PUROL Aan het einde der Week In deze laatste week van het jaar zijn we meer dan ooit geneigd eens achter ons te zien en de balans op te maken van het jaar dat weer met zoo groote haast zijn loop bijna heeft volbracht. En onwille keurig zien we dit alles dan ook in het licht van het pas gevierde Kerstfeest, en het is goed dat wij de dingen dezer aarde alzoo sub specie aeternitatis, in hooger licht, beschouwen. Scheen het voor enkele weken, dat we met de Kerstdagen weer in een oorlog zouden zitten, en wel in Zuid-Amerika, gelukkig is die vrees beschaamd, en heb ben Bolivia en Paraguay de bemiddeling der Pan-Amerikaansche conferentie, die te Washington vergaderde, aanvaard. Een bewijs te meer, dat de onderlinge samen werking der volken wel eens het middel in Gods hand kan zijn om een dreigenden oorlog te voorkomen en het „vrede op aarde", althans in stoffelijken zin, nader bij te brengen. Een ander verheugend feit is, dat de onderhandelingen inzake het vraagstuk van het herstel aanvankelijk tot een goed eind zijn gebracht. Poincaré en von Hoesch, de Duitsche gezant te Parijs, zijn het samen eens ge worden over alle kwesties die nog in ver band met de vorming en bijeenroeping van de commissie der financieele deskun digen geregeld moesten worden en, aan gezien ook de andre regeeringen aan deze overeenkomst hun goedkeuring gehecht hebben, is de zaak daarmee voorgoed be klonken. Alle beletselen voor een spoedig bijeen komen van de commissie der deskundi gen zijn aldus nog in het oude jaar weg geruimd en. zij zullen dus kort na Nieuw jaar hun werk kunnen beginnen. Natuurlijk moet het eigenlijke werk nu nog komen. De opdracht, welke aan de commissie van deskundigen wordt gegeven, luidt als volgt: De Duitsche, Belgische, Fransche, Brit- sche, Italiaansche en Japansche regeerin gen hebben ingevolge het besluit van Ge- nève van 16 September 1928, waarbij de benoeming van een commissie van onaf hankelijke financieele deskundigen werd overeengekomen, besloten, deze commis sie opdracht te geven tot het formuleeren van voorstellen van een algeheele en de finitieve regeling van 't herstelprobleem. Deze voorstellen moeten een regeling der verplichtingen omvatten, welke voort vloeiden uit de tusschen Duitschland en de crediteurstaten bestaande verdragen en afspraken. De commissie moet haar rapport uitbrengen aan de bij het besluit van Genève betrokken regeeringen, zoo mede aan de Commissie van Herstel. Het is niet te verwachten, dat de com missie met de u'tvoering dezer opdracht in een handomdraaien gereed zal zijn; doch een lichtstraal van beter inzicht is althans doorgebroken. Gaan we van politiek op economisch terrein over, dan moeten we helaas con- stateeren, dat de toestand daar nog veel donkerder is. Zoowel in ons land als in bijna alle andere landen der wereld heerscht groote werkloosheid onder de arbeiders, en de middenstanders onder vinden den terugslag daarvan in den ach teruitgang hunner zaken. Er zijn maar zeer weinig uitzonderingen op dezen re gel, en ook in die bedrijven, waar nog welvaart is, dreigen donkere wolken. Be halve bij het overheidspersoneel is er van stabiliteit geen sprake. Óveral heerscht onzekerheid en in vele gezinnen ziet het er met deze jaarwisse ling donker uit. „Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien? Verhef Gij over ons. het licht Uws aan- schijns, o Heere". RECLAME FEUILLETON. De vreemde landlooper 28) —o— Als Lily met een