WflT DE BLADEN ZEGGEN.
Revolutievrees.
Het behoeft op zichzelf geen ver
wondering te wekken, dat de rumoeri
ge dagen van November 1918 op ver
schillende wijze worden herdacht.
Evenmin baart het verwondering,
dat over sommige feiten verschillen
de lezingen voorkomen. Vooral niet
omdat lang niet alles wat toen bespro
ken en gedaan werd schriftelijk is
vastgelegd. Herhaaldelijk hebben be
sprekingen plaats gehad waarvan al
leen do deelnemende personen de her
innering bewaren.
Zoo kunnen dus allerlei kleine ver
schillen in de weergave der feiten
voorkomen, die nog niet wijzen op ge-
schiedenisvervalsching. Maai* er ko
men toch wel heel eigenaardige ver
schillen aan het licht, waarvan het
gewenscht is dat de daarbij betrokken
personen zich nader verklaren.
Zoo kwam Het Volk van 9 Novem
ber 1928 met de volgende mededeeling:
„Ook de heer Zimmerman, toen
maals burgemeester van Rotterdam,
voelde zijn moed in de schoenen zin
ken. En reeds den 9den Nov. 1918, den
dag, dat in Berlijn de revolutie zege
vierde, belde hij onzen partijgenoot,
Heijkoop, tijdelijk voorzitter der raads
fractie, en onzen partijgenoot Brau-
tigam, voorzitter van den R.B.B., op,
om een onderhoud op het stadhuis.
Toen Heijkoop en Brautigam bij den
heer Zimmerman verschenen, bleek
deze diep te hebben nagedacht. Als
resultaat van zijn overpeinzingen
kwam hij met de volgende redenee
ring voor den dag:
Er is in Duitschland revolutie en
deze is op weg, zich van het gezag
meester te maken. Het is hoogst on
waarschijnlijk, dat deze revolutie
voor Zevenaar plotseling zou blijven
staan. Ook in Holland was dus een
oproerige beweging te verwachten en
niet in de laatste plaats in Rotterdam.
Daarbij ontstond het ernstige gevaar,
dat het volk uit den band zou sprin
gen, zijn booze lusten zou botvieren
en dat daardoor groote angst en ver
warring zouden ontstaan.
De heer Zimmerman achtte zich dus
gelukkig dat hij twee mannen tegen
over zich had, die een groot deel der
arbeidersbeweging te Rotterdam ach
ter zich hadden. Hij spr^k de hoop uit,
dat de verandering van bewind zoo
ordelijk mogelijk zou plaats grijpen,
en in verband daarmee wilde hij zijn
diensten bewijzen, zoolang dat nood
zakelijk zou zijn. Natuurlijk was het
hem des te aangenamer, naarmate de
ze officieele gevangenschap korter
zou duren
Tenslotte verzocht de heer Zimmer
man het Koninklijk Huis te willen
sparen".
Via het Nederl. Correspondentie
bureau komt de heer Zimmerman
hier tegen op. De tegenspraak van
den heer Zimmerman komt in het
kort hierop neer:
„Mr. Zimmerman herinnert er aan,
dat bedoeld onderhoud tusschen hem
en de heeren Heijkoop en Brautigam
reeds plaats had op 9 November, toen
„niemand in Nederland, buiten de en
ge kring der S.D.A.P., iets wist van
revolutie-opzet".
Voorts vormde dit onderhoud slechts
een schakel in het overleg, dat Bur
gemeester Zimmerman dien dag open
de „met hen, aan wie hij invloed toe
schreef op de talrijkste bevolkings
groepen, met het doel hun medewer
king in te roepen, teneinde een rusti
ge houding der bevolking te bevor-
ren".
Het bezoek van de heeren Heijkoop
en Brautigam was dan ook voorafge
gaan door een bezoek van den Deken
dev Roomsch-Katholieken en het werd
gevolgd door een onderhoud met de
leiders der Christelijke vakbeweging.
„Bij geen dezer conferenties is een
gewelddadige poging tot omverwer
ping van het bestaande grondwettelij
ke stelsel ter sprake gekomen. Op 9
November 1918 wist niemand in Ne
derland, buiten de partijleiding van de
S.D.A.P., iets hoegenaamd van hun re
volutie-opzet. Op dien dag was er nog
geen enkele reden van hun zijde ge
vaar voor de bestaande orde van za
ken te duchten".
