NIIUWE LEIDSCHE COURANT van VRIJDAG 23 NOV. 1928 WAT DE BLADEN ZEGGEN. Veler kortzichtigheid. De R.-K. Leidsche Courant schrijft: Onder Stadsnieuws treft men aan een lijst van legaten door een Protes- tantsch (Gereformeerd) man vermaakt aan Protestantsche instellingen. Aan de nagedachtenis van zulk 'n man moet eerbied worden betuigd. Wij veronderstellen, dat hij ook tij dens zijn leven gemakkelijk van het zijne heeft kunnen afstand doen voor een goed doel en dat hij noch bij zijn leven noch in zijn testament anderen heeft benadeeld of tekort gedaan. Maar met die oprechte betuiging van eerbied willen wij ons een opmer king veroorloven. Als wij die lange lijst van legaten nalezen, dan is geloo- ven wij. geen enkele zuiver-gerefor- meerde instelling en haast geen enkele Protestantsche instelling, waarbij de gereformeerden nauw betrokken zijn, in onze stad, of de vrome overledene heeft haar in zijn testament met meer of minder bedacht, ëén echter hee- lemaal nietl Eén instelling, die wel niet uitsluitend voor de gereformeer den is bestemd, maar die toch óók voor de gereformeerden van het groot ste belang is. Wij bedoelen de plaat selijke Protestantsche pers. Géén le gaat is er bij voor „De Nieuwe Leid sche Courant"! Dat is een gevolg van mogen we het eerlijk zeggen? een betreurens waardige kortzichtigheid. Hiervan maken wij den bedoelden erflater niet persoonlijk een verwijt 't zou ook niet kiesch zijn, zulks op dit moment te doen omdat die kortzichtigheid een gebrek is, waaraan de meèste, zeer vele brave Christelijke menschen laboreeren, die over geld beschikken en daarvan een deel bestemmen, tij dens hun leven of na hun dood, voor de goede zaak. Zij denken er niet aan, of ook niet een dagblad dat hun beginselen voor staat en propageert, financieelen steun kan gebruiken, om zijn bestaan to stevigen, zijn verschijnen te vervol maken, en zóó zijn invloed ten goede to consolideeren, uit te breiden en te verdiepen. Zeker, een Christelijk dag blad is niet gelijk te stellen met een charitatieve instelling, inzooverre een dagblad gegrond moet zijn op een commercieele basis. Maar het is wel gelijk te stellen met een charitatieve instelling, inzooverre zulk een dagblad ook niet beoogt winst te maken, maar onmiddellijk te dienen de zaak van Christus! Paus Pius X toonde een véél wijder blik dan zoovele anderen op de gewel dige beteekenis van de pers, toen hij neerschreef: „Wat baat het kerken te bouwen, scholen en patronaten te stichten, als men niet heeft het ver dedigende en aanvallende wapen van de pers". Deze woorden steken scherp af bij veler kortzichtigheid, waarvan maar al te dikwijls in het dagelijksch leven blik wordt gegeven!" Wij geven dit uiteraard zonder eenig commentaar. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen te 's Gravenhage (va- cature-dr. A. Troelstra) I. Voorsteegh te Gouda; te Maarn ca., J. F. Berkel te Schoonebeek; te Wouters woude, J. Ronge te Hoog-Blokland. Aangenomen: naar Rozenburg, D. J. Vossers te Serooskerke (W.); naar Rottevalle, A. J. P. Boeke te Schoorl. Bedankt: voor Zoeterwoude, A. Sonneveld, hulppred. te Voorburg; voor Ouddorp (Z. H.), J. Enkelaar te Ouderkerk a.d. IJsel; voor Gameren (toez.) D. Th. Keek te Heteren; voor Nieuwe Tonge, J. van Amstel te Putten (Geld.). GEREF. KERKEN. Beroepen: te Hoek van Holland (2de maal), D. Bremmer te Bruinisse- Oosterland; te Loosduinen (2de pred.