EEN ALLEENSTAANDE FiGÜUR 3A*"" tl A 18 8CH" rrpcTc pt An PAG. 0 DE HERZIENING DER LOCALE TELEFOONTARIEVEN. DE ACTIE VAN DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR RIJNLAND. Artikel van Mr. P. G. Knibbe. De zaak van de herziening der locale te lefoontarieven heeft nog- steeds en te recht de voile belangstel''ng van de Ka rn ;r van Koophandel en Fabriëkèri voor Rynland. alh:er. Thans heeft deze Kamer in brochurevorm verzameld vérsch llen'de Stukken, die dp de- xe zaak betrekking hebben- De oproeo in het begin van dit boekje luidt ais olgt: Oproep. Bij dezen veroorlooft de Kamer var Koophandel en Fabrieken voor Rijnland xich, U te doen toekomen: 1. Afsohrlft .an de Nota inzake Herzie ning der telefoontarieven, welke door he' Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie a. aan de Kamers van Koophandel om ad vies is gazonden. 2. Afschrift van het advies- der Kamer ▼an Koophandel en Fabrieken voor Rijnland, terzake verzonden. 3. Overdruk van een artikel van mr. P. G. Knibbe, secretaris der Kamer, git'teld: Rer unning der Locale Telefoontarieven, ver schenen in Economisch-Statistische Berich ten van 30 Januari 1929. 4. Overdruk van een ander artikel over hetzelfde onderwerp, verschenen in de -Ne- derlandsche Merkuur (Handelsberichten) van 31 Januari 1929. De Kamer veroorlooft zich volle kan- dacht te vragen voor' bovengenoemde stuk ken, aangezien groote belangen met de her- liening der telefoontarieven zijn gemoeid Vele en gewicht'ge bzwaren worden van tal van zijden tegen het voorgesteld®, ge sprekkentarief ingebracht. Desondanks i? het gevaar groot, dat het toch zal word er Ingevoerd. Indien argument tegen argument werd geplaatst en bewezen werd. dat de be zwaren slechts in schijn bestaan, ot maar bijkomstige waarde hobben, men zou zich noodgedwongen bij het gesprekkentagief. zooals dit is voorgesteld, moeten neerleg gen. Gevreesd wordt echter, dat n et oik be zwaar objectief wordt onderzocht om eerst, dan. als dcor redelijks argumenteering p**- bliekelijk Jiet ple;t is gewonnen, de voorge r.omcn plannen tet realiseeren Zelfs zou men soms d?n indruk ontvangen, dat som migen, wetende 'dat zij met hun argumentatie zwak staan, zullen trachten den knoop door te hakken en (|c ecrs'belanghebbenden te ©verbluffen door krachtig dcor të zettéir. - Ons eerste verzoek is daarom gericht aan het Hoofdbestuur der Posterijen. ri.l. om een zoo groot aantal der tefefon'sche aangeslo tenen, niet te duneeren, indien niet de-npod? zaak ri ui de'iik blijkt. Het. Hoofdbè'stunr der 'P- T. T. heeft ech ter niet alleen de beslissing in handen. Daar om doen wij bij dezen vooral ook een 'beroêp op den Postfapd en tegelijkertijd-ook op-Zjjpei Excellentie den Minister van Waterstaat, zonder w ens goedkeuring de herzferiing ai~mer tot stand kan fofeWlXf-f ''-vb Wij veroorloven ops tot beiden dit alles zins reilêlijfce verzoek té 'richtcTrf Geeft nimmer, toe aan den aandrang..gjn. het tprekkentarief in te voeren. indien hief" vooraf de ve'c cn gew'cht'ge bezwaren daar tegen ingebracht, in het openbaar zóó zijn we-rlegd dat voor ieder normaal en objec tief oordeelend burger du'd^lijk moet zün, 'dat hetgesorokkentor'ef behoort te vyrden j aanvaard. Indien de bezwaren echter niet worden ontzenuwd, geeft dan óok nimmer ert Timmer toe. Wy vrAgen U 'n geen geval te wyken voor mogelijke machtSnreüken zon der wezenlijken inhoud, cok al mochten en kelen die sterk st-an in hun tchn'sch we ten. meenen, dat zy daarmede alles "kunnen dv-'neen. Inzonderheid echter deen wij ook een be roep on de Leden der Statén-G°neraal. De be-Tont'r.g der Posterijen, Telegrafie en T->'ernn!e" mo^t nog "in mondelinge behande ling komen. Als de vele ingebrachte bezwa ren n et kunnen worden weerlegd, geeft dan, mo veroorioven wy ons. te vragen, aan d" reze-ring dcor eon votum te kennen, dat gij jn geen. gevr.l kunt goedkeuren de grootr laste de cl® toch niet hun abonnement bij de Tele foon kunnen opzeggen en daarom voor wil le!--ar bloot Regen. Terriotte doen wii een beroep on ons Ne- derinndsohe vo'k. zooals dat in vele vereéhl- p"»n, organisatie^ en colleges samen werkt. om economische doeleinden te berei ken. Spant alle krachten in, rust met voordat de organisatie vnn welke gij lid rijt, ook eventueel plaatselijk, aan den Min;ster zjjn bezwaren zal h-bbpn kenbaar gmaakt Zandt afschrift van UW protest aan de Kamer*vim Koophandel en Fabrieken voor Rlinland. B engt ook Uwe bezwaren ter kennrs van <ri Af-evaardigden naar de Staten-Gmeraa! en stelt er ben mede in 'kennis, dat U zwa re 'asten worden 'opgelegd zonder dat daar in dwingénd motief kan worden aan- gcv >erd. van den secretaris van de Kamer, mr. P. G. Knibbe, in- ,de Economisch Statistische be richten van 30 Jan. 1.1. Artikel Mr. P.. G. Knibbe. Het Is van het hoogste