NIEUWE UEIDSCHE COURANT
VRIJDAG 21 DEC. 1928
TWEEDE BLAD.
STADSNIEUWS.
OPENBARE LEESZAAL EN
BIBLIOTHEEK „REUVENS".
Sinds de vorige opgave lieeft de bi-
bliotheek de volgende nieuwe aanwinsten
te boeken:
Parlement en Kiezer, 1928/ '29.
Kempenaer, A. de. Vermomde
Nederlandscbe en Vlaamsche schrijvers.
0 r 11, F. Het spiritisme.
Obbink, H. Th. A. M. Brou
wer. Inleiding tot den Bijbel.
Haitjema, Th. L. Hoogkerkelijk
protestantisme.
Jones, E. Stanley. Christus
langs den indischen lieirweg.
Idem. Christus en de tafelronde.
S t r a a t s m a, A. K. Licht en kruis.
Mo rus, J. Hoe zij groot en rijk
werden.
N a b e r, Johanna W. A. Wegbe-
reidsters.
Z w e i g, S. Sternstunden der Mensch-
heit.
Roulhac Hamilton, J. G. de.
Henry Ford; zijn leven en werken.
N i e 1 s e n, A. K. Leven en avonturen
van een oostinjevaarder op Bali.
H o o g e w e r f, G. J. Felix Roma.
Lukomsky, G. Sint Petersburg.
Russiand, Das heutige.
Wyrubowa, Anna. Glorie en
ondergang der Romanows.
Balen, W. J. van. Van de Oost
zee tot Stamboel.
Hielscher, K. ItalienBaukunst
und Landschaft.
M a i e r, G. Sociale Bewegungen und
Theorien.
S t e e n h u i s, M. J. A. De beteeke-
nis voor Indië van bedrijfsconcentratie.
Jong, W. J. Zur Geologie der Ber-
gamasker Alpen, nordlieh der Val Sta-
bina.
Kruif, P. de. Bacteriënjagers.
M e n s c h, De wordende.
C o r v e r, J. Het draadloos amateur-
station voor ontvangst van telegrafie en
telefonie. 2 dln.
M i n d e r h o u d, A. Bijenteelt.
Scheurleer, G. J. Wenken en
regels voor en van lawn-tennis.
U n g e r, H. Musikgesehichte in
Selbst zeugnissen.
Ricci, C. Geschichte der Kunst in
Nord-Italien.
F r i e d h o f f, G. W. M. Dudok.
Mi edema, R. Albrecht Dürer en
de reformatie.
K r e v e 1 d, D. van A. v a n K r e-
v e 1 d Jr. Projeeteerkunst.
G i n n e k e n, J. v a n. Handboek der
Ned. taal, 2e dl.
Raaf, K. H. de J. J. Griss.
Zeven eeuwen; IV.
Tazelaar, C. Moderne romankunst.
Ridder, Tony de. Witte wegen.
Winterboek van de Wereldbibliotheek
1928/'29.
D e 1 e d d a, Grazia. Berusting.
Idem. Marianna Sirca.
E v a r t s, H. G. Breed, de gele wolf.
G e z e 11 e, C. Uit het leven der
dieren.
Gros, E. Smeulend vuur.
Hamsun, K. Benoni.
1 d e m. Rosa.
Jong, A. M. de. De rijkaard.
Koning, J. Het verloren land.
Lagerlöf, Selma. Anna Svard.
Lidth de Jeude, Carla van.
Dochters.
M e y e r e, V. de. Nonkel Daan.
Pauw els, F. Ambtsgeheim.
Wasser man n, J. Het oproer om
jonker Ernst.
Weiland, H. De familie van
Dongen.
Z o o m e r sV ermeer, J. P. Het
boek van Flip en Jantje.
Deroulède, P. Poésies militaires.
Balzac, H. de. Scènes de la vie
privée.
Sand, George. La ville noire.
Idem. Le secrétaire intime.
D o w d e n, E. Studies in literature,
1789—1877.
Burn s, R. Poems and songs.
Burnett, F. H. Our neighbour op
posite.
Crawford, F. M. Catherine Lau
derdale.
