Jlimurr friïtsdjr (ürmrtuil
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
BRiEVEN UIT DE HOOFDSTAD
BINNENLAND.
ABONNEMENT:
Per kwartaal 3.25
(Beschikkingskoslen 0.15).
Yoor het Buitenland bij Weke-
lijksche zending 6.—
Bij dageiiijksche zending B 7.—
Allies bij vooruitbetaling.
Losse nummers 5 cent.
met Zondagsblad IV2 cent.
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijg
baar.
No 2648
Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936.
MAANDAG 21 JANUARI 1929
ADVERTENTIE N:
Van 1 tot 5 regels 1.17%
Elke regel meer 0.22%
Ingez. Mededeelingen
van 1—5 regels - 2.30
Elke rege.' meer 0.15
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan het bureau
wordt berekend 0.10
9e Jaargang.
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
Oproep aan onze Lezers
voor de nabestaanden der
Helden van de Zee.
V. te 's-Gr. f 4.—; G. E. te 's-Gr. f 2.50;
C. de J.. te L. f 2.50; J. V. te 's-Gr. f 5.—;
Mcj. N. v. S.. te 's-Gr. f 2.—; D. E. te
Gr. f 2.50; J. W. te R. f 10.—; Mevr.
de Wed. V. te R. f 25.K. S. te R. f 1.—;
A. M. te R. f 1.50; J. A. S. te R. f 50.—; confessioneel karakter, die trelijkelij
Het beroep op het Nederlandsche
Volk om eens vooral de finantiëele
toekomst der weduwen en der weezen
van de omgekomen bemanning der
Hoeksche reddingsboot voor zijn
rekening te nemen, moest wel inslaan.
De een gaat vlugger tot de daad
over, als de andere, ofschoon uit
stel hier vaak afstel beteekent, maar
Zeer, zeer velen willen toch mee
doen aan het samenbrengen van
dit fonds.
Nederland en de zee, zij behooren
bij elkaar. Wat zee bouwt, heelt
een hart, zong Beets. Maar laat
het ook zijn: Wat Nederlander is,
heeft een hart voor het heldenge
slacht, dat de wacht betrekt aan
onze kusten.
Men vroeg ons, of ook giften
kunnen worden afgedragen aan onze
agenten. Zeker, al onze agenten
ontvangen gaarne en zenden het
ons wel op. Ieder kent den agent
ter zijner plaatse wel of zijn kantoor.
En overigensgiften af te dragen
aan ons Bureau, ons per postwissel
te zenden of te storten op ons
gironummer 58936
Directie N. L. Courant.
DE RAMP AAN DEN HOEK.
TWEEDE VERANTWOORDING.
Leerlingen en Personeel Keucheniusschool
voor M. U. L. O., Zomerhofstraat 83 te Rot
terdam f 151.57. Techn. pers. van
blad f 100.—; fa. D. v. d. W. te Rotterdam
f 100.—; S. O. S. te R. f2.50; P. C. te R. f 10;
Collecte J. V. op G. G. Bidt en Werkt te
R'dam f 17.50; N. N. te R. f 1.—; v. d.
W. te R. f 1.—; J. A. te R. f 1.—; H.
A. Z. te R. f 0.50; M. R. te R. f 10.-;
Fam. R. te R. f 5.—; A. d9 R. tc R.
f 25.—; Coll. Meisjesvereen. op G. G. Try-
fosa te Delfsh. f 6.75; Coll. J. V. op G. G.
Joh. Bogerman te Delfshaven f 5.P. V.
te R. f 10.—; Fam. B. te R. f4.—; Mej.
P. B. te R. f 1.—; Fam. v. d. B. te R. f 2.—;
J. LI. te R. f 2.—; A. A. D. te R. f 2.-
K. K. d. W. J. S. tc R. f 5.—; G. S. te
H. f 20.-; K. M. te R. f 10.—; K. V. te R.
11.—; N. N. te R. f2.50; No. 510 te R. f 4.5
J. L. v. d. P. te R. f2.50; Coll. Vereen.
Anth. Leeuwenhoek f 2.10; N. N. te R
f 1.—; Gezinscollecte A. T. (Veel zegen toe-
wenschend bij uw streven f 2.75; Wed. A.
