CHRISTELIJK DAC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
9d° JAARGANG
WOENSDAG 21 NOVEMBER 1928
NUMMER 2399
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waer agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. i 2.50
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeellngen dubbel Uriel
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Oil nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Verklaring.
Waar in den laatsten tijd. zoowel in
publieke vergaderingen als in de pers,
ja onlangs zelfs in de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, door voorman
nen der Staatkundig Gereformeerde
Partij herhaaldelijk' een beroep wordt
gedaan op mijn in 1919 verschenen
proefschrift, handelende over Petrus
Dathenus, om het door de S.G.P. inge
nomen standpunt inzake de coalitie,
d< godsdienstvrijheid en de verhou
ding van Kerk en Staat te verdedigen
tegenover een geschrift van den heer
De Wilde, getiteld „Om de Vrijheid"
(overdruk van een artikel in het tijd
schrift „A.-R. Staatkunde"), waarin
deze scherp partij kiest tegen de op
vattingen van Datheen en vóór die
van Oranje, stel ik er prijs op, open
lijk te verklaren, dat ik ofschoon
ook zélf in de waardeering van den
persoon van Datheen en in de beoor
deeling van diens optreden in sommi
ge punten met den heer De Wilde van
meening verschillend niettemin de
door den heer Kersten e.a. uit mijn
proefschrift getrokken conclusies in
geenen deele onderschrijven kan.
Wie immers, op grond van enkele
fragmenten uit dit proefschrift, het
welk gelijk in de inleiding duide
lijk aangegeven staat Datheen be
doelt te plaatsen in de lijst der histo
rie en daarom zijn geheele optreden
beziet bij het licht der 16e eeuw, Da-
theen thans in zekeren zin tot schuts
patroon eener politieke partij verheft
en diens standpunt inzake de gods
dienstvrijheid en de verhouding van
Kerk en Staat ook voor de 20ste eeuw
als normatief wenscht te zien be-
S' houwd, houdt geen voldoende reke
ning met de ontwikkeling en de lea
sen der historie en werkt op die ma
nier een feitelijk onjuiste beoordee
ling van Datheen in de hand.
Daarom achtte ik het gewenscht
publiek te verklaren, dat ik wel de
historische belichting en beoordeeling
van Datheen, gelijk die door mij in
bovengenoemd geschrift gegeven is,
in hoofdzaak nog volkomen voor mijn
rekening neem, doch de conclusies,
die daaruit door ds. Kersten voor het
heden getrokken worden, moet af
wijzen.
Lisse. Dr. TH. RUYS Jr.
V Een lesje.
Zooals we gisteren in de rubriek
Binnenland vermeldden, heeft 'n Bel
gische journalist Limburg bereisd en
daar indrukken over de Vaderlands
liefde der Limburgers opgedaan.
Maar behalve vaderlandsliefde kwam
ook nog iets anders aan het licht.
Het Roomsch-Roode België werd
gesteld tegenover het door en door
dogmatische Nederland.
Wat bleek nu?
Dat de vrijheid in het dogmatische
Nederland veel en veel grooter is, dan
in het z.g. vrije België.
„Uw Belgische Katholieken zoo
was de taal van den geestelijke zijn
halve heidenen. Een Belgisch Katho
liek zou zich schamen den Naam Gods
in het Parlement uit te spreken.
Overigens staan de Katholieken in
Nederland er heter voor dan in België.
Voor onze scholen hebben we meer
bekomen, dan de Katholieken in Bel
gië. Sedert 10 jaar is'er altijd één Lim
burger in de Nederlandsche regeering
geweest. Verleden jaar waren er nog
twee. In het Katholieke België zou
ons hoopje Katholieken niet meetel
len".
Maar niet alleen op geestelijk ge
bied is de vrijheid in Nederland groo
ter dan in België, ook op stoffelijk ge
bied zijn de voordeelen grooter.
