!2!iyWE LEIOSCHE COURANT
DONDERDAG 6 DEC. 1928
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Vlaarclingen (4e pred.
plaats), G. Grootjans te Doorwerth, P.
Hofstede te Noordwijkerhout en H.
Mondt te Leiderdorp. Te Hilversum,
(4e pred.-plaats), J. W. Zwaan te Dom
burg, A. C. Diederiks te Kruiningen,
F. J. W. Verheul te Gouda.
Beroepen: Te Hoogeveen, J. A.
van Nie te Zetten. Te Londen, Dr. J.
van Dorp te Enschedé.
Bedankt: Voor Enter, J. A. Klomp
te Oldebroek. Voor Neerlangbtoek en
voor Schelluinen, D. Plantinga te Lin-
schoten.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Lutjegast, H. Brink
te Onderdendam en K. v. d. Meulen
te Kommerzijl.
Beroepen: Te Pijnacker^Noot-
dorp, A. de Bondt. ca.nd. te Zjvijn-
drecht.
VAN OVERTUIGING VERANDERD.
Het Jaarboek van de vereenigiijj
van Vrijz. Hervormden voor 1928
1929, dat zooeven van de pers kwam,
vermeldt dit jaar Ds. F. E. v. Santen,
Ned. Herv. predikant te Sliedrecht,
niet meer onder de vrijzinnige predi
kanten, terwijl ook Sliedrecht voor
het eerst op de lijst der vrijzinnige ge
meenten in de Ned. Herv. Kerk niet
voorkomt.
Ook het overzicht van de positie der
vrijzinnigen in de Ned. Herv. Kerk
vermeldt in de classis Dordrecht niet
meer, dat Sliedrecht n^ast een ortho
dox ook een vrijzinnig predikant heeft
Ds. v. Santen schrijft sinds gerui-
k men tijd ook niet meer in het vrijz.-
godsdienstig weekblad „Kerk en Volk-'
Wel heeft hij in „De Hoeksteen"
reeds met andere vrijzinnige predi
kanten gepolemiseerd.
Ds. v. Santen gaat ook niet meer
voor in de afd. van den Ned. Prot.
Bond te Leerdam.
Thans schrijft hij meditaties in het
Evangelisch Zondagsblad en in het
Algem. Weekblad van Prof. Obbink^.
terwijl de orthodoxen te Streefkerk,
als hij daar een vacaturebeurt vervult,
bij hem kerken.
EEN MERKWAARDIG GEVAL.
Een merkwaardig geval heeft zich
voorgedaan bij de verkiezing van twee
leden van het college van notabelen
der Ned. Herv. Gemeente te Ilpendam.
Bij de eerste stemming werden drie
leden gekozen verklaard.
Daar er slechts twee vacatures wa
ren, adviseerde het classicaal bestuur
van Edam, een herstemming te hou
den tusschen de drie gekozenen. Doch
ook nu weer bleken er drie leden ge
kozen te zijn, waarbij een candidaat
der vrijzinnigen.
EEN NIEUW GEZANGENBOEK.
Het nieuwe Gezangenboek der Evan-
gelisch-Gereformeerde Landskerk
in Hannover zal 1 Maart 1929 bij den
boekhandel te verkrijgen zijn.
Het nieuwe Gezangenboek bestaat
uit drie deelen. Als eerste deel bevat
het de Psalmen, waarvan er zelfs in
dubbele berijming zijn opgenomen.
Het tweede deel is het z.g.n. Duitsch
Evangelische Gezangboek, omvatten
de 342 liederen. En het derde deel be
staat uit 114 liederen, die in sommige
gedeelten der Landskerk bijzonder
waardeerd worden, als te Emden,
in Oost-Friesland en te Nordhorn.
Tot heden zijn in de Evangelisch-
Gereformeerde Landskerk in Hanno
ver nog twaalf verschillende Gezan-
genboeken in gebruik.
TWEEDE PREDIKANT TE RIJSWIJK
Het classicaal bestuur van 's Graven-
hage heeft, na bekomen goedkeuring
van het Prov. Kerkbestuur van Zuid-
Holland, met ingang van 1 Jan. 1929
te Rijswijk een tweede predikants
plaats gesticht in de Ned. Herv. Gem.
aldaar en de door Kerkeraad en Kerk-
voogdij aangeboden ligger voor het
predikantstractament goedgekeurd.
