NlüllWt LEIDSCHE COURANT
Hoe de Noordwester-storm huishield.
DINSDAG 27 NOV. 1928
TWEEDE BLAD.
De tragedie van de Salento.
Verschillende scheepsrampen.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen: Naar de Wilp, G.
Teensana, te Siddeimren.
Bedankt: Voor Westerbroek, L. van
Dijk, te Nuis en Niebut.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Hasselt, J. Maaskant,
te Echten. Te Wanswerd a. d. Streek, W.
J. Smidt, te Dwingeloo. Te Anna Jacoba-
polder, R. J. v. d. Meulen, hulpprediker te
IJmudden.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Soest, J. W. van Ree te
Barendrecht; en L. de Bruijne te Zwolle.
DOOPSGEZ. GEM.
Aangenomen: Naar Amersfoort,
T. O. Hylkema te Giethoorn.
BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID.
Zondagmorgen werd Ds. J. L. de
Vries (overgekomen van Rijnsburg) in de
Chr. Geref. Kerk te Naarden-Bussum be
vestigd door Ds. Joh. Jansen van Leiden.
Deze had tot tekst Jozua 1 6a. In een
hartelijk, welgemeend, persoonlijk woord
richtte spr zich tot Ds. de Vries en liet
hem toezingen: „Dat op uw klacht de be-
mel scheure".
's Avonds deed Ds. J. L. de Vries in
trede. Voor een overvolle kerk sprak hij
uit 1 Kon. 6 7. Aan het einde richtte spr.
zich tot Kerkeraad, Jongel., Jonged. en
Knapen Vereen., tot de catechisanten, lei
ders der Zondagsschool, de leden van het
Chr. schoolbestuur, dë afgev. der Ned.
Herv. Kerk, zijn bevestiger Ds. Jansen, de
vele vrienden uit Rijnsburg en tot br. Ver
haar, een der oude „voortrekkers". Ouder
ling Sikking heette Ds. de Vries hartelijk
welkom en verzocht te zingen: „Zijn
Naam moet eeuwig eer ontvangen".
Wegens vertrek naar Warffum nam
Zondagavond Ds. H. de Zwart afscheid
van de Geref. Kerk te Twijzel met een pre-
dicatie over Psalm 125 15, handelend
over: een psalm der lofzegging over de
verbondstrouw des Heeren over Zijn volk.
De scheidende leeraar wérd toegesproken
door ouderling H. T. van der Wal namens
kerkeraad en gemeente, J'. Strating, Hoofd
der Chr. School, Dr. C. J. Goslinga van
Buitenpost, namens de classis Kollum en
Ds. H. H. van Kapel van Kooten namens
de genabuurde Kerken.
Den scheidenden leeraar werd toegezon
gen Ps. 121 4 en Ps. 134 3.
De heer H. J. Kastein, gep. Gods
dienstleeraar bij de Strafgevangenissen en
Godsdienstonderwijzer bij de Ned. Herv.
Gem. te Arnhem, hoopt Donderdag 29 No
vember a.s. zijn 80sten verjaardag te vie
ren.
Dr. J. CH. KROMSIGT.
Dr. J. Ch. Kromsigt, predikant bij le
Herv. Gem. te Rinsumageest, die eenige
weken geleden een operatie onderging, is
in zooverre hersteld, dat hij het zieken
huis heeft kunnen verlaten.
HET VERKIEZINGSWERK
TE 's-GRAVENHAGE.
De Nedei lander schrijft:
Naar we reeds gemeld hebben, wordt
a.s. Donderdagavond een samenspreking
gehouden tusschen Kerkeraad en kiescol
lege der Ned. Herv. Kerk te 's-Gravenhage.
De kerkelijkevereeniging De Band des
Vredes (E. V. binnen de richtingen der
orthodoxie) zou juist dezen avond een le
denvergadering houden. Deze vergadering
is uitgesteld, zoo niet afgespeld. Evange
lie en Belijdenis (Confessioneel) vergader
de gisteravond in Maison Brammer op de
Prinsegracht. Deze vergadtring droeg
een besloten karakter.
