CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. Belanarijkste nieuws in dit Nummer. 9de JAARGANG DINSDAG 30 OCTOBER 1928 NUMMER 2578 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. i 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden fiS-ÉishJ? Teleioonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 221/» cent Ingezonden Mededeelingen dobbel tarief Bij contract belangrijke redactie Kleine ^Vdvertentiën bij vooraitbetaU&g van ten hoogste 30 woorden* worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents EERSTE BLAD. Hervormingsdag. Elk jaar weer als de sombere na jaarsvlagen langs het luchtruim gie ren, als straat en weg overdekt wor den met vergeelde bladeren van de ontluisterde hoornen, als de wind bij tusschenpoozen ons met titanenkracht tegenhoudt, breekt het oogenblik van de groote herdenking van de Kerkher vorming aan. Zooals liet stormt en giert daarbui ten en zooals de wind met onweer staanbare kracht tegenhoudt, zoo werd ook Luther vastgehouden. Maar in het torenkamertje van het klooster te Erfurt brak eindelijk een licht straal in zijn ziel door. Toen die lichtstraal: De goddelooze wordt gerechtvaardigd door het geloof door genade alleen, in zijn ziele geval len was, toen moest en wilde hij dat licht ook uitdragen naar buiten. Aan Luther komt de eer toe, dat hij de bezielde profeet der Hervorming is geweest. Luther was een held Gods. Hij heeft den titanen-strijd tegen Paus en Keizer gevoerd, waarhij heel de wereld den adem inhield. Welk een ander man was Luther dan Erasmus 1 Erasmus was de dubbelzinnige, de overvoorzichtige, die het midden wil de houden tusschen Rome en Refor matie. zonder zich zelf te compromit- teeren. Erasmus was de man van lou ter berekening, van angstvalligheid en welwillendheid om den vrede nog te redden. Luther was een onstuimig man, de krachtfiguur. Niet dat Luther in alles schoon was. Heine zegt: „Hij kon schelden als een vischwijf". Toch, hij kon tevens teeder zijn als een jonge maagd. Soms was Luther zoo wild als de storm, die eiken ontwortelt. Dan weer was hij zacht als de zefier, die de viooltjes kust. Luther was een diep-religieuze na tuur. Erasmus was de geleerde, louter intellect, de Humanist. Luther was niet alleen de man van het woord, de man van het fraaie ge baar, hij was vóór alls de man van de daad. Hoewel schuchter van aard en monnik in den volsten zin van het woord, heeft hij dikwerf een onge hoorde vrijmoedigheid aan den dag gelegd en trad hij, zooals professor H. H. Kuyper zegt, paus en keizer grimmig tegen. Erasmus was in religieus opzicht een eindpunt. Luther was de eerste, die door het geloof aan de hand van Christus op de wilde golven is gaan wandelen. Luther was de man ook van den nieuw-bouw. Erasmus' Humanisme verliep echter in het zand. Luther heeft geworsteld om licht. Hij wilde boven alles heils-zekerheid. Hij was het dobberen tusschen hoop en vrees moede. Hij wilde met zijn zonde-schuld in het reine komen. En' toen hij in de Roomsche Kerk met zijn zielsconflicten niet klaar kon komen, doorbrak hij het Roomsche systeem en baande zich als een held den uit weg. Luther dorstte naar den leven den God, naar Zijn actueele persoon lijke gemeenschap. Worsteling om het zielelicht dat is ook nu nog de taak van eiken zoon der hervorming. Reformatie-roep en reformatie-zuchten, maar ook refor matie-ijver past op eiken 31en October Laten wij ons dan ook op morgen toonen echte zonen der reformatie, hetzij wij op dien dag opzettelijk