CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
Belanarijkste nieuws in dit Nummer.
9de JAARGANG
DINSDAG 30 OCTOBER 1928
NUMMER 2578
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. i 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden fiS-ÉishJ? Teleioonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeelingen dobbel tarief
Bij contract belangrijke redactie
Kleine ^Vdvertentiën bij vooraitbetaU&g
van ten hoogste 30 woorden* worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
EERSTE BLAD.
Hervormingsdag.
Elk jaar weer als de sombere na
jaarsvlagen langs het luchtruim gie
ren, als straat en weg overdekt wor
den met vergeelde bladeren van de
ontluisterde hoornen, als de wind bij
tusschenpoozen ons met titanenkracht
tegenhoudt, breekt het oogenblik van
de groote herdenking van de Kerkher
vorming aan.
Zooals liet stormt en giert daarbui
ten en zooals de wind met onweer
staanbare kracht tegenhoudt, zoo
werd ook Luther vastgehouden. Maar
in het torenkamertje van het klooster
te Erfurt brak eindelijk een licht
straal in zijn ziel door.
Toen die lichtstraal: De goddelooze
wordt gerechtvaardigd door het geloof
door genade alleen, in zijn ziele geval
len was, toen moest en wilde hij dat
licht ook uitdragen naar buiten.
Aan Luther komt de eer toe, dat hij
de bezielde profeet der Hervorming is
geweest. Luther was een held Gods.
Hij heeft den titanen-strijd tegen
Paus en Keizer gevoerd, waarhij heel
de wereld den adem inhield.
Welk een ander man was Luther
dan Erasmus 1
Erasmus was de dubbelzinnige, de
overvoorzichtige, die het midden wil
de houden tusschen Rome en Refor
matie. zonder zich zelf te compromit-
teeren. Erasmus was de man van lou
ter berekening, van angstvalligheid
en welwillendheid om den vrede nog
te redden.
Luther was een onstuimig man, de
krachtfiguur.
Niet dat Luther in alles schoon was.
Heine zegt: „Hij kon schelden als een
vischwijf".
Toch, hij kon tevens teeder zijn als
een jonge maagd.
Soms was Luther zoo wild als de
storm, die eiken ontwortelt. Dan weer
was hij zacht als de zefier, die de
viooltjes kust.
Luther was een diep-religieuze na
tuur.
Erasmus was de geleerde, louter
intellect, de Humanist.
Luther was niet alleen de man van
het woord, de man van het fraaie ge
baar, hij was vóór alls de man van de
daad. Hoewel schuchter van aard en
monnik in den volsten zin van het
woord, heeft hij dikwerf een onge
hoorde vrijmoedigheid aan den dag
gelegd en trad hij, zooals professor
H. H. Kuyper zegt, paus en keizer
grimmig tegen.
Erasmus was in religieus opzicht
een eindpunt.
Luther was de eerste, die door het
geloof aan de hand van Christus op
de wilde golven is gaan wandelen.
Luther was de man ook van den
nieuw-bouw.
Erasmus' Humanisme verliep echter
in het zand.
Luther heeft geworsteld om licht.
Hij wilde boven alles heils-zekerheid.
Hij was het dobberen tusschen hoop
en vrees moede. Hij wilde met zijn
zonde-schuld in het reine komen. En'
toen hij in de Roomsche Kerk met zijn
zielsconflicten niet klaar kon komen,
doorbrak hij het Roomsche systeem
en baande zich als een held den uit
weg. Luther dorstte naar den leven
den God, naar Zijn actueele persoon
lijke gemeenschap.
Worsteling om het zielelicht dat is
ook nu nog de taak van eiken zoon
der hervorming. Reformatie-roep en
reformatie-zuchten, maar ook refor
matie-ijver past op eiken 31en October
Laten wij ons dan ook op morgen
toonen echte zonen der reformatie,
hetzij wij op dien dag opzettelijk daar
toe samenkomen, hetzij wij in stilheid
onder ons werk daaraan denken.
Zij het een dag van dankbaar her
denken.
V Vergaderzalen.
Onze stad is niet buitengewoon rijk
aan rustige gezellige vergaderzalen.
Wij bedoelen vergaderzalen voor
een niet al te groot gezelschap.
