!2!iyWE LEIOSCHE COURANT DONDERDAG 6 DEC. 1928 KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Drietal: Te Vlaarclingen (4e pred. plaats), G. Grootjans te Doorwerth, P. Hofstede te Noordwijkerhout en H. Mondt te Leiderdorp. Te Hilversum, (4e pred.-plaats), J. W. Zwaan te Dom burg, A. C. Diederiks te Kruiningen, F. J. W. Verheul te Gouda. Beroepen: Te Hoogeveen, J. A. van Nie te Zetten. Te Londen, Dr. J. van Dorp te Enschedé. Bedankt: Voor Enter, J. A. Klomp te Oldebroek. Voor Neerlangbtoek en voor Schelluinen, D. Plantinga te Lin- schoten. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Lutjegast, H. Brink te Onderdendam en K. v. d. Meulen te Kommerzijl. Beroepen: Te Pijnacker^Noot- dorp, A. de Bondt. ca.nd. te Zjvijn- drecht. VAN OVERTUIGING VERANDERD. Het Jaarboek van de vereenigiijj van Vrijz. Hervormden voor 1928 1929, dat zooeven van de pers kwam, vermeldt dit jaar Ds. F. E. v. Santen, Ned. Herv. predikant te Sliedrecht, niet meer onder de vrijzinnige predi kanten, terwijl ook Sliedrecht voor het eerst op de lijst der vrijzinnige ge meenten in de Ned. Herv. Kerk niet voorkomt. Ook het overzicht van de positie der vrijzinnigen in de Ned. Herv. Kerk vermeldt in de classis Dordrecht niet meer, dat Sliedrecht n^ast een ortho dox ook een vrijzinnig predikant heeft Ds. v. Santen schrijft sinds gerui- k men tijd ook niet meer in het vrijz.- godsdienstig weekblad „Kerk en Volk-' Wel heeft hij in „De Hoeksteen" reeds met andere vrijzinnige predi kanten gepolemiseerd. Ds. v. Santen gaat ook niet meer voor in de afd. van den Ned. Prot. Bond te Leerdam. Thans schrijft hij meditaties in het Evangelisch Zondagsblad en in het Algem. Weekblad van Prof. Obbink^. terwijl de orthodoxen te Streefkerk, als hij daar een vacaturebeurt vervult, bij hem kerken. EEN MERKWAARDIG GEVAL. Een merkwaardig geval heeft zich voorgedaan bij de verkiezing van twee leden van het college van notabelen der Ned. Herv. Gemeente te Ilpendam. Bij de eerste stemming werden drie leden gekozen verklaard. Daar er slechts twee vacatures wa ren, adviseerde het classicaal bestuur van Edam, een herstemming te hou den tusschen de drie gekozenen. Doch ook nu weer bleken er drie leden ge kozen te zijn, waarbij een candidaat der vrijzinnigen. EEN NIEUW GEZANGENBOEK. Het nieuwe Gezangenboek der Evan- gelisch-Gereformeerde Landskerk in Hannover zal 1 Maart 1929 bij den boekhandel te verkrijgen zijn. Het nieuwe Gezangenboek bestaat uit drie deelen. Als eerste deel bevat het de Psalmen, waarvan er zelfs in dubbele berijming zijn opgenomen. Het tweede deel is het z.g.n. Duitsch Evangelische Gezangboek, omvatten de 342 liederen. En het derde deel be staat uit 114 liederen, die in sommige gedeelten der Landskerk bijzonder waardeerd worden, als te Emden, in Oost-Friesland en te Nordhorn. Tot heden zijn in de Evangelisch- Gereformeerde Landskerk in Hanno ver nog twaalf verschillende Gezan- genboeken in gebruik. TWEEDE PREDIKANT TE RIJSWIJK Het classicaal bestuur van 's Graven- hage heeft, na bekomen goedkeuring van het Prov. Kerkbestuur van Zuid- Holland, met ingang van 1 Jan. 1929 te Rijswijk een tweede predikants plaats gesticht in de Ned. Herv. Gem. aldaar en de door Kerkeraad en Kerk- voogdij aangeboden ligger voor het predikantstractament goedgekeurd. Dr. I. M. J. HOOG f Te Nijmegen is in den ouderdom van 70 jaar overleden de oudste