PUROL
Aan het einde der Week
In deze laatste week van het jaar zijn
we meer dan ooit geneigd eens achter ons
te zien en de balans op te maken van het
jaar dat weer met zoo groote haast zijn
loop bijna heeft volbracht. En onwille
keurig zien we dit alles dan ook in het
licht van het pas gevierde Kerstfeest, en
het is goed dat wij de dingen dezer aarde
alzoo sub specie aeternitatis, in
hooger licht, beschouwen.
Scheen het voor enkele weken, dat we
met de Kerstdagen weer in een oorlog
zouden zitten, en wel in Zuid-Amerika,
gelukkig is die vrees beschaamd, en heb
ben Bolivia en Paraguay de bemiddeling
der Pan-Amerikaansche conferentie, die
te Washington vergaderde, aanvaard. Een
bewijs te meer, dat de onderlinge samen
werking der volken wel eens het middel
in Gods hand kan zijn om een dreigenden
oorlog te voorkomen en het „vrede op
aarde", althans in stoffelijken zin, nader
bij te brengen.
Een ander verheugend feit is, dat de
onderhandelingen inzake het vraagstuk
van het herstel aanvankelijk tot een goed
eind zijn gebracht.
Poincaré en von Hoesch, de Duitsche
gezant te Parijs, zijn het samen eens ge
worden over alle kwesties die nog in ver
band met de vorming en bijeenroeping
van de commissie der financieele deskun
digen geregeld moesten worden en, aan
gezien ook de andre regeeringen aan deze
overeenkomst hun goedkeuring gehecht
hebben, is de zaak daarmee voorgoed be
klonken.
Alle beletselen voor een spoedig bijeen
komen van de commissie der deskundi
gen zijn aldus nog in het oude jaar weg
geruimd en. zij zullen dus kort na Nieuw
jaar hun werk kunnen beginnen.
Natuurlijk moet het eigenlijke werk
nu nog komen.
De opdracht, welke aan de commissie
van deskundigen wordt gegeven, luidt als
volgt:
De Duitsche, Belgische, Fransche, Brit-
sche, Italiaansche en Japansche regeerin
gen hebben ingevolge het besluit van Ge-
nève van 16 September 1928, waarbij de
benoeming van een commissie van onaf
hankelijke financieele deskundigen werd
overeengekomen, besloten, deze commis
sie opdracht te geven tot het formuleeren
van voorstellen van een algeheele en de
finitieve regeling van 't herstelprobleem.
Deze voorstellen moeten een regeling der
verplichtingen omvatten, welke voort
vloeiden uit de tusschen Duitschland en
de crediteurstaten bestaande verdragen
en afspraken. De commissie moet haar
rapport uitbrengen aan de bij het besluit
van Genève betrokken regeeringen, zoo
mede aan de Commissie van Herstel.
Het is niet te verwachten, dat de com
missie met de u'tvoering dezer opdracht
in een handomdraaien gereed zal zijn;
doch een lichtstraal van beter inzicht is
althans doorgebroken.
Gaan we van politiek op economisch
terrein over, dan moeten we helaas con-
stateeren, dat de toestand daar nog veel
donkerder is. Zoowel in ons land als in
bijna alle andere landen der wereld
heerscht groote werkloosheid onder de
arbeiders, en de middenstanders onder
vinden den terugslag daarvan in den ach
teruitgang hunner zaken. Er zijn maar
zeer weinig uitzonderingen op dezen re
gel, en ook in die bedrijven, waar nog
welvaart is, dreigen donkere wolken. Be
halve bij het overheidspersoneel is er van
stabiliteit geen sprake.
Óveral heerscht onzekerheid en in vele
gezinnen ziet het er met deze jaarwisse
ling donker uit.
„Velen zeggen: Wie zal ons het goede
doen zien?
Verhef Gij over ons. het licht Uws aan-
schijns, o Heere".
RECLAME
FEUILLETON.
De vreemde landlooper
28) —o—
Als Lily met een prentenboek bij
hem kwam, het op zijn knieën legde
en hem smeekend vroeg: „Lees me
eens wat voor!" dan las hij langzaam
en duidelijk wat zij hem gebracht had:
gedichtjes en verhaaltjes, die op kin
derlijke wijze van hoogere dingen
spraken. En dan kwamen er herinne
ringen bij hem op uit zijn prilste jeugd.