C. B. te G. f 2.50; 't gezin F. G. te R. f 10;
H. D. te R. f 2.50; Wilh. R. tc
f 50.—; T. T. te S. f 5.—; D. de W. te
R. f 2.50; M. v. d. B. te H. f 2.50; Y. G.
K. te H. f 2.50; Mr. C. B. te R. f 5.-
G. H. H. te R. f 5.—; J. S. te D. f 2.50;
J. P. P. te R. f 5.—; P. v. R. te V. f 2.50;
K. V. te Sch. f 5.—; D. B. te R. f 5.
J. B. te R. f 1.—; H. v. K. te R. f 1.—; G.
A. H. to R. f2.50; W. v. W. te R. f2.—;
J. A. K. te R. f 1.50; H. W. v. d. V. te
R. f 1.—; W. B. te R. f 1.—; G. E. te
R. f 2.—; G. L. te R. f 1.—; H. dc R. te
R. f 5.—; M. v. E. te R. f 2.50; C. M. B.
te R. f 1.—; H. G. v. d. H. te R. f 1.—;
Uit Corrie"s en Gerrïe's Spaarpot f 1.P.
N. te R. f 1.—; Joh. Z. te R. f 10.—; Oud-
Zeeman f 2.50; Fam. K. te 's Gr. f 10.-
P. K. te 's-Gr. f 0.50, H. v. B. te 's-Gr.
15.—; J. B. te 'sGr. f2.50; Mevr. G. te
's Gr. f 10.—; Ph. H. te 's-Gr. f 5.—; C.
v. d. M. te 's Gr. f 25.—; N. N. te 's-Gr.
f 25.2 Weduwen te 's-Gr. f 5.J.
V. te 's-Gr. f 0.50; Mej. K. te 's-Gr. f 1.50;
N. N. te 's-Gr. f 1.—; L. K. te
f 5.Opa B. te U. f 0.75; Fam. P. te
U. f 1.Uit den spaarpot van de kin
deren P. te U. f 1.—; J. van R. te U. f 2.50;
N. N.' te U. f 5.—; J. V. te U. f 2.50;
Wed. J. B. te U. f 0.50; R. S. t U f 1.-;
P. de W. te U. f 25.—; LL H. V. te R.
f 2.50; J. C. C, te H. f 2.50; C. J. de R.
te R. f 10.—; M. S. T. te R. f 10.-;
S. te W. f 10.—; W. Gr. te R. f 10.-;
Joh. Kr. te H. f 15.—; A. v. d. W. te D.
(van den Heer A. v. d. W. en 7 kinderen)
'.17.— N. N. te 's-Gr. f 1.50; N. N. te
's-Gr. f 10.-; - M. B. J. te 's-Gr. f 2.50;
D. K. te 's-Gr. f L—Fam. E. te R. f 25.r-;
Mevr. de G. v. N, to 's-Gr, f 25.- -j Joh.
terey" hatenden Jan een meer eenzijdig
Protestantsch karakter gekregen dan
Oranje kon hebben bedoeld.
Het ideaal van Oranje was een alge
meen-nationale beweging van inter-
T. W. K. te D, 10.50; Collecte op Jaar
feest Zangkoor „Advendo" te D. f 10.50; L.
K. te D. f 2.50; Mevr. M. te R. f 2.50.
P. v. R. te R. f 10.—J. v. d. S. te B.
f 2.50; Grietje te R. f 2.—; H. te R. f2.50.
C M. D. te D. f 10.—; N. N. te R. f 25.—.
Totaal met le verantwoording 3000.42.
DE UNIE VAN UTRECHT
Roomsch en Onroomsch, „den Ilooni-
;chen geus, èn d'ander" omvatten zou.
Dit ideaal scheen hij na de Pacificatie
van Gent (1576) te zullen verwezenlij
ken. Als redder des volks werd hij to
Brussel begroet, maar spoedig bleken
de divergeerende confessioneele kracn-
ten sterker dan zijn saambindend beleid
kwamen Roomsch en Calvinist
scherp tegenover elkander te staan.
Holland en Zeeland hadden reeds"
vóór 1576 een exclusief-Calvinistiscii
karakter verkregen en behielden dit
sedert ook; de Waalsche gewesten
in het Zuiden, uitsluitend Roomsch,
keerden terug onder de gehoor
zaamheid van den Spaanschen vorst;
het ging nu om het behoud van
het overig Nederland, dat met Holland
en Zeeland te zamen tegen de Spaan-
sche overheersching pal moest staan.
