|liruuir£Viïtsri)f (Cmtrtuif
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Oproep aan onze Lezers!
EERSTE BLAD.
BINNENLAND.
ABONNEMENT!
Per kwartaal 3.25
(BeSchikkingskosten 0.15).
Voor het Buitenland bij Weke-
ldjksche zending 6.—
Bij dagelijksche zending 7.—
Allies bij vooruitbetaling.
Losse nummers 5 cent.
met Zondagsblad 7Va cent.
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijg
baar.
No 2647
Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58935.
ZATERDAG 19 JANUARI 1929
ADVERTENTIE!»:
Van 1 tot 5 regels L17y2
Elke regel meer&22Vs
Ingez. Mededeelingen
van 1—5 regels 2.30
Elke rege.' meer 0.45
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan het bureau
wordt berekend
0.10
9e Jaargang.
Gisteren richtten wij den oproep aan onze lezers om hun plicht
te doen ten opzichte der nabestaanden van de om het leven gekomen
helden aan den Hoek van Holland.
Zoo heeft elk zich gewillig te onderwerpen aan de taak, welke
in het groote gezin der menschheid hem op de schouders is gelegd.
Als de storm zich gaat verheffen, weet de bemanning der reddings
booten, dat een zeer bijzondere taak haar wacht. Een taak, bij de
vervulling waarvan, al zoo velen wél gingen, maar niet terug
kwamen. En toch waren er altijd weer, die de plaats der heen-
geganen innamen.
Dat is de tragiek van dit vak. En God geve, dat nimmer de
tijd aanbreke waarvan het zal heeten, dat het heldengeslacht is uit
gestorven.
Voor eenige weken ging uit een Ergelsch kvstplaafsje de red
dingsboot zeewaarts, stortte haar menschenvracht uit in de zee en
spoelde op het strand aan.
Dat zóó spoedig daarna hetzelfde drama zich cp onze kust zou
afspelen, had wel niemand onzer gedacht.
Maar nu is er een andere taak, veel lichter, al kost zij ook
eenige zelfoverwinning.
Het is de plicht, ons opgelegd, voor de overgebleven weduwen
en kinderen de zorgen van het stoffelijk bestaan op ons te nemen.
Er zijn eenige dagbladen, die gevoeld hebben aan dit werk mede
leiding te geven.
Wij hopen, dat onze lezers zich hier een last zien opgelegd, een
lichte last.
De eerste verantwoording volgt hier. Wij hopen, dat het voor
beeld op allerlei wijze zal worden gevolgd. De liefde, ook tot den
cvenmensch kan zoo vindingrijk zijn.
Zendt groote en kleine giften aan de Directie van ons blad.
Alles is welkom, bij ons bureau af te dragen, per postwissel of te
Storten op ons gironummer 58936
Laat het e'fen edele wedloop worden.
De Directie van de N. L. COURANT.
algemeene zedewet verstaan in den spie- j het licht der ware religie en het ambt
gel der geopenbaarde en haar ook natio
naal zoeken op te scherpen naar de ge
boden der Wet. Hoe krachtiger dus het
geloofsleven opbloeit, hoe meer de alge
meene zede der natie den eisch der Wet
Gods in de Tien Geboden zal nabij
komen. (O. P. 64).
28. De Wet van Sinaï.
Zal men de Overheid de Wet de Tien
Geboden voorleggen? Naar den eisch
van een Christelijke staatkunde heeft de
Overheid zich op het wetsstandpunt te
stellen, waardoor in principe de vraag
reeds is beslist, want de Christelijke
Overheid zal zich zelf de Tien Geboden
oorleggcn. Dit brengt het anti-revdlu-
tionair beginsel onbetwistbaar mede en
inclusief den eisch om zooveel doenlijk
de norm dier geboden aan te leggen.
Zal men echter ongerekend den toe
stand der natie van iedere Overheid de
naleving der Tien Geboden verlangen,
of zal een Christelijke staatkunde al
lengs tot het hooger niveau van zede-
Ui kneid trachten te geraken?
In einddoel en beginsel komt dit vrij
wel op hetzelfde neer, doch sommigen
brengen in navolging van Dr. Kuyper
hier een exegetisch, bezwaar op het ta
pijt.
