NI UWE LEIÜSCHE COURANT van ZATERDAG 17 NOV. 1928 TWEEDE BLAD. DE VERLEIDENDE ZONDEMACHT EENER VROUW. Toen zeide zij tot hem: Hoe zult gij zeggen: Ik heb u lief, daar uw hart niet met mij is? Gij hebt nu driemaal met mij gespot, en mij niet verklaard, waarin uwe groo- te kracht zij. Richteren 1615. In het boek der Richteren wordt, om andere niet te noemen, van twee vrouwen gesproken, die beide 'n daad hebben gedaan. De eerste, door ons bedoeld, is die vrouw te Tebez, die van de hoogte des torens een stuk van een molen steen wierp op het hoofd van den woesten en schuldigen. Abimelech en zijn hersenpan verpletterde (Richt. 9 vs. 63), de andere is Delila, die Sim- son verleidde. Beide deze vrouwen hebben een daad gedaan; beide hebben macht geoefend; beide hebben een dood ver oorzaakt, de eene een lichamelijken, de andere een geestelijken dood. Doch welk een verschil in de wijze, waarop deze beide vrouwen te werk gingen en hun doel bereikten! De vrouw in Tebez deed een man nendaad. Maar Delila bleef geheel en al in haar rol van vrouw. Zij streed enkel met vrouwelijke wapenen. Zeker, zij was daarin het instrument van mannen, van de vorsten der Fili stijnen. Maar desalniettemin bleef zij geheel zichzelve, bleef zij vrouw en zocht alleen op vrouwelijke wijze haar doel te bereiken. De gelegenheid daartoe werd haar geboden door Simson zelf. Deze Nazireër Gods had zich onder haar bekoring laten brengen, want er staat: En het geschiedde daarna, dat hij een vrouw liefkreeg aan de beek Sorek, welker naam was Delila. Waarschijnlijk sloot Simson geen huwelijk met haar, doch knoopte al leen een zinnelijke betrekking met haar aan. Door haar schoonheid ge boeid liet hij zich vervoeren tot een onreine liefde. Delila wist, welk een macht zij daardoor op een man als Simson had. Nu deze brandde en verteerd werd door een onstuimigen hartstocht tot haar, nu wist zij het ook wel, zij, de veile deerne, over welke sterke wape nen een vi*ouw in zulk een geval be schikt, om het doel te bereiken, dat zij voor oogen heeft. En zij liet dan ook niet na, zich van deze wapenen te be dienen. Andere had zij niet noodig. Zij kon in haar vrouwelijk element blij ven en zoo overwinnen. Ziet, hoe zij, zich ten volle bewust van haar zinnelijke macht over Sim son, hem vleit, hem streelt, hem op haar schoot neemt (zie vs. 19), en ter wijl zij hem aan haar boezem drukt, fluistert zij hem in: Mijn liefste gij zegt wel, dat gij mij liefhebt, maar gij meent dat niet; hoe kunt gij anders uw hart voor mij toesluiten? hoe kunt gij uw geheim, dat gij bij u draagt, voor mij verbergen? En al is het ook, dat de man Gods zich de eerste maal door zulk een ver lokking nog niet laat overwinnen, De lila blijft vrouw. Een vrouw weet ook geduld te oefenen, misschien meer dan een man. Ook in haar geduld blijft Delila vrouw. Als een slang kronkelt zij zich steeds dichter om Simson heen. Steeds vuriger worden haar liefkoo- zingen, steeds dringender haar smee kingen, steeds onweerstaanbaarder haar betooveringen totdat Simson haar zijn gansche hart verklaart en tot haar zegt: Daar is nooit een scheermes op mijn FEUILLETON. God is mijn heil. 83) —o— En een iegelijk, die ernstig daarnaar tracht, ontvangt zeker den zegen des Heeren. Nu de kamer der dierbare ontsla pene niet langer de verzamelplaats kon zijn van allen, die'raad en troost behoefden, zocht men de pastorie op en het stille studeervertrek van den ouden leeraar, en daar kwamen allen tezamen in het schemeruurtje na ver richten arbeid of na een bezoek aan den groenen grafheuvel. En het ge beurde zelden, dat zij naar huis terug keerden zonder gesterkt of bemoedigd te zijn, hetzij door een woord uit de heilige Schrift, dat hij hun had te bin nen geroepen, hetzij door de mededee- lingen van eenvoudige