plaats heeft ingenomen, welke, gezien de sterkte der Christelijke bevolking, hier mag worden verwacht. Ten slotte: om het wel zeer gemakkelijk te mnken, wie zich vanaf heden abonneert op ons blad voor minstens één jaar als Kwartaal-abonné, ontvangt de tot April a.s. verschijnende num mers gratis. DIRECTIE. Dit nummer bestaat uil DRIE bladen DE EER VAN BZLG1E EN VAN NEDERLAND. Wij kunnen ons zoo voorstellen, dat het. lezen van de dagbladen op dit oogen- blik geen onverdeeld genot beteekent, maar men geloove gerust, het samen stellen er van evenmin. Wat thans aan de oppervlakte komt, bewijst wel duidelyke'r dan ooit, hoe uit het nart des menscnen opkomt alles wat verkeerd en sleclyt is. Wy vreezen zeer, dat de verhoudingen in West-Europa gedurende geruimen tyd bedorven zullen zijn door den on- welriekenden geur, die opstijgt uit hel thans geopende vat. Elke dag opnieuw geeft meer ver rassingen, maar zeker niet van de aan genaamste soort. Scheen het vlak na de eerste onthul lingen als zou Nederland een schoone lei hebben aan te bieden, het kan zyn, dat ook de eer van ons land thans in 't gedrang begint te komen. Men versta ons wel, niet al.' zou onze regeering of onze diplomatie daden heb ben begaan welke voor de vierschaar der volkeren zouden moeten worden veroor deeld, maar wy vreezen dat er op dit oogenblik Nederlanders genoemd zyn in dit conflict op een wyze, hunner niet waardig, en strijdig met onze nationale eer. Men versta ons goed, nog steeds ge- looven wij dat België de tank heeft, met het Verdrag op tafel te komen en met alles wat zich heeft afgesni-pld hy de onderlinge gedachten wisseling dei ge nerale staven. Na Locarno mag dit wor den verwacht. ben wy thans het recht te weten op welke wyze men de door hel Utrechtsch Dagblad gepubliceerde mededeelingen in bezit heeft gekregen, en wat zich daar rondom heeft afgespeeld. Men kent by ons in diplomatieke] kringen het zoogenaamde Oranjeboek. Welnu, wy vragen thans ook, wil men het zoo noemen, een boek, waardoor het rechtsgevoel van ons bevredigd wordt. Zooveel te sterker staan wy dan ook in de verdere afhandeling van deze zaak als natie tegenover het Belgische volk, waarmede wy by slot van rekening toch niets liever dan op voet van vriend schap wenschen te verkeeren. ING^ONDEN MEDEDEELING. Mó tfuap cfa&igt-f DE HEER D. G. VAN BEUNINGEN BEZIT DE DOCUMENTEN. HIJ TWIJFELT NIET AAN DE ECHTHEID. HET U. D. GEEFT EEN NADERE VERKLARING. De falsaris heet niet Heine maar eenvoudig Frank. V/as hij dezelfde als de „correspondent" van de „Soir", die zoo toevallig achter de „waarheid" mocht komen? Ward Hermans is onvindbaar. De Belgische pers belooft tegen-onthullingen: een Duitsch-Nederfandsche „entente cordiale"! Een (valsche?) rede van generaal Galet, met uitlating over de noodzakelijke schending van Nederland's neutraliteit. OFFICIEELE BERICHTEN. VREEHDE CONSULS. Bij Kon. besluit is de heer W. P. Veth er kend en toegelaten als consul van Zweden te Padang voor de residentie Sumatra's Oost kust,Benkoclen, Lampctngsche districten, Pa lembang, Djambi en Rinuw en Onderhoorig- heden, cn de afdeeling Beugkalis van het Gouvernement Sumatra's Oostkust; is de heer Pedro E. Paulet erkend en toe gelaten als consul generaal van Peru te Rot-, terdam. AUDIËNTIES, De gewone audiëntie van den Minister van Onderwijs zal op Maandag 11 Maart e.k. niet plaats hebben. De gewone audiëntie van den Minister van Koloniën zal op Vrijdag 8 Maart a.s. niet plaats hebben. ONDERSCHEIDINGEN. Bij Kon. boshut is toegekend de bronzen eeremedaille der-Oranjc-Nassau orde aan G. J. van de Worp. modelmaker b:j de N.V. Zwol sclie ijzergieterij en Machinefabriek de Nij verheid, v.h. firma G. .1. Wispolwey en Co» te Zwolle; en aan .1. Sibevn, wonende Nien." wcr-Amstel, cleétririen "bij de