NIEUWE UEIDSCHE COURANT VRIJDAG 21 DEC. 1928 TWEEDE BLAD. STADSNIEUWS. OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK „REUVENS". Sinds de vorige opgave lieeft de bi- bliotheek de volgende nieuwe aanwinsten te boeken: Parlement en Kiezer, 1928/ '29. Kempenaer, A. de. Vermomde Nederlandscbe en Vlaamsche schrijvers. 0 r 11, F. Het spiritisme. Obbink, H. Th. A. M. Brou wer. Inleiding tot den Bijbel. Haitjema, Th. L. Hoogkerkelijk protestantisme. Jones, E. Stanley. Christus langs den indischen lieirweg. Idem. Christus en de tafelronde. S t r a a t s m a, A. K. Licht en kruis. Mo rus, J. Hoe zij groot en rijk werden. N a b e r, Johanna W. A. Wegbe- reidsters. Z w e i g, S. Sternstunden der Mensch- heit. Roulhac Hamilton, J. G. de. Henry Ford; zijn leven en werken. N i e 1 s e n, A. K. Leven en avonturen van een oostinjevaarder op Bali. H o o g e w e r f, G. J. Felix Roma. Lukomsky, G. Sint Petersburg. Russiand, Das heutige. Wyrubowa, Anna. Glorie en ondergang der Romanows. Balen, W. J. van. Van de Oost zee tot Stamboel. Hielscher, K. ItalienBaukunst und Landschaft. M a i e r, G. Sociale Bewegungen und Theorien. S t e e n h u i s, M. J. A. De beteeke- nis voor Indië van bedrijfsconcentratie. Jong, W. J. Zur Geologie der Ber- gamasker Alpen, nordlieh der Val Sta- bina. Kruif, P. de. Bacteriënjagers. M e n s c h, De wordende. C o r v e r, J. Het draadloos amateur- station voor ontvangst van telegrafie en telefonie. 2 dln. M i n d e r h o u d, A. Bijenteelt. Scheurleer, G. J. Wenken en regels voor en van lawn-tennis. U n g e r, H. Musikgesehichte in Selbst zeugnissen. Ricci, C. Geschichte der Kunst in Nord-Italien. F r i e d h o f f, G. W. M. Dudok. Mi edema, R. Albrecht Dürer en de reformatie. K r e v e 1 d, D. van A. v a n K r e- v e 1 d Jr. Projeeteerkunst. G i n n e k e n, J. v a n. Handboek der Ned. taal, 2e dl. Raaf, K. H. de J. J. Griss. Zeven eeuwen; IV. Tazelaar, C. Moderne romankunst. Ridder, Tony de. Witte wegen. Winterboek van de Wereldbibliotheek 1928/'29. D e 1 e d d a, Grazia. Berusting. Idem. Marianna Sirca. E v a r t s, H. G. Breed, de gele wolf. G e z e 11 e, C. Uit het leven der dieren. Gros, E. Smeulend vuur. Hamsun, K. Benoni. 1 d e m. Rosa. Jong, A. M. de. De rijkaard. Koning, J. Het verloren land. Lagerlöf, Selma. Anna Svard. Lidth de Jeude, Carla van. Dochters. M e y e r e, V. de. Nonkel Daan. Pauw els, F. Ambtsgeheim. Wasser man n, J. Het oproer om jonker Ernst. Weiland, H. De familie van Dongen. Z o o m e r sV ermeer, J. P. Het boek van Flip en Jantje. Deroulède, P. Poésies militaires. Balzac, H. de. Scènes de la vie privée. Sand, George. La ville noire. Idem. Le secrétaire intime. D o w d e n, E. Studies in literature, 1789—1877. Burn s, R. Poems and songs. Burnett, F. H. Our neighbour op posite. Crawford, F. M. Catherine Lau derdale. Idem. A rose of yesterday. Dreiser, Th. An american tra gedy. Idem. Sister Carrie. Gissing, G. The private papers of Henry Ryecroft. Mason, Caroline A. The Tru ants. O r c z y, Bar.ess. Petticoot govern ment. R i 1 k e, R. M. Erzahlungen und Skiz- zen aus der Frühzeit. U h 1 a n d, L. Gedichte. Baum, Vicky. Der Weg. B r o d, M. Franzi. Idem. Jüdinnen. Frank, B. Politische Novellen. Huch, Rica r da. Der letzte Sóm- mer. Landsberger, A. Bankhaus Rei- ehenbaeh. Queiros, Ega de. Die Reliquie. Schnitzler, A. Der Weg ins Freie. Sienkiewicz, H. Quo vadis. Zweig, A. Pont und Anna. Zweig, St. Die Augen des ewigen Bruders. Idem. Brennendes Geheimnis. Almanak van het Leidsche Studenten corps, 1929. Schweitzer, A. Cultuurphiloso- phie, Dl. I, Verval en wederopbouw. Labberton, M. Zondag. Domela, H. Van paria tot prins van Pruisen. Fülöp Miller, R. Lenin en