DERDE BLAD. AMSTERDAM IN 1928. Geestelijke balans. ROTTERDAM IN 1928. fJog steeds wassen en toenemen. DE REVUE. Het een wontorlijk gecv»f^r'iceerd lo ven, het leven van een groote stad. Dat ia Waarneembaar van den eenen dag tot den •nder, dat ia duidelijker nog te zien als ni.cn rijn blik laat gaan over hot complex voor- vallon en gebeurtenissen, dat een enkele Jaarcirkel omspant Naast het helle licht van het avondleven, de glans en de schittering der groote win kelstraten, treft ons de diepe, sombere a-ha- duw van de zonde-spelonkcn en armoe-holen Naast de teekenen van opveering het be gin van economische opleving, doen zich nog gelden de naweeën van den oorlog, zoo wel in het bedrijfsleven als in het lcvon yoor de arbeiders. Naast het rustige experiment het gejong de en gewaagde van de greep. Naast de ontwikkeling van het kerkelijK Vn godsdienstig leven de afval, de toene ming van het onkerkelijk leven en ver geherping der tegenstellingen. Politiek loven. In het algemeen moet van malaise wor den gesproken. Dat is, gelooven wij, trou wens meermalen het geval als in een vorig jaar de verkiezingen vielen. Groote vraag stukken van principieelen aard, die heel een volk raken en beroeren, zijn niet aan «Ie orde geweest. En bij geen enkele partij van kraenrig leven veel naar hu.ten geko men. Onze antirevolutionaire partij is maai een heel kleine groep en schijnt op geen buitengewoon accrès te mogen rekenen. Wel mag geconstateerd, dat de kerii niet alleen trouw blijft, maar ook meeleeft en de stampvolle zaal van het Concertgebouw, toen de heer Colijn zijn verkiezingsrode hield, is daar opnieuw het bewijs van. Overigens is de politieke toestand ver ward. De sociaal-democraten hebben de ge boden gelegenheid weer deel te nemen aan de dagelijksche leiding van onze gemeente- huishouding niet aangegrepen. Niet om da' de leiders niet wilden, maar omdat ze nii mochten. De linksche stroomingen hel ben de richting gegeven, en het staat wel vast, dat in deze zittingsperiode geen prin- cipieele wijziging in de samenstelling van hetCollege van Burgemeester en Wethou ders zal komen. WAT VERDWIJNEN GAAT Vooral de Oudejaarsavond bepaalt er ons bij, dal alles hier om verandering woelt. Niets is op aarde waarlijk blijvend. Geen mcnscli en geen huis, geen dorp en geen stad. Ook ens land kent zijn „doode steden". Met de droogmaking der Zuiderzee zal veel geivonnen worden, maar zal ook veel verloren gaan. Ook liet bekende plaatsje Volendam zal lang haam maar zeker veel van zijn typisch schoon inboeten. Hierboven de haven van Volendam. Dat ls niet de historie van 1928 alleen. Dat is de geschiedenis der laatsie jaren, die rich misschien in 1923 nog iets scherper accentueerde dan voorheen. Er is veel goeds heengegaan met het iaar dat heenging. Daar is veel dat ons te- eur stelde, dat ons verdriet Dracht, dat ons met zorg vervulde, dat ons reden geeft tot beschaming en verootmoediging. Want de stad heeft niet geleerd met alle goeds te eindigen in Hem. Maar gelukkig beeft in onze dienstbaarheid onze God, ons niet verlaten. Zijn hand-is nog ten goede ©ver ons. Stadsontwikkeling. Do bewoners van het oude visschersdorp fcan den mond van den Amstel, zullen wel Slimmer hebben gedacht, dat zij de grond lagen hebbeji gelegd voor een zich zoo rijk ontwikkelende en zoo dichtbevolkte stad als het Amsterdam van de twintigste eeuw. Heeft men wel eens gedacht, dat met dn betere verkeersmiddelen de stad het karak ter van woonstad zou verliezen cn de trek naar do groote steden minder zou worden.de praktijk doet ons althans in Amsterdam iets anders zien. Nog altoos vermeerdert het inwonertal, niet alleen door geboorte-overschot, maar •venzeer door vestiging van buiten. Dat stelt de