N.V. Handel in Verlichtingsartikelen v.h. H. A. Kloosterhuis te Amsterdam. VREEMD EERETEEKEN. Bij Kon. besluit is aan den heer J. M. Stu lemeycr te Brussel verlof verleend tot het aannemen van liet ridderkruis der Orde van den Heiligen.Grcgorius derr Groote. VERKEER OP DE WEGEN. Bij beschikking van den Minister van Wa terstaat zijn benoemd tot lid van de-'Com missie betreffende herziening der bepalingen betreffende het verkeer op de wegen en de rijwielpaden.in. verband met het gebruik van motorrijtuigen en rijwielen; Mr. H. A..1. Besenier, ambtenaar van het Ópenb. Min. bjj de Kantongerechten Rotterdam, Gouda en Schoonhoven, te Rotterdam en H. G. van Eveidingen, kapitein der Kon. Marechaussee, districts commandant te Eindhoven. Niemand kan aannemen, dat na de mededeelingen van den internationalen bedrieger Frank, hier de rust zou zyn teruggekeerd. Echter ook aan deze zijde van de grens blijken steeds meer personen ge moeid te zyn by de publicatie en by de verkrijging der stukken. Thans kan men. weder in de bladen een verklaring lezen van den heer Van Beuningen. De heer Van Beuningen deelt mede, dat de stukken door hein zyn aange worven. Wy aarzelen niet te zeggen, dat deze wetenschap ons buitengewoon veel leed doet. De heer Van Beuningen is een der meest belanghebbenden by de Rijnvaart. Wanneer naast hem andere groote be langhebbenden zich op deze wyze be moeien met de internationale betrekkin gen, wy zeggen op deze wyze, zoo komi het er voor de nieuwe behandeling, var het Holland-België-verdrag voor ons niet gemakkelijker bij te staan. Wy vinden het veel mooier, ook veel gekleedor, indien heel ryke zakenmen- schen doen aan de bekende liefhebberii van verzamelen en steunen van nuttige instellingen, maar laten zij oit de krin gen van de spionnen blijven en daar niet met hun geld diplomaat willen gaan spelen. De eer van ons land begint, naar onze overtuiging, mede op het spel te staan. De regeering zal deze zaak maar niet zoo kunnen laten loopen. Zij >heeft wal dit betreft ook een verplichting tegen over onze natie. Niemand, hoo hoog ook genlaatst, in regeerings- of in ander-, kringen, heeft zy te ontzien. Slechts door een dergelijke hooge bonding aan te nemen zal Nederland in de rij der volkeren den na°m kunnen hehouden. welke het in den loon der eeuwen door zijn vredelievendheid en objectiviteit bp «ft mnrr'vp verwerven. Wij stellen dus thans naast elk»ai- zaken. België moet ter tafel k' VEREEN. VAN NEDERLANDSCHE ACCOUNTANTS. Bovengenoemde Verecniging hield Zater dag jl. haar tiende jaarlijksche algemeene vergadering in Utrecht onder leiding van haar voorzitter, den heer C R. S ij s I i n g De huishoudelijke vergadering, gehouden in Motel des Pays Bas, werd voorafgegaan door een druk bezochte openbare vergade ring, toegankelijk voor leden der vereéni ging en gelntroduceerdcn, waarin als spre kor optrad de heer M r. G, L A. van Dij k, van Rotterdam, secretnrs van den Raad van Toezicht der verecniging met het onder werp: De wet op de Naamlooze Ven ootschappen. Op zeer zakelijke wijze is de nieuwe wet behandeld cn het voornaamste, dat voor accountants noodzakelijk is te weten, naar voren gebracht. Na de voordracht Jicstpnd gelegenheid tot liet stellen van vragen, waar van ecu druk gebruik is gemaakt. In dé daarna gehouden huishoudelijke vergadering, waarin liet jaarverslag van flcn secretaris word goedgekeurd, evenals de rekening en verantwoording van den pennirgmeester, werden de aftredende be stuursleden herkozen; het bestuur voor 1020 is nu als volgt samengesteld: C R. Sijsling, Huis ter Heide, voorzitter; W. A de Vroom. Rotterdam, vice voorzitter: Joan van Aaien. Rotterdam, penningmeester; G .M. W. Mar- gndant. Aerdenhout. bibliothecaris, en M. v d. Berg Lzn.. GroningscheStraat 26, Scheve