belang, dat de thans aangeslotenen bij de Ryksóelefoon zich 'goed rekenschap geven van de motieven, welke door het Hoofdbestuur der Posteryen worden aangevoerd om de voorgestelde her- zïen'ng- van het locale tarief te rechtvaar digen'. - De heer Dijkmans van Gunst heeft in het nummer van 21 Nor. '28 niet ten onrechte de conclusie getrokken, dat al degenen, die een theoretischen grondslag van het ge- sptekkentarief juist achten, hoogstens kun nen vragen het tarief per gesprek zoo laag mógelijk te stellen. M.a.w. dan is alle verzet nutteloos. Hoeveel eventueel elk gesprek ,moet kosten kan een bu'tenstaander nooit bepalen en al zyn protesten tegen het twee- of drie-cents-tariefzyn slagen in de lucht. Alleen de dienst der P. T. T. is in staat dat ledrag vast te.steller}, Over het algemeen heeft het verzet tegen de voorgespelde wyrigingën zich te veel toe gespitst op de. hcogte van het tarief per ge sprek en t® weinig aandacht is gewijd aan de vraag of de theoretische motiveering der P.T.T, wel juist is. Als men zulks echter wel doet, komt mep tot verrassende resulta ten.. Hoofdpunt in de voorstellen is de ver andering van (i<?n maatstaf volgens welke moet worden betaald. Tot nog toe was de „aansluiting" de belastbare eenheid, thans wordt voorgesteld daarvoor in de plaats te nemen het „gesprek", Oogenschijnlijk en opervlakkig bezien schynt het laatste rechtvaardiger. Toch is het dit geenszins. Dit blykt duidelyk als de redeneer: ng van het Hoofdbestuur der P.T.T. op de keper wordt bezien. Het Hoofdbestur vat ten slotte haar be toog samen 'als volgt: „Nu dë Rijksadrmin'stratie staat voor een algermeene herziening van de telefoontarie ven, meent zij zich daarbij als hoofddoel te moeten stellen, de tarieven in hun toepas sing meer dan tot dusver te doen zyn een zooveel mogelijk juiste vergelding van de te verleenen diensten en door het zoo mat'g mogelyk stellen van de verschuldigde be dragen, het nemen van een telefoonaanslui ting binnen het hereik te brengen van een eroot aantal personen, die slechts weinig gesprekken zullen aanvragen Deze slotsom van het gehouden betoog ontledende, dient men zich allereerst af te vragen, wat verstaan, moet worden onder een zooveel mogelijk ju'ste vergelding der bewezen diensten". Moet hier worden ge dacht ran de prestaties van den telefoon dienst óf aan het nut dat een atonné van zyn aansluiting heeft. Dat ten deze niet zui ver is onderscheiden hangt samen met de geheel e doelstelling der adm mistra tie. Onderzócht moet worden of niet het doel. dot de administrate zich voor oogen gesteld heeft, om n.1. tochj vooral msar het aantal naftgeslotetfóh ojri te' Voereh, bij de bereke ning der zelfkosten niet gele:d heeft tot een dusdanig groepeeren der cyfers, dat dit cioel bereikt kon worden. De hoofdbedoeling van de voorgenomen 'herziening was óm het aantal nansluitingen sterk op te voeren! Daartoe is een tarief ontworpen, dat. voor. degenen, d'e zeer wei nig van een telefoon zullen gebruik maken, voor wie, derhalve; in-, het algemeen, een te lefoon 'Weinig waarde Jhé^ft,.zeeraanlökke- 'yk is.ij M.a.w. een betrekkelijk laag grond- bedrag1'en een betrekkeiyk hoog bedrag per 'gcSprek. Het spreekt toch vanzelf, dat iemand, die gemiddeld slechts een enkele fnaal per dag spreekt, zeer goedkoop uit is met 'een laag grondbedrag, ook al moet hij drie cent per locaal- gesprek beta!em._Begint hij echter reeds met een flink grondbedrag dan kofnt zyn aanslu'ting in verband met tiet weinige nut dat hij er van heeft hem spoedig- te duur uit. ook al zou hij per ge- prek maar één cent moeten uitzeven. Als er over uitbreiding van het bedryf wordt gesproken, dan wordt gedoeld op hst r.antnl aangeslotenen. Dat is een ciifer dat spreekt tot het gemoed onzer, hoofdamhte- n. Te dien aanzien stran 'wij by een',ge ■snden achter en die achterstand moet wor den ingehaald. Het nieuwe tarief moet rDar- zóó worden in"*ericht, dat het aantal aansluitingen er door zal- toenemen De reéds hanges'oten abonné's,, voor- wie ju st het aantal gesprekken, dat z'i kosteloos kqn- nen voeren, van zoo groot belang is, worden, daarmede achtergeste'd bij--de--nieuw tp wer ven aansluit:n~en. Geen wonder, dat de reeds aangeslotenen zoo luide en kracht'? protcsteeren tegen dit in onju'ste richting •-Tande commorrieele streven der admini stratie. Het doel moet tech mmers niet. al- zijn c-m de teWoon-aansluiingcn zoo hoo' in aantal te maken nis maar mozelük is. Neen. het doel moet rijn voor een zoo groot mogelijke groep het profijt van de te lefoon zoo groot mogelijk te maken. De doelstelling van het Hoofdbestur gaat dan ook vierkant in tegen de belangen van de tegenwoordige gebru-kers, enl datnota 'ene onder het voorwendsel; dat een recht- vpard'ze behartie'ng van het" gebruikseiarn» der can gesloten en zn'ks zou eischen. Wel mogen .zii aan den Postrand pn dep Minister vragen: behoedt ons voor onze beschermers. Arme gebruTcers. die, riet in staat zijn hun e:«en fsic! belang te ,begrypc>! De h~er Kn'hbe somt verder noa een vjjf- tal hezwaren tegen hpt voorgèstèlde ge- .