29. Overheid en Openbaring.
Dr. Kuyper meent n.h, dat wie de
Tien Geboden aan de Overheid voorlegt,
ce geheele openbaring voor haar reke
ning moet laten. O. P. 64. Zulk een
strenge theocratie wenscht hy niet.
Hierbij komt wederom de rechtstreek-
sche gebondenheid ter sprake. En inder
daad, wie de geheele openbaring voor
rekening der Overheid legt, maakt de
gansche natie tot Kerk. Het gevolg
daarvan zou zijn, dat ook de Overheid
overbodig werd. Consequent genomen
zou dan de kerkelijke autoriteit de over
heid kunnen vervangen. Bij deze con
sequenties komen wij toch zeker in
strijd met de zelfstandigheid van de
Kerk en die van de Overheid volgens de
ordinantiën G 'i.
30. Hoe nu?
Stellen wij voor het oogenblik met Di.
kuyper: N.et de concrete Wet Gods der
Dit nummer bestaat uit VIER bladen,
DE RAMP AAN DEN HOEK.
EERSTE VERANTWOORDING.
Hoofddirectie van ons blad f 500.—; Mr.
'Abr. v. d. H. te R. f50.—;— D. W. V. te D.'met
bijschrift: Mogen de gaven aan uw adresynil-
delijk vloeien f 25.—; Gecollcct. door H.
R. te Sell, op een treinreis naar E. (ter na
volging): P. S. Jr. te H. f2ö, C. J. M. v. D.
te Sch. f25, J. R. Z te Sch. f25; R. Z. te
Sch. f25, IJ. B. te 'sGr. f25; H. R. te Sch.
125, W. H. te 's-Gr. f 10, tezamen f 160.
N. V. v. d. Meer en Schoep's Bakkerijen en
Handcis Mij. tP Rotterdam f250.—; N. N.
te R. f 100.—; fa. A. Kiewit te Rotterdam
f 100.—; Intern. Fruit-Maatschappij te Rot
terdam f 100.—; fa. H. H. de Klerk to Rot
terdam f 100.—N. N. te 's-Gravenhage
f 100.Mr. F. C. K. te R. f 250.—T.
P. te Sch. f 25.-; J. J. v. R. te R. f 10.
J. P. Th. te Sch. f25.—; Persopeel Druk
kerij de Longte, te Dordrecht f 10.—; B. te
D. f2.50; H. W. te D. fL—Coll. Ring
J. V. op G. G. te Delfshaven f6.50; H. R.
te S. f 1.-; - J. V. te R. f 1.-; - J. H. D.
te R. f 10.—; D. V. te N. f 10.—; 1
R. te R. fl—A. B. te R. f2.50; Q. te R.
f 25.—; fam. H. en A. te R. f6.f&m.
N. te H. f5.25; No. 893 f 1.-; - J. J. D.
K. te R. f 'O.—fam. S. te R. f20.—;
N. N. te R. f 2.50; N. N., te R. f 2.50; -
V. S. te R. f 2,50.
OVERZICHT.
III. (Slot)
24. ,fNoch rechtstreeks."
Aan deze uitdrukking van art 3 van
O. P. heeft men aanstoot genomen. Men
verdedigt daartegenover een wel recht
streeks gebonden zijn van de Overheid
aa*1 Gods ordinantiën.
In het afgetrokkene kan men dat ook
beweren en dat zal niemand tegenspre
ken. Voor het geloof is iedere Overheid
gebonden aan Gods Woord, omdat de
Overheid ordinantie Gods is. Art. 3 is
echter geen kerkelijke geloofsbelijdenis,
maar een artikel van het beginselpro
gram. dat voor de practische toepassing
richtsnoer bedoelt te zijn en dan zal
men toch moeten toestemmen, dat die
geloofsvisie omtrent de gebondennoid
van de Overheid eerst tot toepassing
kan komen, zoo de Overheidspersonen
zich rechtstreeks gebonden weten.
Deze rechtstreeksche gebondenheid is
vrucht van genade.
25. Noch door de uitspraak van
■enige Kerk."