Waar nu in deze overige NederlanJen
het Calvinisme stug voorwaarts drong,
zocht Oranje door een godsdienstvrede
Roomsch en Onroomsch in vrede naast
elkander te doen voortleven en beide te
vereenigen in den gsméenschappelylcen
strijd.
Dat de Unie van Utrecht op beperkte
geographische basis stond, was geen
groot bezwaar; zij kon door toetreding
van nieuwe bondgenooten, welke /er-
wacht werd, worden uitgebreid, maar
wat Oranje ter wille van de médewer
king der Roomschen met zorg vervülde,
v/as, dat de Protestant?che grondkleur.
hier en daar zichtbaar naSr voren
drong.
De Unie aanvaardde de vrijheid van^
geweten, zoodat er geen inquisitie naar-
het geloof meer zou wèzen/-
zich tegenover iedere poging om „de
catholique Roomsche religie met wape
nen te willen restablissaren"liet Hol
land en Zeeland in de uitsluitende heer
schappij van zijn Gereformeerd geloof;
stelde voor de overige gewesten
aannemelijk alternatieföf doorvoering
van den godsdienstvrede, öf een nadere
regeling, die voor de verschillende ge
westen even goed te denken was in Ge
reformeerden als in Roomschen zin.
Met dit alles kon Oranje vrede hebben;
de laatste regeling had hij zelfs nadruk
kelijk aanbevolen, omdat zij ook gewes
ten van uitsluitend Roomscnen gods
dienst aan de Unie binden kon; maar
wat hem tegenstond, en waar _hjj zich
ook in persoonlijk gesprek in Antwerpen
met een der Utrechtsche burgemeesters
scherp over heeft uitgelaten, was, dat
men monniken en nonnen, die indertijd
waren weggeloopen, ten laste van hun
kloosters liet; dat men bij tot het huwe
lijk gezinde geestelijken de desertie als
het ware aanmoedigde en voor hen, die
bleven, in het klooster vrijheid eischte
van religie en habijt. In dit alles lag
een uitdaging tegenover geestelijkheid
en kerk, die de Roomsch-Katholieken,
wier medewerking Oranje zocht, voor
het hoofd stooten moest. Vandaar, dat
Vosberghen aan zijn Zeeuwsche moe
derstad schrijven kon, dat er
rieheyt was van de geestelycken", en
dat bij de onderteekening der Unie en
kele vertegenwoordigers der Utrecht
sche kapittelen achter hun naam een
verontschuldigend „de mandato capi-
tuli", „jussu capituli" plaatsten, „vol
gens opdracht van„op bevel van
het kapittel", ten einde daarmede de
verantwoordelijkheid van zich zeiven af
te wentelen op het kapittel, dat hun last
gegeven had.
De Utrechtsche democratie, die anti-
paapsch en goeddeels Calvinistisch was,
heeft .den weerstand der geestelijken
weggevaagd; en Oranje, ondanks
bezwaren tegen de godsdienstige eenzij
digheid, is geëindigd, zij het ook na en
kele maanden van wachten en aarzelen,
met aan de Unie zijn adhaesie te betui
gen.
Zoo was de Unie een levende macht
geworden in den harden en zwaren vrij
heidsstrijd. Een grondwet was zij na
tuurlijk niet. Zij was slechts de acte van
een duurzaam verbond van verdediging
edoch, de gang der dingen heeft er toe
geleid, dat bij het wegvallen van de
landsheerlijke macht en bij het zich vor
men van de souvereine Statenrepubliek
cie acte, den 23sten Januari 1579 te
Utrecht onderteekend, het karakter van
een grondwet verkreeg, de grondwet
van het vrije Gemeenbest van het Ver-
eenigd Nederland.
Zoo was er jubel binnen de Utrecht
dag van heden, onder het aloude Oranje
huis, zijn krachtig bestaan heeft voort
gezet. Weer zal, als op den ouden dag,
den 23sten Januari a.s. de oude Dom
klok haar klanken uitstorten over de
wachtende stad, en weer zal er vreugde
wezen en blijde jubel, wijl God tot den
dag van heden, nu driehonderdvijftig
jaren lang, Nederland een vrije natie,
onder het bewind van Oranje, wezen
deed.