^prrkkentar'ef op en besluit, tenslotte met ne volgende zinsneden: r Het Hoofdbestuur moet niet al te com mercieel willen zyn, door de belangen van de reeds aangeslotenen, die in het algemeen toch niet zullen weg'.oopen, achter te stellen i.y de belangen van hen, voor wie de telefoon blykbaar weinig nut heeft. Laat het Hoofdbestuur niet op dergelijke wjjze uitbreiding van het aantal abonné's nastreven. De eenig bruikbare weg daartoe is verla ging-der tarieven over de geheele linie. De groote batige saldi wettigen dat vrikomen. Als het bestaande stelsel hier en uaar on billijk mocht werken, don zyn er genoeg middelen en wogen te vinden om aan deze kleine oneffenheden, die nimmer geheel te vermijden zijn, tegemoet te komen. Aller minst is het noodig om daarvoor de bestaan de regeling, waaraan nnnr de eigen verkla ring van het Hoofdbestuur zoo groote voor- deelen zyn verbonden, te vervangen door een systeem, dat op onjuiste motieven is ge baseerd, tot groots onbilliikheden aanleiding geeft en -waartegen de gebruikers volkomen terecht zich zoo krachfig verzetten. HULDIGING PROF. DR. HUGO VISSCHER. Gistermiddag om drie uur had in hotel des Pays Bas te Utree!* de huldiging plaats van Prof. Dr. Hugo Visscher, die op den 15en Februari herdacht, dat hy voor 25 jaar zyn inaugureele oratie hield aan de Rijksuniver siteit' te Utrecht. Voor deze plechtigheid bestond zeer groote belangstelling: de receptiezaal van Pays Bas was meer dan vol. Toen de jub laris met zyn familie door het huldigingscomité was binnengeleid, hield Dr. J. S e v e r y n, als voorzitter van het huldi gingscomité een rede. Spr. laat de opmerking voorafgaan, dat de plechtigheid géén zuiver academisch karak ter zou kunnen dragen. Ver buiten de academische gehoorzaal hebt gy uw arbeid uitgestrekt en uw invloed doen gelden. Spr. wil niet een krans vlechten van de lauweren, die zich ruimschoots laten verga deren langs het levenspad van Prof. V. Gy hebt er recht op, zoo vervolgt hy' dat ik een spiegel toon, waarin gij uw beeld leest, zooals het uit de straling uwer talenten weerkaatst in het bewustzijn uwer vereerders en vrienden. Het geheim dier suggestieve kracht, welke u'tging op allen, die aan zyn voeten zaten en het voorrecht van zyn persoonlijken om gang genoten, het geheim van den auteur van Amesius w'l Spr. a-hetsen. Uit die kracht werd de „oratie'' geboren, die met het vraagstuk omtrent den „Oor sprong der religie" de crisis, waarin het huidig cultuurproces verkeert, als in de kern aangreep en den voorgenomen levensarbeid van den theologiae professor als levensroeping deed kennen en verstaan. Gy hebt uw studenten het vertrouwen inge boezemd, dat zij den strijd niet aanbirden voor een verloren zaak, als zij als orthodoxe dominees het leven ingaan. Het talent onder uw discipelen hebt gy aangespoord om zich te richten op de diepste levensvragen en der godsvrucht vergezichten geopend in het ab solute wezen der religie en den centralen aard harer openbaring. Ging dit alles uit den aard der zaak ge paard met een uitgesproken liefde voor de „vaderen", wars van scholastieke geleerdhe d, stempelt uw veelzyds origineele visie door zuivere Gereformeerde intuïtie gedragen, u tot een professor extra-ordinarius in den niet ge- bruikéli.iken zin. Vervolgens wyst spr. op de sociale trek in Prof. V. Uw studenten kennen u nog anders dan op den katheder. Gy zyt hen nog niet vergeten, als zij naar. de pastor e zyn vertrokken. Kerk en volk gaan u ter harte. Die u kent, begrijpt, dat gy u om uw eigen woorden te gebruiken - „in den soc'alen stryd werpt", al weten wy ook, dat er zyn, die het liever anders zagen. Gy zijt daar een roeping. Gy schouwt den socialen strijd, in het licht der religie. Er is inderdaad iets aantrekkelijks in voor den toeschouwer, als gij uw Pen hanteert op de wyze als Richard Leeuwenhart zyn strijd bijl, en daarby een stylistische elegantie "'eet te bewaren, die bewondering afdwingt. Wie echter geen toeschouwer vermag te zyrt, kan zich daarin niet onverdeeld verheu gen. Naast scherpe afkeuring en geestdriftige toejuichting, welke gij wekt bij degenen, die verder van u afstaan, maakt gij het dikwijls niet gemakkelijk ook voor uw vrienden. Zij hebben echter ervaren, dat onder den geuzenkop'' een teeder hart woont, waar n de hoogste Liefde haar licht deed opgaan. Het paradoxaal klinken, maar daar Jigt het geheim voor uw kracht. Hoe kondt gii ?ndars in uw oratie den studenten voorhouaen, dat der grootste zonden, d e iemand begi.an kon, deze is, dat hij