NI1UWE EEIESCHE COURAM UIT DE SCHRIFTEN De vreemde landlooper van ZATERDAG 15 DEC. 1928 TWEEDE BLAD. WONDER. (Advent). En men noemt Zijnen naam Wonderlijk. Jes. 9 5. Onze namen hebben over het alge meen geen beteekenis meer. De namen van onzen Heiland druk ken echter uit, wie Hij is, ze zijn als zoovele heldere spiegels, waarin zich weerkaatst de rijkdom der genade, die in Hem is. Hij draagt vele namen. W ant de volheid, die in Hem is, kan in één enkelen naam niet worden sa- mengeperst. Daar zijn vele namen noodig om ons iets te leeren, van wat Hij voor de Zijnen is. En dan weten we nog maar een klein stukske der zaak! Hier lezen we, dat Zijn Naam is Wonderlijk, of, nauwkeuriger ver taald, „Wonder". Ja, zoo moet Hij heeten. Want dat is Hij in den volsten en diepsten zin van het woord: God en mensch in één persoon vereenigd! Och, we zijn aan deze waarheid ge woon geraakt, omdat we haar van jongsaf hebben gehoord. Maar moesten we niet beven van ontroering, bij de gedachte, dat de Eeuwige, volzalige God, Die in een on toegankelijk licht woont, in den Twee den Persoon van Zijn heerlijk Wezen ons vleesch en bloed heeft aangeno men. en als een Kindek© daar heeft neergelegen in Bethlehems kribbe? Indien daar plotseling een Engel voor onze oogen verscheen, hoe zou den we verschrikt worden, en allicht ontzet ter aarde neder vallen. Maar duizend en wederom duizend maal grooter en wonderlijker is wat daar in Bethlehem geschiedde, toen daar de waarachtige Zone Gods ons vleesch aannam, ons in alles gelijk werd, uitgenomen de zonde! Daarom heet Hij „Wonder". Want Hij is het grootste wonder, dat ooit kon worden gewrocht. Dat wonder was noodzakelijk voor de redding onzer ziel. Wie kon onze eeuwige schuld, die wij bij God hadden, voor ons bij God betalen; wie kon de eeuwige straf voor ons dragen en met een „Het is vol bracht" over haar triumfeeren; wie kon de oneindige kracht van de ban den des eeuwigen doods voor ons bre ken en te niet doen; wie kon al dat on eindige, dat eeuwig-zware doen en lij den dan Hij, Die Zelf eeuwig en on eindig is. en wie is dat anders dan God alleen? Daarom moest God mensch worden, indien er ook maar ééne menschen- ziel zou worden gered. 't Wonder van Bethlehem kon niet worden gemist. De last onzer zonden en onzer schuld bleef anders eeuwig drukken, en het wonder onzer redding van den dood ware eeuwig onmoge- lijk geweest. Maar nu is dit wonder geschied en God is mensch geworden, nu kunnen er meer wonderen plaats vinden. Ook dit wonder, dat God Zich heeft verzoend met het menschelijk ge slacht, namelijk in Christus, Die de eeuwige last van zonde en schuld en straf heeft overgenomen en ten volle gedragen. Niet, dat ieder menschenkind, hoofd voor hoofd, aan dat wonder deel zal hebben. Velen, ach zoovelen, zullen zijn als de dorre bladeren, die in den herfst van de boomen vallen, en er niet in j deelen zullen als straks de nieuwe Lente de aarde weer koestert. FEUILLETON. 17) o Tien minuten later was de rent- j meester vertrokken en begon men in I het kasteel van de familie von Weling over hem te fluisteren; wat Hartmann verteld had, ging van mond tot mond. Hij moest iedereen te woord staan. 1 Wat waren de verschillende moeders dankbaar, dat Hartmann juist ter i rechter tijd gekomen was! Een vage- bond in 't gezelschap! Juffrouw Pohl had haar meester op gewacht. Hij was in zulk een gelukki- ge stemming van huis gegaan, dat zij het recht meende te hebben iets bij- zenders te kunnen vermoeden. „Is u ziek?" vroeg ze hem, toen hij thuiskwam en zij hem tegemoet snel- de. „Lieve help, wat ziet u er uit!" 1 Gratzer antwoordde niet, liep haar vlug voorbij naar zijn kamer en liet dt vrouw ontsteld staan. Wat was er gebeurd? Maar hoe ze ook peinsde en overdacht, ze kon 