niuwü LEioscHE tmm
van
WOENSDAG 21 NOV. 1928
TWEEDE BLAD.
Gewijde en Ongewijde
Historie.
HET WETBOEK
VAN CHAMMOERAPI.
Een van de belangrijkste ontdekkin
gen in de Oudoostersche wereld, die,
dank zij de opgravingen der laatste
decenniën weer voor ons is gaan her
leven, is het wetboek van Chammoe
rapi.
Dit werd in den winter 19011902
door den Franschen archeoloog Jules
de Morgan gevonden in den ruïnen-
heuvel van den burcht van Susa,
waarvan in het boek Esther voortdu-
rënd sprake is.
Het is ingebeiteld op een blok dio-
rietsteen, 2.25 M. hoog, van boven 1.65
en van onderen 1.90 M. breed. Aan den
voorkant zijn 16, aan den achterkant
28 loodrechte rijen spijkerschrift.
Boven aan de voorzijde van den ge
denksteen staat koning Chammoerapi
eerbiedig voor den zonnegod S j a-
mas j, die tevens de god des rechts is,
en wiens kinderen K e 11 o e (recht en
M es j ar o e (gerechtigheid) heeten.
Sjamasj was de god der stad Sippar
waar, blijkens het onderschrift, dit
steenblok in Ebarra, den grooten tem
pel van Sjamasj, is opgesteld geweest.
Vandaar is 't waarschijnlijk door den
Elamietischen koning Koedoer Nan-
choendi omstreeks 1200 v. Chr. naar
Susa gebracht. Deze heeft er ook een
zevental kolommen van weg doen bei
telen, waarschijnlijk met de bedoeling
op deze aldus vrij gekomen ruimte zijn
roem te doen verkondigen. Om de een
of andere reden is daar evenwel niets
van gekomen.
Dit inschrift is het grootste, dat in
spijkerschrift tot ons gekomen is, en
wellicht ook het meest belangrijke.
Al dadelijk wierpen de Oriëntalisten
zich met groóte belangstelling op fle^
zen tekst en maakten hem tot het
voorwerp van hun studie.
De Fransche Dominicaan Scheil le
verde reeds in 1902 een keurige verta
ling van het wetboek, welke la
ter slechts op enkele ondergeschikte
punten voor verbetering vatbaar bleek.
Chammoerapi was reeds vóór de
ontdekking van het naar hem genoem
de wetboek bekend als de meest be
roemde koning van de z.g. eerste dy
nastie van Babel. Hij regeerde van 2123
tot 2081 vóór Christus en was van
A'nióTietlschö 'afkomst.,
Waarschijnlijk zeker is dit niet
is'hij dezelfde koning als Amraphel
de koning van Sjinear, uit Gen. 14, een
der met Kedorlaomer verbonden vor
sten, tegen wie Abraham ten strijde
trok.
Chammoerapi was de Karei de
Groóte of Lodewijk de Veertiende van
zijn tijd. Zijn beteekenis voor Babel
kan niet hoog genoeg worden aange
slagen.
Wat zoovele eeuwen achtereen te
vergeefs was beproefd, is hem gelukt:
het samensmeden, van Babylonië tot
een politieke en economische eenheid.
Door hem werd Babel eeuwenlang het
staatkundige en later ook het gods
dienstige middelpunt van West-Azië.
Hij was een moedig veroveraar, die
de vijanden rondom wist te verslaan,
doch tevens een man des vredes, een
bewonderaar van literatuur en be
schaving. Hij wist ook voor zijn rijk
eenheid te scheppen in de rechtspraak
en het is vooral deze codex, die den
roem uitmaakt van den Babylonischen
Zonnekoning (hij noemt zichzelven in
deze inscriptie „de Zon van Babel").
Het aantal wetsbepalingen van dit
wetboek bedraagt 282, Chammoerapi is
er niet zoozeer de auteur, dan wel de
verzamelaar van, evenals b.v. de By-
zantijnsche keizer Justinianus (527
565). Het is verreweg de oudste ge
schreven rechtsverzameling die we
van.de Oostersche volken bezitten.
FEUILLETON.
God is mijn heil.