predi kant der Ned. Herv. Gemeente aldaar. Dr. I. M. J. Hoog. Dr. Hoog was in 1858 te Schiedam geboren, waar zijn vader 'predikant was. Hij studeerde te Leiden en promo veerde op een proefschrift „Angelus Merula". In 1884 werd hij proponent. Den 8en November 1885 deed hij intrede te Abbenbroek, welke gemeente hij in 1887 verwisselde voor die van Terwol- de bij Deventer. Op 4 Februari 1990 deed hij intrede te Nijmegen, Hoezeer hij, overtuigd voorstander der vrijzinnige beginselen, te Nijme gen ook door andersdenkenden om zijn rechtvaardigheid en oprechtheid geëerd werd, bleek in 1925 bij zijn zilveren jubileum. In de vergaderingen der kerkelijke colleges, waarvan hij als voorzitter en secretaris optrad, kenmerkte hij zich door zijn kennis van het kerkrecht. Ofschoon hij geen lid was van het classicaal bestuur, had hij volgens sommigen in de classicale vergadering vrijwel de leiding. Dr. H. was voorts o.m. secretaris van den Ned. Protestantenbond. Te Nijmegen was hij eerst secretaris, en daarna voorzitter van den Armenraad Ds. S. VERHOEFP f Op 68-jarigen leeftijd is te 's Graven- hage overleden Ds. S. Verhoeff, emeri tus predikant der Ned. Herv. Kerk. Ds. Verhoeff diende de gemeenten Langerak, Eemnes-Binnen en Noord- wijk-Binnen. In 1925 legde hij zijn bediening neer. Ds. J. OVERDUIN f In den ouderdom van 77 jaar is te Giessendam, ten huize van zijn zoon, Dr. D. C. Overduin, overleden Ds. J. Overduin, emeritus predikant der Ge- ref. Gemeente te Lisse. Geboren te Leiden, ging de ontsla pene reeds op jeugdigen leeftijd voor in de bediening des Woords. Na enkele jaren studie aan de The ologische school te Kampen diende hij als voorganger de gemeenten Doorn, Amersfoort, Montfoort en Boskoop. Daarna werd de ontslapene beroe pen als predikant bij de Geref. Ge meente te Lisse, welke gemeente hij een 25 jaren heeft mogen dienen. Met veel zegen heeft deze getrouwe dienstknecht des Heeren mogen ar beiden in de bediening des Woords. Voorstander van het Chr. onderwijs, heeft hij ook daarvoor mogen arbei den. In Lisse, waar geen Chr. onderwijs was, staat het mooie schoolgebouw als een monument van zijn arbeid. Aan hem wordt vervuld: Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven. A.s. Zaterdagmiddag één uur wordt zijn stoffelijk overschot te Giessendam ter aarde besteld. FINANCIEELE VOORUITGANG. De Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te Oldenzaal heeft met ingang van 1 Jan. 1929 de kerkelijke belasting af geschaft en het plaatsengeld vermin derd tot op de helft. Een en ander is een gevolg van het feit, dat gemelde kerkgemeente door wijlen Mej. G. J. Palthe, aldaar over leden, tot haar universeele erfgename is benoemd. HET JAVA-COMITé. Op de 73ste jaarlijksche vergadering der zendingsvereenigingen Het Java- Comité, 12 dezer te Amsterdam, zal de heer S. S. de Vries, zendeling-lee- raar op Oost-Java, spreken over de ontwikkeling van den arbeid, ook in de Residentie Besoeki, terwijl Dr. A. P. Ketel, zendingsarts aan het zieken huis te Modjowarno, inlichtingen zal geven over de vraagstukken der Me dische Zending, die op het terrein van het Java-comité aan de orde zijn. EEN ERNSTIGE VRAAG AAN ONZE LEZERS. Het Zendingsbureau le Oegstgeest schrijft: L>eze vraag is er geen van ons; de Zending heeit in deze dagen, waarin zij in net middelpunt der belangstel ling staat, iets tot onze