CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Dit nummer bestaat uit ÏWEE Bladen.
Beiansrijkste nieuws in dit Nummer.
9d° JAARGANG
ZATERDAG 24 NOVEMBER 1928
NUMMER 2402
ABONNEMENTSPRIJS
Ln Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd xijn
Per kwartaal. i 230
Per week i 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Burean: Hooigracht 35 - Leiden Teleioonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 a-OjJyfcy Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertenties per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeelingen dnbbel tarief
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiên bij voornitbetaling
▼an ten hoogste 30 woorden, worden da*
gelijks geplaatst ad. 40 cents
EERSTE BLAD.
V Wijziging gemeentewet.
Er zijn enkele wetten, die in den loop
der jaren herhaaldelijk worden gewij
zigd, zonder nochtans van karakter te
veranderen.
Tot deze behoort onze gemeentewet.
Herhaaldelijk zijn in deze organieke
wet wijzigingen aangebracht. Eens
deels waren deze wijzigingen het ge
volg van wijziging van andere wetten.
Door Grondwetswijziging was een en
andermaal wijziging van de Gemeente
wet noodig. Eveneens werd de gemeen
tewet gewijzigd als een gevolg van de
wijzigingen, die onze kieswet onder
ging.
Ook ten aanzien van de belastingpo-
litiek was wijziging van de Gemeente
wet meermalen noodig.
Aan de andere zijde werden ook
meermalen wijzigingen aangebracht,
die het gevolg waren van veranderde
tijdsomstandigheden of veranderde in
zichten.
Daartoe behooren o.m. de verande
ringen in het begrootingsbeheer, de ad
ministratie van de geldmiddelen, het
bedrijfsbeheer, enz.
Straks krijgen wij een belangrijke
wijziging inzake het verband met het
Rijk, voor wat de financiën aangaat.
Thans komt de minister met een
wijziging, die reeds een vijftal jaren
geleden werd voorbereid.
Bij Koninklijke Boodschap van 17
Juli 1923 werd de Staten-Generaal 'n
ontwerp aangeboden, waarin de toen
malige minister Ruys de Beerenbrouck
dezelfde stof behandelde als nu Minis
ter Kan aanbiedt.
Reeds in 1927, bij de behandeling der
begrooting voor 1928, kondigde deze
Bewindsman aan, dat hij voornemens
was het ontwerp van 1923 terug te ne
men onder gelijktijdige indiening van
een ander ontwerp.
Reden hiervan is, zoo zegt te Memo
rie van toelichting, dat juist de belang
rijkste wijzigingen van dit wetsont
werp niet dermate noodzakelijk wor
den geacht, dat zij verandering van 't
beproefde stelsel .der Gemeentewet
wettigen.
Overigens is een dankbaar gebruik
gemaakt van de vele verbeteringen,
die het ontwerp-Ruys de Beeren
brouck in overweging gaf.
Ook waar het in een beginselkwestie,
als die van benoembaarheid van vrou
wen, partij koos, is dit ontwerp ge
volgd.
Slechts op twee punten zijn de ont
worpen regelingen van groote betee-
kenis door geheel andere vervangen.
Het betreft de samenwerking tus-
schen de gemeenten en de vereeniging
en splitsing van gemeenten en andere
wijziging harer grenzen.
Y Regeling der Samenwerking.
In toenemende mate, zoo spreekt de
Memorie van toelichting, wordt in het
gemeentelijk leven behoefte gevoeld
aan samenwerking tusschen gemeente
besturen, aan eenzijdig of wederzij lsch
hulpbetoon, of gezamenlijke beharti
ging van gemeenschappelijke belan
gen.
In de practijk tracht men zich zoo
goed, zoo kwaad als men kan te red
den, doch het is om tal van redenen
wenschelijk, dat voor de velerlei sa
menwerking een meer bevredigende
wettelijke regeling worde getroffen,
dan thans bestaat.