8$) —o—
Maar zij scheen haar geest aan de
haren achtergelaten te hebben, dezen
gevoelden zich meer aan elkander
verbonden en beminden elkaar vuri
ger dan ooit te voren; en vooral
haar twee kinderen de heer Van Men
gen en mevrouw Van Steendorp wa
ren sedert dien tijd veel vertrouwelij
ker geworden; het was als zochten zij
hun moeder in elkaar weder te vinden.
Haar woorden van vermaning, opwek
king.en vertroosting werden dikwijls
dóór de haren herhaald en haar graf,
dat met klimopranken begroeid was,
bleef bijna geen dag onbezocht.
Er was een gedenkteeken opgericht
gelijk aan dat van haar echtgenoot,
waarop de tekst uit Jesaja, die voor
haar in leven en sterven zulk een
groote beteekenis had gehad, en daar^
onder de woorden: „Christus is mijn
leven, sterven is mijn gewin".
Te Schönheide zelf was het steeds
stiller geworden. Herman, die reeds
dertien jaren telde, was met Paschen
naar Berlijn gegaan en bij de Van
Steendorps in huis gekomen om het
gymnasium te bezot" n; zijn broeder
E 'u.trd en zijn neefje Hendrik, oud
tijds de twee dikkertjes, die nu groote
sterke jongens waren geworden en
Uit het wetboek van Chammoerapi
blijkt, dat Babel reeds vóór 2COO v. Chr.
op een zeer hoogen trap van ontwikke
ling stond.
Er was destijds een geordende sa
menleving, die reeds in vele bijzonder
heden was gereglementeerd.
De codex van Chammoerapi valt in
drie stukken uiteen: inleiding, wetten-
bundel en nawoord.
In de inleiding geeft Chammoerapi
al zijn titels op, noemt de namen der
door hem aangebeden goden, alsmede
die der steden, waarover hij regeert, en
somt op, wat hij ten behoeve zijner on
derdanen reeds heeft verricht.
..In het nawoord vertelt Chammoera
pi opnieuw al zijn historische daden
en draagt hij alle opvolgers op, om zijn
wetten in eere te houden, waarbij hij
den vloek der goden inroept over.hen,
die ze veronachtzamen of vernietigen.
De eigenlijke wettenbundel bevat
verschillende wetsbepalingen, die han
delen over: valsche aanklacht, diefstal,
ontvluchte slaven, inbraak en roof,
dienstplicht, de bezittingen van dienst
plichtigen, landhuur, geld leenen, wa
terschapszaken, herders, tuinbouw,
commissiehandel, herbergen, vervoer,
schuldvorderingen, deposito, huwelijk
bezittingen der echtgenooten, bloed
schande, verloving, erfrecht, aangeno
men kinderen, onderschuiving van
kinderen, mishandelingen, tarieven en
straffen voor geneesheeren, veeartsen,
barbiers, architecten, scheepsbouw
meesters, huur van dieren, van arbei
ders, van gereedschappen en koop van
slaven.
Uit de opsomming der onderwerpen
blijkt reeds de overeenkomst van
Chammoerapi met de Mozaïsche wet
geving.
Men heeft hieruit afgeleid de'afhan
kelijkheid van Mozes van Chammoe
rapi.
Zeer eenvoudig (simple comme le
bonjour) is b.v. de voorstelling, die de
gewezen Duitsc.he keizer indertijd van
deze zaak had, toen hij meende, dat
Mozes met den codex van Chammoe
rapi voor zich zijn wetten op schrift
zou hebben gesteld!
Welk verband er tusschen deze bei
de wetgevingen bestaat, hopen wij in
onze volgende artikelen te doen zien.
nadat wij eerst de beide codices niet
slechts naar den vorm. doch ook naar
naar den inhoud met elkaar vergele
ken hebben.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Wouterswoude, J.
Ronge te Hoogblokland;
Aangenomen: Naar Driesum, FL
G. van den Hoek te Langerak.
Bedankt: Voor Oudemirdum, W.
L. Mulder te Voorthuizen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te West.erlee, A. de
Bondt, cand. te Zwijndrecht. Te YVo's,
E. N. v. Loo, cand. te Zwagerveen. Te
IJlst, W. Tom te Warns. Te Ermelo
(2de pred.-plaats), S. Neerken te UI-
rum.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Rotterdam-Zuid, IC.
Groen te Nieuwpoort en L. H. v. d.
Meiden te 's Gravenhage.
