HOC MEN DE KIEZERS VOORLICHT De Keer R. A. den Ouden schrijft: 't Is mij, ook uit eigen ervaring, meer dan genoegzaam bekend, dat op de juistheid en nauwkeurigheid van courantenverslagen van uitgesproken redevoeringen geen huizen kunnen worden gebouwd. Daarom wil ik in het hiervolgende meer op informatie dan op instructie uitgaan. Mij werd toegezonden een nummer van het „Nieuwsblad voor Stad en Land", de „Nijkerksche Courant", waarin voorkomt een zeer uitvoerig verslag van een rede door het lid der Tweede Kamer, den heer Langman, uitgesproken voor de Christ. Hist. Kiesvereeniging te Voorthuizen over het onderwerp: „Staat en Kerk". Mijn aandacht werd gevestigd op "n paar bijzonder krasse mededeelingen van den spreker. En het zijn deze, die mij aanleiding gaven de vraag te stellen of het persverslag, dat voor mij ligt, op die punten juist is. Zoo werd, altijd volgens dat verslag, door den heer Langman in dat onder deel zijner rede, dat over „de Afschei ding" handelde, gewezen op het stand punt van Groen vah Prinsterer, die op kwam tegen de onderdrukkingen, die de afgescheidenen hadden te verduren, maar die tevens tegen de afscheiding zelve die verbijzondering en eigenge rechtigheid kweekt, waarschuwde en er ook niet aan heeft meegedaan' Niet in staat te gelooven, dat ooit een zóó scherp oordeel uit de pen van Groen gevloeid zou zijn, heb ik er zijn geschrift: „De maatregelen tegen de Afgescheidenen" nog eens op nagesla gen. Wie dit boekje leest, komt wel tot de overtuiging, dat Groen - zooals de heer Grashuis, die dit geschrift in 1903 deed herdrukken, in zijn Voorre de zegt „zich verplicht achtte en zich gebonden gevoelde om de Neder- landsche Hervormde Kerk niet te verlaten". Maai' nergens in het betoog van Groen is ook maar één enkele uitdruk king te vinden die grond biedt tot het oordeel van eigengerechtigheid als hetwelk het hierbedoelde persverslag bij monde van den Chr. Hist, spreker aan den advocaat voor de zaak der Af gescheidenen toeschrijft. Wel zeer integendeel, leest nien in het boekje van Groen van Prinsterer oordeelvellingen als deze: „De vraag is niet, welke is de han delwijze van dezen of genen geweest, de vraag is naar het beginsel der scheiding, niet hoedanig was haar begin? En dit beginsel was, gelijk ik meen betoogd te hebben, behoefte naar waarheid; een behoefte waarvoor in sommige gemeenten, noch vervul ling, noch uitzicht op vervulling be- Uit deze opmerking vloeit dus nu wel do vraag voort: Heeft inderdaad de Chr. Hist, spreker te Voorthuizen op de wijze, als het persverslag mede deelt, Groen's oordeel ter zake ver tolkt? Zoo ja, vond hij daarvoor steun in Groen's geschriften? Zoo niet, dient dan een recificatie van het verslag te Een tweede mededeeling uit het ver slag, waarvoor mijn aandacht werd gevraagd, luidt: ,Als de doleantie dan komt, vraagt Dr Kuyper aan Dr. Hoedemaker of hij ook niet meegaat en als Hoedema ker dan weigert, zegt hij: „Dus ji] wilt blijven bij Jan Rap en zijn maat. Hoedemaker zegt dan: „Ja, dat wu ik**1 Hier ligt weer de vraag voor de hand: Is het persverslag op dit punt juist? Het valt niet te gelooven, maar indien ja: Waarop steunt dan deze mededeeling? Op informatie uitgaande bij den be kenden Kuyperbibliograaf Ds. J. Rullmann, ontving ik door zijn vrien delijke hulpvaardigheid deze toelich- ^"in de Heraut van 5 December 1886 schreef Dr. Kuyper, dat de Gerefor meerde Kerk van Amsterdam na de afzetting der getrouwe kerkeraadsle- den natuurlijk zeer aanmerkelijk slin ken zou. In onze kerk zullen