Een eerste hoofdgedachte, waarvan
bij het ontwerpen van wettelijke be
palingen voor de intercommunale sa
menwerking is uitgegaan, is deze, dat
op den voorgrond behoort te staan dat
publiekrechtelijke regelingen op pri-
vaatrechtelijken grondslag slechts in
daarvoor zich bijzonder eigenende ge
vallen mogen worden toegelaten.
Hier wil de Minister de gemeenten
aan geen regel hinden. Zelfs wordt met
eenige zorg een dergelijke privaat
rechtelijke samenwerking gade gesla
gen.
Vooreerst, zoo zegt de Memorie van
toelichting, worde elke dwang tot sa
menwerking buitengesloten en in de
tweede plaats worde de privaatrech
telijke vorm (stichting, vennootschap,
of andere burgerrechtelijke overeen
komst) alleen toegelaten, indien deze
vorm in verband met het te regelen
belang zich daarvoor in het bijzonder
eigent. Of dit het geval is, zal eerst
door de gemeentebesturen zelf, en daar
na, bij de beslissing over de goedkeu
ring der regeling door Gedeputeerde
Staten of, in beroep, door de Kroon
moeten worden beoordeeld.
Er zullen zich gevallen voordoen,
waarin de gemeenten zullen willen
komen tot de vorming van een rechts
persoonlijkheid bezittend lichaam,
met een eigen orgaan.
Ook hiertoe moet de gelegenheid ge
opend worden.
Staat de minister voorzichtigheid
voor ten aanzien van de privaatrech
telijke overeenkomst, de publiekrech
telijke samenwerking wil de minister
desnoods afdwingen.
Daar, waar de gemeente dus han
delt in gevallen, waarin alleen de
overheid tot handelen bevoegd is, moet
er een dwingende regeling zijn.
Wanneer b.v. een verkeersweg nood
zakelijk is, en de eene gemeente wil
wel, maar de andere niet, dan moet
de wet tot samenwerking verplichten.
Het zal ook voorkomen, zoo zegt de
Memorie van toelichting, bij publiek
rechtelijke samenwerking, dat één of
meer gemeentebesturen de gevraagde
medewerking niet wenschen te verlee-
nen.
De vraag, of in zoodanig geval de
medewerking door een hooger gezag
moet kunnen worden afgedwongen,
meent de minister bevestigend te moe
ten beantwoorden, evenals deze ande
re vraag, of dit hooger gezag tevens
de bevoegdheid moet hebben, om bij de
vaststelling van een intercommunale
regeling af te wijken van het ontwerp,
dat de gemeente of gemeenten, van
welke het initiatief uitging, hadden
opgemaakt.
Wij meenen, dat in dit geval deze
wijziging een belangrijke verbetering
is; dat deze verplichte samenwerking
die vroeger meermalen niet te ver
krijgen was, waarop dan vaak een ac
tie tot fusie volgde, een meerdere vast
heid geven zal aan de algemeene poli
tiek, al moet ook erkend worden, dat
daarmede weder een stukje autonomie
wordt aangetast.
Grenswijziging.
Een derde punt door het ontwerp
geregeld is de grenswijziging tusschen
de gemeenten.
Wat de wetgeving inzake gemeente
lijke grenswijziging aangaat, zoo lezen
wij in de Memorie van toelichting, on
derscheidt de Grondwet drie mogelijk*
heden: t.w. aan de eene zijde vereeni
ging van gemeenten, splitsing van ge
meenten, aan de andere zijde verande
ring van de gemeentelijke grenzen.
In de artikelen 128 tot 133 der Ge
meentewet wordt slechts een der on
der de eerste mogelijkheid gerang
schikte gevallen, n.l. voor vereeniging
op splitsing van gemeenten een rege
ling uitgewerkt.
In de practijk geldt deze regeling
echter ook voor de andere vormen van
grenswijziging. Thans wordt voorge
steld de wet aan de practijk aan te
passen.
Verder wordt o.m. buiten twijfel ge
steld, dat niet slechts Gedeputeerde
Staten, maar ook de regeering he^
recht heeft het initiatief te nemen in
zake grenswijzigingen, terwijl ook aan
een gemeenteraad uitdrukkelijk het
recht wordt toegekend, verzoeken tot
grenswijziging aanhangig te maken.