Idem. A rose of yesterday.
Dreiser, Th. An american tra
gedy.
Idem. Sister Carrie.
Gissing, G. The private papers of
Henry Ryecroft.
Mason, Caroline A. The Tru
ants.
O r c z y, Bar.ess. Petticoot govern
ment.
R i 1 k e, R. M. Erzahlungen und Skiz-
zen aus der Frühzeit.
U h 1 a n d, L. Gedichte.
Baum, Vicky. Der Weg.
B r o d, M. Franzi.
Idem. Jüdinnen.
Frank, B. Politische Novellen.
Huch, Rica r da. Der letzte Sóm-
mer.
Landsberger, A. Bankhaus Rei-
ehenbaeh.
Queiros, Ega de. Die Reliquie.
Schnitzler, A. Der Weg ins
Freie.
Sienkiewicz, H. Quo vadis.
Zweig, A. Pont und Anna.
Zweig, St. Die Augen des ewigen
Bruders.
Idem. Brennendes Geheimnis.
Almanak van het Leidsche Studenten
corps, 1929.
Schweitzer, A. Cultuurphiloso-
phie, Dl. I, Verval en wederopbouw.
Labberton, M. Zondag.
Domela, H. Van paria tot prins
van Pruisen.
Fülöp Miller, R. Lenin en
Gandhi.
Spengler, O. Der Untergang des
Abendlandes.
Dongen, Sjef van. Vjjf jaar in
ijs en sneeuw.
Wageningen als woon- en studiestad.
Nansen, Fridtjöf. Door Ar
menië.
Brownell, ClarenceLudlow.
Japansche karaktertrekken.
Valkema Blouw, H. C. De behan
deling van de jeugdige misdadigers in
Engeland.
Lombroso, Paola. De vrouw.
Long, W. J. Een broertje van de
beer.
Idem. Heel het bosch speelt mee.
Idem. Langs dierenpaden in het
hooge Noorden.
Moormans, H. H. Pera. Ons
theeuurtje.
Wessem, C. van. Moderne fran-
sche musici.
Luns, Huib. Tien wandelingen xfi
Florence.
Proost, K. F. Heroën der letteren.
T i e 1 r o o y, Joh. Fransche litera
tuur van onze dagen.
V o s s Jr., H. Goehe und Schiller in
Briefen.
B o u t e n s, P. C. Alianora.
Tinbergen, D. C. en H. Mid
dendorp. Dichters na '80.
F o 1 m e r, T i d d o. Schrift en kunst
in hun gemeenschappelijken oorsprong
en eerste ontwikkeling.
W e i s e, Q. Schrift und Buehwesen
in alter und neuer Zeit.
Boudier Bakker, Ina. Twee
voeten.
Emants, M. Liefdeleven.
Hogenbirk Jzn., D. Dienstbaren
en vrijen.
Kerstboek, Vjjfde.
Kreutzer, L. Licht en kracht.
N a e f f, Top. Klein avontuur.
Lansberg, Ph. Die zyn geluk
handhaaft
M a r x v e 1 d t, Cissy van. De
Arcadia.
Z e e u w, J.Gzn., P. d e. Ebbend getij.
Grieg, Nordahl. Maar het schip
gaat verder.
Scharten - An tink, C. en M.
Florence; de drie blinden. (De nar uit
dc Maremmen, dl. II).
Se r v a e s, A u k e. Marianneke.
F a m k e. Zaansch binnenhuisje.
Unamuno, Miguel de. De man
in de mist.
P a 1 u d a n, J. De velden rypen.
Anna Maria de Saudra, door L. E.
Mesdames, door L. E.
Jaeger, F. M. De zoekers.
R ey m o n t, W. St. De rebellie.
Cloix, Ch. La botte d'asperges.
Hope, Anthony. The indiscre
tion of the duchess.
Haggard, H. Rider. Heart of
the world.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Lochem: J. van
Woerden, te Marken.
Aangenomen, naar Pesse (Dr.):
I.. Seinhorst, hulpprediker, te Uithui
zen (Gr.).
Bedankt, voor Someren (N.-B.)