't maar niet begrij pen en ging treurig naar bed. - Gratzer zat intusschen onbeweeglijk in zijn kamer. Het eene uur verstreek ra het andere. Hij steunde zijn hoofd met de handen en keek somber voor ich uit. Nu eens vlamden zijn oogen van toorn en hartstocht, dan vertrok mond zich weer verachtelijk, en Dat zijn allen, die buiten Jezus le ven en sterven. Zij hebben geen toe komst meer. Hunner is het eeuwig verderf. Maar wat uit Christus opbloeit, zal als een vernieuwde menschheid, weer een toekomst hebben, een eeuwige toe komst, waarin geen nacht meer zijn zal, ook niet meer de nacht van den dood. Dat is het deel van allen, die in Christus gelooven. Ook dit wonder zal nu gebeuren, dat de aarde wordt vernieuwd, en eeuwiglijk als een bloeiend en onver gankelijk Paradijs zich zal uitbreiden onder een vernieuwden hemel. Werd de aarde een woestijn om de zonde van den mensch, draagt ze doornen en distelen, omdat wij de. Bron des levens verlaten hebben, ze zal weer een Hof des Heeren worden voor het geslacht, dat zijn God terug mocht vinden en door en in Christus met dien God hereenigd werd. Dan geen storm en onweder meer, geen aardbeving en geen watervloed. Hoort, wat Johannes, Patmos' zie ner, zegt. En ik zag een nieuwen he mel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbij gegaan, en de zee was niet meer. Boeiend schoon zal die aarde dan zijn. Zich eeuwiglijk badend in den glans van Hem, Die Zelf het Licht voor Zijn volk zal wezen, zoodat geen zon en geen maan meer noodig zullen zijn. Ja, nu dat wonder is geschied, dat God mensch werd, nu is ock dit won der mogelijk, dat gij, die dit leest, ook eenmaal zult ingaan in de poort dier stad, die als het Nieuw Jeruzalem zich eeuwig in den glans van haren God verheugen zal. Ook dit is mogelijk, 'dat uw hart, in zonde-droefheid gebroken en in Christus ruste zoekend, nog jubelen mag in de vrijheid van de kinderen Gods. Ach. ons hart kan zoo koud en dor zijn. Zoo vol van aardsche gedachten en wereldsche beslommeringen. Zoo gedurig zich uitstrekkend naar de dingen des tegenwoordigen levens, en waarvan we toch weten, dat ze voor- bii gaan. We twijfelen soms: ken ik mijne zonden wel, is er bii mij wel de ware droefheid en begeerte naar God? Het kan voor een ziel zoo duister zijn. Maar in Bethlehpms wonder heeft God getoond, dat bij Hém alle dingen mos-eliik zijn. Ook de redding uwer ziel. Want Bethlehems Kindeke heet Wonder, en Het is een Wonder, ja het is het groote Wonder, dat God hèeft heid hemel en aarde met aanbidding gewrocht, en d£t tot in alle eeuwig en dankzegging vervullen zal. En nu zal ieder, die dit wonder aan grijpt. en zich als een arm zondaar aan dien Christus toevertrouwt, naar Gods belofte zijnen God terugvinden en zelf. door het wonder der redding, eeuwiglijk met al Gods Volk een won- derteeken zijn. JEZUS. Wie is op aard gekomen, Hoog uit den hemel neer? Wie heeft ons opgenomen In Zijne liefde teer? Wie heeft voor Ons gegeven Zijn leven in den dood? Voor ons, die steeds misdreven, Misdreven, ach, zoo snood? Wie is ten derden dage Verwinnend opgestaan? Wie zal ten jongsten dage Ons graf doen opengaan? Wie voer van 't aardsch gewemel Omhoog in Godes kracht? Wie heerscht nu in den hemel En heeft er alle macht? Wie schrijft nu Zijn geboden Den zondaar in het hart? Wie kent ons aller nooden En lenigt onze smart? Wie zal eens wederkomen In koninklijke pracht, Ten troost van alle vromen. Die steunen op Zijn macht? toen de morgen aanbrak, was er een koude vastberadenheid in zijn oogen te lezen. Hij stond aan hetzelfde ven ster waar hij gisteren gestaan had, verzonken in herinneringen en opge beurd door toekomstbeelden, en nu was alles veranderd! Thans waren het geen verlokkende toekomstbeelden, die voor zijn oogen