stad voor zware eischcn. Aan de overkant van het IJ heeft zich een stads wijk ontwikkelt, die vraagt om een betere verbinding met de city. In Oost is in enkel»» Jaren als het ware een nieuwe stad uit den grond opgerezen. West is in een paar jaren volgebouwd. Men spreekt reeds nu van een 'woning- Bood die dreigt te komen, van een tekort aan bomvrij pen grond. Al is er in deze klachten zeker overdrijving, hef stadjhe atuur moet toch wel het oog houden op deze snelle ontwikkeling om de zaak meester te blijven. En wat in elk geval een probleem ls, het is het vraagstuk van den goedkuo pen woningbouw. Met de onbcwoonbaarvèrklaringen moet men doorgaan, in de oude sta 1 vindt m»»» nog onbegrijpelijke toestanden, maar men moet voor de verdrevenen plaats maken en dat is niet zoo,gemakkelijk als de stedobouw- kundige 6aneering van een bepaalde v/'jk. Deze gewpldigo uitbreiding brengt ook Allerlei andere vragen. Kunnen wij maai blijven bouwen in do breedte en ons ver spreiden over het geannexeerde gebied of d>vingt ons de levenspraktijk om in de lucht te gaan bouwen zes dn tien étages boven elkander? Daar komen bij de verkeersvragen en de eisch van het behoud van het typisch ka rakter van onze stad. Hier is strijd niet te vermijden. Want voor den een is het ver keer alles en voor den ander de oude stad. Die beide stroomingen te verzoenen schijnt .wel haast onmogelijk. IJet is om deze tegenstelling, die zicli ook in den Baad afteekent, dat wij nog niet ge komen zijn tot verbetering van den toestmd \an bil Rokin en dat wij nog zitten m-'t een half voltooide Vijzelstraat. Daarom jvor en soms goede oplossingen verschoven. De nieuwe nfdeeling Stadsontwikkeling, waarom ook al weer strijd is gevoerd, zat bier moei Hik werk hebben. Mr ar ze is drin gend noodig en zal zich allereerst b moeten houden met een uitbreidingsplan, dat er reeds bad moeten zijn. Gelukkig beeft dit gemis den Rand niet weerhouden net kloeke voorst-I nan te ne m*n on tot «r,ileg ven eru grant b -rb nabij de start te besluiten. Jet» van den durf van een voorgeslacht r. er nok m»g ln onze generatie. En aan r., voortgatu to ontwikkeling van hun stad geiuovcn alle op lachte Amsterdam merg, Of hier gedacht moet worden aan een zeer tijdelijk verschijnsel dan wel oi zich in de S. D. A. P. een proces van radicaliseering voltrekt, zal in de komende jaren yyel blij ken. Zeker is, dat ook in eigen rijen de verdeeldheid groot is en de eenheid in de fractie zelf dikwijls geheel zoek. Men voert in naam opposite, maar oppositie, die in geen enkel opzicht van een groote stijl getuigt, die dikwijls zelfs een benepen persoonlijk karakter aanneemt. Op den duur zal dit optreden cok de eigen actie schaden. Thans schaadt het zeker de rustige afwikkeling van vel» urgente zaken U. T*" k* öen Raad. Nog nooit is de achterstand in onzer Raad zoo groot geweest als nu. Agentia'» worden bijkans immer voor de helft arge handeld. Stapels voorstellen, nimmer waren de sociaal-democraten zoo pro ductief als thans, wachten op praeadvics. tallooze praeadviczen op behandeling. Dat kan niet in het belang zijn der ge meerite, maar de Raad schijnt het vlot wer ken afgeleerd. Toch passeerden wel belangrijke dingen den hamer en werden wel groote zaken aan gepakt. Wij denken aan het reeds genoem de boschplan, aan de z.g, Berlage-brug over den Amstel, aan de krachtige Dogingcn van het College onder leiding van Dr. Vos tot bestrijding van de werkloosheid. De Politie kreeg haar Commissie van Advies inzake opgelegde straffen en de commissie voor georganiseerd overleg inzake arbeidsvoorwaarden. Een commissie werd ingesteld ter bcstudeering van het vraag stuk der medezeggenschap in de bedrijven. De voltooiing van het Academisch Zieken