Immers een sociaal-democratisch
mijnwerker zei tot den journalist: „We
begrijpen wel, wat er achter het an-
nexionisme zat. De Belgische kapita
listen wilden de hand op onze mijnen
leggen".
Verder zeide hij, dat de sociaal-de
mocraten in België voor het mijnbe
drijf niet bereikt hadden wat in Neder
land verwezenlijkt was.
Zoo kwaad is dus dit dogmatische
Nederland nog niet.
Toch zal ongetwijfeld dat oordeel
straks door onze sociaal democraten
niet gedeeld worden.
Maar laten wij het dan zeggen.
7 Ten onrechte beroep op Dr. Ruys.
Het is bekend, dat ds. Kersten in
zijn strijd tegen de Antirevolutionaire
Partij en voor Datheen, in zijn strijd
in engeren zin tegen het hoek van den
heer H. de Wilde: „Om de Vrijheid",
zich vooral beroept op dr. Ruys, die
op een proefschrift over Datheen pro
moveerde.
Lang heeft dr. Ruys gezwegen, om
dat hij naar wij meenen de theologi
sche beschouwing van een man als
Datheen niet wilde vermengen met
een politieken strijd over den per
soon van Datheen en zijn strijd tegen
Prins Willem I.
Nu echter ds. Kersten niet nalaat
voortdurend weer naar het proef
schrift van dr. Ruys te verwijzen, ja
zelfs in de Tweede Kamer daar tel
kens op terug komt, zijn wij blij, dat
dr. Ruys eindelijk de stilte heeft ver
broken en in den eigen Lisser kring
zijn meening over Datheer. nader
heeft verklaard en tevens een afkeu
rend oordeel heeft uitgesproken over
het gebruik als politiek middel van
Datheen door de S.G.P.
Wat is nu gebleken?
Ds. Kersten heeft o.a. verleden week
Vrijdag nog in de Kamer o.a. gezegd:
„Het door de antirevilutionairen hoog
geprezen boek (bedoeld is het boek
van De Wilde) bevat tal van histo
rische onjuistheden en verdachtma
kingen. De kennelijke bedoeling om
de Staatkundig Gereformeerde Partij
met Datheen te treffen faalt".
Dat is nog al kras gesproken. His
torische onjuistheden en verdachtma
kingen. De kennelijke bedoeling om de
S.G.P. te treffen.
Wat is nu de bedoeling van het
boek van De Wilde? Dit, om te schil
deren de geestelijke stroomingen waar
van het driemanschap Datheen, Olde-
barneveldt en Prins Willem van
Oranje als het ware de representan
ten waren. In zijn inleiding vat hij
kort samen, dat „Datheen. die (hoe
wel een weinig overdreven) is ge
noemd de grondlegger van de Gere
formeerde Kerken in Nederland, af-
keerig (is) van godsdienstvrijheid, be
halve voor de Gereformeerden en dien
afkeer zóóver drijvende, dat hij met
den volksmenner Hembyse de Room
sehen te Gent -op ergerP'ke wijze ver
volgt en mede daardoor het welsla
gen van Oranje's streven onmogelijk
maakt".
Daar is dus in het kort Datheen
geteekend als goed Gereformeerd
theoloog, maar die alleen voor de
Gereformeerden godsdienstvrijheid
wil. daartoe Oranje tegenwerkt en met
Hembyse gen.eene zaak maakt in de
vervolging der Roomschen.
Wie nu aandachtig ons verslag van
gisteren leest uiteraard kan een
verslag maar beknopt weergeven niet
alleen hoe maar ook wat iemand
sprak zal bemerken, dat dr. Ruys
op geen enkel punt een lezing der
feiten geeft afwijkende van het boek
van De Wilde. Integendeel een spre
kende gelijkheid.
Natuurlijk denkt dr. Ruys thans
nog mild over Datheen, en wij met
hem, omdat wij Datheen beschouwen
in het licht van zijn tijd.