De heer Zimmerman voert voorts
aan, dat hetgeen verder in Rotterdam
gebeurde, tusschen 11 en 18 Nov., ook
in den Gemeenteraad, wel zeer getuigt
voor de juistheid van zijn mededee
ling. Had de heer Zimmerman op 9
November 1918 werkelijk zulk een
zwak oogenblik gehad; het zou later,
vooral in den Gemeenteraad, zeer ze
ker door de socialistische leden niet
verzwegen zijn".
De Nederlander, die de mededeeling
van Het Volk reeds met een commen
taar vermeld had, zegt naar aanlei
ding van deze uitspraak het volgende:
„Wij haasten ons deze tegenspraak
van den heer Zimmerman ter kennis
onzer lezers te brengen en wij voegen
ei een drietal opmerkingen aan toe.
Het spijt ons zeer, dat deze tegen
spraak eerst verschijnt 9 dagen na de
mededeelingen in Het Volk. Het uit
blijven van de tegenspraak gaf te meer
aanleiding de juistheid van deze me
dedeelingen te aanvaarden.
Voorts vestigen wij er de aandacht
op, dat het verschil tusschen de we
dergave van het bedoelde onderhoud
op 9 November 1918, door den heer
Zimmerman en door de heeren van de
S.D.A.P. vvel zeer groot is, te groot
o.i. om voor dit verschil voldoende
verklaring te vinden in de omstan
digheid, dat op 9 November 1918 de
heer Zimmerman niet en de heeren
Heijkoop en Brautigam w e 1 op de
hoogte waren van hetgeen er in de en
ge kern der S.D.A.P. broeide, zoodat
hun geest wel in staat was zelfs vrij
duidelijke woorden anders op te ne
men, dan zij gezegd werden. De hee
ren Heijkoop en Brautigam kunnen
het hierbij niet laten.
Echter en dit is onze laatste op
merking zóó rustig, als de heer
Zimmerman de zaken nu ziet, was het
op 9 November 1918 in ons goede va
derland niet. Reeds op 8 November
was van de S.D.A.P. en het N.V.V. de
oproep uitgegaan tot het houden van
een buitengewoon Congres te Rotter
dam, in verband met de gebeurtenis
sen in het buitenland".
't Waren toch wel dagen van ver
warring. Zelfs de herinnering er aan
is verward.
STATEN-GENERAAL.
EEHSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Geopend te 8.30 uur.
Ingekomen zijn berichten van af
wezigheid van den heer Arntz wegens
verblijf in het buitenland en wegens
gezondheidsredenen en van den heer
De Vlugt.
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER deelt mede, dat de
Centrale Afdeeling besloten heeft een
aantal wetsontwerpen morgenochtend
te 11 uur in de afdeelingen te doen
onderzoeken. Voorts stelt hij aan de
orde tegen Donderdagochtend 11 uur
de behandeling in openbare vergade
ring van het wetsontwerp houdende
bepalingen betreffende de belasting
van Nederlanders, die niet zijn ingeze
tenen des Rijks.
Comité-Generaal.
De Kamer gaat over in een vergade
ring met gesloten deuren ter behan
deling van huishoudelijke aangelegen
heden.
TWEEDE KAMER.
(Vergadering van gisteren).
Algemsene beschouwingen.
De VOORZITTER deelt mee, dat dr.
De Visser wegens ongesteldheid ver
hinderd is, de vergadering bij te wo
nen.
Voortgezet worden de algemeen©
beschouwingen over de rijksbegroo-
ting.
Minister DE GEER wijst de tegen
werping van den heer Albarda af, dat
met unificatie van de sociale verzeke
ring niet gewacht moet worden op de
ziekteverzekering. Bij unificatie is
steeds gedacht aan parallel loopende
ziekte-, invaliditeits- en ongevallen
verzekering.
In behandeling komt de motie-De
Visser tot uitkeering in-eens aan amb
tenaren. Ze wordt verworpen met 71
stemmen tegen 1 stem.