Dikwerf wordt dit als een gebrek
gevoeld, waartegen echter niet veel
te doen is.
Zoolang we voor onze Christelijke
actie, met haar veelzijdige vertakkin
gen, nog niet in het bezit zijn van een
eigen huis of eigen gebouw, zullen we
als vreemdelingen moeten ronddolen.
Vooral onze A.-R. Kiesvereeniging kan
hiervan meespreken.
Onophoudelijk heeft zij haar tente
op diverse plaatsen moeten opslaan;
dan hier, dan daar haar leden verza
melende.
De ouderen onder ons herinneren
zich nog wel hoe in vroeger jaren de
bekende „Zaal Noordeinde", waaraan
zoo ontzaglijk veel herinneringen kle
ven, als vergaderplaats voor Neder
land en Oranje diende.
De bekende voorzaal was een niet
ongezellige vergaderplaats.
Na het verdwijnen der „Zaal Noord
einde" werd het gebouw Patrimonium
als Woonstede verkoren. Hoeveel kee-
ren zou de Kiesvereeniging in den
loop der jaren in Patrimonium niet
bijeen zijn geweest? Figuren als de
oud-voorzitters Van Kempen, ds. Ru
dolph, de oude heer Mulder, met den
nooit ontbrekenden secretaris Mizé-e,
rijzen in onze gedachten op.
Op den duur voldeed Patrimonium
echter niet. Er werd, en wordt nog, in
Patrimonium veel vergaderd, geca
techiseerd, gezongen, etc. Dat werkt
storend en is voor rustig vergaderen
vaak hinderlijk.
Korten tijd sloeg de Kiesvereen.
haar bivak op in het gebouw Amicitia
aan de Breestraat. Ongetwijfeld een
mooie zaal, uitstekend verlicht, be
hoorlijke ventilatie, comfortabel inge
richt, maarvoor sommigen ver
werpelijk, omdat deze zaal verbonden
was aan een sociëteit.
Het bestuur der Kiesvereeniging
zwichtte voor deze bezwaarde broe
ders en riep zijn leden samen in
„Prediker".
Nu willen wij van het gebouw niets
kwaads zeggen, maar hetzelfde euvel
waaraan Patrimonium lijdt, is ook hij
Prediker waar te nemen, n.l. de en
tourage is to onrustig, te roezemoezig.
In de laatst gehouden vergadering
der Kiesvereen. kwam het nog vóór,
dat een der aanwezige leden naar een
aangrenzend vertrek moest gaan en
de aanwezige dames (ja heusch het
waren dames) moest vragen of zij
niet wat stiller konden zijn.
Het verzoek, dat op zeer vriendelij
ke wijze werd gedaan, werd onmiddel
lijk ingewilligd; de dames wisten niet
dat de Kiesvereen. vergaderde.
Thans roept het bestuur der Iviesver.
tegen a.s .Vrijdag, zijn leden bijeen in
écn der zalen van „De Burcht", op
de Nieuwstraat.
Zal .,De Burcht" werkelijk in de
toekomst een burcht worden voor
Nederland en Oranje?
Wij hebben de zaal eens bezichtigd,
welwillend en vriendelijk rondgeleid
door den pachter, den heer Backer.
En wij willen bekennen; hier is het
goed. Deze zaal is geprojecteerd in het
oude notarishuis. De burchtpoort
doorloopend gaat men rechts af het
burchtplein op en vindt daar een
recht gezellig ingerichte zaal, plaats
biedend aan 150, zoo noodig aan 200
personen. Keurig ingericht, uitmun
tend verlicht, niet al te hoog van
verdieping en toch weer niet te laag,
maakt het geheel een allervriendelijk-
slen indruk.
In het centrum der stad, gelegen op
een der rustigste punten, met ruime
gelegenheid voor berging van rijwie
len, auto's enz., biedt deze zaal alles,
wat men voor matigen prijs begeeren
kan.
De heer Backer, die het vorig jaar
het oude notarishuis tot hotel ver
bouwde en enkele goede vergaderza
len deed inrichten, heeft hiermee,
naar het ons voorkomt, in een drin
gende behoefte voorzien. Wij spreken
de hoop en verwachting uit, dat de
vergadering der Kiesvereeniging op
a.s. Vrijdag 2 November, door een
breede schare zal worden bijgewoond.