prentenboek bij hem kwam, het op zijn knieën legde en hem smeekend vroeg: „Lees me eens wat voor!" dan las hij langzaam en duidelijk wat zij hem gebracht had: gedichtjes en verhaaltjes, die op kin derlijke wijze van hoogere dingen spraken. En dan kwamen er herinne ringen bij hem op uit zijn prilste jeugd. Waar was die tijd gebleven? Voorbij, en er was niets van over; zelfs de her inneringen waren lang vergeten ge weest. Thans leek zijn kindsheid hem een verloren paradijs. Was hij sedert dien tijd gelukkig geweest? Had ooit een reine vreugde zijn hart vervuld? Verloren, alles verloren! Het Kerstfeest naderde en Lily dacht er veel over na en had veel te vragen. Ook Gratzer voelde plotseling dat Kerstmis op handen was en dat dit feest een beteekenis had. Hij kon zich niet herinneren, dat hij sedert zijn jeugd Kerstfeest gevierd had. Bij de familie Elwitz had hij dezelf de voorbereidingen gezien als hier, en men was met éénzelfden geest bezield, doch zijn hart was toen nog niet ont vankelijk. Nu was het anders. Niemand noemde hem meer een va gebond; Stürmer beminde hem en was zeer aan hem gehecht, omdat hij 'n te huis bij hem gevonden had. Nooit was Gratzer door zijn haat zoo bevredigd geworden als door deze enkele goede daad. En nu was het hem alsof hij reeds den geur van den sparreboom rook en alsof zijn kamer vol was van den glans der kaarsen. Nog éénmaal een Kerstfeest", dacht UIT DE OMGEVING. KOUDEKERK. Gemeenteraad. Vergadering van Donderdag 27 Dec., 's nam. 2M uur. Voorzitter de burgemeester. Tegen woordig alle leden. De voorzitter opent de vergadering met gebed, en spreekt enkele waar- deerende woorden gewijd aan de nage dachtenis van het overleden raadslid, den heer M. J. Oppelaar, hetwelk dooi de leden staande werd aangehoord, waarna den heer Van Egmond als oud ste lid met een enkel woord instemt. De vergadering wordt voor een oogenblik geschorst, waarin een door den voorzitter benoemde com missie, bestaande uit de heeren Van Egmond, De Jong en Lieverse, de ge loofsbrieven van de nieuw benoemde Raadsleden, de heeren J. van der Sterre en T. van der Lee naziet en bij monde van eerstgenoemde rapporteert tot toelating. De voorzitter heropent de vergade ring, waarna de secretaris de beide heeren binnenleid, welke in handen van den voorzitter de vereischte eeden afleggen. De voorzitter heet daarna de heeren welkom in den Raad en spreekt de wensch uit, dat beide heeren de belan gen der gemeente zullen voorstaan en op de meest aangename wijze, gelijk hun beide voorgangers, aangenaam en prettig mogen samenwerken op een wijze zooals dit steeds het geval is geweest. De heer Van der Sterre dankt den voorzitter, gelijk ook de heer Van der Lee. Hunnerzijds wordt gaarne beloofd zulks te doen naar hun beste weten. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. 5. Ingekomen stukken. Dankbetuiging van mevr. de Wed. Oppelaar voor de ondervonden belang stelling en deelneming, zoowel van de zijde van den Raad als van den voor zitter en voor de waardeerende woor den gesproken door de laatste bij de teraardebestelling. Vervolgens terugontvangen van Ged. Staten enkele goedgekeurde Raadsbe sluiten, en mededeeling wordt gedaan, dat een assistent is aangesteld voor de openbare school buiten bezwaar van de gemeente en dat die assistent is aangewezen tot tijdelijk Hoofd, terwijl van den Minister bericht is ingekomen, dat een benoeming mag plaats hebben buiten de wachtgelders. De benoeming van een nieuw Hoofd is vertraagd door ziekte van den In specteur. Door het Bestuur der Ned. Herv. Si hooi is bij Ged. Staten beroep in gesteld tegen de uitkeering over 1926. 