z'ch zelf wil zyn, en dan olgen lat-n: „Gij zult het moeten wezen." In het licht vrn deze uw kracht zou h:t slechts teleurstelling betcekenen, zoo wij met een woord van menschelijken lof u zochten te bewierooken. Doch gij moogt weten, dat ln deze schoone ure een stille en plechtige dank toon opstijpt naar den hemel, waarin zich mze harten vercenigen, om de gaven Gods ons olk in u geschonken, te ceren en_.de hede .aart op tot dsn Troon zyner Genaée dat het u gegeven worde tot in lengte van dagen, uw schitterende talenten, die allengs vrden gekroord met de volle rijpheid van uw man nelijke kracht, dienstbaar te mogen stellen als een Soli Deo Gloria te midden van hen die u lief zijn, en tot welzijn van land en volk. Hij geve u, wanneer de sluier der vergan kelijkheid wordt weggenomen van de dingen, waarin gij leeft en arbeidt, als de strijd van de eeuwige beginselen en menschelijke weten schap izal uitgestreden zijn, in Christus den eeuwigen vrede. (Applaus). Hierna b edt Dr. Severyn aan Prof. Visscher het huldeblijk aan, te weten een schilderij an Gabrië'se, voorstellende de theologenkamer van de Utrcchtsche Universiteit. Dit punt was gekozën, als het centraalpunt an des hoog'eeraars arbeid. Vervolgens wordt het woord gevoerd door Baron van Lynden, d'e namens het College van Curatoren, Prof. V. gelukwenscht en hem toebldt de kracht, het geloof en de wijsheid, die noodig zijn, zal zyn ambt. tot zegen zijn. Prof. D r. H. Th. O b b i nk rector- magnificus, hoopt, dat het Prof. Visscher ge geven zal worden het dertigtal jaren vol te maken. Uw non-activiteit is slechts schijn baar. Toch hebben wy gaarne de volle Vis scher weer terug. Prof. Dr. J. A. Cramer, decaan der theol. faculteit, spreekt woorden van waardee ring. Visscher staat alty'd klaar om zijn col lega's te helpen. Maar geen woorden daden! Hij biedt den jubilaris aan de plete werken van Fichte. Hierna spreekt Z.Exc. H. C o 1 y" n, d'< ge'ukkig noemt, dat het hier niet slechts een academische plechtigheid geldt; anders zou het hem moellyk zijn hier het woord te ren. Uw leven is nauw verbonden aan de A.-R. partij. Reeds in 1901 hebt ge U gegeven voor de party, onafgebroken. Spr. heeft rich wel eens de vraag gesteld, of het beoefenen van wetenschap is met de praet'sche politiek. Wetenschap heeft voor zich een vrije ruimte; het politieke leven vraagt vaak «en compromis, en dat geeft een enkele maal wel eens aanleiding tot lijkheden. (Gelach). Toch kan Sipr. die mannen van wetenschap niet missen, juist hen niet. De moe'lijkheden werden echter overwonnen, omdat uw diepste levensovertuiging u weer voert tot hen, met u eens geestes zyn. Dank voor uw arbeid in de party, namens heel Calv'n'stisch Nederland. Ik zeg dit, aldus de heer Colijn, van harte en met persoonlijke instemming. Hierna doet Sd?. mededeeling, dat H. M. de Koningin op 8 Febr. jl. Prof. Visscher heeft benoemd tot i den Persoonlijk overreikt hy den jubilaris het eereteeken. (Langdurig applaus). Prof. Visscher dankt allereerst H. M. vqju- de onderscheid rg en den heer Colijn. dat hy de reis van Den Haag naar Utrecht heeft willen maken in d t barre jaargetijde. Spr. is zich bewust, dat niet alles wat hy schreef, voor ieder even aargenaam was, maar hij deed dit steeds omdat hij het vo'k-belang op het oog had. Hij herinnert eraan, hoe hy reeds in 1893 aan de politiek deed, en hoe hij n 1891 in zijn eerste Gemeente met het sociale leed in aanraking is gekomen. Als Kuyper hem riet persoonlijk geroepen had, zcu hij lie\'er op den achtergrond ge bleven zijn. -In-de politiek heeft Spr. het wel eens moei lijk gehad, omdat z.i. het compromis een sccun-- c'.a're rol speelt. Spr. verzekert den heer Colyn, dat hij ach ter hem staat en hem met behoud van Cnl- vin stische vryhc'd zal Kijven dienen, zoo als hy Ki.\er heeft gediend. (Applaus). Dan s-preekt de heer A. A. DeBruyn, pres. van de theol. facultsitsvereen. U-S.R., die Prof. V. waardeert om zyn kernachtige persoonlijk heid en om de wyze, waarop hij het Calvinis me verdedigt. De heer H. Schroot®, praeses der theol. fa:.-vereen. vin U.S C. herinnert aan een woord van den jubilaris, dat de beg nselen wel ecuwig zijn, maar dat oe toepass ng ervan tijdelijk is. Dat behoudt vcor absolutisme. De moeilijkste vakken weet u ons duidelyk te maken; en ge tast de persoonlijkheid uwer leerlingen riet aan. Namens Voctius'' spreekt de heer J. E. Uitmun, die een uitspraak van Prof. V. accentbeejt, dat het de moeite waard is, Gere formeerd te zijn. Prof. V. zet ons aan tnt zelf stand ge studie en tot zelfstand:gen stryd. De beteekenis van het sociale is bij u diep door dacht er doorleefd. U l et ons zien de heer lijkheid cn de schoonheid van het ambt. Jhr. Hoeufft dankt den jubilaris voor wat hy op zyn privatissimum geeft voor de Geieforrreerde