WflT DE BLADEN ZEGGEN. Revolutievrees. Het behoeft op zichzelf geen ver wondering te wekken, dat de rumoeri ge dagen van November 1918 op ver schillende wijze worden herdacht. Evenmin baart het verwondering, dat over sommige feiten verschillen de lezingen voorkomen. Vooral niet omdat lang niet alles wat toen bespro ken en gedaan werd schriftelijk is vastgelegd. Herhaaldelijk hebben be sprekingen plaats gehad waarvan al leen do deelnemende personen de her innering bewaren. Zoo kunnen dus allerlei kleine ver schillen in de weergave der feiten voorkomen, die nog niet wijzen op ge- schiedenisvervalsching. Maai* er ko men toch wel heel eigenaardige ver schillen aan het licht, waarvan het gewenscht is dat de daarbij betrokken personen zich nader verklaren. Zoo kwam Het Volk van 9 Novem ber 1928 met de volgende mededeeling: „Ook de heer Zimmerman, toen maals burgemeester van Rotterdam, voelde zijn moed in de schoenen zin ken. En reeds den 9den Nov. 1918, den dag, dat in Berlijn de revolutie zege vierde, belde hij onzen partijgenoot, Heijkoop, tijdelijk voorzitter der raads fractie, en onzen partijgenoot Brau- tigam, voorzitter van den R.B.B., op, om een onderhoud op het stadhuis. Toen Heijkoop en Brautigam bij den heer Zimmerman verschenen, bleek deze diep te hebben nagedacht. Als resultaat van zijn overpeinzingen kwam hij met de volgende redenee ring voor den dag: Er is in Duitschland revolutie en deze is op weg, zich van het gezag meester te maken. Het is hoogst on waarschijnlijk, dat deze revolutie voor Zevenaar plotseling zou blijven staan. Ook in Holland was dus een oproerige beweging te verwachten en niet in de laatste plaats in Rotterdam. Daarbij ontstond het ernstige gevaar, dat het volk uit den band zou sprin gen, zijn booze lusten zou botvieren en dat daardoor groote angst en ver warring zouden ontstaan. De heer Zimmerman achtte zich dus gelukkig dat hij twee mannen tegen over zich had, die een groot deel der arbeidersbeweging te Rotterdam ach ter zich hadden. Hij spr^k de hoop uit, dat de verandering van bewind zoo ordelijk mogelijk zou plaats grijpen, en in verband daarmee wilde hij zijn diensten bewijzen, zoolang dat nood zakelijk zou zijn. Natuurlijk was het hem des te aangenamer, naarmate de ze officieele gevangenschap korter zou duren Tenslotte verzocht de heer Zimmer man het Koninklijk Huis te willen sparen". Via het Nederl. Correspondentie bureau komt de heer Zimmerman hier tegen op. De tegenspraak van den heer Zimmerman komt in het kort hierop neer: „Mr. Zimmerman herinnert er aan, dat bedoeld onderhoud tusschen hem en de heeren Heijkoop en Brautigam reeds plaats had op 9 November, toen „niemand in Nederland, buiten de en ge kring der S.D.A.P., iets wist van revolutie-opzet". Voorts vormde dit onderhoud slechts een schakel in het overleg, dat Bur gemeester Zimmerman dien dag open de „met hen, aan wie hij invloed toe schreef op de talrijkste bevolkings groepen, met het doel hun medewer king in te roepen, teneinde een rusti ge houding der bevolking te bevor- ren". Het bezoek van de heeren Heijkoop en Brautigam was dan ook voorafge gaan door een bezoek van den Deken dev Roomsch-Katholieken en het werd gevolgd door een onderhoud met de leiders der Christelijke vakbeweging. „Bij geen dezer conferenties is een gewelddadige poging tot omverwer ping van