6. Onderhandsche inschrijving heeft plaats gehad naar de tuingrond bij de A'.gemeene Begraafplaats. Verschil- lende inschrijvingen waren ingeko men, van iemand van Boskoop, Dissel, I.eks en van der Hout van Koudekerk. B. en W. stellen voor de grond onder ae bekende voorwaarden te verhuren san den heer W. Leks alhier voor f 100 per jaar, gedurende acht achtereen volgende jaren. Den heer Van Egmond spreekt zijn spijt uit, dat Van der Hout de tuin zal moeten missen en geeft enkele re denen op, waardoor de tuin zoozeer is vervuild. De voorzitter vindt het ook jammer daar het uiterste is beproefd, maar de man bleef onhandelbaar. Den heer Van den Berg bespreekt nog de vervuiling van de sloot en de graskant aan de zijde van den publie- ken weg. Het voorstel van B. en W. wordt daarna goedgekeurd. 7. De verordening aangaande de keuring van waren ondergaat een kleine redactioneele wijziging. 8. Een verzoek om adhaesie-bétui- ging adres-IJselmonde inzake art. 22a Gemeentewet, daaraan wordt op voor hij voortdurend; „misschien wel het laatste". Hij keek Stürmer aan. Hoe vreemd! Nu had de landlooper zelfs een mensch, wien het zou spijten als hij er niet meer was. Was het een toe val of eigen verdienste? Moest hij daarin niet Gods Hand zien, Die het niet laten kan, altijd weder de verlo rene op te zoeken „Morgen is 't Zon dag, niet waar?" zei hij op eens tot Stürmer. „Ja, ik ga naar de kerk; Löber preekt". „Ik ga morgen mee", zei Gratzer. Stürmer antwoordde niet; hij knik te slechts toestemmend, doch in zijn hart jubelde het. Den volgenden dag betrad Gratzer het Godshuis met een onbehaaglijk gevoel, alsof iedereen tot hem zeggen zou: „Wat doe jij hier?" Enkele dagen later stonden de bei de vrienden bij den Kerstboom in de kelder-verlichte kamer hunner buren. Frank las de Kerstgeschiedenis voor. De kleine Lily stond met gevouwen handjes naast haar vader; steeds grooter en grooter werden de kinder- oogen, alsof zij al de heerlijkheid van het feest niet konden vatten. „Vrede op aarde", zeide Frank. Stürmer keerde zich om; dikke tra nen biggelden over zijn wangen. Tien jaren in de gevangenis gezeten, en nu toch nog zulk een Kerstfeest! „Vrede op aarde!" weerklonk het in Gratzer's ooren, en onwillekeurig vouwde hij de handen, hetgeen hij se dert zijn jongensjaren niet meer ge daan had. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. Het was voorjaar. De laatste stralen der ondergaande zon spiegelden zich in de ramen van het slot Waltersdorp. Alles groeide en bloeide en in de na tuur scheen alles te spreken van Gods si el van B. en W. geen gevolg gegeven. 9. Enkele comptabiliteitsbesluiten worden goedgekeurd.. 10. Aangezien de burgemeester tot 1 Januari a.s. verlof heeft buiten de gemeente te mogen wonen, moet de Raad zich opnieuw uitspreken of daar tegen geen bezwaren bestaan, welk besluit aan Ged. Staten moet worden meegedeeld. Omreden, dat de toestand onveran- dert is, heeft niemand daartegen be zwaar. 11. Tot lid van het Burgerlijk Arm bestuur en Wees- en Armhuis, wordt benoemd de heer Jac. van Ommering met algemeene stemmen. 12. Tot lid der Commissie van plaat selijk toezicht op het Lager Onderwijs wordt herbenoemd de heer G. Dorre- paal Gz. met algemeene stemmen. 