BEVESTIGING, INTRFDE, AFSCHEID.
Zondagmorgen werd Dr. J. van
Lonkhuizen door Ds. C. J. Wielenga
van Zaandam, vroeger te Zierikzee,
ingeleid tot zijn dienstwerk in de Ge-
ref. Kerk te Zierikzee, met een predi
cate over Marcus 4 vs. 2629.
Toegezongen werd de. bekende ze
genbede uit Psalm 134.
Des avonds deed Dr. J. van Lonk
huizen zijn intrede met een predicate
naar aanleiding van Ezechiël 3 vs. 17.
Aan het einde zijner predicate richt
te de 'eeraar zich tot den Kerkeraad,
gemeente, bevestiger, en den consu
lent Ds. I-Ioek. van Zonnemaire, als
mede tot de afgevaardigden van de
na bur ice kerken.
Na deve toespraken richtte de heer
W. den Boer voorzitter van den kerke
raad, zich in hartelijke bewoordingen
tot den preoikant. waarna de gemeer-
te zong Psalm 138 vs. 3.
hun elfde jaar hadden bereikt, zouden
binnen weinige maanden te Potsdam
in het kadettenkorps worden ingelijfd,
hetgeen steeds hun ideaal was geble
ven.
Anna dacht reeds met .smart aan
het tijdstip waarop zij van hen af
scheid zou moeten nemen en Mathilde
alleen zou achterblijven, terwijl juf
frouw Rosini, die nog altijd aller ver
trouwen en liefde genoot, met onge
duld het oogenblik verbeidde waarop
haar leerlinge aan den, volgens haar,
vtrderfelijken invloed der jongens zou
Gnttrokken worden en tot een bedaard
welopgevoed meisje zou gevormd kun
nen worden. Het gebeurde tot haar
groote ergernis menigmaal, dat Ma
thilde met gloeiende wangen, vuile
handen en gescheurd kleedje uit den
tuin terugkwam, want zij hield veel
meer van jongensspelen dan van pop
en keuken, en dat was toch een zeer
bedenkelijk iets.
De gouverneur werd nalu..eg-
gezonden en de juffrouw bleef als al-
ïeenheerscheres achter, hetgeen haar
zeer 'aangenaam was, want met den
tegenwoordigen gouverneur had zij
nooit op zoo goeden voet gestaan als
met den heer Rothe. Deze was reeds
sedert gernimen tijd rector geworden
in een kleine stad; de politieke en
godsdienstige invloed dergenen, met
wie hij verkeerd had, had gunstig op
hem gewerkt; de heer Van Mengen en
de leeraar hoopten, dat hij tot een
Vervolgens werd het woord gevoerd
door den consulent namens cle classis
Zierikzee, Ds. Voors en het hoofd der
Chr. school, de heer M. Gorter, waarna
de plechtigheid was. beëindigd.
PROF. DR. H. H. KUYPER.
Naar de Stand, verneemt, heeft Prof.
Dr. H, II. Kuyper heden „Eronovo" te
's Gravenhage verlaten.
De hoogleeraar is naar BloemendaaJ
terug gekeerd.
Ds. G. A. VAN DER ERUGGEN t
In den ouderdom van 80 jaar is te
Utrecht overleden de emeritus predi
kant Ds. G. A. van der Brugghen.
Ds. van der Brugghen. die een zoon
was van Minister J. J. L. van der
Brugghen, heeft aan de universiteit te
Groningen gestudeerd.
Zijn eerste gemeente als Plervormd
predikant was Eist," waar hij in 1873
zijn intrede deed.
Achtereenvolgens heeft hij verder
gestaan te Boxmeer (1879, te Vorchten
(1887), en Beetsterzwaag (1891); alwaar
hij tot 1898 bleef.
Vandaar ging hij naar Brussel, waal-
hij werkte voor de stads-evangelisatie
van Brussel en omstreken.
In 1914 vestigde Ds. van der Brug
ghen zich te Utrecht, waar hij zich aan
vrijen evangelisatie-arbeid in velerlei
vorm wijdde, in het bijzonder aan het
werk in het Militair Hospitaal.
De begrafenis zal plaats vinden a.s.
Vrijdag om 12 uur op de algemeene be
graafplaats aan den Brandenburger-
weg te De Bilt.
Ds. W. H. GISPEN.