De motie-De Visser tot algemeen e
herziening van de salarissen wordt
eveneens verworpen met 71 stemmen
tegen 1 stem.
Bij hoofdstuk I (Huis der Koningin)
maakt de heer L. DE VISSER (Comm.)
aanmerking op de hooge inkomens.
Minister DE GEER deelt mee, dat
dt Koningin, de Koningin-Moeder en
de Prinses ook dit jaar 10 pCt. laten
staan.
Bij het volgende hoofdstuk klaagt
de heer L. DE VISSER over de hooge
onkosten van de Kamerleden.
Hoofdstuk I wordt aangenomen met
de stem van. den heer De Visser tegen.
Bij hoofdstuk II stemmen tegen de
heeren De Visser en Braat.
Het wetsontwerp wordt aangeno
men.
Aan de orde is hoofdstuk VII A (Na
tionale schuld). Het wordt na enkele
opmerkingen door den heer v. Gijn
aangenomen.
Hoofdstuk XII (onvoorziene uitga
ven) wordt vastgesteld.
Arbeid, Handel en Nijverheid.
Aan de orde is dè begrooting van
Arbeid, Handel en Nijverheid.
De heer DROP (S.D.J constateert,
dat op wetgevend gebied een groote
achterstand bestaat, de arbeidswet
geldt nog maar alleen voor arbeiders
in fabrieken en werkplaatsen Dan nog
kan de toepassing op bakkers, typo
grafen, slagers, enz. niet door den beu
gel. De stuwadoorswet is nog niet her
zien. Een landarbeiderswet is er nog
niet. Er is niets gedaan voor het per
soneel in koffiehuizen, voor de voer
lieden en chauffeurs, voor de winkel
bedienden. Tegenover de arbeidsin
spectie bestaat niet het noodige ver
trouwen. De conventie van Washing
ton is nog niet uitgevoerd.
Spr. zou willen vernemen, hoe de
minister staat tegenover nieuw opko
mende sociale eischen, zoo b.v. tegen
over het vraagstuk der onvolwaardi
ge arbeidskrachten en dat van de wet
telijke regeling van de vacantie. Met
betrekking tot dit laatste punt dient
spr. een motie in, waarin wordt uitge
sproken de noodzakelijkheid van wet
telijke regeling van jaarlijkscbe va
cantie voor allen, die in loondienst zijn
De heer KUIPER (R.-K.) brengt den
minister hulde voor zijn betoonden
ijver. Spr. beeft daarvoor groote waar
deering, maar verder kan die hulde
niet gaan. Het beleid van dezen mi
nister is niet in overeenstemming met
den eisch van dezen tijd. De groote
vraagstukken, die zich voordoen, ont
gaan hem.
IJ i j ia.at zich beheerschen door een
zu-Lt, het iedereen naar den zin te
maken, maar gaat daarbij al te veel
de veilige richting uit. Daarvan ge
tuigt zijn vrees voor de bindendverkla
ring der collectieve arbeidsovereen
komst en het voorontwerp-landarbei-
derswet, waarbij de volwassen arbei
ders zijn buitengesloten.
Spr. hoopt, dat de minister er alsnog
in zal slagen de balans te zijnen gun
ste te doen overslaan doordat hij de
ziektewet en de winkelsluitingswet in
het Staatsblad brengt. Op sprekers
stem ten aanzien van beide punten
kan spreker rekenen.
De heer SMEENK (A.-R.) acht de
argi ..i\i:iten verwerpelijk, die de mi
nister bezigt ter bestrijding van de
bindendverKlarmg der collectieve ar
beidsovereenkomst. Wel heeft de mi
nister echter LetreKkelijk veel gepres
teerd, maar zijn maatregelen waren
niet verstrekkend. Een belangrijk
punt acht spr. de indiening van een
ontwerp-winkelslüitingswet. In geen
geval mag berust worden in den toe
stand zooals die nu bestaat voor het
winkelpersoneel. Komt de wet er niet,
dan zal toch moeten worden geko
men mei. toepassing van het werktij
denbesluit. Toe. tè juichen valt dat
de, minister in overleg is getreden met
den minister van Justitie, ter regeling
van de rechtspositie van kantoor- en
handelsbedienden. YY'at de landarbei
ders betreft gelooft spr. niet, dat de
volwassen arbeiders geheel buiten de
wettelijke regeling zullen kunnen blij
ven.
