DERDE BLAD. EEN ALLEENSTAANDE FIGUUR. r VRIJDAG 18 JANUARI 1929 DERDE BLAD PAG. 9 EEN STEM UIT HET HEMELSCHE RIJK. IN EEN TIJD VAN OORLOG, REVOLUTIE EN HONGERSNOOD. MAAR WAAR OOK.... DE EVANGELISATIE-ZALEN VOL ZIJN. Moeders, kinderen, bedelaars, heeren, zakenmcnschcn, studenten hunkeren naar „de Jezus-lccr". Vooral in China zijn de velden wit om te oogsten: de rijken openen de deuren van hun paleizen, en alleen het Chris- tendom-van-de-daad ontfermt zich over het legioen der armen. Waarom bleei Nederland achter? Wie heeft niet gehoord van den arbeid Van Dr. J. P. Leynse en zijn eohtgenoote in 't donkere China? Het vorig jaar waren zij beiden in Hol land, na een verblijf van zes jaar in China in Amerikaansch'en Zendingsdienst, eerstens om te midden van hun vrienden uit te rus ten, maar ook en vooral om in Holland voor hun arbeid sympathie te wekken. 't Zou dit wakkere echtpaar zeer verheu gen, wanneer bijv. door het stichten van een fonds speciaal het Evangelisatie werk in China kon worden gesteund. tractie Is, en menig kind uit Peking heeft vader of moeder daar heen geleid en den weg geopend voor den grooten Kinder- riendVan bedelaars, waarvan er alleen in Peking meer dan 30.000 zijn en die het lokaal niet alleen wat warmte vin den voor hun-half bevroren lichamen, maar ook een hoodschao, die hun harten ver warmd en met nieuwe hoop vervult Van heeren in lange zijden gewaden, die warme interesse hebben voor dn Jezus-leer. Van zakenmenschen, die. afschoon zij leven in een omgeving, waar steeds na druk gelegd wordt op de materie, toch im- met met volle attentie een uiteenzetting van geestelijke dingen volgenvan studen ten, die altijd uitzien naar een nieuw stel sel, waardoor de sociale reconstructie, van China kan tot stand gebracht worden Eij do rijken. Er zijn vele zijden aan ons Zendingswerk. Met arm en rijk komen we in aanraking. Het is een voorrecht om de pen of andere rijk met draken versierde rood gelakte poort binnen te gaan, enkele binnenplaatsen over te steken, wier artistieke versiering doet denken aan een droomland van kleuren, waar tijd geen geld kost, en dan een huis kamer binnen to komen, groot als een zaal. het plafond kunstig beschilderd, de wanden versierd met ^oud brocaat en de mooiste borduursels, die men zich denken kan, en dan daar voor een intressant publiek een huissamenkomst tc leiden. Daarbij komt, 'dat men zich nu interes seert voor het Christendom als nooit te vo ren en men ons in dergelijke omgeving al lerlei kansen aanbiedt om het Evangelie te prediken. Eet legioen der armen. Nergens in do gansche wereld is cr een land, waar zooveel armen, verwaarloosde kinderen en bedelaars zijn als in China. In dat groote rijk is er niet één inrichting van barmhartigheid, die door zuiver Chineesch initiatief js ontstaan. Alle inrichtingen voor kinderen, amvn- Mevr. Lèynse met hun kinderen. Dat dit werk van groote beteekenis is, zal ons duidelijk worden, als wij hooren hue er thans alleen in Peking 12 Christelijke Kerken en 12 evangelisatiegebouwen zijn. De kerken zijn zóó vol, dat er verschillen de 'diensten per Zondag moeten worden go houden. En in de evangelisatiegcbouwcn moeten vaak tocgangsbcw.zen worden af gegeven, omdat de zalen de menigte, die zoekende is, niet, kunnen bevatten. Ook de Zendingsscholen zijn overvol. De .geheele Protesiantsche wereld heeft de roepstem van China begrepen. Alleen Nederland, waar toch jaren geleden do arbeid van don Chineezen-Zen- deling Ds. Otte groote sympathie hoeft ge vonden, is het eenige land, dat sinds het begin van den wereldoorlog bijna niets voor de Zending in China doet. Weliswaar vraagt de