De Kerkeraad der Geref. Kerk van
Scheveningen heeft, het ziekenverlof
van Ds. W. H. Gispen, dat hem in Juli
j.l. tot 1 Jan. a.s. verleend was, met
een maand verlengd, en besloten door
predikanten van buiten ook die maand
in de prediking des Zondags te doen
voorzien.
VERBANNEN.
De predikant der Hongaarsche Ge
ref. Gemeente Alsómihóly, Melichér
Ivajdi, is uit Tsjecho Slowakije ver
bannen.
Als vermoedelijke reden geeft „Prd-
gai Magyar Hirlap" aan, dat Kajdi.
toen de Tsjechische Regeering, op zijn
verzoek een onderwijzer te benoemen
aan de Geref. school, niet inging, in
opdracht der gemeente, zelf een onder
wijzer aanstelde.
BOND VAN NED. PREDIKANTEN.
Naar het orgaan van den Bond van
Nederlandsche predikanten meldt,
heeft Ds. B. Klein Wassink, Ned. Herv.
predikant te Bathmen, na een lid
maatschap van 9 jaar bedankt als lid
van het Hoofdbestuur, wegens her
haaldelijk meeningsverschil dat hij in
den kring van dit collége had. zoowel
ten aanzien van de vraag, hoe de posi
tie van den bond in het Kerkelijk le
ven .moet worden versterkt, als van
die wat toelaatbaar is om in het or
gaan te worden gepubliceerd.
UIT DE OMGEVING.
WOUBRUCGE.
De Installatie van den nieuwen
Burgemeester.
De jongste burgemeester van Zuid-Hol
land, de heer J. E. Boddens Hosang, heeft
gistermiddag bezit genomen van zijn ge
meente. Aan belangstelling heeft het hem
niet ontbroken, want de geheele gemeente
heeft haar best gedaan om de intocht van
den jeugdigen bewindsman en zijn ver
loofde pleizierig en aangenaam le maken.
Aan het station te Leiden werd de bur
gemeester 's middags te 1 uur afgehaald
door een commissie uit. de burgerij, be
staande uit de heeren van 't Riet, Husson
Ileenk, C. van Rijn en J. P. van Leeuwen.
De burgemeester, vergezeld van vele
bloedverwanten en Larensche vrienden,
nam plaats in een der gereedstaande
auto's, waarna in volle vaart werd gereden
naar Hoogmade:
Daar was de geheele bevolking op de
been om den nieuwen burgervader te ver
welkomen; de vlaggen waren uitgestoken,
de klokken der beide kerken luidden fees
telijke klanken de lucht in en op het
schoolplein stond de geheele dorpsjeugd
in 't gelid onder leiding van het hoofd der
nieuw leven was ontwaakt.
De oude leeraar was nog altijd velen
ten zegen, ofschoon hij een jongen
hulpprediker genomen had, die Voor
hem predikte. Hij had destijds vast
geloofd, dat hij den dood zijner vrien
din niet lang zou overleven, haar te
zien gaan scheen hem moeilijker dan
zelf te sterven; maar de Heer scheen
hem nog in Zijn dienst te willen ge
bruiken; hij was lichamelijk en gees-
tcgelijk nog krachtig en zijn dochter
hielp en verzorgde hem met groote
liefde, maar toch verlangde hij er
zeer naar ontbonden te worden en met
Christus te zijn.
De heer Van Steendorp was geheel
en al hersteld en nam zijn betrekking
met nieuwe krachten waar, de zach
tere stemming, de vrucht van zijn lij
den, was hem bijgebleven, ofschoon
men niet kon zeggen, dat hij tot een
besliste keuze was gekomen. Maar hij
spotte niet meer met de godsdienstige
richting zijner vrouw, liet haar en
haar kinderen doen en laten wat zij
goedvonden, r'ng des Zondags gere
geld met haar naar do kerk en maak
te zich niet meer zoo driftig over klei
nigheden. Hierdoor heerschte er meer
vrede en eensgezindheid in de familie
dan vroeger, de kinderen gevoelden
zich op hun gemak in de tegenwoor
digheid van hun vader, de droefgees
tigheid hunner moeder maakte plaats
voor een opgeruimder stemming, of
schoon zij meestal stil en ern3tig was.
Par. school, den heer Th. Bosman.