De heer L. DE VISSER (Com.) her
innert er aan, dat 10 jaren geleden
vruchtbare sociale arbeid werd ver
richt, omdat de arbeiders rumoerig
waren. Daarmede is bewezen, dat de
revolutionnaire strijdmethode de eenig
juiste is. De arbeiders zijn daarna
weer ingedut en er kwam verslechtee-
ring der arbeidsvoorwaarden en van
sociale zorg. In de tegenwoordige
strijdmethode kan het niet anders dan
siecht gesteld zijn met de parlemen
taire werkmethode.
De heer BRAAT (P.B.) heeft niets
kunnen ontdekken in de stukken van
zorg voor ouden van dagen. Spr.
wenscht premievrij staatspensioen voor
hen. die het noodig hebben. Het vraag
stuk van den werktijd voor winkel- of
hotelpersoneel acht hij geenszins ur
gent.
Door onze uitgebreide sociale wet
geving gaat hoe langer hoe meer werk
naar het buitenland. Zoo is van onze
vlasindustrie niet veel meer over.
Spr. dringt aan op verlaging van
den prijs der mvaliditeitszegels.
De vergadering wordt geschorst tot
's avonds.
Avondvergadering.
Binnenlandsche Zaken en Landbouw.
In de avondvergadering van giste
ren was aan de orde de voortzetting
van de beraadslagingen over art. 7
van do begrooting voor Binnenland-
sche Zaken en Landbouw.
De heer DUYMAER VAN TWIST
(A.-R.) verdedigt de instituten der
Vrijwillige Burgerwachten en van
den Bijzonderen YYijwilligen Land
storm.
De heer ARTS (R.-K.V.P.) kant zich
tegen liet instandhouden van de vrij
willige burgerwachten.
De heer J. J. C. VAN DIJK (A.-R.)
betoogt dat de vrijwilligo burgerwach
ten en de bijzondere vrijwillige land
storm nog absoluut noodig zijn.
De heer L. DE VISSER (Comm.)
merkt op, dat met het handhaven van
cl' ze vrijwillige instituten de kapita
listische klasse niet meer in staat is
om met de haar ten dienste staande
machtsmiddelen de opkomst van het
proletariaat tegen te houden.
De Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw, de heer KAN, her
innert aan de het vorig jaar aangeno
men motie, waarin de» Regeering drin
gend werd uitgenoodigd, om niet tot
verlaging van 'de subsidies voor deze
instellingen over te gaan. In de Me
morie van Antwoord heeft spr. er reeds
op gewezen, d-i ook hij van meening
is, dat niet tot verlaging moet worden
overgegaan. Het is de plicht der re
geering om rekening te houden met
buitengewone omstandigheden en als
zoodanig heeft spr. de vrijwillige bur
gerwachten dan ook steeds beschouwd
als een soort achterban voor de poli
tie. Spr.. gelooft dat we ons gelukkig
mogen prijzen, dat we voor zoo weinig
geld over 'n betrouwbaren steun voor
de politie in buitengewone omstandig
heden beschikbaar hebben.
De stemming over de artikelen 7 en
8 werd bepaald op vandaag 1 uur.
De filmkeuring.
Bij onderafdeeling V (Bioscoopwet)
herinnert de heer L. DE VISSER
(Comm.) aan de afkeuring van ver
schillende Sovjetfilms. Spr. dringt
aan op benoeming van communisten
iu de keuringscommissie. Voorts acht
spr. de keuringskosten te hoog.
De MINISTER zegt, dat hij de be
noeming van leden der keuringscom
missies niemand hem heeft gewezen
op de wenschelijkheid om daarin ook
comumnisten op te neen. Wanneer de
heer De Visser echter een zijner par-
tijgenooten wil voordragen, die voor
de keuring ook de noodige bekwaam
heid bezit, dan wil spr. bij een komen-
ce vacature deze voordracht gaarne in
overweging nemen.
De gevallen, die zich niet mogen
herhalen.
Bij afdeeling IV (Ivranzinnigenwe-
zen) bespreekt de heer VOS (Lib.) de
kwestie van onrechtmatige opsluiting
in een krankzinnigengesticht.