(teez.): L. Seinhorst, hulpprediker te
Uithuizen (Gr.) Voor St. Annaland:
G. C. Severijn, te Waarder.
GEREF. KERKEN.
Tweetal, te Kampen (vac. J. J.
Westerbeek van Eerten): Th. Delle-
man, te Giessen, Oud- en Nieuwkerk;
en W. E. Gerritsma, te Oudega (Smal).
Beroepen, te Kamerik: C. de
Kruijt, cand. te IJsselsteijn. Te Mar
ken: P. G. Jongbloed, cand. te Amster
dam.
CHR. GEREF. KLRK.
Beroepen, te 's-Gravenzande: P.
de Groot, te Rotterdam.
GEREF. GEMEENTE.
Tweetal, te Gees: M. Hofman, te
Ivrabbendijke; en A. Verhagen, te Mid
delburg.
DOOPSGEZ. GLM.
Beroepen, te Giethoorn: M. J.
Kosters Gzn., te St. Anna Parochie.
GIFTEN EN LEGATEN.
Wijlen mej. G. J. Kooyker heeft aan
de Geref. Kerk te Zwolle f 2000- gele
gateerd vrij van successierechten, te
verdeelen tusschen Diaconie en Kerk.
In de Ned. Herv. Gem. te Hilver
sum werd Zondagmorgen een gift van
f 2000 gecollecteerd, ten behoeve van
een extra-uitkeering onder de armen.
VEREENIGING VAN CHRISTEN-
ISRAëLIETEN.
Morgenavond zal de nieuwgestichte
Vereen, van Christen-Israëlieten een
openbare vergadering houden, waartoe
oprecht belangstellenden ook uit de
Christenen worden uitgenoodigd. Ze
heeft plaats te 6 uur des avonds, in het
gebouw „Salvatori", Binnen-Amstel
58, te Amsterdam.
Een tevoren opgestelde Kerstbood
schap zal worden voorgelezen, die door
enkele sprekers zal worden toegelicht.
Het Comité van voorbereiding be
staat uit de heeren: W. ten Boom; J.
van Gelderen; K. H. Kammeyer; J. van
Nes; Th. Trostianetzky en J. H. Zal-
mann.
DE GEREF. KERK VAN MARKEN.
De heer P. C. Jongbloed, die het be
roep naar de Gtref. Kerk van Marken
heeft aanvaard, zal om verschillende
redenen eerst over een half jaar zijn
dienstwerk kunnen aanvaarden. Voor-
loopig zal hij dan nog gaarne de Geref.
Kerken blijven dienen. Zijn adres is:
Yrolikstraat 501, Amsterdam-Oost.
KERKINSTITUEERING.
Te Batavia (Java) draagt aldus
bet „Ind. Kerkblad", de Maleische
Gemeente een merkwaardig karakter.
De leden van de Gemeente zijn uit ver
schillende bevolkingsgroepen o.a. Ja-
Vanen, Soendaneezen, Amboneezen,
Menadoneezen, Chineezen en Indo-
Europeanen en een van de twee voor
gangers is een Batakker. Hier vindt
men dus nog een andere moeilijkheid
dan op andere arbeidsvelden.
Deze Gemeente heeft ruim 50 jaar
bestaan is dus een van de oudste Zen
dingskerken van de Geref. Zending in
Indië. Het aatal leden is ongeveer 200
zielen groot.
Deze Kerk is tot heden toe nog niet
geïnstitueerd, in dien langen tijd is zij
min of meer behandeld, als Inland-
s(he afdeeling van de Hollandsche
Kerk of als haar dochter. Nu ziet men
in, dat die toestand zoo niet langer
kan blijven. De bezwaren tegen de in-
stitueering, die men steeds maakt,
worden thans ter zijde gesteld.
Met algemeene stemmen is besloten
de Maleische Gemeente zoo spoedig
mogelijk te institueeren.
Hier is wel van een gelukkige ver
andering sprake. Toen voor jaren ge
leden reeds op institueering werd aan
gestuurd door den Kerkeraad van Ba
tavia kwam uit het Maleisch sprekend
deel van de gemeente het grootste ver
zet. Nu is de behoefte aan eigen zelf
standig leven gelukkig ontwaakt.
