Jlimurr friïtsdjr (ürmrtuil Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. BRiEVEN UIT DE HOOFDSTAD BINNENLAND. ABONNEMENT: Per kwartaal 3.25 (Beschikkingskoslen 0.15). Yoor het Buitenland bij Weke- lijksche zending 6.— Bij dageiiijksche zending B 7.— Allies bij vooruitbetaling. Losse nummers 5 cent. met Zondagsblad IV2 cent. Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijg baar. No 2648 Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936. MAANDAG 21 JANUARI 1929 ADVERTENTIE N: Van 1 tot 5 regels 1.17% Elke regel meer 0.22% Ingez. Mededeelingen van 1—5 regels - 2.30 Elke rege.' meer 0.15 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan het bureau wordt berekend 0.10 9e Jaargang. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen Oproep aan onze Lezers voor de nabestaanden der Helden van de Zee. V. te 's-Gr. f 4.—; G. E. te 's-Gr. f 2.50; C. de J.. te L. f 2.50; J. V. te 's-Gr. f 5.—; Mcj. N. v. S.. te 's-Gr. f 2.—; D. E. te Gr. f 2.50; J. W. te R. f 10.—; Mevr. de Wed. V. te R. f 25.K. S. te R. f 1.—; A. M. te R. f 1.50; J. A. S. te R. f 50.—; confessioneel karakter, die trelijkelij Het beroep op het Nederlandsche Volk om eens vooral de finantiëele toekomst der weduwen en der weezen van de omgekomen bemanning der Hoeksche reddingsboot voor zijn rekening te nemen, moest wel inslaan. De een gaat vlugger tot de daad over, als de andere, ofschoon uit stel hier vaak afstel beteekent, maar Zeer, zeer velen willen toch mee doen aan het samenbrengen van dit fonds. Nederland en de zee, zij behooren bij elkaar. Wat zee bouwt, heelt een hart, zong Beets. Maar laat het ook zijn: Wat Nederlander is, heeft een hart voor het heldenge slacht, dat de wacht betrekt aan onze kusten. Men vroeg ons, of ook giften kunnen worden afgedragen aan onze agenten. Zeker, al onze agenten ontvangen gaarne en zenden het ons wel op. Ieder kent den agent ter zijner plaatse wel of zijn kantoor. En overigensgiften af te dragen aan ons Bureau, ons per postwissel te zenden of te storten op ons gironummer 58936 Directie N. L. Courant. DE RAMP AAN DEN HOEK. TWEEDE VERANTWOORDING. Leerlingen en Personeel Keucheniusschool voor M. U. L. O., Zomerhofstraat 83 te Rot terdam f 151.57. Techn. pers. van blad f 100.—; fa. D. v. d. W. te Rotterdam f 100.—; S. O. S. te R. f2.50; P. C. te R. f 10; Collecte J. V. op G. G. Bidt en Werkt te R'dam f 17.50; N. N. te R. f 1.—; v. d. W. te R. f 1.—; J. A. te R. f 1.—; H. A. Z. te R. f 0.50; M. R. te R. f 10.-; Fam. R. te R. f 5.—; A. d9 R. tc R. f 25.—; Coll. Meisjesvereen. op G. G. Try- fosa te Delfsh. f 6.75; Coll. J. V. op G. G. Joh. Bogerman te Delfshaven f 5.P. V. te R. f 10.—; Fam. B. te R. f4.—; Mej. P. B. te R. f 1.—; Fam. v. d. B. te R. f 2.—; J. LI. te R. f 2.—; A. A. D. te R. f 2.- K. K. d. W. J. S. tc R. f 5.—; G. S. te H. f 20.-; K. M. te R. f 10.—; K. V. te R. 11.—; N. N. te R. f2.50; No. 510 te R. f 4.5 J. L. v. d. P. te R. f2.50; Coll. Vereen. Anth. Leeuwenhoek f 2.10; N. N. te R f 1.—; Gezinscollecte A. T. (Veel zegen toe- wenschend bij uw streven f 2.75; Wed. A. C. B. te G. f 2.50; 't gezin F. G. te R. f 10; H. D. te R. f 2.50; Wilh. R. tc f 50.—; T. T. te S. f 5.—; D. de W. te R. f 2.50; M. v. d. B. te H. f 2.50; Y. G. K. te H. f 2.50; Mr. C. B. te R. f 5.- G. H. H. te R. f 5.—; J. S. te D. f 2.50; J. P. P. te R. f 5.—; P. v. R. te V. f 2.50; K. V. te Sch. f 5.—; D. B. te R. f 5. J. B. te R. f 1.—; H. v. K. te R. f 1.