13. Tot leden van de Commissie tot Wering van Schoolverzuim worden herbenoemd met algemeene stemmen de heeren A. Zuid wijk, Jac. van Om mering, N. P. Slegtenhorst en A. Mieog en den heer J. van den Berg met 6 stemmen en 1 op den heer J. Verbree. 14. Brief van Ged. Staten inzake de wijziging der Algemeene Politieveror dening ten behoeve van de Koudelcerk- sche Brug, n.l. het stilhouden van de schroef van booten en motoren bij het passeeren van den nieuwbouw. Ged. St. hebben 't bezwaar, dat het riet noodig is, en er reeds hunnerzijds te dien opzichte bepalingen zijn. B. en W. stellen voor die wijziging der verordening in to trekken. Aldus wordt besloten. Bij de gebruikelijke rondvraag, zei de heer T. van der Lee gaarne te zien dat bij gladheid zand gestrooid werd. De voorzitter kan dat niet beloven zulks over den geheelen weg te doen uitvoeren, maar zal beproeven iets in dien geest te doen. De gladheid kwam ook oogenblikke- lijk op. De heer Lieverse moet erkennen destijds bij de bestrating van den weg misgekeken te hebben, als zou zulks niet in 't belang der gemeente zijn, in tegendeel de beide onbestrate ge deelten zijn ook bij geregelde begrin- ding zoo slecht, dat hij B. en W. in overweging geeft pogingen aan te wen den, ook daar verbetering aan te bren gen. De voorzitter dankt den heer Liever se voor deze openhartige verklaring en deelt mede, dat de zaak reeds de aandacht van B. en W. heeft. Tenslotte herinnert de voorzitter den Raad dat vóór 20 jaren een zeker jongmensch vanuit de Veluwe naar Koudekerk overkwam, daar zijn meisje achterliet en hier de betrekking ven gemeente-secretaris aanvaardde, n.l. de heer Rollema. Hij feliciteert laatstgenoemde recht hartelijk met zijn 20-jarig verblijf in de gemeente, getuigd van zijn veelvuldigen arbeid, welke op steeds vriendelijke en cons- centieuse wijze wordt behartigt, dankt hem ook voor zijn vriendelijke en aangename omgang tegenover zijn persoon, en spreekt den wensch uit. dat God hem nog lang in 't belang van Koudekerk zal sparen en hem bekwa men tot zijn veelvuldig werk, en bood hem een moderne vaas met bloe men aan. De heer Rollema dankt voor de waardeerende woorden en voor de tastbare verrassing. Het één, zoowel als het ander overvalt hem. Hierna memoreert de voorzitter nog even de bijzonderheden welke hebben plaats gehad in 1928, in 't bijzonder de Koudekerksche Brug met alles wat daar aan vast zat en eindigt met de beste wenschen voor 1929, zoowel voor de gemeente, als den Raad. Hierna wordt de vergadering geslo ten. L1SSE. Gemeenteraad. Gistermiddag vergaderde de Raad dezer gemeente. Voorzitter de Burgemeester. De Voorzitter opent de verga- liefde en almacht. In gedachten verzonken stond me vrouw Elwitz voor de deur. Zij wacht te op haar man, terwijl zij de heerlijke voorjaarslucht inademde en de weg zinkende zon nastaarde. Hooger, steeds hooger stegen haar gedachten op, hemelwaarts naar Hem, Die het voorjaarskleed voor de aarde weeft, Die het hart des menschen met hoop vervult en hem de vervulling schenkt. „Goeden avond, mevrouw", hoorde zij plotseling iemand zeggen, zoodat zij uit haar droomen ontwaakte. De be zoeker stond met de hoed in de hand en zag mevrouw Elwitz vol verwach ting aan. Eén oogenblik keek zij verrast en vragend naar den vreemdeling, toen gleed er een glimlach van vreugde over haar gelaat; zij stak hem de hand toe, en riep vroolijk: „Gratzer, zijt gij het waarlijk?" Deze kuste de hem aangeboden hand. „De