NlüllWt LEIDSCHE COURANT Hoe de Noordwester-storm huishield. DINSDAG 27 NOV. 1928 TWEEDE BLAD. De tragedie van de Salento. Verschillende scheepsrampen. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Aangenomen: Naar de Wilp, G. Teensana, te Siddeimren. Bedankt: Voor Westerbroek, L. van Dijk, te Nuis en Niebut. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Hasselt, J. Maaskant, te Echten. Te Wanswerd a. d. Streek, W. J. Smidt, te Dwingeloo. Te Anna Jacoba- polder, R. J. v. d. Meulen, hulpprediker te IJmudden. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Soest, J. W. van Ree te Barendrecht; en L. de Bruijne te Zwolle. DOOPSGEZ. GEM. Aangenomen: Naar Amersfoort, T. O. Hylkema te Giethoorn. BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. Zondagmorgen werd Ds. J. L. de Vries (overgekomen van Rijnsburg) in de Chr. Geref. Kerk te Naarden-Bussum be vestigd door Ds. Joh. Jansen van Leiden. Deze had tot tekst Jozua 1 6a. In een hartelijk, welgemeend, persoonlijk woord richtte spr zich tot Ds. de Vries en liet hem toezingen: „Dat op uw klacht de be- mel scheure". 's Avonds deed Ds. J. L. de Vries in trede. Voor een overvolle kerk sprak hij uit 1 Kon. 6 7. Aan het einde richtte spr. zich tot Kerkeraad, Jongel., Jonged. en Knapen Vereen., tot de catechisanten, lei ders der Zondagsschool, de leden van het Chr. schoolbestuur, dë afgev. der Ned. Herv. Kerk, zijn bevestiger Ds. Jansen, de vele vrienden uit Rijnsburg en tot br. Ver haar, een der oude „voortrekkers". Ouder ling Sikking heette Ds. de Vries hartelijk welkom en verzocht te zingen: „Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen". Wegens vertrek naar Warffum nam Zondagavond Ds. H. de Zwart afscheid van de Geref. Kerk te Twijzel met een pre- dicatie over Psalm 125 15, handelend over: een psalm der lofzegging over de verbondstrouw des Heeren over Zijn volk. De scheidende leeraar wérd toegesproken door ouderling H. T. van der Wal namens kerkeraad en gemeente, J'. Strating, Hoofd der Chr. School, Dr. C. J. Goslinga van Buitenpost, namens de classis Kollum en Ds. H. H. van Kapel van Kooten namens de genabuurde Kerken. Den scheidenden leeraar werd toegezon gen Ps. 121 4 en Ps. 134 3. De heer H. J. Kastein, gep. Gods dienstleeraar bij de Strafgevangenissen en Godsdienstonderwijzer bij de Ned. Herv. Gem. te Arnhem, hoopt Donderdag 29 No vember a.s. zijn 80sten verjaardag te vie ren. Dr. J. CH. KROMSIGT. Dr. J. Ch. Kromsigt, predikant bij le Herv. Gem. te Rinsumageest, die eenige weken geleden een operatie onderging, is in zooverre hersteld, dat hij het zieken huis heeft kunnen verlaten. HET VERKIEZINGSWERK TE 's-GRAVENHAGE. De Nedei lander schrijft: Naar we reeds gemeld hebben, wordt a.s. Donderdagavond een samenspreking gehouden tusschen Kerkeraad en kiescol lege der Ned. Herv. Kerk te 's-Gravenhage. De kerkelijkevereeniging De Band des Vredes (E. V. binnen de richtingen der orthodoxie) zou juist dezen avond een le denvergadering houden. Deze vergadering is uitgesteld, zoo niet afgespeld. Evange lie en Belijdenis (Confessioneel) vergader de gisteravond in Maison Brammer op de Prinsegracht. Deze vergadtring droeg een besloten karakter. MET EMERITAAT. Ds. G. van Halsema ïs voornemens om Zondag 20 Januari a.s. afscheid te nemen van de Geref. Kerk van Nijeveen, die hij dien dag precies 34 jaar zal hebben ge diend en zich daar hij eervol emeritaat verkregen heeft metterwoon te vestigen te Haren (Gr.). FEUILLETON. De vreemde landlooper 1/ O EERSTE HOOFDSTUK. Hat was December en buitengewoon kiud; sneeuw bedekte de bosschen en velden, en de straatwegen en hagen lagen bedolven onder een donzig, wit k'eed. De koopvrouwen, die uit het dcrp terugkeerden, hadden zich zóó ingepakt, dat zij nauwelijks te her kennen waren. De musschen zochten