—; G. A. H. to R. f2.50; W. v. W. te R. f2.—; J. A. K. te R. f 1.50; H. W. v. d. V. te R. f 1.—; W. B. te R. f 1.—; G. E. te R. f 2.—; G. L. te R. f 1.—; H. dc R. te R. f 5.—; M. v. E. te R. f 2.50; C. M. B. te R. f 1.—; H. G. v. d. H. te R. f 1.—; Uit Corrie"s en Gerrïe's Spaarpot f 1.P. N. te R. f 1.—; Joh. Z. te R. f 10.—; Oud- Zeeman f 2.50; Fam. K. te 's Gr. f 10.- P. K. te 's-Gr. f 0.50, H. v. B. te 's-Gr. 15.—; J. B. te 'sGr. f2.50; Mevr. G. te 's Gr. f 10.—; Ph. H. te 's-Gr. f 5.—; C. v. d. M. te 's Gr. f 25.—; N. N. te 's-Gr. f 25.2 Weduwen te 's-Gr. f 5.J. V. te 's-Gr. f 0.50; Mej. K. te 's-Gr. f 1.50; N. N. te 's-Gr. f 1.—; L. K. te f 5.Opa B. te U. f 0.75; Fam. P. te U. f 1.Uit den spaarpot van de kin deren P. te U. f 1.—; J. van R. te U. f 2.50; N. N.' te U. f 5.—; J. V. te U. f 2.50; Wed. J. B. te U. f 0.50; R. S. t U f 1.-; P. de W. te U. f 25.—; LL H. V. te R. f 2.50; J. C. C, te H. f 2.50; C. J. de R. te R. f 10.—; M. S. T. te R. f 10.-; S. te W. f 10.—; W. Gr. te R. f 10.-; Joh. Kr. te H. f 15.—; A. v. d. W. te D. (van den Heer A. v. d. W. en 7 kinderen) '.17.— N. N. te 's-Gr. f 1.50; N. N. te 's-Gr. f 10.-; - M. B. J. te 's-Gr. f 2.50; D. K. te 's-Gr. f L—Fam. E. te R. f 25.r-; Mevr. de G. v. N, to 's-Gr, f 25.- -j Joh. terey" hatenden Jan een meer eenzijdig Protestantsch karakter gekregen dan Oranje kon hebben bedoeld. Het ideaal van Oranje was een alge meen-nationale beweging van inter- T. W. K. te D, 10.50; Collecte op Jaar feest Zangkoor „Advendo" te D. f 10.50; L. K. te D. f 2.50; Mevr. M. te R. f 2.50. P. v. R. te R. f 10.—J. v. d. S. te B. f 2.50; Grietje te R. f 2.—; H. te R. f2.50. C M. D. te D. f 10.—; N. N. te R. f 25.—. Totaal met le verantwoording 3000.42. DE UNIE VAN UTRECHT Roomsch en Onroomsch, „den Ilooni- ;chen geus, èn d'ander" omvatten zou. Dit ideaal scheen hij na de Pacificatie van Gent (1576) te zullen verwezenlij ken. Als redder des volks werd hij to Brussel begroet, maar spoedig bleken de divergeerende confessioneele kracn- ten sterker dan zijn saambindend beleid kwamen Roomsch en Calvinist scherp tegenover elkander te staan. Holland en Zeeland hadden reeds" vóór 1576 een exclusief-Calvinistiscii karakter verkregen en behielden dit sedert ook; de Waalsche gewesten in het Zuiden, uitsluitend Roomsch, keerden terug onder de gehoor zaamheid van den Spaanschen vorst; het ging nu om het behoud van het overig Nederland, dat met Holland en Zeeland te zamen tegen de Spaan- sche overheersching pal moest staan. Waar nu in deze overige NederlanJen het Calvinisme stug voorwaarts drong, zocht Oranje door een godsdienstvrede Roomsch en Onroomsch in vrede naast elkander te doen voortleven en beide te vereenigen in den gsméenschappelylcen strijd. Dat de Unie van Utrecht op beperkte geographische basis stond, was geen groot bezwaar; zij kon door toetreding van nieuwe bondgenooten, welke /er- wacht werd, worden uitgebreid, maar wat Oranje ter wille van de médewer king der Roomschen met zorg vervülde, v/as, dat de Protestant?che grondkleur. hier en daar zichtbaar naSr voren drong. De Unie aanvaardde de vrijheid van^ geweten, zoodat er geen inquisitie naar- het geloof meer zou wèzen/- zich tegenover iedere poging om „de catholique Roomsche religie met wape nen te willen restablissaren"liet Hol land en Zeeland in de uitsluitende heer schappij van zijn Gereformeerd geloof; stelde voor de overige gewesten aannemelijk