landlooper kreeg heimwee, mevrouw", zei hij zachtjes. Droefheid en vreugde vervulden het hart van mevrouw Elwitz. De man, die daar voor haar stond, was een an der dan hij, die weggegaan was. Hoe veel strijd zou er wel achter hem lig gen? „Wat zal mijn man blij zijn!" zeide zij, „en", glimlachend, „wat zal de oude Hendrik wel zeggen! Kom bin nen, kom binnen, dat zal me een ver rassing zijn!" Met deze woorden ging zij hem voor naar de kamer van haar man. „Ga zitten, mijn man zal wel da delijk komen. O, wat zal hij verrast zijn! Ik kom direct terug". Zij liet Gratzer alleen. Toen hij om zich heen keek, werden de oude her inneringen hem bijna te veel. Het was hem alsof hij in zijn eigenlijke vader land teruggekeerd was, zoodat hij het dering en Weth. Tromp leest het ge bed. De notulen van de vorige vergade ring worden vastgesteld. In behandeling komt de agenda: 1. Voorstel van B. en W. om Mej. E. Eymael te benoemen tot onbezoldigd assistente en vakonderwijzeres aan de O. L. school. Z. li. st. vastgesteld. 2. Verzoek van de voetbal vereeniging „Excelsior" om voor haar een voetbal terrein beschikbaar te stellen. De Raad gaat in geheime zitting. Na drie kwartier worden de deuren heropend. De beslissing op het ver zoek wordt uitgesteld. 3. Verzoek van de bewoners van de Achterweg, Cathrijnelaan en Aker- voorderlaan, om aansluiting bij de waterleiding. B. en W. stellen voor dit adres te renvoyeeren naar de Waterleiding- commissie. De heer Verduyn zegt, dat het Waterleidingbedrijf de kosten, die aan deze aansluiting verbonden zijn, niet dragen kan, zoolang ze niet wor den gedekt door de opbrengst. Dit zou wel gaan, wanneer de gemeente zich garant zou stellen en daar is spreker wel voor. Zoolang de prijs van het water niet verlaagd wordt, kan de waterleidingcommissie in deze geen voqrstellen doen. De heer Pijnacker is het met den heer Verduyn eens. Misschien wil len de belanghebbenden ook nog wel bijdragen. De heer Warmerdam wijst er op, dat het uit een hygiënisch oog punt hard noodig is, dat de uithoek, waarvan sprake is, van water wordt voorzien. Als overgegaan wordt tot verplichte aansluiting, dan moeten ook de uithoeken daartoe in de gele genheid worden gesteld. Na nog eenige bespreking wordt be sloten de zaak aan te houden en na der onder de oogen te zien. 4. Herhaald voorstel van B. en W. tot doorloopende openstelling van het telefoonkantoor. Het praeadvies van B. en W. luidt ongeveer als volgt: Bij de behandeling van de gemeen- tebegrooting voor het dienstjaar 1929 werd een voorstel aangenomen, om maatregelen te nemen tot doorloopen de openstelling van het telefoonkan toor in deze gemeente met ingang van 1 Januari 1929. De daaraan verbonden kosten voor bediening buiten de gewone dienst uren werd geraamd op 1404 per jaar, waarvan 25 pet. ten laste van het Rijk zou komen, zoodat 1053 ten laste der gemeente bleef. Nadien is ons gebleken, dat door het Rijk geen 25 pet. in de kosten wordt bijgedragen, omdat het kantoor te Lisse geen 300 aansluitingen telt. Spoedshalve hebben wij bij rond schrijven uw meening gevraagd, of wij na dezen tegenvaller moesten doorgaan, ja dan neen. Hieruit is ons gebleken, dat 7 leden van Uwen Raad in de gegeven omstandigheden van de doorloopende openstelling afzagen en zes leden zich daarvoor bleven verkla ren. De afdeeling Lisse van de Algemee ne vereeniging voor Bloembollencul tuur heeft hierin aanleiding gevonden een adres tot den raad