BEROEPBAAR.
De heer J. Oussoren, Utrechtsche
Straatweg 52, Woerden, die door de
classis Woerden der Geref. Kerken, na
praep. examen, met algemeene stem
lij enheroepbaar is verklaard, wenscht,
na midden Januari a.s., gaarne een
eventueel beroep uit de Geref. Kerken
in overweging te nemen.
Ds. H. STRATING.
Naar aanleiding van het bericht,
ook in ons blad overgenomen, omtrent
ds. Ijl. Strating, Geref. predikant te
Wateringen, verboekt deze aan de
Stand, mee te deelen, dat het ontslag
alleen betrekking heeft op zijn dienst
te Wateringen. Bij classicaal besluit
i.* hij en blijft liij Dienaar des Woords
bii de Gerei. Kerken in Nederland en
wel in volle rechten. Gaarne is hij be
reid de Kerken des Zondags te dienen.
Ds. R. DIJKSTRA.
Naar de Stand, verneemt is ds. R.
Dijkstra, Ned. Herv. predikant te Am
sterdam, genoodzaakt eenigen tijd ab
solute rust te nemen. Een verwaar
loosde griep is oorzaak van een de
pressie. Reden tot ongerustheid be
staat niet, doch de geneesheer achtte
rust noodzakelijk. Het voornemen be
staat om buiten herstel van krachten
to zoeken.
DE NED. HERV. GEMEENTE TE
's-GRAVENHAGE.
Het classicaal bestuur van 's-Gra-
venhage, dat eerst in Januari te dezer
zake zou vergaderen, heeft echter
reeds Woensdag in de Kloosterkerk ih
Den Haag in een buitengewone verga
dering de bezwaren behandeld, inge
diend tegen de lijst van stemgerechtig
den der Haagsche gemeente. De be
zwaren waren:
le. dat bij de voorloopige opmaking
van deze lijst niet is gehandeld over
eenkomstig het bepaalde in art. 3 al. 1
reglement op de benoemingen enz.,
waarin staat voorgeschreven, dat de
lijst van stemgerechtigden al de na
men der lidmaten bevatten moet, die
volgens art. 2 van dat reglement stem
gerechtigd zijn;
2e. dat ruim 200 ter plaatsing aan
geboden namen van deze lijst zijn ge
weerd om andere redenen, dan dat zij
blijkens aanteekeningen in het lidma
tenboek inmiddels hun stemgerech
tigdheid verloren hebben;
3e. dat in de strijd met het voor
schrift, vervat in art. 3 al. 5 reglement
op de benoemingen enz. bij de tweede
ter visielegging behalve een lijst van
de aangebrachte veranderingen niet
ook een lijst van de voorgestelde ver
anderingen, welke niet zijn aange
bracht, is ter visie gelegd. Het clas
sicaal bestuur heeft beslissing geno
men, wat het eerste en derde bezwaar
betreft, dat de bezwaarde niet „ont
vankelijk" is, omdat volgens art. 3 al.
5 reglement op de benoemingen enz.
het classicaal bestuur alleen recht van
eindbeslissing heeft in bezwaren tegen
zoowel het aanbrengen als het niet
aanbrengen van de voorgestelde ver
anderingen bij de tweede ter visie leg
ging der kiezerslijst.
Het classicaal bestuur zal echter
overeenkomstig art. 30 reglement voor
kerkelijk opzicht en tucht daarom
trent den kerkeraad van 's-Graven-
hage inlichtingen vragen.
Het tweede bezwaar lieeft het clas
sicaal bestuur ongegrond verklaard,
omdat bezwaarde in gebreke is geble
ven duidelijk aan te toonen, dat de
door biem aangeboden namen inder
daad op de lijst van stemgerechtigden
geplaatst behoorden te worden.
Gemeenteraad Leiden.
Spr. geeft nog enkele cijfers over
den aanwezigen voorraad woningen
alsmede welke tekorten nog bestaan.