dan zij slechts blijven die er niet uit weg kun nen, omdat ze niet afkunnen v a n d e waarheid. Al de overigen zullen zich dan onder een Synodaal inten- dant terug trekken in een vermengden hoop; een hoop voor verreweg het mee- rendeel bestaande uit Jan Rap en zijn maat uit straatslijpers en comedie- gangers, uit Stoïcijnsche philosophen en onaandoenlijke nutslieden, en bi] dien wilden hoop van allerlei mengsel zal zich dan ook aansluiten het kleine groepje Irenischen en hethoopke Lut- ge-anen, en dan ook nog enkele „on- derwerpelijken", onge zond-mystieke Gereformeerden, die op het kantje at van kwakers zijn. Dat alles zal dan van. onze kerk zich afscheiden en overblijven zal in onze kerk alleen wat voelt, dat de God der waarheid zulk een valsche vermenging in geen geval wil. Denkelijk zal de Ge- reformeerde kerk te Amsterdam daar door aanvankelijk niet meer dan een 15.000 zielen overhouden". Verder in hetzelfde artikel nog: „Jan Rap loopt weg; zijn maat gaat hem na* geen moderne zal blijven; en geen Groninger het langer uithouden; en het einde zal wezen dat het cijfer op onze bevolkingsbalans tot op een tiende daalt. Maar, en dit zal de ongeloofelijke winste zijn, wat er blijft, zal het dan ook meenen, zal het er dan ook voor over hebben; en de openbare leu- gen althans zal uit onze kerk zijn". Hierop zinspelende, schreef Dr. Hoe demaker in: „Waarom ik geen deel neem aan het kerkelijke congres" 1887 blx. 14: „Toen de redacteur van De He raut eenige weken geleden zijn artikel schreef over „Geflatteerde balansen' antwoordde ik: „Indien gij met uw 15000 getrouwen een doleerende kerk vormt, is „Jan Rap en zijn maatvoor mij de voortzetting van de historische kerk onzer vaderen". Sinds heeft Dr. Hoedemaker dit meermalen herhaald. Nog in 1908, in: „De nood ons opge legd", leerrede ter herdenking van zijn 40-jarige Evangeliebediening, schreef hij, blz. 13, hoe hij destijds wanhoopte aan de toekomst der Hervormde Kerk: „Toen al de mannen van actie heen gingen, sprak het in mijn, schatting immers vanzelf, dat de kerk verloren was. Er kwam een dag, waarin de ge dachte, die lag op den bodem van mijn hopeloosheid, mij onder de oogen kwam in een blad van de uitgetrede- nen, en wel in haar meest sprekenden zelfgenoegzamen, onschriftuurlijken, hatelijken vorm. „De kerk was van leven en kracht beroofd. Die en die hadden niets te beteekenen. In één woord „Jan Rap en zijn maat" waren in de kerk, die men verliet, overgeble ven". Dat brak de strik. Toen heeft God mij den nood opgelegd. Toen ju belde het in mijn ziel: Dat duldt Gods glorie niet. Zóó is God niet aan Zijne belijders of aan eenigen leeraar gebon den. Van toen af was de zaak der Kerk voor mij Gods zaak, en er kwam een stem in mijn hart: Nu zal God toonen, dat Hij de dingen, die niet zijn, ge bruikt om teniet te doen de dingen die zijn", en ik antwoordde: „God lof! Van nu aan behoor ik bij Jan Rap en zijn maat". Hieruit blijkt dus, dat de uitdruk king „Jan Rap en zijn maat' inder daad door Dr. Kuyper is gebruikt ter kenschetsing van de Ned. Herv. Kerk in haar Synodaal verband na 1886. Of een zoodanige benaming in dat ver band oirbaar was, is een vraag, waar over te praten valt. Maai* een andere vraag is tevens, of de nuchtere lezing van hetgeen door Dr. Kuyper te dien aanzien geschreven werd, toch op den weiwillenden lezer geen gansch ande ren indruk maakt dan hetgeen de heer Langman, blijkens het persverslag en dan nog wel in een politieke rede ervan zou gemaakt hebben. En een derde vraag, die misschien