Zending jn ons eigen overzeesch gebied aan alle kanten steun, maar wij houden ons verzekerd, dat daarnaast toch ook nog wel iets voor China kan worden gedaan. Want ook in het Iïomelsch'e Rijk op Velerlei wijze nog gebonden in de kluisters van den Vorst der duisternis 'strekken duizenden handen bewust of onbewust zich uit naar Hem, Die is de Heiland doi Wereld. Een brief van Ds. Leynse. schrijven van D WIJ ontvingen James Leynse. En dat schrijven heeft ons ontroerd. „Het publick zoo schrijft hij wat onze samenkomsten bijwoont, is wel zeer gemengd en vertegenwoordigt do geheele Chineesche samenleving." En dan vertelt hij van moeders, ver langend om iets anders te zien dan de hooge muren, waarachter de huizen ver borgen zijnvan kinderen, voor wie de evangelisatie-zaal een wonderlijke at Een Chineesch bedelaars-type. deren uit dé dorpen en van de stad, slacht offers van den hongersnood Maar iedereen rilt en beeft van koude en honger en het is alsof al de ellende van de gansche mcnschhcid aan ons oog voorbij trekt. Nog nooit te voren hebben wij zooveel ellende bij elkaar gezien; nog nooit te voren hebben wij menschcn dingen zien eten als in Noord-China, en nog nooit hebben wij menschcn zien wonen in krotten zooals bui ten de poort van Peking V/at r hen gedaan wordt Voor de menschen uit onze buurt, die de wanhoop nabij zijn, hebben onze kerkleden verschillende werkverschaffingen opgericht Wij hebben beloofd om de goederen, die daar gemaakt worden, in ons Vaderland te ver- koopen. De kerkleden doen al liet overige werk zooals onderwijs geven, orders boeken etc. Alle menschen, die in dc werkverschaf fing een plaats vinden, ontvangen voedsel voor lichaam en ziel. Wij wilden wel dat u eens kon zien het oude vrouwtje, dat wij in een krot van half vergane rieten matten vonden, met een kom met gekookte bladeren en boomschors in haar handen. Ineengedoken zat zij op het koude steenen bed omdat buiten het ijs meer dan een meter dik was Of het meisje, dat voor tien gulden door hongerlijdende ouders verkocht werd; of de ---- .derde hijvrouw, die weg gestuurd werd uni- verzorging, ziekenverpleging etc. kunnen te- I (lat de tijden duur waren; of de kinderen, die rug gewezen worden op den invloed van de Zending. liet is dus geen wonder, dat,'telkens als wij een rood gelakte poort van liet een of ander Chineesch palcis doorgaan, onze, ge dachten uitgaan naar de massa misdcelden op de straat. lederen morgen, als de groote stadspoort opengaat, die vlak bij onze Zendingspost is, stroomen dujzenden bedelaars naar binnen om in de stad "voedser té vinden. Zij hebberr den -nacht doorgebracht in krotten van ge droogde klei, buiten de stadspoort. Oud en jong verdringt zich voor de poort.. In don vroegen morgen is het alsof de de straten ineens* wemelen van een bendp mismaakten.. Sommigen missen een heen 471 springen als.groote mismaakte vogels, ande ren zjn letterlijk overdekt, met zweren,. Een kreupele leidt een blinde; moeders slepen een nlassü kleine kinderen achter - zkh aaneen man in fladderende lompen, waar iedere rib zichtbaar doorsteekt, drijft een paar ver waarloosde meisjes voor zich uit. Een troep afgerichte jongetjes staan trillend bij elkaar. Alles beeft en rilt van de koude. Alles komt als een stroom van ellende cn onge rechtigheid de stadspoort door; de beroeps bedelaars eerst, hullend een afgrijselijk ge- kenn, en daarachter (beseheiden en in el kaar gedoken) de mannen, vrouwen en kin- achter- gelaten werden, vastgebonden aan den muur van het verlaten huis; of de fami lie met vijf kinderen, die gezamenlijk één ge watteerde wintertabbaard hadden, die tevens dienst deed