MET EMERITAAT.
Ds. G. van Halsema ïs voornemens om
Zondag 20 Januari a.s. afscheid te nemen
van de Geref. Kerk van Nijeveen, die hij
dien dag precies 34 jaar zal hebben ge
diend en zich daar hij eervol emeritaat
verkregen heeft metterwoon te vestigen
te Haren (Gr.).
FEUILLETON.
De vreemde landlooper
1/ O
EERSTE HOOFDSTUK.
Hat was December en buitengewoon
kiud; sneeuw bedekte de bosschen en
velden, en de straatwegen en hagen
lagen bedolven onder een donzig, wit
k'eed. De koopvrouwen, die uit het
dcrp terugkeerden, hadden zich zóó
ingepakt, dat zij nauwelijks te her
kennen waren.
De musschen zochten naar een en
kel korreltje voedsel in de sneeuw en
ae hazen renden heen en weèr over de
velden, maar geen enkel groen spriet
je stak boven cle sneeuw uit. Wie he
den voor de tweede maal naar het
dorp had moeten gaan, haastte zich
naar huis ;al was dit ook nog zoo
klein en al bevatte het niet meer dan
één kamertje, het whs toch een thuis.
Daar ginds op den straatweg, aan
den zoom van 't bosch, vlak bij Wal-
tcrsdorp, stond een man, die stellig
geen thuis had, en door niemand zou
verwelkomd worden. Bibberend van
kuude stond de nog jonge man voor
den wegwijzer. „Waltersdorp" las hij,
en zijn stem beefde van de koorts.
Baard en haar waren wit van de
sneeuw; zijn kleederen waren dun en
overal hingen de flarden er bij. De
schoenen waren door vocht verschrom
BERICHTEN OVER DEN STORM.
Dijken bezweken.
Niet alleen, dat de storm scheeps
rampen heeft veroorzaakt, het hooge
water heeft ook hier en daar de dij
ken doen breken.
Reeds zijn een aantal dieren een
prooi der golven geworden. Honder
den H. A. land staan reeds onder wa
ter en nog steeds worden andere dij
ken bedreigd.
Dijken te Bergen op Zoom bezweken.
Gisternacht heeft de storm zich doen
gelden te Bergen op Zoom, waar het
water bij den laatsten vloed een hoog
te bereikte van 4.50 M. boven A. P.
Tengevolge daarvan werd de haven
geheel blank gezet en liepen verschil
lende kelders van huizen onder.
Bijna was er een slachtoffer te be
treuren geweest. Het raadslid, de heer
Scheffelaars, werd n.l. door het aan
spoelende water in den kelder gedron
gen en slechts met moeite kon hij ge
red worden.
Om 1 uur des nachts bezweek de dijk
bij Contr'escarp, waardoor een breuk
ontstond van ruim 40 M.
In een oogwenk stonden alle daar
achter gelegen polders onder water.
Ook de polderdijk bezweek even
daarna, waardoor het onder water ge
zette gebied nog grooter werd.
De Eemnesserpolder ondergeloopen.
Door den aanhoudenden storm is
de Eemnesserpolder gisternacht en
gisternorgen geheel onder water geloo-
pen.
Het water is nog steeds wassende en
is reeds enkele woningen te Baarn
binnengedrongen.
Rondom Baarn tot Amersfoort is al
les een zee.
De Kalverpolder in gevaar
De hooge waterstand in de Zaan en
de zware golven van den Noord-Wes
terstorm is Zondagnacht een voortdu
rende bedreiging geweest voor den
Kalverpolder, liggende in het gebied
der gemeente Zaandam.
Op verschillende plaatsen vloog het
water met kracht over het lage dijkje.
Op de meest bedreigde punten heb
ben ingelanden versterkingen aange
bracht, door den dijk met zakken klei
op te hoogen.