lezers te zeg gen. Daarvoor wordt onze 'medewer- King gevraagd. Lekend geacht mag worden, dat door het Zendingsbureau te Oegstgeest sinds enkele jaren een kalender uitgegeven wordt, waarvan de uitvoering noven lof is. Bij de sa menstelling en de vervaardiging' is er naar gestreefd aan de kóppers ervan iets te verstrekken, dat een sieraad is voor salon, kamer en kantoor. De ka lender van 1929 is buitengewoon goed verzorgd. Het schild is voorzien van teekeningen naar Indisóhe motieven. Het bloc bestaat uit 52 weekbladen van kunstdrukpapier, voorzien van illustraties in Havana-bruin gedrukt. De illustraties zijn voorzien van zes acht-regelige onderschriften, terwijl het bloc ruimschoots gelegenheid biedt tot het maken van aanteekenin- gen. In den handel zou men voor de zen kalender stellig eenige guldens moeten betalen. Het Zendingsbureau biedt, omdat het met de uitgifte van dezen kalender propaganda beoogt, dezen kostelijken kalender aan voor slechts f 0.90 en de kosten voor toezen ding. Geleid door de ervaring van vorige jaren werd de oplage ook nu weer ver hoogd. Voor 1928 werden 7000 exem plaren gedrukt en verkocht. Voor 1929 werden 9000 exemplaren vervaardigd, waarvan thans ruim 7000 verkocht werden. Het restant der oplage ad on geveer 2000 exemplaren, wacht thans op plaatsing. Wieen dit is de ernstige vraag aan onze lezers, wie is bereid in dezen tijd, waarn wij ons allen verheugen over de vele bijdragen die voor de Zending binnenkomen, ook er toe me de te werken dat van de oplage van genoemden kalender niet één exem- plaats overblijft? Laten onze lezers als één man thans eens den kalender bestellen, zoodat binnen enkele dagen vanuit Oegst geest meegedeeld kan worden: „Zen dingskalender 1929 is totaal uitver kocht". KERSTBOOMEN OP STATIONS EN STRATEN. In een aantal Duitsche steden wor den sinds enkele jaren in de Kerst week of ten minste op de Kerstdagen op openbare plaatsen electrisch ver lichte kerstboomen opgericht. Dit jaar zullen te München twee kerstboo men prijken en wel in de „Feldherrn- halle" en op de Lenbachplatz. In ver schillende Beiersche steden zullen dit jaar ook kerstboomen op de stations worden opgericht. Dit zal o.a. het ge- valzijn te München, Garmisch-Parten- kirchen, Mittenwald, Berchtesgaden, Rosenheim enz. Of daarmede werkelijk de gedachte nis aan de komst van den Heiland'in de wereld verlevendigd wordt mag met recht betwijfeld worden. EEN KERKELIJKE STAND VERPLICHT. Zooals bekend is, heeft het Herv. Classicale bestuur van 's-Gravenhage een bezwaarschrift in behandeling, dat tot consequentie heeft, dat het houden van een kerkelijken stand voor Herv. gemeenten verplicht zou zijn. Dit bezwaarschrift zou behandeld worden op een buitengewone verga dering van het Classicaal bestuur, die aanvankelijk in den loop van deze week bepaald was. Daar dit bestuur echter de einduit spraak heeft, achtte het een nader on derzoek gewenscht. Aan de bezwaarde zijde zijn o.m. nadere gegevens ge vraagd, adressen enz., van hen, wier namen de Haagsche kerkeraad wei gerde op de kiezerslijst te plaatsen. Voor dit nadere onderzoek is de aan gekondigde buitengewone vergadering tot Januari uitgesteld. HET CONGRES VAN LAUSANNE. In Duitschland is een commissie ven theologen gevormd, die het kerke lijk hereenigingswerk van „Lausanne" (het congres van „Faith and Order", dogmatiek en kerkinrichting) zal