als deken; of de achttien moe ders, die in één huis woonden, dat geen ra men of deuren meer had; of de vader, die nacht en dag de stralen afzocht om ergens iets eetbaars te vinden, opdat hij z in kin deren maar niet zou moeten verltoopen. Of.rnaar waavonr-mcer Het is een heerlijkheid om het Christendom van de daad aan zulke menschcn te mogen brengen. Dankbaar z'jn wij aan allen in ons Vader land, die de goederen door deze menschen gemaakt willen koopcii. IIet China Comité, (p.a. mej. Mi Alln, Valeriutstraat 55, Am-, 1/ad, dat uniqüc, mooie *11 niet dure goederen op aanvrage een tentoonstelling met verkoop te houden. Vermelden, we nog, dat in Rotterdam een plaatselijk comité is opgericht (presidente mej. J. M. Vergoer, Dijkstraat 92), dat wij trachten door middel van circulaires cn door hot houden van lozingen de aandacht te vestigen op het Evangelisatiewerk in China. AMSTERDAM. MUSEUM-PLEIN EN SCHOUWBURG. III/) In dit slotartikel willen wij nog enkele bij zondere bezwaren naar voren brengen, die tegen den bouw van het Museum-theater zijn ingebracht. Dr. Mengelberg, die zich in een Telegraaf- rtikel heeft uitgesproken, noemt niet al leen een moeilijkheid de financieering eener Nederlandsche Opera, waarvoor hij althans dé eerste tijden één millioen gul den aan subsidie jaarlijks noodig acht, maar een andere, die wij nog niet hebben ge noemd. „de moeilijkheid eencr operabezetting, waarvoor solisten, koristen, technici en een goed opera-orkest moesten worden gecre- eerd en waarbij het gevaar ontstaat, dat men het Concertgobouw-orkest zou gaan gebruiken: aldus schade berokkenend aan het niveau waarop zich de prestaties van cli» buitengewoon hoogstaande symphonie- brkest bevinden. Tégenover den heer Wibaut, die een warm voorstander van het plan is houdt hij vol, lot reeds nu, bij de twee uitvoeringen, die de Wagner-vereeniglng gaf, de verkeerde, (hij zegt funeste) gevolgen voor het Concertge- nouworkest aan den dag getreden zijn. Hij schrijft; „Het heeft ons zeer veel moeite en werk gekost om na iedere opera-voorstel ling weer op ons symphonisch speelniveau ie Komen. Dit niveau wordt door de ge ringste stoornis ernstig geschaad,een klank- evenwicht als het Concertgebouworkest be zit is uiterst subtiel en onze speelmanier kan en mag niet anders dan op zorgvul dige, ja tccre wijze behandeld worden. Ik wees bier reeds zoo vele malen op, dörh 't schijnt dat de leek zich van het werk des kunstenaars geen denkbeeld vormen kan, cn dat hij niet volkomen in staat is om allen ernst en alle moeilijkheden van onzen arbeid in te zien." Zijn bezwaren liptren als vanzelf niet op principieel terrein. Hij schrijft aan het slot an zijn artikel: „indien Ik nu mijn oordeel resumeerend geven mag, verklaar ik mij nadrukkelijk vóór het principe van een Nederlandsohe opera en eveneens nadrukkelijk vóór het principe van een volkstheater hier ter stede. Doch ik teeken ernstig protest aan tegen een verwerkelijking dezer principes welke, direct of indirect, het Concertgebouw en het Concertgebouw-orkest zou kunnen schaden. Ik herbaal bezwaar te hebben te gen het gebruiken op kleinere of groötore schaal van ons orkest, ik herhaal bezwaar te bobben tegen een theater dat door zijn figging het Concertgebouw in de verdruk king brengt, en ik herbaal bezwaar te heb ben tegen een instelling, die een subsidie eischcn zou, dat voor et-n deel uit het ons thans toegekende moet ontstaan en dat noodzakelijkerwijze heel net openbare kunstleven van Amsterdam zou ontwrich- Ilet weekblad „De Kunst", dat zich bijzon der voor tooneclkunst interesseert, heeft niet alleen de opmerking gemaakt, dat een groot