te richten, waarin er op aangedrongen wordt, dat de doorloopende openstelling toch zaU doorgaan, terwijl ze aanbiedt, wan neer dit bedrag een bezwaar mocht zijn, 25 pet. tot een bedrag van 350 van de kosten bij te dragen. Dat een vereeniging als „Bloembol lencultuur, welke „de bron" van be staan dezer gemeente vertegenwoor digt, zich voor deze aangelegenheid in die mate interesseert, dat zij 25 pet. der kosten aan de gemeente aanbiedt, sterkt B. en W. in de meening, dat door de doorloopende openstelling van het telefoonkantoor een algemeen belang gediend wordt. Met vrijmoedigheid stellen B. en W. oogenblik zegende waarop hij aan zijn voortdurend verlangen had toegege ven, en tot de reis besloten was. Zijn goede vrienden in Dresden waren ver trokken; Frank was naar Berlijn ge gaan. Hij en zijn vrouw hadden ge tracht Gratzer en Stürmer te bewegen met hen naar de hoofdstad te verhui zen en Lily had herhaaldelijk gezegd: „Ga mee", doch de twee vrienden kon den er niet toe besluiten. De herin nering aan alles, wat zij daar doorge maakt hadden, hield er hen van terug. Bij Gratzer was het verlangen hoe langer hoe grooter geworden, de oude vrienden in Waltersdorp weer te zien, bij wie hij zooveel had goed te maken. „Ga toch, ga toch", ha l Stürmer ein delijk aangedrongen, „maar blijf niet te lang weg!" „Kurt, daar is een heer, die je spre ken wil", zeide mevrouw Elwitz, ter wijl zij de deur opendeed. Gratzer deed een paar stappen naar voren en groette beleefd. 'Gratzer, Gratzer!" riep Elwitz en drukte hem hartelijk de hand, „daar hebben we den vluchteling weer terug!" Gratzer kon geen woord uitbrengen. Men ontving den vagebond als een broeder; zoo iets had hij niet mogelijk geacht. Zwijgend hield hij de hand van Elwitz vast, maar de trouwe vriend las in zijn oogen. Niemand vroeg van waar hij kwam of waarom hij zoo lang weggebleven was. „De vreugde is nog niet geëindigd", zei mevrouw Elwitz, „daar komt Hen- ei ik aan". De oude knecht trad binnen, plaatste de lamp op de tafel en, ziende dat er bezoek was, wilde hij zich zoo gauw mogelijk verwijderen. „Hendrik", riep mev.ouw Elwitz, „kom eens hier!" den raad daarom nogmaals voor tot de doorloopende openstelling van het telefoonkantoor in de gemeente te besluiten, thans geheel ten laste der gemeente. De heer C. Schrama acht het geen gemeentebelang, veelmeer het belang voor een enkele particulier en daarom is spr. er niet voor, om een dergelijke som geheel beschikbaar te stellen. Spr. wil daarom de 25 pet, die Bloembollencultuur wil bijdragen aanvaarden en overigens het besluit, zooals het vroeger is genomen, doen uitvoeren. De heer Noorland is het met den heer Schrama eens. De heer Warmerdam meent, dat deze zaak een groot gemeentebelang is en licht dat met verschillende voor beelden toe. Bloembollencultuur is de opkomst van Lisse en daa.rom moet toch zeker wel een dergelijke zaak door de gemeente behartigd worden. De heer Pijnacker zegt, dat het ook een particulier belang is en daar om vindt spr. er niets tegen, dat door Bloembollencultuur 25 pet bijgedra gen wordt. De heer Verduyn sluit zich hier bij aan. Het voorstel van B. en W. wordt verworpen met de stemmen van de heeren Langeveld, Sobels, Warmer dam en Tromp voor. 5. Voorstel van B. en W. tot over name van de Zwartelaan met kunst werken van diversen aard. Tegen den gezamenlijken prijs van 1, onder toegift van een gezamenlijk bedrag van 2000 door de tegenwoor dige eigenaars, welk bedrag bestemd moet worden voor de verbreeding van de brug en de verbetering van den weg. Z. h. st. aangenomen. 