voortzetten. Ook de Zwitsersche Ker- kenbond heeft een theologisch comité voor dit doel ingesteld. Het zal de of- licieele verslagen der conferentie on derzoeken om ze daarna aan de Zwit sersche Kerken voor te leggen. In theologische kringen en aan sommige universiteiten vo-rmt het werk der conferentie het thema van bijzondere studiegroepen. Men werkt mede aan de opstelling van eén „oecumenische theologie", welke spoedig haar plaats naast de „confessioneele theologie" zal innemen. Het Congres heeft voorts, behalve de „intercommunie" tusschen de Oost- Orthodoxe en Oud-Katholieke Kerken, nog het resultaat'gehad, dat sommige Missie-Kerken in China, Japan en Br.- Indië onderling tót hereeniging trach ten te komen. In Amerika en Enge land worden beraadslagingen van het Congres door lezingen bekend ge maakt of in besloten kring bestu deerd. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER Vergadering van gisteren. Interpellatie. Aan mevrouw De VriesBruins (S.D.) wordt verlof verleend voor een interpellatie over de hygiënische en medische verzorging aan boord van schepen naar aanleiding van de ziek tegevallen op de Insulinde. De inter pellatie zal worden gehouden op een nader te bepalen dag. Begrooting van Onderwijs. Voortgezet wordt de behandeling van de begrootinr van onderwijs. De heer VAN 2ADELH0FF (S.D.) wenscht intrekking van de wettelijke regeling van wachtgelders uit hoofde van de exploitatie van schoolgaande kinderen op het platteland. Mevr. DE VRIES—BRUINS (S.D.) bestrijdt uitvoerig het betoog van den hoer Duymaer van Twist en betwist den wetenschappelijken grondslag der homoeopathie. De heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.) betoogt, in tegenstelling met den heer Albarda, dat de Minister in moeilij ke omstandigheden optrad, al had hij krasser eischen kunnen stellen, voor dat hij in het kabinet zitting nam. Voorts wijst spr. op verschillende zaken, door dezen Minister tot stand gebracht, zooals de intrekking van de stopwetjes en de vervroeging van het 7de leerjaar. De heer GERHARD (S.D.) wijst er op, dat de financieele toestand bij het optreden van het kabinet alleen vol gens de Troonrede ongunstig was. Spr. betreurt öe houding van den mi nister ten opzichte van het spellings- vraagstuk. De heer WEITKAMP (C.-H.) betoogt, dat het onderwijs verkeerd is inge richt en te veel op de belangen van den enkeling en te weinig op die der maatschappij is ingesteld. Door dit intellectueel topzwaar worden neemt men te weinig deel aan het productie proces. Spr. vraagt subsidie voor een landbouwhuishoudschool te Lonneker. Mej. KATZ (C.-H.) steunt op recht vaardigheidsgronden het betoog van den heer Duymaer van Twist. Minister WASZINK is bereid gelden aan t© vragen voor een gewoon hoog leeraar in het Friesch, indien een buitengewoon hoogleeraar niet gevon den kan worden. Het onderwijs op de lagere school in dialecten is niet mo gelijk uit hoofde van hun veelheid. Wat betreft den gevraagden leer stoel in de homoeopathie, heeft spre ker alleen de adviezen overgelegd, waarop zijn beslissing steunt. In de academische wereld bestaat als com munis opnio, dat de homoeopathie geen recht heeft op den naam van wetenschap. De voorstanders der ho moeopathie zijn steeds in gebreke ge bleven aan te toonen op welke wijze hun denkbeeld zou zijn te verwezen lijken. Bij een leerstoel komt