studenten, aan wie hy groote steun in hun leven biedt. Namens „S S.R." bedt de heer M. van der Beek de gelukwu:schen nan, en spreekt de hoop uit, dat de hartelijke samenwerking tusschen Prof. V. en S S R. nog vele jaren bestendigd moge worden. D s. M. van Grieken, voorzitter van den Gercf. Bond. zegt, dat het k'eine groepje Geieformeerden in de Ned. Herv. Kerk het voor dertig jaren niet had durven hopen, dat we an V. nog eens een eigen hoogleeraar zouden j hegroeten. Wy zijn in dezen veel aan Kuyper verschuldigd. Wij beschouwen hem als een Gods gave. Gy zyt ons als een zoutend zout en een i lichtend licht. De Geref. Bord dankt Cod voor wat hij in u ontving. Hij w l u vergelijken met J een leeuw, die zwaard en pylen houdt zij d't ook hier het symbool vail eendracht, die macht'g maakt. Spr. biedt den jubilaris een boekwerk aan, nl. „die Relig'on in Geschichtcund Gegenwart" Baron van Boetzelaar spreekt woor den van gelukwensch namens den Geref. Bond van Vereenigingen en Stichtingen van Barm hartigheid. Mr. A 11 a, die het Chr.- Sanatorium te Zeist vertegenwoordigt, zegt, dat een jub leum van Visscher niet denkbaar is, zonder jlat de werken der bamhartlfrhê'd "daarbij genoemd' zouden worden. Binnenkort hoopt hy gelegen heid te vinden om meer bijzonder de ver diensten van Prof. Visscher op ;dït gebied te herdenken. De heer J. D o u w e s, uit Amsterdam, vindt het voor de Johannes Stichting een ongezochte gelegenheid om te zeggen wat er in d en kring leeft aan waardeering voor het vele werk dc.t de voorzitter van deze Stichting heeft gepres teerd. Namens de directie van de Tncassobank heeft de heer W-i 11 e ra s e dank gebracht voor wat Prof. V. gedaan heeft in de Comm'ssie van Advies van deze instelling. Hy heeft blyk ge geven dat ethische en economische vragen hem zeer ter harte'gaan. M r. C. B-e ekenkamp sprak namens de directie-hoofdredactie van „De Rotterdammer" De jubilaris aan het woord. Hierna heeft Prof. Visscher het woord genomen. Hy zegt in zyn leven voor heete \oiren gestaan- te hebben, maar er nooit door verteerd te zijn. Aan zyn leerl'ngen heeft Hy steeds voorgehouden ze'fstandig te oordeelen. Daarom as hij ook critisch genoeg om niet alles te gelooven van wat gezegd is. (Gelach). Hij is ontroerd van dankbaarheid éls hy heden ziet dat zoovelen een stempel hebben or-'vangen van hem, en hy vraagt: Wie ben ik? Op deze dag viert Spr. het feit, dat hy vóór 40 jaar zich engageerde en gaarne laat hij zyn vrouw deelen in deze hulde. Zij is in zyn leven steeds een groote steun geweest. Byzonder aan Dr. Severijn wenscht hy' zoo'n vrouw toe! (Vroo'.ykheid) Spr. zet vervolgens uiteen dat zyn streven Vervolgens geeft Spr. memoires over. zyn komst in den academischen kring aan de Modus Vivendi, aan de hoogleeraren Dauban- ton, die hem tot predikant opleidde, en Acquoy, d'e hem het Calvinisme leerde zien; aan Dr. Kuyper voor wie hij groote achtin-; had. Tot de heeren van de Geref. Bond zou Spr. willen zeggen: Broeders, verdraagt riiij een Dan komt Spr. aan de beteekenis van het werk der barmhartigheid, die hy zyn leerlin gen steeds heeft voorgehouden. De liefde is een van de machtigste wapenen van het Chris tendom. Op dit terrein hepft hy de kerk er buiten gehouden, cn daardoor kwam de Kerk er juist énHet gaat heel goed zoo. Tot den heer Wil'ems zegt hy, dat er een nauw verband bestond tusschen theologie en bankwezen. De Grleksche priesters waren oor spronkelijk hankmenschen. Ock op dit gebied staat hy volkomen vryheid voor. Deze dag is voor den jubilaris een onver getelijke: ze is met een ster gemerkt. Ik voel my aldus Spr. ln een eeuwig licht. Dat draagt me, bepaalt mijn visie op de wereld en heeft me staande gehouden. Wij zyn s'echts instrumenten, maar men- schen van de predesrinat'e zijn ook menschen van de daad. Zoo wil ik blyvcn werken- tot eer van God en tot welzyn van het volk. (Langdurig applaus). Velen maakten van de gelegenhe:d gebru'k cm de hoogleemar persoonlijk nog de hand te drukken. De maaltijd. Het Comité heeft aan de familie Visscher na rfcop van de officleele huld'g'ng een maaltijd aangeboden, wcaroan om. aanzaten de hoogleeraren Van Leeuwen. Noordtzij. Haitjcma, de heer Duymaer van Twist, tal van predikanten en vereerders van Prof. Vis scher. De tafel was versierd met roze tulpen de k'eur van de theologische faculteit te Utrecht. Dr. Severyn fungeerde als tafelpresident. Telegrammen waren ingekomen o a. van den Bu. gemester van Ouderkerk n. d. IJsse', van de Ministers Dorner en Van der Vegte, van de Financicele Commissie van de Tweede Kamer, van den burgemeester van Utrecht, van Dr. A. Kuyper Jr., van den heer A. Colijn en tal van pred'kanten Aan tafel zyn nog vele hartelijke woorden gespioken. Zoo heeft Ds. W. Bies haar. director van den Geref. Zendhgfhond, eraan