Dr. I. M. J. HOOG f
Te Nijmegen is in den ouderdom
van 70 jaar overleden de oudste predi
kant der Ned. Herv. Gemeente aldaar.
Dr. I. M. J. Hoog.
Dr. Hoog was in 1858 te Schiedam
geboren, waar zijn vader 'predikant
was.
Hij studeerde te Leiden en promo
veerde op een proefschrift „Angelus
Merula".
In 1884 werd hij proponent. Den 8en
November 1885 deed hij intrede te
Abbenbroek, welke gemeente hij in
1887 verwisselde voor die van Terwol-
de bij Deventer.
Op 4 Februari 1990 deed hij intrede
te Nijmegen,
Hoezeer hij, overtuigd voorstander
der vrijzinnige beginselen, te Nijme
gen ook door andersdenkenden om
zijn rechtvaardigheid en oprechtheid
geëerd werd, bleek in 1925 bij zijn
zilveren jubileum.
In de vergaderingen der kerkelijke
colleges, waarvan hij als voorzitter en
secretaris optrad, kenmerkte hij zich
door zijn kennis van het kerkrecht.
Ofschoon hij geen lid was van het
classicaal bestuur, had hij volgens
sommigen in de classicale vergadering
vrijwel de leiding.
Dr. H. was voorts o.m. secretaris
van den Ned. Protestantenbond. Te
Nijmegen was hij eerst secretaris, en
daarna voorzitter van den Armenraad
Ds. S. VERHOEFP f
Op 68-jarigen leeftijd is te 's Graven-
hage overleden Ds. S. Verhoeff, emeri
tus predikant der Ned. Herv. Kerk.
Ds. Verhoeff diende de gemeenten
Langerak, Eemnes-Binnen en Noord-
wijk-Binnen.
In 1925 legde hij zijn bediening neer.
Ds. J. OVERDUIN f
In den ouderdom van 77 jaar is te
Giessendam, ten huize van zijn zoon,
Dr. D. C. Overduin, overleden Ds. J.
Overduin, emeritus predikant der Ge-
ref. Gemeente te Lisse.
Geboren te Leiden, ging de ontsla
pene reeds op jeugdigen leeftijd voor
in de bediening des Woords.
Na enkele jaren studie aan de The
ologische school te Kampen diende hij
als voorganger de gemeenten Doorn,
Amersfoort, Montfoort en Boskoop.
Daarna werd de ontslapene beroe
pen als predikant bij de Geref. Ge
meente te Lisse, welke gemeente hij
een 25 jaren heeft mogen dienen.
Met veel zegen heeft deze getrouwe
dienstknecht des Heeren mogen ar
beiden in de bediening des Woords.
Voorstander van het Chr. onderwijs,
heeft hij ook daarvoor mogen arbei
den.
In Lisse, waar geen Chr. onderwijs
was, staat het mooie schoolgebouw
als een monument van zijn arbeid.
Aan hem wordt vervuld: Zalig zijn
de dooden, die in den Heere sterven.
A.s. Zaterdagmiddag één uur wordt
zijn stoffelijk overschot te Giessendam
ter aarde besteld.
FINANCIEELE VOORUITGANG.
De Kerkeraad der Ned. Herv. Gem.
te Oldenzaal heeft met ingang van
1 Jan. 1929 de kerkelijke belasting af
geschaft en het plaatsengeld vermin
derd tot op de helft.
Een en ander is een gevolg van het
feit, dat gemelde kerkgemeente door
wijlen Mej. G. J. Palthe, aldaar over
leden, tot haar universeele erfgename
is benoemd.
HET JAVA-COMITé.
Op de 73ste jaarlijksche vergadering
der zendingsvereenigingen Het Java-
Comité, 12 dezer te Amsterdam, zal
de heer S. S. de Vries, zendeling-lee-
raar op Oost-Java, spreken over de
ontwikkeling van den arbeid, ook in
de Residentie Besoeki, terwijl Dr. A. P.