Z. W. SNELLER.
Den 26en Januari 1579 schreef Cas
par van Vosberghen, een der Zeeuw
sche gedelegeerden voor de onderhande
lingen over de Nadere Unie, aan zijn
moederstad Veere een belangrijk verslag
over wat er de laatste dagen te Utrecht
voorgevallen. „Sy hebben al 't sa
men, beneffens Graaff Jan van Nassau-
wen, stadthouder van Geldre, ondertey-
kent, daer van hier groote blij schap on
der den borgher ende de geestelycheyt
sveest is, hoewel hetselve niet son-
der eenighe swaericheyt van deselve
geestelycken, al eer sy wilden teyeke-
nen, is toegegaen. Daer is seer weynich
in de geconcipieerde articulen veran
dert; men heeft de clocke van den Dom
alsoe veel tiidts doen luyden, dat der-
ghelycken in hondert jaeren niet ge
beurt en is".
Wel was er reden om te juichen en
de groote Domklok plechtig te doen lui
den over de grijze bisschopsstad, nu men
zich gered voelde uit de benauwenis,
want onder aanvoering van den stout-
moedigen en tegelijk omzichtigen Par
ma, drong de Spaansche vijand dicht
tegen de grenzen aan. Brabant en
Vlaanderen werden bedreigd, de AJge-
meene Staten waren van Brussel naar
Antwerpen gejaagd, waarheen ook dc
Prins van Oranje zich had begeven, er
Gelderland werd in het Oosten en Zui
den straf benauwd. In deze omstandig
heden was er maar één redmiddel tegen
het van rondom dreigend gevaar: een
verbond van verdediging, ten einde
„malcanderen met lijf f, goet ende-bloet
by te staen jegens alle fortsen ende
welden". hetzij deze tegen een van de
leden alleen of tegen alle in liet gene
raal werden gebruikt.
Lang was er geaarzeld, zoowel door
enkele gewesten, die hun zelfstandig
heid niet-wilden ondergeschikt maken
aan het nieuw te vormen geheel,
door de Roomsch-Katholieken. die zich
niet konden vinden in een verbond, dat
wel geen uitgesproken Protestantsch
karakter vertoonde, maar toch jegens
het Protestantisme welwillender dan je
gens het Katholicisme was.
Maar nu was dan toch eindelijk alle
aarzeling overwonnen en bedwongen
was alle tegenstand, en in de kapittel
zaal van den stillen kloosterhof van de
Dom hadden de afgevaardigden der ge
westen zich vereenigd en ze schreven
hun namen onder het veelbladig docu
ment, dat de lange tekst der Unie be
vatte. Daarom beierden de klokKen. op
dei. zwaren ondertoon van de klokke*1
van den Dom, over de stad, „dat der-
ghelycken in hondert jaaren niet ge
beurt en was".
Vooral Gelderland had langdurig te
genstand geboden, wat des te erger was,
omdat zonder dit gewest de Unie een
onmogelijkheid was. Holland en Gelder
land moesten de kern der Unie vormen,
waaromheen de andere gewesten zich
groepeeren konden. Gelderland, met zijn
rivieren, die als zoovele toegangswegen
waren naar het lage land, was het na
tuurlijk voorterrein van Holland, voor
de verdediging van dit gewest even
onmisbaar als Holland met zijn kapi
taalkracht het voor Gelderland was.
Met geweld van wapenen had Jan van
Nassau de Staten van Gelderland tot
volgzaamheid moeten dwingen en daar
na had hij in Utrecht enkele gewesten
tot aaneensluiting gebracht, voorloopig
echter niet meer dan Hólland, Zeeland
en Gelderland en Utrecht en het Gro
ninger Ommelanden.
Graaf Jan was van veel beperkter
geestesaanleg dan zjin broeder, maar
daardoor ook meer dan deze een man
van de korte daad, die toegreep, waar
Prins Willem wikte en aarzelde en
woog. Een- en andermaal heeft Oranje
bij het beleid van den opstand zich het
initiatief uit handen laten nemen; zoo
in 1572, toen van Den Briel de nieuwe
beweging begon; zoo eigenlijk ook in sche wallen, om de mogelijkheid van
1579, want hoewel de gedachte eener uitredding uit benauwend gevaar,
defensieve unie in het Noorden de zijne1 galmden er vreugdevolle toekomstklan-
was en hij zijn broeder tot verwezenlü-1 ken in de klokken, die uit den hooge;
king van deze gedachte naar Nederland j Domtoren dreunden en beierden over de
had geroepen, heeft toch de unie, onder blijde stad. Zij hebben het bestaan van
leiding van den alle Roomsche Habgot-l het vrije Nederland ingeluid, dat tot den
SNEEUW EN IJS.