6. Voorstel van B. en W. tot verhuur van een perceel grasland langs den Smalleweg van 450 aan den heer C. v. Leeuwen te Haarlemmermeer. Z. h. st. aangenomen. 7. Voorstel van B. en W. tot gesloten verklaring van enkele straten. Besloten werd de navolgende stra ten voor het berijden met alle rij- of voertuigen, bedoeld in artikel 1. lo, der Motor- en Rijwielwet, gesloten te verklaren: ®n a. de Stationsweg, vanaf het punt waar deze samenkomt met de Veld horststraat tot aan den Heereweg in oostelijke richting; b. Vreewijk, vanaf het punt. waar deze samenkomt met de Wilhelmina- straat tot aan den Heereweg in weste lijke richting; c. de Grachtweg. vanaf den Heere weg (Vierkant) tot waar deze samen komt in oostelijke richting. Goedgekeurd. 8. Voorstel van B. en W. tot wijzi ging van de Alg. Politieverordening met betrekking tot stopplaatsen voor autobussen. De autobussen zullen mogen stop pen hij Guldemond, bij het huis van Pr. de Graaf en bij het eresticht „De Pius". Het Vierkant blijft halte. Voor het verdere gedeelte van het dorp zijn de bussen vrij om te stoppen. Aangenomen. 9. Vaststelling van een nieuw regle ment voor de werklieden in dienst der gemeente Lisse. Verschillende opmer kingen werden over dit nieuwe regle ment gemaakt echter allen over onder geschikte punten. Tenslotte werd het regelement, behoudens enkele kleine wijzigingen, onveranderd aangenomen Daarna werd nog besloten zoo spoe dig mogelijk met de Onderlinge Le vensverzekering „Eigen Hulp" te '3 Gravenhage een geldleening aan te gaan tot een bedrag van ten hoogste f 23.000, tegen den koers pari, renten de 23A pet. per jaar, in verband met ovenbouw aan de gasfabriek. Enkele comptabiliteitsbesluiten wor den vastgesteld. Medegedeeld wordt, dat 't werk aan de Smalleweg, de Narcissestraat en de „Wat belieft u, mevrouw?" „Hendrik, kijk dien heer eena aan!" Nieuwsgierig zag de oude Gratzer aan. Toen hield hij de hand voor de oogen, alsof het licht hem hinderde. „Onze opzichter! Wat heerlijk! Ik heb t altijd wel gezegd, mevrouw: die komt gauw terug; hij moet bij ons te rugkomen". Hartelijk schudde hij Gratzer de hand. ,.Ja Hendrik", zeide deze ontorerd, „je hadt gelijk. Ik moest eenmaal we derkomen voordat ik rusten kan, en ik hcop dat de rust voor mij komt „Ik hoop, dat ge lang bij ons blijft", viel hem mevrouw Elwitz in de rede, „om u te laten verplegen". Gratzer schudde het hoofd. „Ik kan niet lang blijven, mevrouw. In Dresden wacht iemand op me, die niemand an ders heeft dan mij". Daarop gingen zij naar de woonka mer. „Onze kleine Gretchen is een groot meisje geworden", merkte mevrouw Elwitz ©p. „Ge zult haar bijna niet her kennen. Onze jongens gaan op 't gym nasium, werken flink, en geven ons veel reden tot blijdschap. Daar is Gret chen", riep zij, terwijl zij het binnen tredende meisje bij de hand nam, „wat verandert een kind toch in ..kele ja ren, niet waar? Waar is juffrouw He lena, Gretchen?" „Die komt er aan", zei Gretchen. Een jonge dame in donkere kleeding voeg de zich bij het gezelschap. „Hier is een goede, oude vriend des huizes, juffrouw", zeide Elwitz tot haar, „mijnheer Gratzer", en zich tot dtzen wendende, „dit is juffrouw Kartmann, onze huisgenoote, de gou vernante van Gretchen". (Vervolg op pag. 3 bijblad).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6