Maar ook dat wij daarna nog eens
zullen hooren het oordeel over de lo-
caliteit; critiek in afkeurenden zin als
het moet, maar ook critiek in gunsti-
gen zin, opdat het nu eens mag leiden
tot wat meer vastheid in onze „wo
ning".
STADSNIEUWS.
LICHTBEELDENAVOND
NED. CHR. REISVEREENIGIN6.
Men verzoekt ons mee te deelen. dat
de lezing met lichtbeelden, welke he
denavond in de Foyer der Stadsge
hoorzaal vanwege de afd. Leiden der
Ned. Chr. Reisvereeniging zou gehou
den worden, niet doorgaat.
Door droeve familieomstandigheden
is de spreker, de heer Johan Koning,
verhinderd geworden.
HAARLEMSCHE
ORKESTVEREENIGING.
Een dirigent, die met zijn corps een
half leege zaal eerst geheel vol moet
spelen, heeft geen gemakkelijke taak.
Gelukkig, dat hij altijd met zijn rug
naar 't publiek staat en onder 't mu-
siceeren de leege stoelen vergeet. Zoo
ging 't gisterenavond Eduard van
Beinum. Als 't Allegro maestoso- uit
de Haffnerserenade van Mozart wordt
ingezet, weet Van Beinum ons aan
stonds in de Mozartsfeur te brengen.
We genieten weer van die mooie,
vlugge viool passages, verlicht met al
lerlei tintelende figuurtjes, waartegen
hobo en fagot, of houtblazers met
waldhoorn een lang aangehouden ac-
coord plaatsen. We waardeeren de
smaakvolle afgewogenheid van het
klankvolume der partijen, al vier er in
den beginne een lichte toonzweving
van enkele blazers op te merken.
Rhythmisch was alles evenwel perfect
in orde en ook in ander opzicht kwam
het in orde. We hebben toen de H.O.V.
nog onder leiding van Gerharz stond
opgemerkt, dat dit ensemble zoo heel
geschikt is, om Mozart, Haydn en an
dere klassieken, die geen groote be
zetting vorderen uit te voeren.
En gisteravond is die gedachte weer
versterkt. Er zit zoo'n mooie toewij
ding in het niet groote gezelschap. En
die toewijding sprak wel heel duide
lijk uit de voordracht van het Andan
te der Serenade. De solopartij werd
hierbij en ook in de volgende deelen
vervuld door den heer Grins, den lsten
concertmeester van de H.O.V. Voor
zijn technisch gaaf en zeer gevoelig
spel niets dan waardeering. Misschien
zou er in de cadens nog iets meer
verdieping kunnen worden gelegd,
maar dit is tenslotte een onderdeel,
dat de schaal van onze algemeene
waardeering niet doet dalen. De
hoofdgedachte is weer zoo'n heel
mooi melodisch motief in een beetje
weemoedig timbre, dat voor de zoo-
veelste maal de gedachte deed opko
men: „Wie schreef er zóó mooi, zóó
argeloos, zóó fijn, zóó gracieus als
Mozart? Wie wist in heel de compo
sitie van zijn werk zoo'n doorzichtige,
gouden klaarheid te leggen?" Hoe
prachtig komt zoo'n cello, of zoo'n
fagot even naar voren. Wat is een
voudiger dan zoo'n heel mooi motief
van 't strijkorkest, in anderen toon
aard even te laten herhalen door den
solist, die er op voortborduurt, het
verheerlijkt en belicht, ondersteund
door de rhythmische figuren van 't
orkest. Onuitputtelijk is hij Mozart
de rijkdom van melodische weelde.
Aardig dat motief, uit het Menuetto,
waaruit een handig man, de melodie
van „Zie daar komt de stoomboot uit
Spanje weer aan" heeft gehaald. In
het Rondo onthioet men herhaaldelijk
van die populaire liedmotieven
maar dan populair in den allerbest
denkbaren zin van eenvoudig en fijn-
voornaam. En zoo heel mooi is het,
wanneer de solist zoo'n motief op zijn
viool even heeft uitgezongen. Dan
brokkelt hij het bij wijze van spreken
in duizend stukjes.
