NI1UWE EEIESCHE COURAM
UIT DE SCHRIFTEN
De vreemde landlooper
van
ZATERDAG 15 DEC. 1928
TWEEDE BLAD.
WONDER.
(Advent).
En men noemt Zijnen naam
Wonderlijk.
Jes. 9 5.
Onze namen hebben over het alge
meen geen beteekenis meer.
De namen van onzen Heiland druk
ken echter uit, wie Hij is, ze zijn als
zoovele heldere spiegels, waarin zich
weerkaatst de rijkdom der genade, die
in Hem is.
Hij draagt vele namen.
W ant de volheid, die in Hem is, kan
in één enkelen naam niet worden sa-
mengeperst.
Daar zijn vele namen noodig om
ons iets te leeren, van wat Hij voor de
Zijnen is. En dan weten we nog maar
een klein stukske der zaak!
Hier lezen we, dat Zijn Naam is
Wonderlijk, of, nauwkeuriger ver
taald, „Wonder".
Ja, zoo moet Hij heeten.
Want dat is Hij in den volsten en
diepsten zin van het woord: God en
mensch in één persoon vereenigd!
Och, we zijn aan deze waarheid ge
woon geraakt, omdat we haar van
jongsaf hebben gehoord.
Maar moesten we niet beven van
ontroering, bij de gedachte, dat de
Eeuwige, volzalige God, Die in een on
toegankelijk licht woont, in den Twee
den Persoon van Zijn heerlijk Wezen
ons vleesch en bloed heeft aangeno
men. en als een Kindek© daar heeft
neergelegen in Bethlehems kribbe?
Indien daar plotseling een Engel
voor onze oogen verscheen, hoe zou
den we verschrikt worden, en allicht
ontzet ter aarde neder vallen.
Maar duizend en wederom duizend
maal grooter en wonderlijker is wat
daar in Bethlehem geschiedde, toen
daar de waarachtige Zone Gods ons
vleesch aannam, ons in alles gelijk
werd, uitgenomen de zonde!
Daarom heet Hij „Wonder".
Want Hij is het grootste wonder,
dat ooit kon worden gewrocht.
Dat wonder was noodzakelijk voor
de redding onzer ziel.
Wie kon onze eeuwige schuld, die
wij bij God hadden, voor ons bij God
betalen; wie kon de eeuwige straf voor
ons dragen en met een „Het is vol
bracht" over haar triumfeeren; wie
kon de oneindige kracht van de ban
den des eeuwigen doods voor ons bre
ken en te niet doen; wie kon al dat on
eindige, dat eeuwig-zware doen en lij
den dan Hij, Die Zelf eeuwig en on
eindig is. en wie is dat anders dan
God alleen?
Daarom moest God mensch worden,
indien er ook maar ééne menschen-
ziel zou worden gered.
't Wonder van Bethlehem kon niet
worden gemist. De last onzer zonden
en onzer schuld bleef anders eeuwig
drukken, en het wonder onzer redding
van den dood ware eeuwig onmoge-
lijk geweest.
Maar nu is dit wonder geschied en
God is mensch geworden, nu kunnen
er meer wonderen plaats vinden.
Ook dit wonder, dat God Zich heeft
verzoend met het menschelijk ge
slacht, namelijk in Christus, Die de
eeuwige last van zonde en schuld en
straf heeft overgenomen en ten volle
gedragen.
Niet, dat ieder menschenkind, hoofd
voor hoofd, aan dat wonder deel zal
hebben.
Velen, ach zoovelen, zullen zijn als
de dorre bladeren, die in den herfst
van de boomen vallen, en er niet in
j deelen zullen als straks de nieuwe
Lente de aarde weer koestert.
FEUILLETON.
17) o
Tien minuten later was de rent-
j meester vertrokken en begon men in
I het kasteel van de familie von Weling
over hem te fluisteren; wat Hartmann
verteld had, ging van mond tot mond.
Hij moest iedereen te woord staan.