daar toe samenkomen, hetzij wij in stilheid onder ons werk daaraan denken. Zij het een dag van dankbaar her denken. V Vergaderzalen. Onze stad is niet buitengewoon rijk aan rustige gezellige vergaderzalen. Wij bedoelen vergaderzalen voor een niet al te groot gezelschap. Dikwerf wordt dit als een gebrek gevoeld, waartegen echter niet veel te doen is. Zoolang we voor onze Christelijke actie, met haar veelzijdige vertakkin gen, nog niet in het bezit zijn van een eigen huis of eigen gebouw, zullen we als vreemdelingen moeten ronddolen. Vooral onze A.-R. Kiesvereeniging kan hiervan meespreken. Onophoudelijk heeft zij haar tente op diverse plaatsen moeten opslaan; dan hier, dan daar haar leden verza melende. De ouderen onder ons herinneren zich nog wel hoe in vroeger jaren de bekende „Zaal Noordeinde", waaraan zoo ontzaglijk veel herinneringen kle ven, als vergaderplaats voor Neder land en Oranje diende. De bekende voorzaal was een niet ongezellige vergaderplaats. Na het verdwijnen der „Zaal Noord einde" werd het gebouw Patrimonium als Woonstede verkoren. Hoeveel kee- ren zou de Kiesvereeniging in den loop der jaren in Patrimonium niet bijeen zijn geweest? Figuren als de oud-voorzitters Van Kempen, ds. Ru dolph, de oude heer Mulder, met den nooit ontbrekenden secretaris Mizé-e, rijzen in onze gedachten op. Op den duur voldeed Patrimonium echter niet. Er werd, en wordt nog, in Patrimonium veel vergaderd, geca techiseerd, gezongen, etc. Dat werkt storend en is voor rustig vergaderen vaak hinderlijk. Korten tijd sloeg de Kiesvereen. haar bivak op in het gebouw Amicitia aan de Breestraat. Ongetwijfeld een mooie zaal, uitstekend verlicht, be hoorlijke ventilatie, comfortabel inge richt, maarvoor sommigen ver werpelijk, omdat deze zaal verbonden was aan een sociëteit. Het bestuur der Kiesvereeniging zwichtte voor deze bezwaarde broe ders en riep zijn leden samen in „Prediker". Nu willen wij van het gebouw niets kwaads zeggen, maar hetzelfde euvel waaraan Patrimonium lijdt, is ook hij Prediker waar te nemen, n.l. de en tourage is to onrustig, te roezemoezig. In de laatst gehouden vergadering der Kiesvereen. kwam het nog vóór, dat een der aanwezige leden naar een aangrenzend vertrek moest gaan en de aanwezige dames (ja heusch het waren dames) moest vragen of zij niet wat stiller konden zijn. Het verzoek, dat op zeer vriendelij ke wijze werd gedaan, werd onmiddel lijk ingewilligd; de dames wisten niet dat de Kiesvereen. vergaderde. Thans roept het bestuur der Iviesver. tegen a.s .Vrijdag, zijn leden bijeen in écn der zalen van „De Burcht", op de Nieuwstraat. Zal .,De Burcht" werkelijk in de toekomst een burcht worden voor Nederland en Oranje? Wij hebben de zaal eens bezichtigd, welwillend en vriendelijk rondgeleid door den pachter, den heer Backer. En wij willen bekennen; hier is het goed. Deze zaal is geprojecteerd in het oude notarishuis. De burchtpoort doorloopend gaat men rechts af het burchtplein op en vindt daar een recht gezellig ingerichte zaal, plaats biedend aan 150, zoo noodig aan 200 personen. Keurig ingericht, uitmun tend verlicht, niet al te hoog van verdieping en toch weer niet te laag, maakt het geheel een allervriendelijk- slen indruk. In het centrum der stad, gelegen op een der rustigste punten, met ruime gelegenheid voor berging van rijwie len, auto's enz., biedt deze zaal alles, wat men voor matigen prijs begeeren kan. De heer Backer, die het vorig jaar het oude notarishuis tot hotel ver bouwde en enkele