Gandhi. Spengler, O. Der Untergang des Abendlandes. Dongen, Sjef van. Vjjf jaar in ijs en sneeuw. Wageningen als woon- en studiestad. Nansen, Fridtjöf. Door Ar menië. Brownell, ClarenceLudlow. Japansche karaktertrekken. Valkema Blouw, H. C. De behan deling van de jeugdige misdadigers in Engeland. Lombroso, Paola. De vrouw. Long, W. J. Een broertje van de beer. Idem. Heel het bosch speelt mee. Idem. Langs dierenpaden in het hooge Noorden. Moormans, H. H. Pera. Ons theeuurtje. Wessem, C. van. Moderne fran- sche musici. Luns, Huib. Tien wandelingen xfi Florence. Proost, K. F. Heroën der letteren. T i e 1 r o o y, Joh. Fransche litera tuur van onze dagen. V o s s Jr., H. Goehe und Schiller in Briefen. B o u t e n s, P. C. Alianora. Tinbergen, D. C. en H. Mid dendorp. Dichters na '80. F o 1 m e r, T i d d o. Schrift en kunst in hun gemeenschappelijken oorsprong en eerste ontwikkeling. W e i s e, Q. Schrift und Buehwesen in alter und neuer Zeit. Boudier Bakker, Ina. Twee voeten. Emants, M. Liefdeleven. Hogenbirk Jzn., D. Dienstbaren en vrijen. Kerstboek, Vjjfde. Kreutzer, L. Licht en kracht. N a e f f, Top. Klein avontuur. Lansberg, Ph. Die zyn geluk handhaaft M a r x v e 1 d t, Cissy van. De Arcadia. Z e e u w, J.Gzn., P. d e. Ebbend getij. Grieg, Nordahl. Maar het schip gaat verder. Scharten - An tink, C. en M. Florence; de drie blinden. (De nar uit dc Maremmen, dl. II). Se r v a e s, A u k e. Marianneke. F a m k e. Zaansch binnenhuisje. Unamuno, Miguel de. De man in de mist. P a 1 u d a n, J. De velden rypen. Anna Maria de Saudra, door L. E. Mesdames, door L. E. Jaeger, F. M. De zoekers. R ey m o n t, W. St. De rebellie. Cloix, Ch. La botte d'asperges. Hope, Anthony. The indiscre tion of the duchess. Haggard, H. Rider. Heart of the world. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Lochem: J. van Woerden, te Marken. Aangenomen, naar Pesse (Dr.): I.. Seinhorst, hulpprediker, te Uithui zen (Gr.). Bedankt, voor Someren (N.-B.) (teez.): L. Seinhorst, hulpprediker te Uithuizen (Gr.) Voor St. Annaland: G. C. Severijn, te Waarder. GEREF. KERKEN. Tweetal, te Kampen (vac. J. J. Westerbeek van Eerten): Th. Delle- man, te Giessen, Oud- en Nieuwkerk; en W. E. Gerritsma, te Oudega (Smal). Beroepen, te Kamerik: C. de Kruijt, cand. te IJsselsteijn. Te Mar ken: P. G. Jongbloed, cand. te Amster dam. CHR. GEREF. KLRK. Beroepen, te 's-Gravenzande: P. de Groot, te Rotterdam. GEREF. GEMEENTE. Tweetal, te Gees: M. Hofman, te Ivrabbendijke; en A. Verhagen, te Mid delburg. DOOPSGEZ. GLM. Beroepen, te Giethoorn: M. J. Kosters Gzn., te St. Anna Parochie. GIFTEN EN LEGATEN. Wijlen mej. G. J. Kooyker heeft aan de Geref. Kerk te Zwolle f 2000- gele gateerd vrij van successierechten, te verdeelen tusschen Diaconie en Kerk. In de Ned. Herv. Gem. te Hilver sum werd Zondagmorgen een gift van f 2000 gecollecteerd, ten behoeve van een extra-uitkeering onder de armen. VEREENIGING VAN CHRISTEN- ISRAëLIETEN. Morgenavond zal de nieuwgestichte Vereen, van Christen-Israëlieten een openbare vergadering houden, waartoe oprecht belangstellenden ook uit de Christenen worden uitgenoodigd. Ze heeft plaats te 6 uur des avonds, in het gebouw „Salvatori", Binnen-Amstel 58, te Amsterdam. Een tevoren opgestelde Kerstbood schap zal worden voorgelezen, die door enkele sprekers zal worden toegelicht. Het Comité van voorbereiding be staat uit de heeren: W. ten Boom; J. van Gelderen; K. H. Kammeyer; J. van Nes; Th. Trostianetzky en J. H. Zal- mann. DE GEREF. KERK VAN MARKEN. De heer P. C. Jongbloed, die het be roep naar de Gtref. Kerk van Marken heeft aanvaard, zal om verschillende redenen eerst over een half jaar zijn dienstwerk kunnen aanvaarden. Voor- loopig