Waar was die tijd gebleven? Voorbij,
en er was niets van over; zelfs de her
inneringen waren lang vergeten ge
weest. Thans leek zijn kindsheid hem
een verloren paradijs. Was hij sedert
dien tijd gelukkig geweest? Had ooit
een reine vreugde zijn hart vervuld?
Verloren, alles verloren!
Het Kerstfeest naderde en Lily
dacht er veel over na en had veel te
vragen. Ook Gratzer voelde plotseling
dat Kerstmis op handen was en dat dit
feest een beteekenis had. Hij kon zich
niet herinneren, dat hij sedert zijn
jeugd Kerstfeest gevierd had.
Bij de familie Elwitz had hij dezelf
de voorbereidingen gezien als hier, en
men was met éénzelfden geest bezield,
doch zijn hart was toen nog niet ont
vankelijk. Nu was het anders.
Niemand noemde hem meer een va
gebond; Stürmer beminde hem en was
zeer aan hem gehecht, omdat hij 'n te
huis bij hem gevonden had. Nooit was
Gratzer door zijn haat zoo bevredigd
geworden als door deze enkele goede
daad. En nu was het hem alsof hij
reeds den geur van den sparreboom
rook en alsof zijn kamer vol was van
den glans der kaarsen.
Nog éénmaal een Kerstfeest", dacht
UIT DE OMGEVING.
KOUDEKERK.
Gemeenteraad.
Vergadering van Donderdag 27 Dec.,
's nam. 2M uur.
Voorzitter de burgemeester. Tegen
woordig alle leden.
De voorzitter opent de vergadering
met gebed, en spreekt enkele waar-
deerende woorden gewijd aan de nage
dachtenis van het overleden raadslid,
den heer M. J. Oppelaar, hetwelk dooi
de leden staande werd aangehoord,
waarna den heer Van Egmond als oud
ste lid met een enkel woord instemt.
De vergadering wordt voor een
oogenblik geschorst, waarin een
door den voorzitter benoemde com
missie, bestaande uit de heeren Van
Egmond, De Jong en Lieverse, de ge
loofsbrieven van de nieuw benoemde
Raadsleden, de heeren J. van der
Sterre en T. van der Lee naziet en bij
monde van eerstgenoemde rapporteert
tot toelating.
De voorzitter heropent de vergade
ring, waarna de secretaris de beide
heeren binnenleid, welke in handen
van den voorzitter de vereischte eeden
afleggen.
De voorzitter heet daarna de heeren
welkom in den Raad en spreekt de
wensch uit, dat beide heeren de belan
gen der gemeente zullen voorstaan en
op de meest aangename wijze, gelijk
hun beide voorgangers, aangenaam en
prettig mogen samenwerken op een
wijze zooals dit steeds het geval is
geweest.
De heer Van der Sterre dankt den
voorzitter, gelijk ook de heer Van
der Lee. Hunnerzijds wordt gaarne
beloofd zulks te doen naar hun beste
weten.
De notulen der vorige vergadering
worden gelezen en goedgekeurd.
5. Ingekomen stukken.
Dankbetuiging van mevr. de Wed.
Oppelaar voor de ondervonden belang
stelling en deelneming, zoowel van de
zijde van den Raad als van den voor
zitter en voor de waardeerende woor
den gesproken door de laatste bij de
teraardebestelling.
Vervolgens terugontvangen van Ged.
Staten enkele goedgekeurde Raadsbe
sluiten, en mededeeling wordt gedaan,
dat een assistent is aangesteld voor
de openbare school buiten bezwaar
van de gemeente en dat die assistent is
aangewezen tot tijdelijk Hoofd, terwijl
van den Minister bericht is ingekomen,
dat een benoeming mag plaats hebben
buiten de wachtgelders.
De benoeming van een nieuw Hoofd
is vertraagd door ziekte van den In
specteur.
Door het Bestuur der Ned. Herv.
Si hooi is bij Ged. Staten beroep in
gesteld tegen de uitkeering over 1926.