ervaringen uit het leven van vrome menschen, van de oude dame zelve of soms van zich- zelven. Hun oude vriend wees hun san hoe de Heer een iegelijk roept, loofde en prees den trouwen Herder, die elk Zijner schapen op bijzondere wijze leidt, bestuurt en tot zich trekt. Van tijd tot tijd woonde de heer Van Haller deze stille uurtjes ook bij. Dé heer Van Mengen had opgemerkt, dat hij nooit te Schönheide kwam zonder het graf te bezoeken en zelfs dan van daar zich dikwijls naar de pastorie hoofd gekomen, want ik ben een Na zireër van mijner moeders schoot af; indien ik geschoren werd, zoo zoude mijn kracht van mij wijken en ik zou zwak worden en wezen als alle de menschen. gn nu Delila dit eenmaal weet, nu nog maar één oogenblik, en de hand, die leeuwen velde, hangt slap en al de kracht van den vroegeren held is smadelijk weggevloden. Ziet hier dan de verleidende zonde macht eener vrouw. Delila heeft door haar de overwin ning behaald en kan nu juichen: Ha, wat geen duizenden vermochten, Die zege heeft mijn blik bevochten, Die Simson aan zichzelf onttoog! De lofzang klink' door Gaza's straten En Askalon herhaal dien kreet: Hoe Simson van zijn God verlaten, Bezweek voor 't zoete minneleed! Hoe hij in mijnen arm gezonken, Aan dezen boezem vastgeklonken En op mijn lippen vastgekleefd, Van weelde, lust en liefde dronken; Voor dartelende minnelonken Zijn God, zijn kracht verraden heeft! Het is deze verleidende zondemacht der vrouw, die, naar wij ons kunnen voorstellen, in danszalen overvloedig gelegenheid heeft zich te laten zien en die in vele theaters en bioscopen niet alleen het een en het al uitmaakt van alle vertooningen, maar daar cfok ver goelijkt, zoo al niet verheerlijkt wordt. Daarom moet een iegelijk, die den naam van Christus noemt, al zulke plaatsen en gelegenheden onherroe pelijk vermijden. Wij behoeven ook niet naar de the aters te gaan om daar bekend te wor den met de verleidende zondemacht eener vrouw. Indien wij haar niet uit het leven kenden, dan zouden wij haar reeds genoegzaam kennen uit Gods Woord. De Heilige Schrift tee kent ons haar op meer dan een plaats leest b.v. maar eens Spreuken 7 en ook in deze geschiedenis van Sim son en Delila maar de Heilige Schrift doet het dan altijd zoo, gelijk het in theaters niet geschiedt, dat zij ook het volle licht laat vallen op haar diep zondig karakter en op haar ont zettende gevolgen. In dat licht moeten wij ook die ver leidende zondemacht eener vrouw zien en kennen. Zij richt nog in de we reld groote verwoestingen aan bij al len, die niet waken en bidden. Zelfs 'n Simson, die geloofsheld (Hebr. 11 vs. 32) is dan tegen haar niet opgewassen De Heere zegene alle werk, dat be schermend daartegen optreedt! Hij beware ons voor alle deze zon dige en gevaarlijke strikken! Jongens kiest nooit een vrouw, die aan deze macht zich overgeeft, waakt en bidtl Wee de Delila's, die in zulk een zon demacht leven en sterven! Doch Gode zij dank, er zijn ook nog vele andere vrouwen. Een vrouw, die den Heere vreest, zal geprezen worden. LEEF VOOR DE EEUWIGHEID. In een vlucht'gen tijd Wordt de levensstrijd Hier volstreden; Wat ons vreugde baart, Of het hart bezwaart, Dra verleden! In dien vlucht'gen tijd Leef voor d' eeuwigheid, Gordt uw lenden; Leer naar Boven 't hart. Zoo in vreugd' als smart. Henen wenden! In dien vlucht'gen tijd Blijf maar wijd en zijd Liefde zaaien! God zorgt wel mijn kind, Dat g' uw oogst eens vindt, Blij zult maaien. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. .Beroepen: Te Drachten, Evange- lisatievereen., A. J. Splinter te Lent; te Ochten, W. L. Mulder te Voorthuisen; te Hien en Doodewaard (toez.), J. Ivals- hoven te Driewegen. begaf. De oude leeraar verheugde zich zeer over den ernst, waarmede de vroeger zoo wereldsche jonge man naar het woord Gods luisterde, 't was alsof de herinnering aan de zalige af gestorvene nog meer macht over hem uitoefende, dan zij zelve, tijdens haar leven over hem gehad had. Hij had voldoening gezocht voor de behoefte aan het ware licht, die zij getracht had met Gods hulp in hem op te wek ken, en de heer Van Haller was door de genade Gods- een nieuw schepsel geworden. Van Helena en Johanna Bérgheim had Hedwig vele brieven gehad, waar uit niet alleen deelneming maar ook eigen smart sprak. De dag, waarop zij met haar ouders te Schönheide werden verwacht, was een oogenblik van weemoedige vreug de. Hun reis had langer geduurd dan graaf Van Bergheim eerst gedacht had, zoodat de thuiskomst uitgesteld was en zij eerst in het einde van Juli naar Berlijn waren teruggekeerd. Zij wilden wegens den rouw. die te Schönheide heerschte. daar niet lang vertoeven, maar zich toch ook niet geheel en al het genoegen ontzeggen hun vrienden terug, te zien. Het scheen wel alsof cle tochten naar Schönheide voor cle jonge meis jes steeds met droevige gedachten moesten vergezeld gaan. de vorige keer de smart over den geliefden broe der en ditmaal, nu zijn stoffelijk over Bedankt: Voor Hoogeveen, B. G. C. Steenbeek te Wierden. GLREF. KERKEN. Beroepen: Te Doornspijk, A. Ko ning te St. Laurens; te Gouda, J. A. Schep te Bolnes. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te 's Gravendeel, P. J. de Bruin te Veenendaal. Bedankt: Voor Dordrecht, J. A. Riekel, te Sliedrecht. WERELDBOND VAN KERKEN. Het bestuur der Ned. afcleeling van den wereldbond van Kerken besloot o.m. het initiatief te nemen tot een vredesconferentie van afgevaardigden uit de kleine Europeesche staten, en aan de Rijksuniversiteit te Utrecht een bibliotheek op te richten. VOOR DE ZENDING. De zevende zendingsverantwoording van de samenwerkende Zendings corporaties, gevestigd te Oegstgeest, doet het eindbedrag van 23.653 tot 53.034 stijgen: we zijn dus ruim 29000 gulden vooruit. Er zijn stortingen bij van Den Haag ruim 8000, van Amsterdam bijna 7000, en van Nijmegen 2400. Voorts is er een gift van 10C0. Dit is de zesde gift van 1000, die verantwoordt wordt. Groot is dit aan tal nog niet Het gironummer van het Zendings bureau Oegstgeest is 6074. u Ds. D. BAKKER. Reeds werd medegedeeld, dat door Ds. D. Bakker wegens minder goede gezondheid volgens medisch advies 'n vervroegd verlof naar Holland noodig is. Er is thans voor hem en zijn gezin voorloopig plaats besproken op de „Johan de Wit", die D. V. 29 Mei van Batavia vertrekt. Ds. D. Bakker heeft, naar het Zen dingsblad der Geref. Kerken meldt, een gedeelte van zijn drukken arbeid losgelaten, maar zijn gezondheid is toch nog voldoende, om de lessen aan de opleidingsschool te blijven waarne men. PRAEPARATOIR EXAMEN. De classis Den Briel heeft geëxami neerd en toegelaten om te staan naar den dienst des Woords en der Sacr.y menten, den heer J. C. A. van Loon te Den Bommel. Ds. W. BREUKELAAR. Zooals wij reeds gisteren meldden mag morgen ds. W. Breukelaar te Zaandam, de bekende Zendingsman der Geref. Kerken, den dag herdenken, waarop hij voor 40 jaar het predik ambt aanvaardde. Willem Breukelaar werd 6 Juni 1865 te Aalten geboren en studeerde evenals zijn beide broers, wijlen ds. J. Breukelaar te Utrecht en ds. G. J. Breukelaar te Haaksbergen, theologie te Kampen. Daar was het vooral wij len prof. dr. H. Bavinck, die op onzen jubilaris het stempel zette. In 1888 candidaat geworden ont- v:ng hij van de op hem uitgebrachte beroepen merkwaardigerwijs ook een van zijn geboorteplaats, in de vacatu re ontstaan door de emeriteering van zijn vader. Maar dat naar De Leek (Gron.) werd aangenomen. De jubilaris was daar de opvolger van ds. M. Schuurman, nu em. predikant te Den Haag-West. Zijn vader leidde hem er Zondag 18 Nov. tot het predikambt in, waarna de jonge prediker den herderstaf opnam, sprekende over 2 Thess. 