De MINISTER wijst op den strijd,
welke er bestaat tusschen de medici
en de juristen. Spr. had een ontwerp
gereed ter voorkoming van onrecht
matige opsluiting. Dit ontwerp ging
echter meer in de richting der juridi
sche waarborgen. Hiertegen kwam
echter uit alle medische kringen zoo
ernstig verzet, dat spr. de indiening
van het ontwerp niet aandurfde. Daar
om is hij thans bezig 'n oplossing te
vinden, welke èn medici èn juristen
zal bevredigen.
Het Armwezen.
Bij de afdeeling Armwezen vraagt
Ce heer VOS (Lib.) om bij de wijziging
van de Armenwet een bepaling te over
wegen. waardoor aan den grooten
toevloed van werkloozen naar de
groote gemeenten een einde wordt ge-
De beer SMEENK( (A.-R.) sluit zich
RECLAME.
aan bij liet betoog van den heer Vos.
De MINISTER merkt op. dat deze
kwestie reeds in overweging is.
De werkverschaffing.
Bij art. 52 (werkverschaffing en
s teunv er leening) zegt de heer YVE1T-
KAMP (C.-H.) tegenstander te zijn van
het zenden van werkloozen uit de ste
den naar het platteland. Waarom
wordt voor de stedelingen geen ander
werk gezocht?
De hr. VAN VOORST TOT VOORST
(R.-K.) merkt op, dat de minister naar
zijn meening op goeden grond heeft
besloten, het kwartje aan toeslag voor
de ontvening niet meer te verleenen.
Spr. vraagt den minister, hoe deze
zich de samenwerking met de verve-
ners heeft gedacht. In ieder geval
hoopt spr., dat de minister maatre
gelen zal nemen, om de ontvening met
kracht voort te zetten.
De vergadering wordt geschorst tot
heden 1 uur.
Uit het Sociale Leven.
ACTIE AAN DE OLIEFABRIEKEN
CALVé DELFT.
Inzake de wenschen van de 3 vak
bonden betreffende de beëindiging
van den nachtdienst uiterlijk Zondag
ochtend om 6 uur; een week extra-
loon voor uitkeering bij de vacantie-
week; de gelijkstelling van de arbeids
voorwaarden voor dc losse arbeiders
met die der vaste werklieden en de af
sluiting van een collectief contract,
heeft de directie geantwoord, dat het
haar oprecht leed doet te moeten con-
stateeren, dat de besprekingen ander
maal zoo weinig tot eenige verhelde
ring van de opvattingen der vakorga
nisaties bijdroegen. Zij zal trachten
den nachtdienst op Zondag op een
vroeger uur te doen eindigen.
LEESTAFEL.
Dr. B. Wielenga, M o z e s en Is
raël, II. Van Höreb tot Nebo.
Amsterdam, E. J. Bosch Jbzn.
Met dit tweede deel is dit pracht
werk compleet. Het behandelt de ge
schiedenis van Mozes en Israël vanaf
het gegoten kalf tot aan Mozes' dood.
en is met een 5-tal schitterende platen
versierd, voorstellende den strijd bij
Rafidïm, de wet op den Sinaï gegeven,
hét weven van kleedên voor dén taber
nakel, de terugkomst der verspieders,
en Eliézar tot Hoogepriester gewijd.
Om een indruk te geven van de rij
ke gedachten, die Dr. Wielenga uit de
goudmijn der Heilige Schrift weet op
te diepen en van den schoonen stijl, ci-
teeren wij den aanvang van het eerste
artikel („Een gegoten kalf"):
„Nog altijd is Mozes op bezoek bij de
hoogste Majesteit en het volk wacht
aan den voet van den Horeb, in het
hart der woestijn.
Heeft de woestijn een hart?
Ja, deze berg is het hart van Arabië,
een steenen hart, dood gelijk de dood-
sclie wildernis.
De woestijn is de verbinding tus
schen Egypte en Kanaan, tusschen het
diensthuis en het feesthuis, maar zij
is tegelijk de scheiding. Zij lokt en ver
schrikt. Zij is de weg, zonder w e g.
Om deze immerdurende tegenstrij
digheid is zij de praktische leerschool
des geloofs.