1 Wat waren de verschillende moeders
dankbaar, dat Hartmann juist ter
i rechter tijd gekomen was! Een vage-
bond in 't gezelschap!
Juffrouw Pohl had haar meester op
gewacht. Hij was in zulk een gelukki-
ge stemming van huis gegaan, dat zij
het recht meende te hebben iets bij-
zenders te kunnen vermoeden.
„Is u ziek?" vroeg ze hem, toen hij
thuiskwam en zij hem tegemoet snel-
de. „Lieve help, wat ziet u er uit!"
1 Gratzer antwoordde niet, liep haar
vlug voorbij naar zijn kamer en liet
dt vrouw ontsteld staan. Wat was er
gebeurd? Maar hoe ze ook peinsde en
overdacht, ze kon 't maar niet begrij
pen en ging treurig naar bed.
- Gratzer zat intusschen onbeweeglijk
in zijn kamer. Het eene uur verstreek
ra het andere. Hij steunde zijn hoofd
met de handen en keek somber voor
ich uit. Nu eens vlamden zijn oogen
van toorn en hartstocht, dan vertrok
mond zich weer verachtelijk, en
Dat zijn allen, die buiten Jezus le
ven en sterven. Zij hebben geen toe
komst meer.
Hunner is het eeuwig verderf.
Maar wat uit Christus opbloeit, zal
als een vernieuwde menschheid, weer
een toekomst hebben, een eeuwige toe
komst, waarin geen nacht meer zijn
zal, ook niet meer de nacht van den
dood.
Dat is het deel van allen, die in
Christus gelooven.
Ook dit wonder zal nu gebeuren,
dat de aarde wordt vernieuwd, en
eeuwiglijk als een bloeiend en onver
gankelijk Paradijs zich zal uitbreiden
onder een vernieuwden hemel.
Werd de aarde een woestijn om de
zonde van den mensch, draagt ze
doornen en distelen, omdat wij de.
Bron des levens verlaten hebben, ze
zal weer een Hof des Heeren worden
voor het geslacht, dat zijn God terug
mocht vinden en door en in Christus
met dien God hereenigd werd.
Dan geen storm en onweder meer,
geen aardbeving en geen watervloed.
Hoort, wat Johannes, Patmos' zie
ner, zegt. En ik zag een nieuwen he
mel en een nieuwe aarde; want de
eerste hemel en de eerste aarde was
voorbij gegaan, en de zee was niet
meer.
Boeiend schoon zal die aarde dan
zijn. Zich eeuwiglijk badend in den
glans van Hem, Die Zelf het Licht
voor Zijn volk zal wezen, zoodat geen
zon en geen maan meer noodig zullen
zijn.
Ja, nu dat wonder is geschied, dat
God mensch werd, nu is ock dit won
der mogelijk, dat gij, die dit leest, ook
eenmaal zult ingaan in de poort dier
stad, die als het Nieuw Jeruzalem
zich eeuwig in den glans van haren
God verheugen zal.
Ook dit is mogelijk, 'dat uw hart,
in zonde-droefheid gebroken en in
Christus ruste zoekend, nog jubelen
mag in de vrijheid van de kinderen
Gods.
Ach. ons hart kan zoo koud en dor
zijn. Zoo vol van aardsche gedachten
en wereldsche beslommeringen. Zoo
gedurig zich uitstrekkend naar de
dingen des tegenwoordigen levens, en
waarvan we toch weten, dat ze voor-
bii gaan.
We twijfelen soms: ken ik mijne
zonden wel, is er bii mij wel de ware
droefheid en begeerte naar God?
Het kan voor een ziel zoo duister
zijn.
Maar in Bethlehpms wonder heeft
God getoond, dat bij Hém alle dingen
mos-eliik zijn.
Ook de redding uwer ziel.
Want Bethlehems Kindeke heet
Wonder, en Het is een Wonder, ja het
is het groote Wonder, dat God hèeft
heid hemel en aarde met aanbidding
gewrocht, en d£t tot in alle eeuwig
en dankzegging vervullen zal.