cn, secretniris. -t een gemeensrhappeiijken maaltijd werd «ie tiende jaarvergadering besloten. Door e GIRODIENST. Saldi van postrekeningen. i nader getroffen maatregel is op het centrale Rijksgirokantoor te Den Haag mogelijk geworden, in bepai Ide gevel len voor het beschikken over de saldi vun postrekeningen ook personen toe te laton. die n;et tot volledige beschikking hovoeg- zijn. De directeur van r'en postchèque- ci girodienst bepleit In elk voorkon end geval of. en zoo ja. onder welke voorwaarden de*-"- uitzonderingen kunnen worden U 'gelaten. We zijn met de kwestie van de Utrechtsche publicatie weer een dag verder en in lie; huidig stadium was te verwachten, dat er '.slfcens een ander slipje zal worden opgetild r Vn den sluier, die over het onverkwikke lijke vraagstuk ligt. "'Dat is dan ook geschied. We weten alweer :ie)wat meer dan gister. Alleercerst weten we nu heel zeker wóAr zich de documenten bevinden, waarvan er één door het U. D. is gepubliceerd, nl. bij den lieer D .G. van Beuningen, den bekenden directeur der Stcenkolcnhandelsvereeniging. Ook weten we, dat deze de Ncderlandsche rcgecring daarvan in kennis heeft gesteld, maar dat de he r Van Beuningen niets met publicatie alszoodanig te maken heeft cn blijkbaar vermoedt, dat er afschriften van gemaakt zijn vóór hij ze in handen kroeg. Voorts weten we. dat de heer Van Beu ningen zich vergewist heeft van de echt heid der stukken, dat hij daar niet het al lerminst aan twijfelt en geen enkel bezwaar heeft tegen welk onpartijdig onderzoek ook. Hier komt voor ons en voor ieder, die de zaak uiteraard van den buitenkant moot aankijken, evenwel dadelijk een vraagtce- keri tc staan: zijn de documenten die de lieer Van Beuningen Heeft dezelfde als die waarover de falsaris Frank beschikt hceTt? dfeuiifcft niet, hóe,weet Frank dan in de „Soir'' den naam Van Beuningen te opèn- haren? Indien ja, kunnen de documenten daim écht zijn, die de heer Van Beuningen. naar hii zegt, met het doel een eminent landsbelang te dienen, heeft verworven? Vervolgens weten we nu uit de nadere verklaring van het „Utrechtsche Dagh'ad in het algemeen iets meer dan eerst over de waarborgen, die de hoofdredacteur van dat blad Dr. P. H. Ritter zich vóór de pu blicatie heeft verschaft en we mogen daar uit coneludeeren, dat hij in geen geval over ijs van één nacht is gegaan en zich var. des kundige en officicele voorlichting heeft voor De verklaringen van den falsaris Frank zijn ook hiermee in flagranten strijd. Als het „U. D." de meest mogelijke waarborgen voor de echtheid heeft, uiteraard voor zo-» ver die waarborgen aan deze zijde van de grens waren te krijgen, dan zijn er maar twee mogelijkheden over: óf alle deskuu dige Nederlandsche raadgevers van hel „U D." hebben zich geblameerd óf de verval- sching door Frank is een voorwendsel, met den opzei om dc waarheid aangaande dp geheime nfspiakei. dei generale staven van Frankrijk, België en Engeland ten koste van wat ook den kop in te nijpen We kunnen de zaak niet anders zien. We willen wel beproeven de bedoelingen te waardeerem zoowel van den heer Van Beu ningen als van het „Utrechtsch Dagblad en zijn hooge i n officieele raadgevers, maal laten uiteraard tot nader order in het 'mi J den of de aangekochte en gepubliceerde stukken inderdaad authentiek zijn. In het belang van de groote zaak waar het om gaat hopen we. dat ze valsch zijn, ook al zou die op een zekere blamage neerkomen voor hen. die in dezei actief zijn opgeticdeu Zouden de stukken evenwel echt zijn en de bereidwilligheid van den heer Van Beu ningen tot een onpartijdig onderzoek maakt het mogelijk, dat dit spoedig wordt uitge maakt, wanneer de betrokken staten daar slechts loyale medewerking toe verleenden dan zou het ieder weldenkend mensch. ook over de