Gods liefde leidt het volk in de be
proeving, opdat het uit de beproeving
kome tot Gods liefde".
Dr. G. Ch, Aalders, De ge-
s c h i e d s c h r ij v i u.g in het
Oude Testament.
Kampen, J. H. Kok, 1928.
Van deze rede, die Prof. Aalders
hield bij de 48e herdenking der stich
ting van de Vrije Universiteit te Am
sterdam op 20 Öct. j.l. gaven wij dien
dag reeds een uitvoerig overzicht.
Het is goed, dat zij in druk versche
nen is, want het onderwerp is actueel
en het is behandeld op een ook voor
niet-theologen bevattelijke wijze.
Hermeneus, Maandblad
voor de Antieke Cultuur, afl. 3.
Zwolle, W. E. J Tjeenk Willink.
Dit tijdschrift blijft op het hooge
peil, waarop het ingezet is.
Deze derde aflevering bevat weer
verschillende belangwekkende artike
len, o.a. P. Virgilius Maro's Eerste
Herderszang, door d. K.; Middeleeuw-
sche levenslust, door Prof F. Muller;
Atheensche scherpzinnigheid, door Dr.
A. Sizoo; en De Spelling der Grieksche
eigennamen in het Nederlandsch,
door A. Geerebaert S.J.
W. B.
KALENDER-WANDVERSIERING
Het lijdt geen twijfel, of er moet
sinds het begin der 20ste eeuw toch
wel wat zijn veranderd in den alge-
meenen artistieken zin der menschen.
Ten minste in zooverre 't betreft
de waardeering der beeldende kunsten
Er is bij name in onze woningen
meer smaak gekomen voor een aardi
ge, artistieke versiering. Inplaats der
foeileelijke bontgekleurde oleographie-
en, worden thans reproducties van
meesterwerken voor een niet te hoog
bedrag in den handel gebracht, die op
het eerste gezicht nauwelijks van het
oorspronkelijke kunstwerk zijn te on
derscheiden.
Nog pas zagen we een paar van de
laatste werken van Toorop in kleuren
reproductie, die het oorspronkelijke
geheel henaderen.
Het is altijd heter een goede repro
ductie van een echt kunstwerk aan
den wand te hangen. dan een slecht
origineel zonder verdienste, dat nadee-
li? op den smaak werkt.
In dit verband hrenccn we ter ken
nis, dat de heer .T. A. A. M. van És.
.van ..De Rietvink-", drie Es col dr
il rukken van J a n Menkes in <-'on
handel brengt, n.l. Winter", „Wit
paard" en*„Tweo eksters".
Alle drie de reproducties voldoen
aan de hoogste eischen.
Ook op het gebied van wandkalen-
ders worden sinds eeri°-e jaren.mooie,
artistieke voorwerpen in den handel
gebracht.
Wij ontvingenPolder mans'
Steendrukkale n.d.e.r. uitgege
ven door H. J. denBoer te Baar ri.
De kalender bestaat' uit zes bladen
in zwart met enkele lichte kleuraccen
ten. Polderman is een begaafd teeke
naar, die beschikt over een goéde tech
niek. In ziin litho's zit atmospheer,
stemming. Hij heeft gevoel voor de
lichtwerking over hét sneemvvèld met
dorre boomen. Hij weet dén zomer te
typeeren en den herfst en niet minder
de beide laatste maanden van het jaar.
wanneer de stormen gieren om ëen
oude boerenwoning.
Hij houdt van den ouden, verwron
gen boom, van het oude huisje aan
den waterkant, van bet heel oude
kerkje in gelend herfstloovet*. van al
le* wat een geschiedenis heeft.
En dat alles is juist bij een kalender
zoo toepasselijk.
De bladen zijn keurig uitgevoerd en
jaartal, maandnamen en data zijn heel
duidelijk, wat bij een kalender eerste
voorwaarde is.
Bij eiken boek- en kunsthandelaar te
verkrijgen.
Sw.
VISSCHERIJBERICHTEN.
IJMUIDEN. 20 November.