Ketel, zendingsarts aan het zieken
huis te Modjowarno, inlichtingen zal
geven over de vraagstukken der Me
dische Zending, die op het terrein van
het Java-comité aan de orde zijn.
EEN ERNSTIGE VRAAG AAN ONZE
LEZERS.
Het Zendingsbureau le Oegstgeest
schrijft:
L>eze vraag is er geen van ons; de
Zending heeit in deze dagen, waarin
zij in net middelpunt der belangstel
ling staat, iets tot onze lezers te zeg
gen. Daarvoor wordt onze 'medewer-
King gevraagd. Lekend geacht mag
worden, dat door het Zendingsbureau
te Oegstgeest sinds enkele jaren een
kalender uitgegeven wordt, waarvan
de uitvoering noven lof is. Bij de sa
menstelling en de vervaardiging' is er
naar gestreefd aan de kóppers ervan
iets te verstrekken, dat een sieraad is
voor salon, kamer en kantoor. De ka
lender van 1929 is buitengewoon goed
verzorgd. Het schild is voorzien van
teekeningen naar Indisóhe motieven.
Het bloc bestaat uit 52 weekbladen
van kunstdrukpapier, voorzien van
illustraties in Havana-bruin gedrukt.
De illustraties zijn voorzien van zes
acht-regelige onderschriften, terwijl
het bloc ruimschoots gelegenheid
biedt tot het maken van aanteekenin-
gen. In den handel zou men voor de
zen kalender stellig eenige guldens
moeten betalen. Het Zendingsbureau
biedt, omdat het met de uitgifte van
dezen kalender propaganda beoogt,
dezen kostelijken kalender aan voor
slechts f 0.90 en de kosten voor toezen
ding.
Geleid door de ervaring van vorige
jaren werd de oplage ook nu weer ver
hoogd. Voor 1928 werden 7000 exem
plaren gedrukt en verkocht. Voor 1929
werden 9000 exemplaren vervaardigd,
waarvan thans ruim 7000 verkocht
werden. Het restant der oplage ad on
geveer 2000 exemplaren, wacht thans
op plaatsing.
Wieen dit is de ernstige vraag
aan onze lezers, wie is bereid in dezen
tijd, waarn wij ons allen verheugen
over de vele bijdragen die voor de
Zending binnenkomen, ook er toe me
de te werken dat van de oplage van
genoemden kalender niet één exem-
plaats overblijft?
Laten onze lezers als één man thans
eens den kalender bestellen, zoodat
binnen enkele dagen vanuit Oegst
geest meegedeeld kan worden: „Zen
dingskalender 1929 is totaal uitver
kocht".
KERSTBOOMEN OP STATIONS EN
STRATEN.
In een aantal Duitsche steden wor
den sinds enkele jaren in de Kerst
week of ten minste op de Kerstdagen
op openbare plaatsen electrisch ver
lichte kerstboomen opgericht. Dit
jaar zullen te München twee kerstboo
men prijken en wel in de „Feldherrn-
halle" en op de Lenbachplatz. In ver
schillende Beiersche steden zullen dit
jaar ook kerstboomen op de stations
worden opgericht. Dit zal o.a. het ge-
valzijn te München, Garmisch-Parten-
kirchen, Mittenwald, Berchtesgaden,
Rosenheim enz.
Of daarmede werkelijk de gedachte
nis aan de komst van den Heiland'in
de wereld verlevendigd wordt mag
met recht betwijfeld worden.
EEN KERKELIJKE STAND
VERPLICHT.
Zooals bekend is, heeft het Herv.
Classicale bestuur van 's-Gravenhage
een bezwaarschrift in behandeling,
dat tot consequentie heeft, dat het
houden van een kerkelijken stand
voor Herv. gemeenten verplicht zou
zijn. Dit bezwaarschrift zou behandeld
worden op een buitengewone verga
dering van het Classicaal bestuur, die
aanvankelijk in den loop van deze
week bepaald was.
Daar dit bestuur echter de einduit
spraak heeft, achtte het een nader on
derzoek gewenscht. Aan de bezwaarde
zijde zijn o.m. nadere gegevens ge
vraagd, adressen enz., van hen, wier
namen de Haagsche kerkeraad wei
gerde op de kiezerslijst te plaatsen.