In zekeren zin zal de Overheid in het
Christenland steeds onder den invloed
van het kerkelijk leven staan. Ongetwij
feld zal dit het geval zijn, indien het
kerkelijk leven door gemeenschappelijlc
geloof zich krachtig openbaart. Dezen
invloed heeft Art 3 van O. P. dan ook
niét willen negeeren. Integendeel een
Christelijke staatkunde zal steeds op het
kerkelijk geloof en zijn invloed in de na
tie steunen. De bedoeling is echter, dat
de antirevolutionaire beginselen met
toestaan, dat een kerkelijke macht zich
een mechanisch gezag aanmatige om te
lieerschen over de wereldlijke Overhe
den door hen te binden aan haar be
sluiten en aanspraken.
26. Naar de wet Gods.
Een ander punt van verschil is de
verhouding der Overheid tot de Wel
Gods. Krachtig en logisch is de redenee
ring, dat de Overheid Gods dienaresse
is en daarom ook gebonden aan de Wet
Gods. Op principieelen grond valt dil
ook niet tegen te spieken.
Onbestreden als grondregel doet zich
voor de toepassing echter weer een
moeilijkheid voor. Wat verstaat men on
der de Wet Gods? Sommigen zeggen:
de Tien Geboden. Anderende algeme»
ne zedewet.
Men lette er op, dat men de waardee
ring Wet Gods niet alleen aan de Tiet:
Geboden tÖekent, maar ook aan de alge
meene'zedewet. Men denke aan het ge
tuigenis der H. Schrift in Rom.,2
Zonder twijfel is de daar genoemde
Wet dezelfde Wet, welke wy in de Sinai-
tisclie in concreten vorm bezitten. De
Schriftbelijders verstaan alzoo onder dc
algemeene zedewet de Wet, zooals die
klaarder in de Tien Geboden is gegeven
en niet een zekere zedelijke gedragslijn,
welke de publieke opinie in zeker tijd
vak en een zeker volk voor zedewet hou
den wil.
Aan den anderen kant hoede men er
zich voor de Wet der Tien Geboden tot
norm van de algemeene zedewet te ma
ken naar de verklaring en uitlegging,
welke, zij voor de Kerk heeft in haar
diep geestelijken zin, zooals b.v. de Ca
techismus die geeft.
Daar is geen mensch en geen Over
heid, die zich het recht kan aanma
tigen naar den geestelijken maatstaf
der Wet te oordeelen.
27. Ds algemeene zedewet.
Buiten de bijzondere openbaring om
heeft de Overheid geen ander richtsnoer
dan het werk der Wet in de harten.
Doch in het .and, waar het Evangelie
licht 'verspreidt, zal het Christenvolk de
der Overheid als een dienst der ware
Godsvrucht. Doch wy leven in een we
reld van zonde. Daaraan herinnert ook
hetzelfde Artikel. Hoe zou er anders
sprake kunnen zyn van afgoderij en val-
schen godsdienst? Wie nu zal zich ver
meten, zoo hij in den Christus der
Schriften gelooft, om te meenen, dat hy
oUe afgoderij en valschen godsdienst bij
het licht der ware religie zou kunnen
uitroeien? Waar begint nu deze taak
der OVerheid?
33. De toepassing.
De zaak is niet zoo eenvoudig. Voor
eerst ware noodig, dat de Christenen
tot overeenstemming waren gekomen
omtrent die vormen van afgoderij en
valschen godsdienst, welke bij de Wot
Guas gezien de perken der algemeene
zede zoover te buiten gaan dat de Over
heid moet optreden.
Toepassing te willen in dien zin, dat
een bepaalde openbaring der Kerk in
een bepaalde geloofsgemeenschap de
ware religie zou vertegenwoordigen met
uitsluiting van andere kerkelijke ge
meenschappen, ware in wezen onchris
telijk, zoolang men aan die gemeen
schappen het Christelijk karakter niet
mag ontzeggen. Men bedenke eens dat
er meerdere kerkelijke gemeenschappen
zijn, die de Twaalf Artikelen van ons
algemeen en ongetwijfeld ChristelyV.
geloof belijden. Mag men die uitsluiten?
Zulk een toepassing kunnen wy niet
verdedigen. Geheel anders staat men
echter tegenover opzettelijke en demon
stratieve propaganda van atheïsme, te-
genc. er Godslastering en ergerlijke
krenking van het Christendom.