Wel blijkt, dat vooral van woningen
niet een lage huur nog een tekort be
staat. Vrij zeker zal binnenkort een
voorschot voor 120 woningen worden
verleend. Dan zal er geen tekort meer
bestaan. Mocht er voor woningen met
een lage huur dan nog voorziening
noodig zijn dan zullen B. en W. zich
daarover beraden. De middelen die
daarvoor werden aan de hand gedaan
zijn nu nog voorbarig.
Wat aangaat de woningen voor
groote gezinnen staan B. en W. niet
afwijzend tegenover de voorstellen.
Tot bouw van dat soort woningen
dient t© worden overgegaan. Eveneens
is het gewenscht ze over verschillende
bouwvereenigingen te verdeelen.
Grondprijsverlaging beneden kostprijs
voor den R.-K. Volksbond gaat niet,
laat nu dezen bond tot handelen over
gaan. Dan kunnen de menschen over
20 jaar eigenaar zijn, omdat op dat
tijdstip de f 600 voorschot kan zijn af
gelost.
De annuïteiten worden geregeld vol
daan. Daaruit leidt de heer Kooistra
af dat de huren verlaagd kunnen wor
den. Dat kan echter niet omdat niet
cle kaspositie maar de winst en ver
liesrekening maatgevend is.
B. en W. kunnen zich vereenigen
met het denkbeeld om te verkoopen
wat men te verkoopen heeft, maar er
zijn geen woningen te verkoopen. Do
woningen aan den Nieuwen Rijn zou
spr. nooit willen verkoopen, die zijn
rt-ntegevend en liggen vlak tegen de
Burcht aan.
Wat aangaat het denkbeeld van
mevr. BraggaarDe Does, de speel-
tuintjes, daaromtrent kan spoedig -en
voorstel tot subsidieverlening aan de
orde komen. Het particulier initiatief
moet voorop gaan.
Industrieterreinen beschikbaar stel
len daar is spr. ook voor. Gematigde
propaganda daar is spr. ook voor. Mo
ge spoedig op de 700UÜste de 100000ste
inwoner volgen.
Weth. G o s 1 i n g a aljongste weth.
sluit zich aan bij den wensch, dat men
meer bij de artikelen en niet bij de al
gemeene beschouwingen zal spreken.
Dat is voor de weth. gemakkelijker
dan kunnen zij zich afwisselen.
Men uitte zich pessimistisch over
den economischen toestand. Spr. is
niet zoo pessimistisch. Leiden heeft
andere bronnen van inkomsten dan
sommige gemeenten, die van havens
of dergelijke afhankelijk zijn.
De werkloosheid neemt al'. Onder de
getallen, die de arbeidsbeurs geeft zijn
een 80-tal werkzoekenden, die niet
werkloos zijn.
De heer Van Eek is tc veel dogma
ticus om dat te zien. De belasting op
de openbare vermakelijkheden stijgt.
De inleg bij de spaarbanken stijgt, ook
het gemiddelde bedrag- van den inleg.
De rentebetaling stijgt, eveneens de
loonbedragen.
Er wordt nog veel ellende geleden,
maar dat is niet te verhelpen. Voor
mindergegoeden wordt reeds f 800.000
op de begrooting uitgetrokken. Nog
grooter. bedragen zou te veel doen
steunen op de openbare kas. Verlaging
van lichttarieven voor groot-verbrui
kers is gewenscht, de concurrentie
kan dan beter worde: volgehouden,
terwijl het bovendien leidt tot werk
verruiming.
Omzetting van weiland in tuinland
is speculatief, maar bovendien zouden
de werkloozen het willen?
De omvorming van opperlieden in
meteselaars heeft succes gehad; er is
thans geen enkele metselaar in de
steunregeling, wat nog nooit is voor
gekomen. Spr. leest ee i bedankbrief
voor van een communist die is omge
vormd. Ook de cursus in i utogeen-
lasschen heeft succes gehad zooals uit
cijfers blijkt. Het gaat niet aan om te
zeggen, dat de Dienst voor Sociale Za
ken slechts een sommetje geeft om af
te koopen. Spr. wijst op de plaatsing,
de beroepskeuze-voorlichting en de
emigratievoorlichting.
