|liruuir£Viïtsri)f (Cmtrtuif Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Oproep aan onze Lezers! EERSTE BLAD. BINNENLAND. ABONNEMENT! Per kwartaal 3.25 (BeSchikkingskosten 0.15). Voor het Buitenland bij Weke- ldjksche zending 6.— Bij dagelijksche zending 7.— Allies bij vooruitbetaling. Losse nummers 5 cent. met Zondagsblad 7Va cent. Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijg baar. No 2647 Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58935. ZATERDAG 19 JANUARI 1929 ADVERTENTIE!»: Van 1 tot 5 regels L17y2 Elke regel meer&22Vs Ingez. Mededeelingen van 1—5 regels 2.30 Elke rege.' meer 0.45 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan het bureau wordt berekend 0.10 9e Jaargang. Gisteren richtten wij den oproep aan onze lezers om hun plicht te doen ten opzichte der nabestaanden van de om het leven gekomen helden aan den Hoek van Holland. Zoo heeft elk zich gewillig te onderwerpen aan de taak, welke in het groote gezin der menschheid hem op de schouders is gelegd. Als de storm zich gaat verheffen, weet de bemanning der reddings booten, dat een zeer bijzondere taak haar wacht. Een taak, bij de vervulling waarvan, al zoo velen wél gingen, maar niet terug kwamen. En toch waren er altijd weer, die de plaats der heen- geganen innamen. Dat is de tragiek van dit vak. En God geve, dat nimmer de tijd aanbreke waarvan het zal heeten, dat het heldengeslacht is uit gestorven. Voor eenige weken ging uit een Ergelsch kvstplaafsje de red dingsboot zeewaarts, stortte haar menschenvracht uit in de zee en spoelde op het strand aan. Dat zóó spoedig daarna hetzelfde drama zich cp onze kust zou afspelen, had wel niemand onzer gedacht. Maar nu is er een andere taak, veel lichter, al kost zij ook eenige zelfoverwinning. Het is de plicht, ons opgelegd, voor de overgebleven weduwen en kinderen de zorgen van het stoffelijk bestaan op ons te nemen. Er zijn eenige dagbladen, die gevoeld hebben aan dit werk mede leiding te geven. Wij hopen, dat onze lezers zich hier een last zien opgelegd, een lichte last. De eerste verantwoording volgt hier. Wij hopen, dat het voor beeld op allerlei wijze zal worden gevolgd. De liefde, ook tot den cvenmensch kan zoo vindingrijk zijn. Zendt groote en kleine giften aan de Directie van ons blad. Alles is welkom, bij ons bureau af te dragen, per postwissel of te Storten op ons gironummer 58936 Laat het e'fen edele wedloop worden. De Directie van de N. L. COURANT. algemeene zedewet verstaan in den spie- j het licht der ware religie en het ambt gel der geopenbaarde en haar ook natio naal zoeken op te scherpen naar de ge boden der Wet. Hoe krachtiger dus het geloofsleven opbloeit, hoe meer de alge meene zede der natie den eisch der Wet Gods in de Tien Geboden zal nabij komen. (O. P. 64). 28. De Wet van Sinaï. Zal men de Overheid de Wet de Tien Geboden voorleggen? Naar den eisch van een Christelijke staatkunde heeft de Overheid zich op het wetsstandpunt te stellen, waardoor in principe de vraag reeds is beslist, want de Christelijke Overheid zal zich zelf de Tien Geboden oorleggcn. Dit brengt het anti-revdlu- tionair beginsel onbetwistbaar mede en inclusief den eisch om zooveel doenlijk de norm dier geboden aan te leggen. Zal men echter ongerekend den toe stand der natie van iedere Overheid de naleving der Tien Geboden verlangen, of zal een Christelijke staatkunde al lengs tot het hooger niveau van zede- Ui kneid trachten te geraken? In einddoel en beginsel komt dit vrij wel