Volkomen juist wees dr. Ruys (vol
gens ons verslag): er nog op, dat we
Datheen willen we hem billijk be-
oordeelen beschouwen moeten bij
het licht der 16e eeuw. Dan zal ons
oordeel over hem zachter luiden, dan
nu menigmaal het geval is, maar zul
len we er ook voor gevrijwaard blij
ven, dat we hem als exempel stellen
voor de 20e eeuw. Wie dat doet, houdt
geen rekening met de ontwikkeling en
de lessen der historie.
- De pogingen om verzoening tus-
schen Datheen en Oranje tot stand te
brengen zijn helaas alle mis
lukt, mede door den ontijdigen dood
vdn den Prins.
Later is Datheen nog gevangen ge
nomen, toen hij openlijk waarschuw
de tegen een verbond met Frankrijk
en zich openbaarde als tegenstander
van de door de Staten gevolgde poli
tiek. Tenslotte weer uit zijn gevangen
schap ontslagen is hij naar Noord-
Duitschland gegaan en heeft in Hu-
sum zijn verderen levensavond gesle
ten. Hier is hij helaas nog een
tijdlang verstrikt geweest in de dwa
lingen van het David-Jorisme, doch
heeft gelukkig aan de kerkelijke de
putatie, die vanuit Holland naar hem
gezonden was, om daarover te spre
ken, mondeling en schriftelijk kun
nen verklaren, dat hij door Gods ge
nade weer tot het ware geloof was te
ruggekeerd. In 1588 is hij in vrede
gestorven.
Het heeft spr. zoo merkt hij ten
slotte op wel eens verwonderd, dat
er zoo weinig melding wordt gemaakt
van Datheen's getuigenis aan het ein
de zijns levens, dat hij bij nader in
zien het zelf moest erkennen, dat zijn
strijdwijze tegen den Prins niet de
juiste was geweest; en hij stelt de
vraag, of dit aan de S.G.P. niets heeft
te zeggen.
Wij hopen van harte dat deze recht
zetting van dr. Ruys in breeden kring
zal worden vernomen en dat ook
dj. Kersten daarin aanleiding zal vin
den om voortaan zich niet meer op dr.
Ruys te beroepen als de man die in
peliticis met hem gelijk denkt over
Dat heen.
RECLAME
BMSIEHBUMSCHE Prima brandstol
flNTHrtHGIEf - Mil. Vezra"kgende
Heerensingel 34—35, Tel. 1523.
Il'tiam, Hilversum, Bussum, Haarlem-
Veeleer moge ds Kersten, zoodra
hij geroepen wordt om zijn standpunt
uiteen te zetten tot de overtuiging ko
men, dat de lessen der historie ook
hem veel te zeggen hebben, dat een
Datheen der 16e eeuw niet het onge-
v. ijzigd navolgtare voorbeeld in de
20e eeuw kan zijn.
Daarnaast blijft de eerbied en de
waardeering voor Datheen als theo
loog ongerept.
STADSNIEUWS.
KAMERKIESKRING „LEIDEN
Het bestuur van den Kamerkjeskring
„Leiden", hoopt Zaterdag 24 "Novem
ber a.s. in vergadering bijeen te ko
men.
Deze vergadering wordt gehouden
in Den Haag en is in hoofdzaak gewijd
aan de behandeling van het agendum
voor de op 19 December 1928 te houden
Kieskringvergadering.
Kiesvereenïgingen, welke voor deze
vergadering eventueele punten ter be
handeling hebben in te zenden, kun
nen deze inzenden bij het secretariaat
van den Kieskring, Hooigracht 35, te
Leiden.
UITFOUWFONDS
VRIJE UNIVERSITEIT.
Nog even deelen we mede, dat dezer
dagen door onzen penningmeester aar.
het hoofdcomité voor bovengemeld
doel is afgedragen de belangrijke som
van 2341,09.
De aanslag voor Leiden was 1700.
Nu zijn er nog steeds enkele broe
ders, die nagiften hebben te verant
woorden.
Mogen we er nog eens vriendelijk op
aandringen, dat deze giften worden
afgedragen aan het bekende adres van
den heer Si Boorsma, .onzen Penning
meester, Valdezstraat 8?