opdoemden, geen gevoel van trot en geluk vervulde zijn hart. Donker laa het leven voor hem, en de nacht van de toekomst werd al leen verlicht door den gloed van de haat. ZEVENDE HOOFDSTUK. Het plan, dat Gratzer dezen nacht gemaakt had, wilde hij ten uitvoer brengen. Alsof er niets gebeurd ware, deed hij den volgenden morgen zijn werk en sprak hij met de arbeiders. Hoofdschuddend keken deze hem na. Mijnheer de rentmeester was anders cl an gewoonlijk, maar wat er aan ha perde, wisten ze niet recht. Juffrouw Pohl, die brandde van nieuwsgierig heid om iets te hooren, waagde het niet, iets aan haar meester te vragen. Zij was bang voor hem, want nog nim mer had zij hem zoo akelig somber gezien. Om elf uur had Gratzer de sle de besteld, en keurig gekleed ging hij naar het buiten van den heer Gahde. Hij had freule Anna gisteren duide lijk genoeg van zijn liefde gesproken, eii zij had hem duidelijk genoeg ge toond, dat deze beantwoord werd He den wilde hij haar hand aan haar 't Is Jezus, aller heeren En eng'len Opperheer. Al 't schepsel moet. Hem eeren, En buigen voor Hem neer. Der vaad'ren grootst verlangen, Den Vorst van Israël, Hallelujah! Mijn zangen. Prijst dien Immanuël! J. DE LIEFDE. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Surhuisterveen: de heer M. Onnes, candidaat te Leiden Te Oudemirdum: B. G. C. Steenbeek, te Wierden Te Hijlaard: G. H. J. Bonke, te Oldelamer Te Lage Vuur srhe: W. L. Mulder, te Voorthuizen Te Ransdorp: W. H. Walvaart, cand. te Amsterdam Te Apeldoorn en Het Loo: J. v. d. Wall, te Groningen. Aangenomen, naar Rijnsater- woude: C. de Bruin, candidaat te Rot terdam Naar Winterswijk (toez.): A. G. Kloots, te Roderwolde (Dr.). Naar Lunteren H. J. van Schuppen, te Oude water. Bedankt, voor Brandwijk: H. J. van Schuppen, te Oudewater. GEREF. KERKEN. Bedankt, voor Hasselt: J. Maas kant, te Echten (Fr.). BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. Ds. A. Wartena hoopt 27 Jan. af scheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. van Hieuw-Dordreclit, om 3 Febr. d.a.v. te Borne zijn intrede te doen, al waar hij de opvolger wordt van ds. D. Kuilman, die naar Leiden vertrok. DE GEREF. KERKEN IN H. V. Van de voortgezette classis-vergade- ring der Geref. Kerken in H. V. werd het volgende communiqué uitgegeven: De voortgezette vergadering werd om 10 uur op de gebruikelijke wijze geopend. Zij ging terstond in comité- generaal. ïn de openbare vergadering kwam allereerst aan de orde de regeling der predikdiensten en der daaraan ver honden kosten. Hieromtrent waren voorstellen ter tafel van de kerken van 's-Gravenhage en Leeuwarden, bene vens adviezen van de deputaten, die rapport hadden uitgebracht inzake de vraag of splitsing der classis ge- vrenscht zou zijn. Besloten werd de regeling centraal te doen zijn en in handen te geven van 4 deputaten, door eiken kring één aan te wijzen. Een regeling van de kerkvisitatie werd vastgesteld. De werkzaamheid inzake een nieu we formulier der kerkelijke orde werd voorloopig aan de deputaten ad hoe overgelaten. Gezien het verzoek van een aantal broeders uit Arnhem aan de classis, om zoo spoedig mogelijk ook te Arn hem predikdiensten vanwege de ker ken (H.V.) te mogen ontvangen, werd besloten daartoe over te gaan. Verschillende rapporten werden uitgebracht. De volgende classisvergadering zal worden gehouden óp den 2den Dins dag van Juni 1929, Na rondvraag en vaststelling van kort verslag en persveflag werd de vergadeing öp de gewone wijze geslo ten. S. BOORSMA. f Men schrijft aan de Nederl. Te Hilligersberg is, 79 jaar oud over leden de heer S. Boorsma, rustend hoofd eener Chr. school te Nijkerk. De overledene die 22 Febr. 1849 te Montfoort geboren werd, arbeidde als openbaar onderwijzer, te