Toen de burgemeester was uitgestapt,
zongen de kinderen hem het „YVien Neer-
landsch Bloed'' toe. Een der meisjes bood
daarna aan de toekomstige burgemeesters-
vróuwe, mej. v. Dishoek, een ruiker bloe
men aan.
De burgemeester sprak de jongens en
meisjes met eenige welgemeende woorden
toe, waarop een oorverdoovend „Lang zal
hij l-even" werd ingezet, gevolgd door een
nog oorverdoovender „Hiep hiep, hoera!"
Pastoor C. J. A. Borsboom sprak vervol
gens den heer Boddens Hosang toe na
mens de parochie Hoogmade. De Pastoor
sprak de hoop uit, dat de nieuwe burge
meester in oubrugge zou werkzaam zijn
lot heil der gemeente, tot zijn persoonlijk
geluk en tot vreugde van al zijn dier
baren.
De burgemeester dankte den pastoor
voor zijn vriendelijke woorden. Spr. hoopte
op een hartelijke samenwerking. Spr. be
sloot zijn toespraak met een „Leve Hoog
made, leve YVoubruggc!"
De stoet reed daarna verder door bet
bewimpeld Hoogmade naar YVoubrugge,
waar, toen de auto's in zicht kwamen,
eveneens de klokken begonnen te luiden
en de geheele bevolking uitliep.
Voor de openbare school brachten de
kinderen van de Christelijke en de Open
bare school een zanghulde. Zij zongen het
„Wilhelmus", waarna wederom bloemen
werden aangeboden, gejuicht en gehoera'd
werd, waarna de burgemeester de kinde
ren toesprak.
Aan het Raadhuis waren tal van belang
stellenden opgesteld. Het inwendige ge
bouw, vooral het trappenhuis, was smaak
vol versierd met palmgroen en rose bego
nia s. In bet knusse Raadszaaltje werden
de genoodigden ontvangen, o.a. de burge
meesters van Laren en Leiderdorp, Pas
toor Borsboom, Ds. Lijsen en Ds. Nauta,
Mr. Sormani, rentmeester der heerlijkheid
Hoogmade, Mr. Heringa, ambtenaar ter
secretarie en vele vrienden en bekenden
van den jongen burgemeester, alsmede
vele gemeentenaren.
De loco-burgemeester, weth. Lieverse,
opende de Raadsvergadering met gebed,
waarna een commissie werd benoemd, be
staande uit de heeren v. Dam en de Vette
om den burgemeester binnen te leiden.
Wetb. Lieverse sprak daarna den bur
gemeester toe en wenschte hem geluk met
de eervolle benoeming. De last van uw
jaren is nog licht, zeide spr., en reeds zijt
gij geroepen tot een hoogst verantwoorde
lijk ambt, dat niet alleen eisebt kunde
en inzicht, maar ook een wijs beleid. Met
vol vertrouwen treden wij u tegemoet,
zeide spr., reeds vruchtbaar werk hebt gij
in het maatschappelijk leven mogen ver
richten. Spr. sprak daarom het vertrou
wen uit, dat de nieuwe burgemeester bet
eerste burgerschap zou bekleeden onder
Gods zegen, tot bloei der gemeente. Daar
bij zullen wij u steunen, besloot spr., en u
ter zijde staan zooveel in ons vermogen is
(applaus).
Daarna sprak het Raadslid de heer van
Ruiten. De mare ging door geheel Neder
land aldus spr. dat in Woubrugge de
jongste burgemeester der provincie was
benoemd. En ieder heeft daarbij gedacht:
dat zal dan wel een burgemeester zijn,
die reeds getoond heeft de gemeentezaken
te zullen behartigen. Spr. wenschte daar
om de geheele gemeente met deze benoe
ming geluk, en vooral de leden van den
raad. Een zware taak is u op de schouders
gelegd, zeide spr., gij zijt heden „vader"
geworden van 2500 kinderen. Om deze taak
zoo goed en gemakkelijk mogelijk te ma
ken is het noodig eensgezind te zijn. Spr.
besloot zijn toespraak met een vriendelijk
woord tot de verloofde van den burge
meester.