Voor het indienen van zulk een ver
zoek, als mede voor een initiatief tot
grenswijziging door Gedeputeerde Sta
ten, wordt een vaste procedure voor
geschreven. Het instituut der afzon
derlijke commissie uit de uitgezetenen
die over een eventueele grenswijzi
ging zich zal moeten uitspreken, wordt
niet bestendigd.
Ingevolge art. 129 der Gemeentewet
moeten Ged. Staten een regeling van
Splitsing of vereeniging van gemeen
ten ontwerpen.
Het is de vraag, of Ged. Staten ook
de eersten moeten zijn om het initia
tief te nemen.
In de practijk ging.in den regel een
verzoek van een der betrokken ge
meenten of van ingezetenen naar Ged.
Staten.
Voortaan wordt dit anders en zullen
ook de gemeenten zelf, evenals de re
geering, een voorstel tot splitsing of
samenvoeging van gemeenten kunnen
doen.
Het is ons thans nog niet mogelijk
om te beoordeelen of deze uitbreiding
van bevoegdheid als een voordeel of
nadeel moet worden beschouwd. Ge
zien de pogingen van dezen minister
om met de grenzen der gemeenten
nogal lichtvaardig om te gaan. gezien
ook de lichtvaardige wijze, waarop
sommige gemeentebesturen op een
fusie aansturen, bekruipt ons een ze
kere vrees.
Anderzijds is het recht van initiatief
èn aan een belanghebbende gemeente,
èn aan de Landsregeering niet op goe
de gronden te betwisten.
Dat de waarborg van de commissie
bedoelt in art. 131 e.v. wordt weggeno
men. lijkt ons een nadeel, al moge ook
constitutioneel een dergelijke tweede
gemeenteraad een onding zijn.
STADSNIEUWS.
GEREF. VEREEN. VOOR DRANK
BESTRIJDING.
Het werd in den loop van de bijeen
komst, die gisteravond in het Nut v.
T Algemeen aan het Steenschuur ge
houden is vanwege de Geref. Vereeni
ging voor Drankbestrijding, gezegd,
dat hij, die zielen vangt, wijs is.
De waarheid van dat woord van den
Spreukendichter is gisteravond duide
lijk gedemonstreerd. Want als niet
vanwege de bekende' cacao- en choco-
ladefabrikante, de fa. v. Houten, een
lezing met lichtbeelden was gehouden
met het uitzicht daarbij op een fijne
tractatie, was de Nutszaal waarschijn
lijk niet zoo goed gezet geweest als
thans het geval was.
De voorzitter van de vereeniging, de
heer C. Veerman, opende de samen
komst op de gebruikelijke wijze en
sprak daarna een kort openingswoord,
waarin hij allen hartelijk welkom
heette, speciaal den vertegenwoordi
ger van de fa. Van Houten, die zal bij
dragen tot de verrijking van onze ken
nis.
Spr. wijst er op, dat de cacaodrank
een gezonde, voedzame, smakelijke
drank is, gezonder, voedzamer en sma
kelijker dan alcohol.
Verder dringt spr. er op aan, dat de
aanwezigen den strijd tegen den alco
hol zullen steunen, door lid van do
vereeniging te worden of donateur of
door de brochures te koopen, die de
colporteurs zullen aanbieden.
Tenslotte deelt spr. mede, dat aan
het eind van den avond de heer W.
C. F. Scheps uit Den Haag een propa-
gandawoord zal spreken onder den ti
tel: „Veelzeggend".
Thans was het woord aan den ver
tegenwoordiger van de fa. Van Houten
die in een interessante lezing uiteen
zette de bereiding van cacao vanaf het
tijdstip, dat de oaeaovrucht geplukt
wordt tot het momi-nt waarop de bus
sen en chocoladereepen het fabrieks
gebouw van de fa. Van Houten verla
ten.
In de pauze en aan den uitgang wer
den de aanwezigen getracteerd.
Na de lezing over cacao en chocola
de, sprak de heer W. 'C. F. Scheps uit
den Haag, de bekende figuur in de
drankbestrijdersbeweging, een propa-
gandawoord onder den titel: „Veelzeg
gend".