op hetzelfde neer, doch sommigen brengen in navolging van Dr. Kuyper hier een exegetisch, bezwaar op het ta pijt. 29. Overheid en Openbaring. Dr. Kuyper meent n.h, dat wie de Tien Geboden aan de Overheid voorlegt, ce geheele openbaring voor haar reke ning moet laten. O. P. 64. Zulk een strenge theocratie wenscht hy niet. Hierbij komt wederom de rechtstreek- sche gebondenheid ter sprake. En inder daad, wie de geheele openbaring voor rekening der Overheid legt, maakt de gansche natie tot Kerk. Het gevolg daarvan zou zijn, dat ook de Overheid overbodig werd. Consequent genomen zou dan de kerkelijke autoriteit de over heid kunnen vervangen. Bij deze con sequenties komen wij toch zeker in strijd met de zelfstandigheid van de Kerk en die van de Overheid volgens de ordinantiën G 'i. 30. Hoe nu? Stellen wij voor het oogenblik met Di. kuyper: N.et de concrete Wet Gods der Dit nummer bestaat uit VIER bladen, DE RAMP AAN DEN HOEK. EERSTE VERANTWOORDING. Hoofddirectie van ons blad f 500.—; Mr. 'Abr. v. d. H. te R. f50.—;— D. W. V. te D.'met bijschrift: Mogen de gaven aan uw adresynil- delijk vloeien f 25.—; Gecollcct. door H. R. te Sell, op een treinreis naar E. (ter na volging): P. S. Jr. te H. f2ö, C. J. M. v. D. te Sch. f25, J. R. Z te Sch. f25; R. Z. te Sch. f25, IJ. B. te 'sGr. f25; H. R. te Sch. 125, W. H. te 's-Gr. f 10, tezamen f 160. N. V. v. d. Meer en Schoep's Bakkerijen en Handcis Mij. tP Rotterdam f250.—; N. N. te R. f 100.—; fa. A. Kiewit te Rotterdam f 100.—; Intern. Fruit-Maatschappij te Rot terdam f 100.—; fa. H. H. de Klerk to Rot terdam f 100.—N. N. te 's-Gravenhage f 100.Mr. F. C. K. te R. f 250.—T. P. te Sch. f 25.-; J. J. v. R. te R. f 10. J. P. Th. te Sch. f25.—; Persopeel Druk kerij de Longte, te Dordrecht f 10.—; B. te D. f2.50; H. W. te D. fL—Coll. Ring J. V. op G. G. te Delfshaven f6.50; H. R. te S. f 1.-; - J. V. te R. f 1.-; - J. H. D. te R. f 10.—; D. V. te N. f 10.—; 1 R. te R. fl—A. B. te R. f2.50; Q. te R. f 25.—; fam. H. en A. te R. f6.f&m. N. te H. f5.25; No. 893 f 1.-; - J. J. D. K. te R. f 'O.—fam. S. te R. f20.—; N. N. te R. f 2.50; N. N., te R. f 2.50; - V. S. te R. f 2,50. OVERZICHT. III. (Slot) 24. ,fNoch rechtstreeks." Aan deze uitdrukking van art 3 van O. P. heeft men aanstoot genomen. Men verdedigt daartegenover een wel recht streeks gebonden zijn van de Overheid aa*1 Gods ordinantiën. In het afgetrokkene kan men dat ook beweren en dat zal niemand tegenspre ken. Voor het geloof is iedere Overheid gebonden aan Gods Woord, omdat de Overheid ordinantie Gods is. Art. 3 is echter geen kerkelijke geloofsbelijdenis, maar een artikel van het beginselpro gram. dat voor de practische toepassing richtsnoer bedoelt te zijn en dan zal men toch moeten toestemmen, dat die geloofsvisie omtrent de gebondennoid van de Overheid eerst tot toepassing kan komen, zoo de Overheidspersonen zich rechtstreeks gebonden weten. Deze rechtstreeksche gebondenheid is vrucht van genade. 25. Noch door de uitspraak van ■enige Kerk." In zekeren zin zal de Overheid in het Christenland steeds onder den invloed van het kerkelijk leven staan. Ongetwij feld zal dit het geval zijn, indien het kerkelijk leven door gemeenschappelijlc geloof zich krachtig openbaart. Dezen invloed heeft Art 3 van O. P. dan ook niét willen negeeren. Integendeel een Christelijke staatkunde zal steeds op het kerkelijk geloof en zijn invloed in de na tie steunen. De bedoeling is echter, dat de antirevolutionaire beginselen met toestaan, dat een kerkelijke macht zich een mechanisch gezag aanmatige om te lieerschen over de wereldlijke Overhe den door hen te binden aan haar be sluiten en aanspraken. 