grens, slechts tot vrfngde kun nen stemmen, dat het gewenschte licht ove* deze zaak werd verspreid. Ook dón zouden eenige personen geblameerd worden, maar die blamage zou heel wat ernstiger zijn. Het is natuurlijk te vreezen, dat redenen in persoonlijk prestige het van nu af moei lijk maken om tot een werkelijk onhevoor oordecld onderzoek te komen. We zouden dat natuurlijk zeer betreuren. Voorshands mag verlangd worden, dat in is land over deze onverkwikkelijke zaak door de personen, die er van weten klare iin geschonken worde. Wat er in Rni«sel met den falsaris Frank wordt uitgehaald blijft hier de verdenking •ekken van een in scène gezet zaakje. Elke niéuwe bijzonderheid over Frank versterkt dien indruk. Daartegenover moet van Neder landsehen kant. gelijk tot dusver geschied is, met openhartigheid en openbaarheid den opgetreden. De wereld moet er overtuigd van zijn. dnt wij in deze zaak niets te verbergen hebber maar Juist on de'grootst mogelijke open baarheid gesteld zijn. KEIZERLIJKE ERKENTELIJKHEID. De heer G, Bruin, die den gewezen keizer op zijn zeventigsten verjaardag een felicita tie in-dichtmaat had toegezonden, ontving dezer dagen als bewijs van erkentelijkheid tusschen Frankrijk en België. Hebt u met de publicatie te doen gehad? Ik kan u ten stelligste verklaren, dat ik noch direct, noch indirect iets te maken heb gehad met de publicatie in liet „Utr. Dagblad", noch ook met eenig artikel of eenige mededeclïng, die in deze aangelegen heid in andere bladen is verschenen. Ik lieh er part noch deel aan. Weet ti dan niets van de znak af? Er is mij een en ander van hekend. Mij .zijn»,stukken aangeboden, waarvan de he le.ngrijkheid voor Nederland mij aanstonds bleek. Ik heb den inhoud ter kennis ge bracht van dengene, «lie naar mijn meening behoorde te weten, namelijk de Nederlandsche regeering. Was er maar één stuk, te weten dat gene, «lat het „Utrechtsch Dagblad" in ex- tenso heeft gepubliceerd? Neen, er waren meer stukken. Wat was de aard dier stukken? Daarover laat ik mij niet utt. Is het door de „N. R. C" apn het „U. D." ontleende stuk correct weergegeven? He inhoud van dat stuk was nitij bekend. Ik heb daarom het courantonherijrht slechts vluchtig gelezen, maar afwijkingen zijn mij danrhij niet opgevallen. Hebt u niet getwijfeld aan de echtheid der stukken? Voor twijfel aan de echtheid /llêr «tuk ken was heinas niet de allergering ste twijfel overgelaten. Ik heb mij daarvan nog vergewist. Dnt is dan ook de reden, waarom ik de mij toegezon den stukken niet afgewezen heb. Hoe verk'nart u de publicatie? Daar heh ik geen verklarintg voor. Maar wat met de stukken gebeurd of ver- rirht is vóórdat ze* in mijn bezit kwamen, is mij uit den aard der zank onbekend. Zij zijn voor eenige pnblicatie niet meer uit mijn handen geweest. Zou de echtheid te eonstateeren zijn? Zeer zeker. Indien de betrokkenen dit zouden wenschen, zou er mijnerzijds geen enkel bezwaar gemaakt worden tegpn welk onpartijdig onderzoek ook. Ik zou daarover wel overleg moeten plegen met de Regee ring. Zijn de handteekeningen Juist? F.r kan voor het door het „U. D." g«- nuhliceerde stuk slechts sprake zijn van één handteekening: die van Michem. welke Re'gisrlie officier voor conform heeft ge- teekend. F.r zijn klaarblijkelijk nog andere stirk- ken. Staan daar de handteekeningen op vnn Ie andere door het ..II. D." genoemde Fran- sche of Belgisrhe officieren? Fransehe eigen handteekeningen ko on op de stukken niet voor, wel nog de eigen handteekeningen van den chef van Jen Re'gisrhen generalen staf. Hebt ii ooit contsct met de Belgische activistische partij gehad? Nooit of te nimmer. Hebt ii in dè „Crt" van hedenochtend gelezen, dnt uw naam (Frank Heine aan corresnondent van de „Soir") in ver hand is gebracht met een