Spr. begon met er op te wijzen, dat
vanavond duidelijk is gedemonstreerd
dat men niet behoeft te vervallen in
het gebruik van drank en als spr. aan
een en ander nog iets wil toevoegen,
dan moet dit een getuigenis zijn, en
zulk een getuigenis is geen doorwroch
te rede, maar slechts een klaroenstoot
helder en klaar.
Spr. wijst er dan op, dat de drank
een verderver is voor ziel en lichaam
beide, een gevaar voor grooten en klei
nen. Hij belaagt de beste goederen, die
een volk kan bezitten.
Ons volk geeft per jaar aan drank
uit 3G£) millioen, dat is 1 millioen per
dag. De cijfers zijn oud. Men weet het
reeds. Het is al zoo dikwijls gezegd en
wanneer deze cijfers genoemd worden,
dan zegt men: Zoo moet je niet praten.
Weet je, hoeveel er in ons land ge
snoept wordt. Maar dit is het verschil:
pe vader van een huisgezin wordt,
wanneer hij zijn weekgeld heeft ont
vangen, wel met onzichtbare handen
getrokken naar de kroeg om een glas
jenever te drinken, maar nooit om een
kopje chocolade te drinken en als hij
dit gebruikt zal hebben, zal hij niet
zijn vrouw een pak slaag geven.
Spr. heeft nooit gehoord van een
Van Houten's cacao-delirium. Door
den drank worden de menschen bees
ten. Dat beteekent voor ons Christenen
die belijden, dat de mensch van Gods
geslacht is, een ontadeling.
Het is veelzeggend, dat alle streven
naar bezuiniging en economie vloekt
met de drinkgewoonte. Het is veelzeg
gend, dat er duizenden menschen zijn,
heele brave, fatsoenlijke menschen,
die het gebruikelijke glaasje niet kun
nen laten staan. Het is veelzeggend,
dat de sleurgang waarin men gekomen
is. niet kan omgebogen worden.
Het is veelzeggend, dat vele men
schen, die goed weten, welk een ellen
de de drank aanbrengt, de kerk in het
midden laten en zeggen, dat men het
op zijn tijd moet kunnen laten staan
en op zijn tijd het nemen.
Het is veelzeggend, als gij ons laat
staan, aldus spr.
Daarom gaat dezen avond weer tot
u uit het vriendelijk woord: Kom, ga
met óns, en doe als w ij.
Broeders, help met ons propaganda
maken. Betracht het woord, dat God
sprak tot Abraham: Ga heen en wees
een zegen. Wij moeten een zegen zijn
voor den naaste, die wankelt. Als wij
het zoo zien, dan spotten wij niet meer
mot de drankbestrijding, maar besef
fen, dat ze een deel is van den strijd
tusschen het licht en de duisternis.
De heer Veerman sprak tenslotte
nog een slotwoord, waarin hij nog
maals allen opwekte de Leidsche Ge
ref. Vereeniging voor Drankbestrijding
te steunen.-
Spr. sloot vervolgens de vergadering
met dankgebed, nadat nog gezongen
was Psalm 25 vs. 2.
PATRIMONIUM.
Gisteravond hield de Afd. Leiden
van Patrimonium, terwijl de, hevige
stormwinden de flanken van de Hoog-
landsche kerk beukten en in woeden
de kracht van de kerkmuren langs het
gebouw van Patrimonium neerstreken
haar eerste propagandavergadering in
dezen winter.
Het loeien van den stormwind had
zelfs de getrouwen den moed beno
men; slechts enkelen waren opgeko
men om het vaderlijk erfdeel te schra
gen.
Toch was dit niet de toon, waarop
de voorzitter, onze vriend Slegtenhorst
de vergadering opende.
Toen hij na het voorlezen van Ps. 65
in gebed was voorgegaan, wees hij op
het ontmoedigende, dat ondanks de
intensieve propaganda toch de op
komst zoo bedroevend was, maar wek
te op, om trouw te blijven, wekte ook
de sprekers op, om zich niet ontmoe
digd te toonen.