34. Hei schild der persoonlijkheid.
Verder lette men nog op het heilig
recht der gewetensvrijheid. Hier heeft
de Overheid te waken tegen krenking
en schending, voor zoover de consciën
tie het vermoeden der achtbaarheid niet
mist. (O. P. art. 4 d.). Goddeloosheid,
die zich zoekt te dekken met de vrijheid
der consciëntie en tot openbare onge
bondenheid aanleiding wordt, kan dat
vermoeden niet onderhouden. Aan de
Kerk de geestelijke censuur der con-
OFFICIEELE BERICHTEN.
LANDBOUWHOOGESCHOOL.
Bij beschikking van den Minister n
Binnenlandsdie Zaken cn Landbouw is, te
rekenen van 15 Januari 1929, aan Ir. J. J.
Janssen, op zijn verzoek eervol ontslag ver
leend als tijdelijk assistent aan de Land-
bouwhoogeschool te Wageningen.
ONTVANGER REGISTRATIE.
Bij beschikking van den Minister van
Financiën is de ontvangst der registratie
domeinen J. W. Roem verplaatst van
liet kantoor Zalt-Bommel naar het kantoor
Zaandam.
GIRONUMMER ONVERANDERD
NEDERLAND-BELGIE.
DE INHOUD DER NOTA.
Over de nota, welke van Belgische zijde
tan onze regeering is gericht, schrijft de
Libre Belgique" te Brussel:
Naar het schijnt zet de Belgische nota de
technische en economische redenen uiteen,
waarom de Belgische regeering het Nedcr-
landsche voorstel niet kan aanvaarden in
zake de Antwerpen-Rijn \erbinding door
het kanaal van het Hellegat.
Bovendien zou de Belgische regeering, die
niet meer onvoorwaardelijk aan het tracee
het Antwerpen-Moerdijkkanaal vast
houdt met een nieuw tracee kunnen koinen.
Ten slotte handelt de nota grootendeela
over de verbotingen,, die aan het Schelde-
regime kunnen worden aangebracht, alsooK
over de organisatie van het loodswezen.
ONZE MINISTERS.
De Minister van Waterstaat bracht Don
derdag een bezoek aan de scheepswerf vi
G. llijsdijk te ZwijndrechL De Minister w
vergezeld van zijn secretaris, den heer P. H.
A. Rosewald en Mr. J: T. Schónfeld, referen
daris aan het Departement van Waterstaat,
i Ir. C G. Krayenhoff van de Leur.
Het bezoek van den Minister hield ver
band met de binnenkort in de Tweede Ka-
te behandelen adressen van de ge
meente Zwijndrerht cn van den heer G.
Rijsdijk met betrekking tot de verzanding
den Strooppot.
Overheid voorgelegd en met denzelfder doch de Overheid zy ook by
staatsman: ln de consciëntie der Over
heden gebonden aan Gods Woord, dus
ook aan de Wet van Sinaï, dan is hel
toch duidelijk, dat een meerderheid vat
zulke personen tot een regeering moet
voeren, die krachtens de gebondenheid
der consciëntie zullen doen, wat in de
c '.e ste1' g v irdt afgewezen. Daar
om vragen vijhoe nu?
Antwoord: Wyl het werk der Wet
Gods in J algemeene zedewet een fun
dament is voor de Overheid, stellen wy
dus L wetsstandpunt inderdaad u re-
ia' met de ,/et Gods der openbaring.
De gehoorzaamheid welke de Overheid
hee*.. te eisch - en te handhaven aan de
hand van de Wet der Tien Geboden ligt
op een ander plan dan die welke de
Kerk eischt uit kracht der wedergeboor
te. De Overheid heeft de algemeene
zedewet te zien in het licht der Tien
Geboden en steunt daarbij op het werk
der Wet in de harten en het medegetui-
gen der consciëntie.
31. De Eerste Tafel der Wet.
Moet ook de Eerste Tafel door de
Overheid gehandhaafd? Het beginsei
jrogram lydt hieromtrent aan geen twij
fel. Zie art. 1, 3, 4, 5. Het gaat hier toch
om de verhouding van de Overheid tot
het religieuse leven. De geschiedenis
toont aan dat alle Overheden een ver
houding tot het religieuse leven erken
uen door hun optreden jegens de religie.
Ook wetenschappelijk kan dit niet an
der.-. worden verwacht, omdat de religie
een algemeen verschijnsel van centralen
invloed op het leven is. De ordinantie
Gods omtrent de Overheid bevestigt dit
ook.
