TWEEDE BLAD.
DINSDAG 22 JANUARI 1929 TWEEDE BLAD PAG
POLITIETOEZICHT
OP DE GROOTE WATERWEGEN.
PARTICULIERE BEWAKINGSDIENST OP DE GROOTE STROOMEN.
Over rivierpiraten, zoelelaars, kistjes-
mannen, parlevinkers en tagrijns.
WAT PAHTICTJLIEK INITIATIEF
VEEMAG.
Een prachtwerk.
Vorige wnek verscheen een boek, wan-
tan alles groot en mooi, degelijk en knap is.
Gedrukt in kwarto formaat en op degelijk
papier bij de Drukkerij Mouton en Co. in
pen Haag, niet minder dan 131 paginal
tellend en verlucht met tallooze, schcrn-*
foto's van personen, havengezichten, politie-
vaartuigen en ovcraichtkaartjes is hetal®
persproduct reeds een prachtboek.
Doch de mooie schelp zou, als ze ieep
was. weinig waarde hebben; echter omhuit
de prachtige bo'ster een degelijke pit er
daarom heeft het geheel ontschatbaxe
.waarde.
De tilel luidt: De ontwikkeling van het
pöLitictoraicht op de Groote Waterwegen;
tiet Overzicht is bewerkt door den heer A.
Westerhuis, chef van den (particulieren4
Bewakingsdienst op de Groote Stroomen;
in het werk is opgedragen aan den heer
A. WESTERIIUIS,
(hef van den (particulieren) Bewakings
dienst op de groote stroomen te Rotterdam.
YP. G. van Beuningen, directeur der Steen
lolen-Handelsvereeniging te Rotterdam,
fciriohter van bovengenoemden Bewakings
dienst
/fiermee is eigenlijk alles en dus heel
reel gezegd.
VVie het werk door'eest zal tot de erken-
liing komen, dat het particulier initiatief,
Buts krachtig geleid en door de Overhciu
voldoende gesteund, van zeer groote betee
kenis kan zijn voor de bestrijding van een
rro^t en wijdvertakt zedelijk en maatschap
pelijk kwaad; hij brengt zoowel den man
Fan Uet initiatief als dïen van de praktij*
S3
RS
BINNENLAND.
ONZE MINISTERS.
De Minister van Defensie, de heer Lam-
booy, is voornemens Donderdag a.e. te Bot
terdam aanwezig te zijn bij de opening van
het Protestantsch Tehuis .voor militairen
aan den Ooslzcedijk aldaar.
ZOUTWINNING.
Naar aanleiding van het verzoek van het
lid der Tweede Kamer Baron van Boetze
laer van Dubbeldam in de vergadering van
21 Februari j.l. heeft de minister van Kolo
niën aan de Kamer doen toekomen gege
vens nopens den stand van zaken bij de
zoutwinning op St. Martin en nopens de op
brengst der zoutpannen.
DE ZAAK-VRIJMAN.
NOGMAALS EEN ENQUETE GEVRAAGD.
Het bestuur van de Maatschappij tot Be
vordering der Bouwkunst, Bond van Nedcr-
landsche Architecten, B. N. A., heeft, in aan
sluiting met zijn vroeger adres \an 14 Maart
1926, zich opnieuw met een adres tot de
Tweede Kamer gewend ter ondersteuning
V. G. VAN BEUNINGEN, j van het tweede verzoekschrift van den oud-
directeur der S. H. V., oprichter van den ^jkstouwmeester J. A. W Vrijman d.d 7
Bewakingsdienst le Rotterdam. I Mei 1928 om alsnog over te gaan tot het in-
stellen eener enquête.