- FEUILLETON. God is mijn heil. 88) —o— Zij stond Elize in alle dagelijksche bezigheden nog steeds trouw ter zijde, terwijl deze in alle diepere belangen en gevoelens haar leidsvrouw was. Er viel zoo veel te bepraten tusschen Willem en do jonge dames, dat de tijd veel te kort was en zij nog slechts de laatste gebeurtenissen aangeroerd hr.d- den toen de vleugeldeuren werden geopend en het diner aangekondigd werd. De eerwaardigste der heeren boden mevrouw Van Mengen, mevrouw Van Steendorp en Johanna den arm, en toen deze laatste met een ouden dik ken heer naar de tafel ging zag zij haar vriendin met een schalkschen blik aan. Haar rang verplichtte haar boven aan de tafel te zitten, terwijl zij veel liever bij de jeugd had plaats genomen, en zij kon zich nauwelijks goed houden toen haar man haar zijn diep medelijden betuigde; deze had zich naast Hedwig geplaatst, terwijl Willem als held van den dag aan het hoofd van den disch zat. Spoedig werd er een levendig ge sprek gevoerd; de politiek, de land- beu w en de laatste voorvallen werden bij beurten behandeld. Willem nam er deel aan maar bleef toch ernstig en plaats), J. v. Herksen te Hillegom. Aangenomen: naar Hoek van Holland (2de maal), D. Bremmer te Bruinisse-Oosterland. EVANG. LUTH. GEM. Aangenomen: n^iar Groede. H. L. G. Ouwerkerk, prop. te Amsterdam. DOOPSGEZ. GEM. Aangenomen; Naar Den Horn, R. D. Boersma te Huizem. DE LEIDING VAN HET LEGER DES HEILS. De crisis in bestuurskringen van het Le ger des Heils over de verkiezing van een opvolger van generaal Booth schijnt er ger geworden te zijn. Volgens Engelsche couranten heeft commandant Evangeline Booth, zuster van den generaal en leidster van den Amerikaanschen lak, een mani fest uitgegeven als antwoord aan mevr. Bramwell Booth waarin zij een veran dering in de wijze van verkiezen van een opvolger eischt. Dit gaat tegen het aan wijzen van den opvolger door den fun- geerenden leider in een geheim document; zooals wij bericht hebben, heeft de oude generaal William Booth, de vader van den tegenwoordigen, op deze wijze zijn zoon aangewezen, en deze zou dezelfde methode hebben gevolgd; dat wordt ten minste beweerd. De bijeenkomst van den Hoogen Raad in het begin van Januari, de eerste ver gadering van dit college gedurende de 63 jaar dat het Leger bestaat, zou moeten uitmaken of gen. Bramwell Booth physiek in staat is om de opperleiding te blijven voeren. Het laatste bulletin zegt, dat hij „nog niet buiten gevaar is", ofschoon zijn toestand verbeterd is. De Amerikaansche tak zou eensgezind achter Evangeline Booth staan, en met haar van meening zijn, dat de verkiezing van een opvolger door den Hoogen Raad zoo noodig doorgezet zal moeten worden. EEN CALVINISTENBOND? Tegen de oprichting van een inter nationalen z.g. Calvinistenbond (waar voor in Nederland d-e eindredacteur van de Reformatie heeft gepleit), voert in de „Wachter", orgaan der gerefor meerden in Noord-Amerika. een der redacteuren (ds. Schoolland) bezwaren aan. Schrijver vreest in de eerste plaats, dat een dergelijke nieuwe or* ganisatie de Presbyteriaansche Allian tie zal schaden. „Wij hebben de Pres- byt. Alliantie, die internationaal is. In „De Heraut" van 7 October lezen we een belangrijk verslag van een conferentie van een continentale sec tie dezer Alliantie, gehouden te Den Haag in September; dus een vergade ring van de Europeesche