huis werd inet versneld tempo voortgezet. Jammer, dat het oude „Pcsthuys" als offer voor deze moderne inrichting moest vallen. Wie het College reactionair, arbeidcrsvij- andig of futloos noemt, heeft daarmede wel zijn bedoelingen, maar hij geeft geen getui genis van de waarheid. Onder zeer rnoei lijke omstandigheden wordt vuortgewerkt met kracht en bekwaamheid. Gelukkig mag de Raad zich verheugen in een voorzitter, die aller sympathie heeft cn wiens vroolijk- vriendclijk vermaan, menige ontsporing van het debat voorkomt. De- toestand is moei lijker geworden na de behandeling van het rapport over do verkiezingspraktijken voor de z.g. middenstanders op wie» nu minder dan ooit te rekenen is. Moeilijker na de wei gering der sociaal-democraten om te komen tot reconstructie, wijl ze nu wel verplicht zijn, hun oppositie nog iets meer te accen- tuecren! Maar voor de stad en voor de bur gerij is het wellicht goed, als men ziet, dat ook zonder sociaal democraten een behoor lijk bestuur mogelijk is. Jammer dat ónze christelijke groepen ln den Raad nog geregeld vechten moeten voor de gelijkstelling van het bijzonder met het openhaar onderwijs. Men wil, trots de paci ficatie, de gepriviligeerdo positie van het openbaar onderwijs niet loslaten. In Prof. Woltjcr vooral heeft men ccn geharnast te genstander ontmoet, die daarom nogal eens aan onbillijke critiek is blootgesteld. Even eens jammer is, dat dit college meende te moeten komen met een voorstel tot hot ma ken van plannen voor een crematorium. Het ware politiek juister geweest, indien men in deze situatie zich van dergelijke voorstel len had onthouden. Wij willen van den Rand geen afscheid nemen zonder met een enkel woord te her- innrren n-m het overlijden van Generaal Ophnrst Een eenvoudig, trouwhartig, Ijverig en verdienstelijk ui**, die In hoog aanzien stond bij heel den Raad om zijn nobelen zjn en onkreukbare eerlijkheid, ging heen on het Balansttfd is het na, bjj 't einde van het jaar; De kas wordt opgemaakt, de rekening moet klaar. Ge pent de cijfers neer, sekuur, weloverwogen. En vraagt: heb ik mij zelf of and'rcn ook bedrogen? Gij controleert met zorg de rekening-courant, En arrangeert in 't boek de posten na venant. De mensohen orn u heen staan vaak aan debetzyde, Een „maanbrief" uwerzijds verleent hen uitgeleide; Uw creditkant vertoont, o troost, een mooie rest: Een ieder kreeg zijn deel, was dat niet vroom en best? Gij buigt het hoofd, devoot: „Ik ben niet zonder zonden"; Maar in uw grootboek heeft geen speurder dat gevonden Uw rekening-courant met allen om u heen, Brengt blad ua blad §en creditpoat voor u alleen Doch overweeg hu eens met ernst of gy in dezen, Ook in het hoogst Gericht geen debet he .'t te vreezen; Ik. vrees voor u en my't balansboek van ons leven, Is op öns debet en Gods credit tot 't eind toe volgeschreven. aller onverwachts, zich gereedmakende voor een vacantiereis. God nam hem weg, naar wij mogen gelooven in heerlijkheid. Maar in den Raad misten wij meermalen zijn rustig weloverwogen advies. CriÏÏTP*ïl tfrvtiL. Het is moeilijk over dit hoofdstuk te schrijven wijl hier het verschil ln levensop vatting zoo groote rol speelt. Zeker zal niet veel verschil bestaan over de betcekenis van het Concertgebouworkest, dat zijn ouden roem handhaafde en zal ook dö opening van het Muzicklyceum algemeen worden gewaardeerd. Maar die overeenstem ming is er niet, als wij denken aan de plan nen voor het nieuwe Museumtheater, waar in de Gemeente voornemens is belangrijke medewerking te verlccncn. Of er in feite be hoefte is aan een dergelijke moderne schouwburg wordt zeer verschillend beoor deeld. In onzen kring staat wel vast dat zij, die de behoefte aan zulk een inrichting heb ben, zelf