Elke vergelijking schiet te kort:
niaar men denkt aan de waterstraal
die opspuit, uiteen waait tot een pa
relende sluier; of aan het volle licht
dat over het prisma ontbonden wordt
tot een tintelende weelde van fijne
kleurnuances.
Over Mozart raakt men nauwelijks
uitgesproken. Maar Haydn is ten slot
te toch ook heel mooi. Hoewel niet zoo
universeel als Mozart, was toch ook
zijn ziel een hoorn des overvloeds van
muziek. Van de over de honderd
symphonieën, die hij schreef, hoorden
we gisteravond No. 97. Zeg gerust,
dat zoo'n aantal niet altijd een getui
genis van geestelijke diepgang is, 't
is tóch muziek. Haydn was altijd ge
disponeerd, ondanks 't booze humeur
van zijn vrouw.
Het schrijven van een symphonie
was kinderwerk voor hem en altijd
v/eer sto-rtte hij er zijn zonnige le
venslust in uit, blij als een vogel, die
zich heft in blauwe luchten. Zeg, dat
het goedkoop is: een thema door de
violen gespeeld, daarna door de hout
blazers, dan door 't heele orkest, 't Zit
dan toch maar heel mooi in elkaar.
En de zon van Weenen tintelt er door
heen. Er komt wel eens een elegisch
oogenblikje, maar dan klatert de
vreugde toch ook onmiddellijk weer
op. Hoe mooi was niet dat Adagio, dat
allergenoeglijkst doorzingt.
Er is een motief in:
3... 1 2.1 2 10
Maar even later verandert de terts in
de dominant: 3 wordt 5. En ineens
krii^t het een humoristisch trekje,
iets schalksch. Een lichte meditatie
is Haydn soms niet vreemd, maar 't
wordt nooit zwaarwichtig.
We zwijgen nu verder maar over 't
mooie menuet en t geestige presto,
waarin alles ongedwongen levensblij
heid is. Zulke muziek is heusch wel
eens goed voor een mensch. Men be
hoeft maar te luisteren met een open
ziel en zich niet om tonaliteitsproble-
men te bekommeren. De voordracht
er van was heel mooi.
Dan speelde de H.O.V. nog een drie
tal fragmenten uit de „Damnation de
Faust", waarbij we weer onder den
indruk kwamen van de prachtige in
strumentatiekunst, welks de romanti
sche fantast Hector Berlioz tot zijn be
schikking had. De bruisende „Mar-
che Hongroise" was een mooi slot.
Tusschen de symphcnische num
mers door hoorden we, smaakvol be
geleid door het Kaarlemseh Orkest,
uiej. DzjoLs Ising in een tweetal so
lonummers. Zij zong „Lamento di
Arianna" van Monteverdi door Res-
pighi, smaakvol en natuurlijk, nogal
modern bewerkt en verder de mooie
Aria uit „Samson et Dalila" van
Saint-Saëns. Haar alt is nog al groot
van omvang, vooral hij de diepe tonen
sympathiek. In de hoogte schijnt de
resonnans nog niet volkomen goed te
liggen. Bij voortgezette studie zal zij
hcfar techniek nog meer dienstbaar
kunnen maken aan haar muzikale
intenties. Bij het tweed© nummer
dacht ze ons heter gedisponeerd dan
bL het eerste. Het publiek was met
haar prestaties zeer ingenomen en
toonde dit door herhaalde hijvalsbe-'
tuigingen.
DE JAVA-SOEMBA-FILM.
Naar wij vernemen gaat het met
den verkoop van de kaarten voor de
Java-Soemha-film naai- wensch. Als
het vandaag en morgen nóg zoo door
gaat wordt de zaal „uitverkocht".
Gisteren heeft deze film proefge
draaid in het Koloniaal Instituut te
Amsterdam. Het verslag zegt er van:
Na een reis van Amsterdam naar
den Oost, brengt de film ons eerst
naar Djocja, het terrein der Geref.