alternatieföf doorvoering van den godsdienstvrede, öf een nadere regeling, die voor de verschillende ge westen even goed te denken was in Ge reformeerden als in Roomschen zin. Met dit alles kon Oranje vrede hebben; de laatste regeling had hij zelfs nadruk kelijk aanbevolen, omdat zij ook gewes ten van uitsluitend Roomscnen gods dienst aan de Unie binden kon; maar wat hem tegenstond, en waar _hjj zich ook in persoonlijk gesprek in Antwerpen met een der Utrechtsche burgemeesters scherp over heeft uitgelaten, was, dat men monniken en nonnen, die indertijd waren weggeloopen, ten laste van hun kloosters liet; dat men bij tot het huwe lijk gezinde geestelijken de desertie als het ware aanmoedigde en voor hen, die bleven, in het klooster vrijheid eischte van religie en habijt. In dit alles lag een uitdaging tegenover geestelijkheid en kerk, die de Roomsch-Katholieken, wier medewerking Oranje zocht, voor het hoofd stooten moest. Vandaar, dat Vosberghen aan zijn Zeeuwsche moe derstad schrijven kon, dat er rieheyt was van de geestelycken", en dat bij de onderteekening der Unie en kele vertegenwoordigers der Utrecht sche kapittelen achter hun naam een verontschuldigend „de mandato capi- tuli", „jussu capituli" plaatsten, „vol gens opdracht van„op bevel van het kapittel", ten einde daarmede de verantwoordelijkheid van zich zeiven af te wentelen op het kapittel, dat hun last gegeven had. De Utrechtsche democratie, die anti- paapsch en goeddeels Calvinistisch was, heeft .den weerstand der geestelijken weggevaagd; en Oranje, ondanks bezwaren tegen de godsdienstige eenzij digheid, is geëindigd, zij het ook na en kele maanden van wachten en aarzelen, met aan de Unie zijn adhaesie te betui gen. Zoo was de Unie een levende macht geworden in den harden en zwaren vrij heidsstrijd. Een grondwet was zij na tuurlijk niet. Zij was slechts de acte van een duurzaam verbond van verdediging edoch, de gang der dingen heeft er toe geleid, dat bij het wegvallen van de landsheerlijke macht en bij het zich vor men van de souvereine Statenrepubliek cie acte, den 23sten Januari 1579 te Utrecht onderteekend, het karakter van een grondwet verkreeg, de grondwet van het vrije Gemeenbest van het Ver- eenigd Nederland. Zoo was er jubel binnen de Utrecht dag van heden, onder het aloude Oranje huis, zijn krachtig bestaan heeft voort gezet. Weer zal, als op den ouden dag, den 23sten Januari a.s. de oude Dom klok haar klanken uitstorten over de wachtende stad, en weer zal er vreugde wezen en blijde jubel, wijl God tot den dag van heden, nu driehonderdvijftig jaren lang, Nederland een vrije natie, onder het bewind van Oranje, wezen deed. Z. W. SNELLER. Den 26en Januari 1579 schreef Cas par van Vosberghen, een der Zeeuw sche gedelegeerden voor de onderhande lingen over de Nadere Unie, aan zijn moederstad Veere een belangrijk verslag over wat er de laatste dagen te Utrecht voorgevallen. „Sy hebben al 't sa men, beneffens Graaff Jan van Nassau- wen, stadthouder van Geldre, ondertey- kent, daer van hier groote blij schap on der den borgher ende de geestelycheyt sveest is, hoewel hetselve niet son- der eenighe swaericheyt van deselve geestelycken, al eer sy wilden teyeke- nen, is toegegaen. Daer is seer weynich in de geconcipieerde articulen veran dert; men heeft de clocke van den Dom alsoe veel tiidts doen luyden, dat der- ghelycken in hondert jaeren niet ge beurt en is". Wel was er reden om te