theater, zoo Amsterdam dit nooilig heeft, veel goedkooper is te bouwen, maar hel ontkent ook ten eenenmale de exploitatie- mogelijkheid. Zooals ook door ons in een vo •tikcl werd ui.eengezet, betwist iit 1 zoo .groote groep, nieuwe inden en voorziet ze dus groote schade voor de Stadsschouwburg en andere soortgelijke inricht: m. Verschillende deskundigen achten vee! ur genter den bouw van eon intiem modern ge bouw vau 1200 zitplaatsen, aooals dat b.v. bij de Royaards-Schouwburg werd bedoeld. Voor ons staat vast, dat dit nieuwe ge- •xh'.yv binnen enkele jaren, als het reserve kapitaal is opgeteerd eenvoudig een twcedi Stadsschouwburg zal zijn geworden, met al de consequenties, die d«l moreel en finan cieri voor de Gemeente meebrengt. Het behoeft geen betoog, dat wij den weg niet op willen. Dat door de Overheid ten op zichte van de Kunst soms iets zal moeten wordon gedaan is moeilijk tegen te spreken, sp-'oken. De subsidie aan het Concertgebouw, zon der welke dit beroemde orkest niet zou kun oen blijven bestaan, achten wij wel verde digbaar, ook al moet bier gestreefd worden naar een zuinig beheer en een dokkende re kening. Ten opzichte van de Tooneel-subsidie staan wii afwijzend. In de praktijk is niet geble ken, dat subsidicering door de Overheid, be- teek"ncndcn invloed heeft gehad, op aard,der op te voeren stukken, dat het too- neel moreel op hooger plan is gekomen. Men wil aan de subsidie geen voorwaarde ver binden, men wil voor alles geen censuur. De Kunst moet vrij blijven en de kunste naar, de Toonccl-directeur eveneens. Wij kunnen iets hiervoor voelen, Wij ontveinzen ons de moeilijkheid van zulk een keur niet Daarom blijve de Oyerheid van een zoo be twist terrein af. Het is wel een aardige ste! ling als Cor van der Lugt Melsert zegt d< Overheid moet de meerderheid steunen, want er is slecihts één meerderheid, en er zijn tal- loozo minderheden, maar ieder voelt, dat dit de meest verfoeilelljkcn vorm van geeste lijken dwang is. En in geen geval moet de Overheid hiet als ondernemer én spüllébaas optreden. Dan komt ze op een terrein, dat het hare niet is waarop zij zich niet behoort te be geven. Doet ze dit toch, dan pleegt ze onrech' ten aanzien van een belangrijk deel der be- olking, dan loopt ze gevaar ook het moreel ninderwaardige met haar schild te dekken. Wij zijn er van overtuigd, dat onze Clm? lelijke Raadsleden, dat onze k'rine antirevo lutionaire fractie, tegen deze plannen prin cipieel front zal maken. Een deftige Chineesche familie met dienstpersoneel. Kunst en Letteren. NATUUR EN KUNSTWERK. Het afgraven van Blaricam's heide. De geruchtmakende zaak van de afgra vingen van de heide bij Blaricum zal dezer dagen, ondanks veie protesten, haar beslag knjgen. De Minister van Waterstaat beeu zich ook nog doen gelden, doch zijn bevoegd lieid strekte zich niet verder dan het rich ten van een verzoek tot den voorzitter van Stad cn Lande van Gooiland, om bij de af graving „zooveel mogelijk" liet natuur toon le sparen. De burgemeester van Blaricum, tevens icretaris van de Centrale Schoonheids commissie, en vice-voorzilter van Stad en Lande, het college, dat deze zandverkoopen beeft tot stand gebracht, heeft zich tegen de afgraving niet verzet, omdat een tuin architect deze met beplantingen zal trach ten ongedaan te maken. Deze aanslag op het natuurschoon heeft twee algemeeue kanten; ten eerste is weer •zen, dat zelfs dc hoogste autoriteiten machteloos staan zoolang geen Natuurmo- numentenwet afdoende maatregelen voor schrijft, ten tweede komt er een nieuw ele ment in de beschouwing van natuurschoon, indien tuinarchitectuur als vergoeding wordt