herinnerd dat Plof. Visscher door zyn boek over de natuurvolken, als het ware gepredis poneerd was tot Zenilingsman. Hij heeft de statuten van deze hond geconcipieeid. Prof. van Leeuwen merkte op dat er bij veel verschil toch ook veel punten van overeenstemming waren. Hij hoopte dat zyn co'Iega maai weer naar Utrecht zou terug keeren. Hy moest evenwel doen wy hij meende zyn roeping te "zijn. De heer Duymaer van Twist herin nerde in een geest g speechje eraan hoe hij vóór 25 jaar by Dr. Kuyper was gekomen om voor Utrecht een Geref. Hooeleernar te ver zoeken. In de Tweede Kamer had hij destijds van den toenmaligcn president-curator van de Utrcchtsche Universiteit daarover veel moeten hooren, doch deze had later verklaard, dat Prof. Visscher een zijner beste hoogleeraren was. Prof. Noord tz y teckende de figuur van Visscher en zclde, dat hij nooit opportj- nlst zou worden Hy is een verkap" persoon lijkheid, d'e beheerscht wordt dopr een een- heidsconceptic in zyn werken en donken, Vis scher heeft verzamelen geblazen toen hij in Utrecht kwam. Spr. herinnert aan wat hy" in ons blad over den jubi'aris schreef en beslu't ■met de we'nsch, dat hy' nog eens een boek zal schryven over de waarde van het Woord Gods, epdat dit weer beslag legge op ons Gerefor meerde volk. Prof. H a i t j e m a. van Groningen, schetst Prof. Visscher als promotor, die de critiek niet spaarde. Al maakte Prof V. Spr.'s idea'en uit voor vaagheden en utopieën, desondanks zal hij hem bly'ven waardeëren en hoogachten. Baron van Boetzelaer brengt een dronk u t op de kinderen van Prof. Visscher. Ds. J. H. F. Re mme, van Amsterdam, Ds. P. van Toorn, van Rotterdam, D s. van Montfrans, van Barneve'd en Ds. Van Voorst Vader, van Middelburg, toasten op hun oud-leermeester, terwijl Jhr. Hoeufft nogmaals de gevoelens der tegen- woord'ge discipelen vertolkt. Aan het einde van den maaltijd, welke zeer geanimeerd was, heeft Prof. Visscher dank gezegd voor de hem bere'de hulde. Weinig had hij kunnen vermoeden dat hij nog zoo zou woi*en gewaardeerd. Hij heeft geleerd beschei den te zyn en dat men nog sympathie voor hcM heeft, trots zyn rigorisme, verheugt hem. Dank wordt gebracht aén het Comité en acn Dr. Severyn, d'e zich -zeer veel hioeite ge troostte voor deze hu'dlglng. welke ock zoo mooi :s voor dé beginselen die Spr. voorstaat. Zy het een profetie voor de toekomst, waarin allen één zullen zyn in een worsteling om die levensbeginselen uit te dragen in, ons volks leven, waarvan aileen heil te waciiten is. Kerknieuws- FEUILLE'I ON. door MAHK ASHTON (23. Zij vroog nu niet waar rij water zou kun nen vinden, maar ging zelf tussrhen dc rot sen zoeken 'fn duur vond zij tusschen tweo O" -.hangende rotsen een' fontein van-koel err hH.le. water. Kr lag een ledige kruik hij. die zii vulde. Met de kruik op het hoofd he gaf zij zich naar dc gewonde mannen cn Jict hen allen drinken. 7.oo ging zij voort met water halen, totdat alle strijders zoovèor gedronken hadden, als zif maar wilden en Gods zecen over haar hoofd afsmeekte.. Eindelijk behoefde zij niet meer te'halen en tochbleef de kruik steeds vol water. Dat verwonderde haar echter niet want niets scheen haar te verwonderen. Weer stond zij sfii po geduldig in afwachtende houding voor den Man van Smarten en vroeg: ..Wat wilt Gij, dat ik verder doen zal. Meester? „/.opt uw eigen hart U niet, doebteri dat er 'nog. naakten moeten gekleed worden, nog krenken verzorgd .en «Ijl* de gevangenen be zocht moeten worden? Ga iiws weegs, uw we-k ia nog nipt nfgelooncn." Zij ging onderworpen haars weegs en on derweg kleedde zij arme reizigers <lie door diaveri naakt uitgeschud waren. Zij verhond de wónden van bedelaars, sprak woorden van troogf' tot de "weduwen' cn weezen en buiten,de poort der gevangenis staande, riep zij den .gevangenen toe, dat het Jubeljaar nabij wns ên"dnarop keerde Zij voor den der den keer naar den. Man van Smarten terug. „Ik heb alles gedaan, wat Gij mij bévo leu. hebt. Meester." nntwoordde zij, „vindt Gij nu goed;' dat'ïK-U dien?" Mij zag haar aan met een glimlach van hejlige liefde en goedkeuring op het gelaat cn Hij antWoorcUle: ..Euphrosyne, alles wat gij Voor deze mensehen gpdaan held. voor wier redding en behoud Ik op de wereld ge komen hen. dat hebt Gij voor Mij gedaan." Mij hief dc handen op hoven haar hoofd en. zegende haar cu toen zjj weer opkeek, 'was Hij verdwenen. Euphrosyne bewoog zich op haar bed en Sappho was dadelijk aan haar zijde. Bij het gedempte lirlit, dat ér in de kamer heersrh terizag zij zulk pen hemelschijn vrede op het schoone gela"t van den slapende, dat de pleetrmoeder heel zachtjes naar den rust bank bij de deur terugging in zichzelf mom pelend: ..Z'i ligt zeker van den centurion te droo- men." Kuphrosyne ontwaakte niet en na een kor- ie noos droomde zij weer voortZij stond weer on die eindelooze vinkte, maar het ton- nael om haar heen was ,nn veranderd. Dc menschen dieeerst,.in- zittende of liggende. hnud'ng~ daa* aanwezig .