Wie onzer heeft niet meermalen met be
wondering en ontroering een sneeuwland-
ichapje van Louis Apol, zij het slechts in
r«>productie gezien? De stedelingen hebben
meer gelegenheid het origineele stuk in een
der talrijke musea te bewonderen, maar
ieder heeft 'och wel ir. tijdschrift of porte
feuille een afdruk gezien.
Wat een rust, wat een reinheid, welk een
glans ademen deze meesterwerken. Daarin
•ordt benadeTd, wat God ons aan schoon
heid en heerlijkheid ,in den winter, en in het
bijzonder in de sneeuw gaf.
De kunstenaar geeft in zijn sneeuwland
schappen, waarlijk niet het beeld van den
dood, maar vap dc voorbereiding voor liet
nieuwe straks in dc lente jubelend ontwa
kende leven. Hij doet zien wat God geeft als
Hij de sneeuw strooit als wol.
Zelden heb ik krasser bewijs van den zon
deval, van den vloek over al het geschapene
gezien, en gevoeld, dan bij het aanschouwen
de sneeuw in de stad. Zeker ook hier
daalt de sneeuw neer, als op de landschappen
an Apol. Zachte donzige, reine vlokken die
ieder een eigen heerlijkheid dragen, en lie
straten bedekken, als de bui maar
iets lang duurt met een witte wade.
Maar ach, voor hoelang? Voor de stad ont-
aakt rijden reeds de pekel wagens van de
tram uit om de tramsporen open te maken
het groote locale verkeer mogelijk. En
morgens vroeg wordt het sneeuwkleed
reeds gescheurd, breede, haast schreven wij,
in het sneeuwdek getrokt
groote massa buiten heeft
is de eenheid reeds gebroken, is de
reinheid bezoedeld, is de heerlijkheid aange
tast.
Kom niet een paar uur later. Voor de hui-
in, het is politic-verordening, het is plicht,
althans voorschrift, heeft ieder een voet
pad gemaakt, voor mogelijk glijden den in
houd van zijn aschlade op straat gedepo
neerd of deftiger de sneeuw verborgen c
de. oen dikke laag zand.
Dan zijn de mooie ronde bruggen van 'v
sneeuwlast ontdaan en steken haar naakte
havelooze ruggen" uit de besneeuwde om,
g als rotte plekken omhoog. Dan is
de hoofdverkeerswegen de stadsreiniging aan
:t werk.
Voor velen is de sneeuw niets dan arbeid.
Voor de gesteundon, die aan het sneeuwrui
men mogen meehelpen een extraatje en
honderden zijn bezig de sneemv op hoopen
te schuiven, weg te rijden, in de grachten te
storten.
Binnen een paar uur nadat de sneeuwval
Tieeft opgehouden kunt ge zien, het onder
scheid tusschen wat God geeft en wat Je
menschen-er van weten te maken. Want ook
daar in de achterstraten, die bij de reiniging
eerst op het tweede plan staan, herkent ge
het sneeuwkleed niet meer. 't Is niet maar
hier en daar bezoedeld en bemorst, 't is niet
ïw met vuile plekken op enkele plaat-
in 't is een vuile, vieze modderige
pap.
Er is niets meer aan te redden, 'i is hope
loos en radicaal bedorven, het witte kleed
is niet wit meer, 't is ook geen kleed
't dekt de aarde en de straten niet meer,
maar het verontreinigt ze, maakt een tocht
door dc stad tot een marte ling voor uw voet
voor uw ziel.
Zeker, ook. buiten is de zonde en het
devuil en de sneeuwbezoedeling. Maar daar
blijft de sneeuw dan toch lang, sneeuw. In de
stad keert zij om in het tegendeel, wordt
i weinige uren walgelijk.