het bestaande grondwettelij ke stelsel ter sprake gekomen. Op 9 November 1918 wist niemand in Ne derland, buiten de partijleiding van de S.D.A.P., iets hoegenaamd van hun re volutie-opzet. Op dien dag was er nog geen enkele reden van hun zijde ge vaar voor de bestaande orde van za ken te duchten". De heer Zimmerman voert voorts aan, dat hetgeen verder in Rotterdam gebeurde, tusschen 11 en 18 Nov., ook in den Gemeenteraad, wel zeer getuigt voor de juistheid van zijn mededee ling. Had de heer Zimmerman op 9 November 1918 werkelijk zulk een zwak oogenblik gehad; het zou later, vooral in den Gemeenteraad, zeer ze ker door de socialistische leden niet verzwegen zijn". De Nederlander, die de mededeeling van Het Volk reeds met een commen taar vermeld had, zegt naar aanlei ding van deze uitspraak het volgende: „Wij haasten ons deze tegenspraak van den heer Zimmerman ter kennis onzer lezers te brengen en wij voegen ei een drietal opmerkingen aan toe. Het spijt ons zeer, dat deze tegen spraak eerst verschijnt 9 dagen na de mededeelingen in Het Volk. Het uit blijven van de tegenspraak gaf te meer aanleiding de juistheid van deze me dedeelingen te aanvaarden. Voorts vestigen wij er de aandacht op, dat het verschil tusschen de we dergave van het bedoelde onderhoud op 9 November 1918, door den heer Zimmerman en door de heeren van de S.D.A.P. vvel zeer groot is, te groot o.i. om voor dit verschil voldoende verklaring te vinden in de omstan digheid, dat op 9 November 1918 de heer Zimmerman niet en de heeren Heijkoop en Brautigam w e 1 op de hoogte waren van hetgeen er in de en ge kern der S.D.A.P. broeide, zoodat hun geest wel in staat was zelfs vrij duidelijke woorden anders op te ne men, dan zij gezegd werden. De hee ren Heijkoop en Brautigam kunnen het hierbij niet laten. Echter en dit is onze laatste op merking zóó rustig, als de heer Zimmerman de zaken nu ziet, was het op 9 November 1918 in ons goede va derland niet. Reeds op 8 November was van de S.D.A.P. en het N.V.V. de oproep uitgegaan tot het houden van een buitengewoon Congres te Rotter dam, in verband met de gebeurtenis sen in het buitenland". 't Waren toch wel dagen van ver warring. Zelfs de herinnering er aan is verward. STATEN-GENERAAL. EEHSTE KAMER. Vergadering van gisteren. Geopend te 8.30 uur. Ingekomen zijn berichten van af wezigheid van den heer Arntz wegens verblijf in het buitenland en wegens gezondheidsredenen en van den heer De Vlugt. Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER deelt mede, dat de Centrale Afdeeling besloten heeft een aantal wetsontwerpen morgenochtend te 11 uur in de afdeelingen te doen onderzoeken. Voorts stelt hij aan de orde tegen Donderdagochtend 11 uur de behandeling in openbare vergade ring van het wetsontwerp houdende bepalingen betreffende de belasting van Nederlanders, die niet zijn ingeze tenen des Rijks. Comité-Generaal. De Kamer gaat over in een vergade ring met gesloten deuren ter behan deling van huishoudelijke aangelegen heden. TWEEDE KAMER. (Vergadering van gisteren). Algemsene beschouwingen. De VOORZITTER deelt mee, dat dr. De Visser wegens ongesteldheid ver hinderd is, de vergadering bij te wo nen. Voortgezet worden de algemeen© beschouwingen over de rijksbegroo- ting. Minister DE GEER wijst de tegen werping van den heer Albarda af, dat met unificatie van de