spionnoncliqne? Dat is te dwaas om een antwoord op te geven. Hoe verklaart u de tegenspraken van verschillende rereerinpen? Het zou mij niet in het minst verwon leren, als de ministers Rrinnd. Chamberlain Hijmnns inderdaad niet van «ien inhoud der bedoelde stukken op de hoopte zouden ziin. Immers, het pant hier om zuiver mih e doeumenten. n iuist daarom acht ik de zaak zoo ge rliik. omdnt naar m'in oordeel de we- reldoorlop in 101 i wellicht nog vermeden hadden kunnen worden, als n'et luist zulke ..iro re"e|inr»rn bestaan !mdrt«n. Map ik li ten-slofte vragen, of n aan het v on re "an/'a nnj ip»q ho'>t toe te '-negen* Tn deze niets anders, dan d-: over tuigd hen a's re-bfgeaard Ned- te ebben gehandeld. catie ervan, maar.... dat hij den inhoud ervan niet kende. De ernstigste cn meest gereserveerde bladen hebben daaruit opgemaakt, dat, zoo de minister van Buiten landsche Zaken zulke ernstige documenten liet publicee- ren, hij ten aanzien van 'lie stukken vol komen gerust niot-st zijn. Voegt daarbij de vrees, le worden voor- uitgeloopen door de confr<tt< rs, de vrees, de openbare opinie te zullen mishagen, en gij zult de houding van „Volk" en „Tele graaf" begrijpen. Doch er is iets, dat juis ter spreekt: een nota, die mij verstrekt is door een dergenen, die mij inlichtten, en waarvan ik bier den inhoud laat volgen: 't Is zeker, dat de voornaamste kooper het gepubliceerde document heeft laten onderzoeken door een zeer hooge Neder- landsche persoonlijkheid, en wel omstreeks 10 Februari 1.1. Die hooge persoonlijkheid lid van het Ministerie heeft de pu blicatie noch aangeraden noch afgeraden. Maar op discrete wijze cn onrechtstreeks liet zij de Belgische regeering verwittigen van hetgeen er op touw werd gezet. 't Is mij, wel te verstaan, niet gelukt of ficieele bevestiging van dit feit te verkrij gen, maar de juistheid ervan kunt gij te Brussel gemakkelijk laten nagaan. Naar aanleiding van dit bericht, waarvan Je Hoofdredactie de juistheid len volle voof Tie verantwoording van de „Soir" laat, tee kent de Hoofdredactie van 't Utrechtsch Daghind hierbij aan. dat zoo de Repeering, dip zij moet achten volkomen op de hoogta Ie zijn geweest van de mogelijk gemaakte perspublicatie, hetzij aan de pers in het al gemeen, hetzij aan haar in t bijzonder, op welke wijze dan ook had doen weten, waar toe zij. lanps nfficicitzen zoowel als offici- cclen weg hij machte is geweest dat hetzij de oorspronkelijke, hetzij de voortgezette pu blicatie haar onwelgevallig was, de Hoofd redactie aan zoodanipen wenk onvoorwaar delijk gevolg zou hebben gegeven." DE HEER D.G.VAN BEUNINGEN BEZIT DE DOCUMENTEN. HIJ TWIJFELT NIET HET MINST AAN DE ECHTHEID. In de N. R. C. van gisteravond kwam het volgende verslap van een interview met den heer D. G. van Beuningen voor. m i j u ccn ïraa* portret met eigenhandigs onder -- Jn verschillende bladen Is uw naam ge- met haar stukken en In Nederland hcV I t-ekening van keizer Wilhelm. j in verhand tact hst militairs ^erdrag De verklaring van het „U. D.". „WAT DREEF DE HOLLANDSCHE REGEERING?" In een gedeelte der vorigo editie konden e nog meenemen de verklaring van het l'. D. over wat aan haar publicatie is vonrafpe- pian en welke waarborgen zij zlrh heeft verstrekt alvorens tot publicatie over te paan. Fn haar nummer van pistoren lezen we nop. onder het opschrift: Wat dreef de Hol landsche repeering?: „De Brusselsche Standaard schrijft d.d. 2 Maart: Een redacteur van „Le Soir" schrijft uit Holland aan zijn blad: „Hier. in de journnlistische kringen, wist men. dat de heer Van Beiinineen den mi nister van Buitenlnndsrhe Zaken had ge zien. En de heer Boelnerts van Rbiklnnd heeft laten verklaren, dat men hem we! is waar gesproken had van 't. bestaan van de dccmaenten sa van de aanstaande pub!! Nieuwe