En nu zal ieder, die dit wonder aan
grijpt. en zich als een arm zondaar
aan dien Christus toevertrouwt, naar
Gods belofte zijnen God terugvinden
en zelf. door het wonder der redding,
eeuwiglijk met al Gods Volk een won-
derteeken zijn.
JEZUS.
Wie is op aard gekomen,
Hoog uit den hemel neer?
Wie heeft ons opgenomen
In Zijne liefde teer?
Wie heeft voor Ons gegeven
Zijn leven in den dood?
Voor ons, die steeds misdreven,
Misdreven, ach, zoo snood?
Wie is ten derden dage
Verwinnend opgestaan?
Wie zal ten jongsten dage
Ons graf doen opengaan?
Wie voer van 't aardsch gewemel
Omhoog in Godes kracht?
Wie heerscht nu in den hemel
En heeft er alle macht?
Wie schrijft nu Zijn geboden
Den zondaar in het hart?
Wie kent ons aller nooden
En lenigt onze smart?
Wie zal eens wederkomen
In koninklijke pracht,
Ten troost van alle vromen.
Die steunen op Zijn macht?
toen de morgen aanbrak, was er een
koude vastberadenheid in zijn oogen
te lezen. Hij stond aan hetzelfde ven
ster waar hij gisteren gestaan had,
verzonken in herinneringen en opge
beurd door toekomstbeelden, en nu
was alles veranderd! Thans waren het
geen verlokkende toekomstbeelden,
die voor zijn oogen opdoemden, geen
gevoel van trot en geluk vervulde zijn
hart. Donker laa het leven voor hem,
en de nacht van de toekomst werd al
leen verlicht door den gloed van de
haat.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Het plan, dat Gratzer dezen nacht
gemaakt had, wilde hij ten uitvoer
brengen. Alsof er niets gebeurd ware,
deed hij den volgenden morgen zijn
werk en sprak hij met de arbeiders.
Hoofdschuddend keken deze hem na.
Mijnheer de rentmeester was anders
cl an gewoonlijk, maar wat er aan ha
perde, wisten ze niet recht. Juffrouw
Pohl, die brandde van nieuwsgierig
heid om iets te hooren, waagde het
niet, iets aan haar meester te vragen.
Zij was bang voor hem, want nog nim
mer had zij hem zoo akelig somber
gezien. Om elf uur had Gratzer de sle
de besteld, en keurig gekleed ging hij
naar het buiten van den heer Gahde.
Hij had freule Anna gisteren duide
lijk genoeg van zijn liefde gesproken,
eii zij had hem duidelijk genoeg ge
toond, dat deze beantwoord werd He
den wilde hij haar hand aan haar
't Is Jezus, aller heeren
En eng'len Opperheer.
Al 't schepsel moet. Hem eeren,
En buigen voor Hem neer.
Der vaad'ren grootst verlangen,
Den Vorst van Israël,
Hallelujah! Mijn zangen.
Prijst dien Immanuël!
J. DE LIEFDE.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Surhuisterveen: de
heer M. Onnes, candidaat te Leiden
Te Oudemirdum: B. G. C. Steenbeek,
te Wierden Te Hijlaard: G. H. J.
Bonke, te Oldelamer Te Lage Vuur
srhe: W. L. Mulder, te Voorthuizen
Te Ransdorp: W. H. Walvaart, cand.
te Amsterdam Te Apeldoorn en Het
Loo: J. v. d. Wall, te Groningen.
Aangenomen, naar Rijnsater-
woude: C. de Bruin, candidaat te Rot
terdam Naar Winterswijk (toez.): A.
G. Kloots, te Roderwolde (Dr.). Naar
Lunteren H. J. van Schuppen, te Oude
water.
Bedankt, voor Brandwijk: H. J.
van Schuppen, te Oudewater.
GEREF. KERKEN.
Bedankt, voor Hasselt: J. Maas
kant, te Echten (Fr.).
BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID.
Ds. A. Wartena hoopt 27 Jan. af
scheid te nemen van de Ned. Herv.