ook wel ten opzichte van menige uit drukking van wijlen Dr. Kuyper kan worden gesteld, doch zeer zeker mag worden voorgehouden aan ieder onzer, die er in deze dagen op uitgaat om kiezers voor te lichten, is deze, of wij niet liever op het standpunt ons stel len zouden van Groen's zin voor recht vaardigheid, en billijkheid, waaraan bij eveneens in zijn geschrift „Maat regelen tegen de Afgescheidenen uitdrukking gaf in deze woorden: „Van mijn kant zal ik, zooveel doen lijk, vermijden wat iemand persoon lijk zou moeten kwetsen. Zoo tegen wil en dank een min ge paste uitdrukking mij ontvalt,, ik re ken op vergeving voor een wanklank, bij het aanroeren eener teedere snaar Ik herhaal: ik weet niet, of het ver slag der Nijkerksche Courant op de ge wraakte punten juist is; ik moet eer lijkheidshalve aanvangen met het te betwijfelen. Maar zelfs afgezien daar van, lijkt mij de vraag gerechtvaar digd: Waarom begint een Chr. Hist, spreker nu reeds weer het politieke pad op te gaan met „de Ned. Herv. Herv. Kerk" en „de Afgescheidenen? Waarom wordt hetzelfde klavier lustig bespeeld door b.v. een Chr. Hist, schrijver als de pseudonieme „Berkel- man", die in zijn weekblad „Koningin en Vaderland" van 21 Sept. j.l. in zijn wekelijkschen brief aan „Unieman zich niet ontziet politieke voorlichting te geven van dezen aard: „Hervormden, die de A. R. beginse len zijn toegedaan, en onderlijnen de beschouwingen van Kuyper over de Ned. Geloofsbelijdenis, moeten wel we ten, dat zij trouwbreuk plegen aan de belijdenis van hun eigen kerk". „Herv. zijn en A. R. is onverklaar- In 'elk geval dwingen zij ons, A. R. sprekers en schrijvers, tegen zulke dingen verweer te bieden. Maar dat vertroebelt, naar het eigen getuigenis van den grooten voorman der Chr. Hist. Unie, wijlen Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman, op hoogst be denkelijke wijze den politieken strijd. Het is zelfs in strijd met de conse- kwentie van een van Ds. Langman s eigen uitspraken in zijn Voorthuizer rede: „Overheid en kerk moeten blij ven op eigen terrein". Als dit waar is, dan moeten zuiver kerkelijke beschouwingen, en deze nog wel van zóó eenzijdig karakter als de hier besprokene, blijven buiten po litieke redevoeringen. R. A. d. O. GEMENGD NIEUWS. Nederlandsch stoomschip aangevaren. Het Noorsche stoomschip Kong Alf, met stukgoed van Rotterdam naar Kopenha gen en het met stukgoed van Stettin naar Amsterdam bestemde Nederlandsche s.s. Nereus, zijn in het Kieler Kanaal met el kaar ln aanvaring geweest. De Nereus is lek en moet tijdelijk repareeren; van de Kong Alf is de voorsteven gebroken. De Kon. Ned. Stoomboot Mij. deelt mede, dat de aanvaring gisternacht tengevolge van mistig weer heeft plaats gehad. De Nereus Werd aan den voorsteven vrij ern stig beschadigd; van het Noorsche schip werd de boeg geheel ingedrukt. De schade van de Nereus zal voorloopig werden ge repareerd, waarna het schip te reis naar Amsterdam zal voortzetten. Een verstekeling in doodsgevaar. Een vreemdeling, die te Hamburg ran boord van een overzeesch stoomschip was ge slopen en zich in het kolen.uim had ver borgen, raakte, doordat er nieuwe kolen in het ruim werden gestort, in een zeer benarde positie. Tijdens de vaart naar Cuxhafen tracht te de verstekeling door het g ven van klopsignalen de aandacht op zich te ves tigen. De bemanning boor de gaten in den wand, waardoor de man tenminste van voldoende lucht kon worden voorzien. Nadat draadloos aangevraagde assisten tie kwam opdagen, kon de bunkerwand met een