zal hij dan nog gaarne de Geref. Kerken blijven dienen. Zijn adres is: Yrolikstraat 501, Amsterdam-Oost. KERKINSTITUEERING. Te Batavia (Java) draagt aldus bet „Ind. Kerkblad", de Maleische Gemeente een merkwaardig karakter. De leden van de Gemeente zijn uit ver schillende bevolkingsgroepen o.a. Ja- Vanen, Soendaneezen, Amboneezen, Menadoneezen, Chineezen en Indo- Europeanen en een van de twee voor gangers is een Batakker. Hier vindt men dus nog een andere moeilijkheid dan op andere arbeidsvelden. Deze Gemeente heeft ruim 50 jaar bestaan is dus een van de oudste Zen dingskerken van de Geref. Zending in Indië. Het aatal leden is ongeveer 200 zielen groot. Deze Kerk is tot heden toe nog niet geïnstitueerd, in dien langen tijd is zij min of meer behandeld, als Inland- s(he afdeeling van de Hollandsche Kerk of als haar dochter. Nu ziet men in, dat die toestand zoo niet langer kan blijven. De bezwaren tegen de in- stitueering, die men steeds maakt, worden thans ter zijde gesteld. Met algemeene stemmen is besloten de Maleische Gemeente zoo spoedig mogelijk te institueeren. Hier is wel van een gelukkige ver andering sprake. Toen voor jaren ge leden reeds op institueering werd aan gestuurd door den Kerkeraad van Ba tavia kwam uit het Maleisch sprekend deel van de gemeente het grootste ver zet. Nu is de behoefte aan eigen zelf standig leven gelukkig ontwaakt. BEROEPBAAR. De heer J. Oussoren, Utrechtsche Straatweg 52, Woerden, die door de classis Woerden der Geref. Kerken, na praep. examen, met algemeene stem lij enheroepbaar is verklaard, wenscht, na midden Januari a.s., gaarne een eventueel beroep uit de Geref. Kerken in overweging te nemen. Ds. H. STRATING. Naar aanleiding van het bericht, ook in ons blad overgenomen, omtrent ds. Ijl. Strating, Geref. predikant te Wateringen, verboekt deze aan de Stand, mee te deelen, dat het ontslag alleen betrekking heeft op zijn dienst te Wateringen. Bij classicaal besluit i.* hij en blijft liij Dienaar des Woords bii de Gerei. Kerken in Nederland en wel in volle rechten. Gaarne is hij be reid de Kerken des Zondags te dienen. Ds. R. DIJKSTRA. Naar de Stand, verneemt is ds. R. Dijkstra, Ned. Herv. predikant te Am sterdam, genoodzaakt eenigen tijd ab solute rust te nemen. Een verwaar loosde griep is oorzaak van een de pressie. Reden tot ongerustheid be staat niet, doch de geneesheer achtte rust noodzakelijk. Het voornemen be staat om buiten herstel van krachten to zoeken. DE NED. HERV. GEMEENTE TE 's-GRAVENHAGE. Het classicaal bestuur van 's-Gra- venhage, dat eerst in Januari te dezer zake zou vergaderen, heeft echter reeds Woensdag in de Kloosterkerk ih Den Haag in een buitengewone verga dering de bezwaren behandeld, inge diend tegen de lijst van stemgerechtig den der Haagsche gemeente. De be zwaren waren: le. dat bij de voorloopige opmaking van deze lijst niet is gehandeld over eenkomstig het bepaalde in art. 3 al. 1 reglement op de benoemingen enz., waarin staat voorgeschreven, dat de lijst van stemgerechtigden al de na men der lidmaten bevatten moet, die volgens art. 2 van dat reglement stem gerechtigd zijn; 2e. dat ruim 200 ter plaatsing aan geboden namen van deze lijst zijn ge weerd om andere redenen, dan dat zij blijkens aanteekeningen in het lidma tenboek inmiddels hun stemgerech tigdheid verloren hebben; 3e. dat in de strijd met het voor schrift, vervat in art. 3 al. 5 reglement op de benoemingen enz. bij de tweede ter visielegging behalve een lijst van de aangebrachte veranderingen niet ook een lijst van de voorgestelde ver anderingen, welke niet zijn aange bracht, is ter visie gelegd. Het clas sicaal bestuur heeft beslissing geno men, wat het eerste en derde