Daarom kan het niemand, van welke
richting hy ook zy, zonder zich dwaas
aan te stellen bevreemden, dat de C.iris
telijke staatkunde haar standpunt be-
pale omtrent de taak der Overheid je-
ge. z de religie en haar eischen tracht te
formuleeren. Het ligt dan ook vooi de
hand, dat zij zich voor dien eiseh aan
lc Eerste Tafel der Wet reguleert
ln vel band met het behandelde in dc
vorige artikelen houde men zien ook
hier aan de relatie met de algemeene
zedewet en hel plan der gehoorzaam
heid, waarop de Overheid zich neeft te
plaatsen. En dat in geen bepaalde ke. ke-
lyne uitlegging.
Het komt ons voor, dat men de zui
vere lijn trekt, dat men de Overheid
nichet gebod, maar het verbod der
concrete Wet voorlegt. De zelfstandige
taak der Overheid is dus niet de propa
ganda voor het Godsrijk, welke aan d«
Kerk is, maar te straffen die Godsont-
ecring, welke door God verboden wordt.
32. Afgoderij en valsche godsdienst.
Naderen wy thans tot den eisch van
art. 36, dan merken wy op, dat dit een
belijdenis des geloofs omtrent het ambt
der Overheid is. Het ziet de dirger in
haar taak aangaande de verplichting
aan den God der religie gedachtig, dat
zy de vrijheid der consciëntie heeft te
beschermen en te doen eerbiedigen.
PRINCIPIEELE DIENSTWEIGERING.
In het Leidsche „Kerkblaadje" schreef de
redacteur, Dr. J. C. S. Locher, Ned. Hcrv.
predikant te Leiden, onlangs o.m. het vol
gende naar aanleiding van de veroordeeling
van den voorzitter van den Vrijz. Chr. Stu-
dentenbond wegens principieele dienstwei-
;cring:
„Men behoeft geen voorstander van een
zijdige ontwapening te zijn, om het vonnis
ernstig af te keuren, hier in Nederland ge
veld over dien student, die den krijgsdienst
weigerde uit godsdienstige gewetensbezwa
ren, die diensten aanbood in het algemeen
belang, zwaarder dan krijgsdienst, terwijl
toch de wet, voor zulke bezwaarden dien
uitweg openstelt.
Onze geref. vaderen zijn in dat opzicht
genover de Mennonieten toleranter ge
weest. Waarom staat men niet royaal tegen
over alle ernstig bezwaarden dien uitweg
toe, mits hun zoodanige dienslen opgelegd
worden, dat zij, wier bezwaren voorgewend
zijn, zich zullen terugtrekken?"
In „Woord en Geest", waarin wij dit stuk
vermeld vinden, betuigt Dr. J. G. Geelker
ken met deze zienswijze zijn hartelijke in
stemming.
Wij zouden dat ook doen, indien deze
opinie berustte op juiste gegevens, want we
ragen eerbied voor ernstige bezwaren, zelfs
an het dwalende geweten.
Maar de predikanten, die over deze aan
gelegenheid schrijven, zijn blijkbaar onvol
doende op de hoogte. En wanneer de prae-
en onjuist zijn, heeft de conclusie geen
bewijskracht
Waren hier „godsdienstige gemoedsbezwa
ren" in het geding?
Uit de debatten in de Tweede Kamer is
gebleken, dat zulks niet het geval was.
Op 20 Dec. 1928 deelde de Minister van
Defensie mee, dat het hier geen geval van
dienstweigering in den zin der Dienstwei-
geringswet betrof.
De vrijzinnige student, hier bedoeld, had
zelfs geen bezwaar tegen een persoonlijke
verdediging. Zijn verzet gold een georgani
seerde nationale weermacht
Zijn bezwaren waren meer een verstan
delijke overweging dan een consciëntiekreet.
Hij is veroordeeld en heeft ln het gewezen
vonnis berust
Hij vond het blijkbaar niet onjuist en Is
daarom niet in hooger beroep gegaan.
En daarom zullen allen, die behoefte heb
ben er over te schrijven, goed doen, in hun
conclusies zeer voorzichtig te zijn.
Kennis van zaken leidt tot juist onder
scheiden en voorzichtig oordeelen.
Alleen goed-gefundeerde critiek heeft
waarde.
MINISTER KAN
BIJ DE JOODSCHE INVALIDE.