immers een kliniek of een laboratorium. De kosten zijn dus hoog. Moet het vak van dien hoogleeraar vrij zijn? De op lossing is niet zoo eenvoudig als die schijnt. De adviezen zullen alle wor den gedrukt en rondgedeeld. De moeilijkheden, die gemeente-be sturen hebben met de wachtgeldre geling voor onderwijzers, hebben zij grootendeels aan zich zelf te wijten. Een wetsontwerp, waarin een nieu we wachtgeldregeling is uitgewerkt, zal de Kamer binnen niet te langen tijd bereiken. De wetsontwerpen betreffende de regeling van het middelbaar en voor bereidend onderwijs hebben zeer veel tijd van voorbereiding gekost. In te genstelling met de meening van vele leden is de minister nog steeds opti mistisch ten aanzien van de behande ling nog vóór de verkiezingen. Spr. wijst er nog op, dat de rem van den minister van financiën niet alleen hem, maar alle ministers heeft over- heerscht. Het is gemakkelijk allerlei eischen te stellen. Als de heer Albarda of één der zijnen achter de groene ta fel zitten, dan zal dit stellen van eischen ophouden. Tot zoolang bezit spr. zijn ziel in lijdzaamheid. De algemeene beschouwingen wor den gesloten. De minister beantwoordt nog eenige vragen betreffende de in te richten statistieken. De vergadering wordt te 3 uur ver tot heden. UIT DE OMGEVING. ALPHEN AAN DEN RIJN. Vergadering van den gemeenteraad op Dinsdag 11 December 1928, des namid dags te 7 uur. 1. Voorstel van B. en W. tot verkoop van een perceel bouwgrond aan H. Oude nes, q.q. alhier. 2. Voorstel van B. en W. tot intrekking van het raadsbesluit van 23 Juli 1928, waarbij aan A. C. Rietveld te IJsselstein verkocht werd een perceel bouwgrond aan de Rozenstraat en hem te ontslaan van zijn verplichting tot het geven van scha deloosstelling. 3. Voorstel van B. en W. tot* verhuur van een perceel weiland aan de Wed. H. van der Oest. 4. Voorstel van B. en W. tot verhuur van de gemeentewoning Schoolstraat 24, aan L. van Roon alhier. 5. Voorstel van B. en W. om onder hands voor het jaar 1929 aan verschillen de werkvrouwen te gunnen het schoon maken van de openbare scholen in deze gemeente. 6. Voorstel van B. en W. tot het beschik baar stellen van een crediet voor de straatverlichting in „Hazeveld" en „Bloem hof". 7. Voorstel van B. en W. tot het ver- leenen van een crediet voor overneming van grond en plaatsing van hekwerk bij het perceel van J. Uittenbroek. 8. Voorstel van B. en W. tot het beschik baar stellen van een crediet voor het treffen van voorzieningen in verhand met de invoering van het vak lichamelijke oefening per 1 Januari a.s. aan de O.L. scholen aan den Oudshoornscheweg, de Raadhuisstraat en de Schoolstraat. 9. Voorstel van B. en W. tot het beschik baar stellen van een crediet voor het ver beteren van den inrijbocht van den Hee- renweg en een gedeelte van den Kort- 10. Voorstel van B. en W. naar aanlei ding van het adres van het Bestuur der afdeeling Alphen aan den Rijn van het Centraal Genootschap voor kinderherstel- lings- en vacantiekolonies, om een subsi die ad 025 per kind en per dag. (Dit punt is hi de vergadering van 29 October 1928 aangehouden). 11. Verzoek van den stoffeerder C. Ver mijt om tegemoetkoming in de geleden schade als gevolg van te lage inschrijving bij de onderhoudswerken, met voorstel van B. en W. 12. Voorstel van B. en W. om afwijzend te beschikken op het verzoek van de Post- duivenvereeniging „De Gevleugelde Vrien den", om een eereprijs beschikbaar te stel len voor de op 4 en 5 Januari 1929 alhier te houden jubileumtentoonstelling van postduiven. 