\yaren geweekt, stonden nu 'allen reéhtojf en drongen zich om de gestalte van den Man der Smarten heen, die in het midden stond. Zij uitten lui de kreten, nu waren liet echter geen angst kreten. maar het geluid klonk nis een dui- velscli gehuil van wrack en haat. Met was ook niet hij woorden gebleven, maar zij had den de handen aan Mem geslagen en Hij stond daar gewond en krachteloos aan luin genade overgeleverd. Euphrosyne was <Liep verontwaardigd en radeloos, toen zij zag. dat deze ruwe bende zijn bloed eischte en Hem op schandelijke en onwaardige wijze behandelde. Het waren dezelfde menschen, waaraan zij op Zijn hevel lafenis had moe ien brengen en hulp verleenen. Zij zag ook, dat het gepeupel aangezet werd door de grooten der aarde cn door priesters in wit gedost en zij kon niemand ontdekken, die naar voren trad om Hem te dienen. Bezield door haar diepe verontwaardiging sprong zij naar Hem toe en strekte de ar men uit om de aanvallen op Hem af te weren. „Terug." riep zij tegen de vijandige me nigte, „HU heeft u nooit iets dan goed ge daan, bevlekt uw handen niet met zijn on schuldig bloed, maar laat Hem met vrede." Zij stoorden zich echter aan haar woorden niet. maar drongen dichter bij om haar te grijpen. Zij srheurde zich echter los en riep: „Wie onder u is goed en rechtvaardig? Iaat hii naar voren treden en zich aan mijn zijde scharen Fen oopenhlik -bleef de woedende menig te stand houden, vol bewondering voor ha^ jgroote schoonheid en moed. maar niemand trad naar voren om haar te helpen. In haar wanhoop wendde zij zich tot den iMan van Smarten ze'f en sprak: „Kunt Gij uzelf niet redden, want Gij moet wel een God zijn en geen mensch? Ik hen de eenigc, die aan uw zijde sta cn ik ben hulpeloos." Toen sprak Hij voor de eerste maal en zei: „Zie naar boven. Euphrosyne" Haar oogen werden geopend Zi.i ver- sehaduwde ze niet haar hand cn blikte op waarts. Nu zag zij dut de lucht hoven haar geheel gevuld was met een machtig leger van strijdprs. zoo schoon en indrukwekkend van gestalten, als zij nooit gedacht had dat er wezens bestonden, en hoven hen was de onzichtbare tegenwoordigheid van den on bekenden God. die duidelijk kon gevoeld worden cn dien zij in haar onwetendheid in vroegere dagen gezocht had. Zij sloot een oogenblik de oogen en keek toen weer naar dit indrukwekkend schouw spel. F.r waren vurige wagons, vlammende ruiters bij met wapenrustingen, die van goud cn zilver glinsterden. Hun zwaarden en lansen flikkerden in het licht en de schdrcn achter de aartsengelen hielden de trompetten vast, die zij zouden gebruiken bij het begin van den krijg! Onbeweeglijk stonden zij te wachten op het teeken, dat de strijd een aanvang zou nemen en dat zij de boosdoeners zouden kunnen vernietigen, die don onschuldigen Man wilden aanval len. De knieën van F.uphrosynp knikten van schrik en ontzetting. Er waren geen menschelijke woorden of heelden te vinden, waarmede men deze hemelsche schare zou hebben kunnen beschrijven en zij stamelde: „Staan deze a'len aan uw zijde. Meester''" „Het zijn de legioenen Mijns Vaders," ant woordde Hij, „indien Ik hnn een teeken zou geven, dan stonden zij op de aarde." „O, roep ze dar. hier," smeekte v.lj „Als ik (lat doe. Euphros: né, dan moeten al deze menschen ten onder gaan en Ik ben op de aarde gekomen om hon te redder.1" „Laat hen vergaan, dat verdienen zij," riep zij óp hartstochteiylccn Tóón. Zij keek nog eenmaal o'p om de legioen» n te zien. maar nu waren zij verdwenen. Ecnigen uit de menigte der menschen brachten een kruis en dat legden zij op den grond en Euphrosyne herkende het terstond als het wreed® werktuig,, waarmede de Ro meinen dé doodstraf aan hun misdadigers voltrokken. „Dit zal niet gebeuren," riep'zij, zich over liet kruis heen werpend, maar do menigte trok haar weg en zij scheurden haar klee deren, waarop zij haar ruw neerwierpen aan de voeten van den Man der Smarten. Zij hief zich een weinig op en riep: „Als ik u dan niet redden kan, Meester, dan Wil ik toch met u sterven." „De tijd zal eenmaal aanbreken, dat gij voorMij zult sterven Euphrosyhne", zeide Hij „maar voor dien tijd hebt gij niets te vree zen. Uw naam staat reeds geschreven in het Boek des Levens." Toen greep het woeste gepeupel den Man van Smarten aan, nageldon Hem aan het kruis der schande en richtten dit op met een schok op de daarvoor bestemde plaats. Euphrosyne slaakte een vreeselijken kreet in smart en zag toen niet* meer. Verschrikt sprong Sappho op en riep: „O, Zeus, wat een kreet! Zoo schreeuwde Irene ook. toen zij haar leven gaf voor het kind.", Euphrosyne was er zelf echter niet door