Gem. van Hieuw-Dordreclit, om 3 Febr.
d.a.v. te Borne zijn intrede te doen, al
waar hij de opvolger wordt van ds. D.
Kuilman, die naar Leiden vertrok.
DE GEREF. KERKEN IN H. V.
Van de voortgezette classis-vergade-
ring der Geref. Kerken in H. V. werd
het volgende communiqué uitgegeven:
De voortgezette vergadering werd
om 10 uur op de gebruikelijke wijze
geopend. Zij ging terstond in comité-
generaal.
ïn de openbare vergadering kwam
allereerst aan de orde de regeling der
predikdiensten en der daaraan ver
honden kosten. Hieromtrent waren
voorstellen ter tafel van de kerken van
's-Gravenhage en Leeuwarden, bene
vens adviezen van de deputaten, die
rapport hadden uitgebracht inzake de
vraag of splitsing der classis ge-
vrenscht zou zijn. Besloten werd de
regeling centraal te doen zijn en in
handen te geven van 4 deputaten, door
eiken kring één aan te wijzen.
Een regeling van de kerkvisitatie
werd vastgesteld.
De werkzaamheid inzake een nieu
we formulier der kerkelijke orde
werd voorloopig aan de deputaten ad
hoe overgelaten.
Gezien het verzoek van een aantal
broeders uit Arnhem aan de classis,
om zoo spoedig mogelijk ook te Arn
hem predikdiensten vanwege de ker
ken (H.V.) te mogen ontvangen, werd
besloten daartoe over te gaan.
Verschillende rapporten werden
uitgebracht.
De volgende classisvergadering zal
worden gehouden óp den 2den Dins
dag van Juni 1929,
Na rondvraag en vaststelling van
kort verslag en persveflag werd de
vergadeing öp de gewone wijze geslo
ten.
S. BOORSMA. f
Men schrijft aan de Nederl.
Te Hilligersberg is, 79 jaar oud over
leden de heer S. Boorsma, rustend
hoofd eener Chr. school te Nijkerk.
De overledene die 22 Febr. 1849 te
Montfoort geboren werd, arbeidde als
openbaar onderwijzer, te Haastrecht,
Sliedrecht, IJsselstein, Zijpe en Zeist,
waarna hij tot het Chr. onderwijs over
ging en als hoofd arbeidde te Berg-
Ambacht, Renkum, Randwijk en van
1902 tot 1917 te Nijkerk, waar hij met
pensioen ging. Aan de Chr. Normaal
lessen te Zetten—Eist was hij leeraar.
VERBAND KERK EN SCHOOL.
Te Leeuwarden heeft de Kerkeraad
der Geref. Kerk, naar aanleiding van
een gehouden Kerkvisitatie,- de zaak
besproken van het verband tusschen
Kerk en School. Er was n.l. gevraagd,
op welke wijze de Kerkeraad er zich
oudebs vragen. Dit plan had hij ge
maakt en wilde hij ten uitvoer bren
gen.
Zoo óver alles nadenkende, lachte
hij hardop en verschrikt keek de koet
sier om, meenende, dat de rentmees
ter zijn verstand verloren had.
Toen de slede voor het huis van den
heer Gahde stilhield, kwam geen en
kele knecht aanloopen, zoo als anders
altijd het geval was. Alles bleef stil.
Gratzer was niet verwonderd, hij had
niet anders verwacht. Hij steég uit en
trad binnen. Ietwat verlegen kwam
hem een knecht tegemoet, en toen
Gratzer naar zijn meester vroeg, werd
hem gezegd: „Het speet mijnheer erg,
maar hij was vandaag voor niemand
to spreken".
,,'t Komt er niet op aan", antwoord
de Gratzer, terwijl hij zich op de lip
pen beet. „Naar huis!" beval hij zijn
koetsier, toen hij weder plaats had ge
nomen in de slede.