Daarop was het woord aan den heer
J. Hollander, om te spreken over:
„Wat is en wat wil Patrimonium?"
Is het nog noodig om die vraag te
stellen? Patrimonium werkt nu reeds
50 jaar. Werkt in zijn afdeelingen en
werkt wekelijks, ja dagelijks door zijn
lectuur.
Toch is er om meer dan één reden
aanleiding om deze vraag--te stellen.
In het algemeen is er een doorgaan
de lauwheid onder de Christenen. Die
klacht slaakte reeds Groen van Prin-
sterer. Hij heeft getuigd en getoornd
tegen het onbearbeid laten liggen van
het publieke terrein.
Er zijn tal van oorzaken voor dit al
gemeene verschijnsel. Spr. zal ze niet
nagaan. Hij wil zich tot Patrimonium
bepalen.
Gelukkig, dat niet allen zoo lauw
zijn. Er werken duizenden nog dag aan
dag. Zij bewijzen, dat Patrimonium
er is en nog nuttigen arbeid heeft te
doen.
Met Paulus wil spr. dan ook getui
gen, dat hij hier te Leiden: Dezelfde
dingen te zeggen hem niet verdrietig
is en u nuttig.
Wat is Patrimonium?
Spr. wil met enkele negatieve ant
woorden zeggen, wat Patrimonium
niet is.
Patrimonium is ten eerste geen po
litieke organisatie. Wij hebben allen
belangstelling voor het politieke leven.
Ook nu bereiden wij als personen ons
voor, voor de stembus van 1929. Als
organisatie maakte Patrimonium zijn
wenschen kenbaar, maar dat is geen
verkiezingsprogram, geen program
van actie. Die wenschen worden over
gedragen aan de politieke vrienden.
Ten tweede: Patrimonium is geen
kerkelijke organisatie. Het is te be
treuren, dat in onze dagen politieke-
leiders opstaan, die de kerkmuren
bouwen, ook in onzen kring.
Spr. zegt met het Friesche spreek
woord: als de storm opkomt, moet men
ophouden met touwpluizen. Laten ook
de politieke touwpluizers ophouden.
In de derde plaats is Patrimonium
geen vakorganisatie.. Patrimonium
dankt God, dat het aan de vakorgani
satie het aanzijn heeft geschonken. Pa
trimonium verblijdt zich in den groei
van het vakvereenigingsleven, maar
heeft zelf een ander terrein.
In de vierde plaats is Patrimonium
geen mannenvereeniging.
Op veel plaatsen is het zoo, dat men
meent, dat Patrimonium nu wel kon
worden opgedoekt, omdat men een
mannenvereeniging heeft.
Dat is onjuist; een mannenvereeni
ging heeft een veel nauwer begrensd
terrein. Nooit mag men Patrimonium
daaraan opofferen.
In de vijfde plaats draagt Patrimo
nium zijn naam niet ten onrechte zoo
als sommigen meenen.
Sommigen meenen, dat werklieden-
bond een naam is, die slechts een be
paalde categorie menschen omvat.
Dat is al een vefkeerd begrip, dat
ook een tijdlang in Patrimonium was
ingedrongen.
Toen Talma zich aansloot, had men
leden en buitengewone leden. De bui
tengewone leden waren allen, die niet
met handenarbeid hun brood verdien
den. Talma weigerde buitengewoon
lid te zijn, omdat hij zich arbeider re
kende.
Maar er is nog iets anders.
De oprichters hebben niet bedoeld
een organisatie van arbeiders, maar
een organisatie voor arbeiders.
Den naam Patrimonium kan men
Binnenland.
De Eerste Kamer heeft het wetsont
werp betreffende de belasting van de
nalatenschappen en schenkingen van
uitwonende Nederlanders verworpen.
De storm van gisteren heeft op vele
plaatsen weer schade berokkend.
Buitenland.
Nienwe stormen boven Engeland.
Op den Atlantischen Oceaan is het
Duitsche s.s, „Herrenwijk" vergaan.