De dijkgraaf H. Beets deelde mede,
dat sinds menschenheugenis de wa
terstand niet zoo hoog is geweest.
Des nachts om twee uur begon het
water te zakken.
Thans is het niveau ongeveer 810
M. gedaald, en acht men het gevaar
geweken.
De fabrieksterreinen aan de dijken
staan echter nog rondom in het water.
Het ergst is echter de veerman Smit
er aan toe. die meer dan twee voet wa
ter in huis heeft en verplicht is op
den zolder te wonen.
Zniderzee-dijken in gevaar.
Uit Hoorn wordt gemeld:
Men maakt zich beangst over de
Zuiderzeedijken.
Gistermorgen is met man en macht
gewerkt aan de versterking van de dij
ken om den proefpolder bij Andijk, die
het zwaar te verduren hebben.
De zijdijken bij Hoorn worden op
verschillende plaatsen eveneens ver
sterkt.
Het nwelwater loopt reeds in de hui
zen onder aan den dijk.
Aan de haven was de stand van het
water hedenmorgen om 10 uur 2.11 M.
boven A. P. Gistermorgen 12 uur was
het gezakt tot 1.89 boven A. P.
Bij den hoofdtoren te Hoorn is een
dam aangelegd; toch loopt het water
nog beneden in den toren.
Het z.g. houten hoofd staat geheel
onder water.
De Pier te Scheveningen.
Ook de Scheveningsche Pier heeft
het zwaar te verantwoorden gehad en
peld en vol gaten. Af en toe trok de
man eens aan zijn jas en mouwen,
maar zijn kleeding wilde er maar niet
fatsoenlijker uitzien.
„Als moeder dat eens gezien had!"
mompelde hij, doch de aandoening
duurde slechts een oogenblik; spoedig
daarop stiet hij een vloek uit en keek
besluiteloos naar het dorp en het kas
teel, dat recht voor hem lag. Zou hij
naar 't dorp gaan, en van deur tot
deur bedelen om een stuk brood, om
dat hij den geheelen dag nog niets ge
geten had? Maar brood zou hem niet
verwarmen. Zou hij hier en daar om
een geldstuk vragen, ten einde een
slaapplaats en een bos stroo te kun
nen betalen? Maar wellicht zou nie
mand hem op willen nemen. Hij had
't dikwijls genoeg gehoord hoe men
over bedelvolk dacht, en hoe men
landloopers behandelde. Hij wist 't
wel, het was eigen schuld, dat hij op
den straatweg moest rondslenteren,
inplaats van in een gezellig huis te
wonen, maar toch was er in zijn hart
een gevoel van haat en wraaklust, dat
hij dag aan dag koesterde. Meer dan
eens was er een vloek over zijn lippen
gekomen en dikwijls genoeg had hij
de vuist dreigend gebald tegen een of
ander huis, vanwaar men hem met
lurde woorden verjaagd had.
Thans had hij een besluit genomen:
eerst bedelen, dan een flinke slok
brandewijn en dan den nacht in de
sneeuw doorbrengen. En als er dan
is dan ook niet ongehavend uit den
strijd te voorschijn gekomen.
Werklieden waren bezig met de
uiterste gedeelten bij de Rotonde van
nieuwe planken te voorzien.
Komende van het land lag het rech
tergedeelte open, maar de zee heeft nu
ook gaten geslagen in het linker ge
deelte, dat drie jaar geleden nieuw is
aangelegd.
De groote brekers, die vlak voor de
pier doormidden gaan, doen het mees
te kwaad. Wordt het wandelhoofd
clcor zoo n golf getroffen, dan trilt de
constructie op haar grondvesten.
Bij een van die brekers is eerst het
hek weggeslagen. Het water was toen
nog niet op zijn hoogste peil gekomen.
Met het stijgen van het water nam
de kracht van de golven blijkbaar toe.
PJank na plank werd uit het dek
weggeslagen. Een nieuwe roller, die
overkwam, heeft het huisje, dat bij de
amusementstoestellen stond, opgeno
men en een eind verder in elkander
gedrukt.