goede vergaderza len deed inrichten, heeft hiermee, naar het ons voorkomt, in een drin gende behoefte voorzien. Wij spreken de hoop en verwachting uit, dat de vergadering der Kiesvereeniging op a.s. Vrijdag 2 November, door een breede schare zal worden bijgewoond. Maar ook dat wij daarna nog eens zullen hooren het oordeel over de lo- caliteit; critiek in afkeurenden zin als het moet, maar ook critiek in gunsti- gen zin, opdat het nu eens mag leiden tot wat meer vastheid in onze „wo ning". STADSNIEUWS. LICHTBEELDENAVOND NED. CHR. REISVEREENIGIN6. Men verzoekt ons mee te deelen. dat de lezing met lichtbeelden, welke he denavond in de Foyer der Stadsge hoorzaal vanwege de afd. Leiden der Ned. Chr. Reisvereeniging zou gehou den worden, niet doorgaat. Door droeve familieomstandigheden is de spreker, de heer Johan Koning, verhinderd geworden. HAARLEMSCHE ORKESTVEREENIGING. Een dirigent, die met zijn corps een half leege zaal eerst geheel vol moet spelen, heeft geen gemakkelijke taak. Gelukkig, dat hij altijd met zijn rug naar 't publiek staat en onder 't mu- siceeren de leege stoelen vergeet. Zoo ging 't gisterenavond Eduard van Beinum. Als 't Allegro maestoso- uit de Haffnerserenade van Mozart wordt ingezet, weet Van Beinum ons aan stonds in de Mozartsfeur te brengen. We genieten weer van die mooie, vlugge viool passages, verlicht met al lerlei tintelende figuurtjes, waartegen hobo en fagot, of houtblazers met waldhoorn een lang aangehouden ac- coord plaatsen. We waardeeren de smaakvolle afgewogenheid van het klankvolume der partijen, al vier er in den beginne een lichte toonzweving van enkele blazers op te merken. Rhythmisch was alles evenwel perfect in orde en ook in ander opzicht kwam het in orde. We hebben toen de H.O.V. nog onder leiding van Gerharz stond opgemerkt, dat dit ensemble zoo heel geschikt is, om Mozart, Haydn en an dere klassieken, die geen groote be zetting vorderen uit te voeren. En gisteravond is die gedachte weer versterkt. Er zit zoo'n mooie toewij ding in het niet groote gezelschap. En die toewijding sprak wel heel duide lijk uit de voordracht van het Andan te der Serenade. De solopartij werd hierbij en ook in de volgende deelen vervuld door den heer Grins, den lsten concertmeester van de H.O.V. Voor zijn technisch gaaf en zeer gevoelig spel niets dan waardeering. Misschien zou er in de cadens nog iets meer verdieping kunnen worden gelegd, maar dit is tenslotte een onderdeel, dat de schaal van onze algemeene waardeering niet doet dalen. De hoofdgedachte is weer zoo'n heel mooi melodisch motief in een beetje weemoedig timbre, dat voor de zoo- veelste maal de gedachte deed opko men: „Wie schreef er zóó mooi, zóó argeloos, zóó fijn, zóó gracieus als Mozart? Wie wist in heel de compo sitie van zijn werk zoo'n doorzichtige, gouden klaarheid te leggen?" Hoe prachtig komt zoo'n cello, of zoo'n fagot even naar voren. Wat is een voudiger dan zoo'n heel mooi motief van 't strijkorkest, in anderen toon aard even te laten herhalen door den solist, die er op voortborduurt, het verheerlijkt en belicht, ondersteund door de rhythmische figuren van 't orkest. Onuitputtelijk is hij Mozart de rijkdom van melodische weelde. Aardig dat motief, uit het Menuetto, waaruit een handig man, de melodie van „Zie daar komt de stoomboot uit Spanje weer aan" heeft gehaald. In het Rondo onthioet men herhaaldelijk van die populaire liedmotieven maar dan populair in den allerbest denkbaren zin van eenvoudig en fijn- voornaam. En