naar een en kel korreltje voedsel in de sneeuw en ae hazen renden heen en weèr over de velden, maar geen enkel groen spriet je stak boven cle sneeuw uit. Wie he den voor de tweede maal naar het dorp had moeten gaan, haastte zich naar huis ;al was dit ook nog zoo klein en al bevatte het niet meer dan één kamertje, het whs toch een thuis. Daar ginds op den straatweg, aan den zoom van 't bosch, vlak bij Wal- tcrsdorp, stond een man, die stellig geen thuis had, en door niemand zou verwelkomd worden. Bibberend van kuude stond de nog jonge man voor den wegwijzer. „Waltersdorp" las hij, en zijn stem beefde van de koorts. Baard en haar waren wit van de sneeuw; zijn kleederen waren dun en overal hingen de flarden er bij. De schoenen waren door vocht verschrom BERICHTEN OVER DEN STORM. Dijken bezweken. Niet alleen, dat de storm scheeps rampen heeft veroorzaakt, het hooge water heeft ook hier en daar de dij ken doen breken. Reeds zijn een aantal dieren een prooi der golven geworden. Honder den H. A. land staan reeds onder wa ter en nog steeds worden andere dij ken bedreigd. Dijken te Bergen op Zoom bezweken. Gisternacht heeft de storm zich doen gelden te Bergen op Zoom, waar het water bij den laatsten vloed een hoog te bereikte van 4.50 M. boven A. P. Tengevolge daarvan werd de haven geheel blank gezet en liepen verschil lende kelders van huizen onder. Bijna was er een slachtoffer te be treuren geweest. Het raadslid, de heer Scheffelaars, werd n.l. door het aan spoelende water in den kelder gedron gen en slechts met moeite kon hij ge red worden. Om 1 uur des nachts bezweek de dijk bij Contr'escarp, waardoor een breuk ontstond van ruim 40 M. In een oogwenk stonden alle daar achter gelegen polders onder water. Ook de polderdijk bezweek even daarna, waardoor het onder water ge zette gebied nog grooter werd. De Eemnesserpolder ondergeloopen. Door den aanhoudenden storm is de Eemnesserpolder gisternacht en gisternorgen geheel onder water geloo- pen. Het water is nog steeds wassende en is reeds enkele woningen te Baarn binnengedrongen. Rondom Baarn tot Amersfoort is al les een zee. De Kalverpolder in gevaar De hooge waterstand in de Zaan en de zware golven van den Noord-Wes terstorm is Zondagnacht een voortdu rende bedreiging geweest voor den Kalverpolder, liggende in het gebied der gemeente Zaandam. Op verschillende plaatsen vloog het water met kracht over het lage dijkje. Op de meest bedreigde punten heb ben ingelanden versterkingen aange bracht, door den dijk met zakken klei op te hoogen. De dijkgraaf H. Beets deelde mede, dat sinds menschenheugenis de wa terstand niet zoo hoog is geweest. Des nachts om twee uur begon het water te zakken. Thans is het niveau ongeveer 810 M. gedaald, en acht men het gevaar geweken. De fabrieksterreinen aan de dijken staan echter nog rondom in het water. Het ergst is echter de veerman Smit er aan toe. die meer dan twee voet wa ter in huis heeft en verplicht is op den zolder te wonen. Zniderzee-dijken in gevaar. Uit Hoorn wordt gemeld: Men maakt zich beangst over de Zuiderzeedijken. Gistermorgen is met man en macht gewerkt aan de versterking van de dij ken om den proefpolder bij Andijk, die het zwaar te verduren hebben. De zijdijken bij Hoorn worden op verschillende plaatsen eveneens ver sterkt. Het nwelwater loopt reeds in de hui zen onder aan den dijk. Aan de haven was de stand van het water hedenmorgen om 10 uur 2.11 M. boven A. P. Gistermorgen 12 uur was het gezakt tot 1.89 boven A. P. Bij den hoofdtoren te Hoorn is een dam aangelegd; toch loopt het water nog beneden in den toren. Het z.g. houten hoofd staat geheel onder water. De Pier te Scheveningen. Ook de Scheveningsche Pier heeft het zwaar te verantwoorden gehad en peld en vol gaten. Af en toe trok de man eens aan zijn