3 1. Na 434 jaar werd uit een twaalftal beroepen, dat naar Halfweg (N.-H.) aangenomen. Na door zijn zwager, wijlen ds. J. W. Wechgelaer, te zijn bevestigd verbond ds. Breukelaar zich 28 Mei 1893 aan deze gemeente met een predicatie over Coll. 4 3a. Hier riep de jubilaris mede een Chr. school in het leven, waarvan hij ook voorzit ter was. Uit verschillende beroepen werd in 1900 dat haar Zaandam A aangeno men, nadat voor een beroep naar Zaandam B enkele jaren tevoren was bedankt. 13 Mei 1900 verbond de jubi laris zich aan de kerk van Zaandam als opvolger van wijlen ds. L. S. Jongsma. met een predikatie over 1 Cor. 4:1. schot reeds een jaar in het graf rustte, d«» nieuwe droefheid over haar, die toen haar beste troosteres was ge weest. Het was een warme zomerdag toen zij wegreden, de velden prijkten met volle aren, de boomen waren beladen met heerlijke vruchten. Johanna schepte er genoegen in toen zij het dorp naderden aan haar ouders al de lievelingswandelplaatsen van het vorige jaar aan te toonen, maar toen het rijtuig over de straatsteenen rol de en het welbekende huis in het ge zicht kwam, gevoelde zij zich niet meer in staat te spreken. Evenals vroeger stond de vriendelij ke gastvrouw met Hedwig en de kin- d;:-cn op de stoe", maar allen waren h. diepen i ouw en alleen de knapen uitten bij het naderen van het rijtuig menige vreugdekreten, die echter spoedig verstomden, toen zij de aan doening der overigen bij deze ont moeting zagen. Den eersten dag brachten allen te zamen door; zij bespraken al het ge beurde. Eerst den volgenden dag, toen zij vroeg naar het graf gingen, vonden de jonge meisjes gelegenheid voor een vertrouwelijk gesprek. Des namiddags kwam de heer Van Haller, die door den heer Van Men gen was uitgenoodigd, en de vreugde hem weder te zien maakte Johanna onrustiger dan zij wel wenschte. Zij trachtte zoo bedaard mogelijk te biij- Meer dan 28 jaar heeft de jubilaris deze kerk giediend en er zijn volle mannelijke kracht aan gegeven. Mede onder zijn leiding kwam in 1909 de in eensmelting tusschen A en B tot stand. Van enkele honderden is dc kerk van Zaandam nu uitgegroeid tot een gemeente van meer dan 3000 zie len, verwijl te Koog-Zaandijk een zelf standige kerk geïnstitueerd werd. Ook te Krommenie ontstond een Geref. Kerk. Trouwens in heel de Zaanstreek heeft de jubilaris, die er wel eens geheel alleen als predikant stond, hard gewerkt en nu leven de 17 kerken, vroeger toen er nog maar enkele waren ondergebracht in de classis Haarlem, in eigen classicaal verband. In Zaandam stichtte ds. Breukelaar een Chr. M.U.L.O.-school, waarvan hij voorzitter is, terwijl hij eerevoorzitter is van de Chr. lagere s« hooi. Ook maakt ds. Breukelaar deel uit van de commissie voor het M.O. in zijn woonplaats en is hij cura tor van het Gem. lyceum. In de Geref. kerkelijke wereld is de jubilaris een bekende persoonlijk heid. Vanaf 1896 tot heden was hij lid der Part. Synode van Noord-Holland, terwijl hij van 1899 steeds lid was van cle Generale Synode, waarvan tot 1917 met wijlen ds. B. van Schelven. Vanaf 1899 is ds. Breukelaar ook Deputaat voor de Zending der Geref. Kerken. Met de thans zoo ernstig kranke dr. J. Hania is de jubilaris de eenigste der toen benoemde depu- taten, die nog in leven en in functie is. Als Zendingsdeputaat heeft ds. Breukelaar een enorm en bewonde renswaardig stuk werk verricht, waarvoor honderden die in Indië ker ken en scholen dienen hem dank we ten en waardoor hij de Geref. Kerken zeer aan zich heeft verplicht. Een en kele opsomming van zijn functies in den arbeid der zending leert dit reeds. Aan ds. Breukelaar was toebe- trouwd een deel van het scribaat en het questoraat. Sinds 