6. Onderhandsche inschrijving heeft
plaats gehad naar de tuingrond bij de
A'.gemeene Begraafplaats. Verschil-
lende inschrijvingen waren ingeko
men, van iemand van Boskoop, Dissel,
I.eks en van der Hout van Koudekerk.
B. en W. stellen voor de grond onder
ae bekende voorwaarden te verhuren
san den heer W. Leks alhier voor f 100
per jaar, gedurende acht achtereen
volgende jaren.
Den heer Van Egmond spreekt zijn
spijt uit, dat Van der Hout de tuin
zal moeten missen en geeft enkele re
denen op, waardoor de tuin zoozeer is
vervuild.
De voorzitter vindt het ook jammer
daar het uiterste is beproefd, maar de
man bleef onhandelbaar.
Den heer Van den Berg bespreekt
nog de vervuiling van de sloot en de
graskant aan de zijde van den publie-
ken weg.
Het voorstel van B. en W. wordt
daarna goedgekeurd.
7. De verordening aangaande de
keuring van waren ondergaat een
kleine redactioneele wijziging.
8. Een verzoek om adhaesie-bétui-
ging adres-IJselmonde inzake art. 22a
Gemeentewet, daaraan wordt op voor
hij voortdurend; „misschien wel het
laatste". Hij keek Stürmer aan. Hoe
vreemd! Nu had de landlooper zelfs
een mensch, wien het zou spijten als
hij er niet meer was. Was het een toe
val of eigen verdienste? Moest hij
daarin niet Gods Hand zien, Die het
niet laten kan, altijd weder de verlo
rene op te zoeken „Morgen is 't Zon
dag, niet waar?" zei hij op eens tot
Stürmer.
„Ja, ik ga naar de kerk; Löber
preekt".
„Ik ga morgen mee", zei Gratzer.
Stürmer antwoordde niet; hij knik
te slechts toestemmend, doch in zijn
hart jubelde het.
Den volgenden dag betrad Gratzer
het Godshuis met een onbehaaglijk
gevoel, alsof iedereen tot hem zeggen
zou: „Wat doe jij hier?"
Enkele dagen later stonden de bei
de vrienden bij den Kerstboom in de
kelder-verlichte kamer hunner buren.
Frank las de Kerstgeschiedenis voor.
De kleine Lily stond met gevouwen
handjes naast haar vader; steeds
grooter en grooter werden de kinder-
oogen, alsof zij al de heerlijkheid van
het feest niet konden vatten.
„Vrede op aarde", zeide Frank.
Stürmer keerde zich om; dikke tra
nen biggelden over zijn wangen. Tien
jaren in de gevangenis gezeten, en nu
toch nog zulk een Kerstfeest!
„Vrede op aarde!" weerklonk het in
Gratzer's ooren, en onwillekeurig
vouwde hij de handen, hetgeen hij se
dert zijn jongensjaren niet meer ge
daan had.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Het was voorjaar. De laatste stralen
der ondergaande zon spiegelden zich
in de ramen van het slot Waltersdorp.
Alles groeide en bloeide en in de na
tuur scheen alles te spreken van Gods
si el van B. en W. geen gevolg gegeven.
9. Enkele comptabiliteitsbesluiten
worden goedgekeurd..
10. Aangezien de burgemeester tot
1 Januari a.s. verlof heeft buiten de
gemeente te mogen wonen, moet de
Raad zich opnieuw uitspreken of daar
tegen geen bezwaren bestaan, welk
besluit aan Ged. Staten moet worden
meegedeeld.
Omreden, dat de toestand onveran-
dert is, heeft niemand daartegen be
zwaar.
11. Tot lid van het Burgerlijk Arm
bestuur en Wees- en Armhuis, wordt
benoemd de heer Jac. van Ommering
met algemeene stemmen.
12. Tot lid der Commissie van plaat
selijk toezicht op het Lager Onderwijs
wordt herbenoemd de heer G. Dorre-
paal Gz. met algemeene stemmen.
13. Tot leden van de Commissie tot
Wering van Schoolverzuim worden
herbenoemd met algemeene stemmen
de heeren A. Zuid wijk, Jac. van Om
mering, N. P. Slegtenhorst en A. Mieog
en den heer J. van den Berg met 6
stemmen en 1 op den heer J. Verbree.