zoo heel mooi is het, wanneer de solist zoo'n motief op zijn viool even heeft uitgezongen. Dan brokkelt hij het bij wijze van spreken in duizend stukjes. Elke vergelijking schiet te kort: niaar men denkt aan de waterstraal die opspuit, uiteen waait tot een pa relende sluier; of aan het volle licht dat over het prisma ontbonden wordt tot een tintelende weelde van fijne kleurnuances. Over Mozart raakt men nauwelijks uitgesproken. Maar Haydn is ten slot te toch ook heel mooi. Hoewel niet zoo universeel als Mozart, was toch ook zijn ziel een hoorn des overvloeds van muziek. Van de over de honderd symphonieën, die hij schreef, hoorden we gisteravond No. 97. Zeg gerust, dat zoo'n aantal niet altijd een getui genis van geestelijke diepgang is, 't is tóch muziek. Haydn was altijd ge disponeerd, ondanks 't booze humeur van zijn vrouw. Het schrijven van een symphonie was kinderwerk voor hem en altijd v/eer sto-rtte hij er zijn zonnige le venslust in uit, blij als een vogel, die zich heft in blauwe luchten. Zeg, dat het goedkoop is: een thema door de violen gespeeld, daarna door de hout blazers, dan door 't heele orkest, 't Zit dan toch maar heel mooi in elkaar. En de zon van Weenen tintelt er door heen. Er komt wel eens een elegisch oogenblikje, maar dan klatert de vreugde toch ook onmiddellijk weer op. Hoe mooi was niet dat Adagio, dat allergenoeglijkst doorzingt. Er is een motief in: 3... 1 2.1 2 10 Maar even later verandert de terts in de dominant: 3 wordt 5. En ineens krii^t het een humoristisch trekje, iets schalksch. Een lichte meditatie is Haydn soms niet vreemd, maar 't wordt nooit zwaarwichtig. We zwijgen nu verder maar over 't mooie menuet en t geestige presto, waarin alles ongedwongen levensblij heid is. Zulke muziek is heusch wel eens goed voor een mensch. Men be hoeft maar te luisteren met een open ziel en zich niet om tonaliteitsproble- men te bekommeren. De voordracht er van was heel mooi. Dan speelde de H.O.V. nog een drie tal fragmenten uit de „Damnation de Faust", waarbij we weer onder den indruk kwamen van de prachtige in strumentatiekunst, welks de romanti sche fantast Hector Berlioz tot zijn be schikking had. De bruisende „Mar- che Hongroise" was een mooi slot. Tusschen de symphcnische num mers door hoorden we, smaakvol be geleid door het Kaarlemseh Orkest, uiej. DzjoLs Ising in een tweetal so lonummers. Zij zong „Lamento di Arianna" van Monteverdi door Res- pighi, smaakvol en natuurlijk, nogal modern bewerkt en verder de mooie Aria uit „Samson et Dalila" van Saint-Saëns. Haar alt is nog al groot van omvang, vooral hij de diepe tonen sympathiek. In de hoogte schijnt de resonnans nog niet volkomen goed te liggen. Bij voortgezette studie zal zij hcfar techniek nog meer dienstbaar kunnen maken aan haar muzikale intenties. Bij het tweed© nummer dacht ze ons heter gedisponeerd dan bL het eerste. Het publiek was met haar prestaties zeer ingenomen en toonde dit door herhaalde hijvalsbe-' tuigingen. DE JAVA-SOEMBA-FILM. Naar wij vernemen gaat het met den verkoop van de kaarten voor de Java-Soemha-film naai- wensch. Als het vandaag en morgen nóg zoo door gaat wordt de zaal „uitverkocht". Gisteren heeft deze film proefge draaid in het Koloniaal Instituut te Amsterdam. Het verslag zegt er van: Na een reis van Amsterdam naar den Oost, brengt de film ons eerst naar Djocja, het terrein der Geref. Kerken in Noord-Holland; dan volgt Keboemen. het „Friesche" terrein, daarna Poerholinggo, verzorgd door de Kerken van