juichen en de groote Domklok plechtig te doen lui den over de grijze bisschopsstad, nu men zich gered voelde uit de benauwenis, want onder aanvoering van den stout- moedigen en tegelijk omzichtigen Par ma, drong de Spaansche vijand dicht tegen de grenzen aan. Brabant en Vlaanderen werden bedreigd, de AJge- meene Staten waren van Brussel naar Antwerpen gejaagd, waarheen ook dc Prins van Oranje zich had begeven, er Gelderland werd in het Oosten en Zui den straf benauwd. In deze omstandig heden was er maar één redmiddel tegen het van rondom dreigend gevaar: een verbond van verdediging, ten einde „malcanderen met lijf f, goet ende-bloet by te staen jegens alle fortsen ende welden". hetzij deze tegen een van de leden alleen of tegen alle in liet gene raal werden gebruikt. Lang was er geaarzeld, zoowel door enkele gewesten, die hun zelfstandig heid niet-wilden ondergeschikt maken aan het nieuw te vormen geheel, door de Roomsch-Katholieken. die zich niet konden vinden in een verbond, dat wel geen uitgesproken Protestantsch karakter vertoonde, maar toch jegens het Protestantisme welwillender dan je gens het Katholicisme was. Maar nu was dan toch eindelijk alle aarzeling overwonnen en bedwongen was alle tegenstand, en in de kapittel zaal van den stillen kloosterhof van de Dom hadden de afgevaardigden der ge westen zich vereenigd en ze schreven hun namen onder het veelbladig docu ment, dat de lange tekst der Unie be vatte. Daarom beierden de klokKen. op dei. zwaren ondertoon van de klokke*1 van den Dom, over de stad, „dat der- ghelycken in hondert jaaren niet ge beurt en was". Vooral Gelderland had langdurig te genstand geboden, wat des te erger was, omdat zonder dit gewest de Unie een onmogelijkheid was. Holland en Gelder land moesten de kern der Unie vormen, waaromheen de andere gewesten zich groepeeren konden. Gelderland, met zijn rivieren, die als zoovele toegangswegen waren naar het lage land, was het na tuurlijk voorterrein van Holland, voor de verdediging van dit gewest even onmisbaar als Holland met zijn kapi taalkracht het voor Gelderland was. Met geweld van wapenen had Jan van Nassau de Staten van Gelderland tot volgzaamheid moeten dwingen en daar na had hij in Utrecht enkele gewesten tot aaneensluiting gebracht, voorloopig echter niet meer dan Hólland, Zeeland en Gelderland en Utrecht en het Gro ninger Ommelanden. Graaf Jan was van veel beperkter geestesaanleg dan zjin broeder, maar daardoor ook meer dan deze een man van de korte daad, die toegreep, waar Prins Willem wikte en aarzelde en woog. Een- en andermaal heeft Oranje bij het beleid van den opstand zich het initiatief uit handen laten nemen; zoo in 1572, toen van Den Briel de nieuwe beweging begon; zoo eigenlijk ook in sche wallen, om de mogelijkheid van 1579, want hoewel de gedachte eener uitredding uit benauwend gevaar, defensieve unie in het Noorden de zijne1 galmden er vreugdevolle toekomstklan- was en hij zijn broeder tot verwezenlü-1 ken in de klokken, die uit den hooge; king van deze gedachte naar Nederland j Domtoren dreunden en beierden over de had geroepen, heeft toch de unie, onder blijde stad. Zij hebben het bestaan van leiding van den alle Roomsche Habgot-l het vrije Nederland ingeluid, dat tot den SNEEUW EN IJS. Wie onzer heeft niet meermalen met be wondering en ontroering een sneeuwland- ichapje van Louis Apol, zij het slechts in r«>productie gezien? De stedelingen hebben meer