sociale verzeke ring niet gewacht moet worden op de ziekteverzekering. Bij unificatie is steeds gedacht aan parallel loopende ziekte-, invaliditeits- en ongevallen verzekering. In behandeling komt de motie-De Visser tot uitkeering in-eens aan amb tenaren. Ze wordt verworpen met 71 stemmen tegen 1 stem. De motie-De Visser tot algemeen e herziening van de salarissen wordt eveneens verworpen met 71 stemmen tegen 1 stem. Bij hoofdstuk I (Huis der Koningin) maakt de heer L. DE VISSER (Comm.) aanmerking op de hooge inkomens. Minister DE GEER deelt mee, dat dt Koningin, de Koningin-Moeder en de Prinses ook dit jaar 10 pCt. laten staan. Bij het volgende hoofdstuk klaagt de heer L. DE VISSER over de hooge onkosten van de Kamerleden. Hoofdstuk I wordt aangenomen met de stem van. den heer De Visser tegen. Bij hoofdstuk II stemmen tegen de heeren De Visser en Braat. Het wetsontwerp wordt aangeno men. Aan de orde is hoofdstuk VII A (Na tionale schuld). Het wordt na enkele opmerkingen door den heer v. Gijn aangenomen. Hoofdstuk XII (onvoorziene uitga ven) wordt vastgesteld. Arbeid, Handel en Nijverheid. Aan de orde is dè begrooting van Arbeid, Handel en Nijverheid. De heer DROP (S.D.J constateert, dat op wetgevend gebied een groote achterstand bestaat, de arbeidswet geldt nog maar alleen voor arbeiders in fabrieken en werkplaatsen Dan nog kan de toepassing op bakkers, typo grafen, slagers, enz. niet door den beu gel. De stuwadoorswet is nog niet her zien. Een landarbeiderswet is er nog niet. Er is niets gedaan voor het per soneel in koffiehuizen, voor de voer lieden en chauffeurs, voor de winkel bedienden. Tegenover de arbeidsin spectie bestaat niet het noodige ver trouwen. De conventie van Washing ton is nog niet uitgevoerd. Spr. zou willen vernemen, hoe de minister staat tegenover nieuw opko mende sociale eischen, zoo b.v. tegen over het vraagstuk der onvolwaardi ge arbeidskrachten en dat van de wet telijke regeling van de vacantie. Met betrekking tot dit laatste punt dient spr. een motie in, waarin wordt uitge sproken de noodzakelijkheid van wet telijke regeling van jaarlijkscbe va cantie voor allen, die in loondienst zijn De heer KUIPER (R.-K.) brengt den minister hulde voor zijn betoonden ijver. Spr. beeft daarvoor groote waar deering, maar verder kan die hulde niet gaan. Het beleid van dezen mi nister is niet in overeenstemming met den eisch van dezen tijd. De groote vraagstukken, die zich voordoen, ont gaan hem. IJ i j ia.at zich beheerschen door een zu-Lt, het iedereen naar den zin te maken, maar gaat daarbij al te veel de veilige richting uit. Daarvan ge tuigt zijn vrees voor de bindendverkla ring der collectieve arbeidsovereen komst en het voorontwerp-landarbei- derswet, waarbij de volwassen arbei ders zijn buitengesloten. Spr. hoopt, dat de minister er alsnog in zal slagen de balans te zijnen gun ste te doen overslaan doordat hij de ziektewet en de winkelsluitingswet in het Staatsblad brengt. Op sprekers stem ten aanzien van beide punten kan spreker rekenen. De heer SMEENK (A.