Stresemann is als voorzitter der
Duitsche Volkspartij herkozen.
Geruststellende berichten over den
toestand van den koning van Enge
land.
niet los maken van de historie. Bij de
oprichting waren het mannen van ver
schillenden stand, die de handen in
een sloegen, en zoo is het nog.
Dat heeft P. gemeen met de andere
organisaties.
Ook in den Chr. Nat. Werkmansbond
zitten niet enkel werklieden. In de S.
D. A. P. zitten procentsgewijze maar
weinig arbeiders.
Wat is Patrimonium in het verleden
geweest?
Allereerst een mond voor den stom
me om te roepen om sociale rechtvaar
digheid. Wij hebben de laatste tien
jaren snel geleefd en de eene sociale
hervorming gekregen op de andere.
Voor 50 jaar was dat anders.
Toen was de arbeider rechteloos en
slechts een productiemiddel.
Toch was die nood niet in de eerste
plaats een stoffelijke nood, maar een
geestelijke nood.
Patrimonium heeft deze zedelijke
zijde steeds voorop gezet. Dat is be
wezen in de actie voor de heiliging van
den dag des Heeren. Dat is bewezen in
den strijd voor bet onderwijs.
Patrimonium heeft in 1878 meege
streden voor de vrijheid van onderwijs.
Klaas Kater was het, die voor den
troon van Koning Willem III opkwam
voor zijn recht, om de doopbelofte te
mogen inlossen.
Ook is de oprichting geweest een
protest tegen den geest dezer eeuw.
De organisatie die bestond ten tijde
van de oprichting van Patrimonium
noemde zich neutraal, maar was in
wezen, evenals thans zoovele zich noe
mende neutrale instellingen, anti-chris
telijk. De 7 oprichters van Patrimoni
um hebben ontroerend ernstig zich de
vraag gesteld: wat moeten wij doen,
om ons volk uit die doodende omar
ming te redden. Wat moeten wij doen
om de geestelijke goederen te redden.
Dat is nog de taak van Patrimonium
Patrimonium beeft in de halvre eeuw
van zijn bestaan die groote lijn gevolgd
Soms wel eens verkeerd gedaan; als *n
blinde getast naar den wand. Maar de
groote lijn is gevolgd.
Ook nu nog gaat dat door. De sociale
vragen zijn wel andfers dan voor een
halve eeuw, maar de toestand is niet
gunstiger.
Zoolang wij met Dr. Kuyper moeten
getuigen, dat onze sociale woning ons
nog niet biedt, datgene, waarop wij
prijs moeten setllen, is onze taak niet
afgeloopen.
Dr. Kuyper heeft kort voor zijn dood
profetisch gesproken, dat de groote
principieele eindstrijd zich op maat
schappelijk terrein zal openbaren. Hoe
meer nu die strijd zich toespitst, hoe
loszinniger de gedragingen van een
groot deel der menschen wordt. Zij le
ven slechts voor hun behoeften en ge
not.
Voor hoogere dingen bestaat geen
belangstelling.
Al had Patrimonium geen andere
taak dan hier te getuigen, dan zou
dat reeds voldoende zijn.
Wij ontmoeten menschen, die leven
zoogenaamd in werkelijkheid Jen~
ken en doen zij anders alsof zij 300
jaar te laat leven, voor wie de klok
stil gestaan heeft en de kalender is ver
geten af te scheuren. Zoo doet een
Christen niet. De ontwikkeling staat
niet stil. Ook de beginselen moeten
toegepast worden naar den tijd, waar
in wij leven.
Zoo raken wij nooit uitgepraat, wij
vinden steeds nieuwen arbeid.
Daarbij beginnen wij bij onszelf. Wie
openbaart zich op sociaal terrein zui
ver als Christen?
Men zegt wel eens: je moet je wach
ten voor motregen en voor de fijnen.
Dat bewijst, dat ook de Christenen niet
alle de sociale rechtvaardigheid be
trachten. Ons Christendom is niet van
den Zondag alleen; integendeel, de
preek dient om ze in de zes dagen die
volgen, te beleven. Anders wordt de