gelegenheid het origineele stuk in een der talrijke musea te bewonderen, maar ieder heeft 'och wel ir. tijdschrift of porte feuille een afdruk gezien. Wat een rust, wat een reinheid, welk een glans ademen deze meesterwerken. Daarin •ordt benadeTd, wat God ons aan schoon heid en heerlijkheid ,in den winter, en in het bijzonder in de sneeuw gaf. De kunstenaar geeft in zijn sneeuwland schappen, waarlijk niet het beeld van den dood, maar vap dc voorbereiding voor liet nieuwe straks in dc lente jubelend ontwa kende leven. Hij doet zien wat God geeft als Hij de sneeuw strooit als wol. Zelden heb ik krasser bewijs van den zon deval, van den vloek over al het geschapene gezien, en gevoeld, dan bij het aanschouwen de sneeuw in de stad. Zeker ook hier daalt de sneeuw neer, als op de landschappen an Apol. Zachte donzige, reine vlokken die ieder een eigen heerlijkheid dragen, en lie straten bedekken, als de bui maar iets lang duurt met een witte wade. Maar ach, voor hoelang? Voor de stad ont- aakt rijden reeds de pekel wagens van de tram uit om de tramsporen open te maken het groote locale verkeer mogelijk. En morgens vroeg wordt het sneeuwkleed reeds gescheurd, breede, haast schreven wij, in het sneeuwdek getrokt groote massa buiten heeft is de eenheid reeds gebroken, is de reinheid bezoedeld, is de heerlijkheid aange tast. Kom niet een paar uur later. Voor de hui- in, het is politic-verordening, het is plicht, althans voorschrift, heeft ieder een voet pad gemaakt, voor mogelijk glijden den in houd van zijn aschlade op straat gedepo neerd of deftiger de sneeuw verborgen c de. oen dikke laag zand. Dan zijn de mooie ronde bruggen van 'v sneeuwlast ontdaan en steken haar naakte havelooze ruggen" uit de besneeuwde om, g als rotte plekken omhoog. Dan is de hoofdverkeerswegen de stadsreiniging aan :t werk. Voor velen is de sneeuw niets dan arbeid. Voor de gesteundon, die aan het sneeuwrui men mogen meehelpen een extraatje en honderden zijn bezig de sneemv op hoopen te schuiven, weg te rijden, in de grachten te storten. Binnen een paar uur nadat de sneeuwval Tieeft opgehouden kunt ge zien, het onder scheid tusschen wat God geeft en wat Je menschen-er van weten te maken. Want ook daar in de achterstraten, die bij de reiniging eerst op het tweede plan staan, herkent ge het sneeuwkleed niet meer. 't Is niet maar hier en daar bezoedeld en bemorst, 't is niet ïw met vuile plekken op enkele plaat- in 't is een vuile, vieze modderige pap. Er is niets meer aan te redden, 'i is hope loos en radicaal bedorven, het witte kleed is niet wit meer, 't is ook geen kleed 't dekt de aarde en de straten niet meer, maar het verontreinigt ze, maakt een tocht door dc stad tot een marte ling voor uw voet voor uw ziel. Zeker, ook. buiten is de zonde en het devuil en de sneeuwbezoedeling. Maar daar blijft de sneeuw dan toch lang, sneeuw. In de stad keert zij om in het tegendeel, wordt i weinige uren walgelijk. Met het ijs is het niet veel beter. Zie eens op. de grachten. Allerlei vuil, wordt door de stadsbewoners 's zomers in de gracht, 's win ters op het ijs geworpen, oude schoenen, sar dine blikjes, leege kisten, gebroken flesschen, vaatwerk, vodden, in schilderachtige hoe veelheid en schikking. De jongens, die wil len probeeren, eiken dag op nieuw, hoe sterk het als is, dragen het hunne er toe bij om de ijsvlakte een onooglijk aanzien te geven. pakhuizen en opslagplaatsen zijn, wordt het