De heer Tondu wees er op, dat de om
standigheden, waaronder burgemeester
Boddens Hosang zijn ambt aanvaardt,
goed zijn. De financiën en administratie
der gemeente zijn in goede orde en de
burgemeester krijgt een Raad ter zijde,
die, naar het algemeen oordeel, niet al te
lastig is. Spr. hoopte, dat de burgeemester
hier een werkkring zal vinden, die hem
voldoening zal schenken.
Burgemeester Boddens Hosang nam
hierop het woord. Dankbaarheid en ver
antwoordelijkheid zijn de hoofdgedachten,
die spr. op dit gewichtig oogenblik door
trillen. Dankbaarheid om het groot ver
trouwen, dat de Koningin in hem beeft
willen stellen door hem deze eervolle be
noeming te schenken, die echter tegelijk
een groote verantwoordelijkheid mede
brengt. Dank bracht spr. ook aan den
Minister en aan den Comm. der Koningin
di£ hem hebben willen voorstellen.
Dankbaarheid en verantwoordelijkheid,
dat zal de basis zijn voor mijn toekomstig
werk. Spr. deed een beroep op de raads
leden de vertrouwensmannen der gemeen
te, en verzekerde hun, dat de belangen der
ingezetenen zijn belangen zijn.
Dank zij het boek, geschreven door den
beer v. Hemessen, beeft spr. een blik in
het verleden van Woubrugge kunnen
slaan. Spr. haalde uit dit werk eenige
versjes aan, waarin het verleden en het
beden, maar ook de toekomst van Wou
brugge geteekend staan. Dat God een wel
varende toekomst moge schenken!
Spr. hoopte dat burgemeester en Wet
houders eendrachtig zullen samenwerken
en zij elkaar zullen waardeeren en ver
trouwen. In de vorige eeuw is hier een
burgemeester zoo weinig in de smaak ge
vallen, dat bij reeds na drie raadsvergade
ringen zijn ontslag moest indienen. Toch
blijkt uit de portretten langs de wanden
der raadszaal, dat men wel degelijk weet
te waardeeren hen, die iets voor de ge
meente presteeren.
Mijn directe voorganger heeft in de laat
ste raadszitting voor zijn opvolger, bet
vertrouwen gevraagd, dat bij hier zoovele
jaren heeft genoten. Dit is spr. eerste ver
zoek: schenk mij uw vertrouwen, schraagt
mij door uw behoedzaamheid, uw inzicht
uw beleid.
Spr. hoopt, dat ingezetenen hem als een
.burgervader zullen beschouwen, die hen
met raad en daad wil bijstaan. Üp een
goede ^menwerking beslaat alle hoop en
mocht er meeningsverschil zijn, dan spruit
dit verschil van inzicht uit de gezamen
lijke w ensch om de belangen der gemeente
te behartigen.
Door oud en jong, door geestelijkheid en
huigelij is spr. vandaag spontaan welkom
geueeieii. liet was voor hem een onverge
telijke dag. iviuge dit een goede voorspel
ling zijn. opr. neMoot zij li aandachtig he-
luiaieiue reue met Goas zegen in lengte
van dagen over zijn arbeid al' te smeeken
^applaus;.
-uaarua voerde het woord de oud-wet
houder, de neer van 't Riet, namens de
Comm. van üntvangst. Toen spr. het be-
1'ic.ui in ue bladen lus, van de benoeming
van uezen jongen burgemeester gingen
zijn geuacineii onwillekeurig terug op ue
gewijue gesemedeuis, op den jeugdigen
derden koning van Israel. Spr. hoopte, uat
de burgemeester zijn verantwoordelijke
regViernigsiaak zal mogen uitoefenen un
der den bek w aam-makenden zegen des
Heeren.
De burgemeester dankte de Comm. van
Ontvangst; nel omhaal neeït zijn stomste
verwarmingen, overtroffen.
De ontvanger der gemeente, de heer
Kammeraau, voerde net woord namens
bet gemeeme-peisoneei, dat zien zeer
gaarne uansiuu bij de goeue wenschen op
dezen dag geuit. Spr. besloot met den be-
dewenscii, dat op al bet werk van den
burgemeester 's lieeren zegen moge ne
derdalen.
De burgemeester, de „Benjamin", dank
te den „Nestor" van de gemeente-ambtena
ren voor zijn hartelijke woorden. Spr. twij
felt niet, of de samenwerking zal aange
naam zijn. Spr. betuigt zijn dank voor
de schoone bloemenhulde hem door het
personeel gebracht.