1912 is hij ook quaestor van de Gen. kas en belast met de correspondentie inzake de op leidingsscholen op Java. Ook is de ju bilaris van het begin af dat de Kerk van Amsterdapi samenwerkt met de kerken van Noord-Holland in de Zen ding, deputaat voor deze zending. De deputaten der classis vormden samen met de gedeputeerden van de kerk van Amsterdam de Commissie van Advies en van deze commissie voert ds. Breukelaar sinds 1919 't scribaat. In die kwaliteit voert hij ook de .cor respondentie met het Petronella-hos- pitaal te Djocja. Verder is hij secretaris van het co mité tot steun aan Chr. onderwijzers in Djocjakarta en Soerakarta. In die kwaliteit heeft de jubilaris zeer veel werk verricht en de uitzending naar Indië van meer dan 100 leerkrachten geregeld. Ook is hij deputaat voor de examina voor miss. predikanten in zake de Zendingsvakken. Van het in 1909 opgerichte Chr. Comité voor Indië is ds. Breukelaar evmeens secretaris en de eenigste der oprichters die in het bestuur nog zit ting heeft. Verder is hij lid van het Comité van de Alg. Ned. Zendngscon- ferentie; idem lid van de vereeniging Chr. Nat. Zendingsfeest; idem Van de commissie van advies inzake het Zen dingsconsulaat, een commissie die ad viseert inzake de algemeene zendings- aangelegenheden. Van het Raadge vend college van den Zendingsstudie raad maakt ds. Breupkelaar eveneens ileel uit Van het Zendingsblad'van de Geref Kerken in Nederland, dat een oplaag heeft van 67.550 ex., is ds. Breukelaar redacteur. Vanwege de Gen. Synode is de ju bilaris ook deputaat voor de oefening van het verband met de Theol. Facul teit der Vrije Universiteit en van .vege Part Synode van Noord-Holland sinds 1896 deputaat voor art. 49 en vele jaren voorzitter van deputaten voor art. 13. Tenslotte is de jubilaris medewerker aan het N.-Holl. kerk blad. terwijl van zijn hand in „Meni gerlei genade" enkele preeken ver schenen. De Regeering erkende zijn verdien sten door hem in 1920 te benoemen tot officier in de Orde van Oranje Nassau. Thans gaat ds. Breukelaar in het a.s. voorjaar met emeritaat. Hij gaat zich te Santpoort vestigen, teneinde ven, maar kon toch niet nalaten hem zeer lief te vinden; hij kwam haar ern stiger voor en sprak weinig, ja bijna geen woord met haar, maar wat hij zeide boezemde haar achting en eer bied in. De oude gemoedelijke geest, die aan Schönheide eigen scheen, herleefde aan tafel weder een weinig. Graaf Van Bergheim vertelde van Karlsbad, van de vele kennissen, die. hij daar gevon den had, de laatste week van zijn ver blijf daar had hij zelfs nog met de Van Steendorps doorgebracht. De heer Van Haller, die veel gereisd had be schreef vele plaatsen, die hij gezien had, en vertelde menig avontuur. Later gingen de heeren een sigaar rook en; mevrouw Van Bergheim bleef met Anna in de salon zitten, de kinde ren verspreidden zich in den tuin en de drie jonge meisjes gingen vertrou welijk zitten praten onder den kastan jeboom, waar zij zoo menig geze-iüg uurtje haden doorgebracht Onwille keurig spraken zij telkens weder over den dood, die ahijd een vreemde on verklaarbare zaak voor de levenden blijft, waarmede de dames Van Berg heim bij het sterven van hun broeder voor het eerst in aanraking waren gekomen en dien Hedwig thans ook van nabij had gezien. Helena vooral verdiepte er zich met hart en ziel in. Ir. den laatsten tijd was zij veel min der tevreden met zichzelve en met haar werkzaamheden geweest. Nu het AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 17 Nov. 192a Het remedie is gevondenl Voortaan kan de propaganda heel wat eenvoudiger worden. De Belgen zijn de uitvinders. Ook in België merkten de sociaal democraten op dat een veel grooter aantal kiezers hun stem uitbracht op de roode candidaten dan het getal was der leden, dat