Gistermiddag heeft Minister J. B. Kan het
centraal gesticht van De Joodsche Invalide,
te Amsterdam bezocht
Na een tocht door het gebouw werd den
Minister in de bestuurskamer thee aange-
hoden, waarbij de heer L. Snapper namens
het bestuur zijn groote erkentelijkheid be
tuigde, dat de Minister ondanks zijn veel-
attende werkzaamheden den tijd had
en nemen om het gebouw van de J. I.
te komen bezoeken.
Minister Kan gewaagde van zijn sym
pathie voor deze instelling. Hij had immer
beetje Amerikanisme in het reclame
maken voor de J. I. vermoed, maar hij kon
thans verklaren, dat deze Indruk onjuist
geweest Van harte wensehte Minister
Kan het bestuur en de leiding geluk met
bet prachtige werk, dat hier verricht wordt,
hij beloofde een radiorede voor de stich
ting uit te spreken.
Nadat nog de beer I. Gans het woord had
gevoerd, heeft Minister Kan, na twee uur
in de J. I. getoefd te hebben, de inrichting
verlaten.
GEBRUIK BEKEND.
Redders zijn geen ambtenarenGeluk
kig nietl
Wil ik daarmee iets zeggen ten nadeel®
van de werkers aan departementen en
bureaux?
Ik denk er niet aan: ik zag er te veel van
om niet te weten, dat ook daar zwoegers ea
zweeters zijn.
Maar amhtenaarlijke hiërarchie en bu-
reaulisme passen nu eenmaal niet bij eiken
arbeid. Het leven eischt ook ten ieze veel
vormigheid.
De klok is een voornaam en mooi ding
in de wereld van den arbeid; haar regulee-
rende werking brengt zegen; doch bij tijd ea
wijle moet zij uitgeschakeld kunnen worden.
Stel u eens voor: een redder, die op de
klok kijkt! Die bezwaar heeft tegen over
werk of nachtarbeid!
Redders kunnen en willen geen ambte
naren zijn.
Er zit trouwens in hun karakter iets van
de eonservatieve visschers, die liever „op
zegen" varen, dan een garantieloon ont
vangen.
En ze zeiden het gisteren nog tegen één
onzer: wij vragen voor ons zelf geen vasie,
gocd-bezoldigde positie (voor onze nabe
staanden zouden we het wèl anders wen-
schcn!) we varen niet uit voor loon!
Gelukkig neen, want als het loondienaacs
waren, dan bleven ze thuis. Hun beloonmg
is het leven der schipbreukelingen. De rest:
de kortstondige hulde.de blinkende medaille,
de sobere belooning; 't is bijzaak.
Zoo redeneeren zij.
Maar ook met dc „bijzaak" moet het ip
orde zijn.
Is het dat thans?
Ik oordeel niet: ik wijs op den toestanl
Aan den Hoek kent men geen invallei-s:
is een vaste bemanning. Ze mogen aller
lei bijwerk doen, maar ze moeten dag en
nacht gereed staan om te varen.
Hun gage bedraagt 150.— per jaar. Een
oefening bij dag wordt met 1.vergoed;
nachtoefening geeft 1.50. Verkeert een
p in nood on worden alle schipbreuke
lingen gered, dan krijgt de bemanning
20.— per hoofd.
Nu, maak daar nu maar een behoorlijk
jaarinkomen van, als ge kunt.
Dat is niet zoo erg, zeggen de helden der
ie. Maar dat voor onze vrouwen-en kin le
ren zoo gebedeld moet worden, wanneer wij
niet terugkomen; dat hindert ons.
Neem dat nu niet al te zwaar op, zou !k
zeggen.
Kunnen de pensioenen, al of niet met
medewerking der Regeering verbeterd wor
den, het is uitnemend.
Maar de inzameling, welke thans wordt
gehouden, vernedert niet, doch geeft naast
financieelen ook zedelijken steun.
Hier Is groote spontaniteit Dit zijn gewx
afgebedelde gaven, maar gaarne gebrachte
offers van liefde, waardeering en dank
baarheid.
Hier is het vrijwillig offer, dat onze volks
kracht staalt, ons saamhoorigheidsgevoel
sterkt en in dc geslagen wonden balsem giet
DE PRESIDENT
VAN DE TWEEDE KAMER.
HALT FEBRUARI HERSTELD.