Voor dit nadere onderzoek is de aan
gekondigde buitengewone vergadering
tot Januari uitgesteld.
HET CONGRES VAN LAUSANNE.
In Duitschland is een commissie
ven theologen gevormd, die het kerke
lijk hereenigingswerk van „Lausanne"
(het congres van „Faith and Order",
dogmatiek en kerkinrichting) zal
voortzetten. Ook de Zwitsersche Ker-
kenbond heeft een theologisch comité
voor dit doel ingesteld. Het zal de of-
licieele verslagen der conferentie on
derzoeken om ze daarna aan de Zwit
sersche Kerken voor te leggen. In
theologische kringen en aan sommige
universiteiten vo-rmt het werk der
conferentie het thema van bijzondere
studiegroepen. Men werkt mede aan
de opstelling van eén „oecumenische
theologie", welke spoedig haar plaats
naast de „confessioneele theologie" zal
innemen.
Het Congres heeft voorts, behalve de
„intercommunie" tusschen de Oost-
Orthodoxe en Oud-Katholieke Kerken,
nog het resultaat'gehad, dat sommige
Missie-Kerken in China, Japan en Br.-
Indië onderling tót hereeniging trach
ten te komen. In Amerika en Enge
land worden beraadslagingen van het
Congres door lezingen bekend ge
maakt of in besloten kring bestu
deerd.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER
Vergadering van gisteren.
Interpellatie.
Aan mevrouw De VriesBruins
(S.D.) wordt verlof verleend voor een
interpellatie over de hygiënische en
medische verzorging aan boord van
schepen naar aanleiding van de ziek
tegevallen op de Insulinde. De inter
pellatie zal worden gehouden op een
nader te bepalen dag.
Begrooting van Onderwijs.
Voortgezet wordt de behandeling
van de begrootinr van onderwijs.
De heer VAN 2ADELH0FF (S.D.)
wenscht intrekking van de wettelijke
regeling van wachtgelders uit hoofde
van de exploitatie van schoolgaande
kinderen op het platteland.
Mevr. DE VRIES—BRUINS (S.D.)
bestrijdt uitvoerig het betoog van den
hoer Duymaer van Twist en betwist
den wetenschappelijken grondslag der
homoeopathie.
De heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.)
betoogt, in tegenstelling met den heer
Albarda, dat de Minister in moeilij
ke omstandigheden optrad, al had hij
krasser eischen kunnen stellen, voor
dat hij in het kabinet zitting nam.
Voorts wijst spr. op verschillende
zaken, door dezen Minister tot stand
gebracht, zooals de intrekking van de
stopwetjes en de vervroeging van het
7de leerjaar.
De heer GERHARD (S.D.) wijst er
op, dat de financieele toestand bij het
optreden van het kabinet alleen vol
gens de Troonrede ongunstig was.
Spr. betreurt öe houding van den mi
nister ten opzichte van het spellings-
vraagstuk.
De heer WEITKAMP (C.-H.) betoogt,
dat het onderwijs verkeerd is inge
richt en te veel op de belangen van
den enkeling en te weinig op die der
maatschappij is ingesteld. Door dit
intellectueel topzwaar worden neemt
men te weinig deel aan het productie
proces. Spr. vraagt subsidie voor een
landbouwhuishoudschool te Lonneker.
Mej. KATZ (C.-H.) steunt op recht
vaardigheidsgronden het betoog van
den heer Duymaer van Twist.
Minister WASZINK is bereid gelden
aan t© vragen voor een gewoon hoog
leeraar in het Friesch, indien een
buitengewoon hoogleeraar niet gevon
den kan worden. Het onderwijs op de
lagere school in dialecten is niet mo
gelijk uit hoofde van hun veelheid.