26. Naar de wet Gods. Een ander punt van verschil is de verhouding der Overheid tot de Wel Gods. Krachtig en logisch is de redenee ring, dat de Overheid Gods dienaresse is en daarom ook gebonden aan de Wet Gods. Op principieelen grond valt dil ook niet tegen te spieken. Onbestreden als grondregel doet zich voor de toepassing echter weer een moeilijkheid voor. Wat verstaat men on der de Wet Gods? Sommigen zeggen: de Tien Geboden. Anderende algeme» ne zedewet. Men lette er op, dat men de waardee ring Wet Gods niet alleen aan de Tiet: Geboden tÖekent, maar ook aan de alge meene'zedewet. Men denke aan het ge tuigenis der H. Schrift in Rom.,2 Zonder twijfel is de daar genoemde Wet dezelfde Wet, welke wy in de Sinai- tisclie in concreten vorm bezitten. De Schriftbelijders verstaan alzoo onder dc algemeene zedewet de Wet, zooals die klaarder in de Tien Geboden is gegeven en niet een zekere zedelijke gedragslijn, welke de publieke opinie in zeker tijd vak en een zeker volk voor zedewet hou den wil. Aan den anderen kant hoede men er zich voor de Wet der Tien Geboden tot norm van de algemeene zedewet te ma ken naar de verklaring en uitlegging, welke, zij voor de Kerk heeft in haar diep geestelijken zin, zooals b.v. de Ca techismus die geeft. Daar is geen mensch en geen Over heid, die zich het recht kan aanma tigen naar den geestelijken maatstaf der Wet te oordeelen. 27. Ds algemeene zedewet. Buiten de bijzondere openbaring om heeft de Overheid geen ander richtsnoer dan het werk der Wet in de harten. Doch in het .and, waar het Evangelie licht 'verspreidt, zal het Christenvolk de der Overheid als een dienst der ware Godsvrucht. Doch wy leven in een we reld van zonde. Daaraan herinnert ook hetzelfde Artikel. Hoe zou er anders sprake kunnen zyn van afgoderij en val- schen godsdienst? Wie nu zal zich ver meten, zoo hij in den Christus der Schriften gelooft, om te meenen, dat hy oUe afgoderij en valschen godsdienst bij het licht der ware religie zou kunnen uitroeien? Waar begint nu deze taak der OVerheid? 33. De toepassing. De zaak is niet zoo eenvoudig. Voor eerst ware noodig, dat de Christenen tot overeenstemming waren gekomen omtrent die vormen van afgoderij en valschen godsdienst, welke bij de Wot Guas gezien de perken der algemeene zede zoover te buiten gaan dat de Over heid moet optreden. Toepassing te willen in dien zin, dat een bepaalde openbaring der Kerk in een bepaalde geloofsgemeenschap de ware religie zou vertegenwoordigen met uitsluiting van andere kerkelijke ge meenschappen, ware in wezen onchris telijk, zoolang men aan die gemeen schappen het Christelijk karakter niet mag ontzeggen. Men bedenke eens dat er meerdere kerkelijke gemeenschappen zijn, die de Twaalf Artikelen van ons algemeen en ongetwijfeld ChristelyV. geloof belijden. Mag men die uitsluiten? Zulk een toepassing kunnen wy niet verdedigen. Geheel anders staat men echter tegenover opzettelijke en demon stratieve propaganda van atheïsme, te- genc. er Godslastering en ergerlijke krenking van het Christendom. 