14. Brief van Ged. Staten inzake de
wijziging der Algemeene Politieveror
dening ten behoeve van de Koudelcerk-
sche Brug, n.l. het stilhouden van de
schroef van booten en motoren bij het
passeeren van den nieuwbouw.
Ged. St. hebben 't bezwaar, dat het
riet noodig is, en er reeds hunnerzijds
te dien opzichte bepalingen zijn.
B. en W. stellen voor die wijziging
der verordening in to trekken.
Aldus wordt besloten.
Bij de gebruikelijke rondvraag, zei
de heer T. van der Lee gaarne te zien
dat bij gladheid zand gestrooid werd.
De voorzitter kan dat niet beloven
zulks over den geheelen weg te doen
uitvoeren, maar zal beproeven iets in
dien geest te doen.
De gladheid kwam ook oogenblikke-
lijk op.
De heer Lieverse moet erkennen
destijds bij de bestrating van den weg
misgekeken te hebben, als zou zulks
niet in 't belang der gemeente zijn, in
tegendeel de beide onbestrate ge
deelten zijn ook bij geregelde begrin-
ding zoo slecht, dat hij B. en W. in
overweging geeft pogingen aan te wen
den, ook daar verbetering aan te bren
gen.
De voorzitter dankt den heer Liever
se voor deze openhartige verklaring
en deelt mede, dat de zaak reeds de
aandacht van B. en W. heeft.
Tenslotte herinnert de voorzitter
den Raad dat vóór 20 jaren een zeker
jongmensch vanuit de Veluwe naar
Koudekerk overkwam, daar zijn
meisje achterliet en hier de betrekking
ven gemeente-secretaris aanvaardde,
n.l. de heer Rollema. Hij feliciteert
laatstgenoemde recht hartelijk met
zijn 20-jarig verblijf in de gemeente,
getuigd van zijn veelvuldigen arbeid,
welke op steeds vriendelijke en cons-
centieuse wijze wordt behartigt, dankt
hem ook voor zijn vriendelijke en
aangename omgang tegenover zijn
persoon, en spreekt den wensch uit.
dat God hem nog lang in 't belang van
Koudekerk zal sparen en hem bekwa
men tot zijn veelvuldig werk, en
bood hem een moderne vaas met bloe
men aan.
De heer Rollema dankt voor de
waardeerende woorden en voor de
tastbare verrassing. Het één, zoowel
als het ander overvalt hem.
Hierna memoreert de voorzitter nog
even de bijzonderheden welke hebben
plaats gehad in 1928, in 't bijzonder de
Koudekerksche Brug met alles wat
daar aan vast zat en eindigt met de
beste wenschen voor 1929, zoowel
voor de gemeente, als den Raad.
Hierna wordt de vergadering geslo
ten.
L1SSE.
Gemeenteraad.
Gistermiddag vergaderde de Raad
dezer gemeente.
Voorzitter de Burgemeester.
De Voorzitter opent de verga-
liefde en almacht.
In gedachten verzonken stond me
vrouw Elwitz voor de deur. Zij wacht
te op haar man, terwijl zij de heerlijke
voorjaarslucht inademde en de weg
zinkende zon nastaarde. Hooger,
steeds hooger stegen haar gedachten
op, hemelwaarts naar Hem, Die het
voorjaarskleed voor de aarde weeft,
Die het hart des menschen met hoop
vervult en hem de vervulling schenkt.
„Goeden avond, mevrouw", hoorde
zij plotseling iemand zeggen, zoodat zij
uit haar droomen ontwaakte. De be
zoeker stond met de hoed in de hand
en zag mevrouw Elwitz vol verwach
ting aan.
Eén oogenblik keek zij verrast en
vragend naar den vreemdeling, toen
gleed er een glimlach van vreugde
over haar gelaat; zij stak hem de hand
toe, en riep vroolijk: „Gratzer, zijt gij
het waarlijk?"
Deze kuste de hem aangeboden
hand. „De landlooper kreeg heimwee,
mevrouw", zei hij zachtjes.
Droefheid en vreugde vervulden het
hart van mevrouw Elwitz. De man,
die daar voor haar stond, was een an
der dan hij, die weggegaan was. Hoe
veel strijd zou er wel achter hem lig
gen?