Zuid-Holland, Zuidelijk gedeelte, dan Poerworedjo, bearbeid door de Kerken van Utrecht en Gel derland, vervolgens Magelang, het terrein van de Kerken van Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, eindelijk Solo, toevertrouwd aan de Kerken van Zuid-Holland Noordelijk gedeelte. Na al deze terreinen op Midden-Java komt Soemba, het zendingsveld van de Kerken in Groningen, Drente en Overijsel. De film heeft de genoodigden ruim 2 uur aangenaam bezig gehouden. Natuurtafereelen op de reis naar In- dië, de mooie reis van Batavia naar Midden-Java, een drukke pasar (markt) op de zendingsterreinen, het zijn alle middelen om in een aange- namen vorm een denkbeeld te geven van het vele en vaak zware werk, dat daar ginds door mannen en vrouwen, blanken en bruinen, gedaan wordt om het christendom te brengen, en heel wat lijden weg te nemen of te ver zachten. De tegenstelling in zoo velerlei op zicht tusschen het zendingswerk op Java en dat op Soemba kómt in de film mooi uit. Soemba met zijn woes te natuur, zijn geheel andere bevol king, maar ook met zijn andere cul tuur, komt hier naar voren. Wij zien een der zendendingsarbeiders gezeten op een grafsteen het evangelie bren gen. Dr. Onvlee met zijn arbeid voor de taalstudie ontbreekt niet. In het algemeen 'is de film rijk aan bekende persoonlijkheden. Personen ook uit Leiden en omgeving komen er op voor. Wie nog geen kaart kocht doe het nog vandaag hij de boekhandelaren Pontier, De Kier of Van Dijk, want morgen aan de zaal kon het wel eens te laat zijn. En er is weinig kans, dat we voor de tweede maal in de gele genheid zijn dezen winter. DE LEIDSCHE TORENKAMER. Naar wij vernemen, bestaan er plannen de torenkamer der Universi teit, waarheen men langs een aardige wenteltrap toegang krijgt, in te rich ten als tentoonstellingszaal voor we tenschappelijke doeleinden. HET SPOORWEGONGELUK BIJ DE VINK. Naar aanleiding van het bekende spoorwegongeluk bij De Vink was destijds de instructie geopend tegen den ingenieur van den weg hij de Ned. Spoorwegen ir. F. M. van Pan- tlialeon Baron van ëck en tegen den opzichter van den weg Berghuys. Het gerechtelijk vooronderzoek is thans beëindigd en dezer dagen heeft de Officier van Justitie aan beide ver dachten laten beteekenen, dat tot ver dere vervolging zal worden overge gaan. Tegen deze kennisgeving hebben de verdachten een bezwaarschrift bij de rechtbank ingediend, welk bezwaar schrift a.s. Woensdagochtend door de 3e kamer der Haagsche rechtbank in raadkamer zal worden behandeld. Baron van Eek wordt als raadsman bijgestaan door jhr. mr. W. M. de Brauw, terwijl mr. Veegens optreedt als advocaat van Berghuys. JUBILEUM. Zondag herdacht de heer C. Koree den dag dat hij vóór 50 jaren in dienst kwam bij de Koninklijke Nederland- sche Grofsmederij. Gistermorgen werd de jubilaris ontvangen op het kantoor waar hij door de directie werd gecom plimenteerd en waar hem een enve loppe met inhoud werd aangeboden. Deze dag werd door den jubilaris in huiselijken kring gevierd. Binnenland. Een- bijzondere nieuwe leerstoel iu de nieuwere Fransche taal en letter kunde aan de Leidsche Universiteit. De gemeenteraad van Leiden stelt een nienwe subsidieregeling voor da Chr. H. B. S. vast. Do laatste dag van het Chr. Natio naal Schoolcongres. Buitenland. De thuisreis van de „Graf Zeppelin" Labonroverwinning bij een tnsschen- tijdsche verkiezing in Engeland. De viering der 10-jarige onafhanke lijkheid van Tsjecho-Slowakije. De nitslag der Zwitsersche verkie