wakker geworden. Zij viel weer in een die GEBREK AAN PREDIKANTEN. De Christelijke Gereformeerde Kerk in Ne derland telt thans 116 Gemeenten, waarvan cr 56 een eigen predikant hebben, terwijl da Gemeente van De Krim in Maart a-s. er een ontvangen in cand. I. van der Knyff, zoodat er dan 59 vacante Gemeente zijn. „Er zijn Gemeenten", aldus schrijft Prof, L. Lengkeek in de „Wekker", „die soms maan den en maanden achtereen des Zondag3 moeten „lezen"'; in de week is er nog wel eens een prediker te krijgen. Veel te lang duurt het soms voor er gelegenheid is tot Doops- bediening. Het komt voor, dat er meer dan een jaar verloopt tusschen het eene en hei. andere Avondmaal. Classicale regelingen helpen gelukkig mede, om dit eu%-el zoo ktcin mogelyk te maken. Maar vastgesteld moet. worden, dat wjj een groot tekort aan Dienaren des Woords hebben. „D.V. komt daar, in een jaar of drie, vier, etnige wijziging in. De verwachting is, in 1929 een. candidaat, in 1920 twee cand'daten, in 931 acht candidaten en in lu32 vijf caji- didaten." „GEEN KIF MAKEN!" 't Gebeurde onlangs, zoo vertelt Ds. J. W. P. 1c Ro.v uit Slotcrdijk (Amsterdam-West), in „Ons Lampje", «lat in de hoofdstad van ons land een predikant van buiten gepreekt had en dat de dici- ldoende ouderling na af loop in de consistorie tot tweemaal toe zei: „Wat was dat vanavond een jonge dominéé en wat een jonge preek!" ITel slachtoffer begon zich al iets kregel to maken en vroeg of "t bepaald noodig was, dat zijn geboorteakte erbij betrokken werd. Toon gebeurde het, dat ccn vriend van den ..jongen" dominéé, die er bij stond, cn stil letjes, meende, dat iemand, die overeenkom stig zijn iaren geeft- wat-hij Iwett, daarv- r oer te .prijzen»*hzn af -te etiwffc»: is. Vat r' o Yricn l, jiaggait Avb ccrv-mnn rn:il[,'r:i t:7v i'o iciigibeweging, den-aangevallen predikant dc hand op de schouder Jcgdc met de.woor den; „Kom Ja, ga mee, laten we gaen kif nvt ken!" Dr. F W. A. Korff meent dat in die paar woorden voor een groot deel dc ODlossing van de Kerkelijke kwestie schuilt. Hij be veel e 11e Kerkelijke vereenigingen aan, :1a onveranderlijk' Artikel I !n baar'Staturen deze woorden op te nemen: „Kom .ïo. laten we goen kif mnkcn!v EVANGELISATIE. Te Heerlen (L.) is var.wege de Ge*cf. Evangelisatlc-Verecniging ook nu weer een ..Camavalsrcurantuitgegeven, waarin tot de ultge aten feestvierende bevolking een weer 1 gericht weru naar aanle d rg van Lukas 9 vs. 41 en 42: ..Als Jezu3 nabij kwam en da stad za?, weende Hij over haar, zeggende: ,,Och, of g^j c-ck bck. ndet, ook nog in de?,; n uwen dag, hetgeen tot uwen viede dient'*. Ge waarschuwd wordt tegen de dronkenschap Da II.-K. Missie brengt den hélderen de zal gna- kende kracht van het Woord Gods en zou.t gij uzelven laten verderven door den s e; l ea drank?" Gewezen wordt op veel zondige va-- tenavondviering en met een woord van Tho mas k Kempis alt diens „Navolging van Chrstus" beslcten: „De wereld gaat voorby met al haar be geerlijkheden. De lust der zinnen lokt u tot uitgaan; maar is die tyd voorby', wat brengt gij terug anders dan een bezwaard geweten en een verstrooid hart? Een vroolyk uitgarn brengt dikwij's een treurige terugkonast, <*n, op een vroolyk doorleefden avond, volgt d'k- wyls een treurige morgen. Zoo sluipt elke zinnelijke vreugde v'&cr.d in, maar rij h:t einde kwetst en doodt zy". pen- Hl aap. Dc droom'was dc* derde keer stónd zij i vlnkto enr hu -kon zij ook toonde zich cért gevleugelde gcdnniTte van (roddelijken aard u uitzicht; die de 'gchei e hoogte tusschen hemel en aarde- vérvn'dc. Die Man stond niet cén voet op het laml cn den anderen op de zee en Hij liet e<*;i trompet schallen en riep met een donde rende stem: „Aarde breng voort en zee geef uw doodeii weer." Op dit bevel bewoog zich de oppervlakte der aurdc en der zee en zij openden zich. De tallooze millioonen vergeten dooden stonden op. De esch van de verbrande lij ken, de stof der hegravenen, de beenderen der verdronken slachtoffers, alles werd veer bekleed met de gedaante, die zij bij hun leven gehad hadden en zoo kwamen zij na der. F.r werd niemand gemist De aarde was opengespleten en ieders blik kon nu door gronden, wat zij bevatte. Er was ruimte voor allen, want ieder bad zijn plaats. Ephro- schrikte niet van dezen vrecselijkeg aanblik. Het trof haar het meest dat er zulk een diepe stilte overal hoerschte. Rondkijkend zag 2ij, dat er tegenover el- ken man en e'ke vrouw een geest stond, zijn of haar dubbelganger, die een rol in de hand' hield, waarop e'ke daad geschreven stond, welke die persoon gedurende het leven gedaan had, goed, zoowel als kwaad, en ieder scheen daarin zoo verdiept voor zichzelf, dat hij geen tijd had om op een ander té letten. {Wordt vervolycU)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 2