afdeeling. De vraag komt op: krijgt men door een' Calvinistenbond niet een onnoo- dige, misschien lastige verdubbeling?" Een tweede bezwaar acht de re dactie, dat „Gods volk een sterken drang naar vereeniging gevoelt. Hoe zoet en verkwikkend is het niet, wan neer men op een openbare vergadering of in privaten kring met kinderen Gods te zamen is en met elkaar tot God nadert in het gebed of in geeste lijk gezang Hem eendrachtig verheer lijkt. Kan een Calvinistenbond te dien opzichte niet eenigszins schadelijk werken door de scheiding en afzonde ring nog sterker te maken?" Temeer, omdat men dan toch de Presbyteriaan sche Alliantie al heeft? BINNENLAND. HOOG BEZOEK. De Koningin-Moeder is voornemens Zaterdagavond in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Gra- venhage de opvoering van „Figaro's Hochzeit" bij te wonen. GESCHENK VOOR H. M. DE KONINGIN-MOEDER. H. M. de Koningin-Moeder heeft er in toegestemd, bij wijze van geschenk ter gelegenheid van haar 50-jarig ju bileum als Ned. Staatsburgeres, van het comité der Ned. Vrouwen te aan vaarden den aanleg van een volledig eiectrische lichtinstallatie in haar particulier paleis te Soestdijk. Met de uitvoering van het werk, dat voor de som van ruim f 35.000 aan de N.V. Groeneveld van der Poll en Co.'s bedaard. Zijn levendige belangstelling in de zaken van den dag en zijn hel der oordeel wekten de goedkeuring der heeren op, zelfs de heer Van Steendorp was beden met hem inge nomen en verdiepte zich met hem in een gesprek over regeeringsaangele- genheden, dat tot beider genoegen scheen gevoerd te worden. De heer Van Mengen verheugde zich daarover zeer, hij beschouwde Willem als een nalatenschap zijner moeder en was even trotsch op hem als op een broeder. Ook Hedwig was zeer verheugd toen zij de goede ver standhouding za0 tusschen haar va der en Willem. Het was altijd haar vurige wensch geweest, dat al de ha ren en vooral haar vader, want de an deren deden het eigenlijk reeds, hem zouden loeren waardeeren zooals zij het deed en hij in hun harten dezelfde plaats zou innemen, die zij en de oude dame hem geschonken hadden. Haar oogen straalden van vreugde en zij was zoo vroolijk en spraakzaam, dat do heer Van Haller zich geen aangenamer buurvrouw zou hebben kunnen wenschen. Toen het diner afgeloopen en de kof fie gedronken was en de heeren wa ren gaan rooken of biljardspelen, sloeg Johanna de dames voor te gaan wandelen daar het in de zaal zeer warm en buiten zulk heerlijk weder was. Mevrouw Van Mengen en mevrouw olectr. teehn. fabriek te Amsterdam is opgedragen, werd bereids dezo week een aanvang gemaakt. DE DEENSCHE GEZANT. De Koningin-Moeder heeft gistermid dag in audiëntie ontvangen den heer Harold de Scavenius, gezant van De nemarken bij het Nedeiiandsche Hof. GOUDEN JUBILEUM VAN HET TEHUIS VOOR MILITAIREN TE BREDA. Zooals wij reeds eerder berichtten heeft het Mil. Tehuis te Breda een halve eeuw bestaan. De herdenking van het 50-jarig be staan van dit Tehuis# zal-op de volgen de wijze geschieden: Vrijdagmiddag 30 Nov. a.s. van 2 4.30 uur receptie in de kleine zaal van Concordia. Bij die gelegenheid zullen de gelden, bijeengebracht door het Comité tot Steun van het Tehuis, aan het Tehuisbestuur worden over gedragen. Van 89.30 uur 's avonds plechtige herdenkingssamenkomst in de Groote Kerk, waarbij als sprekers zullen op treden: de Weleerw. heer ds. F. J. J. Loef, voorzitter