In overweging nemende, dat, blijkens dc
ton graan, verzegelden het schip weer en 1 over deze zaak in de laatste drie jaren ge
gleden weg in de duisternis. houden mondelinge en schriftelijke gedach
(In hetzelfde jaar hadden ook de dief- tenwisselingen, haar groote beteekenis, zo>
stallen van transitogoederen op groote Wel, voor het bijzonder belang van den
schaal plaats, veroorzaakt doordat er te adressant als voor ht algemeen belang vast
staat, doch tevens, dat het door de Tweede
Kamer bij herhaling aan de Regeering ge
vraagde licht over de hoofdpunten van het
request niet is verstrekt, sluit het bestuui
zich thans aan bij het dd. 7 Mei j.lv herhaald
verzoek van den heer Vrijman, dat de Twee
de Kamer zelf het onderzoek ter hand neme
krachtens het haar toeikomend reöht van
enquête.
Wie appels vaart, appels eet
Het is in schipperskringen altijd als een
juiste toepassing van Patilus' vermaning
aangaande „den dorschendcn os" opgevat,
dat wie appels vervoert, daarvan ook eten
mag Bij vervoer te Land denkt men daar
anders over.
Nu zal niemand er iets kwaads in zien,
dat de schipper met zijn grain eet van de
aardappels of stookt van de kolen, welke
hij vervoert.
Maar, iedereen ziet ook direct in, welke
gevaren hier direigen.
't Schippersgczin eet niet alleen aard
appels, doch ook brood, groente en vleeseh.
Welnu, dat ruilt hij voor aardappels.
En straks kleeren en huisraad; en --
drank; en geld.
Zoo groeit het kwaad gemakkelijk uil;
want ri\ ierventers en parlevinkers zijn ook
•niet altijd doodeerlijk. En „tagrijns" (opkoo
pers met helers-eigenschappen) zijn er
meestal ook voldoende.
Het is dus niet te verwonderen, dat er
zich op de rivieren een levendigen smokkel
handel ontwikko'de; dat schippers met een
ruim geweten voor een dubbeltje groente
kochten en de rivierventer met een lading
goederen wegroeadè; of dat hij en de tagrijn
sporing van vermiste goederen: het zou al
lemaal heel veel tijd kosten, het vervoer ver
tragen en dus grooter schade veroorzaken
dan de diefstal had gedaan.
Bovendien zou publicatie de haven een
slechte reputatie geven en dus het haven-
verkeer schaden; welke vaderlandslievende
overweging er dan vaak toe leidde om de
schade te necnen en over het kwaad tc
zwijgen.
De directie van den particulieren Bewa
kingsdienst heeft deze gevaarlijke opvattin-:
van meetaf bestréden en krachtig gesteund
door de Politie (inzonderheid te Rotterdam!
is ze er in geslaagd breede scheepvaartkrin-
gen tot andere gedachten te brengen; waar
door het mogelijk werd zoo krachtige maat
regelen tegen de dieverij te treffen, dat de
veiligheid der goederen thans volkomen ge
waarborgd is.
- Hoe de toestand was, welke midde'en ge
een aardige gnjpstuiver verdienden en dat nomen werden, hoe het politie-toezicht oj>
het publiek een koopie deedalles ten groote stroomen zach ontwikkelde, het
r.adeele van den eigenaar. wordt alles uitvoerig beschreven en breed
gedocumenteerd in het (mooie werk van
De zakenlui zwijgen. den heer A. Westerhuis.
Maar, zegt ge, de handelshuizen zul'en
dan toch wel al 't mogelijke gedaan hebben
om die diefstallen onmogelijk te maken?
Geen sprake van. Een enkele maal mog*
Voorheen: Hel destijds le Numansdorp in slation zijnde Rijkspoliliezeiljacht RI3.
danklbare hulde en looft het, dat op dit ter
rein nationale in internationale samenwer
king verkregen werd met zoo gunstige re
sultaten.
Varen is stelen.
Dit oijkopje liegt natuurlijk. Er is nog
*el onderscheid tusschen varen en stelen.
Haar het wil zeggen, dat in den loop der
Jaren op het water zooveel is gestolen, dat
üe woorden voor sommigen synoniem wer
den en dat anderen zich angstig afvroegen
of het kwaad wel uit te roeien zou zijn.