Wat betreft den gevraagden leer
stoel in de homoeopathie, heeft spre
ker alleen de adviezen overgelegd,
waarop zijn beslissing steunt. In de
academische wereld bestaat als com
munis opnio, dat de homoeopathie
geen recht heeft op den naam van
wetenschap. De voorstanders der ho
moeopathie zijn steeds in gebreke ge
bleven aan te toonen op welke wijze
hun denkbeeld zou zijn te verwezen
lijken. Bij een leerstoel komt immers
een kliniek of een laboratorium. De
kosten zijn dus hoog. Moet het vak
van dien hoogleeraar vrij zijn? De op
lossing is niet zoo eenvoudig als die
schijnt. De adviezen zullen alle wor
den gedrukt en rondgedeeld.
De moeilijkheden, die gemeente-be
sturen hebben met de wachtgeldre
geling voor onderwijzers, hebben zij
grootendeels aan zich zelf te wijten.
Een wetsontwerp, waarin een nieu
we wachtgeldregeling is uitgewerkt,
zal de Kamer binnen niet te langen
tijd bereiken.
De wetsontwerpen betreffende de
regeling van het middelbaar en voor
bereidend onderwijs hebben zeer veel
tijd van voorbereiding gekost. In te
genstelling met de meening van vele
leden is de minister nog steeds opti
mistisch ten aanzien van de behande
ling nog vóór de verkiezingen.
Spr. wijst er nog op, dat de rem van
den minister van financiën niet alleen
hem, maar alle ministers heeft over-
heerscht. Het is gemakkelijk allerlei
eischen te stellen. Als de heer Albarda
of één der zijnen achter de groene ta
fel zitten, dan zal dit stellen van
eischen ophouden. Tot zoolang bezit
spr. zijn ziel in lijdzaamheid.
De algemeene beschouwingen wor
den gesloten.
De minister beantwoordt nog eenige
vragen betreffende de in te richten
statistieken.
De vergadering wordt te 3 uur ver
tot heden.
UIT DE OMGEVING.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Vergadering van den gemeenteraad
op Dinsdag 11 December 1928, des namid
dags te 7 uur.
1. Voorstel van B. en W. tot verkoop
van een perceel bouwgrond aan H. Oude
nes, q.q. alhier.
2. Voorstel van B. en W. tot intrekking
van het raadsbesluit van 23 Juli 1928,
waarbij aan A. C. Rietveld te IJsselstein
verkocht werd een perceel bouwgrond aan
de Rozenstraat en hem te ontslaan van
zijn verplichting tot het geven van scha
deloosstelling.
3. Voorstel van B. en W. tot* verhuur
van een perceel weiland aan de Wed. H.
van der Oest.
4. Voorstel van B. en W. tot verhuur
van de gemeentewoning Schoolstraat 24,
aan L. van Roon alhier.
5. Voorstel van B. en W. om onder
hands voor het jaar 1929 aan verschillen
de werkvrouwen te gunnen het schoon
maken van de openbare scholen in deze
gemeente.
6. Voorstel van B. en W. tot het beschik
baar stellen van een crediet voor de
straatverlichting in „Hazeveld" en „Bloem
hof".
7. Voorstel van B. en W. tot het ver-
leenen van een crediet voor overneming
van grond en plaatsing van hekwerk bij
het perceel van J. Uittenbroek.
8. Voorstel van B. en W. tot het beschik
baar stellen van een crediet voor het
treffen van voorzieningen in verhand met
de invoering van het vak lichamelijke
oefening per 1 Januari a.s. aan de O.L.
scholen aan den Oudshoornscheweg, de
Raadhuisstraat en de Schoolstraat.
9. Voorstel van B. en W. tot het beschik
baar stellen van een crediet voor het ver
beteren van den inrijbocht van den Hee-
renweg en een gedeelte van den Kort-
10. Voorstel van B. en W. naar aanlei
ding van het adres van het Bestuur der
afdeeling Alphen aan den Rijn van het
Centraal Genootschap voor kinderherstel-
lings- en vacantiekolonies, om een subsi
die ad 025 per kind en per dag. (Dit
punt is hi de vergadering van 29 October
1928 aangehouden).
11. Verzoek van den stoffeerder C. Ver
mijt om tegemoetkoming in de geleden
schade als gevolg van te lage inschrijving
bij de onderhoudswerken, met voorstel
van B. en W.