We weten, dat we dan over de 2500
heengaan. Afwerken, broeders!
Er staat een andere actie voor de
deur, waartoe we straks de handen
hebben ineen te slaan. Ge zoudt in
twijfel kunnen geraken omtrent de
bestemming der gelden. En dat mag
niet.
PATRIMONIUM.
De afdeeling Leiden van .Patrimo
nium" houdt op Vrijdag 23 November
a.s. te 8 uur in Patrimonium een Pro-
pagandavergadering.
Agenda:
1. „Wat is en wat wil Patrimonium?
Inleider de heer J. Hollander van Den
Haag.
2. Patrimonium Vooruit. Inleider de
heer II. Willigenburg, van Lange Rui
ge Weide.
Allen, ook vrouwen, worden ver
wacht.
HAARLEMSCHE
ORKESTVTREENIGING.
Op algemeen verzoek zullen voort
aan de concerten der H. O. V. om
kwartier na achten aanvangen.
VEREENIGING VAN CHRISTELIJKE
ONDERWIJZERS.
Men schrijft ons uit onderwijzers
kringen:
Vergadering van 17 November 1928.
Na het zingen van Psalm 17 vs. 3,
ging de voorzitter voor in gebed, waar
na hij las Hand. 16 vs. 26—34.
Naar aanleiding van dit Schriftge
deelte, waarin de geschiedenis van
den stokbewaarder wordt medegedeeld
wees de voorziter op het doen van ve
len in onzen tijd. die. waneer hun weg
anders loopt dan zii wenschen, de
hand aan het leven «laan.
Ook wij hebben die ontmoedigden
een halt toe te roepen, maar, zal dat
met goed gevolg gedaan worden, dan
moet ook ons woord met overtuiging
gesproken worden.
In het openingswoord werd ook nog
de aandacht gevestigd op Bunjan en
wat sommigen van hem en zijn wer
ken zeiden.
Hierna werden de aanwezigen wel
kom geheeten en in het bijzonder de
heeren Wattez, de inleider, en De Jong
de directeur van „de Groote".
De secretaris kreeg daarop gelegen
heid zijn notulen voor te lezen, die
goedgekeurd en geteekend werden.
Om des tijds wille werden de ingeko
men stukken snel afgehandeld er
kreeg de lieer Wattez gelegenheid
voor zijn onderwerp: „Het teekenen op
de lagere school".
Hij zeide met eenigen schroom aan
de uitnoodiging gevolg te hebben ge
geven, daar hij niet op de lagere school
had les gegeven. Daarom zou hij niet
in détails treden, die trouwens ook in
de handleidingen te vinden zijn, maar
groote lijnen aanwijzen en eenige op
merkingen ten beste geven.
In de geschiedenis van het teeken-
onderwijs zien wij, dat voor 1830 veel
werd gecopiëerd.
Da Vinei gaf den raad:
le. Het werk van goede meesters na
te teekenen;
2e. Niets tot iets nieuws over te gaan
voor men het voorgaande goed mees
ter was engeduld te hebben.
De kennis van het deel moest dus
voeren tot het geheel.
In aansluiting daarmee gaven de
schilders later hunne- studie's
druk en werden die nageteekend.. Zoo
leerden de goede teekenaars het wel,
maar de minder goede niet. Roussean
was dan ook niet tevreden met het
teekenen, maar wilde, dat de leerling
zélf zou opmerken.
Ook Pestalozzi wilde naar de natuur
terug. Beiden wilden het teekenen om
de algemeene vorming hebben onder
wezen.
Dienzelfden kant wilden ook Come-
nius en Locke.
Een en ander gaf aanleiding tot de
methode Dupuis, die van open ijzer-
draad figuren tot gesloten figuren,
blokken, modellen als meubels, gebou
wen, enz. wilde. Om het wat aardiger
te maken, werden voorwerpen als 'n
gieter, een emmer, enz. genomen.