Diefstal is een zeer uitgebreid zedelijk
en maatschappelijk kwaad; geeste'ijke hij-
öendheid, zoodat men het onderscheid tus
schen het „mijn en dijn" niet uit elkaar
kan houden; diefsta' komt ontzaglijk veel
en vooral op het water geldt de
•preuk: de gelegenheid maakt den dief.
De ontwikkeling van dat kwaad is hoogst
Éénvoudig.
Als het schip op stroom ligt, is de eige-
paar ver cn hij moet de zorg voor de la
ding dus vertrouwensvol in handen ste'-
Jen van den schinper, die waakzaam en
eerlijk behoort te ziin.
Nu schiet die waakzaamheid wel eens
i goeder trouw tekort. Geruischloo*
M*heen hot bontie fn den stillen nacht over
kahhblende water; het klampt zich
vast aan het schi.- et terwijl de bemanning
den slaan der genisten slaapt, slaat de
rivierpiraat zijn s'ag.
Met hun „Westlanders" wisten ze nog in
1025 groote opschudding te verwekken door
hnn diefstal op groote schaal van de Hiin-
#ken, die op dp ankerplaats hoven de Wil-
lemshursr te Rotterdam lagen. 7e maakten
de knntoorlooden", waarmee de schenen
Seraegold waren, netjes los, laadden 15 20
Historisch overzicht.
Dieven zijn er altijd geweest. Grooten en
kleinen, doch vooral grooten, omdat de klei
nen hier zoo gauw groot worden.
Over nachtelijke diefstallen op de onbe
waakte rivieren klaagden in 1857 reeds de
burgemeesters van de gemeenten aan de
groote rivieren om Rotterdam.
In datzelfde jaar stelde de Minister van
Justitie gelden voor politie-toezicht op de
rivieren beschikbaar cn sedert dat jaar da
teert dus het rijkspolitie-toezicht te water.
Helaas bleef de dienst, gekoppeld aan land-
survcillance, door ontoereikend materiaal,
eerst roeibootjes, later hoogaarzen, zoo ge
brekkig, dat de resultaten nihil waren.
Ook de beste en meest-p'ichtgetrouwe po
litie-dienaar berustte tenslotte in het onver
mijdelijke.
De smokkelhandel dijde natuurlijk bij het
toenemend verkeer steeds sterker uit; het
i aantal „zoetelaars", die zoete winsten opstre
ken, niet het minst ook, doordat zij „mei
stiekemen drank" naar boord van de sche
pen gingen, groeide met den dag.
In 1898 men ziet, dat het hier geen oude
geschiedenis geldt, riepen de beëedigde me
ters en wegers in vertwijfeling: wat baal
het, of wij eerlijk meten en wegen, men
trekt onze opgaven toch in twijfel; niet, om
dat er iets aan maat en strijkstok blijft
hangen, maar omdat de „kistjesmannen'
hun vaartuigen vullen met gemakkelijk
verkregen buit.
Nu kwamen de Kamers van Koophandel
in actie: Gorkurn voorop en andere volgden.
In Februari 1905 zonk plotseling liet zeii-
va^rtuig der rivierpolitie te Zwijndrecht en
te krachtiger werd daardoor de drang orn
voor beter uitrusting te zorgen.
Het werd tijd. Want overal langs de rivie
ren verrezen de pakhuizen van gestolen
hout, waarin op klaar'ichten dag de gesto
len goederen verhandeld werden; ja, me:i
bouwde van gestolen materiaal zelfs een
molen om de gestolen granen te malen.
En er was niets tegen te doen: men
stookte met opveegsel van ko'en (ze waren
den naam van krenten niet waard) en men
maalde het opveegsel uit de graanboot. Toe
vallig stond er ook wel eens een zak goed
koren hij van een boer uit de buurt
Had iemand iets van den diefstal gezien?
Neen immers. Nou dan! Dan kon men vai
eens een schipper of kapitein, die het al te'
gortig maakte, ontslagen zijn; heel vaak,
ze fs weinige jaren geleden, deed men er
vaak niets aan.
Daarvoor waren zeer begrijpelijke, soms
achtenswaardige motieven.