ijs gebeukt, gebroken, stukgevaren, gekneusd, tot de vorst zoo streng wordt, dat oor deze koude niemand bestaan kan. Maar dan is er ook van „mooi ijs" in de stad'" ge- oonlijk geen sprake meer. Wie van sneeuw-, en ijslandschap wil ge nieten, wie aan sneeuw- en ijssport wil doen in de stad moet naar buiten, moet naar de verre periferiën, moet naar het land. Voor de meeslcn heeft het ijs zooveel be koring, dat ze gaan. Dat ze gaan naar buiten om de schaatsen onder te binden en de echte oude hollandsche sport te beoefenen. Maar vele stadskinderen komen aan de ijssport niet toe, hebben de ijzers nooit onder gehad, hebben geen idéé van de heerlijkheid van het schaatsenrijden. Wij weten wel, dat aan deze dingen ook een anderen kant is. IJs kost menschenvleisch is een oud spreek woord en elk jaar zien wij weer als er maar even een vliesje- over de wateren ligt, dat ook menschenlesens worden gewaagd en verloren. Neen het ijs is niet wreed, maar dc kinde ren der menschen zijn roekeloos, onvoorzich tig, kunnen den tijd niet afwachten, grijpen eer het gerijpt is. Ook de stad, heeft haar slachtoffers in den winter. En ook in ander opzicht vallen de versla genen. Daar komt een Zondag in het zicht. Een vrijen dag. Nu is het mooi weer en rijdbaar ijs. Zullen wij nu niet schaatsje slaan? t' Is toch niet bepaald zonde? Men kan toch ook dankend deze gave genieten? Zijn er zoo niet velen? Och dat het onjuist moge zijn. Teerheid van consciëntie is zeker INGEZONDEN MEDEDEELING. OFFICIEELE BERICHTEN. Op 11 dezer is op het departement van Builenlandschc Zaken door den Noorschen gezant en den minister onderteekend een ereenkomst tot wederzij-dsche vrijstelling ,n inkomstenbelasting in zekere gevallet., waarbij winsten voortvloeien uit het scheep vaartbedrijf. WERKVERRUIMING. Bij Kon. besluit is benoemd in de Rijks commissie van Advies voor Werkverrui ming: F. K. J. Heringa, administrateur, hoofd der afdeeling Handel en Nijverheid bij het Departement van Arbeid, Handel en Nijserheid en is bepaald dat de benoeming van de heeren Dr. L. G. Kortenhorst, B. F Krantz, J. Th. Nijkamp, F. van der Wal e en Dr. I. H. J. Vos tot lid der voornoem (e Rijkscommissie te rekenen van 19 December 1928 wederom met een jaar wordt verlengd en zijn voor het tijdval van heden tot 19 December 1929 benoemd tot lid van voren genoemde commissie de heeren B. van Ees teren te 's-Gravenhage en K. Kruithof le Utrecht, resp. lid-werkgever en lid-werknc- mer van den Ned. Werkloosheidsraaa. MARINE-RESERVE. Bij beschikking van den minister van De fensie zijn de luitenants ter zee der le klas van de Kon. Marinereserve J. ten Klooster. G. J. de Jonge, J. M. Moerdijk den len F: bruari a.s. hij de Hoogere Marine Krijg: school te 's-Gravenhage geplaatst HOFBERICHTEN. ONTVANGST TEN HOVB. Zaterdag heeft de Koningin ten Koninkl. paleize .Noordeinde .de eerste van twee ge lijke ontvangsten gehouden, op welke in te genwoordfgheid ook v&n de Koningin-Moe der, den Prins der Neder'anden en Prins. Juliana, aan tal van dames en heeren uit het geheele land, met uitzondering van per sonen uit Noord-Holland, die later ten paleï- leize te Amsterdam op. een avondreceptie zullen worden ontvangen, gelegenheid werd gegeven hun opwachting bij de Koningin te maken. De Koningin betrad, na vooraf cercle te hebben gehouden voor Neder'andsche civie le en militaire a,utorilejten, om halftien me' de ander,e .leden der Koninkl. familie de