-R.) acht de argi ..i\i:iten verwerpelijk, die de mi nister bezigt ter bestrijding van de bindendverKlarmg der collectieve ar beidsovereenkomst. Wel heeft de mi nister echter LetreKkelijk veel gepres teerd, maar zijn maatregelen waren niet verstrekkend. Een belangrijk punt acht spr. de indiening van een ontwerp-winkelslüitingswet. In geen geval mag berust worden in den toe stand zooals die nu bestaat voor het winkelpersoneel. Komt de wet er niet, dan zal toch moeten worden geko men mei. toepassing van het werktij denbesluit. Toe. tè juichen valt dat de, minister in overleg is getreden met den minister van Justitie, ter regeling van de rechtspositie van kantoor- en handelsbedienden. YY'at de landarbei ders betreft gelooft spr. niet, dat de volwassen arbeiders geheel buiten de wettelijke regeling zullen kunnen blij ven. De heer L. DE VISSER (Com.) her innert er aan, dat 10 jaren geleden vruchtbare sociale arbeid werd ver richt, omdat de arbeiders rumoerig waren. Daarmede is bewezen, dat de revolutionnaire strijdmethode de eenig juiste is. De arbeiders zijn daarna weer ingedut en er kwam verslechtee- ring der arbeidsvoorwaarden en van sociale zorg. In de tegenwoordige strijdmethode kan het niet anders dan siecht gesteld zijn met de parlemen taire werkmethode. De heer BRAAT (P.B.) heeft niets kunnen ontdekken in de stukken van zorg voor ouden van dagen. Spr. wenscht premievrij staatspensioen voor hen. die het noodig hebben. Het vraag stuk van den werktijd voor winkel- of hotelpersoneel acht hij geenszins ur gent. Door onze uitgebreide sociale wet geving gaat hoe langer hoe meer werk naar het buitenland. Zoo is van onze vlasindustrie niet veel meer over. Spr. dringt aan op verlaging van den prijs der mvaliditeitszegels. De vergadering wordt geschorst tot 's avonds. Avondvergadering. Binnenlandsche Zaken en Landbouw. In de avondvergadering van giste ren was aan de orde de voortzetting van de beraadslagingen over art. 7 van do begrooting voor Binnenland- sche Zaken en Landbouw. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.) verdedigt de instituten der Vrijwillige Burgerwachten en van den Bijzonderen YYijwilligen Land storm. De heer ARTS (R.-K.V.P.) kant zich tegen liet instandhouden van de vrij willige burgerwachten. De heer J. J. C. VAN DIJK (A.-R.) betoogt dat de vrijwilligo burgerwach ten en de bijzondere vrijwillige land storm nog absoluut noodig zijn. De heer L. DE VISSER (Comm.) merkt op, dat met het handhaven van cl' ze vrijwillige instituten de kapita listische klasse niet meer in staat is om met de haar ten dienste staande machtsmiddelen de opkomst van het proletariaat tegen te houden. De Minister van Binnenlandsche Za ken en Landbouw, de heer KAN, her innert aan de het vorig jaar aangeno men motie, waarin de» Regeering drin gend werd uitgenoodigd, om niet tot verlaging van 'de subsidies voor deze instellingen over te gaan. In de Me morie van Antwoord heeft spr. er reeds op gewezen, d-i ook hij van meening is, dat niet tot verlaging moet worden overgegaan. Het is de plicht der re geering om rekening te houden met buitengewone omstandigheden en als zoodanig heeft spr. de vrijwillige bur gerwachten dan ook steeds beschouwd als een soort achterban voor de poli tie. Spr.. gelooft dat we ons gelukkig mogen prijzen, dat we voor zoo weinig geld over 'n betrouwbaren steun voor de politie in buitengewone omstandig heden beschikbaar hebben. De stemming over de artikelen 7 en 8 werd bepaald op vandaag 1 uur. De filmkeuring. Bij onderafdeeling V (Bioscoopwet) herinnert de heer L. DE VISSER (Comm.) aan de afkeuring van ver schillende Sovjetfilms. Spr. dringt