Het kwaad was zóó wijdvertakt, en de die
verij zoo keurig georganiseordi, dat het vrij
wel hopeloos scheen om er iets aan te doen:
vooral in den oorlogstijd, toen het toezicht
ingekrompen moest worden, terwijl juist
uitbreiding noodig was.
De justitie in de zaak mengen? Dat had
groote bezwaren. Onderzoek, verhooren, op- I die publieke veiling ook geen kwaad zegger.
ïhans: Rijks polilievaar tuig Ji. P. XXIII" standplaats le Vlaardingen,
BEEEDIGING VAN OFFICIEREN.
Voor hel front van het regiment wielrijders te 's-Hertogenbosch legden een 16-tal
officieren den eed van trouw af. Op de foto (rechts van den standaard) slaat kolonel
baron D. W. van Dedem, regimentscommandant, die met den officier den eed van trouw
zweert.
CHR. HIST. UNIE.
Het hoofdbestuur der C. II. Unie heeft een
verkiezingsmanifest opgesteld, dat aan de
algemeene vergadering van 3 April zal wor
den voorgelegd.
De inleiding van het In de Ned. opgeno
men manifest luidt:
De Christelijk-Historische Unie van oor
dcel, dat, op grond van de aan de Tweede
Kamer der Staten Generaal toegekende be
voegdheden, van haar samenstelling in me
nig opzicht afhangt in welke richting de
gang van ons volksleven zal wor len geleid;
dringt er hij de kiezers op aan, zich daar
van wel rekenschap te geven, en te verstaan,
dat bewaring cn* versterking van de Christe
lijke grondslagen van het volksleven tot de
bestaansvoorwaarden van het Nederland-
sche volk hchooren.
Verder komt o.m. onder het hoofd .„Alge
meene beginselen" het volgende voor:
In overeenstemming met de historische
ontwikkeling van het Christendom op Ne-
derlandschen bodem, en dus met de beginse
len der Reformatie als beheerschende fac
tor, worde Nederland bestuurd als een
Christelijke staat in Protestantschen zin.
De eenheid des volks worde bewaard en
gesterkt, ook door weerstand te bieden te
gen steeds verder gaande groepcering naar
godsdienstige, kerkelijke cn sociale onder
scheiding.
De Zondagsrust en de instandhouding van
de algemeen erkende Christelijke feestdagen
worden bevorderd. De overheid onthoude
zioh daarom van alles, waardoor het karak
ter van den Christelijken rustdag zou ver
loren gaan en verzekere zooveel mogelijk de
Zondagsrust van bij haar in dienst zijnde
personen.
De groote waarde van het gezin worde er
kend en zijn ongereptheid hlijve bewaard
overal, waar de wetgever daarmede in aan
raking komt
Bij herziening van de huwelijkswetgeving
worde toegezien, dat de Christelijke grond
slagen van het huwelijk niet worden aange
tast.
Financieel Beleid.
Onder „Financieel beleid" lezen wij o.m.:
Het streven blijve gericht op een lager
peil van uitgaven en inkomsten dan het
tegenwoordige.
In verband hiermee worde:
a aan de overheidsbemoeiing zoo min
mogelijk uitbreiding gegeven;
b. geen andere steun uit de openbare kas
verleend, dan die door het algemeen belang
volstrekt gevorderd wordt;
c. de belastingdruk verminderd, waarbij dc
onderscheiden draagkracht in het oog wordt
gehouden en de vermindering zooveel moge
lijk dienstbaar wordt gemaakt aan een ver
laging van de productiekosten, mede tot
verruiming van de werkgelegenheid.
Met betrekking tot het onderwijs wordt
het volgende verlangd:
Bij handhaving van de financieele gelijk
stelling van het openbaar en het bijzonder
lager onderwijs, worde gestreefd naar oen
zoodanige inrichting van het onderwijs, Jat,
zonder opvoering van kosten een behoorlijk
peil gewaarborgd zij.
Het nijverheids-, landbouw- en handels
onderwijs worde bevorderd.