Haastrecht, Sliedrecht, IJsselstein, Zijpe en Zeist, waarna hij tot het Chr. onderwijs over ging en als hoofd arbeidde te Berg- Ambacht, Renkum, Randwijk en van 1902 tot 1917 te Nijkerk, waar hij met pensioen ging. Aan de Chr. Normaal lessen te Zetten—Eist was hij leeraar. VERBAND KERK EN SCHOOL. Te Leeuwarden heeft de Kerkeraad der Geref. Kerk, naar aanleiding van een gehouden Kerkvisitatie,- de zaak besproken van het verband tusschen Kerk en School. Er was n.l. gevraagd, op welke wijze de Kerkeraad er zich oudebs vragen. Dit plan had hij ge maakt en wilde hij ten uitvoer bren gen. Zoo óver alles nadenkende, lachte hij hardop en verschrikt keek de koet sier om, meenende, dat de rentmees ter zijn verstand verloren had. Toen de slede voor het huis van den heer Gahde stilhield, kwam geen en kele knecht aanloopen, zoo als anders altijd het geval was. Alles bleef stil. Gratzer was niet verwonderd, hij had niet anders verwacht. Hij steég uit en trad binnen. Ietwat verlegen kwam hem een knecht tegemoet, en toen Gratzer naar zijn meester vroeg, werd hem gezegd: „Het speet mijnheer erg, maar hij was vandaag voor niemand to spreken". ,,'t Komt er niet op aan", antwoord de Gratzer, terwijl hij zich op de lip pen beet. „Naar huis!" beval hij zijn koetsier, toen hij weder plaats had ge nomen in de slede. Thuis gekomen, ging hij onmiddel lijk aan zijn bureau zitten en vroeg schriftelijk aan den heer Gahde om de hand zijner dochter. Tevens schreef hij, dat zijn wensch zeker al lang geen geheim meer was, en dat hij sedert gisteren zeker was van de liefde van freule Anna. Wederom lachte hij luid, toen hij zijn brief af had. Hij verzegelde hem er. zond er aadelijk een bode mede weg. Daarop nam hij weer zijn hoofd in de handen en hralde diep adem; het van overtuigd© of er aan de Scholen, waar de gedoopt© kinderen der Ge meente werden onderwezen, onder richt werd gegeven zooals de afgelegde Doopbelofte dat eischte. Ondersteld werd dat het met het onderwijs in or de zou zijn. Maar officieel weet d© Kerkeraad toch van niets. Geoordeeld "werd, dat zulks niet mocht blijven voortduren. Daarom wordt nu contact met de Schoolbesturen gezocht. DE EVANG. KERK IN POLEN. Volgens de „Diaspora" heeft de Poolsche regeering haar goedkeuring gehecht aan een reglement der (I)uitsch) Evangel. Kerk in Polen. On langs heeft de daarop gekozen Synode vergaderd. Er waren tegenwoordig 79 leden, 40 predikanten en 39 gemeente leden, voorts een oud-Pruisische Unie. Verwacht mag worden, dat nu een einde komen zal aan de vele verwik-' kelingen tusschen dit kerkgenootschap en de regeering. S T ATEN-GENERA AL. TWEEDE KAMER. (Vergadering van gisteren). Belegging van gelden. Het ontwerp tot nadere regeling van de belegging van gelden van Rijks fondsen en instellingen wordt aange nomen z. h. st. De heer GERHARD (S. D.) vraagt 'n interpellatie aan over de schoolkwes tie te Murmerwoude. Over het verzoek wordt Dinsdag beslist. Een groot aantal wetsontwerpen en conclusies worden eveneens aangeno men zonder hoofdelijke stemming. Defensie-begrooting. Voortgezet wordt de behandeling van de begrooting van defensie. De heer J. J. C. VAN DIJK (A. R.) meent, dat van fusie der militaire de partementen geen sprake is, doch slechts van een nevenschikking, zoo dat de bezuiniging niet groot zal zijn. Hij hoopt, dat de minister geen be slissing zal nemen over de concentra tie van de vliegdiensten, zonder er de Kamer in te hebben gekend. Spr. heeft ernstig bezwaar tegen het steeds verminderen van posten voor nieuwen aanbouw. Spr. dringt aan op een reserve in Nederland voor datgene, wat in Indië wordt gebruikt. Wat de Gelderland betreft, acht spr het bedenkelijk, dat dit schip in Indië opleidingsschip moet wezen. Voor uitbreiding van het vliegmate- riaal