jas en mouwen, maar zijn kleeding wilde er maar niet fatsoenlijker uitzien. „Als moeder dat eens gezien had!" mompelde hij, doch de aandoening duurde slechts een oogenblik; spoedig daarop stiet hij een vloek uit en keek besluiteloos naar het dorp en het kas teel, dat recht voor hem lag. Zou hij naar 't dorp gaan, en van deur tot deur bedelen om een stuk brood, om dat hij den geheelen dag nog niets ge geten had? Maar brood zou hem niet verwarmen. Zou hij hier en daar om een geldstuk vragen, ten einde een slaapplaats en een bos stroo te kun nen betalen? Maar wellicht zou nie mand hem op willen nemen. Hij had 't dikwijls genoeg gehoord hoe men over bedelvolk dacht, en hoe men landloopers behandelde. Hij wist 't wel, het was eigen schuld, dat hij op den straatweg moest rondslenteren, inplaats van in een gezellig huis te wonen, maar toch was er in zijn hart een gevoel van haat en wraaklust, dat hij dag aan dag koesterde. Meer dan eens was er een vloek over zijn lippen gekomen en dikwijls genoeg had hij de vuist dreigend gebald tegen een of ander huis, vanwaar men hem met lurde woorden verjaagd had. Thans had hij een besluit genomen: eerst bedelen, dan een flinke slok brandewijn en dan den nacht in de sneeuw doorbrengen. En als er dan is dan ook niet ongehavend uit den strijd te voorschijn gekomen. Werklieden waren bezig met de uiterste gedeelten bij de Rotonde van nieuwe planken te voorzien. Komende van het land lag het rech tergedeelte open, maar de zee heeft nu ook gaten geslagen in het linker ge deelte, dat drie jaar geleden nieuw is aangelegd. De groote brekers, die vlak voor de pier doormidden gaan, doen het mees te kwaad. Wordt het wandelhoofd clcor zoo n golf getroffen, dan trilt de constructie op haar grondvesten. Bij een van die brekers is eerst het hek weggeslagen. Het water was toen nog niet op zijn hoogste peil gekomen. Met het stijgen van het water nam de kracht van de golven blijkbaar toe. PJank na plank werd uit het dek weggeslagen. Een nieuwe roller, die overkwam, heeft het huisje, dat bij de amusementstoestellen stond, opgeno men en een eind verder in elkander gedrukt. De linkertrap, van de landzijde gere kend, is losgerukt. De werklieden hebben de waranda moeten schoren. Dit is alles nog scha de aan het' hout. Maar bovendien bleek er veel T-vor- rr-ig ijzer in het open gedeelte van den vloer door de kracht van de golven omgebogen te zijn. Tegen één uur. toen de vloed kwarn opzetten, begon de vernieling opnieuw De werklieden, die bezig waren alles zooveel mogelijk vast te zetten, moes- ton de "s lucht nemen voor de roller3, die met donderend geraas op de pier sloegen. Het werd daar levensgevaaK- lijk. De directie heeft het achterste ge deelte van de Pier laten afsluiten. De technische dienst heeft verzekerd dat er voor de ijzerconstructie van Ie Pier geen gevaar bestaat. De was van de Maas. Men seint uit Maastricht: Door den hevigen regen van de laat ste dagen is de Maas bij Maastricht sterk gestegen. Het water staat van dijk tot dijk en begint reeds hier en daar de landerijen te overstroomen. De peilschaal teekende gistermorgen, acht uur 2 88 M. Dit staat gelijk met S4.S9 M. boven A. P., met een was van 75 c.M in de laatste 24 uur en 67 e.M. in de laatste 16 uur. Het is zeker, dat de rivier nog meer stijgen zal Zwolle gedeeltelijk onder water. Tengevolge van den hevigen storm is een gedeelte van de stad Zwolle on der water gekomen. De Thorbeckegracht, Gasthuisplein, Kerkstraat en Weezen land zijn over stroomd. Er werden dammen opgelegd om de buitendijken te beschermen. Het tramverkeer Hasselt-Zwartsluis is tot nader order gestremd. Dn spoordijk bij Stolwijkersluis gaat scheuren. Het water in de rivier de IJssel, na bij Gouda, bereikte gisterennacht een stand van 3.20 M. boven A. P. Zoowel