Bij den steun aan dit onderwijs, gelijk bij
dien aan het middelbaar en voorbereidend
hooger onderwijs, worde zooveel mogelijk
toegezien, dat een gelijkmatige verdeel ing
over het geheele land, in aansluiting aan de
behoeften plaats heeft en dat de belangen
van de bewoneis van het platteland daarbij
niet worden achtergesteld bij die van de
stedelijke bevolking.
De overheid houde de openbare universi
tcit in stand, tot ontwikkeling van het we
tenschappelijk karakter der natie, en doe op
wetenschappelijk gebied belijdenis van de
Christelijke religie door de instelling eener
faculteit van Godgeleerdheid op den grond
slag der Openbaring.
Dan is er een paragraaf, die het
geestelijk en stoffelijk peil
van het volk betreft:
Tot bevordering van de geestelijke en ze
delijke verheffing des volks worde aan het
tweede lid van artikel 172 der Grondwet,
inzake nieuw tc vcrlcencn tractcmenten aan
bedienaren van den godsdienst, een ruimere
toepassing gegeven.
Krachtig worde gesteund hetgeen leiden
kan tot beperking van het drankgebruik.
De gemeenschappelijke welvaart worde
bevorderd door aanmoediging van de pro
ductie en van het particulier initiatief.
Vooral in verband met den snellen aanwas
der bevolking worden land- en tuinbouw
handel en nijverheid, scheepvaart en vissche-
rij bevorderd en worde uitgezien naar alles
wat nieuwe bestaansmogelijkheden scheppen
kan.
De regeering onthoude zich van maatrege
len, die de ontwikkeling van deze takken
van welvaart zouden kunnen belemmeren.-
Erkend worde de solidariteit der verschil
lende maatschappelijke groepen met verzet
tegen ieder pogen om in dit opzicht tegen
stellingen in het leven tc roencn of te ver
scherpen. Slechts door samenwerking en
wcderzijdsch vertrouwen van de verschillen
de proepen kan de bloei van het volksgeheel
worden verkregen.
Verzet blijft geboden tegen het streven
naar voorziening in le persoonlijke behoef
ten der burgers door onmiddellijke uitkee-
rinpen uit de npenhare kas.
Tecelijkertijd blijve het oog gericht op
handhaving en bevordering van de sociale
verzekering, waarbij de voorrang gegeven
worde aan kassen of fondsen, uit eigen ini-
Üaief gevormd.
de koloniale paragraaf
komt o.m. het volgende voor:
Aan den drang naar meerdere staatkun
dige zelfstandigheid worde binnen de gren
zen van het Nederlandsch staatsverband,
zooals dit in de Grondwet is vastgelegd,
ruimte gelaten, maar tevens zoodanige lei
ding gegeven, dat een voortgaande ontwik
keling en verheffing der onderscheidene
\olksdeelen daardoor niet geschaad maar
gebaat wordt
De zending worde bevorderd en in haar
werkzaamheid beschermd. Slechts worde
toegezien, dat de eene zending niet 6torend
ingrijpt ln den arbeid der andere.
INDISCH GENOOTSCHAP.
Medisch onderwijs ln Ned.-Indië; artsen,
Indisch-artsen en hulpkrachten; verband
der verschillende hoo gescholen.
In een bijeenkomst van het Indisch Ge
nootschap te 's-Gravenhage heeft Prof. Dr.
J. Boeke uit Utrecht een inleiding gehou
den over: Medisch onderwijs in Ned.-Indië;
artsen, indisch-artsen en hulpkrachten; ver
band der verschillende hoogescholen.
Met groote kracht aldus Spr., is de laat
ste jaren gewerkt om in Indië den achter
stand bij het hooger onderwijs in te halen.
De invoering er van sloot heel de lagere on
derwijsverzorging af. In 7 jaren werden 3
hoogescholen gesticht
Door handel cn industrie werd in 1917 en
1919 cn groote som gelds bijeengebracht cn
hierdoor werd de Technische Hoogeschool
te Bandoeng gesticht, welke in 1929 werd
geopend. In October 1924 werd deze Facul
teit der Technische Wetenschappen aan
den lande overgedragen. In dezelfde maand
werd te Batavia de Rechtshoogeschool ge
opend.