zijn geen gelden uitgetrokken, terwijl het aantal vliegtuigen overja rig is. Spr. dringt er op aan, dat men meer zal letten op de nieuwe gevechts- vormen bij de landmacht. De heer VAN ZADELHOFF (S. D.) pleit voor nationale ontwapening ter bevordering van de internatioale^ ont wapening. Hij sluit zich aan bij den aandrang op verbod van verkoop van sterken drank in kampementen, Spr. komt dan terug op het ontwa- peningsvraagstuk en betoogt, dat de ontwapenaars steeds meer aanhang verwerven en steun krijgen, ook bui ten de kringen der sociaal-democra ten. Spr. wijst o.m. op de beweging van „Kerk en Vrede", waarbij 160 pre dikanten zijn aangesloten, onder wie zeker 20 pet. orthodox. Spr. hoopt, dat hier binnenkort in plaats van een mi nister van Defensie zal komen een minister van Liquidatie. De heer OUD (V. D.) bepleit het lot der oud-gepensionneerden en vraagt speciale aandacht voor de invaliden en voor de vrijwilligers bij den land storm, die voor 1922 werden gepensi- onneerd. Het is wel zeker, dat bij de formatie die de bewapening wil beperken, niet van een formatie van een règeering, valt te rekenen op den Vrijheidsbond, de C. H. en de A. R. Met de Katholieken staat het an ders, Die verkeeren ten aanzien van het ontwapeningsvraagstuk altijd in een moeilijke positie. Zij doen in ieder geval niet mee aan het organiseeren van een werkelijk goed uitgeruste oor logsweermacht. Dat is wel gebleken bij de behande ling van de dienstplichtwet. De heer ARTS (R. K. P. V.) meent, dat er nog veel meer bezuinigd kan worden op leger en vloot. De (jintwa- was hem alsof hij stikken zou. Er was nog zooveel te doen, dat in koelen bloede gebeuren moest, maar weldra zou het uur van verlossing slaan en zou bij zijn gevoel van wraak kunnen botvieren. Terwijl hij op den terugkeer van den bode zat te wachten, zag hij in de verte een slede aankomen. Hij kende haar, het was die van de Welings. En nu herkende hij ook de inzittenden: de heer Von Weling en den ouden predi kant. Zij kwamen bij hem om hem te tconen, dat hij in hun oogen vandaag niet anders was dan gisteren. Hij be greep het, want hij kende die heide mannen en hunne gezindheid, maar toch wilde hij ze niet zien en niet mei iien spreken. Het maakte zijn bloed aan 't koken, wanneer hij bedacht, dat er een oogenhlik gekomen was, waar op twee van hen het noodig keurden hem te toonen, dat zij, niettegenstaan de zijn verleden, het met hem hielden. Hij hegeerde noch deelneming noch medelijden; elk teeder gevoel was se dert gisterenavond geheel en al in hem verstompt. Haastig trok hij aan de schel. Ver schrikt snelde juffrouw Pohl toe, zoo gauw als haar zwaarlijvigheid het toe liet. „De heer Von Weling en de dominee komen", reide Gratzer kortaf; „maar ik ben voor niemand te spreken, ver staat ge, voor niemand!" Hij wierp de deur toe en schoof de peningsgedachte is volgens spr. van katholieken oorsprong. De minister is zeker een bevorderaar van de vredes- gedaclite, maar toch dient geconsta teerd, dat onder zijn ministerie het militairisme in ons land eer is toege nomen dan verminderd. De heer L. DE VISSER (C. P.) zegt, dat men aan het debat goed kon mer ken, dat het tegen de verkiezingen gaat, waar de verschillende partijen nog eens uitvoerig hun standpunt uiteenzetten. Hij meent, dat het stand punt van zijn partij bekend is. Wie waarachtig ontwapenaar wil zijn, moet zijn revoiutionnair. Ten slotte dient spr. een motie in om dengenen, die bij de marine op ar beidscontract werkzaam zijn langer d-an een jaar, een vaste aanstelling te geven (dezelfde motie, welke hij in diende bij de begrooting van financi en). De motie wordt niet ondersteund en dus niet behandeld. De heer SNOECK HENKEMANS (C. H.) zegt, dat het debat bewijst, hoe verkeerd