De linkertrap, van de landzijde gere
kend, is losgerukt.
De werklieden hebben de waranda
moeten schoren. Dit is alles nog scha
de aan het' hout.
Maar bovendien bleek er veel T-vor-
rr-ig ijzer in het open gedeelte van den
vloer door de kracht van de golven
omgebogen te zijn.
Tegen één uur. toen de vloed kwarn
opzetten, begon de vernieling opnieuw
De werklieden, die bezig waren alles
zooveel mogelijk vast te zetten, moes-
ton de "s lucht nemen voor de roller3,
die met donderend geraas op de pier
sloegen. Het werd daar levensgevaaK-
lijk.
De directie heeft het achterste ge
deelte van de Pier laten afsluiten.
De technische dienst heeft verzekerd
dat er voor de ijzerconstructie van Ie
Pier geen gevaar bestaat.
De was van de Maas.
Men seint uit Maastricht:
Door den hevigen regen van de laat
ste dagen is de Maas bij Maastricht
sterk gestegen.
Het water staat van dijk tot dijk en
begint reeds hier en daar de landerijen
te overstroomen.
De peilschaal teekende gistermorgen,
acht uur 2 88 M. Dit staat gelijk met
S4.S9 M. boven A. P., met een was van
75 c.M in de laatste 24 uur en 67 e.M.
in de laatste 16 uur.
Het is zeker, dat de rivier nog meer
stijgen zal
Zwolle gedeeltelijk onder water.
Tengevolge van den hevigen storm
is een gedeelte van de stad Zwolle on
der water gekomen.
De Thorbeckegracht, Gasthuisplein,
Kerkstraat en Weezen land zijn over
stroomd.
Er werden dammen opgelegd om de
buitendijken te beschermen.
Het tramverkeer Hasselt-Zwartsluis
is tot nader order gestremd.
Dn spoordijk bij Stolwijkersluis gaat
scheuren.
Het water in de rivier de IJssel, na
bij Gouda, bereikte gisterennacht een
stand van 3.20 M. boven A. P.
Zoowel de dijkwacht als de water-
ploeg waren in actie, terwijl door een
bekisting, gevuld met klei, de stad ver
der werd beveiligd. Het water stond
van dijk tot dijk.
Gisternacht is de dijk van de spoor
lijn Gouda-Schoonhoven nabij Stolwij-
ersluis over 'n lengte van ongeveer
50 M. aan beide zijden gaan scheuren
en het talud gaan afzakken.
Langzaam rijdend passeeren thans
de treinen het bedreigde gedeelte, ter
wijl inmiddels personeel van Weg en
Werken, alsmede arbeiders uit Utrecht
begonnen zijn den dijk, waartegen een
groote waterplas staat, te versterken.
misschien den volgenden morgen
iemand bevroren op den weg lag en
niet de stille trom hegraven werd, wat
dan nog? Met de blauw-roode winter
handen in de zakken gestoken, liep
hii een draf naar 't kasteel.
,,'k Zal toch eerst nog maar eens
bij mijns gelijken aankloppen", zeide
hij met bitteren spot, „de eene heere-
boer zal toch den anderen niet in de
steek laten". Lachend en klappertan
dend liep hij voort.
Het begon al te schemeren toen hij
voor het groote huis stilstond. Twee
heeren, dik gekleed tegen de kou, met
't geweer op den schouder en de wei-
tasch omgehangen, kwamen juist van
den anderen kant aan. Zij hadden den
bedelaar niet opgemerkt, die slechts
enkele schreden van hen afstond en
de stoep niet vóór hen op wilde gaan.
Daar sloeg de jachthond aan en een
der heeren. de kleinste, die zeer dik
was, keerde zich om.
„Wel, wat voor een voddenraper
slaat daar no-g zoo laat in den avond?"
riep hij heftig uit; „men zal binnen
kort geen stap meer kunnen doen,
zonder over een vagebond te vallen!"