Spr. waardeert de stem van den
heer De Reede, die tegenover de gren-
zelooze luchthartigheid waarschuwde,
dat toch alles moet betaald worden.
Op het stadhuis staat geen kist waar
men het maar uithalen kan.
Wanneer het College onwillig was
tot handelen dan moest de Raad in
grijpen, nu niet. Spr. memoreert de
door den heer De Reede genoemde te
korten. De heer De Reede is te som
ber gestemd; hij stelt de rekening te
genover de raming, maar de uitkomst
ven 1928 zal wel meevallen.
Het is moeilijk om een stad als Lei
den te financieren op de tegenwoordi
ge basis. Daarom is nu een wetsvoor
stel aan de orde gesteld, dat een ra
dicale omwerking geeft.
De heer Van Eek: Het geeft toch
maar 18 millioen.
FEUILLETON.
De vreemde landlooper
22) —o—
Acht dagen gingen voorbij, voordat
hij aan zijn wensch kon voldoen. Alsof
hij geen oogenblik te verliezen had.
haastte hij zich naar buiten en kwam
geheel buiten adem bij de slotbrug aan
en stak daarop liet plein over, waar hij
Hartmann kort geleden ontmoet had.
Zoekend dwaalden zijn blikken langs
do kramen, maar hij vond niet wat hij
zocht. Ongeduldig liep hij door, terwijl
lib eiken marskramer scherp aankeek;
doch tevergeefs. Wel stonden er ver
schillende mannen, die lucifers ver
kochten, maar dien hij zocht was er
niet bij. Toen spoedde hij zich naar de
woning van Ilartmann; daar zou hij
hem stellig vinden. Opgewonden trad
hij de kelderwoning binnen, doch ge
heel teleurgesteld zag hij daar een
vreemdeling, welke vroeg wat hij ver
langde.
„Hier heeft acht dagen geleden een
ander gewoond", zeide hij.
„Dat kan wel zijn", was het ant
woord; „ik ben pas drie dagen geleden
hier gekomen".
„Waar is de ander?"
,,'k Weet er niets van", klonk het
onverschillig.
Gratzer verliet den kcl 'er en stond
eenige oogenblikken besluiteloos stil.
Het was nu te laat, Hartmann te gaan
zoeken, maar wel was er nog tijd ge
noeg naar diens woning te informee-
ren. Hij ging daarom naar het politie-
bureau en kreeg daar zonder moeite
het adres van Hartmann. Bevredigd
ging hij weder naar huis.
Den volgenden avond trad hij plot
seling onverwachts bij Hartmann bin
nen. De woning was in een heel ander
gedeelte der stad, maar even armoe
dig als de eerste.
Hartmann keek hem aan alsof hij
zijn eigen oogen niet vertrouwde. Met
gebalde vuist en bliksemende oogen
liep hij op Gratzer toe. „Wat wilt gij
hier?" snauwde hij, terwijl hij vlak
bij Gratzer ging staan; deze week ech
ter met een gevoel van weerzin eenige
si hreden terug, toen hij bemerkte hoe
zeer Hartmann naar brandewijn rook.
„De vagebond wil lucifers koopen
bi" den landedelman", fluisterde Grat
zer. „Als ge denkt, dat ge u voor mij
verbergen kunt, dan vergist ge u. Ik
kan u overal vinden, en zal u overal
volgen".
„Heb medelijden!" steunde de zieke
vrouw. „Wat heeft mijn man u ge
daan? Heb medelijden met mij, ik kan
rre niet nog eens laten voortsleepen.
Ik laat me niet eerder wegdragen dan
in een doodkist.
Haar woorden werden overstemd
door de heftige verwenschingen van
Hartmann. Gr&tzer antwoordde
slechts met een spotlach. „Denk maar
eens aan den avond in Waltersdorp",
zeide hij, „denk aan den avond bij den
heer Weling, dan zult ge begrijpen,
dat ik u geen rust laat. Toen had ik
nog iets te verliezen en dat hebt ge mij
ontnomen. Naar 't mij schijnt hebt gij
thans weinig meer dan het leven te
verliezen, en wat ik u nog ontnemen
kan, dat wil ik nemen. De landlooper
staat nu hoven den landedelman; de
landlooper kan fatsoenlijk leven, en de
landedelman is, naar het schijnt, op
bedelen aangewezen. Wel, wel, wat is
het lot grillig!" Nogmaals lachte Grat
zer.