van het Tehuisbe stuur; de heer J. J. C. van Dijk, oud- Minister van Oorlog; de Weleerw. heer ds. J. H. Ruysch van Dugteren, Legerpredikant te Breda. Zaterdag 1 Dec. zal het Tehuis, Boschstraat 88, van 10.30—12 uur ge opend zijn voor bezoek van alle be langstellenden, terwijl des middags van 25 uur in de kleine zaal van Concordia een feestelijke bijeenkomst wordt gehouden. Het programma voor dien middag is:, 1. opening door den voorzitter van het Tehuisbestuur, ds. F. J. J. Loeff; 2. Geschiedkundig over zicht van het Tehuis door den heer Alb. Hartlioorn, die 't voorrecht geniet tevens to herdenken, dat hij 50 jaar lid is van het Tehuisbestuur. 3. Ta bleaux, afgewisseld met zang en mu ziek, 4. Gelegenheid tot het houden van toespraken door oud-bezoekers. 5. Sluiting. Van 67.30 uur 's avonds biedt het Tehuisbestuur aan bezoekers en oud bezoekers een koffietafel aan in het Tehuis, waarna de- avond verder in ge zellig samenzijn wordt doorgebracht. Alle oud-bezoekers worden opge wekt om op Zaterdag 1 Dec. in Breda tegenwoordig te zijn om mede te her denken de zegeningen welke de Heere onze God gedurende een halve eeuw in en door het Tehuis heeft willen schenken. Ieder, die aan de koffietafel wenscht deel te nemen, wordt verzocht dit door toeze iding van briefkaart of naamkaartje aan den huisvader, D. Visser, Boschstraat 88, te willen be richten vóór of 0.0, ^8 dezev. Dat de komende dagen van gedach tenisviering onder den zegen des Hee ren bevorderlijk mogen zijn voor den Tebuisarbeid, tot welzijn van ons Christelijk Nationaal Volksbestaan. DÈ ZUIDERZEESTEUNWET. Door den heer Duymaer van Twist zijn aan den Minister van Waterstaat de volgende vragen gesteld: 1. Heeft de Minister reeds het ad vies van de gener'ale commissie, be doeld in artikel 3 der Zuderzeesteun- wet, ontvangen, terzake van de on voldoende regeling in deze wet van de tegemoetkoming wegens waardever mindering der eigendommen en van de uitkeeringen van geldelijken steun? 2. Zoo ja, heeft de Minister dan ge volg gegeven aan zijn toezegging, in de vergadering van de Tweede Kamer van 16 Mei 1928 gedaan, dat, zoodra de Minister het advies der commissie had, hij zou handelen, zooals hij meende te moeten handelen? 3. Wordt de tweede vraag bevesti gend beantwoord, tot welke handeling heeft het advies van de generale com missie den Minister geleid? Is met de voorbereiding van een herziening van de Zuiderzeesteunwet reeds een aan vang gemaakt? Tegen welk tijdstip kan het desbetreffend wetsvoorstel bij de Kamer inkomen? CONTROLE OP AUTO'S ENZ. OP ZONDAG. Door den heer Leenstra zijn aan den Minister van Waterstaat de volgende vragen gesteld: 1. Wil de Minister mededeelen, wei- Van Steendorp wilden liever een wei nig blijven rusten, maar de jonge meisjes juichten het plan zeer toe. De kinderen gingen mede en Ernst waar schuwde Robbert, die bij de heeren was gebleven; deze voegde zich wel dra met den heer Van Haller en Wil lem bij hen en spoedig gingen zij uit. Zoo liepen zij bijna weder als vroe ger door de schoone lommerrijke la nen van den tuin naar de groene wei de en richtten onwillekeurig hunne schreden naar het bosch; vooruit lie pen „de jongens", waartoe Mathilde altijd vanzelf gerekend werd. dan volgden Robbert, Maria en Elize in druk gesprek over het lief en leed van het studentenleven en de to-ekomst, die hen in rozengloed verscheen, ter