zuurstofapparaat worden doorge brand en werd cle ingeslotene bevrijd. De blinde passagier, die een Let bleek te zijn, werd in handen van de politie gesteld. De schat ln de schrijftafel. In 1913 stierf in Berlijn een 78-jarige rentenierster die den laatsten tijd verpleegd was door haar buurvrouw, een 56-jarige weduwe. Kort voor haar dood schonk de rente nierster haar trouwe verpleegster een kostbare bioche als aandenken. Toen de rentenierster was gestorven, verbaasden de erfgenamen zich, dat er heelemaal geen contanten waren, hoewel bekend was, dat de oude dame steeds nog al groote bedragen en bovendien vele kost bare sieraden in huis had. De verpleegster werd verdacht, toen de gouden broche in haar bezit werd gevon den. Een proces volgde, maar bij gebrek aan bewijs moest de buurvrouw van de doode in vrijheid worden gesteld. Niette min bleven de erfgenamen de verpleeg ster met scbeele oogen aanzien. Het meubilair van de overledene werd op een verkooping gedaan en zoo verhuis de ook het ouderwetsche schrijfbureau naar etlders. In Oct., zoo vertelt de „Frankf. Z." werd te Stettin op een verkooping o.a. ook een wormstekige schrijftafel verkocht voor twee mark. Een paar mannen kwamen het oude meubel met een handkar halen om het naar den winkel van een opkoo- per te brengen. Onderweg echter brak het vrachtje in tweeën en uit een geheim vak je rolde een hoeveelheid goudstukken, met briljanten bezette ringen, armban den, enz., benevens een pak bankpapier, op^raat. De beide mannen grabbelden al- lesb ij elkaar, zeiden niets aan bun baas, verdeelden den buit en gingen een le ventje van vroolijken Frans leiden. Hetgeen echter hun noodlot werd, daar de aandacht van de politie op hen geves tigd werd, die hen in verhoor nam en hun al spoedig het geheim van de doorgebro ken schrijftafel ontlokte. Bij nader onderzoek kwam aan het licht dat deze schrijftafel dezelfde was als die van de in '13 overleden oude dame. Hetgeen de volkomen rehabilitatie be- teekende van de trouwe verpleegster. Drie jongens baden nog in zee. De weinige menschen, die Zondagmorgen kwamen genieten van Scheveningen en de droomerige zee, hebben een kleine sen satie meegemaakt, aldus Het Vaderland. Drie jongens van omstreeks 12 of 14 jaar gingen zich midden op het strand, waar 's zomers de koetsen staan van het Zeebad der Maatschappij, ontkleeden. Zij hadden blijkbaar op dit pretje gerekend, want een badbroekje bleek reeds aanwe zig te- zijn. In dit zomersche tenue hebben de jon gens toen 'onder belangstelling van velen, die passeerden een kwartiertje op het strand rondgeloopen. En toën zoo waar gingen zij de zee in. Het water bleek met mee te vallen, onderduiken en zwemmen lieten ze maar uit hun hoofd. De ames op de pier rilden in hun warme bontman tels. Een agent op den boulevard reed voor bij. Op het Gevers Deynootplein ontmoet te bij een collega, die ook 's zomers op Scheveningen geplaatst is. Bij hem verge wiste hij zich of het verbod om zonder koetsje te baden wellicht ook aan een sei zoen gebonden was. Maar de collega ci teerde het betreffende artikel uit het hoofd. Het bleek verboden te zijn onge acht de temperatuur van het water en de maand van het jaar. Toen peddelde de agent terug. Hij nep de jongens uit het water, wachtte tot ze weer gekleed waren, en vervolgde zijn ronde. Met bibberende knieën, blauwe lippen en weggetrokken wangen liep het drietal over den boulevard, vroolijk lachend en snaterend. Nu zegt men nog al, dat Hollandsche jongens bang van het water zijn. Nog meer op zijn