aan op benoeming van communisten iu de keuringscommissie. Voorts acht spr. de keuringskosten te hoog. De MINISTER zegt, dat hij de be noeming van leden der keuringscom missies niemand hem heeft gewezen op de wenschelijkheid om daarin ook comumnisten op te neen. Wanneer de heer De Visser echter een zijner par- tijgenooten wil voordragen, die voor de keuring ook de noodige bekwaam heid bezit, dan wil spr. bij een komen- ce vacature deze voordracht gaarne in overweging nemen. De gevallen, die zich niet mogen herhalen. Bij afdeeling IV (Ivranzinnigenwe- zen) bespreekt de heer VOS (Lib.) de kwestie van onrechtmatige opsluiting in een krankzinnigengesticht. De MINISTER wijst op den strijd, welke er bestaat tusschen de medici en de juristen. Spr. had een ontwerp gereed ter voorkoming van onrecht matige opsluiting. Dit ontwerp ging echter meer in de richting der juridi sche waarborgen. Hiertegen kwam echter uit alle medische kringen zoo ernstig verzet, dat spr. de indiening van het ontwerp niet aandurfde. Daar om is hij thans bezig 'n oplossing te vinden, welke èn medici èn juristen zal bevredigen. Het Armwezen. Bij de afdeeling Armwezen vraagt Ce heer VOS (Lib.) om bij de wijziging van de Armenwet een bepaling te over wegen. waardoor aan den grooten toevloed van werkloozen naar de groote gemeenten een einde wordt ge- De beer SMEENK( (A.-R.) sluit zich RECLAME. aan bij liet betoog van den heer Vos. De MINISTER merkt op. dat deze kwestie reeds in overweging is. De werkverschaffing. Bij art. 52 (werkverschaffing en s teunv er leening) zegt de heer YVE1T- KAMP (C.-H.) tegenstander te zijn van het zenden van werkloozen uit de ste den naar het platteland. Waarom wordt voor de stedelingen geen ander werk gezocht? De hr. VAN VOORST TOT VOORST (R.-K.) merkt op, dat de minister naar zijn meening op goeden grond heeft besloten, het kwartje aan toeslag voor de ontvening niet meer te verleenen. Spr. vraagt den minister, hoe deze zich de samenwerking met de verve- ners heeft gedacht. In ieder geval hoopt spr., dat de minister maatre gelen zal nemen, om de ontvening met kracht voort te zetten. De vergadering wordt geschorst tot heden 1 uur. Uit het Sociale Leven. ACTIE AAN DE OLIEFABRIEKEN CALVé DELFT. Inzake de wenschen van de 3 vak bonden betreffende de beëindiging van den nachtdienst uiterlijk Zondag ochtend om 6 uur; een week extra- loon voor uitkeering bij de vacantie- week; de gelijkstelling van de arbeids voorwaarden voor dc losse arbeiders met die der vaste werklieden en de af sluiting van een collectief contract, heeft de directie geantwoord, dat het haar oprecht leed doet te moeten con- stateeren, dat de besprekingen ander maal zoo weinig tot eenige verhelde ring van de opvattingen der vakorga nisaties bijdroegen. Zij zal trachten den nachtdienst op Zondag op een vroeger uur te doen eindigen. LEESTAFEL. Dr. B. Wielenga, M o z e s en Is raël, II. Van Höreb tot Nebo. Amsterdam, E. J. Bosch Jbzn. Met dit tweede deel is dit pracht werk compleet. Het behandelt de ge schiedenis van Mozes en Israël vanaf het gegoten kalf tot aan Mozes' dood. en is met een 5-tal schitterende platen versierd, voorstellende den strijd bij Rafidïm, de wet op den Sinaï gegeven, hét weven van kleedên voor dén taber nakel, de terugkomst der verspieders, en Eliézar tot Hoogepriester gewijd. Om