12. Voorstel van B. en W. om afwijzend
te beschikken op het verzoek van de Post-
duivenvereeniging „De Gevleugelde Vrien
den", om een eereprijs beschikbaar te stel
len voor de op 4 en 5 Januari 1929 alhier
te houden jubileumtentoonstelling van
postduiven.
13. Voorstel van B. en W. tot wijziging
van de gemeentebegrooting, dienst 1928.
14. Benoeming van vijf leden van de
Commissie van Toezicht op het Lager On
derwijs in deze gemeente wegens periodie
ke aftreding van de heeren A. C. de Haan,
J. A. Tolk, H. S. van der Putte, J. Henge-
veld en Mevr. I. van der Bijl, geb. van
Egmond.
Aanbevolen worden voor deze vacature
FEUILLETON.
De vreemde landlooper
9) O
Toen hij geen gehoor kreeg op zijn
herhaald kloppen, trad hij binnen en
vond zijn beschermeling bij het raam
staande, strak en onbeweeglijk, alsof
hij naar het onweder keek, dat hoe
langer zoo zwaarder werd.
„Gratzer", zei Elwitz, terwijl hij bij
hem kwam staan.
Deze ontroerde blijkbaar en keerde
zich om. Elwitz schrok van de doode-
lijke bleekheid van zijn gezicht en van
den blik zijner oogen; er sprak een
wereld van toorn uit.
„Beste Gratzer, ik heb tot mijn spijt
gehoord, dat ge onaangenaamheden
met Smit gehad hebt".
„Onaangenaamheden?" herhaalde
Gratzer met holle stem, en lachte toen
plotseling luid. „De knecht heeft aan
den opzichter gezegd, dat hij een eer
lijke kerel, en de opzichter een bede
laar was, dien men van de straat had
opgeraapt".
„De man was smoordronken, ver
geet dat niet! Hij wist niet wat hij
zeide; daarenboven is hij al ontslagen"
„Mijnheer Elwitz, ware het niet be
ter geweest den eerlijken man te hou
den, ook al drinkt hij, en den landloo
per te ontslaan?" vroeg Gratzer.
f „Ge zijt bitter, Gratzer, en ik wil
"niet met u redetwisten; eerst moet ge
weer kalm worden".
„Vergeef mij en laat u mij alleen!"
zeide Gratzer, terwijl hij Elwitz de
hand reikte; „wilt u mij bij mevrouw
verontschuldigen, als ik vandaag niet
beneden kom?"
Elwitz verliet de kamer en Gratzer
deed de deur op slot. Hij wilde alleen
zijn, tot eiken prijs alleen. Wederom
stond hij voor het venster. Indien een
der bliksemstralen, die daar zoo door
de lucht schoten, hem getroffen had,
zou het hem een bevrijding geweest
zijn. „Landlooper, bedelaar, schooier,
vagebond", zoo klonk het in zijn
ooren en het gerommel van den don
der werd er door overstemd. Hij had
gedaan wat hij kon, had gewerkt van
den vroegen morgen tot den laten
avond om er weer boven op te komen;
en nu was in eens alle succes verloren.
Hij balde de vuist en knarste op de
tanden van woede. Vroeger gold zijn
haat dègenen die hoven hem stonden,
trotsch op hem neerzagen en hem van
hun deur wegjoegen; thans stonden
zelfs de onderhoorigen tegen hem op
en toonden hem, dat zij beter waren
dan hij. „Canaille!" stiet hij uit.
Toen Hendrik dien avond aan zijn
deur klopte en vroeg om binnen gela
ten te worden, gaf hij geen antwoord.
DERDE HOOFDSTUK.
De arbeider was weggezonden, en
Elwitz had den yolgenden morgen aan
het werkvolk gezegd, dat de minste
weerspannigheid tegen den opzichter,
onmiddellijk gevolgd zou worden door
ontslag. Verder werd er bij de familie
Elwitz geen Woord over de kwestie ge
sproken en ook Gratzer roerde de zaak
niet meer aan. Somberder dan ooit
keek hij rond, was stil en teruggetrok
ken en wanneer hij hij den heer en
mevrouw Elwitz zat, verzonk hij in een
doffe mijmering. Hij kon maar niet
vergeten wat de arbeider hem toege
roepen had; achterdochtig keek hij de
menschen aan, die hem ontweken en
hem vreesden. Al werden al zijn heve
len uitgevoerd, toch meende hij zijn
gezag verloren te hebben en er woelde
en kookte iets in zijn binnenste, dat
dreigde hem in 't ongeluk te zullen
storten, doch hij 9prak er met nie
mand over.