kerfstok. Het is thans uitgekomen, dat de te Delft gearres teerde fabrieksarbeider L., verdacht van oplichting van radio-artikelen, zich in Fe bruari 1926 heeft schuldig gemaakt aan diefstal van ƒ350, ten nadeele van den penningmeester eener Oanjevereeniging te Delft. De man is ter beschikking van de justi tie gesteld. Zijn vrouw geschoten. Zaterdagmid dag was een heer, wonende aan de Brou- werswijk te Elim, bezig een clandestien jachtgeweer na te zien. Om zich te over tuigen of een en ander nog functioneer de, had hij het geweer met een jachtpa troon geladen, waaruit hij den hagel ver wijderd had. Deze patroon wilde hij, ter wijl hij den loop op een achter zijn wo ning gelegen boschje richtte, afschieten. Juist op het moment echter, dat het schot afging, liep zijn vrouw vlak voor het ge weer voorbij, met het gevolg, dat ze de papier-lading in haar gezicht kreeg. He vig bloedend en met zwartgeblakerd ge zicht, werd ze in „Bethesda" te Hoogeveen opgenomen. Vermoedelijk zal ze een van haar oogen moeten missen. Tegen Z. is proces-verbaal opgemaakt wegens het in buis hebben van verboden vuurwapenen en het veroorzaken van li chamelijk letsel door schuld. Verdronken. Sinds Donderdagmiddag werd te Halsteren de 14-jarige H. L. ver mist, dre de ouderlijke woning na een kleine ruzie was ontvlucht. Daar de jon gen des middags om 4 uur nog op den Rijksweg was gezien, werd vermoed, dat hij zich ergens schuil hield, waarom aan vankelijk in alle richtingen werd gezocht. De politie bleek echter andere aanwijzin gen te hebben gekregen. Zij vond het ge- wenscht in de Melanen te dreggen. Zon dagmorgen werd daaruit het lijk van den 14-jarigen knaap opgehaald. Aan do gevolgen overleden. De 24-ja- rige v. W., te Terneuzen, die verleden week bij het ontladen van een revolver in den buik werd getroffen, is in het zie kenhuis aan de gevolgen overleden. Overreden en gedood. Men meldt uit Eindhoven d.d. gisteren: Gisteravond is de 58-jarige stucadoor F. IJlers, afkomstig uit Den Haag, en laat stelijk hier werkzaam, in de Woenselsche- straat te Eindhoven door de stoomtram, die om 6 uur uit Son te Eindhoven arri veert, overreden en gedood. Het ongeluk hoeft plaats gehad in een bocht van ge noemde straat. Den machinist van de tram treft geen schuld. Auto-ongeval. Te Eext (Gr.) is het 7- jarig dochtertje van J. Beukenga, dat achter een wagen heen kwam, door een auto aangereden en ernstig gewond, met een gebroken dijbeen opgenomen. Het kind is naar het ziekenhuis vervoerd. Genoeg om half Nederland te vergiftigen. Voor het Gerechtshof te 's-Hertogen- bosch stond terecht de Belgische onder wijzer B., die te Zundert wegens smokke len was aangehouden. Het bleek boven dien, dat de man zich had vergist, 't Was zwaar vergif, dat hij per abuis gesmok keld had. De ontzettende gevolgen waren niet te overzien geweest zoo de smokkeltocht 'n gewoon verloop had gehad. De eisch luidde 8130 boete, te vervan gen door 3 maanden hechtenis. Een roekelooze grap. Voor den Krijgs raad te 's-Hertogenbosch stond terecht de 'dienstplichtige soldaat R. K. van het regi ment Jagers, die op 27 Augustus te 's-Gra- venhage hoogst roekeloos en onvoorzich tig, teneinde P. van Wieringen, die in werkkleeding gekleed boven op zijn krib op de soldatenkamer lag te slapen, te doen schrikken, een met een losse patroon ge laden geweer heeft afgeschoten, tengevol ge waarvan v. W. beneden het linkerzit vlak werd getroffen en geruimen tijd ver hinderd is geweest in de uitoefening van zijn ambtsbezigheden als militair