zaai Op de eerste soiree verscheen, met de bo vengenoemde autoriteiten, de dames en hee ren van het diplomatieke corps en van he'. Permanente Hof van Internationale JusH- tie, benevens vele autoriteiten uit de hof houdingen der vorstelijke personen, do staats-, stads- en provinciale besturen, de rechtelijke macht, 'and- en zeemacht, verte genwoordigers van instellingen op velerlei gehied. particuliere personen enz., in totaal 550 uitgenoodigden. Evenals vorige jaren heeft de verdeeling over de beide soirees, welke door H. M. ge geven worden, van de laatstgenoemde groe pen alphabetisch plaats. In den loop van den avond onderhieldon de Konincin. de Koningin-Moeder, de Prins en de Prinses zich met onderscheidene der genoodigden. De Koninklijke Militaire Kapel voerde til dens de soiree onder leiding van len luite nat Boer een muziekprogramma uit. MIDDELEN EN WEGEN. HEBT GIJ GEEN GIRO-REKENING? Hebt gij nog niets afgedragen voor de slachtoffers aan den Hoek? Het gij het langs anderen tveg dan via on$ blad gedaan? In orde! Dan heb ik niets ge zegd. Maar zijt ge nog nalatig; hebt ge uw hart tevergeefs laten spreken en heeft uw beurs er niet op gereageerd? Gij hebt geen girorekening, zegt ge en daarom zijt ge in verzuim. Ik erken, dat een giro-rekening voor da vervulling van onzen Chr» tenplicht zeer ge makkelijk en bevorderlijk is. Van een huis telefoon hebt ge voor 25 pCt. gemak en voor 75 pCt. last; maar een girorekening geeft en kel en uitsluitend vreugde. Die kan slapen en in actie zijn; net, zoo als ge zelf verkiest. En thans in actie gesteld, geeft ze u vreug- en biedt ze anderen troost en hulp. Maar, omdat ik nu alleen gesproken heb van gireeren, en gij geen postrekening hebt» moet ge mij de schuld niet geven, dat ge van de zaligheid van het geven nog niets go smaakt hebt. Gireeren is makkelijk; ge maakt alles in uw huiskamer in orde. Maar toen de Girodienst niet bestond, wer den er ook inzamelingen gehouden. En het ging vroeger niet minder goed dan tegen woordig. Want niet de wijze, waarop het geldver- keer geregeld is, beslist; maar uw hart al spreekt het hoofd een woordje mee heeft de beslissende stem. De rest, de uitvoering van het besluit is onbeduidende bijzaak. Als hart en beurs het eens zijn, komt de daad vanzelf tot stand. Middelen en wegen zijn er voldoende. Gij hebt nog nic-t gedaan, wat op de greep in uw hand wacht om het te doen; omdat.... gij geen girorekening hebt? Die verontschuldiging neem ik niet aan. Ik venvacht van u betere dingen. Gij weet den weg wel om goed te doen. Doe het dan met haast. Do it now! De ware en onbevlekte Godsdienst voop God en den Vader is deze: Weduwen en wee- zen bezoeken in hun verdrukking. Want: Indien er nu een broeder of zuster naakt zouden zijn en gebrek zouden hebben aan da gelij ksch voedsel; En iemand van u tot hem zou zeggen: Gaat henen in vrede, wordt warm en wordt ver- z.adigd; en gij zoudt hun niet geven de nood druftigheden des lichaams, wat nuttigheid is dat? INGEZONDEN MEDEDEEUNG. Denkt U er omt VRAGEN VAN KAMERLEDEN. Tariefsverhoogingen. Het Tweede-Kamerlid Beumer heeft den Minister van Arbeid gevraagd: Is het juist, dat het tarief, bedoeld in art 40, lid 1, der Ongevallenwet 1921, en dat, bedoeld in arL 79, lid 1. der Land- en Tuin bouwongevallenwet 1922 zullen worden ver hoogd? Zoo ja, is de Minister bereid mede te dee len, welke beschouwingen en berekeningen daaraan ten grondslag