34. Hei schild der persoonlijkheid. Verder lette men nog op het heilig recht der gewetensvrijheid. Hier heeft de Overheid te waken tegen krenking en schending, voor zoover de consciën tie het vermoeden der achtbaarheid niet mist. (O. P. art. 4 d.). Goddeloosheid, die zich zoekt te dekken met de vrijheid der consciëntie en tot openbare onge bondenheid aanleiding wordt, kan dat vermoeden niet onderhouden. Aan de Kerk de geestelijke censuur der con- OFFICIEELE BERICHTEN. LANDBOUWHOOGESCHOOL. Bij beschikking van den Minister n Binnenlandsdie Zaken cn Landbouw is, te rekenen van 15 Januari 1929, aan Ir. J. J. Janssen, op zijn verzoek eervol ontslag ver leend als tijdelijk assistent aan de Land- bouwhoogeschool te Wageningen. ONTVANGER REGISTRATIE. Bij beschikking van den Minister van Financiën is de ontvangst der registratie domeinen J. W. Roem verplaatst van liet kantoor Zalt-Bommel naar het kantoor Zaandam. GIRONUMMER ONVERANDERD NEDERLAND-BELGIE. DE INHOUD DER NOTA. Over de nota, welke van Belgische zijde tan onze regeering is gericht, schrijft de Libre Belgique" te Brussel: Naar het schijnt zet de Belgische nota de technische en economische redenen uiteen, waarom de Belgische regeering het Nedcr- landsche voorstel niet kan aanvaarden in zake de Antwerpen-Rijn \erbinding door het kanaal van het Hellegat. Bovendien zou de Belgische regeering, die niet meer onvoorwaardelijk aan het tracee het Antwerpen-Moerdijkkanaal vast houdt met een nieuw tracee kunnen koinen. Ten slotte handelt de nota grootendeela over de verbotingen,, die aan het Schelde- regime kunnen worden aangebracht, alsooK over de organisatie van het loodswezen. ONZE MINISTERS. De Minister van Waterstaat bracht Don derdag een bezoek aan de scheepswerf vi G. llijsdijk te ZwijndrechL De Minister w vergezeld van zijn secretaris, den heer P. H. A. Rosewald en Mr. J: T. Schónfeld, referen daris aan het Departement van Waterstaat, i Ir. C G. Krayenhoff van de Leur. Het bezoek van den Minister hield ver band met de binnenkort in de Tweede Ka- te behandelen adressen van de ge meente Zwijndrerht cn van den heer G. Rijsdijk met betrekking tot de verzanding den Strooppot. Overheid voorgelegd en met denzelfder doch de Overheid zy ook by staatsman: ln de consciëntie der Over heden gebonden aan Gods Woord, dus ook aan de Wet van Sinaï, dan is hel toch duidelijk, dat een meerderheid vat zulke personen tot een regeering moet voeren, die krachtens de gebondenheid der consciëntie zullen doen, wat in de c '.e ste1' g v irdt afgewezen. Daar om vragen vijhoe nu? Antwoord: Wyl het werk der Wet Gods in J algemeene zedewet een fun dament is voor de Overheid, stellen wy dus L wetsstandpunt inderdaad u re- ia' met de ,/et Gods der openbaring. De gehoorzaamheid welke de Overheid hee*.. te eisch - en te handhaven aan de hand van de Wet der Tien Geboden ligt op een ander plan dan die welke de Kerk eischt uit kracht der wedergeboor te. De Overheid heeft de algemeene zedewet te zien in het licht der Tien Geboden en steunt daarbij op het werk der Wet in de harten en het medegetui- gen der consciëntie. 31. De Eerste Tafel der Wet. Moet ook de Eerste Tafel door de Overheid gehandhaafd? Het beginsei jrogram lydt hieromtrent aan geen twij fel. Zie art. 1, 3, 4, 5. Het gaat hier toch om de verhouding van de Overheid tot het religieuse leven. De geschiedenis toont aan dat alle Overheden een ver houding tot het religieuse leven erken uen door hun optreden jegens de religie. Ook wetenschappelijk kan dit niet an der.