een indruk te geven van de rij ke gedachten, die Dr. Wielenga uit de goudmijn der Heilige Schrift weet op te diepen en van den schoonen stijl, ci- teeren wij den aanvang van het eerste artikel („Een gegoten kalf"): „Nog altijd is Mozes op bezoek bij de hoogste Majesteit en het volk wacht aan den voet van den Horeb, in het hart der woestijn. Heeft de woestijn een hart? Ja, deze berg is het hart van Arabië, een steenen hart, dood gelijk de dood- sclie wildernis. De woestijn is de verbinding tus schen Egypte en Kanaan, tusschen het diensthuis en het feesthuis, maar zij is tegelijk de scheiding. Zij lokt en ver schrikt. Zij is de weg, zonder w e g. Om deze immerdurende tegenstrij digheid is zij de praktische leerschool des geloofs. Gods liefde leidt het volk in de be proeving, opdat het uit de beproeving kome tot Gods liefde". Dr. G. Ch, Aalders, De ge- s c h i e d s c h r ij v i u.g in het Oude Testament. Kampen, J. H. Kok, 1928. Van deze rede, die Prof. Aalders hield bij de 48e herdenking der stich ting van de Vrije Universiteit te Am sterdam op 20 Öct. j.l. gaven wij dien dag reeds een uitvoerig overzicht. Het is goed, dat zij in druk versche nen is, want het onderwerp is actueel en het is behandeld op een ook voor niet-theologen bevattelijke wijze. Hermeneus, Maandblad voor de Antieke Cultuur, afl. 3. Zwolle, W. E. J Tjeenk Willink. Dit tijdschrift blijft op het hooge peil, waarop het ingezet is. Deze derde aflevering bevat weer verschillende belangwekkende artike len, o.a. P. Virgilius Maro's Eerste Herderszang, door d. K.; Middeleeuw- sche levenslust, door Prof F. Muller; Atheensche scherpzinnigheid, door Dr. A. Sizoo; en De Spelling der Grieksche eigennamen in het Nederlandsch, door A. Geerebaert S.J. W. B. KALENDER-WANDVERSIERING Het lijdt geen twijfel, of er moet sinds het begin der 20ste eeuw toch wel wat zijn veranderd in den alge- meenen artistieken zin der menschen. Ten minste in zooverre 't betreft de waardeering der beeldende kunsten Er is bij name in onze woningen meer smaak gekomen voor een aardi ge, artistieke versiering. Inplaats der foeileelijke bontgekleurde oleographie- en, worden thans reproducties van meesterwerken voor een niet te hoog bedrag in den handel gebracht, die op het eerste gezicht nauwelijks van het oorspronkelijke kunstwerk zijn te on derscheiden. Nog pas zagen we een paar van de laatste werken van Toorop in kleuren reproductie, die het oorspronkelijke geheel henaderen. Het is altijd heter een goede repro ductie van een echt kunstwerk aan den wand te hangen. dan een slecht origineel zonder verdienste, dat nadee- li? op den smaak werkt. In dit verband hrenccn we ter ken nis, dat de heer .T. A. A. M. van És. .van ..De Rietvink-", drie Es col dr il rukken van J a n Menkes in <-'on handel brengt, n.l. Winter", „Wit paard" en*„Tweo eksters". Alle drie de reproducties voldoen aan de hoogste eischen. Ook op het gebied van wandkalen- ders worden sinds eeri°-e jaren.mooie, artistieke voorwerpen in den handel gebracht. Wij ontvingenPolder mans' Steendrukkale n.d.e.r. uitgege ven door H. J. denBoer te Baar ri. De kalender bestaat' uit zes bladen in zwart met enkele lichte kleuraccen ten. Polderman is een begaafd teeke naar, die beschikt over een goéde tech niek. In ziin litho's zit atmospheer, stemming. Hij heeft gevoel voor de lichtwerking