In Augustus 1927 werd de Geneeskundige
Hoogeschool, eveneens te Batavia, gesticht
Al was ook aan de Rechtshoogeschool de
Rechtschool voorafgegaan, welke in 1909 te
Batavia was opgericht als opleidingsschool
voor Inlandsche rechtskundigen, zoo heeft
toch de Geneeskundige Hoogeschool de lang
ste voorgeschiedenis.
In 1920 kon reeds het 75-jarig bestaan der
Medische Vakschool, eerst de dokterdjawa-
srhnol, later de school tot opleiding van In
dische artsen, worden gevierd. In 1851 be
gonnen met 13 leerlingen, die in een cursus
van 2 (later 3) jaren tot vaccinateur en
hulparts werden opgeleid, breidde dit onder
wijs zich langzamerhand uit, zoodat in 1920
ecnige honderden leerlingen in een cursus
van 7 jaren (na een vooropleiding) tot In
disch-arts werden opgeleid.
Het medisch hooger onderwijs sloot dus
aan dit op middelbare leest geschoeide on
derwijs aan. Het kwam er echter niet voor
in de plaats. Naast de Geneeskundige Hoo
geschool heeft de Regeering met wijs beleid
de Indische Artsenschool te Soerabaja, de
Nias, laten bestaan en haar zoo goed moge
lijk geoutilleerd. Hoe juist dit gezien was.
blijkt wel uit het feit, dat, toen de Genees
kundige Hoogeschool haar tweede jaar in
ging en 29 leerlingen zich tot haar wend
den, zich ruim 190 leerlingen voor de Nias
opgaven.
De school tot opleiding van inlandsche
artsen (de Storia) sterft geleidelijk uit
Aan de Indische artsen zelf werd het door
overgangsbepalingen mogelijk gemaakt ook
aan de Hoogeschool den titel van arts (aca
demisch gevormd arts) te behalen.
Het was juist gedacht, de opleiding tot
Indisch-arts te doen voortbestaan naast de
Hooger Onderwijsopleiding. Er mag, be
toogde Spr., geen stagnatie, zelfs geen inzin
king komen van het aantal geneeskundigen
in onze Oost. En door de oprichting der
Hoogeschool is de Indisch-arts in geen op
zicht gedegradeerd of achteruitgezet De op
leiding van den Indisch-arts is een andere
dan die van den arts en de toekomst zal
nog moeten leeren, of de Inlander, die zijn
geschiktheid om het op middelbare leest
geschoeide medisch onderwijs der artsen
scholen met vrucht te volgen reeds heeft be
wezen, ook voor het Hooger Onderwijs ge
schikt is en of de geneigdheid daartoe
zich in voldoende mate zal openbare om de
Hoogoschool te doen bloeien.
Over de opleiding van z.g. hulpartsen
wordt weinig meer gesproken.
Wel is de opleiding van mantri's, mantri-
verplegers 1ste cn 2de klnsse, door de Re
geering zoowel als door,-het particulier ini
tiatief met kracht ter hflnd genomen, en
er zijn reeds meer dan 350 dezer hulpkrach
ten in de laatste jaren afgeleverd. Al deze
gediplomeerde hulpkrachten hebben in de
groote hospitalen, aan het hoofd van hulp
hospitaal tjes, als leiders van poliklinieken,
plaats gevonden, en eveneens hebben de
Zcndingshospitalen, op het voetspoor van
Dr. Pruys, den directeur-geneesheer van 't
Petronella-hospitaal te Djogjakarta, met
steeds toenemend succes dergelijke hulp-
hospitaaltjes ingericht Uit eigen aanschou
wing heeft Spr. kunnen constateeren, hoe
voortreffelijk deze hulphospitaaltjes werken
en zoo meende hij, dat ook wat dit betreft
de medische opleiding in onze Oost op den
goeden weg is en dat geen de minste blaam
de Regeering zou kunnen treffen, dat zij
wel de opleiding van de artsen, doch niet
die van de hulpkrachten (men spreke liever
niet van hulpartsen, tegen welke betiteling
ook door de Indische artsen zelve ten krach
tigste werd geprotesteerd) heeft bevorderd.