wijl de heer Van Haller, Willem, Jo hanna en Hedwig achteraan kwamen. Het was reeds laat op den namid dag geworden, de zon stond laag en kleurde de toppen van eik en denne- boom purperrood, de volgeladen hooi wagens reden langzaam naar de schu ren, de arbeiders verlieten met hark en zeis de frissche weiden en begaven zich zingende naar hun woningen, het was heerlijk weder voor een wande ling. Na de hitte des daags en het afmat tend gesprek met vele gasten was de heerlijke avond, het vrije rustige ge voel van in den vriendenkring onbe schroomd zijn gedachten te kunnen uiten, zeer welkom. In vertrouwelijk ke de redenen waren, dat de controle op auto's en motorrijwielen tot onder zoek van de rijbewijzen en van de we- genbelastingkaarten hier en daar, al thans in Fresland, op Zondag 18 Nov. j.l. werd gehouden? 2. Zou de Mnister maatregelen wil len nemen dat deze controle op Zon dag (tenzij bepaald dringende redenen dit eischen) achterwege blijve? HOOFDCOMMISSARIS MARCUSSE ONDERSCHEIDEN. De hoofdcomisaris van politie te Amsterdam heeft gisteren zijn af scheidsbezoek bij den burgemeester gebracht, bij welke gelegenheid de burgemeester den heer Marcusse heeft medegedeeld, dat hij door H. M. •ie Koningin is benoemd tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. VEENDAMMER HYPOTHEEKBANK. Naar de Msb. uit goede bron ver neemt is het zeer waarschijnlijk, dat Salomon Liebermann, wiens uitleve ring was verzocht, wegens verschil lende malversaties, welke door hem in Nederland zijn gepleegd binnenkort aan de Nederlandsche justitie zal worden uitgeleverd. Hij zal dan, na.ar ons ter oore kwam voor de Amsterdamsche rechtbank terecht staan. BURGEMEESTER VAN BORCULO. Bij Koninklijk Besluit is benoemd tot burgemeester der gemeente Borculo M. van Welie. De nieuwbenoemde burgemeester is 53 jaar oud, behoort tot de Ned. Herv. Gem., woont te Oosterbeek, is volon tair ter gemeente-secretarie van Ren- kum, en is oud-luitenant-kolonel van de artillerie van het O.-I. Leger. S TATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER. Vergadering van gisteren. Tegen belastingvlucht. Aan de orde is het wetsontwerp houdende bepalingen inzake de belas ting op nalatenschappen en schenkin gen van Nederlanders in het buiten land. De heer DE VOS VAN STEENWUK (C.-H.) is voorstander van dit ontwerp. Het is buitengewoon onrechtvaardig, zich door vlucht naar bet buitenland aan burgerplichten te onttrekken. De heer VAN LAXSCHOT (R.-K.) gc-voelt weinig of niets voor het ont werp, dat z.i. onbillijk is tegen hen, die om andere reden dan belasting vrees naar het buitenland gingen. Het ontwerp is te kort voor tafellaken en te lang voor servet. De heer SLINGENBERG (V.D.) sluit zich aan bij den heer Van Lanschot. Het beginsel van dit ontwerp is bij amendement te Genève verworpen. Het ontwerp is in strijd met een billij ke belastingheffing. Voor den heer VAN WASSENAER VAN CATWIJCK (C.-H.) zijn de be zwaren tegen het ontwerp grooter dan het geringe voordeel voor de schatkist. Het gaat in tegen de uitspraak van Genève. De heer GELDERMAN (V.B.) acht het onbillijk tegenover Nederlanders, die om andere dan fiscale redenen naar het buitenland verhuisden. De heer WJBAUT (S.D.) zal gaarne voorstemmen. Het ontwerp heft een bestaande ongelijkheid in onze belas tingwetgeving op. De heer MICHIELS VAN KESSE- NICH (R.