bezwaar betreft, dat de bezwaarde niet „ont vankelijk" is, omdat volgens art. 3 al. 5 reglement op de benoemingen enz. het classicaal bestuur alleen recht van eindbeslissing heeft in bezwaren tegen zoowel het aanbrengen als het niet aanbrengen van de voorgestelde ver anderingen bij de tweede ter visie leg ging der kiezerslijst. Het classicaal bestuur zal echter overeenkomstig art. 30 reglement voor kerkelijk opzicht en tucht daarom trent den kerkeraad van 's-Graven- hage inlichtingen vragen. Het tweede bezwaar lieeft het clas sicaal bestuur ongegrond verklaard, omdat bezwaarde in gebreke is geble ven duidelijk aan te toonen, dat de door biem aangeboden namen inder daad op de lijst van stemgerechtigden geplaatst behoorden te worden. Gemeenteraad Leiden. Spr. geeft nog enkele cijfers over den aanwezigen voorraad woningen alsmede welke tekorten nog bestaan. Wel blijkt, dat vooral van woningen niet een lage huur nog een tekort be staat. Vrij zeker zal binnenkort een voorschot voor 120 woningen worden verleend. Dan zal er geen tekort meer bestaan. Mocht er voor woningen met een lage huur dan nog voorziening noodig zijn dan zullen B. en W. zich daarover beraden. De middelen die daarvoor werden aan de hand gedaan zijn nu nog voorbarig. Wat aangaat de woningen voor groote gezinnen staan B. en W. niet afwijzend tegenover de voorstellen. Tot bouw van dat soort woningen dient t© worden overgegaan. Eveneens is het gewenscht ze over verschillende bouwvereenigingen te verdeelen. Grondprijsverlaging beneden kostprijs voor den R.-K. Volksbond gaat niet, laat nu dezen bond tot handelen over gaan. Dan kunnen de menschen over 20 jaar eigenaar zijn, omdat op dat tijdstip de f 600 voorschot kan zijn af gelost. De annuïteiten worden geregeld vol daan. Daaruit leidt de heer Kooistra af dat de huren verlaagd kunnen wor den. Dat kan echter niet omdat niet cle kaspositie maar de winst en ver liesrekening maatgevend is. B. en W. kunnen zich vereenigen met het denkbeeld om te verkoopen wat men te verkoopen heeft, maar er zijn geen woningen te verkoopen. Do woningen aan den Nieuwen Rijn zou spr. nooit willen verkoopen, die zijn rt-ntegevend en liggen vlak tegen de Burcht aan. Wat aangaat het denkbeeld van mevr. BraggaarDe Does, de speel- tuintjes, daaromtrent kan spoedig -en voorstel tot subsidieverlening aan de orde komen. Het particulier initiatief moet voorop gaan. Industrieterreinen beschikbaar stel len daar is spr. ook voor. Gematigde propaganda daar is spr. ook voor. Mo ge spoedig op de 700UÜste de 100000ste inwoner volgen. Weth. G o s 1 i n g a aljongste weth. sluit zich aan bij den wensch, dat men meer bij de artikelen en niet bij de al gemeene beschouwingen zal spreken. Dat is voor de weth. gemakkelijker dan kunnen zij zich afwisselen. Men uitte zich pessimistisch over den economischen toestand. Spr. is niet zoo pessimistisch. Leiden heeft andere bronnen van inkomsten dan sommige gemeenten, die van havens of dergelijke afhankelijk zijn. De werkloosheid neemt al'. Onder de getallen, die de arbeidsbeurs geeft zijn een 80-tal werkzoekenden, die niet werkloos zijn. De heer Van Eek is tc veel dogma ticus om dat te zien. De belasting op de openbare vermakelijkheden stijgt. De inleg bij de spaarbanken stijgt, ook het gemiddelde bedrag- van den inleg. De rentebetaling stijgt, eveneens de loonbedragen. Er wordt nog veel ellende geleden, maar dat is niet te verhelpen. Voor mindergegoeden wordt reeds f 800.000 op de begrooting uitgetrokken. Nog grooter. bedragen zou te veel doen steunen op de openbare kas. Verlaging van lichttarieven voor groot-verbrui kers is gewenscht, de concurrentie kan dan beter worde: volgehouden, terwijl het