Kerken in Noord-Holland; dan volgt
Keboemen. het „Friesche" terrein,
daarna Poerholinggo, verzorgd door de
Kerken van Zuid-Holland, Zuidelijk
gedeelte, dan Poerworedjo, bearbeid
door de Kerken van Utrecht en Gel
derland, vervolgens Magelang, het
terrein van de Kerken van Zeeland,
Noord-Brabant en Limburg, eindelijk
Solo, toevertrouwd aan de Kerken
van Zuid-Holland Noordelijk gedeelte.
Na al deze terreinen op Midden-Java
komt Soemba, het zendingsveld van
de Kerken in Groningen, Drente en
Overijsel.
De film heeft de genoodigden ruim
2 uur aangenaam bezig gehouden.
Natuurtafereelen op de reis naar In-
dië, de mooie reis van Batavia naar
Midden-Java, een drukke pasar
(markt) op de zendingsterreinen, het
zijn alle middelen om in een aange-
namen vorm een denkbeeld te geven
van het vele en vaak zware werk, dat
daar ginds door mannen en vrouwen,
blanken en bruinen, gedaan wordt om
het christendom te brengen, en heel
wat lijden weg te nemen of te ver
zachten.
De tegenstelling in zoo velerlei op
zicht tusschen het zendingswerk op
Java en dat op Soemba kómt in de
film mooi uit. Soemba met zijn woes
te natuur, zijn geheel andere bevol
king, maar ook met zijn andere cul
tuur, komt hier naar voren. Wij zien
een der zendendingsarbeiders gezeten
op een grafsteen het evangelie bren
gen. Dr. Onvlee met zijn arbeid voor
de taalstudie ontbreekt niet.
In het algemeen 'is de film rijk aan
bekende persoonlijkheden. Personen
ook uit Leiden en omgeving komen
er op voor.
Wie nog geen kaart kocht doe het
nog vandaag hij de boekhandelaren
Pontier, De Kier of Van Dijk, want
morgen aan de zaal kon het wel eens
te laat zijn. En er is weinig kans, dat
we voor de tweede maal in de gele
genheid zijn dezen winter.
DE LEIDSCHE TORENKAMER.
Naar wij vernemen, bestaan er
plannen de torenkamer der Universi
teit, waarheen men langs een aardige
wenteltrap toegang krijgt, in te rich
ten als tentoonstellingszaal voor we
tenschappelijke doeleinden.
HET SPOORWEGONGELUK BIJ
DE VINK.
Naar aanleiding van het bekende
spoorwegongeluk bij De Vink was
destijds de instructie geopend tegen
den ingenieur van den weg hij de
Ned. Spoorwegen ir. F. M. van Pan-
tlialeon Baron van ëck en tegen den
opzichter van den weg Berghuys.
Het gerechtelijk vooronderzoek is
thans beëindigd en dezer dagen heeft
de Officier van Justitie aan beide ver
dachten laten beteekenen, dat tot ver
dere vervolging zal worden overge
gaan.
Tegen deze kennisgeving hebben de
verdachten een bezwaarschrift bij de
rechtbank ingediend, welk bezwaar
schrift a.s. Woensdagochtend door de
3e kamer der Haagsche rechtbank in
raadkamer zal worden behandeld.
Baron van Eek wordt als raadsman
bijgestaan door jhr. mr. W. M. de
Brauw, terwijl mr. Veegens optreedt
als advocaat van Berghuys.
JUBILEUM.
Zondag herdacht de heer C. Koree
den dag dat hij vóór 50 jaren in dienst
kwam bij de Koninklijke Nederland-
sche Grofsmederij. Gistermorgen werd
de jubilaris ontvangen op het kantoor
waar hij door de directie werd gecom
plimenteerd en waar hem een enve
loppe met inhoud werd aangeboden.
Deze dag werd door den jubilaris in
huiselijken kring gevierd.
Binnenland.
Een- bijzondere nieuwe leerstoel iu
de nieuwere Fransche taal en letter
kunde aan de Leidsche Universiteit.
De gemeenteraad van Leiden stelt
een nienwe subsidieregeling voor da
Chr. H. B. S. vast.
Do laatste dag van het Chr. Natio
naal Schoolcongres.
Buitenland.
De thuisreis van de „Graf Zeppelin"
Labonroverwinning bij een tnsschen-
tijdsche verkiezing in Engeland.
De viering der 10-jarige onafhanke
lijkheid van Tsjecho-Slowakije.