en zijn beroepsbezigheden als bloemist. Tegen den verdachte werd 3 maanden gevangenis straf geëischt. UIT DE OMGEVING. BOSKOOP. Zondagavond brak er ln de houtza gerij van de gebr. Nijhof aan de Zuidkade brand uit, welke ontstaan was in de zaag- selschuur. Het aanwezige zaagsel was één klomp vuur. De rbandweer was dadelijk ter plaatse met de motorspuit en een slan genwagen, die spoedig een groote hoeveel heid water in de schuur wierp, zoodat de brand, die zich vrij ernstig liet aanzien, beperkt bleef tot de schuur. Verzekering dekt de schade. Naar wij vernemen waren er in den middag kinderen nabij de zaagselschuur aan het spelen geweest met lucifers. Op 30 November e.k. zal ln de Geref. Kerk de Zendingsfilm „Java-Soemba" ver toond worden. Coop, vereeniging „De Boskoopsche Veiling", veiling van 5 Nov. Rozen per bos: Columbia 83—125 ct.. Hadley 112-147 ct„ Golden Ophelia 5678 ct., Marcel Rouyer 117147 ct., Ophelia 5865 ct., Ge mengde rozen 2250 ct., Mac Keiler 104 ct., Claudius Pernet 93—130 ct., Rosalan- dia 50—91 ct., Butterfly 80100 ct., v. Ros- sem 50—74 ct., Pierson 64 ct., Jules Bouché 83126 ct., Chrysanten per bloem 1728 ct., id. tros, per bos 2942 ct. OEGSTGEEST. Tien menschen in de sloot. Zondagavond zijn alhier twee ongeluk ken gebeurd, waarbij tien menschen in een sloot zijn geraakt. Het eerste ongeluk gebeurde ongeveer 8 uur in de bocht nabij het Groene Kerkje, waar de beer M. C. de Coningh van Noyen uit Aalst (België), met vier andere per sonen van den voetbalwedstrijd Neder landBelgië terugkeerende, door den mist misleid rechtuit reed en in een sloot terecht kwam. De auto sloeg om; de in zittenden wisten allen op het droge te komen, zonder ernstig te zijn gewond. Om 11 uur reed de heer L. Swart, direc teur van een sigarettenfabriek in Den Haag, op den straatweg nabij de Zwaag, ook door den mist, rechtuit inplaats van rechtsaf te slaan. Ook deze auto geraak te in een sloot langs den weg; de inzitten den zijn eveneens ongedeerd op het droge gekomen. KOUDEKERK. Burgerlijke stand. Geboren: Ge rard, zv. T. v. d. Meijden en A. v. Balle gooien. VISSCHERIJBERICHTEN. IJMUIDEN, 5 Nov. 1928. Heden aan gekomen aan den rijksafslag alhier de vangsten van 31 stoomtreilers en 17 drijfnetvaartuigen. De prijzen waren: Voor treilvisch: tarbot 2790, griet 32—65 per 50 KXL, groote tong 2,85 3,25, middels, tong 1,90—2,80, kleine tong 1,85—2,15, per K.G.; groote schol 52, middels, schol 4346, zetschol 40 51, kleine schol 4,5026, schar 1220, per kist van 50 K.G.; rog 1832 per 20 stuks; vleet 0,90—3,333 per stuk; pie terman poontjes 221, groote schel- visch 3252, middels, schelvisch 22 41, kleinmiddel schelvisch 13—24, klei ne schelvisch 516, per kist van 50 K.G., kabeljauw 4464 per kist van 125 K.G.; groote gullen 15,50—22, klei ne gullen 712 per kist van 5Q K-G.; leng 0,504,60, heilbot 2,5712,60 per stuk; wijting 2—6 50 per kist van 50 K.G.; koolvisch 0,351,56, kreeft 1,75— 2,45 per stuk; makreel 1018 per kist van 50 K.G.; horsmakreel 2 per kist van 50 stuks, voor haring 5527 kanries versche haring 3.304.70. 