de last en risico behooren te dra gen. Met meer instemming denken wij aan onze beide Universiteiten. Gaat ons hart allereerst uit naar „de Vrije", ook de stedelijke Uni versiteit heeft een plaats in het hart van elk recht Amsterdammer. Beide Universiteiten hebben in het afge- loopcn jaar hun ouden roem gehandhaafd. De Vrije heeft nog heel veel steun noodig om tot volledige ontplooiing te komen, de ste delijke verheugt zich in een vorstelijke be handeling door het Gemeentebestuur. Iloe zeer ze een plaats beslaat in ons gemeente lijk leven bleek overtuigend bij het in 1928 gevierde jubileum. Misschien is onder dit hoofdje ook het best te brengen de in dit jaar gehouden Olympische Spelen. Ook hierover is onder de Christenen veel verschil en zeker is het te betreuren, dat men den Zondag niet vrij gehouden heeft Maar overigens mag met dankbaarheid geconstateerd, dat de uitwas sen die gevreesd werden, achterwege geble- zijn zijn en dat Amsterdam zich als gast vrouw niet behoeft to schamen, noch voor liet eigen volk, noch voor de gasten. Negentienachtentwintig bracht ook de slicing van het van ouds bekende Panora magebouw. Wat hebben duizenden hier een stille prediking gezien. Golgotha en Jeruza lem, hoe machtig pakte het de toeschou wers. En het laatste stuk „De intocht van Jezus" was even treffend. De tijd voor dergelijke instellingen Is voorbij. Thans zoekt het oog de levende beelden van de cinema. En thans verfilmt men ook het leven des Hecren. Dat is zeker geen vooruitgang, al ontkennen wij de be- teekenis van do rolprent niet B'jzondere feilen. Een enkel markant feit releveeren wij slechts. Allereerst de opening van het A. M. V. J. gebouw. Een sieraad voor onze stad, een „home" voor vele jonge menschcn, een geschikt centrum voor congressen, is de ope ning van dit jongemanncuhuis en feit van betcekenis voor onze stad. In onze stad werd dezen zomer het 75- jarig bestaan herdacht van het Ned. Jonge lingsverbond. Die viering alleen is Amster- clamsch. Het verbond behoort aan ons land on is een zegen voor ons volk. In de laatste jaren heeft het zijn taak uitgebreid en de Mijnstreek zoowel als Eindhoven profMee- ren van de vitaliteit van deze vijfenzeven tigjarige. Einde des jaars jubileerde de Ncd. Mid dernacht Zending. Ook deze vereeniging be perkt zich niet tot den arbeid in onze stad. Alleen hier begon zij, hier heeft zij niet den minsten strijd gevoerd, maar hier heeft ze ook gewonnen zooals door Gods goedheid ook elders. Zoo zegent God Zijn knechten, al lijkt soms de arbeidsdag lang. Dat het Christendom „actie" is, moge op nieuw blijken uit de oprichting der Prot.- Christ. Reclasseeringsvcreeniging, die in den nazomer plaats had. Dit is wel geen nieuwe arbeid, maar een concentratie van kracht, om meer te doen, te kunnen doen, dan in de laatste jaren mogelijk bleek. Op ander terrein ligt het Congres voor On volwaardige arbeidskrachten. Dit congres heeft, gelooven wij, baanbrekend werk richt. Misschien vvifde men te veel in oplossen, de gewone fout van optimisten, maar ongetwijfeld zijn uitnemende studies geleverd en vele practische mogelijkheden geopend. Als men het nu maar niet bij pra ten en congresseeren laat. Want het is met zeggen niet te doen. Altijd bijzonder is het bezoek van Hare Majesteit, 't Duurt gemeenlijk slechts en kele dagen. Dan is de Dam eerst recht „De Dam". Dan toont de burgerij van allo ran gen en standen haar verknochtheid aan het huis van Oranje. Dan komt H. M. met groo te vriendelijkheid tot haar Amsterdammers, die in brecde massa dit nog altoos waardee- ren en het Koninklijk Huis groote liefde toe dragen. Daar zijn wel bladen die anders schrijven, dié het ook wel anders wenschen, maar ge lukkig wordt bij de