aangeprezen. Ten einde een derge lijke meening die gretig als verontschul diging zal worden aangegrepen leeds in aanvang barer vermelding te bestrij den, heeft de burgemeester van Bussuin, de heer De Bordes (het eenige bestuurslid van Stad en Lande, dat zich tegen de aigraving heelt verzet) aan het Persbureau Vaz Dias het volgende verklaard. Het doet mij leed, dat een dergelijke mee- ng wordt verkondigd door den hurgemees- r van een gemeente, vvcikc, wat lund- liapsschoon beueil, tol een Oer uitverko ren gemeenten van 011s lund behoort. De v 001 benomen afgraving van euaeie hecta ren van een vau de schoonste heiden van het Gooi kan, dunkt mij, niet sterk genoeg worden aigcitcurd. Volkomen begrijpelijk acht ik het dan ook, dat zoovele nuiuuriiel- hebbers met groot leedwezen van het be sluit van Stad en Lande vau Gooiland bob ben kennis genomen, üp overtuigendo wijze is immcis herhaaldelijk door deskundigen in woord en geschrift, laatstelijk nog in hei ru pporl .van ue Amsterdamsche Tuinsteden- commissie uiteengezet, dat een lieide, ze bekoren, voor den toeschouwer tot den horizon moet reiken, dat uitgestrektheid het voornaamste elementvormt 111 de schoon heid van heide en bosch, en dat juist de ongereptheid van hetgeen van de natuur in sommige streken van ons land nog over is, de groote aantrekkelijkheid van die stre ken uitmaakt Ongerepte groote brokken natuur, als de Conische heiden, welke door hun ruimte de allergrootste bekoring bieden, kunnen, zijn ze eenmaal afgegraven of verbrokkeld, niet meer in den vorigen toestand worden terug gebracht Juist de stadsbewoners cn in het algemeen zij, die wonen in streken zonder echig hmdschapsschoon, worden telkens op nieuw weer getroffen en geboeid door «le on gereptheid in de natuur, welke een schoon heid van geheel anderen aard biedt dan dn stadsparken cn plantsoenen, zelfs indien deze onder leiding van bekwame en kunst zinnige tuinarchitecten zijn aangelegd. De wonde, welke thans in dc Gooische natuur zal worden geslagen, zal straks, mogelijk na vele jaren, zijn gecamoufleerd doordat daarvoor in de plaats zal zijn gesteld een door menschenhanden gewrocht kunst werk en er zullen zeker wel menschen zijn. die dat kunstwerk dan mooier vinden dan dc ongerepte, eenvoudige schoonheid van Gods vrije, natuur doch daartegen over mag worden gesteld, dat zeer velen in den lande, die juist in de vrije natuur zoo min mogelijk het werk van menschcn wen- sclicn te aanschouwen en die inzonderheid de heidevelden gaarne zouden willen zien gehandhaafd in den staat, waarin deze zich in den loop der tijdon hohhon ontwikkeld, het gehavende natuurschoon met onver zwakte ergernis zullen blijven aanschou wen. Tegen de belangen van het C00L Zonder eenig voorbehoud sluit ik mij bij deze laatstcn aan en het doet mij oprecht leed, dat tot 'deze zandafgraving is beslo ten. Ik meen dat dit besluit ingaat te gen de belangen van het Gooi en de ke ten zal verlengen van de aanslagen, welke in den loop der jaren tegen de karakteris tieke schoonheid van deze landstreek zijn gepleegd. Die aanslagen, wellicht nog door Radio Nieuws. l.M 1 frijw.-.mutje, door KRO.) 6.4-57 Radiopre ir 185! M.) 12.39 KRO-Trlo. 3—4 Kill lerWlgïnna door W l'eetera. 45 NCRV. Concert Mej trop. bas. M Spoor, fluit, «r Dorp: l rofelismo l3f L>r K F Proost: BU Goethe's Fuuat T v d Sluys, iden, pianist, J v Oogen. decla- Asaei rsber. 10.15 i '1.05 12 29 DAVENTRY (1662 M.) 10.55 Kerkdlens Koukenpraatje 11.20 Grumofoonmuzlek, Souulenconcert, 12,50 Orgelbespeling. i.au 2 20 Orkest 2.50 LeUng, 3,15 Voor de scho len 5.20 Lezing, 3.40 Muziek. 3.46 Lozing 4 Mu ziek. 4.06 Voor scholen 4.50 Orkest. 