De burgemeester van Laren sprak hier
op den nieuwen burgemeester toe. Spr.
wenschte den nieuwen bewindsman geluk
met zijn benoeming en hoopt, dat velen
in hem zullen vinden wat zij van hem
verwachten.
Een ingezetene van Laren, de beer Ve-
nema, voerde hierop bet woord. Spreker
kan de Woubruggenaren en Hoogmade-
naars de verzekering geven, dat zij niet
zullen worden teleurgesteld.
De burgemeester zeide, dat in Laren vela
vriendschapsbanden zijn gelegd. Hij hoop
te bier in Woubrugge weer nieuwe banden
te mogen aanknoopen.
Niemand meer bet woord verlangende,
sprak de burgemeester het slotwoord. Hij
bracht dank aan de wethouders en den
Raad, aan de geestelijke en wereldlijke
autoriteiten, voor hun tegenwoordigheid
en hun vriendelijke woorden, aan de
vrienden uit Laren en andere streken en
zeker niet op de laatste plaats aan de in
gezetenen van Woubrugge. Spr. verzocht
nogmaals hem te schragen bij de vervul
ling van zijn taak.
Hierna werd gelegenheid gegeven met
den burgemeester kennis te maken, waar
van door velen werd gebruik gemaakt.
De genoodigden vereenigden zich daar
na in de oude Rechtkamer.
Zij beschouwde deze verbetering in
haar huishouden als een zegen harer
moeder.
Hun geldelijke omstandigheden
waren door hetgeen zij geërfd hadden
en door het rijzen der fondsen verbe
terd, zoodat zij nu in een ruimer huis
op een der singels woonden, en de
kinderen genoten veel van de vrije
lucht.
De Van Steendorps zagen daardoor
ook weder meer menschen en zijn
vrouw en dochters moesten meer uit
gaan dan haar lief was. Elize en Ma
ria, die nu volwassen waren, schepten
er meer genoegen in dan Hedwig en
vergezelden gewoonlijk haar vader,
die zijn oudste dochter soms toestond
bij haar moeder thuis te blijven. Maar
geheel en al kon Hedwig zich toch
niet terugtrekken en ging nu en dan
met haar vader mede. Zij werd weder
zeer gevierd, want zij was nog zeer
schoon, ofschoon de heeren haar voor
trotsch en koud aanzagen.
Graaf Van Lindow had haar in het
vorige jaar zeer het hof gemaakt en
haar endelijk aan haar vader ten hu
welijk gevraagd, die dit zeer gaarne
gezien had. maar hoe opofferend en
toegevend Hedwig anders altijd was,
bleef zij tot groote verwondering van
haar vader bij haar weigering volhar
den. YVien zij haar hart niet kon
schenken, wilde zij haar hand niet ge
ven.
Haar vader was er eerst zeer ver
stoord over en noemde haar een ro
mantische dweepster, die met al haar
dwaasheden nog een oude vrijster zou
worden, maar zij trachtte hem door
liefde te winnen en slaagde er langza
merhand in. Hij drong er niet meer op
aan, gaf graaf Van Lmdow een afwij
zend antwoord en niemand sprak er
verder over.
Het schoone jaargetijde bracht de
Y'an Steendorps zooals gewoonlijk we
der te Schönheide bij de Van Men-
gens. Mevrouw Van Steendorp wa9
reeds met haar dochters verscheidene
weken daar en heden werden en Her
man en Eduard verwacht, die tot groo
te krachtige knapen waren opgegroeid,
cn evenals Robbert, de Heidelbergsche
student, hun vacantietijd te Schön
heide kwamen doorbrengen. Zijn zus
ters waren zeer begeerig de laatste in
zijn waardigheid te zien en de witte
studentenmuts verwekte reeds van
verre groot gejuich. Elize en Marie
waren zeer trotsch op hem, bewonder
den het litteeken, dat zijn wang ver
sierde, en werden niet moede naar de
ongelooflijkste studentenaardigheden
te luisteren.
De terugkomst van Robbert zou
feestelijk gevierd worden door een di
ner, waarover reeds lang vooruit veel
gepraat werd.
De kinderen, op wie niemand lette,
waren den koning te rijk.
(Wordt vervolgd).