De vuist van den bedelaar balde
zich, maar hij zweeg. Waartoe zou
hem een antwoord gediend hebben?
De andere heer kwam nu dichter bij
•den landlooper, die met zijn hoed in
cie bevende handen stond, en vroeg
vriendelijk; „Ben je al binnen ge
weest?"
He<t vergaan van de Salento.
Het is thans vrijwel zeker, dat geen
der opvarenden van het Italiaansche
stoomschip Salento, dat gistermorgen
na twee dagen voor de Nederland-
sche kust te hebben gekruist, doch ten
gevolge van den storm niet kon binnen
komen op de kust geworpen werd,
levend den vasten wal zal bereiken.
Reeds is gemeld, hoe de reddingsboot
na herhaalde pogingen het schip te
hereiken onder leiding van snhipper
Frans Peters, bij de laatste poging
voor de oogen van honderden toeschou
wers op het strand, die het ranke vaar
tuigje eenige malen zee hadden zien
kiezen, strijdend tegen de woeste gol
ven, om te trachten menschenlevens
aan den dood te ontrukken, is omge
slagen en hoe een der oudste leden der
bemanning, Piet de Visser, hierbij het
leven heeft verloren.
Het lag in de bedoeling des middags
te ongeveer twee uur bij gunstiger tij
met de reddingsboot van Zandvoort
opnieuw te trachten de Salento te be
reiken. Doch dit bleek niet mogelijk.
Toen werd getracht op andere wijze
verbinding met het schip te krijgen.
Drie militaire vliegtuigen cirkelden
om 't steeds dieper zinkende vaartuig
en trachtten er een lijn op te werpen.
Doch ook dit mocht niet baten.
Het bleek niet mogelijk de Salento,
die niet verder dan ongeveer 300 M.
van de kust zit, te bereiken.
En tegen den avond, bij het vallen
van de schemering, wordt, besloten de
reddingsbooten naar IJmuiden en
Zandvoort terug te zenden.
De zee blijft ruw, de wind steekt op
nieuw op en het is onbegonnen werk
n5g eens, nu in de duisternis, te trach
ten bij het schip te komen.
Door kijkers zien wij de bemanning
of althans een gedeelte van haar in de
kajuit van den kapitein, die nog ge
deeltelijk boven water uitsteekt.
De menschen zijn nog in leven, staan
echter voor de helft in het koude zee
water.
En in de verte zien zij den vasten,
veiligen walzien ook, dat de red
dingsbooten worden ingehaald....
Hun radeloosheid moet groot zijn.
zooals ook blijkt uit de teekens, die
zij geven
Dan klimt een der Italianen op de
brug. Hii zit aan een touw, doch de
golven zijn sterker dan hij en plots
weggeslagen is hij
En tegen zes uur zijn reeds dr'^
lijken aangespoeld.
Er is nog leven aan boord en nog is
alle hoop niet verloren. Doch als niet
spoedig de zee tot rust komt, en de
wind gaat liggen dan zal geen red
ding meer mogelijk zijn.
Voorbereidingen zijn getroffen om
de schipbreukelingen gedurende den
avond en den nacht door middel van
vuurpijlen in hun landstaal moed in
te spreken en de'hoop niet op te geven.
Doch.... er is weinig hoop op hun
behoud. Slechts een wonder zal deze
zeelieden ver van hun land kunnen
redden.
V. D. verneemt uit IJmuiden:
Volgens hier ontvangen berichten
bestaat de bemanning van de Salento
uit 23 koppen.
Daar er tot nu toe geen lijken zijn
aangespoeld, neemt men aan, dat alle
leden der bemanning zich nog op het
wrak bevinden.
Een later bericht meldt, dat de
Noordzee van L. Smit en Co.'s Interna
tionalen Sleepdienst uit Hoek van Hol
land naar de Salento vertrokken is.
Op verzoek van den burgemeester
van Bloemendaal vertrok gisteravond
om kwart voor elf de reddingsboot Do-
rus Rijkers naar het stoomschip Sa
lento.