Met het ijs is het niet veel beter. Zie eens
op. de grachten. Allerlei vuil, wordt door de
stadsbewoners 's zomers in de gracht, 's win
ters op het ijs geworpen, oude schoenen, sar
dine blikjes, leege kisten, gebroken flesschen,
vaatwerk, vodden, in schilderachtige hoe
veelheid en schikking. De jongens, die wil
len probeeren, eiken dag op nieuw, hoe sterk
het als is, dragen het hunne er toe bij om de
ijsvlakte een onooglijk aanzien te geven.
pakhuizen en opslagplaatsen zijn,
wordt het ijs gebeukt, gebroken, stukgevaren,
gekneusd, tot de vorst zoo streng wordt, dat
oor deze koude niemand bestaan kan. Maar
dan is er ook van „mooi ijs" in de stad'" ge-
oonlijk geen sprake meer.
Wie van sneeuw-, en ijslandschap wil ge
nieten, wie aan sneeuw- en ijssport wil doen
in de stad moet naar buiten, moet naar de
verre periferiën, moet naar het land.
Voor de meeslcn heeft het ijs zooveel be
koring, dat ze gaan. Dat ze gaan naar buiten
om de schaatsen onder te binden en de echte
oude hollandsche sport te beoefenen. Maar
vele stadskinderen komen aan de ijssport
niet toe, hebben de ijzers nooit onder gehad,
hebben geen idéé van de heerlijkheid van
het schaatsenrijden. Wij weten wel, dat aan
deze dingen ook een anderen kant is. IJs
kost menschenvleisch is een oud spreek
woord en elk jaar zien wij weer als er maar
even een vliesje- over de wateren ligt, dat
ook menschenlesens worden gewaagd en
verloren.
Neen het ijs is niet wreed, maar dc kinde
ren der menschen zijn roekeloos, onvoorzich
tig, kunnen den tijd niet afwachten, grijpen
eer het gerijpt is. Ook de stad, heeft haar
slachtoffers in den winter.
En ook in ander opzicht vallen de versla
genen. Daar komt een Zondag in het
zicht. Een vrijen dag. Nu is het mooi weer
en rijdbaar ijs. Zullen wij nu niet schaatsje
slaan? t' Is toch niet bepaald zonde? Men
kan toch ook dankend deze gave genieten?
Zijn er zoo niet velen? Och dat het onjuist
moge zijn. Teerheid van consciëntie is zeker
INGEZONDEN MEDEDEELING.
OFFICIEELE BERICHTEN.
Op 11 dezer is op het departement van
Builenlandschc Zaken door den Noorschen
gezant en den minister onderteekend een
ereenkomst tot wederzij-dsche vrijstelling
,n inkomstenbelasting in zekere gevallet.,
waarbij winsten voortvloeien uit het scheep
vaartbedrijf.
WERKVERRUIMING.
Bij Kon. besluit is benoemd in de Rijks
commissie van Advies voor Werkverrui
ming: F. K. J. Heringa, administrateur,
hoofd der afdeeling Handel en Nijverheid
bij het Departement van Arbeid, Handel en
Nijserheid en is bepaald dat de benoeming
van de heeren Dr. L. G. Kortenhorst, B. F
Krantz, J. Th. Nijkamp, F. van der Wal e
en Dr. I. H. J. Vos tot lid der voornoem (e
Rijkscommissie te rekenen van 19 December
1928 wederom met een jaar wordt verlengd
en zijn voor het tijdval van heden tot 19
December 1929 benoemd tot lid van voren
genoemde commissie de heeren B. van Ees
teren te 's-Gravenhage en K. Kruithof le
Utrecht, resp. lid-werkgever en lid-werknc-
mer van den Ned. Werkloosheidsraaa.
MARINE-RESERVE.
Bij beschikking van den minister van De
fensie zijn de luitenants ter zee der le klas
van de Kon. Marinereserve J. ten Klooster.
G. J. de Jonge, J. M. Moerdijk den len F:
bruari a.s. hij de Hoogere Marine Krijg:
school te 's-Gravenhage geplaatst
HOFBERICHTEN.
ONTVANGST TEN HOVB.
Zaterdag heeft de Koningin ten Koninkl.
paleize .Noordeinde .de eerste van twee ge
lijke ontvangsten gehouden, op welke in te
genwoordfgheid ook v&n de Koningin-Moe
der, den Prins der Neder'anden en Prins.
Juliana, aan tal van dames en heeren uit
het geheele land, met uitzondering van per
sonen uit Noord-Holland, die later ten paleï-
leize te Amsterdam op. een avondreceptie
zullen worden ontvangen, gelegenheid werd
gegeven hun opwachting bij de Koningin te
maken.