liggen? Borgstelling en arbitrage. Het Tweede-Kamerlid Krijger heeft den Minister van Waterstaat gevraagd: Is het juist, dat, een klein aantal uitge zonderd, de Nederlandsche aannemers zich na 1 Januari jl. hebben onthouden van in schrijving naar do uitvoering van Rijks werken, ingevolge een voor hen onbevredi gende regeling betreffende arbitrage in ge schillen? Is de Minister bereid mede te deelen, welke gevolgen deze houding reeds heeft ge had op de aanbesteding van Rijkswerken, zoowel wat betreft het aantal inschrijvingen als de inschrijvingssommen, in verband met de ramingen voor de betrokken werken? Dan, wijzend op de gevolgen, vraagt de heer Krijger: I Is de Minister bereid, zoolang een oplos door dubbele aanbesteding nagaan wat da geldelijke gevolgen zijn? Is de Minister bereid om zijn houding in deze aangelegenheid te bepalen, onafhanke- 'ijk van de houding van derden, en, zoo neen, om welke redenen niet? En de visschers. Het Tweede-Kamerlid Hiemstra heeft den Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Waterstaat gevraagd: 1. Is het juist, dat door de Regeering, in verhand met de droogmaking van de Zui derzee, de verplaatsing van visschers naar Duitschland wordt overwogen? 2. Zijn de Ministers bereid een onderzoek te doen instellen of het dorp Oostmahorn een geschikte plaats voor vestiging van vis schers zou zijn, indien bij dit dorp een ha ven werd aangelegd, en indien blijkt, dat Oostmahorn voor de uitoefening van het visschersbedrijf geschikt is, indien aldaar ccn haven wordt aangelegd, willen de Mi nisters dan dezen aanleg bevorderen? NEDERL. SPOORWEGEN. BENOEMINGEN. Ingenieur 1e kl. de Ingenieur 2e ki. M. J. Huizinga te Maastricht, tot Adjunct Inspeo- teur de Asp. Adj. Inspecteur N. J. II. d. Wal te Groningen I. B.t tot Hoofdwerktuig kundige de Werktuigkundige B. A Mas seur te Utrecht. Wpl. en Mag., tot le cher de bureau de chef de bureau J. D. Sfhleck, tot le chef de bureau de chef de bureau J. A J. Groen, Urecht Hgh., tot Opzichter le kl. te Rotterdam de Opzichter 2e kl. A Langbroek te Delft, tot Opzichter le kl. de Opzichter 2e k'. P. D. Tulp, tot buroaurele- rent de commies H. Verkroost te Utrecht Hgh, tot burenureferent de commies J. B. II. Böhmer te Utrecht Hgh.. tot bureaurefe rent de commies D. Peeroboom te Utrecht Hgb., tot burcaureferent de commies F. L. Jung te Utrecht Hgb., tot burcaureferent d<» commies J. Gerrits te Zwolle, tot hurenn- referent de commies W. F. Rackê te Utrecht, Wpl. en Mag., tot werktuigkundige de tech nisch ambtenaar A. G. Bonman te Utrecht. Hgh., tot bouwkundige de technisch ambte naar G. van Es te Utrecht, Hgh., tot opzich ter teekenaar de tpekennar F.. Plieger in onzen tijd noodig. En een hartelijk mee- sjng nje( za| zjjn verkregen, de door de di- Utrecht. Hgh.. tot opzichter teekennar d1: leven met al Gods volk, niet het minst op rectie van de Nederlandsche Spoorwegen teekenaar G. J. Tromp te Utrecht. Wpl. en den dag des Heeren. En een stille eerbied vastgestelde arhitragebepalingcn althans Mag.., tot stationsnmbtennnr de assistent v. voor den dag, die in het stadsleven zoo ont- .voorloopig voor de Rijkswerken geldend te d. stationsdienst B. den Heeten te GcMer- zaggelijk in het gedrang komt 1 AREND VAN AMSTEL verklaren? I malsen, tot burcelamhtenaar de schrij... j Indien dit niet gaat, wil da Mini,Mar dan H. L. d. Vecht te Utrecht, VVpL en Mag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 1