-. worden verwacht, omdat de religie een algemeen verschijnsel van centralen invloed op het leven is. De ordinantie Gods omtrent de Overheid bevestigt dit ook. Daarom kan het niemand, van welke richting hy ook zy, zonder zich dwaas aan te stellen bevreemden, dat de C.iris telijke staatkunde haar standpunt be- pale omtrent de taak der Overheid je- ge. z de religie en haar eischen tracht te formuleeren. Het ligt dan ook vooi de hand, dat zij zich voor dien eiseh aan lc Eerste Tafel der Wet reguleert ln vel band met het behandelde in dc vorige artikelen houde men zien ook hier aan de relatie met de algemeene zedewet en hel plan der gehoorzaam heid, waarop de Overheid zich neeft te plaatsen. En dat in geen bepaalde ke. ke- lyne uitlegging. Het komt ons voor, dat men de zui vere lijn trekt, dat men de Overheid nichet gebod, maar het verbod der concrete Wet voorlegt. De zelfstandige taak der Overheid is dus niet de propa ganda voor het Godsrijk, welke aan d« Kerk is, maar te straffen die Godsont- ecring, welke door God verboden wordt. 32. Afgoderij en valsche godsdienst. Naderen wy thans tot den eisch van art. 36, dan merken wy op, dat dit een belijdenis des geloofs omtrent het ambt der Overheid is. Het ziet de dirger in haar taak aangaande de verplichting aan den God der religie gedachtig, dat zy de vrijheid der consciëntie heeft te beschermen en te doen eerbiedigen. PRINCIPIEELE DIENSTWEIGERING. In het Leidsche „Kerkblaadje" schreef de redacteur, Dr. J. C. S. Locher, Ned. Hcrv. predikant te Leiden, onlangs o.m. het vol gende naar aanleiding van de veroordeeling van den voorzitter van den Vrijz. Chr. Stu- dentenbond wegens principieele dienstwei- ;cring: „Men behoeft geen voorstander van een zijdige ontwapening te zijn, om het vonnis ernstig af te keuren, hier in Nederland ge veld over dien student, die den krijgsdienst weigerde uit godsdienstige gewetensbezwa ren, die diensten aanbood in het algemeen belang, zwaarder dan krijgsdienst, terwijl toch de wet, voor zulke bezwaarden dien uitweg openstelt. Onze geref. vaderen zijn in dat opzicht genover de Mennonieten toleranter ge weest. Waarom staat men niet royaal tegen over alle ernstig bezwaarden dien uitweg toe, mits hun zoodanige dienslen opgelegd worden, dat zij, wier bezwaren voorgewend zijn, zich zullen terugtrekken?" In „Woord en Geest", waarin wij dit stuk vermeld vinden, betuigt Dr. J. G. Geelker ken met deze zienswijze zijn hartelijke in stemming. Wij zouden dat ook doen, indien deze opinie berustte op juiste gegevens, want we ragen eerbied voor ernstige bezwaren, zelfs an het dwalende geweten. Maar de predikanten, die over deze aan gelegenheid schrijven, zijn blijkbaar onvol doende op de hoogte. En wanneer de prae- en onjuist zijn, heeft de conclusie geen bewijskracht Waren hier „godsdienstige gemoedsbezwa ren" in het geding? Uit de debatten in de Tweede Kamer is gebleken, dat zulks niet het geval was. Op 20 Dec. 1928 deelde de Minister van Defensie mee, dat het hier geen geval van dienstweigering in den zin der Dienstwei- geringswet betrof. De vrijzinnige student, hier bedoeld, had zelfs geen bezwaar tegen een persoonlijke verdediging. Zijn verzet gold een georgani seerde nationale weermacht Zijn bezwaren waren meer een verstan delijke overweging dan een consciëntiekreet. Hij is veroordeeld en heeft ln het gewezen vonnis berust Hij vond het blijkbaar niet onjuist en Is daarom niet in hooger beroep gegaan. En daarom zullen allen, die behoefte heb ben er over te schrijven, goed doen, in hun conclusies zeer voorzichtig te zijn. Kennis van zaken leidt tot juist onder scheiden en voorzichtig oordeelen. Alleen goed-gefundeerde critiek heeft waarde. MINISTER KAN BIJ DE JOODSCHE INVALIDE. Gistermiddag heeft