de fusie van oorlog en ma rine is geweest. Thans moet alles door elkaar en tegelijk besproken worden. Spr. wijst op de voorname taak van onze marine in Indië, n.l. zoo noodig optreden ter handhaving van het ge zag. Daarom moet de marine aan ze kere sterkte voldoen. De heer TILANUS (C. H.) blijft de fusie der militaire departementen een fout van het Kabinet achten met het oog op het belang onzer marine. Spr. wijst op de wenschelijkheid, dat bij detacheering van het 2de regi ment veldartillerie te Oldenbroek aan de gehuwden meer gelegenheid wordt gegeven, zich naar hun woning te 's Gravenhage te begeven. De VOORZITTER deelt mede. dat, als spr. nog is ingeschreven, de heer Brautigam. Spr. stelt voor, de behandeling voort te zetten op Dinsdagavond. Aldus wordt besloten. De vergadering wordt te 7.08 uur verdaagd tot Dinsdag 1 uur. LUCHTVAART. LUCHTVERKEER. Schiphol, de luchthaven van Am sterdam, is in November aangedaan door 338 vliegtuigen van het regelma tige burgerluchtverkeer en door 218 militaire vliegtuigen van leger en ma rine, terwijl 10 extra vliegtuigen aan kwamen en vertrokken. Voorts had er nog een aantal proef- en rondvluchten plaats. Het aantal aangekomen, vertrokken en transito-passagiers over November bedraagt 411 (tegenover 255 in Nov. 1927). Aan goederen, post enz. is vervoerd 52.100 K.G. (tegenover 32.500 K.G. in November 1927). Waalhaven, de luchthaven van Rot terdam. is in die maand aangedaan door 181 verkeersvliegtuigen en door 50 miliaire, terwijl er 16 speciale vluch ten (proef- en photovluchten) met cl© vliegtuigen van de K. L. M. plaats had den, 98 vluchten met Pan dervliegtui gen van de Rotterdamsche Aeroclub en 27 vluchten met particuliere vlieg tuigen. Het aantal bezoekers hpdroeg 920. RADIO-NIEUWS. WELTEVF EN SPREKEND MET STOCKHOLM. Naar aanleiding van het telegram dat zeer geslaagde proefgesprekken gehouden zijn tusschen Weltevreden en Stockholm, wordt verzocht er op te wijzen, dat deze gesprekken afge wikkeld werden via de Nederlandsche zend- en ontvang-installa.ties te Koot wijk en Meijendell. Kruisspreken is alleen mogelijk via de Nederlandsche en de Nederlandsch Indische zend- en ontvang-inrichingen en Nederland is het eenige land ter wereld, dat een dergelijke verbinding tusschen Moederland en de overzee- sche gewesten rijk is. Ook het gesprek, dat Prinses Astrid en haar gemaal met de koninklijke familie in Zweden zullen voeren, zal via Kootwijk en Meijendell tot stand worden gebracht. knip er op. Juffrouw Pohl beefde over a! haar leden en was nauwelijks in staat de beide heeren t$ woord te slaan, die inmiddels aangekomen waren. De heer Von Weling keek den predi kant veelzeggend aan. „Ik heb 't u wel gezegd. Nu, laten we hopen een andere keer gelukkiger te zullen zijn. Groet den rentmeester", riep hij juffrouw Pohl toe, „en zeg hem, dat we spoedig terug denken te komen". Een half uur later kwam de bode terug. „Het spijt mij u te moeten zeggen, dat ik wenschen voor mijn dochter koester, welke mij niet toestaan uw verzoek in te willigen. Hoogachtend, Gahde". Zoo luidde het antwoord. Gratzer verscheurde den brief en ging aan zijn bureau zitten. Zijn eerste gedachte was geweest, onmiddellijk d© streek te verlaten; maar hij had d© zaak overwogen en wilde niet lafhar tig vluchten voor deze kennissen, die hij nu zoo diep verachtte, dat hij er geen woorden voor kon. vinden. Aan den baron schreef hij, dat deze zoo spoedig mogelijk naar een anderen rentmeester moest omzien, aangezien hij, zoo gauw er een plaatsvervanger voor hem gevonden zou zijn, zijn be trekking wenschte neer te leggen. Daarna leefde hij weder van den eenen dag op den anderen en sprak niet meer dan wat strikt noodzakelijk was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5