de dijkwacht als de water- ploeg waren in actie, terwijl door een bekisting, gevuld met klei, de stad ver der werd beveiligd. Het water stond van dijk tot dijk. Gisternacht is de dijk van de spoor lijn Gouda-Schoonhoven nabij Stolwij- ersluis over 'n lengte van ongeveer 50 M. aan beide zijden gaan scheuren en het talud gaan afzakken. Langzaam rijdend passeeren thans de treinen het bedreigde gedeelte, ter wijl inmiddels personeel van Weg en Werken, alsmede arbeiders uit Utrecht begonnen zijn den dijk, waartegen een groote waterplas staat, te versterken. misschien den volgenden morgen iemand bevroren op den weg lag en niet de stille trom hegraven werd, wat dan nog? Met de blauw-roode winter handen in de zakken gestoken, liep hii een draf naar 't kasteel. ,,'k Zal toch eerst nog maar eens bij mijns gelijken aankloppen", zeide hij met bitteren spot, „de eene heere- boer zal toch den anderen niet in de steek laten". Lachend en klappertan dend liep hij voort. Het begon al te schemeren toen hij voor het groote huis stilstond. Twee heeren, dik gekleed tegen de kou, met 't geweer op den schouder en de wei- tasch omgehangen, kwamen juist van den anderen kant aan. Zij hadden den bedelaar niet opgemerkt, die slechts enkele schreden van hen afstond en de stoep niet vóór hen op wilde gaan. Daar sloeg de jachthond aan en een der heeren. de kleinste, die zeer dik was, keerde zich om. „Wel, wat voor een voddenraper slaat daar no-g zoo laat in den avond?" riep hij heftig uit; „men zal binnen kort geen stap meer kunnen doen, zonder over een vagebond te vallen!" De vuist van den bedelaar balde zich, maar hij zweeg. Waartoe zou hem een antwoord gediend hebben? De andere heer kwam nu dichter bij •den landlooper, die met zijn hoed in cie bevende handen stond, en vroeg vriendelijk; „Ben je al binnen ge weest?" He<t vergaan van de Salento. Het is thans vrijwel zeker, dat geen der opvarenden van het Italiaansche stoomschip Salento, dat gistermorgen na twee dagen voor de Nederland- sche kust te hebben gekruist, doch ten gevolge van den storm niet kon binnen komen op de kust geworpen werd, levend den vasten wal zal bereiken. Reeds is gemeld, hoe de reddingsboot na herhaalde pogingen het schip te hereiken onder leiding van snhipper Frans Peters, bij de laatste poging voor de oogen van honderden toeschou wers op het strand, die het ranke vaar tuigje eenige malen zee hadden zien kiezen, strijdend tegen de woeste gol ven, om te trachten menschenlevens aan den dood te ontrukken, is omge slagen en hoe een der oudste leden der bemanning, Piet de Visser, hierbij het leven heeft verloren. Het lag in de bedoeling des middags te ongeveer twee uur bij gunstiger tij met de reddingsboot van Zandvoort opnieuw te trachten de Salento te be reiken. Doch dit bleek niet mogelijk. Toen werd getracht op andere wijze verbinding met het schip te krijgen. Drie militaire vliegtuigen cirkelden om 't steeds dieper zinkende vaartuig en trachtten er een lijn op te werpen. Doch ook dit mocht niet baten. Het bleek niet mogelijk de Salento, die niet verder dan ongeveer 300 M. van de kust zit, te bereiken. En tegen den avond, bij het vallen van de schemering, wordt, besloten de reddingsbooten naar IJmuiden en Zandvoort terug te zenden. De zee blijft ruw, de wind steekt op nieuw op en het is onbegonnen werk n5g eens, nu in de duisternis, te trach ten bij het schip te komen. Door kijkers zien wij de bemanning of althans een gedeelte van haar in de kajuit van den kapitein, die nog ge deeltelijk boven water uitsteekt. De menschen zijn nog in leven, staan echter voor de helft in het koude zee water. En in de verte zien zij den vasten, veiligen walzien ook, dat de red dingsbooten worden ingehaald.... Hun radeloosheid moet groot zijn. zooals ook blijkt uit de