Thuis gekomen, ging hij onmiddel
lijk aan zijn bureau zitten en vroeg
schriftelijk aan den heer Gahde om de
hand zijner dochter. Tevens schreef
hij, dat zijn wensch zeker al lang geen
geheim meer was, en dat hij sedert
gisteren zeker was van de liefde van
freule Anna.
Wederom lachte hij luid, toen hij
zijn brief af had. Hij verzegelde hem
er. zond er aadelijk een bode mede
weg. Daarop nam hij weer zijn hoofd
in de handen en hralde diep adem; het
van overtuigd© of er aan de Scholen,
waar de gedoopt© kinderen der Ge
meente werden onderwezen, onder
richt werd gegeven zooals de afgelegde
Doopbelofte dat eischte. Ondersteld
werd dat het met het onderwijs in or
de zou zijn. Maar officieel weet d©
Kerkeraad toch van niets. Geoordeeld
"werd, dat zulks niet mocht blijven
voortduren. Daarom wordt nu contact
met de Schoolbesturen gezocht.
DE EVANG. KERK IN POLEN.
Volgens de „Diaspora" heeft de
Poolsche regeering haar goedkeuring
gehecht aan een reglement der
(I)uitsch) Evangel. Kerk in Polen. On
langs heeft de daarop gekozen Synode
vergaderd. Er waren tegenwoordig 79
leden, 40 predikanten en 39 gemeente
leden, voorts een oud-Pruisische Unie.
Verwacht mag worden, dat nu een
einde komen zal aan de vele verwik-'
kelingen tusschen dit kerkgenootschap
en de regeering.
S T ATEN-GENERA AL.
TWEEDE KAMER.
(Vergadering van gisteren).
Belegging van gelden.
Het ontwerp tot nadere regeling van
de belegging van gelden van Rijks
fondsen en instellingen wordt aange
nomen z. h. st.
De heer GERHARD (S. D.) vraagt 'n
interpellatie aan over de schoolkwes
tie te Murmerwoude. Over het verzoek
wordt Dinsdag beslist.
Een groot aantal wetsontwerpen en
conclusies worden eveneens aangeno
men zonder hoofdelijke stemming.
Defensie-begrooting.
Voortgezet wordt de behandeling
van de begrooting van defensie.
De heer J. J. C. VAN DIJK (A. R.)
meent, dat van fusie der militaire de
partementen geen sprake is, doch
slechts van een nevenschikking, zoo
dat de bezuiniging niet groot zal zijn.
Hij hoopt, dat de minister geen be
slissing zal nemen over de concentra
tie van de vliegdiensten, zonder er
de Kamer in te hebben gekend.
Spr. heeft ernstig bezwaar tegen
het steeds verminderen van posten
voor nieuwen aanbouw.
Spr. dringt aan op een reserve in
Nederland voor datgene, wat in Indië
wordt gebruikt.
Wat de Gelderland betreft, acht spr
het bedenkelijk, dat dit schip in Indië
opleidingsschip moet wezen.
Voor uitbreiding van het vliegmate-
riaal zijn geen gelden uitgetrokken,
terwijl het aantal vliegtuigen overja
rig is. Spr. dringt er op aan, dat men
meer zal letten op de nieuwe gevechts-
vormen bij de landmacht.
De heer VAN ZADELHOFF (S. D.)
pleit voor nationale ontwapening ter
bevordering van de internatioale^ ont
wapening. Hij sluit zich aan bij den
aandrang op verbod van verkoop van
sterken drank in kampementen,
Spr. komt dan terug op het ontwa-
peningsvraagstuk en betoogt, dat de
ontwapenaars steeds meer aanhang
verwerven en steun krijgen, ook bui
ten de kringen der sociaal-democra
ten. Spr. wijst o.m. op de beweging
van „Kerk en Vrede", waarbij 160 pre
dikanten zijn aangesloten, onder wie
zeker 20 pet. orthodox. Spr. hoopt, dat
hier binnenkort in plaats van een mi
nister van Defensie zal komen een
minister van Liquidatie.
De heer OUD (V. D.) bepleit het lot
der oud-gepensionneerden en vraagt
speciale aandacht voor de invaliden
en voor de vrijwilligers bij den land
storm, die voor 1922 werden gepensi-
onneerd.