De voorzitter van de Tweede Kamer
Minister van Staat, Jhr. Mr. Ch. Ruys i
Beerenhrouck, die na zijn ernstige operatie
de R. K. Ziekenverpleging te Den Haag
nog eenige weken rust moest houden voor
zijn algeheel herstel en thans vertoeft op
Kasteel Suideras te Vorden, mag zich, naar
de „Msb." meldt, in een gelukkigen voor
uitgang verheugen.
Dagelijks maakt hij wandelingen om het
fraaie buitengoed, en voelt zich zoo opge
wekt en krachtig, dat hij denkt half Fe
bruari weer naar Den Haag te.ng te keeren
en zijn werkzaamheden als voorzitter van
de Kamer te hervatten.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
WEGVERBETERING.
DEN HAAG—LEIDEN—UTRECHT.
reeds genummerd en zullen binnen korten
tijd openbaar verkocht worden.
De verbetering zal geruimen tijd in be
slag nemen, mede doordat in dezen weg
twee bruggen juist in "n kromming liggen.
Voorts bevindt zich in den weg ter hoog
te van de kantoren en opslagplaatsen van
den steenkolenhandel der firma Caron een
zeer smal gedeelte, tengevolge van het feit,
dat enkele huizen aan den overkant dier
opslagplaatsen juist tegen den rijweg zijn
gebouwd. Of deze, voor oen gedeelte al
thans, aan deze verbreeding ten offer zul
len vallen, kon men ons nog niet mededee-
Icn. 't Zou wel 'een goede oplossing zijn.
De spcorweghavenbrag.
Een andere noodzakelijke verbetering zal
wezen het verbreeden van de in slechten
toestanrl verkeerende brug over de spoor-
weghax en.
De klachten over dit groot verkeers
obstakel nemen dag aan dag toe. Herhaal
delijk hebben we er reeds op gewezen, dat
de bewoners van het Hangwegkwartier,
maar daarmede tevens het doorgaand ver
keer op den weg Den Haag—1'trerht en
omgekeerd, veel hinder van deze brug on-
dervinri'»T.
Reeds gedurende de laatste jaren Is
zul ka liet geval geweest en hoewel het vo
rig jaar gedurende enkele zomermaanden
nacht en dag gewerkt werd om de brug te
herstellen, is de toestand er niet veel beter
op geworden.
Sleeht9 hij een geheel nieuwe en bree-
dere brug zal het verkeer gebaat zijn.
Zooals bekend is in het rijkswegen plan
ook opgenomen de verbetering van den
rijksweg Den Haag— Leiden—Utrecht, zijn
de de hoofdverbindingsweg tusschen Den
Haag en Utrecht, schrijft do r.k. „L. Crt"
Het eerste gedeelte daarvan dat tevens
het begin vormt van den hoofdweg Den
Haag—Haarlem, is reeds enkele jaren ge
leden verbreed, terwijl het gedeelte Hang
srhe Schouw—De Vink eveneens reeds
vóór enkele jaren een belangrijke uitbrei
ding had ondergaan. F.chter zal de ver
breeding op dit gedeelte nog belangrijk wor
den doorgevoerd, zooals men kan zien aan
de uitgezette paaltjes.
Naar wij vernemen znl thans 't gedeelte
De VinkLeiden binnen korten tijd onder
handen worden genomen.
De boomen aan den Haagweg gerooid.
Gedurende het najaar zijn ambtenaren
van den Rijks en Provincialen Waterstaat
hij herhaling bezig geweest met het doen i
van opmetingen enz ter voorbereiding van
dit niet onbelangrijke werk. Als overdruk uit „Allen Weerbaar" is ver-
De eerste groote verandering op dezen schenen de brochure „l-nndsverdediping
eg zal wezen het rooien van al de bon- zonde of plicht?", een protest van t hoofd
en. hetgeen binnen zeer korten ti|d zal bestuur van Volksweerbaarheid De h*er
.dants hebben Alle boomen vanaf De Vink P. C Lnbrijn trekt daarin te vdde legert
I tot de villa Ter Wetering, bewoond door Prof. Dr. G. J. Hearings boek: „De zondeval
jmevr. de wed. ürof. Kamerlingh Cnn-s, zijn «van het Christendom",
LANDSVERDEDIGING
ZONDE OF PLICHT?