meeste Amsterdammers nog wel iets gevoeld van den band, vroeg gevlochten, en is de liefde voor het teere Koningskind gebleven toen dat kind vrouw en moeder word. En reeds nu is Prinses Ju liana erfgename van die liefde. Blijve het zoc in Gods gunst. Economisch leven. Er valt gelukkig verbetering te constatee- ren in het economisch leven. Het scheep vaartverkeer werd gunstiger, de bouwnijver heid zoowel als de metaalindustrie ontwik kelde zich in gunstige richting, terwijl ook de diamantindustrie een iets gunstiger beeld deed zien dan 1927. Er komt weer hoop dat nu het ergste ach ter den' rug is. Natuurlijk zijn wij cr nog nïeL Verschillende industriën lijden nog ender de nr.weeën van den oorlog Do middenstand klaagt nog erg en de koopkracht van een breede schare van onze bevolking is nog steeds ingezonken. Het aantal wcrkloozcn verminderde echter en was zelfs korten tijd weer hen eden de 10.000, De krachtige actie van het gemeente bestuur in zake werkverschaffing moge op dit cijfer eenigen invloed hebben geoefend, grootendeels is het toch te verklaren uit een algemeene verruiming van de werkgelegen heid. Noodig blijft een stevige welvaartspolitiek en bevordering van de industrie. En drin gend gaat klemmen een betere verbinding van Amsterdam met den Bovenrijn. Reeds dertien jaar wordt hierover gehandeld. Moge het besluit dat eindelijk de Regeering tot aanpakken dringt, niet lang nicer op zich doen wachten. Hij blijft Velen gingen, waarvan wij. slechts een en kele nocmScn. Velen die in hun kring cn op hun plaats moeilijk konden worden gemist. Om wie ook dezen dag velen treuren Maar God blijft. En Hij zal met ons lijn, ook inet onze stad en ons volk, als wij >ra gen naar Hem. IIij schenke verootmoediging. Hij schenke bezieling. Hij geve kracht om voort te gaan en doe Zijne milde handen ook voor het na tuurlijke leven, over ons epen. Zoo wordl het einde goed. EEN VOLENDAMMER ..PAALWONING-'. "■■''"int Rtderlcmdtcht plaalsen. tnur trejt. Zij bicden den wandelaar niet zelden een aardigen aanblik tlset zien. .paalwoningen" aan- gelyk deze foto BLADZIJDE 600. Een tsrugblik cn een blik vooruit. Zeker, wij zijn reeds bezig om bladzijde G01 vol te schrijven. Maar het is goed, op den Oudejaarsavond nog even terug te bladeren en te overden ken wat op de vorige pagina geschreven staat. Bladzijde 600 van het Bock der Geschiede nissen van Rotterdam bedoelen wij. Een bladzijde, waarvan men verwachtte dat ze met guldon letteren zou geschreven worden; dat ze zou staan in het toeken van grootheid en roem cn vreugdebetoon. Evenwel, er ligt een sombere, doffe tint over dit alles. Zwarte randen omkringen zwarte letters. In en om het Stadhuis. Toen de Slad aan de Maas zich gereed maakte haar zesde eeuwfeest luisterrijk te vieren, kwam de Dood cn beschikte het an ders. Mr. Dr. J. Wytema, onze burgemeester, die reeds geruimen tijd door ziekte verhin derd was zich te geven aan zijn taak, over leed den elfden Juli, en den Zaterdag daar op werd de eerste burger van dg tweede stad het eigen huls van den Chr. bond van pe^ soneel in publieken dienst en aan het zilv®. ren jubileum van den Chr. Nationalen Werk mansbond) moeten we helaas beschaamd staan over veel te weinig meeleven van de genen op wier sympathie gerekend mocht worden, ja wier plicht het is zich te geven voor een dringende zaak. Ualdzijde 000 2 Vlak Lij hei sociale ligt het economisch lcvon. Al is 1928 niet meer zoo zwart gekleurd als de zoogenaamde na-oorlogsehe jaren, ct 's nog allerminst reden om verheugd te *.j». over een bloeiend leven van handel en be drijf. Reeds wie nagaat de ontstellende me nigte van werkloozcn en de ellende, moreel cn financieel, welke daarvan het "gevolg ia, zal gercedelïjk moeten