zingen. De a.s. Presidentsverkiezingen in d9 Vereen. Staten. Gisteravond werd den jubilaris door de Muziekvereenigirug „Polyhymnia" een serenade gebracht. LEIDSCHE POLITIE SCHIETVEREEN. „BURGEMEESTER DE GIJSELAAR". Zaterdagavond had op den Burcht fees telijk de prijsuitreiking plaats van den derden jaarlijkschen onderlingen schiet wedstrijd, gehouden door bovengenoemde vereeniging. Aanwezig waren de heer Meijer, com missaris van politie, de heer Balfoort, hoofdinspecteur en' de heer Duval, inspec teur, de leden en eenige genoodigden met hunne dames. Jhr. de Gijselaar was door omstandig heden verhinderd aanwezig te zijn. De 2e voorzitter, de heer Bakker opende den feestavond met een hartelijk Welkom aan de aanwezigen en vooral aan de su perieuren^ die hierdoor blijk gaven met de vereeniging mede te leven. Na het aangename verloop van den wedstrijd te hebben ge?schetst en dank te hebben gebracht aan de beeren Kok en de Gunst, voor de trouwe hulp en aan den beer Backer, pachter van den Burcht, voor de steeds getoonde bereidwilligheid, verzocht hij den heer commissaris de prij zen te willen uitreiken. De commissaris daarna het woord nemende deelde mede, dat toen het bestuur hem had medege deeld, dat Jhr. de Gijselaar verhinderd was de prijzen uit te reiken en hem ver zocht alsnu de prijzen uit te willen rei ken, hij hieraan gaarne had voldaan. Hij zette hierna uiteen,'dat een schiet- vereeniging voor den politieman, die da uitwerking van zijn wapen kent en er een goed gebruik van kan maken, menschen- levens kan sparen. Verder deelde hij mede dat het hem bij 't bezoeken dar baan. tij dens de oefeningen was opgevaüen, dat er tusschen de leden een aangename ver standhouding heerscht. Hij sprak dan ook de hoop uit, dat nog verschillende politiemannen als lid zul len toetreden. Daarna werden door hem de prijzen verschillende mooie medailles en luxe voorwerpen met een toepasselijk woord uitgereikt. Vervolgens werd door den heer Kok diens wisselbeker, waarvan voor het .jaar 1927—1928 houder was de heer IJdo, adn den houder van het jaar 19281929, den heer ïmpelmans, met een toepasselijk woord uitgereikt. De heer Kok gaf daarbij als zijn meening te kennen, dat do beker wel nimmer met 4848 punten zou wor den gewonnen en is hij tevreden met 47—» 47 punten. Hierna werd een aanvang gemaakt met den dames-schietwedstrijd, waarvoor ver schillende luxe voorwerpen beschikbaar waren gesteld. Hierbij bleek, dat ook de dames in schieten aardig waren vooruit gegaan, alhoewel een 7-tal het niet ver der bracht dan „poedels". Het glanspunt van den avond werd toen bij het uitreiken der prijzen aan de daoaes de geheime rozenprijs, beschikbaar ge steld door een der leden, aan de winnares Mej. van Gennip, werd uitgereikt. Bij het uitpakken van het pakket bleek dit te bevatten een „nachtspiegel", waar bij was gevoegd een toepasselijk gedicht, hetwelk staande de vergadering door den voorzitter moest worden voorgelezen. Dit bracht de lachspieren danig in beweging. In den loop van den avond werd door den heer Backer, pachter van den Burcht, een groet van Jhr. de Gijse'.aar aan de vereeniging overgebracht, welke met het bekende lied „Er is maar ééne goeie Leide- naar" werd begroet. Verder werd de avond opgeluisterd door den pianist van Wel en een goede humo rist, die de gezelligheid er bijzonder goed inhielden, tot allen te 2 uur hoogst vol daan huiswaarts keerden met een ,,'t Is mooi geweest".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1