Een bericht van V. D. uit Zanddvoort
meldt, dat er gistermiddag tegen 6 uur
drie lijken van leden der bemanning
van de Salento waren aangespoeld.
Een Noorsche motorlichter vergaan.
Nader is gebleken, dat de schipbreu
kelingen, welke de Johanna IJM. 12
aan boord had, de gezamenlijke be
manning vormde van de Noorsche mo
torlichter Tartar uit Oslo.
Het schip, dat uit cement is gebouwd
was geladen met 270 standaard ge
zaagd hout onderweg van Trangsund
naar Antwerpen.
De voorpiek was lek gesprongen en
„Neen, maar ik heb honger en hen
zóó koud!"
„Stakkerd! wacht even", voer de
heer Elwitz voort, terwijl de ander
riep: „Sapperloot. Elwitz, ik geloof dat
ge weer vol zijt van christelijke barm
hartigheid en dat ge den bedelaar ten
eten zult vragen!"
Nu werd de voordeur geopend en
een dame trad de beide heeren eenige
schreden tegemoet: „Goeden avond,
mijnheer Hartmann, goeden avond
Kurt! Al terug en hebt ge geluk ge
had? Kom gauw binnen, in de kamer
van mijn man staat een glas bisschop
voor u klaar, 't Is verbazend koud!"
„Dat hebt u goed bezorgd, me
vrouw!" zeide Hartman; „wij zijn u
zeer dankbaar! Uw man noodigt juist
nog iemand anders uit; of zijn toilet
u bevallen zal, weet ik niet; we zullen
hem eerst bij 't licht moeten zien".
,.Wien mijn man uitnoodigt, is mij
altijd welkom", antwoordde mevrouw
Elwitz en ging eenige schreden naar
voren,
Hartmann schaterde het uit en zei
de: „Bekijk uw gast maar eens goed
yan dichtbij, mevrouw, ik ga mij in-
tusschen wat opknappen".
Hij ging naar binnen en gaf den
knecht zijn geweer en weitasch.
„Clara", zeide de heer Elwitz, die
nog buiten sto-nd, „hier is een arme
man, die honger heeft en half bevro
ren is, heb je niet iets warms voor
hem te eten?"
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 27 Nov. 1928.
Sommige gemeenteraden kunnen
wat raar omspringen m't de politiek.
Vooral wanneer deze politiek van het
terrein der beginselen treedt op dat
van de meer persoonlijke, de alle-
daagsche voorvallen.
Zoo is in de jongste raadsvergade
ring van de gemeente Oostellingwerf
met 7 tegen 6 stemmen een motie aan
genomen, waarin wordt uitgesproken,
dat bij de benoeming van onderwijzers
en ambtenaren geen rekening mag
worden gehouden met de politieke
overtuiging van de sollicitanten, maar
enkel met hun bekwaamheid en ge
schiktheid.
De voorstellers achtten een uit
spraak van den raad noodig, omdat hij
benoemingen van leerkrachten aan de
openbare scholen sommige raadsleden
wèl met de staatkundige overtuiging
van de gegadigden te rade gingen.
Een zeer scherp debat werd gevoerd
tusschen de rechtsche en linksche frac
ties.
Twee raadsleden verlieten tijdens
de stemming de raadszaal.
Ik zou het natuurlijk prachtig vin
den als de heeren voortaan zich in de
eerste plaats lieten leiden door- be
kwaamheid en geschiktheid van de
candidaten. maar dat ze daarbij de po
litieke richting absoluut zouden uit
schakelen, nou dat geloof ik niet.
't Zal daarom wel weer een motie
worden die niet wordt uitgevoerd.
Maar is het dan cok geen onzin waar
aan dit College van 15 leden zich te
buiten gaat?
OBSERVATOR.
volgeloopen, waarna ook in ruim I wa
ter was gedrongen en het schip met
slagzij begon te zinken.