uitlatingen van Van Cauwelaert. De „Residentiebode" publiceert een onder houd met Dr. Frans van Cauwelaert, waar aan wij het volgende ont'eenen: U hebt natuurlijk de laatste berichten al gelezen, zoo begon de burgemeester. Uit zijti binnenzak haalde hij een papier. Ik heb zoo juist het rapport ian de justitie ontvan gen over de»e zaak. De vervalscher, een ze kere Heine, is een gewetenloos individu, reeds meermalen veroordeeld. Venier is la kend, dat een Vlaamsch activist Ward Hen- mans het rapport naar Nederland heeft ge bracht en het daar als zeer betrouwbaar, eerst hij het „Hande'shlad" en later hij hét „Utrechtsch Dagblad" met succes het-ft aan geboden. We weten ook reeds, zoo ging de burge meester voort, dat een rijk graankoopmau te Rotterdam die een der voornaamste agitators was tepen het verdrag met Belp'.ö, het geld dat de schurk moest hel ben voor zijn vervalscht stuk. heeft betaald. Ik neem aan dat deze menschen ter goe der trouw zijn geweest. Ward Hermans, di® het stuk in Nederland heeft gebracht, is naar mijn s'ellige meening ter goeder trouw geweest. Hij is iemand die veel geleden heeft als Vlaming en verbitterd is tegen de Belgische repeering. A'les wat men hem ten nadoele van België vertelt, gelooft hij on middellijk als een evangelie. Ook aan de goede trouw van h«t „U. D." geloof ik, maar men had in Holland toch voorzieh'iger moeien zijn. Nu heeft zich ge wroken het feit. dat men In Hol'and zich reeds jaren stelselma'ig laat onzetten tegen België en tegen de Belgische Vlamingen. Geen dwaasheid tegen België kan zoo groot zijn of ze wordt onmiddellijk in Hol land geloofd en daaraan hebben wij nu ook deze treurige geschiedenis te danken Had men het rapport wat critischer ba- keken en wal meer ohiertief. dan had men moe'en zien. dat het niet juist kon zijn. Waamp grondt u die bewering, vroe gen wij? Indien het „IT. D." direct a'les had gepu bliceerd wat het had. dan zou de vorval- sehing eerder gebleken zijn en had men niet een week lanc heel Furona in opschudding gebrarlit en de betrekkingen tusschen onza beide landen zon zeer vertroebeld. De nadere publicaties van het „U. D." we zen duideli'k de vervplschlng ann. Allereerst is het niet annnemel::k. dat een zno geheim rapnort a's «lit Frnnsrh verdrag zou ziin. elk inqr opnieuw hij Je besprekingen der militaire staven, telken» zon.gepubliceerd worden en volledig in de notulen zou worden ongenomen. Bureau craten zouden dit misschien doen. mnar militairen doen zulks niet. Dnn ziln er van dip nnanres In hei Frnnsrh. waaruit des kundigen onmiddcM'-k kunnen zien of het Fransrh van een Frnnsrhmnn. een Waal of een Vhming of pen vreemde'lne afkomst g Is. Dit Frnnscl was noch van 'n Wrat, noch van 'n Frnnsrhman en de ondertco- kenonde officieren, waren Franschen of Walen. Verder wijs ik u on onke'e k'elne bijzon derheden. n.l dnt kolonel Michem toon hij het stuk nnderteokende nog g"en kolonel was. Hij Is het 7 dngen Inter g"wnrd«n. 7oo zijn er meer vnn die kleine znken, die ech ter oncnidde'Iijk «Ie vervnlschmg am tonnen. En dan 'en slotte de Inbond. Die Is toch in werkelijkheid zoo dwaas, dat een ernstig mensch er moeilijk in kon gelooven. Maar u kunt torh niet aannemen, dat al degoonen die In Holland geloof sloegen ein de publicatie», toen ernstige mensehen zijn. Neen, mnnr ik heh torh veel deze week niet kunnen begrijpen bijv de hoii'Mng '-an de Knth Kamerfrertie deze week h;i de ho- snreking van hef T/varnoverdrag. Die h■'ti ding is voor mii absoluut een raadsel ge weest. Maar ook een nieuw l»or hoe m's» leifl en vergift'"- I in fcMh kringen de eve ning ton npziehte van Bet»!* is, dank zl den invloed vnn «'e iwtivisten in «'e kaïh pers. Maar Is de na nnrlogsrhc politiek vnn Rel*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 1