„Wat zal mijn man blij zijn!" zeide
zij, „en", glimlachend, „wat zal de
oude Hendrik wel zeggen! Kom bin
nen, kom binnen, dat zal me een ver
rassing zijn!" Met deze woorden ging
zij hem voor naar de kamer van haar
man. „Ga zitten, mijn man zal wel da
delijk komen. O, wat zal hij verrast
zijn! Ik kom direct terug".
Zij liet Gratzer alleen. Toen hij om
zich heen keek, werden de oude her
inneringen hem bijna te veel. Het was
hem alsof hij in zijn eigenlijke vader
land teruggekeerd was, zoodat hij het
dering en Weth. Tromp leest het ge
bed.
De notulen van de vorige vergade
ring worden vastgesteld.
In behandeling komt de agenda:
1. Voorstel van B. en W. om Mej. E.
Eymael te benoemen tot onbezoldigd
assistente en vakonderwijzeres aan de
O. L. school.
Z. li. st. vastgesteld.
2. Verzoek van de voetbal vereeniging
„Excelsior" om voor haar een voetbal
terrein beschikbaar te stellen.
De Raad gaat in geheime zitting.
Na drie kwartier worden de deuren
heropend. De beslissing op het ver
zoek wordt uitgesteld.
3. Verzoek van de bewoners van de
Achterweg, Cathrijnelaan en Aker-
voorderlaan, om aansluiting bij de
waterleiding.
B. en W. stellen voor dit adres te
renvoyeeren naar de Waterleiding-
commissie.
De heer Verduyn zegt, dat het
Waterleidingbedrijf de kosten, die
aan deze aansluiting verbonden zijn,
niet dragen kan, zoolang ze niet wor
den gedekt door de opbrengst. Dit zou
wel gaan, wanneer de gemeente zich
garant zou stellen en daar is spreker
wel voor. Zoolang de prijs van het
water niet verlaagd wordt, kan de
waterleidingcommissie in deze geen
voqrstellen doen.
De heer Pijnacker is het met
den heer Verduyn eens. Misschien wil
len de belanghebbenden ook nog wel
bijdragen.
De heer Warmerdam wijst er
op, dat het uit een hygiënisch oog
punt hard noodig is, dat de uithoek,
waarvan sprake is, van water wordt
voorzien. Als overgegaan wordt tot
verplichte aansluiting, dan moeten
ook de uithoeken daartoe in de gele
genheid worden gesteld.
Na nog eenige bespreking wordt be
sloten de zaak aan te houden en na
der onder de oogen te zien.
4. Herhaald voorstel van B. en W.
tot doorloopende openstelling van het
telefoonkantoor.
Het praeadvies van B. en W. luidt
ongeveer als volgt:
Bij de behandeling van de gemeen-
tebegrooting voor het dienstjaar 1929
werd een voorstel aangenomen, om
maatregelen te nemen tot doorloopen
de openstelling van het telefoonkan
toor in deze gemeente met ingang van
1 Januari 1929.
De daaraan verbonden kosten voor
bediening buiten de gewone dienst
uren werd geraamd op 1404 per jaar,
waarvan 25 pet. ten laste van het Rijk
zou komen, zoodat 1053 ten laste der
gemeente bleef.
Nadien is ons gebleken, dat door het
Rijk geen 25 pet. in de kosten wordt
bijgedragen, omdat het kantoor te
Lisse geen 300 aansluitingen telt.
Spoedshalve hebben wij bij rond
schrijven uw meening gevraagd, of
wij na dezen tegenvaller moesten
doorgaan, ja dan neen. Hieruit is ons
gebleken, dat 7 leden van Uwen Raad
in de gegeven omstandigheden van de
doorloopende openstelling afzagen en
zes leden zich daarvoor bleven verkla
ren.
De afdeeling Lisse van de Algemee
ne vereeniging voor Bloembollencul
tuur heeft hierin aanleiding gevonden
een adres tot den raad te richten,
waarin er op aangedrongen wordt, dat
de doorloopende openstelling toch zaU
doorgaan, terwijl ze aanbiedt, wan
neer dit bedrag een bezwaar mocht
zijn, 25 pet. tot een bedrag van 350
van de kosten bij te dragen.