Evenals in de eerste weken van zijn
verblijf in het kasteel, begaf hij zich
naar zijn kamer- zoodra er een gast
verscheen, en trok zich terug van elk
gezellig samenzijn. Hij wist immers,
dat zoo iets, als er tusschen hem en
Smit voorgevallen was, sneller rond
verteld wordt dan iet9 anders. Hij be
greep, dat iedereen in den omtrek
reeds weten zou, wat een arbeider ge
waagd had tot hem te zeggen, en in
zijn gedachte zag hij hoe de hoofden
bij elkander gestoken werden en hoe
wellicht in den grond den knecht ge
lijk werd gegeven.
„Weg van hier, weg!" riep een stem
in zijn binnenste. Hij zou willen vluch
ten, al moest hij ook weder bedelen,
alléén om dit vernederende gevoel te
kunnen ontvlieden, dat hem folterde
en martelde, en hem van rust en slaap
beroofde. Maar het was nu zeer druk
en het zon snoode dank geweest zijn,
Elwitz thans te verlaten en hem in
verlegenheid te brengen. Hij mocht
niet vergeten wat deze voor hem ge
daan had. Nooit had er iemand in dit
huis hem laten merken, hoe hij er
eenmaal aangekomen was.
Ongezellige dagen en weken volg
den, en de heer en mevrouw Elwitz
leden er zelf onder. Meer dan een hun
ner kennissen had Elwitz kwalijk ge
nomen, dat hij zonder meer, een zwer
venden bedelaar in huis genomen en
zoo kameraadschappelijk behandeld
had; maar uit achting voor Elwitz had
men er zich mede vereenigd en zich
schadeloos gesteld door er onder el
kander over te spreken. Thans kon
menigeen een zeker leedvermaak niet
verbergen, en meer dan eens werd El
witz door zijn gasten gevraagd: „Maar
waar is de heer Gratzer toch? Is hij
plotseling menschenschuw geworden?"
„Kurt", zeide mevrouw Elwitz op
zekeren najaarsavond, toen juist en
kele gasten vertrokken warén, „wat ik
gevreesd heb, gebeurt. Nog zijn er geen
twee jaren voorbij, en onze moeite is
tevergeefs geweest".
„Ja, helaas", antwoordde Elwitz
„Ik zoek en zoek naar een uitweg en
kan er geen vinden. Zoo gaarne zou ik
rustig met Gratzer willen spreken en
hem zeggen, dat hij een geheel ver
keerden weg inslaat, en toch schrik ik
er voor terug. Het schijnt mij onmo
gelijk en nutteloos".
„Geloof me, Kurt. dat alles is nog
maar 't begin; er zullen nog erger din
gen gebeuren".
„Het zou toch wanhopig zijn, Clara,
indien iemand, die op den verkeerden
weg is geweest, er niet weer bovenop
zou kunnen komen en het verleden
niet ongedaan zou kunnen maken".
„Daar behoort een ander karakter
toe dan Gratzer heeft, Kurt. Hij steunt
uitsluitend op eigen kracht en wil zelf
alles tot stand brengen. Berouw en
ootmoed kent hij niet. Ik vrees het
ergste voor hem".
„Dag aan dag heb ik plannen voor
hem zitten maken. Ik zou wel eens
willen weten of het beter voor hem
zou zijn hier vandaan te gaan en een
andere betrekking te zoeken. Hij kan
elke post op een groot lóndgoed be-
kleeden, want hij is bekwaam; ik heb
hem op de proef gesteld. Het is een
leelijk geval als er eenmaal zooiets als
met Smit voorgevallen is. Wie zegt
mij, dat er zich niet weer iemand be
drinkt en hem in zijn roes zulke woor
den naar 't hoofd werpt?"
(Wordt vcruol&d).