Toen de Johanna in de nabijheid
kwam verlieten de Noren hun schip
op 15 mijl Noord ten Oosten van het
vuurschip Terschellingerbank.
Zij vonden een veilig onderkomen op
den trawler, waarvoor zij zich zeer
dankbaar toonden.
De schipbreukelingen zijn te IJmui
den ondergebracht in het Koning Wil
lemhuis.
De Tartar was eerst 10 jaar oud. Zij
mat 371 netto reg. tons en had een
laadvermogen van 800 ton.
Het schip behoorde aan de reederij
A. H. Matthiessen te Oslo.
Koninklijke belangstelling.
Hedenmiddag bracht Z. K. H. Prins
Hendrik een bezoek aan boord van het
gestrande s.s. Christan Michelsen,
daarna werd het hotel Amerika be
zocht, waar de schipbreukelingen zijn
ondergebracht.
De Prins drukte allen de hand, wtyar-
na de heer Dirkzwager, Noorsch con
sul, namens de bemanning dank be
tuigde voor de behandeling te Hoek
van Holland ondervonden en inzon
derheid voor het moedige werk, door
de mannen van de reddingsboot ver
richt.
Per auto vertrok Z. K. H. weer naar
Den Haag.
Z.K. H. was vergezeld door heer C.
F. Jas. Commissaris van Rotterdam
te Hoek van Holland.
Om een klein denkbeeld te geven
van de kracht van den storm en de op-
gezwiepte golven, deelen wij mede, dat
de Harwichboot, die Maandagnacht te
kwart over 1 door de sleepboot Gan
ges uit den Waterweg wercl gesleept,
om 4 uur het lichtschip Maas nog niet
had bereikt, ofschoon de afstand maar
7K mijl bedraagt en de boot 18 mijl
per uur loopt.
Andere scheepsberichten.
Van de gistermorgen te IJmuiden
binnengekomen schepen hebben de
kapiteins staaltjes van zeemanskunst
laten zien.
Zoo is b.v. de Cambrian Idylle dwars
de haven binnengekomen om de slui
zen te bereiken.
Ook het Duitsche stoomschip Roe-
delsheim, dat in den nacht van Zondag
op Maandag seinde, dat het in nood
verkeerde en sleepboothulp verlangde,
is zoo binnengekomen. Bij den Zuider
strekdam geraakte het echter weer in
moeilijkheden,
„Ga maar meel" zei mevrouw El
witz vriendelijk; „er zal wel wat te
vinden zijn, Hendrik", riep zij den
knecht toe, die gereed stond om zijn
heer te helpen, „breng den man in de.
keuken en geef hem alvast iets warms
te eten en té drinken". Daarop nam zij
den arm van haar man en ging met
hem naar zijn kamer.
Hendrik, de oude, getrouwe knecht
met 't grijze haar, wendde zich hoofd
schuddend tot den bedelaar. „Zoo jong
nog", zei hij verwijtend, „en al nu,
kom maar meel Je bent aan de rechte
deur beland, hier wordt geen bedelaar
weggestuurd".
Toen de heer en mevrouw Elwitz de
studeerkamer binnentraden, sprongen
Kürt en Alfred, jongens van zeven en
zes jaar, juichend op hun ouders toe.
Zij namen hun vader hij de hand en
bestormden hem met vragen omtrent
zijn wederwaardigheden op de jacht;
oï het erg koud was geweest, of hij
geen herten had gezien en hoeveel ha
zen hij geschoten had. Het vierjarige,
blonde Gretchen, vleide zich dicht te
gen haar moeder aan, en toen Kurt
met schitterende oogen zei: „Vader,
als ik groot ben, als ik veel geleerd
heb en heer van een kasteel ben, zoo
als u, dan doe ik pif, paf, poef, en
schiet al de hazen dood", riep zij ang
stig: „Neen, neen, Kurt, niet pif, paf,
poef doen, niet al de hazen doodschie
ten!"
(Wordt vervolgd).