Toen het teekenen verplicht gestel-l
werd, kreeg men deze volgorde: wand
platen, Dupuis, natuurteekenen. Als
inleiding tot het teekenen der wand
platen, diende het stigmografisch tee
kenen. De stigmografische modellen
waren niet mooi, daar de vorm geweirt
werd aangedaan.
Inleider liet in verband hiermee en
kele boekjes van Zwier en Jansma
zien.
Doch de reactie bleef niet uit en
later verschenen de welbekende groe
ne boekjes en platen in meetkunsti-
gen vorm.
In 1900 gaf een Amerikaan den stoot
tot de Reformmethode en zoo werd
niet meer de bloempot, maar de bloem,
niet meer het hok, maar het dier het
voornaamste.
Deze beweging maakte veel opgang
vooral in Duitschland, vanwaar het
als Hamburger teekenonderwijs in ons
land werd geïmporteerd.
De gebogen lijn werd beoefend, pen
seel-, knip- en kleioefeningen vroegen
de aandacht. Het viel in den 'smaak,
daar het meer rekening hield met den
aard van het kind. Het teekenen was
niet langer liefhebberijvak, maar op
voedingsmiddel.
De Inleider sprak als ziin meening
uit, dat met een goede methode ieder
een teekenen kan leeren, al zal de
een het natuurlijk verder brengen dan
de ander.
Doel van het teekenonderwijs moét
zijn:
le. De oefening van het oog: vormen
begrijpen, ontleeden, vasthouden;
2e. de oefening van de hand;
3e. de ontwikkeling van den smaak.
Zoo verrijkt het teekenen ons leven.
De methode van Zwier en Jansma is'
zeer gelijkmatig opgezet, was in zijn
tijd mooi, doch nu wat verouderd.
Door te veel te letten op correct, ging
men te langzaam vooruit, en kwam
men niet verder dan de wandplaten.
Laagland en Jansen gaven schrif
ten; ni-t mooi. Hun zaakteekenen be
hoort thuis bij de andere vakken.
Onder de nieuwste methode's werd
genoemd, die van Mevr. Bakhuis en
W. v. Leusden, die veel let op de be
langstelling van het kind. Voorwerpen
van celluloid omtrekken: zoo ziet en
voelt het kind de figuren.
In de hoogste klasse ook wandplaten
maar te veel steunpunten en lijnen,
daardoor weinig oogoefening.
Spr. toonde veel te gevoelen voor de
methode Makkes van den Deyl, die
echter ook niet goed gebruikt wordt:
vooroefening overgeslagen, enz.
Makkes wijst de stof aan en Van
Leusden laat kiezen. De teekenmap
pen geveA geen teekenonderwijs, maar
zijn een aangename tijdpasseering. Bij
het kind vallen ze erg in den smaak,
wat ook wat zegt.
Bovendien werd nog even genoemd:
Wierink. naar de natuur terug.
De na de pauze volgende bespreking
leverde op: niet te hooge eischen stel
len; liniaal niet noodig, leer ze dur
ven; een teekening eiseht een lijn, in
tegenstelling van de schilderij.
Tenslotte werd den inleider de wel
verdiende dank der vergadering ge
bracht.
Na eenige huishoudelijke zaken werd
de vergadering door den heer Zijlstra
met dankbebed gesloten.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
Ds. G. A. van der Brugghen is GV4>
leden.
De installatie der burgemeesters
van Woubrugge en Hillegom.
Bollenland,
Nog geen toenaderinp fusschen de
partijen in het Duitsche metaalconilict
Ontploffing in een kogelfabriek te
Vincennes.
Censuur en staat van beleg zijn in
Roemenië opgeheven.
De Ootenrijksche bondspresident
wordt niet herkozen.
ORANJE-BAZAAR.
De officieele opening.
De bazaar van de Leidsche Christ.
Oranjevereeniging, waarvan we giste
ren reeds in het kort een beschrijving
gaven, is gistermiddag, zooals we even
eens reeds mededeelden, geopend door
onzen burgemeester, nadat door Ds.