teekens, die zij geven Dan klimt een der Italianen op de brug. Hii zit aan een touw, doch de golven zijn sterker dan hij en plots weggeslagen is hij En tegen zes uur zijn reeds dr'^ lijken aangespoeld. Er is nog leven aan boord en nog is alle hoop niet verloren. Doch als niet spoedig de zee tot rust komt, en de wind gaat liggen dan zal geen red ding meer mogelijk zijn. Voorbereidingen zijn getroffen om de schipbreukelingen gedurende den avond en den nacht door middel van vuurpijlen in hun landstaal moed in te spreken en de'hoop niet op te geven. Doch.... er is weinig hoop op hun behoud. Slechts een wonder zal deze zeelieden ver van hun land kunnen redden. V. D. verneemt uit IJmuiden: Volgens hier ontvangen berichten bestaat de bemanning van de Salento uit 23 koppen. Daar er tot nu toe geen lijken zijn aangespoeld, neemt men aan, dat alle leden der bemanning zich nog op het wrak bevinden. Een later bericht meldt, dat de Noordzee van L. Smit en Co.'s Interna tionalen Sleepdienst uit Hoek van Hol land naar de Salento vertrokken is. Op verzoek van den burgemeester van Bloemendaal vertrok gisteravond om kwart voor elf de reddingsboot Do- rus Rijkers naar het stoomschip Sa lento. Een bericht van V. D. uit Zanddvoort meldt, dat er gistermiddag tegen 6 uur drie lijken van leden der bemanning van de Salento waren aangespoeld. Een Noorsche motorlichter vergaan. Nader is gebleken, dat de schipbreu kelingen, welke de Johanna IJM. 12 aan boord had, de gezamenlijke be manning vormde van de Noorsche mo torlichter Tartar uit Oslo. Het schip, dat uit cement is gebouwd was geladen met 270 standaard ge zaagd hout onderweg van Trangsund naar Antwerpen. De voorpiek was lek gesprongen en „Neen, maar ik heb honger en hen zóó koud!" „Stakkerd! wacht even", voer de heer Elwitz voort, terwijl de ander riep: „Sapperloot. Elwitz, ik geloof dat ge weer vol zijt van christelijke barm hartigheid en dat ge den bedelaar ten eten zult vragen!" Nu werd de voordeur geopend en een dame trad de beide heeren eenige schreden tegemoet: „Goeden avond, mijnheer Hartmann, goeden avond Kurt! Al terug en hebt ge geluk ge had? Kom gauw binnen, in de kamer van mijn man staat een glas bisschop voor u klaar, 't Is verbazend koud!" „Dat hebt u goed bezorgd, me vrouw!" zeide Hartman; „wij zijn u zeer dankbaar! Uw man noodigt juist nog iemand anders uit; of zijn toilet u bevallen zal, weet ik niet; we zullen hem eerst bij 't licht moeten zien". ,.Wien mijn man uitnoodigt, is mij altijd welkom", antwoordde mevrouw Elwitz en ging eenige schreden naar voren, Hartmann schaterde het uit en zei de: „Bekijk uw gast maar eens goed yan dichtbij, mevrouw, ik ga mij in- tusschen wat opknappen". Hij ging naar binnen en gaf den knecht zijn geweer en weitasch. „Clara", zeide de heer Elwitz, die nog buiten sto-nd, „hier is een arme man, die honger heeft en half bevro ren is, heb je niet iets warms voor hem te eten?" AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 27 Nov. 1928. Sommige gemeenteraden kunnen wat raar omspringen m't de politiek. Vooral wanneer deze politiek van het terrein der beginselen treedt op dat van de meer persoonlijke, de alle- daagsche voorvallen. Zoo is in de jongste raadsvergade ring van de gemeente Oostellingwerf met 7 tegen 6 stemmen een motie aan genomen, waarin wordt uitgesproken, dat bij de benoeming van onderwijzers en ambtenaren geen rekening mag worden gehouden met de politieke overtuiging van de sollicitanten, maar enkel met hun bekwaamheid en ge schiktheid. De voorstellers achtten een uit spraak van den raad noodig, omdat hij benoemingen van leerkrachten aan de openbare scholen sommige raadsleden wèl met de staatkundige overtuiging van de gegadigden te rade gingen. Een zeer scherp debat werd gevoerd tusschen de rechtsche en linksche frac ties. Twee raadsleden verlieten tijdens de stemming de raadszaal. Ik zou het natuurlijk prachtig vin den als de heeren voortaan zich in de eerste plaats lieten leiden door- be kwaamheid en geschiktheid van de candidaten. maar dat ze daarbij de po litieke richting absoluut zouden uit schakelen, nou dat geloof ik niet. 