Minister J. B. Kan het centraal gesticht van De Joodsche Invalide, te Amsterdam bezocht Na een tocht door het gebouw werd den Minister in de bestuurskamer thee aange- hoden, waarbij de heer L. Snapper namens het bestuur zijn groote erkentelijkheid be tuigde, dat de Minister ondanks zijn veel- attende werkzaamheden den tijd had en nemen om het gebouw van de J. I. te komen bezoeken. Minister Kan gewaagde van zijn sym pathie voor deze instelling. Hij had immer beetje Amerikanisme in het reclame maken voor de J. I. vermoed, maar hij kon thans verklaren, dat deze Indruk onjuist geweest Van harte wensehte Minister Kan het bestuur en de leiding geluk met bet prachtige werk, dat hier verricht wordt, hij beloofde een radiorede voor de stich ting uit te spreken. Nadat nog de beer I. Gans het woord had gevoerd, heeft Minister Kan, na twee uur in de J. I. getoefd te hebben, de inrichting verlaten. GEBRUIK BEKEND. Redders zijn geen ambtenarenGeluk kig nietl Wil ik daarmee iets zeggen ten nadeel® van de werkers aan departementen en bureaux? Ik denk er niet aan: ik zag er te veel van om niet te weten, dat ook daar zwoegers ea zweeters zijn. Maar amhtenaarlijke hiërarchie en bu- reaulisme passen nu eenmaal niet bij eiken arbeid. Het leven eischt ook ten ieze veel vormigheid. De klok is een voornaam en mooi ding in de wereld van den arbeid; haar regulee- rende werking brengt zegen; doch bij tijd ea wijle moet zij uitgeschakeld kunnen worden. Stel u eens voor: een redder, die op de klok kijkt! Die bezwaar heeft tegen over werk of nachtarbeid! Redders kunnen en willen geen ambte naren zijn. Er zit trouwens in hun karakter iets van de eonservatieve visschers, die liever „op zegen" varen, dan een garantieloon ont vangen. En ze zeiden het gisteren nog tegen één onzer: wij vragen voor ons zelf geen vasie, gocd-bezoldigde positie (voor onze nabe staanden zouden we het wèl anders wen- schcn!) we varen niet uit voor loon! Gelukkig neen, want als het loondienaacs waren, dan bleven ze thuis. Hun beloonmg is het leven der schipbreukelingen. De rest: de kortstondige hulde.de blinkende medaille, de sobere belooning; 't is bijzaak. Zoo redeneeren zij. Maar ook met dc „bijzaak" moet het ip orde zijn. Is het dat thans? Ik oordeel niet: ik wijs op den toestanl Aan den Hoek kent men geen invallei-s: is een vaste bemanning. Ze mogen aller lei bijwerk doen, maar ze moeten dag en nacht gereed staan om te varen. Hun gage bedraagt 150.— per jaar. Een oefening bij dag wordt met 1.vergoed; nachtoefening geeft 1.50. Verkeert een p in nood on worden alle schipbreuke lingen gered, dan krijgt de bemanning 20.— per hoofd. Nu, maak daar nu maar een behoorlijk jaarinkomen van, als ge kunt. Dat is niet zoo erg, zeggen de helden der ie. Maar dat voor onze vrouwen-en kin le ren zoo gebedeld moet worden, wanneer wij niet terugkomen; dat hindert ons. Neem dat nu niet al te zwaar op, zou !k zeggen. Kunnen de pensioenen, al of niet met medewerking der Regeering verbeterd wor den, het is uitnemend. Maar de inzameling, welke thans wordt gehouden, vernedert niet, doch geeft naast financieelen ook zedelijken steun. Hier Is groote spontaniteit Dit zijn gewx afgebedelde gaven, maar gaarne gebrachte offers van liefde, waardeering en dank baarheid. Hier is het vrijwillig offer, dat onze volks kracht staalt, ons saamhoorigheidsgevoel sterkt en in dc geslagen wonden balsem giet DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER. HALT FEBRUARI HERSTELD. De voorzitter van