H. Thomas, voorzitter van de L. C. O.
een inleidend woord was gesproken.
Ds. Thomas zeide, na eerst voorge
gaan te zijn in gebed, dat hij slechts
den weg wil banen tot de opening van
den bazaar. Op hem rust de taak allen,
die den bazaar hebben gesteund of
willen steunen, een woord van oprech
ten lank te brengen.
Allereerst dankt spr. den burge
meester voor de bereidwilligheid,
waarmede hij zich beschikbaar heeft
willen stellen om den bazaar te ope
nen.
U is, aldus spr., niet slechts de bur
gervader, maar ook vertegenwoordi
ger der Koningin in deze stad, en
daarom doet het spr. des te meer
vreugde, dat Mr. v. d. Sande Bakhuy-
zen de bazaar wil openen.
Het is een feit,1 dat men over het al
gemeen wel wat zuiniger mag worden
met het organiseeren van bazaars,
maar wanneer de winkeliers ten op
zichte van dezen bazaar niet vriende
lijk zijn gestemd, dan zou spr. er op
willen wijzen, dat de L. C. O. zeer zui
nig is met het organiseeren van ba
zaars en dat een vereeniging, die 20
jaar oud is toch wel iets bijzonders
mag doen.
Bovendien geeft spr. de verzekering,
dat, als alle winkeliers lid zijn van de
L. C. O., hij zijn medewerking niet
meer zal geven tot het houden van
bazaars.
Spr. brengt daarna dank" aan allen,
die met ijver en liefde aan de totstand
koming van den bazaar hebben mee
gewerkt, speciaal de daimeekrans en
het bestuur des L. C. O.
Een apart woord van dank ondin
gen ook de heeren Rijneveld, die voor
de algemeene inrichting van de zaal
zorgde, de Jong, die het timmerwerk
verzorgde, Caspari, die voor de be
kleeding zorg droeg, de Vries en Ste
vens, die de electrische verlichting in
orde brachten, La Lau, die met tapij
ten medehielp tot de versiering van de
zaal, de fa. v. Nelle voor de gratis
theeschenkerij en de heer Buurman
voor de bloemen.
Nadat Mej. Verheul vervolgens een
tweetal solo's had gezongen, aan de pi
ano begeleid door den heer J. Thomas,
nam onze burgemeester, Mr. A. v. d.
Sande Bakhuyzen het woord, om den
bazaar te openen.
Het doel van de L. C. 0„ aldus vir^
spr. aan, is niet om in het algemeen
het hoofd van een staat te eeren. Het
eeren van het hoofd van den staat
roept in de meeste landen niet een
dergelijk enthousiasme wakker als in
ons land. Wij hebben hier het Huis
van Oranje en er zijn maar weinig
vorstelijke huizen, die kunnen wijzen
op een reeks zoo merkwaardige man
nen als het Huis van Oranje.
Koningin Wilhelmina is thans voor
ons het Christelijke voorbeeld van een
goed menschenleven. Dagelijks is ze
ons ten voorbeeld, en als sommigen
met het Koningschap spotten, kennen
ze de innerlijke waarde ervan niet.
Spr. stemt dus van harte in met het
doel van de L. C. O. en gaarne brengt
hij hulde aan de tot stand brengers
van dezen bazaar.
Ds. Thomas heeft hem zooeven, toen
hij zeide, dat spr. zou kunnen zeggen:
In naam van Oranje, doet open de
poort, het gras voor de voeten weg
gemaaid en spr. wil nu ook niet de
tweede regel zeggen:de Watergeus
ligt voor den Briel, want hij i9 bang,
dat de Watergeuzen zich tusschen al
die handwerken niet goed thuis zou
den voelen, maar spr. hoopt dan toch.
dat een groote stroom van bezoekers
den bazaar zal bezoeken en hiermede
verklaart hij den bazaar voor geopend
Mej. Verkuil deed zich daarna nog