1050 kanties eezouten haring 3.604, per mand van 42 K.G.; 356^ kist versche haring 4 5,50 per 50 K.G. Van de IJmuider stoomtreilers kwamen er heden 29 aan de markt.. De besommingen waren: IJM. 203 Derika 16 met 1552. TJM. 37 Maria Elisabeth met 6132. IJM. 75 Ken. nemerduin met 2636. IJM. 238 Joh. Ma rie met 1906, IJM. 29 Zeeleeuw met 3079, IJM. 93 Dorothea met 3147. IJM. 6 Polaris met 2052. HM. 157 M. v. Hat- tum met 2753, IJM. 62 Concordia met 3141, IJM. 187 Derika 9 met 3014. IJM. 99 Joh. Elisabeth met 4485. IJM. 110 Zaanstroom 1 met 3774. IJM. 28 Wal rus met 3369, IJM. 7 Ommering met 4230, TJM. 271 Derika 14 met 5879, IJM. 325 Gloria met 2185. IJM. 81 Elnet met 3863, IJM. 104 Annie met 1674, IJM. 190 Henr. Jacoba met 4056, IJM. 405 Derika 2 met 4467, IJM. 175 Trio met 3119. IJM. 165 Martha met 4049, IJM. 374 Derika 8 met 3302, IJM. 108 Clara Nirol. met 3345, IJM. 189 Mary met 2075, IJM. 60 Cath. Duyvis met 4140, IJM. 192 Pelikaan met 2790, IJM. 35 Wilhelmina met 2134, en Z.K. 6 Hoop op Zegen met 2339. Van de Katwijker haringvloot, waarvan de vangsten naar Katwijk worden verscheept, kwamen in de ha-^ ringhaven binnen de motorloggers: KW. 112 met 530 kantjes stelfrharing KW. 47 met 476 kantjes steurharing, KW. 159 met 477 kantjes steurharing KW. 143 met 153 kantjes volle- en 204 kantjes steurharing, en de zeillogger KW. 116 met 238 kantjes volle- en 240 kantjes steurharing. De besommingen der haringschepen waren heden: IJM. 490 met 2480, KW. 159 met 531, KW. 47 met 730, MA. 5 met 876, en En- gelsche stoomdrifters van 12702849 aan versche haring. Van de verschharingvisscherij kwamen hier heden 13 Engelsche stoomdrifters aan de markt met een gezamenlijken aanvoer van 5420 man den versche haring. De motorvrachtlogger Dirk Job bracht hier van Yarmouth 786 tonnen haring aan. De stoomlogger Gorredijk IJM. 432 kwam hier na een reis van drie dagen binnen met een vangst van 41 kantjes pekelharing en 416 kisten ver sche haring. Heden waren aan den afslag 33 stoomtreilers, waarvan 31 hnn vangst verkochten, 1 stoom- en 3 motorlog- gers en 18 Engelsche haringdrifters. De totaal-opbrengst bedroeg dezen dag 127.000. Scheepstij dingen. HOLLAND—AMERIKA-LIJN. RADNORSHIRE, Vancr. n. Rott., 5 te Hamburg. AMSTELLAND, thuisr., 4 v. Las Pal- mas. FLANDRIA, uitr., 4 v. Leixoes. ORANIA, uitr., 2 v. Bahia. GAASTERLAND, thuisr., 3 v. Bahia. ZEELAJ^DIA, thuisr., p. 4 Fem. Nor. DRECHTERLAND, uitr., pass. 3 Fini- sterre. NARIVA, Rott. n. Vancr. 3 te Ply mouth. RIJNDAM, 4 v. Rott te N. York. VOLENDAM, N. York n. Rott., pass. 4 Lizard. MAASDAM, Rott. n. New Orleans, 3. v. Tampico. i WESTERDIJK, 4 v. Philadelphia naar Rotterdam. NOORDERDIJK, Rott. n. Vancr., 3 W. v. Ouessant. BLOMMERSDIJK, 4 v. Quebec naar Rotterdam. VOLENDAM, New York naar Rott., 6 voorgaats verw. NICTHEROY, Vancr. n. Rott., p. 4 Prawle P. HOLLAND—AFRIKA-LIJN. GIEKERK, 5 v. Amst. n. Rott. HOLLAND—WEST-AFRIKA-LIJN. GROTIUS, uitr., 4 v. Amst. KILSTROOM, 4 v. Amst. te Hamburg. REGGESTROOM, 4 v. Amst. te Hamb. TEXEL, thuisr., 4 te Amst. VLIELAND, iiitr., 4 te Burutu. IJSTROOM, thuisr., 4 te Lagos. ROTTERDAMSCHE LLOYD. DELI, 5 v. Bremen n. Java. KOTA RADJA, thuisr., 4 v. Pt. Said. PALEMBANG, 4 v. Rott. te Hamburg. TOSARI, thuisr., 4 te Havre. SIBAJAK, thuisr., p. 5 Ouessant, 5 te Cowes en 6 te Rott. verw. INDRAPOERA, uitr., p. 4 Finisterre. KEDOE, 4 v. Hamb. te Rott. SITOEBONDO, uitr., 4 te Genua. TAMBORA, uitr., p. 4 Perim. TERN ATE, uitr., 5 v. Antw. en pass. Vlissingen. MADIOEN, thuisr., pass. 5 Perim. DJAMBI, thuisr., 4 v. Singapore. STOOMVAART MIJ. «NEDERLAND". MADOERA, thuisr., 2 te Liverpool. PRINS DER NED., thuisr., 4 v. Pt Said SEMBILAN, thuisr., p. 3 Gibraltar. MAPIA, thuisr., 5 v. Sabang. KANGEAN, uitr., p. 3 Perim. RONDO, thuisr., 4 v. Batavia. KAMBANGAN, 5 v. Amst. n. Antw. KON. PAKETVAART MIJ. GENERAAL MICHIELS, Rott. n. Ba tavia, p. 3 Malta. GENERAAL VERSPEYCK, Amst. naar Batavia, 4 v. Suez.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6