Men hoede er zich toch voor, bij 't ijveren
voor de vorming van hulpartsen in dezelf
de fouten te vervallen, die in onze oogen
liet ln lSöl begonnen eerste onderwijs san
INGEZONDEN MEDEDEELINO.
Na de Wasch
heeft men vaak last van schrijnende handend
Dit schijnen houdt dadelijk op door PuroL
de dokterdjawa's zoo ruimschoots aankleef-
'?n en bedierven.
De Rechtshoogeschool en de Geneeskun
dige Hoogeschool vormen in Batavia de bei
de inrichtingen van Hooger Onderwijs. Is
de Faculteit van Oostersche letteren, waar
voor nu de plannen reeds gereed liggen, ge
sticht, dan zijn de door de wet vereischta
drie faculteiten van de Indische Universitei
ten voorhanden. Het zal dan het oogenblik
zijn de Indische Universiteit te stichten.
Reeds werd één curatorium tot behartiging
van de belangen der beide faculteiten inge
steld. Doch er zijn tal van zaken, die elk»
faculteit op zich zelf niet tot stand kan bren
gen, doch waarvoor samenwerking tusschen
de faculteiten een dringende noodzakelijk
heid is. Deze samenwerking zal eerst kun
nen worden verwezenlijkt, als een nam*
verband tusschen haar bestaat, een ver
band, dat alleen door de stichting eener In
dische Universiteit zal kunnen worden ven-
kregen. Deze stichting is dan ook slechts,
zoo eindigde Spr.. een kwestie van tijd.
Op de rede volgde ecnige gedachtewisse
ling, waarna de voorzitter met dankzegging
aan de sprekers de vergadering sloot
Kunst cn Letteren.
Dr. JAN STERCK ZEVENTIG JAAR.
Dr. Jan Sterck, de bekende Vondelkenner,
heeft den leeftijd der 6terken bereikt op 3
Januari j.l.
In verhand met dit feit heeft Ellen Russa
hem geïnterviewd voor „Boekenschouw",
t nr. van 15 Jan. brengt haar verslag.
..Mijn liefde voor Vondel? Die heb ik van
Thijm overgenomen of nee, eigenlijk in Rol-
duc begon het al, toen ik zulke uitstekende
lessen kreeg in Nederlandsohe letteren van
Prof. Everts, u weet wel, degene, die dat
werk over Nederlandsch» letterkunde ge-
sohrerven heeft En t' was ook tijdens Rol-
due, dat ik in aanraking kwam met Thijm,
't staat alles zoon beetje met elkaar in
verband."
Na Rolduc bezocht Sterck Leiden. Toen
hij twee jaar aan de Universiteit was, werd
hij erg ziekhevige bloedspuwingen. Hij
moest daarom naar Meran, dan een winter
naar Madeira. Hij genas, maar met de Uni
versiteit was het gedaan. Hij kwam bij
Thijm in den boekhandel en studeerde voor
zichzelf voort
In dien tijd werd hij secretaris van „Da
Vioolstruik", een letterkundige vrienden
kring bij Thijm te Amsterdam. (In de Ge-
denkschriften van Van Deyssel kunt u over
dien kring een en ander lezen!) Thijin heeft
Sterck, medewerker, mede-eigenaar, mede
patroon van zijn Vondeluitgave de zorgen
voor dezen arbeid toevertrouwd, toen hij
a.h.w. zijn dood voorvoelde.
„Dat was in 1887, zegt Ellen Russe, en nu
in 1929 kan de letterkundige wereld getui
gen, dat Dr. Sterck de verwachtingen di»
Thijm van hem koesterde, niet heeft be
schaamd."