de Tweede Kamer Minister van Staat, Jhr. Mr. Ch. Ruys i Beerenhrouck, die na zijn ernstige operatie de R. K. Ziekenverpleging te Den Haag nog eenige weken rust moest houden voor zijn algeheel herstel en thans vertoeft op Kasteel Suideras te Vorden, mag zich, naar de „Msb." meldt, in een gelukkigen voor uitgang verheugen. Dagelijks maakt hij wandelingen om het fraaie buitengoed, en voelt zich zoo opge wekt en krachtig, dat hij denkt half Fe bruari weer naar Den Haag te.ng te keeren en zijn werkzaamheden als voorzitter van de Kamer te hervatten. INGEZONDEN MEDEDEELING. WEGVERBETERING. DEN HAAG—LEIDEN—UTRECHT. reeds genummerd en zullen binnen korten tijd openbaar verkocht worden. De verbetering zal geruimen tijd in be slag nemen, mede doordat in dezen weg twee bruggen juist in "n kromming liggen. Voorts bevindt zich in den weg ter hoog te van de kantoren en opslagplaatsen van den steenkolenhandel der firma Caron een zeer smal gedeelte, tengevolge van het feit, dat enkele huizen aan den overkant dier opslagplaatsen juist tegen den rijweg zijn gebouwd. Of deze, voor oen gedeelte al thans, aan deze verbreeding ten offer zul len vallen, kon men ons nog niet mededee- Icn. 't Zou wel 'een goede oplossing zijn. De spcorweghavenbrag. Een andere noodzakelijke verbetering zal wezen het verbreeden van de in slechten toestanrl verkeerende brug over de spoor- weghax en. De klachten over dit groot verkeers obstakel nemen dag aan dag toe. Herhaal delijk hebben we er reeds op gewezen, dat de bewoners van het Hangwegkwartier, maar daarmede tevens het doorgaand ver keer op den weg Den Haag—1'trerht en omgekeerd, veel hinder van deze brug on- dervinri'»T. Reeds gedurende de laatste jaren Is zul ka liet geval geweest en hoewel het vo rig jaar gedurende enkele zomermaanden nacht en dag gewerkt werd om de brug te herstellen, is de toestand er niet veel beter op geworden. Sleeht9 hij een geheel nieuwe en bree- dere brug zal het verkeer gebaat zijn. Zooals bekend is in het rijkswegen plan ook opgenomen de verbetering van den rijksweg Den Haag— Leiden—Utrecht, zijn de de hoofdverbindingsweg tusschen Den Haag en Utrecht, schrijft do r.k. „L. Crt" Het eerste gedeelte daarvan dat tevens het begin vormt van den hoofdweg Den Haag—Haarlem, is reeds enkele jaren ge leden verbreed, terwijl het gedeelte Hang srhe Schouw—De Vink eveneens reeds vóór enkele jaren een belangrijke uitbrei ding had ondergaan. F.chter zal de ver breeding op dit gedeelte nog belangrijk wor den doorgevoerd, zooals men kan zien aan de uitgezette paaltjes. Naar wij vernemen znl thans 't gedeelte De VinkLeiden binnen korten tijd onder handen worden genomen. De boomen aan den Haagweg gerooid. Gedurende het najaar zijn ambtenaren van den Rijks en Provincialen Waterstaat hij herhaling bezig geweest met het doen i van opmetingen enz ter voorbereiding van dit niet onbelangrijke werk. Als overdruk uit „Allen Weerbaar" is ver- De eerste groote verandering op dezen schenen de brochure „l-nndsverdediping eg zal wezen het rooien van al de bon- zonde of plicht?", een protest van t hoofd en. hetgeen binnen zeer korten ti|d zal bestuur van Volksweerbaarheid De h*er .dants hebben Alle boomen vanaf De Vink P. C Lnbrijn trekt daarin te vdde legert I tot de villa Ter Wetering, bewoond door Prof. Dr. G. J. Hearings boek: „De zondeval jmevr. de wed. ürof. Kamerlingh Cnn-s, zijn «van het Christendom", LANDSVERDEDIGING ZONDE OF PLICHT?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 1