Woedend en door zijn roes niet ge
heel meester van zijn bewegingen,
stond Hartmann voor Gratzer, toen de
deur plotseling werd geopend en een
jong meisje tusschen de beide mannen
trad. Zij wierp de doek ai, die zij over
liet hootd geslagen had, waarop zich
etn massa prachtig, goudblond haar
vertoonde.
Gratzer stond als versteend. Een
paar groote. blauwe oogen werden
zoo droevig en verwijtend op hem ge
richt, clat hij beschaamd de zijne neer
sloeg.
„Ik heb alleen uw laatste woordpn
en uw lach gehoord", zeide het meisje
met bevende stem. „Is het eigenlijk
wel mogelijk, dat een man bij het zien
van zooveel ellende, nog spotten en
hconen kan? Ik weet niet of mijn va
der ergens schuld aan heeft tegenover
u maar 't is in elk geval nooit ede.
het ongeluk te bespotten en het zal u
geen geluk aanbrengen".
Met deze woorden wendde zij zich
van hem af, en ging naar de zieke,
boog zich over haar heen en zeide
schreiend: „Arm moedertje, 't is te
veel voor u. Kent God dan geen ont
ferming?"
„Stil, kindlief!" fluisterde de kran
ke. „Wij weten niet wat God met ons
voor heeft, en we lijden slechts dat wat
we verdienen".
„Ach, moedertje, u heeft uw leven
lang geleden".
„Stil, Helena, still" herhaalde de
z'eke; „het is bijna gedaan".
Hartmann was intusschen op een
stoel neergevallen en zag met glazige
oogen beurtelings zijn vrouw en doch
ter en Gratzer aan.
Deze stoncl als betooverd. Hij wacht
te of die blauwe oogen niet nog één
maal tot hom opgeslagen zouden wor
den; maar het jonge meisje keurde
hem geen blik waardig. Zij verachtte
hem; dit meende hij uit haar trekken,
in haar oogen gelezen te hebben, en
zonder verder iets te zeggen verliet hij
cic kelderwoning. Maar het was hem
alsof hij niet alleen liep, alsof een on-
l.chamelijke gestalte naast hem ging
en gelijken tred met hem hield; en
wanneer hij schuw ter zijde keek,
meende hij in een paar blauwe oogen
te blikken, welke verwijtend en vol
verachting op hem gericht waren.
ELFDE HOOFDSTUK.
Heiena's blik en woorden hadden
een eigenaardigen indruk hij Gratzer
achtergelaten. Dikwijls zat hij in zijn
kamer mei, het hoofd in de handen,
zonder aan zijn werk oi zijn verplich
tingen te denken, en vroeg zichzelf af
of hij wel op den rechten weg was;
doch hij wist niet wat hij er van den
ken moest. Er heerschte zulk een ver
warring in zijn hoofd, dat hij meer
dan eens dacht zijn verstand te zullen
verliezen.
„Gratzer, ge zijt ziek", zeide de re
dacteur herhaaldelijk tot hem. „Laat
het werk eenigen tijd liggenl"
„Ik ben niet ziek", antwoordde
Gratzer, en keek zijn chef daarbij zoo
wonderlijk aan, dat deze voor zijn ver
slaggever begon te vreezen; de man
zag er akelig uit. Zijn werk had het
bezielende vuur verloren, waardoor
het vroeger gekenmerkt werd; er zat
gc-en pit in en hij wist zijn lezers niet
meer te boeien, zoodat zijn chef reeds
meer dan eens op het punt had ge
staan hem te zeggen, dat dit werk zijn
doel miste. Maar hij stelde deze uit
spraak van den eenen dag op den an
deren uit, aangezien hij vreesde den
boozen geest te doen ontwaken, die in
't hart van Gratzer sluimerde.
(Wordt vervol id J.