toestemmen, dat hier niet veel minder dan een noodtoestand heerscht Het tewerkstellen der werkloozen in Over* ijsel leverde een bevredigend resultaat op, maar het is er ver vandaan, dat dit een op lossing van het wcrkloozenvraagstuk zou zijn. De actie van het W. A. C. intusschen bracht hier evenmin uitkomst! Uit kringen van handel en industrie werd geklaagd over de zakelijke belasting op het bedrijf. Meer ernstige grieven beluisterden wij niet en zien wij goed, dan meenen we te mogen zeggen, dat dit innr over 't algemeen niet slechter was dan het vorige. EEN VERDWIJNEND GESLACHT. V Een aardige kiek van twee Volendammer oud-gedienden. des rijks onder overgroote belangstelling ge bracht naar zijn laatste rustplaats. Woorden van weemoedigen dank zijn in die dagen geuit over dezen man, die om zijn nobel streven en oprecht bedoelen in brec- den kring wanrdeering vond. Nog geen week later trof den Raad der gemeente andermaal een gevoelige slag: Mr. S. J. L. van Anlten, ccn uiterst bekwaam jurist, een scherpzinnig debater en iemand, die om zijn kennis en kunde in den Rottcr- damschen raad terecht een eereplaats in nam hij was niet meer. fri de raadszaal werd zijn stoel bezet door McJ. Knappert. De Roomsch-Katholieke af gevaardigde Lintzen werd opgevolgd door ir. Kraayvanger. En de voorzitlerszetel, die tijdens de ziek te én na den dood van mr. Wytema tijdelijk ingenomen is geweest door Mr. A. de Jong, wordt nu ingenomen door Mr. P. Droogleo- ver Fortuvn. Wij willen thans niet meer re leveeren de wijze, waarop doze burgemees tersbenoeming plaats had. Dat ze gcschie»1- de tegen den zin van een groot gedeelte der burgerij, bleek uit do discussies in den raad en in de pers. Intusschen, dat de persoon van den nieuwbenoemde erbuiten stond, moge hier nog even onderstreept worden. Het interregnum van mr. A. de Jong is een van de mooiste episoden uit Rotterdams geschiedenis van dit jaar. Dat het raadslid Ter Laan dezen wethouder ben al te princi pieel beleid venVeet, kunnen wij slechts als goede aanteekening beschouwen. Oprechte aardeering voor de wijze Waarop de heer de Jrtng het loco-burgemeesterschap heeft vervuld word niet alleen ter rechterzijde ge koesterd- Het raadslid Verheul was de tolk van hen, die nu niet direct politieke vrien den van den Wethouder van Plaatselijke Werken zijn. Het werk van Mr. do Jong werd niet wei nig verzwaard door do omstandigheid, dat Rotterdam herhaalde malen officieel* per Konen ten Stadhuize ontving. Wij zagen er het I.ondenschc havenhestuur, en meiers uit Zwitserland, politie autoriteiten uit Duifsch- land cn de Union internationale de la chim o pure ct appliquéc. Hón allen is de heer do Jong met eloquentie en buitengewone harte lijkheid tegemoet getredon. En niet alleen deze. Want Rotterdam wordt langzamerhand cn plaats, die ge schiktheid blijkt te bezitten voor het bijeen roepen van jaarvergaderingen. Christelijke ambtenaren, unristohjke poli tiemannen, de Algemeene Bond van perso neel in publieken dienst en misschien nog meer organisaties kwamen naar Rotterdam in jaorlijksch bijeen zijn. Wij achten dit eon verblijdend verschijnsel. Het zol aan de po pulariteit van onze stad ten goede komen. Eet soria'c laven. Nu wij zoo langzamerhand al verder af komen \an rten Goolsingel en het otllcieeio leven in onze stad, is het goed nog een oogenhlik stil te stnan hij de vraag wat we als resultaat kunnen boeken aan het eind an dit jaar. Kunnen wc al een oordeel ons vormen daarover? Niet alleen gaat het hier om do vraag hoe het gesteld was in de vakorgani saties, maar evenzeer over tic verhoudingen n de breede lagen der maatschappij. Wat het eerste betreft we herinneren inn de moeilijkheden in de kleedingindn- itrie. aan de