De Koningin betrad, na vooraf cercle te
hebben gehouden voor Neder'andsche civie
le en militaire a,utorilejten, om halftien me'
de ander,e .leden der Koninkl. familie de zaai
Op de eerste soiree verscheen, met de bo
vengenoemde autoriteiten, de dames en hee
ren van het diplomatieke corps en van he'.
Permanente Hof van Internationale JusH-
tie, benevens vele autoriteiten uit de hof
houdingen der vorstelijke personen, do
staats-, stads- en provinciale besturen, de
rechtelijke macht, 'and- en zeemacht, verte
genwoordigers van instellingen op velerlei
gehied. particuliere personen enz., in totaal
550 uitgenoodigden.
Evenals vorige jaren heeft de verdeeling
over de beide soirees, welke door H. M. ge
geven worden, van de laatstgenoemde groe
pen alphabetisch plaats.
In den loop van den avond onderhieldon
de Konincin. de Koningin-Moeder, de Prins
en de Prinses zich met onderscheidene der
genoodigden.
De Koninklijke Militaire Kapel voerde til
dens de soiree onder leiding van len luite
nat Boer een muziekprogramma uit.
MIDDELEN EN WEGEN.
HEBT GIJ GEEN GIRO-REKENING?
Hebt gij nog niets afgedragen voor de
slachtoffers aan den Hoek?
Het gij het langs anderen tveg dan via on$
blad gedaan? In orde! Dan heb ik niets ge
zegd.
Maar zijt ge nog nalatig; hebt ge uw hart
tevergeefs laten spreken en heeft uw beurs
er niet op gereageerd?
Gij hebt geen girorekening, zegt ge en
daarom zijt ge in verzuim.
Ik erken, dat een giro-rekening voor da
vervulling van onzen Chr» tenplicht zeer ge
makkelijk en bevorderlijk is. Van een huis
telefoon hebt ge voor 25 pCt. gemak en voor
75 pCt. last; maar een girorekening geeft en
kel en uitsluitend vreugde.
Die kan slapen en in actie zijn; net, zoo
als ge zelf verkiest.
En thans in actie gesteld, geeft ze u vreug-
en biedt ze anderen troost en hulp.
Maar, omdat ik nu alleen gesproken heb
van gireeren, en gij geen postrekening hebt»
moet ge mij de schuld niet geven, dat ge van
de zaligheid van het geven nog niets go
smaakt hebt.
Gireeren is makkelijk; ge maakt alles in
uw huiskamer in orde.
Maar toen de Girodienst niet bestond, wer
den er ook inzamelingen gehouden. En het
ging vroeger niet minder goed dan tegen
woordig.
Want niet de wijze, waarop het geldver-
keer geregeld is, beslist; maar uw hart
al spreekt het hoofd een woordje mee
heeft de beslissende stem.
De rest, de uitvoering van het besluit is
onbeduidende bijzaak. Als hart en beurs het
eens zijn, komt de daad vanzelf tot stand.
Middelen en wegen zijn er voldoende.
Gij hebt nog nic-t gedaan, wat op de greep
in uw hand wacht om het te doen; omdat....
gij geen girorekening hebt?
Die verontschuldiging neem ik niet aan.
Ik venvacht van u betere dingen.
Gij weet den weg wel om goed te doen.
Doe het dan met haast.
Do it now!
De ware en onbevlekte Godsdienst voop
God en den Vader is deze: Weduwen en wee-
zen bezoeken in hun verdrukking.
Want:
Indien er nu een broeder of zuster naakt
zouden zijn en gebrek zouden hebben aan da
gelij ksch voedsel;
En iemand van u tot hem zou zeggen: Gaat
henen in vrede, wordt warm en wordt ver-
z.adigd; en gij zoudt hun niet geven de nood
druftigheden des lichaams, wat nuttigheid is
dat?
INGEZONDEN MEDEDEEUNG.
Denkt U er omt
VRAGEN VAN KAMERLEDEN.
Tariefsverhoogingen.
Het Tweede-Kamerlid Beumer heeft den
Minister van Arbeid gevraagd:
Is het juist, dat het tarief, bedoeld in art
40, lid 1, der Ongevallenwet 1921, en dat,
bedoeld in arL 79, lid 1. der Land- en Tuin
bouwongevallenwet 1922 zullen worden ver
hoogd?
Zoo ja, is de Minister bereid mede te dee
len, welke beschouwingen en berekeningen
daaraan ten grondslag liggen?