5 35 Kin deruurtje 6.20 Kookpraatje 6,35 Nleuwsber. 6.50 Muziek 7.05 Bach's koorprelude's 7.20 Lezing, 7.35 Muziek. 7.45 Historische causerie. 8.05 Een veirasslng 8.20 Symphoujoconcert (9.20 Nleuwa bor.) 10 20 Nleuwsber 10 25 .Ac-ueele causerio 10.40 VarlSté 11.20—12.20 Muziek PARIJS „RIH:.,-u 'II 12 50—2.19 Orkest 4.05—6.05 Orkest 7.05—7,50 Oramofoon. 8.50—11.10 Concert m: («r,9 Mi u 30 Merhiei-rtin raofoon HAMBURG (306 M) 10.2O—11.20 Gi 8,35 Muziek 5.20 Orkest 7.20 Coi BRUSSEL (509 M) 6.! 9.20 Muziek est fi.Srt Poneert 1.50 Sluiten Znterdng 10 J HUIZEN (3,409 M-. na 6 uur 1852 M) (Uit sluitend KRO.-ultz) 12.30—1.30 Concert door he' KRO.-Trio 3Kinderuurtje o 1 van S_.pb Nuwenhuis v d 'RUst 5.30—6.50 Gramofoon- muztek 6.30—6.40 Spr: K W Gerlsch: Ue Har». 6.40—C..50 Gimofoonmuzlek 6.50—7 Kuth Ber. 7—7.30 Engelsche les 7/30—8 Knlples. S—S .0 L J M Feber; Onze Kolonie'j ln Oost en --- - rt Werken van Schub rt Het ilon-orkest o 1 van F Rosbsrs. C FischerLacuelUe. sopraan. K Fischer, nor 10 Persberichten. HILVERSUM lUT 1 M.) 10— U ng 12.15—2 i Tuschlnsky mmi-HaTeW— 8 VARA. West 8 20 Cot Mc 4 AanM v h The« =cho lef Gramofoon HAVENTRT (1565 M) 10 35 Kerkdlei —11,20 Hulshoudpraatje 1.20—2.20 Oei Rugby-match Engeland—Wales 4.05 Or nge Saturday's 9.65 Varietfi, 8.35—11.10 Con- ZEESEN (1619 M) 11 203.50 L»Omre •50 Orkest 4.5»'—7.05 I «zingen 7.20 Con< )rkest Daarna tot 11.50 Muziek. foon 8.35 Orkest 10.35—11,J0 Muzl Op 24 45 meer weken geeft dc rartieefca urcra- dageltiks gr woon Hik van 13*9 Hallo! Hallo! Iel Pa'ls!" M oonplaten-muslek, afgewles iltgezonden. FltAXSCITE OMROEP GEREOnGANISEEnT». ion worden, betreffende de reorga- den Fransehen omroep. Ongeveer ons zullen in de toekomst gebruikt -van er tien ln handen van den staat OP DE ULTRA-KORTEGOLF. Op 40.0 nieter. he ultra-kortegolfzonder nadert "*tJn r den loop d'.ze' week zi l de an- nlleerd worden. Wanneer z -1 geen moeilijkheden voordoen, za nog ln proefzenden op 49.9 meti r worden andere gevolgd, wijzigen gaandeweg het ka rakter van het Gooi geheel, en bet is dan ook zoo volkomen begrijpelijk, dat in steeds breeder kring en in steeds sterker mate de overtuiging veld wint, dat afdoende maatregelen thans toch eindelijk eens moe ten worden getroffen, ten einde het tot heden nog in Gooiland aanwezige natuur schoon voor het Nederlandsche volk, voor lid nageslacht, le behouden. Moge 't straks blijken dat die maatregelen niet te laat zija genomen! FEUILLETON. door MARK ASHTON. F.. (io Hij zou een flink cn edel karakter moeten hebben en het zou iemand moeten zijn, die de goden vereerde en aan zijn onderhoori- gpn recht liet wedervaren." „Kindlief, een man, die daaraan werkelijk 'beantwoorden en nooit van het pad der deugd zou zijn afgedwaald, bestaat er op de geheele aarde met. Zoo iemand vind je nergens." „Dan i« het maar heter, dat ik niet over e«n huwelijk denk, vader, want ik zou geen tnan kunnen eeren als mijn echtgenoot, die daaraan niet voldeed, vader." Lypnnd»" nam zich voor rnn voorloopig p>aar niet meer over een huwelijk tegen t'ir> dochter te spreken. Nu ppheurde het in dien tüd, dat een ze kere Romeinsche centurion met name Aure- ji'it: rrm« zii" hende soldaten naar Athene gezonden werd om het opperbevel over de citadel op zich te nemen. Aureliiis had zich *'9l onderscheiden in de oorlogen door ziin dnnnerlieid en bekwaamheid. Hij behoorde tot een patricisch geslacht en was zeer ge fortuneerd. Met al deze voordeelen ging een groot" bescheidenheid geneerd en dat was oe reden, dat zijn benoeming tot een zoo hoogen post minder den naijver van ande- reo on"-okte dan anders het geval zou ge weest