bovendien leidt tot werk verruiming. Omzetting van weiland in tuinland is speculatief, maar bovendien zouden de werkloozen het willen? De omvorming van opperlieden in meteselaars heeft succes gehad; er is thans geen enkele metselaar in de steunregeling, wat nog nooit is voor gekomen. Spr. leest ee i bedankbrief voor van een communist die is omge vormd. Ook de cursus in i utogeen- lasschen heeft succes gehad zooals uit cijfers blijkt. Het gaat niet aan om te zeggen, dat de Dienst voor Sociale Za ken slechts een sommetje geeft om af te koopen. Spr. wijst op de plaatsing, de beroepskeuze-voorlichting en de emigratievoorlichting. Spr. waardeert de stem van den heer De Reede, die tegenover de gren- zelooze luchthartigheid waarschuwde, dat toch alles moet betaald worden. Op het stadhuis staat geen kist waar men het maar uithalen kan. Wanneer het College onwillig was tot handelen dan moest de Raad in grijpen, nu niet. Spr. memoreert de door den heer De Reede genoemde te korten. De heer De Reede is te som ber gestemd; hij stelt de rekening te genover de raming, maar de uitkomst ven 1928 zal wel meevallen. Het is moeilijk om een stad als Lei den te financieren op de tegenwoordi ge basis. Daarom is nu een wetsvoor stel aan de orde gesteld, dat een ra dicale omwerking geeft. De heer Van Eek: Het geeft toch maar 18 millioen. FEUILLETON. De vreemde landlooper 22) —o— Acht dagen gingen voorbij, voordat hij aan zijn wensch kon voldoen. Alsof hij geen oogenblik te verliezen had. haastte hij zich naar buiten en kwam geheel buiten adem bij de slotbrug aan en stak daarop liet plein over, waar hij Hartmann kort geleden ontmoet had. Zoekend dwaalden zijn blikken langs do kramen, maar hij vond niet wat hij zocht. Ongeduldig liep hij door, terwijl lib eiken marskramer scherp aankeek; doch tevergeefs. Wel stonden er ver schillende mannen, die lucifers ver kochten, maar dien hij zocht was er niet bij. Toen spoedde hij zich naar de woning van Ilartmann; daar zou hij hem stellig vinden. Opgewonden trad hij de kelderwoning binnen, doch ge heel teleurgesteld zag hij daar een vreemdeling, welke vroeg wat hij ver langde. „Hier heeft acht dagen geleden een ander gewoond", zeide hij. „Dat kan wel zijn", was het ant woord; „ik ben pas drie dagen geleden hier gekomen". „Waar is de ander?" ,,'k Weet er niets van", klonk het onverschillig. Gratzer verliet den kcl 'er en stond eenige oogenblikken besluiteloos stil. Het was nu te laat, Hartmann te gaan zoeken, maar wel was er nog tijd ge noeg naar diens woning te informee- ren. Hij ging daarom naar het politie- bureau en kreeg daar zonder moeite het adres van Hartmann. Bevredigd ging hij weder naar huis. Den volgenden avond trad hij plot seling onverwachts bij Hartmann bin nen. De woning was in een heel ander gedeelte der stad, maar even armoe dig als de eerste. Hartmann keek hem aan alsof hij zijn eigen oogen niet vertrouwde. Met gebalde vuist en bliksemende oogen liep hij op Gratzer toe. „Wat wilt gij hier?" snauwde hij, terwijl hij vlak bij Gratzer ging staan; deze week ech ter met een gevoel van weerzin eenige si hreden terug, toen hij bemerkte hoe zeer Hartmann naar brandewijn rook. „De vagebond wil lucifers koopen bi" den landedelman", fluisterde Grat zer. „Als ge denkt, dat ge u voor mij verbergen kunt, dan vergist ge u. Ik kan u overal vinden, en zal u overal volgen". „Heb medelijden!" steunde de zieke vrouw. „Wat heeft mijn man u ge daan? Heb medelijden met mij, ik kan rre niet nog eens laten voortsleepen. Ik laat me niet eerder wegdragen dan in een doodkist. Haar woorden werden overstemd door de heftige verwenschingen van Hartmann. Gr&tzer antwoordde slechts met een spotlach. „Denk