de partij vormde. Eveneens was dat laatste getal weer grooter dan het getal dat de partijbla den las. Men heeft er nu op gevonden dat voortaan voor de leden der partij ver plichtend is gesteld het abonnement op de partijbladen. Het is duidelijk, dat voortaan alle partijleden hun geestelijk voedsel al leen halen uit de partijbladen. Straks zorgen alle partijleden dat alle roode kiezers niet anders dan roode lectuur krijgen. Eenz. enz. Eenvoudig nietwaar? Nu is de vraag nog, hoe krijgt men waarborgen, dat de dwang-abonné's de bladen ook inderdaad lezen? Zal men ze van tijd tot tijd examineeren? Ook zou ik willen vragen of het nu niet meer zoo gevaarlijk is om tie Ne derlanders door allerlei schotjes in groepen en partijen te verdeelen? OBSERVATOR. Generaal Booth, de bekende leider van het Leger des Heils, is op het oogenblik zeer ernstig ongesteld. De lijfarts van den prins van Wales, Dr. Weir, is bij zijn ziekbed geroepen. de kleine Geref. Kerk aldaar hulp te verleenen, maar bovenal om wat meer tijd vrij te maken voor den arbeid der Zending hier te lande. Het spreekt vanzelf, dat dit jubi leum voor ds. Breukelaar niet onop gemerkt voorbijgaat. Daar zorgen zijn gemeente en de talrijke corporaties, die ds. Breukelaar dient wel voor. Het jubileum zal Woensdag 21 Nov. worden gevierd. ZENDING. Dr. F. Veldstra, als chirurgsinds T voorjaar van 1927 tijdelijk werkzaam aan. het Petronella-Zendingshospitaal te Djogjacarta, zal eerlang, overeen komstig zijn reeds vroeger uitgespro ken begeerte, zich aan de Zanding op Soemba wijden, In zijn plaats is nu door den Kerké- raad der Geref. Kerk van Amsterdam als missionair arts benoemd de jonge Dr. W. M. Pruys, zoon van den beken den Zendingsarts Dr. H. S. Pruys, die in 1918 om gezondheidsredenen als geneesheer-directeur van het Petronel- la-hospitaal aftreden moest De benoemde heeft zijn jeugd op Ja va doorgebracht, kent de Javanen en hun taal en wenscht niets liever, dan onder het Javaansche volk in den me- dischen dienst te mogen arbeiden. Dit jaar deed hij te Amsterdam zijn artsexamen en hij zal nog een paar jaar in ons land blijven om zich te be kwamen in de chirurgie, waarvoor hij een zeer geschikte gelegenheid gevon den heeft in Den Haag. Zoodra hij genoegzaam geoefend is, hoopt hij naar Djogja te gaan om daar te arbeiden in hetzelfde hospitaal, waarin zijn vader met zoo rijken ze gen is werkzaam geweest beeld der lieve grootmoeder haar zoo helder voor oogen stond, zocht zij een vergelijking te maken tusschen dat leven en het hare en het geheim te luk, dat zij genoten en om zich heen ontdekken van den vrede en het ge- verspreid had. Het was niet alleen dat zij alles voor anderen over had, maar de geest die haar deed handelen, de geest der liefde. Die moet eerst bet hart vervullen dan eerst worden de goede werken, de ware vruchten, die de Heer aan den boom zoekt. Eerst dan wanneer de rank al haar kracht ontleent aan den wijnstok, die de eeuwige liefde is, kan zij vruchten voortbrengen ten eeuwigen leven. De werken die alleen uit menschelijke kracht en deugd geboren worden zijn tot niets nut, zelfs wanneer zij aan uen dienst des Heeren gewijd zijn, v ant Hij zegt tot degenen, die zich te genover Hem verantwoorden willen met de woorden: „Hebben wij niet in L wen naam duivelen uitgedreven?" „Ik heb u nooit gekend!" ..Als ik er over nadenk zeide He lena, „wordt mij het 13de hoofdstuk van den brief aan de Corinthiers zeer duidelijk. Ik gevoel het nu zelve, dat het geen nuttigheid heeft, al sprak n.en de taal der engelen en gaf zijn lichaam over opdat het verbrand zou worden en al zijn goed tot onderhoud ■J11' armen, en dat men dat alles kon doen zonder de liefde te hebben, die al leen deze werken heiligt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5