Dr. Sterck vertelde verder
„Toen Thijm twee jaar later stierf, nam
ik zijn zaak over en ook ordende ik heel
zijn letterkundige nalatenschap, d.w.z. zijn
uitgaven, portretten en meer dan tweedui
zend brieven. Ik stichtte toen de Thijmiana,
deze wordt nog dikwijls geraadpleegd. Prol.
Brom heeft er bijvoorbeeld veel uit geput-
Den boekhandel verkocht Sterck later weer
aan Mensing en kwam toen in het rijks-
schooltoezicht Later ging hij ln Haarlem
wonen en werd als hoofdinspecteur op 65-
jarigen leeftijd gepensionneerd.
De boeken die Sterck schreef zijn: Von-
del's Oorkonden, die hem den dokterstitel
honoris causa bezorgden, een werkje over
Bilderdijk na zijn uitwijking in 1795. Rond
om Vondel, Een leven van Vondel, het pas-
verschenen: Van Rederijkerskamer naar
Muiderkring, boeken over oud Amsterdam-
De uitgave van Thijm is na 7 deelen ge-
staakt
Dr. Sterck heeft speurzin. En mcnschen
met speurzin doen menigmaal merkwaar
dige en belangrijke vondsten.
,JZoo bijvoorbeeld heb ik deze editie van
Garzoni onlangs in Florence opgediept Zie,
dat is werkelijk een vondst, want hierdoor
is er een geheel nieuwe bron van Vondels
inspiratie ontdekt Bij een ouden boekhan
del in Florence vond ik dit boek: La Piazza
universale di tutte le professioni del raondo.
't Is een soort encyclopedie, in 1585 ver
sohenen. Vondel moet dit werk gekend heb
ben, want vier strofen uit zijn Lofzang op
de Zee-vaert zijn aan Garzoni ontleend. Ik
heb er over geschreven in hel tweede deel
der nieuwe Vondeluitgave, dat spoedig gaat
verschijnen."
HET GOETHE-LF.SSING-FEEST.
Te Bronswijk begonnen.
Te Bronswijk is Zaterdag het feest ter her
denking van Goethe en Lessing geopend.
Minister Severing heeft er een korte red»
gehouden, waarin hij wees op de groote cul-
tureele beteekenis van beide dichters.
Na dien hebben de talrijke aanwezigen d»
tentoonstelling „Faust op het tooneel»' be
zichtigd.
Des middags heeft de gemeente Brunswyc
een feestmaal gegeven, waarbij de burge
meester en Prof. Petersen, voorzitter van hefc
Goethe-genoot schap, het woord hebben ge
voerd. De dag is, na een Faustvoorstelling,
besloten met een orgelconcert in den Dom.
DRIE REMBRANDTS GEVONDEN.
Een reeks kostbar» schilderijen, zorgvul
dig in stukken mooie zijde gewikkeld. Is na
den dood van den heer R. W. Pettigren, een
bhkend kunstverzamelaar te Cardiff, gevon
den. Niemand wist er iets van dat hij meer
dan 500 schilderijen en etsen had, al wist
men wel, dat hii verzamelde. Sommige ka
mers waren zoo vol schilderijen, dat men
er zich slechts heel voorzichtig kon bewegen.
De executeurs haalden er Christie bij en
deee schoot niet minder dan 84 doeken uit
voor een veiling, welke 8 Febr. zal worden
gehouden.
Er zijn niet minder dan drie Rembrandt»
bij: de verjaging van H&ger en Ismeel, een
jongen in het bruin en het portret van een
dame in een bruine japon met witte mou
wen. Onder de overige schilderijen zijn er
van Baptist», Holbein, Hoppner, van Haar
lem, Gheeraedts en Stozzi. Ook een Balen.
Wetenschap.
*NATUBA DOCET'.
Kan een veen plas koopen.
Door verschillende personen Is aan het Mu«
scum „Natura Docet" te Denekamp het be
drag geschonken benoodigd voor den «ankoop
van een uit natuur-historiseh oogpunt be
schouwde belangrijke veen plas in Twents, de»
s g. Kooiplas.