-K.) betoogt, dat meer perso nen zullen worden getroffen dan de be lastingvluchtelingen. Een ander be zwaar is, dat liet'ontwerp in strijd is met de beslissing te Genève. De heer BLOMJOUS (R.-K.) waar schuwt tegen aanneming van bet ont werp. De Minister van Financiën, de heer DE GEER, wenscht de kwestie betref fende den Volkenbond over te laten aan den regeeringsgedelegeerde op al le conferenties, die tot nu toe te Ge nève zijn gehouden, den beer Sinnighe Damsté. Spr. beantwoordt enkele heeren. De heer SINNIGHE DAMSTé, regee- ringscommissaris, ontkent, dat bier een dubbele belasting zou worden in gevoerd, er wordt een hoogere belas ting geheven. gesprek liepen zij voort. Willem vertelde van zijn leven in de kleine provinciestad. De heer Van Haller sprak van zijn nieuwe inrich tingen te Beukenbeuvel, van het op handen zijnde beroep van een nieu wen leeraar, dat hem en Johanna zeer veel belang inboezemde daar de vroe gere, iemand die de nieuwe richting toegedaan was, gelukkig ergens an ders gekozen was en zij nu zoo gaarne een waar Christen in hun dorp zou den hebben. Het was voor Willem iets geheel nieuws Van Haller zoo te hooren spreke, in de drie jaren dat hij hem niet gezien had was deze zeer veran- dird; hij verheugde er zich zeer over en gevoelde zich des te nauwer aan hem verbonden. Toen verhaalde Johanna hem won deren van haar kleinen Frits, die een zeer voorspoedig kind was, en hij moest beloven spoedig bij haar te ko men om te zien of hij niet op haar broeder geleek. Haar man lachte haar uit en zei de, dat hij tot nu toe op nie mand geleek en alleen zijn moeders biond haai' en blauwe oogen had, maar zij vond dit zeer oppervlakkig geoordeeld. Hedwig werd tot scheidsvrouw ge roepen, deze meende, dat hij op zijn vader geleek, hetgeen nog meer ver schil van oordeel teweeg hracht, zoo dat Willem alleen overbleef om voor zich zeiven te beslissen wie gelijk In Genève is niet eens de Ned. afge vaardigde een genoegen gedaan toen zijn amendement verworpen was. Daarvoor was geen reden; er waren meer landen, die op het nationaliteits beginsel stonden, n.l. Duitschland, Polen, Hongarije, Roemenië, Tsjecho- Slowakije, Oostenrijk, Zweden en Fin land en er is dan ook uitgesproken, dat het. permanente organisme zich met het vraagstuk der nationaliteit zal bezighouden. Spr. is dan ook van meening, dat het ontwerp niet met Ge nève in strijd is. De vergadering wordt te 4 u.25ver- daagd tot Vrijdag 11 uur. TWEEDE KAMER. (Vergadering van gisteren). Begrooting van Arbeid. oortgezet wordt de behandeling van de Begrooting van Ai-beid, Handel en Nijverheid. De heer VAN VOORST TOT VOORST (R.-K.) juicht geleidelijke bescherming van de landarbeiders toe. Do heer BAKKER (C.-H.) meent, dat uitbreiding van de arbeidsinspectie de klachten over de slechte toepassing van de Arbeidswet niet kan voorko men. Hij wensebt de uitvoering in handen te leggen van bedrijfsorganen en meent, dat de arbeidstijd niet een zijdig nationaal kan worden inge krompen. De hr. VAN RAPPARD (V.B.) vreest grootere tekorten van de ziekenhuizen bij invoering van het verplegingsbe- sluit. De heer KERSTEN (S.G.P.) bepleit meer Zondagsrust en voorzichtige uit voering van de arbeidswet voor de landbouwbedrijven. De heer KUIPER (R.-K.) dringt aan op spoedige totstandkoming van een werktijdenbesluit voor winkels en critiseert de stijging van het aantal overwerkvergunningen. De heer SMEENK (A.