Borgstelling en arbitrage.
Het Tweede-Kamerlid Krijger heeft den
Minister van Waterstaat gevraagd:
Is het juist, dat, een klein aantal uitge
zonderd, de Nederlandsche aannemers zich
na 1 Januari jl. hebben onthouden van in
schrijving naar do uitvoering van Rijks
werken, ingevolge een voor hen onbevredi
gende regeling betreffende arbitrage in ge
schillen?
Is de Minister bereid mede te deelen,
welke gevolgen deze houding reeds heeft ge
had op de aanbesteding van Rijkswerken,
zoowel wat betreft het aantal inschrijvingen
als de inschrijvingssommen, in verband met
de ramingen voor de betrokken werken?
Dan, wijzend op de gevolgen, vraagt de
heer Krijger:
I Is de Minister bereid, zoolang een oplos
door dubbele aanbesteding nagaan wat da
geldelijke gevolgen zijn?
Is de Minister bereid om zijn houding in
deze aangelegenheid te bepalen, onafhanke-
'ijk van de houding van derden, en, zoo
neen, om welke redenen niet?
En de visschers.
Het Tweede-Kamerlid Hiemstra heeft den
Ministers van Binnenlandsche Zaken en
van Waterstaat gevraagd:
1. Is het juist, dat door de Regeering, in
verhand met de droogmaking van de Zui
derzee, de verplaatsing van visschers naar
Duitschland wordt overwogen?
2. Zijn de Ministers bereid een onderzoek
te doen instellen of het dorp Oostmahorn
een geschikte plaats voor vestiging van vis
schers zou zijn, indien bij dit dorp een ha
ven werd aangelegd, en indien blijkt, dat
Oostmahorn voor de uitoefening van het
visschersbedrijf geschikt is, indien aldaar
ccn haven wordt aangelegd, willen de Mi
nisters dan dezen aanleg bevorderen?
NEDERL. SPOORWEGEN.
BENOEMINGEN.
Ingenieur 1e kl. de Ingenieur 2e ki. M. J.
Huizinga te Maastricht, tot Adjunct Inspeo-
teur de Asp. Adj. Inspecteur N. J. II. d.
Wal te Groningen I. B.t tot Hoofdwerktuig
kundige de Werktuigkundige B. A Mas
seur te Utrecht. Wpl. en Mag., tot le cher
de bureau de chef de bureau J. D. Sfhleck,
tot le chef de bureau de chef de bureau J.
A J. Groen, Urecht Hgh., tot Opzichter le
kl. te Rotterdam de Opzichter 2e kl. A
Langbroek te Delft, tot Opzichter le kl. de
Opzichter 2e k'. P. D. Tulp, tot buroaurele-
rent de commies H. Verkroost te Utrecht
Hgh, tot burenureferent de commies J. B.
II. Böhmer te Utrecht Hgh.. tot bureaurefe
rent de commies D. Peeroboom te Utrecht
Hgb., tot burcaureferent de commies F. L.
Jung te Utrecht Hgb., tot burcaureferent d<»
commies J. Gerrits te Zwolle, tot hurenn-
referent de commies W. F. Rackê te Utrecht,
Wpl. en Mag., tot werktuigkundige de tech
nisch ambtenaar A. G. Bonman te Utrecht.
Hgh., tot bouwkundige de technisch ambte
naar G. van Es te Utrecht, Hgh., tot opzich
ter teekenaar de tpekennar F.. Plieger
in onzen tijd noodig. En een hartelijk mee- sjng nje( za| zjjn verkregen, de door de di- Utrecht. Hgh.. tot opzichter teekennar d1:
leven met al Gods volk, niet het minst op rectie van de Nederlandsche Spoorwegen teekenaar G. J. Tromp te Utrecht. Wpl. en
den dag des Heeren. En een stille eerbied vastgestelde arhitragebepalingcn althans Mag.., tot stationsnmbtennnr de assistent v.
voor den dag, die in het stadsleven zoo ont- .voorloopig voor de Rijkswerken geldend te d. stationsdienst B. den Heeten te GcMer-
zaggelijk in het gedrang komt 1
AREND VAN AMSTEL
verklaren? I malsen, tot burcelamhtenaar de schrij...
j Indien dit niet gaat, wil da Mini,Mar dan H. L. d. Vecht te Utrecht, VVpL en Mag.