't Zal daarom wel weer een motie worden die niet wordt uitgevoerd. Maar is het dan cok geen onzin waar aan dit College van 15 leden zich te buiten gaat? OBSERVATOR. volgeloopen, waarna ook in ruim I wa ter was gedrongen en het schip met slagzij begon te zinken. Toen de Johanna in de nabijheid kwam verlieten de Noren hun schip op 15 mijl Noord ten Oosten van het vuurschip Terschellingerbank. Zij vonden een veilig onderkomen op den trawler, waarvoor zij zich zeer dankbaar toonden. De schipbreukelingen zijn te IJmui den ondergebracht in het Koning Wil lemhuis. De Tartar was eerst 10 jaar oud. Zij mat 371 netto reg. tons en had een laadvermogen van 800 ton. Het schip behoorde aan de reederij A. H. Matthiessen te Oslo. Koninklijke belangstelling. Hedenmiddag bracht Z. K. H. Prins Hendrik een bezoek aan boord van het gestrande s.s. Christan Michelsen, daarna werd het hotel Amerika be zocht, waar de schipbreukelingen zijn ondergebracht. De Prins drukte allen de hand, wtyar- na de heer Dirkzwager, Noorsch con sul, namens de bemanning dank be tuigde voor de behandeling te Hoek van Holland ondervonden en inzon derheid voor het moedige werk, door de mannen van de reddingsboot ver richt. Per auto vertrok Z. K. H. weer naar Den Haag. Z.K. H. was vergezeld door heer C. F. Jas. Commissaris van Rotterdam te Hoek van Holland. Om een klein denkbeeld te geven van de kracht van den storm en de op- gezwiepte golven, deelen wij mede, dat de Harwichboot, die Maandagnacht te kwart over 1 door de sleepboot Gan ges uit den Waterweg wercl gesleept, om 4 uur het lichtschip Maas nog niet had bereikt, ofschoon de afstand maar 7K mijl bedraagt en de boot 18 mijl per uur loopt. Andere scheepsberichten. Van de gistermorgen te IJmuiden binnengekomen schepen hebben de kapiteins staaltjes van zeemanskunst laten zien. Zoo is b.v. de Cambrian Idylle dwars de haven binnengekomen om de slui zen te bereiken. Ook het Duitsche stoomschip Roe- delsheim, dat in den nacht van Zondag op Maandag seinde, dat het in nood verkeerde en sleepboothulp verlangde, is zoo binnengekomen. Bij den Zuider strekdam geraakte het echter weer in moeilijkheden, „Ga maar meel" zei mevrouw El witz vriendelijk; „er zal wel wat te vinden zijn, Hendrik", riep zij den knecht toe, die gereed stond om zijn heer te helpen, „breng den man in de. keuken en geef hem alvast iets warms te eten en té drinken". Daarop nam zij den arm van haar man en ging met hem naar zijn kamer. Hendrik, de oude, getrouwe knecht met 't grijze haar, wendde zich hoofd schuddend tot den bedelaar. „Zoo jong nog", zei hij verwijtend, „en al nu, kom maar meel Je bent aan de rechte deur beland, hier wordt geen bedelaar weggestuurd". Toen de heer en mevrouw Elwitz de studeerkamer binnentraden, sprongen Kürt en Alfred, jongens van zeven en zes jaar, juichend op hun ouders toe. Zij namen hun vader hij de hand en bestormden hem met vragen omtrent zijn wederwaardigheden op de jacht; oï het erg koud was geweest, of hij geen herten had gezien en hoeveel ha zen hij geschoten had. Het vierjarige, blonde Gretchen, vleide zich dicht te gen haar moeder aan, en toen Kurt met schitterende oogen zei: „Vader, als ik groot ben, als ik veel geleerd heb en heer van een kasteel ben, zoo als u, dan doe ik pif, paf, poef, en schiet al de hazen dood", riep zij ang stig: „Neen, neen, Kurt, niet pif, paf, poef doen, niet al de hazen doodschie ten!" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5