13. Voorstel van B. en W. tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1928. 14. Benoeming van vijf leden van de Commissie van Toezicht op het Lager On derwijs in deze gemeente wegens periodie ke aftreding van de heeren A. C. de Haan, J. A. Tolk, H. S. van der Putte, J. Henge- veld en Mevr. I. van der Bijl, geb. van Egmond. Aanbevolen worden voor deze vacature FEUILLETON. De vreemde landlooper 9) O Toen hij geen gehoor kreeg op zijn herhaald kloppen, trad hij binnen en vond zijn beschermeling bij het raam staande, strak en onbeweeglijk, alsof hij naar het onweder keek, dat hoe langer zoo zwaarder werd. „Gratzer", zei Elwitz, terwijl hij bij hem kwam staan. Deze ontroerde blijkbaar en keerde zich om. Elwitz schrok van de doode- lijke bleekheid van zijn gezicht en van den blik zijner oogen; er sprak een wereld van toorn uit. „Beste Gratzer, ik heb tot mijn spijt gehoord, dat ge onaangenaamheden met Smit gehad hebt". „Onaangenaamheden?" herhaalde Gratzer met holle stem, en lachte toen plotseling luid. „De knecht heeft aan den opzichter gezegd, dat hij een eer lijke kerel, en de opzichter een bede laar was, dien men van de straat had opgeraapt". „De man was smoordronken, ver geet dat niet! Hij wist niet wat hij zeide; daarenboven is hij al ontslagen" „Mijnheer Elwitz, ware het niet be ter geweest den eerlijken man te hou den, ook al drinkt hij, en den landloo per te ontslaan?" vroeg Gratzer. f „Ge zijt bitter, Gratzer, en ik wil "niet met u redetwisten; eerst moet ge weer kalm worden". „Vergeef mij en laat u mij alleen!" zeide Gratzer, terwijl hij Elwitz de hand reikte; „wilt u mij bij mevrouw verontschuldigen, als ik vandaag niet beneden kom?" Elwitz verliet de kamer en Gratzer deed de deur op slot. Hij wilde alleen zijn, tot eiken prijs alleen. Wederom stond hij voor het venster. Indien een der bliksemstralen, die daar zoo door de lucht schoten, hem getroffen had, zou het hem een bevrijding geweest zijn. „Landlooper, bedelaar, schooier, vagebond", zoo klonk het in zijn ooren en het gerommel van den don der werd er door overstemd. Hij had gedaan wat hij kon, had gewerkt van den vroegen morgen tot den laten avond om er weer boven op te komen; en nu was in eens alle succes verloren. Hij balde de vuist en knarste op de tanden van woede. Vroeger gold zijn haat dègenen die hoven hem stonden, trotsch op hem neerzagen en hem van hun deur wegjoegen; thans stonden zelfs de onderhoorigen tegen hem op en toonden hem, dat zij beter waren dan hij. „Canaille!" stiet hij uit. Toen Hendrik dien avond aan zijn deur klopte en vroeg om binnen gela ten te worden, gaf hij geen antwoord. DERDE HOOFDSTUK. De arbeider was weggezonden, en Elwitz had den yolgenden morgen aan het werkvolk gezegd, dat de minste weerspannigheid tegen den opzichter, onmiddellijk gevolgd zou worden door ontslag. Verder werd er bij de familie Elwitz geen Woord over de kwestie ge sproken en ook Gratzer roerde de zaak niet meer aan. Somberder dan ooit keek hij rond, was stil en teruggetrok ken en wanneer hij hij den heer en mevrouw Elwitz zat, verzonk hij in een doffe mijmering. Hij kon maar niet vergeten wat de arbeider hem toege roepen had; achterdochtig keek hij