zijn. >urclius bezat de drie grootste deugden van den krijgsman: gehoorzaamheid, plichtsgevoel en trouw en de daarmee ge- paar'' gnond- ondo'^gdep b°zat hij niet Hij had geen slechte vrouwen lief en ging zich niet te buiten aan wijn. Niettegenstaande zijn grooten rijkdom -leefde hij toch matig hij eerbiedigde de goden, wijdde zich met ernst aan zijn krijg.srtransplichten en aan de zorg voor zijn onderhoorigen en do- armon. [lij was ook niet verwaand nog arrogant Het gezelschap vnn den jongen Romein werd zeer door de Atheners gezocht. Alspa- triciër ontving hij iedereen beleefd, maar toch bleef hij zijn afgezonderd leven volhou den en dce<L nie» med» aan de vermaken der gedegenereerde Grieken. De Jonkvrouw van Athene hoorde in haar afzondering op Arcadia over den jongen Romein spreken. Sappho g'ng hi|na eiken dng near Athene en bracht dan allerlei berichten uit de stad mede. Toen Eitphrnsyne al de berichten over do zen man hoorde, dacht zij oen de woorden van haar vader: „zon iemand bestaat er op de geheele aarde niet." Dit scheen dan toch van wel Eens vertelde Sappho, dat Aure'ius e?n soldaat streng gestraft had omdat deze "en Atbeensch meisje, had beleedigd en zij 'ei: ,.nieP ,r,an wil ik voor mijn echtgenoot, Sappho." Fuphmsype. je hebt den man immers nooit gezien," rlen Sappho lachend, ..en je. H"ht immers gezegd, dat je het huwelijk af keurt" „Ik heb niets tegen het huwelijk, maar wel tegen de mannen," antwoordde Euphro- Rvne. „en eigenlijk zou ik liever een Romein dan een Griek trouwen „Schande over je hoofd! Ze zijn de verove- niara van ons volk „Maar zij behandelen hun vrouwen beter dan de Grieken." „liet lot der vrouwen is nergens goed," zei Sqppho zuchtend. „Misschien zal ons eenmaal recht gedaan worden." „Ja. maar wanneer? De mannen zijn trotsch en hoog en wij zijn hun slavinnen en dien toestand zullen zij wel altijd behou den „Neen Sappho, aan alles komt een eind, er zullen wel eenmaal edele mannen op staan „En is deze Romein daar een van?" „Neen, de mannen, die ik bedoel, zullen on a tn"<rr.7onden worden door den onbeken den God." „Dat zal dan toch wel te laat zijn voor mij om ér van te kunnen genieten," bromde Sappho. ACHTSTE HOOFDSTUK. De Hactaeren. De vereenigfng der haetaeren was achter uit gegaan (als zulk een instelling tenmin- r'e voor achteruitgang vatbaar was) met hef verval van Griekenland. Onder „\spasia, die Perlcle onder haar schepter hield en Socra tes. had de instelling gebloeid. Aspasla was ook h^etnere geweest uit noodzaak en niet uit Vrije keus. De volken der oudheid waren zoo verdorven fmet uitzondering de Joden en der Romeinen, die de eerbaarheid der vrouwen beschermden en eerden) dat geen van deze ongelukkige wezens zich op eeni- gerlei wijze kon ontwikkelen dan met ver lies van haar reinheid. Op dezen tijd bekleedde een zekere Hyla do eereplaats bij de haetaeren. Zij was niet jong noch schoon. Men vergist zich, als men denkt, dat jeugd en schoonheid noodig zijn voor ondeugd. Zij zijn er wel gewild, die bloempjes worden geplukt, maar als ze ver welkt zijn, weer weggeworpen. Een vrouw moet veel ondervinding opgedaan hebben om invloed op den man duurzaam uit te oefenen en die ondervinding heeft men niet !n de jeugd. Ilyla was van middelbaren leef tijd, maar bezat nog genoeg aantrekkelijk heid om een man te boeien. Zij had een hard en listig karakter, was zonder grond beginselen cn bezat den tact om op de ijdel- heid en zelfzucht van den man tewerken. Lvsander had zijn dochter toegestaan om de ./—mee" en voordrachten, die bij de haetae ren werden gehouden, bij te wonen in Hy- la's huls. Daarbij werd steeds het decorum