Dat een vereeniging als „Bloembol
lencultuur, welke „de bron" van be
staan dezer gemeente vertegenwoor
digt, zich voor deze aangelegenheid in
die mate interesseert, dat zij 25 pet.
der kosten aan de gemeente aanbiedt,
sterkt B. en W. in de meening, dat
door de doorloopende openstelling
van het telefoonkantoor een algemeen
belang gediend wordt.
Met vrijmoedigheid stellen B. en W.
oogenblik zegende waarop hij aan zijn
voortdurend verlangen had toegege
ven, en tot de reis besloten was. Zijn
goede vrienden in Dresden waren ver
trokken; Frank was naar Berlijn ge
gaan. Hij en zijn vrouw hadden ge
tracht Gratzer en Stürmer te bewegen
met hen naar de hoofdstad te verhui
zen en Lily had herhaaldelijk gezegd:
„Ga mee", doch de twee vrienden kon
den er niet toe besluiten. De herin
nering aan alles, wat zij daar doorge
maakt hadden, hield er hen van terug.
Bij Gratzer was het verlangen hoe
langer hoe grooter geworden, de oude
vrienden in Waltersdorp weer te zien,
bij wie hij zooveel had goed te maken.
„Ga toch, ga toch", ha l Stürmer ein
delijk aangedrongen, „maar blijf niet
te lang weg!"
„Kurt, daar is een heer, die je spre
ken wil", zeide mevrouw Elwitz, ter
wijl zij de deur opendeed.
Gratzer deed een paar stappen naar
voren en groette beleefd.
'Gratzer, Gratzer!" riep Elwitz en
drukte hem hartelijk de hand, „daar
hebben we den vluchteling weer
terug!"
Gratzer kon geen woord uitbrengen.
Men ontving den vagebond als een
broeder; zoo iets had hij niet mogelijk
geacht. Zwijgend hield hij de hand van
Elwitz vast, maar de trouwe vriend
las in zijn oogen. Niemand vroeg van
waar hij kwam of waarom hij zoo lang
weggebleven was.
„De vreugde is nog niet geëindigd",
zei mevrouw Elwitz, „daar komt Hen-
ei ik aan".
De oude knecht trad binnen, plaatste
de lamp op de tafel en, ziende dat er
bezoek was, wilde hij zich zoo gauw
mogelijk verwijderen.
„Hendrik", riep mev.ouw Elwitz,
„kom eens hier!"
den raad daarom nogmaals voor tot de
doorloopende openstelling van het
telefoonkantoor in de gemeente te
besluiten, thans geheel ten laste der
gemeente.
De heer C. Schrama acht het
geen gemeentebelang, veelmeer het
belang voor een enkele particulier en
daarom is spr. er niet voor, om een
dergelijke som geheel beschikbaar te
stellen. Spr. wil daarom de 25 pet, die
Bloembollencultuur wil bijdragen
aanvaarden en overigens het besluit,
zooals het vroeger is genomen, doen
uitvoeren.
De heer Noorland is het met
den heer Schrama eens.
De heer Warmerdam meent, dat
deze zaak een groot gemeentebelang is
en licht dat met verschillende voor
beelden toe. Bloembollencultuur is de
opkomst van Lisse en daa.rom moet
toch zeker wel een dergelijke zaak
door de gemeente behartigd worden.
De heer Pijnacker zegt, dat het
ook een particulier belang is en daar
om vindt spr. er niets tegen, dat door
Bloembollencultuur 25 pet bijgedra
gen wordt.
De heer Verduyn sluit zich hier
bij aan.
Het voorstel van B. en W. wordt
verworpen met de stemmen van de
heeren Langeveld, Sobels, Warmer
dam en Tromp voor.
5. Voorstel van B. en W. tot over
name van de Zwartelaan met kunst
werken van diversen aard.
Tegen den gezamenlijken prijs van
1, onder toegift van een gezamenlijk
bedrag van 2000 door de tegenwoor
dige eigenaars, welk bedrag bestemd
moet worden voor de verbreeding van
de brug en de verbetering van den
weg.