-R.) spoort aan tot spoed met wijziging van de stuwa doorswet. Minister SLOTEMAKER DE BRUI NE zegt, dat een wekelijksche rustdag voor chauffeurs en toonkunstenaars binnen weinige maanden zijn beslag zal krijgen. Inzake de overwerkvergunningen merkt spreker op, dat 92 procent van alle inrichtingen geen overwerkver gunningen hebben gekregen. Bij de afdeeling arbeidersverzeke ring bespreekt de heer SANNES (S.D.) den toestand van de ouden van dagen. Spr. dient de volgende motie in: „De Kamer, van oordeel, dat in af wachting van de resultaten van het volledig doorwerken der wettelijke be palingen betreffende de ouderdoms voorziening, een noodmaatregel ur gent is krachtens welke een kosteloo- ze rente op den voet der Ouderdoms- wet-1919 wordt toegekend aan de 65- jaigen en ouderen, alsmede aan hen, die in de eerstkomende jaren den 65- jarigen leeftijd zullen bereiken, aan wie ouderdomsrente niet is toegekend of verzekerd, verzoekt de regeering een daartoe strekkende wijziging der Ouderdoms wet 1919 aanhangig te maken". De VOORZITTER stelt voor, deze motie thans te behandelen. De heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.) heeft daartegen bezwaar. De heer SANNES wil de behande ling der motie wel uitgesteld zien, maar niet langer dan tot Februari. De VOORZITTER stelt thans voor de motie op een nader te bepalen dag te doen behandelen. Hij zal den presi dent der Kamer wijzen op het verlan gen der Kamer de motie zoo spoedig mogelijk te doen behandelen. Meer kan hij niet toezeggen. Het voorstel wordt aangenomen. De lieer J. B. v. DIJK (R.-K.) meent, dat de administratie der Rijksverzeke- rmgs-Bank die niet in verband staat met het bedrijf, door den Staat moet worden betaald en niet door de ver zekerden. De beer BAKKER (C.-H.) klaagt over niet voldoende naleving van de invaliditeitswet. De heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.) zet uiteen de grondgedachte van de sociale verzekering. Sociale verzekering is een volksbelang en niet uitsluitend een arbeidersbelang. Daar om mag de uitvoering daarvan niet worden overgelaten aan organisaties. Een krachtige leiding is er noodig had. Hedwig moest ook veel van haar leven te Berlijn en haar vrienden daar vertellen, maar vergenoegde zich meerendeels met de rol van toehoor- deres. Zoo kwamen 'zij aan den ouden be kenden eik; de andere wandelaars hadden zich daar reeds neêrgezet, de jongens aan den voet van den heuvel, de drie ouderen een weinig verder, zoodat zij juist het gezicht hadden op do ondergaande zon, die spoedig in het water zou verwijnen en wier laat ste stralen het geheele landschap eigenaardig verlichtten. Zij zaten ne der op het zachte mos en leunden te gen den ouden stam en niet zoodra zag Mathilde hen, of zij kwam naar Willem toe, vleide zich naast hem ne der en zeide: „Weet gij nog wel, oom Willem, dat gij hier eens een vuurtje voor ons ge stookt hebt; toen was grootmama er nog bij. Wat is dat al lang geleden!" „Ja", hernam bij ernstig, „reeds vijf jaar". „Maar ik herinner het mij nog zeer goed ofschoon ik pas vier jaar oud was; wilt gij nog weer eens een vuur tje voor ons maken?" „O, zijt gij daarom zoo bijzonder vriendelijk", hernam hij lachend, ter wijl hij haar vasthield en aankoek. „Booze oom Willem, ben ik dan niet altijd vriendelijk", zeide zij ontwij kend; „och, doe het nog eens!" ("Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5