zo»^r langdurige staking in het londgietershedrijf, aan conflicten hij de Rijn- srhecpvnnrt. Onaangenaamheden had de Algemeene Bond van politiepersoneel met den heer hoofdcommissaris van politin. Allemaal bewijzen voor de droeve werke lijkheid. dat het principe der scRdrriteit nog niet algemeen erkend en nog mkvlcr be leefd wordt. Met dankbare erkenning voor veel goeds i moois dat op het gebied van do vakorga- liMtift tct «laad kwam denken b.v. Of het succes van de Ncnijto zoo groot vvas als verwacht werd. feci w ij felon wij. Feit is echter, dat mede door deze tentoonstel ling Rotterdam dit jaar meer dan andera misschien de aandacht bad van niet Rot terdammers. Zelfs is het aan de Ncnijto tc donken, dat Rotterdam haar Oranjeliefde kon tot uiting brengen. Toen het Koninklijk Gezin een rij toer mnakto door onze stad, was er één op. laaiend enthousiasme. Wat er tot stand kwam. liet is de gewoonte in dit jaaroverzicht memoreeren, wat er aan nieuws in de voor* bijgegane periode tot stand kwam. Allereerst denken we hierbij aan dc ge weldige nieuwbouw-complexen die Rottei* dam rijker werd. In het „Ovcrmaassche* werden hcele straten bijgebouwd. Het Wes ten breidt zich al verder uit. De fabriek van Van Nelle nadert haar voltooiing. Aan de doorbraakplanncn wordt stang gewerkt. Aan dc Heerenstraat verrees bereids een winkel galerij. Het nieuwe doorgangshuis fi.-thaniê bewijst dat ook op het terrein van Christe lijke philanthropic en van charitaticven ar beid niet werd stilgezeten. Do houw van de Koninginnebrug vordert hard: In October en November wer den" de kleppen geplaatst. Men begon reeds aan de demping van den Schiedamschcn Singef\ waar eerlang het nieuwe Bijenkorf- paleis verrijzen gaat. En waarom zouden we hier verzwijgen het bekroonde ontwerp voor de nieuwe Beurs? Dit is zeker niet een van dc minst belangrijke dingen die tot stand kwamen. Ontevreden mensdhen en ongeduldige lie den beweren, dat wij hierbij vergeten do supplementen op het „klachtenboek" en het „verlanglijstje". Mogelijk! Gelukkig dat er nog iets te wen schen overblijft voor 1929. Hofplein puzzles, verkeersregelingen, tariefverlaging op gas- en electriciteit (een betere dan die van dit jaari) cn nog zoo heel veel dingen meer. Een blik vooruit. Wij lieten slechts vluchtig ons oog gaan over „bladzijde 000". Eigenlijk hebben we geen tijd om langer er bij stil te staan. Want we moeten vooruit. F.n we moeten vooruit zien. 19 dat identiek met profeteeren? Geenszins; wanneer men ten minste onder pmfeteeren verstaat: toekomst voorspellen. Wèl, als men het ziet li s zelfbezinning en dus als 't waro even stil houdt en op de tce- nen gaat staan om te zien óver do dingen heen. Een profeet is immers iemand, dio leeft in zijn tijd, er midden in, en die zijn volk heenwijst naar hetere dingen. In dezen zin moeten w»j alleen profeet zijn. De eerste zin ven dit artikel luidt: „\V<J rijn reeds bezig bladzijde (01 >ol te sch j- I» dat julstf Wie maakt de geschiedenis? Schrijft God niet zelf het Roek der histo rie'? Inderdaad. Maar heeft Hij ons niet ver- wnnrdigd Zijn medebouwers to zijn, mede schrijvers in dat Groote Roek? Wanneer wij leven in de bewustheid hiervan, zal ons leven een ander stempel dragen.* Wie bi.lt: „Fltheto. Uw .Koninkr.jk kqme", die werkt cok. Die werkt zoo hard, als of het alleen van zijn werken athln? Die bidt. In het besef, dat hil zelf nte'a vermn«. Dan wordt ons werken rusteloos, omon» er nog zoo veel. zoo l.r-l r-1 te dom i% en Set terre'o h»t l i isgecin, var de kerk, van de schor!, ven de moalsel.jppii. En tevens heerlijke paradox -- dan werken wJJ in volmaakte rust, omdat wfj hat wetea an ervaren, dat God toni j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9