maar eens aan den avond in Waltersdorp", zeide hij, „denk aan den avond bij den heer Weling, dan zult ge begrijpen, dat ik u geen rust laat. Toen had ik nog iets te verliezen en dat hebt ge mij ontnomen. Naar 't mij schijnt hebt gij thans weinig meer dan het leven te verliezen, en wat ik u nog ontnemen kan, dat wil ik nemen. De landlooper staat nu hoven den landedelman; de landlooper kan fatsoenlijk leven, en de landedelman is, naar het schijnt, op bedelen aangewezen. Wel, wel, wat is het lot grillig!" Nogmaals lachte Grat zer. Woedend en door zijn roes niet ge heel meester van zijn bewegingen, stond Hartmann voor Gratzer, toen de deur plotseling werd geopend en een jong meisje tusschen de beide mannen trad. Zij wierp de doek ai, die zij over liet hootd geslagen had, waarop zich etn massa prachtig, goudblond haar vertoonde. Gratzer stond als versteend. Een paar groote. blauwe oogen werden zoo droevig en verwijtend op hem ge richt, clat hij beschaamd de zijne neer sloeg. „Ik heb alleen uw laatste woordpn en uw lach gehoord", zeide het meisje met bevende stem. „Is het eigenlijk wel mogelijk, dat een man bij het zien van zooveel ellende, nog spotten en hconen kan? Ik weet niet of mijn va der ergens schuld aan heeft tegenover u maar 't is in elk geval nooit ede. het ongeluk te bespotten en het zal u geen geluk aanbrengen". Met deze woorden wendde zij zich van hem af, en ging naar de zieke, boog zich over haar heen en zeide schreiend: „Arm moedertje, 't is te veel voor u. Kent God dan geen ont ferming?" „Stil, kindlief!" fluisterde de kran ke. „Wij weten niet wat God met ons voor heeft, en we lijden slechts dat wat we verdienen". „Ach, moedertje, u heeft uw leven lang geleden". „Stil, Helena, still" herhaalde de z'eke; „het is bijna gedaan". Hartmann was intusschen op een stoel neergevallen en zag met glazige oogen beurtelings zijn vrouw en doch ter en Gratzer aan. Deze stoncl als betooverd. Hij wacht te of die blauwe oogen niet nog één maal tot hom opgeslagen zouden wor den; maar het jonge meisje keurde hem geen blik waardig. Zij verachtte hem; dit meende hij uit haar trekken, in haar oogen gelezen te hebben, en zonder verder iets te zeggen verliet hij cic kelderwoning. Maar het was hem alsof hij niet alleen liep, alsof een on- l.chamelijke gestalte naast hem ging en gelijken tred met hem hield; en wanneer hij schuw ter zijde keek, meende hij in een paar blauwe oogen te blikken, welke verwijtend en vol verachting op hem gericht waren. ELFDE HOOFDSTUK. Heiena's blik en woorden hadden een eigenaardigen indruk hij Gratzer achtergelaten. Dikwijls zat hij in zijn kamer mei, het hoofd in de handen, zonder aan zijn werk oi zijn verplich tingen te denken, en vroeg zichzelf af of hij wel op den rechten weg was; doch hij wist niet wat hij er van den ken moest. Er heerschte zulk een ver warring in zijn hoofd, dat hij meer dan eens dacht zijn verstand te zullen verliezen. „Gratzer, ge zijt ziek", zeide de re dacteur herhaaldelijk tot hem. „Laat het werk eenigen tijd liggenl" „Ik ben niet ziek", antwoordde Gratzer, en keek zijn chef daarbij zoo wonderlijk aan, dat deze voor zijn ver slaggever begon te vreezen; de man zag er akelig uit. Zijn werk had het bezielende vuur verloren, waardoor het vroeger gekenmerkt werd; er zat gc-en pit in en hij wist zijn lezers niet meer te boeien, zoodat zijn chef reeds meer dan eens op het punt had ge staan hem te zeggen, dat dit werk zijn doel miste. Maar hij stelde deze uit spraak van den eenen dag op den an deren uit, aangezien hij vreesde den boozen geest te doen ontwaken, die in 't hart van Gratzer sluimerde. (Wordt vervol id J.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5