Van de IJmuider stoomtreilers kwamen
er heden 9 aan de markt. De besommingen
waren: I.TM 125 Denka 12 met ƒ2485, IJM
16 Bergen met, 3872. IJM 330 Flandria
met ƒ2332, IJM 405 Denka 2 met ƒ2493,
IJM 432 Raaf met 807, IJM 45 Perseus
met 1775, IJM 77 Poolzee met ƒ2683,. IJM
43 Nelly Gezine met ƒ2669 en IJM 183
Li-esbeth Betty met ƒ3424.
Van de IJmuider haringschepen
kwam heden binnen de zeillogger Vesta
IJM 286 met 28 last pekelharing.
De besommingen der haringschepen
waren heden: IJM 149 Victor met 4384,
IJM 490 Gorredijk met ƒ5462. aan pekel
haring.
Van de Katwijker haringvloot kwa
men heden in de haringhaven binnen de
motorloggers KW 34 met 175 kantjes vol
le, 3 kantjes ijle en 148 kantjes steurha-
ring; KYV 159 met 23Q.kantjes .volle, ep 302
kantjes steurharjng; en de zeiljoggers KW
31 met 200 kantjes volle en 225 kantjes
steurharing; KW 131 met 129 kantjes volle
en 28 kantjes steurharing, en KW 116 met
95 kantjes volle haring, welke naar Kat
wijk worden verscheept.
Scheepstij dingen.
HOLLANDAME RIK A-LIJN.
KINDERDIJK, Vancr. n. Rott. p. 19
Deal.
PARANA, Vancr. n. Rott. 17 v. St. Tho
mas.
RADNORSHIRE, Rott. n. Vancr., 18 v.
Cowes Rds.
MOERDIJK, Vancr. n. Rott., 18 te Port
land (O.)
DINTELDIJK. Vancr. n. Rott., 18 te
San Francisco.
GAASTERDIJK, Philadelphia n. Rott.,
19 (8.58 v.m.) 440 mijlen Z.W. v. Va
lencia.
RIJNDAM, 20 v. N.-York te Rotterd.
NEBRASKA, Rott. n. Vancr., 19 te Los
Angeles.
LOCHGOIL, Vancr. n. Rott., 20 (4 nam.)
te Londen.
LOCHKATRINE, 19 v. Vancr. n; Rott.
HOLLAND—AFRIKA-LIJN.
NIJKERK, uitr., 18 te Lor Marpues.
WAALDIJK, uitr., 18 (10.6 nam.) 45 m.
O. v. Niton.
NIAS, 20 v. Hamburg te Antwerpen.
RIJPERKERK, uitr., 18 te Durban.
HOLLAND—WEST-AFRIKA-LIJN.
ALBIREO, uitr., 19 v. Opobo.
HELDER, thuisr.,. 20 v. Lagos.
RIJNLAND, 19 v. Amsterd. te Bremen.
IJSTROOM, thuisr., 19 v. Freetown.
ALKAID, 20 v. Harnb. te Amsterdam.
KON. HOLLANDSCHE LLOYD.
MAASLAND, uitr., 19 v. Santos.
FLANDRIA, uitr., 19 v. Rio.
KENNEMERLAND, thuisr., 19 te Ba-
hia.
ORANIA, thuisr., 19 v. Santos.
SALLAND, uitr., 20 v. Rio Grande do
Sul.
ROTTERDAHSGHE LLOYD.
GORONTALO, thuisr., p. 20 Pantella-
ria.
MADIOEN, thuisr., p. 20 (7 v.m.) Fini-
TJERIMAI, thuisr., 21 (8 n.m.) te Co
wes verwacht.
INSULINDE, uitr., p. 20 (2 v.m.) Sa-
gres.
STOOMVAART MIJ. „NEDERLAND".
J. P. COEN, uitr., 20 v. Amst.
MAPIA, thuisr., 20 v. Pt. Said.
P. C. HOOFT, uitr., 20 te Sabang.
MADOERA, uitr., 20 te Middlesbro.
MANOERAN, thuisr., p. 19 Ouessant.
KRAKATAU, thuisr., 20 v. Batavia.
SALAWATI, uitr., 20 te Tjilatjap.
BALI, thuisr., 20 v. Pt. Said.
SINGKEP, uitr., p. 19 Land's End.
JOHAN DE WITT, thuisr,, 19 v. Sa-
bang.