Het is wel zeker, dat bij de formatie
die de bewapening wil beperken, niet
van een formatie van een règeering,
valt te rekenen op den Vrijheidsbond,
de C. H. en de A. R.
Met de Katholieken staat het an
ders, Die verkeeren ten aanzien van
het ontwapeningsvraagstuk altijd in
een moeilijke positie. Zij doen in ieder
geval niet mee aan het organiseeren
van een werkelijk goed uitgeruste oor
logsweermacht.
Dat is wel gebleken bij de behande
ling van de dienstplichtwet.
De heer ARTS (R. K. P. V.) meent,
dat er nog veel meer bezuinigd kan
worden op leger en vloot. De (jintwa-
was hem alsof hij stikken zou. Er was
nog zooveel te doen, dat in koelen
bloede gebeuren moest, maar weldra
zou het uur van verlossing slaan en
zou bij zijn gevoel van wraak kunnen
botvieren.
Terwijl hij op den terugkeer van den
bode zat te wachten, zag hij in de verte
een slede aankomen. Hij kende haar,
het was die van de Welings. En nu
herkende hij ook de inzittenden: de
heer Von Weling en den ouden predi
kant. Zij kwamen bij hem om hem te
tconen, dat hij in hun oogen vandaag
niet anders was dan gisteren. Hij be
greep het, want hij kende die heide
mannen en hunne gezindheid, maar
toch wilde hij ze niet zien en niet mei
iien spreken. Het maakte zijn bloed
aan 't koken, wanneer hij bedacht, dat
er een oogenhlik gekomen was, waar
op twee van hen het noodig keurden
hem te toonen, dat zij, niettegenstaan
de zijn verleden, het met hem hielden.
Hij hegeerde noch deelneming noch
medelijden; elk teeder gevoel was se
dert gisterenavond geheel en al in
hem verstompt.
Haastig trok hij aan de schel. Ver
schrikt snelde juffrouw Pohl toe, zoo
gauw als haar zwaarlijvigheid het toe
liet.
„De heer Von Weling en de dominee
komen", reide Gratzer kortaf; „maar
ik ben voor niemand te spreken, ver
staat ge, voor niemand!"
Hij wierp de deur toe en schoof de
peningsgedachte is volgens spr. van
katholieken oorsprong. De minister is
zeker een bevorderaar van de vredes-
gedaclite, maar toch dient geconsta
teerd, dat onder zijn ministerie het
militairisme in ons land eer is toege
nomen dan verminderd.
De heer L. DE VISSER (C. P.) zegt,
dat men aan het debat goed kon mer
ken, dat het tegen de verkiezingen
gaat, waar de verschillende partijen
nog eens uitvoerig hun standpunt
uiteenzetten. Hij meent, dat het stand
punt van zijn partij bekend is.
Wie waarachtig ontwapenaar wil
zijn, moet zijn revoiutionnair.
Ten slotte dient spr. een motie in
om dengenen, die bij de marine op ar
beidscontract werkzaam zijn langer
d-an een jaar, een vaste aanstelling te
geven (dezelfde motie, welke hij in
diende bij de begrooting van financi
en).
De motie wordt niet ondersteund en
dus niet behandeld.
De heer SNOECK HENKEMANS (C.
H.) zegt, dat het debat bewijst, hoe
verkeerd de fusie van oorlog en ma
rine is geweest. Thans moet alles door
elkaar en tegelijk besproken worden.
Spr. wijst op de voorname taak van
onze marine in Indië, n.l. zoo noodig
optreden ter handhaving van het ge
zag. Daarom moet de marine aan ze
kere sterkte voldoen.
De heer TILANUS (C. H.) blijft de
fusie der militaire departementen een
fout van het Kabinet achten met het
oog op het belang onzer marine.
Spr. wijst op de wenschelijkheid,
dat bij detacheering van het 2de regi
ment veldartillerie te Oldenbroek aan
de gehuwden meer gelegenheid wordt
gegeven, zich naar hun woning te 's
Gravenhage te begeven.