Z. h. st. aangenomen.
6. Voorstel van B. en W. tot verhuur
van een perceel grasland langs den
Smalleweg van 450 aan den heer C.
v. Leeuwen te Haarlemmermeer.
Z. h. st. aangenomen.
7. Voorstel van B. en W. tot gesloten
verklaring van enkele straten.
Besloten werd de navolgende stra
ten voor het berijden met alle rij- of
voertuigen, bedoeld in artikel 1. lo,
der Motor- en Rijwielwet, gesloten te
verklaren: ®n
a. de Stationsweg, vanaf het punt
waar deze samenkomt met de Veld
horststraat tot aan den Heereweg in
oostelijke richting;
b. Vreewijk, vanaf het punt. waar
deze samenkomt met de Wilhelmina-
straat tot aan den Heereweg in weste
lijke richting;
c. de Grachtweg. vanaf den Heere
weg (Vierkant) tot waar deze samen
komt in oostelijke richting.
Goedgekeurd.
8. Voorstel van B. en W. tot wijzi
ging van de Alg. Politieverordening
met betrekking tot stopplaatsen voor
autobussen.
De autobussen zullen mogen stop
pen hij Guldemond, bij het huis van
Pr. de Graaf en bij het eresticht „De
Pius". Het Vierkant blijft halte.
Voor het verdere gedeelte van het
dorp zijn de bussen vrij om te stoppen.
Aangenomen.
9. Vaststelling van een nieuw regle
ment voor de werklieden in dienst der
gemeente Lisse. Verschillende opmer
kingen werden over dit nieuwe regle
ment gemaakt echter allen over onder
geschikte punten. Tenslotte werd het
regelement, behoudens enkele kleine
wijzigingen, onveranderd aangenomen
Daarna werd nog besloten zoo spoe
dig mogelijk met de Onderlinge Le
vensverzekering „Eigen Hulp" te '3
Gravenhage een geldleening aan te
gaan tot een bedrag van ten hoogste
f 23.000, tegen den koers pari, renten
de 23A pet. per jaar, in verband met
ovenbouw aan de gasfabriek.
Enkele comptabiliteitsbesluiten wor
den vastgesteld.
Medegedeeld wordt, dat 't werk aan
de Smalleweg, de Narcissestraat en de
„Wat belieft u, mevrouw?"
„Hendrik, kijk dien heer eena aan!"
Nieuwsgierig zag de oude Gratzer
aan. Toen hield hij de hand voor de
oogen, alsof het licht hem hinderde.
„Onze opzichter! Wat heerlijk! Ik heb
t altijd wel gezegd, mevrouw: die
komt gauw terug; hij moet bij ons te
rugkomen".
Hartelijk schudde hij Gratzer de
hand.
,.Ja Hendrik", zeide deze ontorerd,
„je hadt gelijk. Ik moest eenmaal we
derkomen voordat ik rusten kan, en ik
hcop dat de rust voor mij komt
„Ik hoop, dat ge lang bij ons blijft",
viel hem mevrouw Elwitz in de rede,
„om u te laten verplegen".
Gratzer schudde het hoofd. „Ik kan
niet lang blijven, mevrouw. In Dresden
wacht iemand op me, die niemand an
ders heeft dan mij".
Daarop gingen zij naar de woonka
mer.
„Onze kleine Gretchen is een groot
meisje geworden", merkte mevrouw
Elwitz ©p. „Ge zult haar bijna niet her
kennen. Onze jongens gaan op 't gym
nasium, werken flink, en geven ons
veel reden tot blijdschap. Daar is Gret
chen", riep zij, terwijl zij het binnen
tredende meisje bij de hand nam, „wat
verandert een kind toch in ..kele ja
ren, niet waar? Waar is juffrouw He
lena, Gretchen?"
„Die komt er aan", zei Gretchen. Een
jonge dame in donkere kleeding voeg
de zich bij het gezelschap.
„Hier is een goede, oude vriend des
huizes, juffrouw", zeide Elwitz tot
haar, „mijnheer Gratzer", en zich tot
dtzen wendende, „dit is juffrouw
Kartmann, onze huisgenoote, de gou
vernante van Gretchen".
(Vervolg op pag. 3 bijblad).