hmvanrd. Sappho vergezelde haar altijd en niemand zou toch ook iets onvoegzaams ti"hben durven doen in tegenwoordigheid van de dochter van Lvsander. Euphrosyne's houding was altijd fier en ingetogen, dus niemand durfde zich ooit vrijheden met haar veroorloven. Op de feesten en orgieën in Hvla's huis verscheen zij zelden of nooit De Atheensche Jonkvrouw was voor Hyla dc ergertüke Mordechai in de poort Zij haatte haar. zooals e<m verdolven vrouw steeds een rein en onschuldig meisje haat, manr ook om reden dat zij jong en schoon was. Zij had Euphrosvne wel uit nijd kun nen doodslaan, wanneer zii opmerkte, hoe verschillend de houding der mannen was, als zij het meisje aanspraken en als zij zich tot haar wendde. Zij durfden Euphrosyne niet op gemeenzame wijze aanspreken, als zij languit op een rustbank lagen. Aller oogen volgden haar meestal, maar niet niet onbeschaamde» blik. Eerbiedig en met ge bogen hoofd werd zij begroet llvla kon._huar ergernis dan nauwelijks bedwingen en hoopte steeds, dat de dag zou aanbreken, waamo zij wraak op haar zou kunnen oefe nen. Eens vroeg zij aan Lysander hoe uij het toch kon toelaten, dat deze witte duif vrij rondvloog tusschen de zwarte raveh ui haar hui3. „Ik kan haar volkomen vertrouwen, Hv- la," antwoordde hij. .de slechtheid der we- rebl heeft geen vat op naar." Ilyla beweerde altijd, dat zij eiken man. dien zij hebben wilde, gemakkelijk aan haar voeten kon brengen. Zij deed nu al haar best om «len jongen Centurion Aure lius in baar strikken te vangen, maar tot haar spijt was dit tot nog toe niet gelukt Aurelius was niet alleen rijk en edelaar dig van karakter, maar ook hoogst moei lijk te bekoren en er was al veel over ge sproken, of Ilyla succes mot hem zou heb- b"n. llvla spande haar netton overal; zij ont moette hem zfmgennamd hij toeval in tem- ncls, zond hem uitnoodigingen voor dra ma's cn muziekuitvoeringen bij haar aan huis, maar alles deed zij vergeefs. De Ro mein ging zijn gewonen gang en scheen haar toenadering niet te bemerken, ten minste hij leek cr onverschillig voor. Eens stond zij tegenover hem in den tem- p"' var Apollo en ontmoette den strengen Mik van zijn oogen, dien blik waar*.oor '.i afgedwaald soldaat beefde. In die oogen zag zij oen diepte, dien zij nog nooit in een sterfelijk oog aanschouwt! had. het was of hij iets zocht, dat hij tot nog toe niet ge vonden had. Ben vreemde trilling doorvoer het harde, koude hart van die lichtzinnige vrouw. Er was nog wel iets goeds in haar uchte'ge- Dlevcn, ofschoon het vreesclijk leven, dat zij geleid had en de omstandigheden, waarin zij verkeerde, dit goede bijna geh--'! verme ngd hadden en zij dacht nu: „a;s de goden mij vroeger zulk een man tot echtgenoot gegeven hadden, dan hadden de hactaeren mij nooit gekend." Weer zag zij Aurelius aan; maar hij l.ad zich ,van haar afgewend, uaaroin kwam ue haat togen hem in haar hart op en tij be sloot zich op hem te wreken. De man ver- ?ioaodde haar blijkbaar, maar zij kon haar tij«l afwachten. Op een morgen kwam Sappho thuis met net nieuws, dat Hyla een feest wou gyveu en er werd gefluisterd, dut zij dan haar la gen wilde leggen om den Homein ^urenus te vangen. „En wanneer zal dit banket plaats heb ben?" vroeg EuphroseniiP. „Overmorgen," was het antwoord. „Dan zullen wij ons terstond in onzs draagstoelen naar ons huis in de stad be geven om bij de toebereidselen tegc_nwoni* te kunnen zijn. Als deze Romein de listen en lagen van Hyla weet te weerstaan dan wil ik hem tot echtgenoot en anders.....n „Ja. wat anders?" vroeg Sappho. „Dan is hij nog niets," antwoordde zij. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9