De VOORZITTER deelt mede. dat,
als spr. nog is ingeschreven, de heer
Brautigam.
Spr. stelt voor, de behandeling voort
te zetten op Dinsdagavond.
Aldus wordt besloten.
De vergadering wordt te 7.08 uur
verdaagd tot Dinsdag 1 uur.
LUCHTVAART.
LUCHTVERKEER.
Schiphol, de luchthaven van Am
sterdam, is in November aangedaan
door 338 vliegtuigen van het regelma
tige burgerluchtverkeer en door 218
militaire vliegtuigen van leger en ma
rine, terwijl 10 extra vliegtuigen aan
kwamen en vertrokken.
Voorts had er nog een aantal proef-
en rondvluchten plaats.
Het aantal aangekomen, vertrokken
en transito-passagiers over November
bedraagt 411 (tegenover 255 in Nov.
1927).
Aan goederen, post enz. is vervoerd
52.100 K.G. (tegenover 32.500 K.G. in
November 1927).
Waalhaven, de luchthaven van Rot
terdam. is in die maand aangedaan
door 181 verkeersvliegtuigen en door
50 miliaire, terwijl er 16 speciale vluch
ten (proef- en photovluchten) met cl©
vliegtuigen van de K. L. M. plaats had
den, 98 vluchten met Pan dervliegtui
gen van de Rotterdamsche Aeroclub
en 27 vluchten met particuliere vlieg
tuigen.
Het aantal bezoekers hpdroeg 920.
RADIO-NIEUWS.
WELTEVF EN SPREKEND MET
STOCKHOLM.
Naar aanleiding van het telegram
dat zeer geslaagde proefgesprekken
gehouden zijn tusschen Weltevreden
en Stockholm, wordt verzocht er op
te wijzen, dat deze gesprekken afge
wikkeld werden via de Nederlandsche
zend- en ontvang-installa.ties te Koot
wijk en Meijendell.
Kruisspreken is alleen mogelijk via
de Nederlandsche en de Nederlandsch
Indische zend- en ontvang-inrichingen
en Nederland is het eenige land ter
wereld, dat een dergelijke verbinding
tusschen Moederland en de overzee-
sche gewesten rijk is.
Ook het gesprek, dat Prinses Astrid
en haar gemaal met de koninklijke
familie in Zweden zullen voeren, zal
via Kootwijk en Meijendell tot stand
worden gebracht.
knip er op. Juffrouw Pohl beefde over
a! haar leden en was nauwelijks in
staat de beide heeren t$ woord te
slaan, die inmiddels aangekomen
waren.
De heer Von Weling keek den predi
kant veelzeggend aan. „Ik heb 't u wel
gezegd. Nu, laten we hopen een andere
keer gelukkiger te zullen zijn. Groet
den rentmeester", riep hij juffrouw
Pohl toe, „en zeg hem, dat we spoedig
terug denken te komen".
Een half uur later kwam de bode
terug.
„Het spijt mij u te moeten zeggen,
dat ik wenschen voor mijn dochter
koester, welke mij niet toestaan uw
verzoek in te willigen. Hoogachtend,
Gahde". Zoo luidde het antwoord.
Gratzer verscheurde den brief en
ging aan zijn bureau zitten. Zijn eerste
gedachte was geweest, onmiddellijk d©
streek te verlaten; maar hij had d©
zaak overwogen en wilde niet lafhar
tig vluchten voor deze kennissen, die
hij nu zoo diep verachtte, dat hij er
geen woorden voor kon. vinden. Aan
den baron schreef hij, dat deze zoo
spoedig mogelijk naar een anderen
rentmeester moest omzien, aangezien
hij, zoo gauw er een plaatsvervanger
voor hem gevonden zou zijn, zijn be
trekking wenschte neer te leggen.
Daarna leefde hij weder van den
eenen dag op den anderen en sprak
niet meer dan wat strikt noodzakelijk
was.