de menschen aan, die hem ontweken en hem vreesden. Al werden al zijn heve len uitgevoerd, toch meende hij zijn gezag verloren te hebben en er woelde en kookte iets in zijn binnenste, dat dreigde hem in 't ongeluk te zullen storten, doch hij 9prak er met nie mand over. Evenals in de eerste weken van zijn verblijf in het kasteel, begaf hij zich naar zijn kamer- zoodra er een gast verscheen, en trok zich terug van elk gezellig samenzijn. Hij wist immers, dat zoo iets, als er tusschen hem en Smit voorgevallen was, sneller rond verteld wordt dan iet9 anders. Hij be greep, dat iedereen in den omtrek reeds weten zou, wat een arbeider ge waagd had tot hem te zeggen, en in zijn gedachte zag hij hoe de hoofden bij elkander gestoken werden en hoe wellicht in den grond den knecht ge lijk werd gegeven. „Weg van hier, weg!" riep een stem in zijn binnenste. Hij zou willen vluch ten, al moest hij ook weder bedelen, alléén om dit vernederende gevoel te kunnen ontvlieden, dat hem folterde en martelde, en hem van rust en slaap beroofde. Maar het was nu zeer druk en het zon snoode dank geweest zijn, Elwitz thans te verlaten en hem in verlegenheid te brengen. Hij mocht niet vergeten wat deze voor hem ge daan had. Nooit had er iemand in dit huis hem laten merken, hoe hij er eenmaal aangekomen was. Ongezellige dagen en weken volg den, en de heer en mevrouw Elwitz leden er zelf onder. Meer dan een hun ner kennissen had Elwitz kwalijk ge nomen, dat hij zonder meer, een zwer venden bedelaar in huis genomen en zoo kameraadschappelijk behandeld had; maar uit achting voor Elwitz had men er zich mede vereenigd en zich schadeloos gesteld door er onder el kander over te spreken. Thans kon menigeen een zeker leedvermaak niet verbergen, en meer dan eens werd El witz door zijn gasten gevraagd: „Maar waar is de heer Gratzer toch? Is hij plotseling menschenschuw geworden?" „Kurt", zeide mevrouw Elwitz op zekeren najaarsavond, toen juist en kele gasten vertrokken warén, „wat ik gevreesd heb, gebeurt. Nog zijn er geen twee jaren voorbij, en onze moeite is tevergeefs geweest". „Ja, helaas", antwoordde Elwitz „Ik zoek en zoek naar een uitweg en kan er geen vinden. Zoo gaarne zou ik rustig met Gratzer willen spreken en hem zeggen, dat hij een geheel ver keerden weg inslaat, en toch schrik ik er voor terug. Het schijnt mij onmo gelijk en nutteloos". „Geloof me, Kurt. dat alles is nog maar 't begin; er zullen nog erger din gen gebeuren". „Het zou toch wanhopig zijn, Clara, indien iemand, die op den verkeerden weg is geweest, er niet weer bovenop zou kunnen komen en het verleden niet ongedaan zou kunnen maken". „Daar behoort een ander karakter toe dan Gratzer heeft, Kurt. Hij steunt uitsluitend op eigen kracht en wil zelf alles tot stand brengen. Berouw en ootmoed kent hij niet. Ik vrees het ergste voor hem". „Dag aan dag heb ik plannen voor hem zitten maken. Ik zou wel eens willen weten of het beter voor hem zou zijn hier vandaan te gaan en een andere betrekking te zoeken. Hij kan elke post op een groot lóndgoed be- kleeden, want hij is bekwaam; ik heb hem op de proef gesteld. Het is een leelijk geval als er eenmaal zooiets als met Smit voorgevallen is. Wie zegt mij, dat er zich niet weer iemand be drinkt en hem in zijn roes zulke woor den naar 't hoofd werpt?" (Wordt vcruol&d).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5