De nitslag der Zwitsersche verkie
zingen.
De a.s. Presidentsverkiezingen in d9
Vereen. Staten.
Gisteravond werd den jubilaris door
de Muziekvereenigirug „Polyhymnia"
een serenade gebracht.
LEIDSCHE POLITIE SCHIETVEREEN.
„BURGEMEESTER DE GIJSELAAR".
Zaterdagavond had op den Burcht fees
telijk de prijsuitreiking plaats van den
derden jaarlijkschen onderlingen schiet
wedstrijd, gehouden door bovengenoemde
vereeniging.
Aanwezig waren de heer Meijer, com
missaris van politie, de heer Balfoort,
hoofdinspecteur en' de heer Duval, inspec
teur, de leden en eenige genoodigden met
hunne dames.
Jhr. de Gijselaar was door omstandig
heden verhinderd aanwezig te zijn.
De 2e voorzitter, de heer Bakker opende
den feestavond met een hartelijk Welkom
aan de aanwezigen en vooral aan de su
perieuren^ die hierdoor blijk gaven met
de vereeniging mede te leven.
Na het aangename verloop van den
wedstrijd te hebben ge?schetst en dank te
hebben gebracht aan de beeren Kok en
de Gunst, voor de trouwe hulp en aan
den beer Backer, pachter van den Burcht,
voor de steeds getoonde bereidwilligheid,
verzocht hij den heer commissaris de prij
zen te willen uitreiken. De commissaris
daarna het woord nemende deelde mede,
dat toen het bestuur hem had medege
deeld, dat Jhr. de Gijselaar verhinderd
was de prijzen uit te reiken en hem ver
zocht alsnu de prijzen uit te willen rei
ken, hij hieraan gaarne had voldaan.
Hij zette hierna uiteen,'dat een schiet-
vereeniging voor den politieman, die da
uitwerking van zijn wapen kent en er een
goed gebruik van kan maken, menschen-
levens kan sparen. Verder deelde hij mede
dat het hem bij 't bezoeken dar baan. tij
dens de oefeningen was opgevaüen, dat
er tusschen de leden een aangename ver
standhouding heerscht.
Hij sprak dan ook de hoop uit, dat nog
verschillende politiemannen als lid zul
len toetreden.
Daarna werden door hem de prijzen
verschillende mooie medailles en luxe
voorwerpen met een toepasselijk woord
uitgereikt.
Vervolgens werd door den heer Kok
diens wisselbeker, waarvan voor het .jaar
1927—1928 houder was de heer IJdo, adn
den houder van het jaar 19281929, den
heer ïmpelmans, met een toepasselijk
woord uitgereikt. De heer Kok gaf daarbij
als zijn meening te kennen, dat do beker
wel nimmer met 4848 punten zou wor
den gewonnen en is hij tevreden met 47—»
47 punten.
Hierna werd een aanvang gemaakt met
den dames-schietwedstrijd, waarvoor ver
schillende luxe voorwerpen beschikbaar
waren gesteld. Hierbij bleek, dat ook de
dames in schieten aardig waren vooruit
gegaan, alhoewel een 7-tal het niet ver
der bracht dan „poedels".
Het glanspunt van den avond werd toen
bij het uitreiken der prijzen aan de daoaes
de geheime rozenprijs, beschikbaar ge
steld door een der leden, aan de winnares
Mej. van Gennip, werd uitgereikt.
Bij het uitpakken van het pakket bleek
dit te bevatten een „nachtspiegel", waar
bij was gevoegd een toepasselijk gedicht,
hetwelk staande de vergadering door den
voorzitter moest worden voorgelezen. Dit
bracht de lachspieren danig in beweging.
In den loop van den avond werd door den
heer Backer, pachter van den Burcht,
een groet van Jhr. de Gijse'.aar aan de
vereeniging overgebracht, welke met het
bekende lied „Er is maar ééne goeie Leide-
naar" werd begroet.
Verder werd de avond opgeluisterd door
den pianist van Wel en een goede humo
rist, die de gezelligheid er bijzonder goed
inhielden, tot allen te 2 uur hoogst vol
daan huiswaarts keerden met een ,,'t Is
mooi geweest".