over hét sneemvvèld met dorre boomen. Hij weet dén zomer te typeeren en den herfst en niet minder de beide laatste maanden van het jaar. wanneer de stormen gieren om ëen oude boerenwoning. Hij houdt van den ouden, verwron gen boom, van het oude huisje aan den waterkant, van bet heel oude kerkje in gelend herfstloovet*. van al le* wat een geschiedenis heeft. En dat alles is juist bij een kalender zoo toepasselijk. De bladen zijn keurig uitgevoerd en jaartal, maandnamen en data zijn heel duidelijk, wat bij een kalender eerste voorwaarde is. Bij eiken boek- en kunsthandelaar te verkrijgen. Sw. VISSCHERIJBERICHTEN. IJMUIDEN. 20 November. Van de IJmuider stoomtreilers kwamen er heden 9 aan de markt. De besommingen waren: I.TM 125 Denka 12 met ƒ2485, IJM 16 Bergen met, 3872. IJM 330 Flandria met ƒ2332, IJM 405 Denka 2 met ƒ2493, IJM 432 Raaf met 807, IJM 45 Perseus met 1775, IJM 77 Poolzee met ƒ2683,. IJM 43 Nelly Gezine met ƒ2669 en IJM 183 Li-esbeth Betty met ƒ3424. Van de IJmuider haringschepen kwam heden binnen de zeillogger Vesta IJM 286 met 28 last pekelharing. De besommingen der haringschepen waren heden: IJM 149 Victor met 4384, IJM 490 Gorredijk met ƒ5462. aan pekel haring. Van de Katwijker haringvloot kwa men heden in de haringhaven binnen de motorloggers KW 34 met 175 kantjes vol le, 3 kantjes ijle en 148 kantjes steurha- ring; KYV 159 met 23Q.kantjes .volle, ep 302 kantjes steurharjng; en de zeiljoggers KW 31 met 200 kantjes volle en 225 kantjes steurharing; KW 131 met 129 kantjes volle en 28 kantjes steurharing, en KW 116 met 95 kantjes volle haring, welke naar Kat wijk worden verscheept. Scheepstij dingen. HOLLANDAME RIK A-LIJN. KINDERDIJK, Vancr. n. Rott. p. 19 Deal. PARANA, Vancr. n. Rott. 17 v. St. Tho mas. RADNORSHIRE, Rott. n. Vancr., 18 v. Cowes Rds. MOERDIJK, Vancr. n. Rott., 18 te Port land (O.) DINTELDIJK. Vancr. n. Rott., 18 te San Francisco. GAASTERDIJK, Philadelphia n. Rott., 19 (8.58 v.m.) 440 mijlen Z.W. v. Va lencia. RIJNDAM, 20 v. N.-York te Rotterd. NEBRASKA, Rott. n. Vancr., 19 te Los Angeles. LOCHGOIL, Vancr. n. Rott., 20 (4 nam.) te Londen. LOCHKATRINE, 19 v. Vancr. n; Rott. HOLLAND—AFRIKA-LIJN. NIJKERK, uitr., 18 te Lor Marpues. WAALDIJK, uitr., 18 (10.6 nam.) 45 m. O. v. Niton. NIAS, 20 v. Hamburg te Antwerpen. RIJPERKERK, uitr., 18 te Durban. HOLLAND—WEST-AFRIKA-LIJN. ALBIREO, uitr., 19 v. Opobo. HELDER, thuisr.,. 20 v. Lagos. RIJNLAND, 19 v. Amsterd. te Bremen. IJSTROOM, thuisr., 19 v. Freetown. ALKAID, 20 v. Harnb. te Amsterdam. KON. HOLLANDSCHE LLOYD. MAASLAND, uitr., 19 v. Santos. FLANDRIA, uitr., 19 v. Rio. KENNEMERLAND, thuisr., 19 te Ba- hia. ORANIA, thuisr., 19 v. Santos. SALLAND, uitr., 20 v. Rio Grande do Sul. ROTTERDAHSGHE LLOYD. GORONTALO, thuisr., p. 20 Pantella- ria. MADIOEN, thuisr., p. 20 (7 v.m.) Fini- TJERIMAI, thuisr., 21 (8 n.m.) te Co wes verwacht. INSULINDE, uitr., p. 20 (2 v.m.) Sa- gres. STOOMVAART MIJ. „NEDERLAND". J. P. COEN, uitr., 20 v. Amst. MAPIA, thuisr., 20 v. Pt. Said. P. C. HOOFT, uitr., 20 te Sabang. MADOERA, uitr., 20 te Middlesbro. MANOERAN, thuisr., p. 19 Ouessant. KRAKATAU, thuisr., 20 v. Batavia. SALAWATI, uitr., 20 te Tjilatjap. BALI, thuisr., 20 v. Pt. Said. SINGKEP, uitr., p. 19 Land's End. JOHAN DE WITT, thuisr,, 19 v. Sa- bang.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6