CHRISTELIJK DAC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaa! uit TWEE Bladen. Belangrijkste nieuws in dit Hummer. NUMMER 257 4 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden ea buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. i 2.50 Per week.1 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22*/« cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief Bij contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ed. 40 cents EERSTE BLAD. Wie honoreert. Tot degenen, die ontevreden gestemd zijn over liet ontwerp van wet tot re geling van de financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten, behoort ook het (R. K.) „Huisgezin". In dit blad lezen wij aan het slot van een beschouwing, de volgende-ont boezeming: „Resumeert men, met weglating van kleinigheden, het geval, dan blijkt: dat we, in plaats van rijksinkom stenbelasting een gemeentelijke in komstenbelasting, tweemaal rijksin- komstenbelastiing zullen hebben te betalen, waarvan de eene voor het rijk, de andere voor de gemeente bestemd is; dat we de personeele belasting onder een anderen naam, voortaan aan de gemeente zullen hebben te betalen. Zou het als we van de forensenbe lasting afzien, heel veel verschil heb ben gegeven, indien het Rijk zich had bepaald tot het afstaan der 16 millioen uit de grondbelasting aan de gemeen ten en voor het overige alles bij het oude had gelaten? Is dit nu de geweldige hervorming, waarvan men had gedroomd? Vergeet niet, dat al die financieel- administratieve wijzigingen een gewel digen omslag en rompslomp zullen meebrengen, en dat de dreigende op centen op de Gemeentefondsbelasting een Damocles-zwaard blijven voor de dierbare gemeentenaren. En hoe denkt de minister van finan ciën, of liever want zijn tijd duurt het wel uit: de nieuwe wet zal eerst in 1931 in werking treden hoe zal zijn opvolger het millioenengat in de rijksfinanciën moeten stoppen? Is het goede financieele politiek, dat een minister van Financiën een wissel trekt, dien niet hij behoeft te honoree- ren, en voor welker honoreeren hij ook geen maatregelen neemt?" In deze redeneering zitten verschil lende onbillijkheden. In de eerste plaats, dat het wordt voorgesteld, alsof ook dit ontwerp maar wat prutst, zooals zoo vaak met de financieele verhouding het geval was. Gelukkig, dat mannen van gezag ge wagen van „een oplossing in groo- ten stijl". Maar vooral willen wij wijzen op de groote onbillijkheid, die er is gelegen in den slotzin. Hier wordt het voorgesteld, alsof de ministers niet alleen de minister van Financien is verantwoordelijk maar een breeden slag slaan, om het aan een volgend kabinet over te laten voor de gevolgen te zorgen. Daartegenover moet gesteld worden dat van elk Kabinet verwacht had mogen worden, dat het met een voor stel zou komen. Eveneens weet ieder, dat, hoe ook 'n regeling zou mogen luiden, zal ze bil lijk zijn, zij een aanzienlijke rijksbij slag moet brengen. Voorts moge er de aandacht op ge vestigd worden, dat de ministers zich getrouw gehouden hebben aan het be drag, door de laatste Staatscommissie genoemd. Naar onze meening staat het dan ook zoo, dat hier een wissel getrokken is voor gewone huishoudelijke leve ring, die steeds gehonoreerd zal moe ten worden, onverschillig wie te dien tijde aan het bewind zal zijn. STADSNIEUWS. GEMEENTERAAD. Vergadering van den Gemeenteraad op Maandag 29 October, des namid dags te twee uur. Te behandelen onderwerpen: 1. Benoeming van een ingenieur der gemeentewerken. 2. Benoeming van drie leden van het Burgerlijk Armbestuur. 3. Praeadvies" op het verzoek van Prof. Dr. P. J. Blok, om ontslag als lid der Commissie voor het Stedelijk Museum „De Lakenhal". 4. Praeadvies op het verzoek van Prof. Dr. P. J. Blok, om ontslag als Commissaris der Gemeentelijke Bank van Leening. 5. Voorstel tot aankoop van 'n strook grond, grenzende aan. de Stadsgehoor zaal, Sectie G no. 65, ged., en tot vast stelling van den desbetreffenden be- grootingsstaat. 6. Voorstel om te besluiten tot het instellen van beroep tegen de beslis sing van Ged. Staten, waarbij een 2- i 'I aanslagen in de Forensenbelasting erd vernietigd. 7. Voorstel om aan daarvoor in aan merking komende werkloozen hoofden van gezinnen en kostwinners geduren de het winterseizoen brandstoffen te verstrekken. 8. Voorstel: a. tot vaststelling van de vergoe ding, bedoeld in het le tot en met het 7de lid van art. 161 der L. O.-wet 1920, over het jaar 1925, aan de besturen van verschillende bijzondere scholen; b. tot vaststelling van de bedragen, die, overeenkomstig het 8ste lid van het sub a bedoeld wetsartikel, over de 1923 tot en met 1925 door het bestuur van de bijzondere school aan de Oude Vest 193-195 in de gemeentekas moeten worden gestort, respectievelijk aan het bestuur van de bijzondere scholen aan de Munnikenstraat la en Oosterstraat 16 moeten worden uitgekeerd. c. tot vaststelling van de vergoeding, bedoeld in het 9de lid van sub a be doeld wetsartikel, over 1925, aan de besturen van verschillende bijzonde re scholen. 9. Voorstel: a. tot vaststelling van de verorde ning, houdende wijziging van de ver ordening van 30 Juli 1923 (Gem.blad no. 25), regelende het openbaar gewoon lager- en uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Leiden; b. tot nadere aanduiding van de Centrale school voor het 7de leerjaar, met den naam: „Centrale school voor het 7de en 8ste leerjaar". 10. Voorstel: a. tot het verleenen van een subsidie over 1925 ten behoeve van de Christe lijke Hoogere Burgerschool en tot de vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat; b. inzake het verleenen van subsi die over 1926 en volgende jaren ten behoeve van de sub a bedoelde school. GEMEENTEZAKEN. Uitkeering bijzonder onderwijs over 1925. De gemiddelde kosten per leerling (met uitzondering van de kosten van salarieering van vakonderwijzers) hebben over 1925 bedragen voor ge woon lager onderwijs 15,12 en voor het uitgebreid lager onderwijs 27,79. Voor administratiekosten enz. is 0,50 in deze bedragen begrepen. Met betrekking tot de vergoeding wegens salarieering van vakonderwij zers over 1925 wordt vermeld, dat is uitgegeven voor de scholen voor ge woon lager onderwijs voor nuttige handwerken gemiddeld 9o.36 per wekelijksch lesuur per jaar en voor lichamelijke oefening 132,79; en voor scholen voor U. L. O. voor lichamelij ke oefening 128,18 en voor wiskunde 160,50. Op grond van een en ander geven B. en W. den raad in overweging de vergoeding, bedoeld in het le tot en met 7e lid van art. 101 der Lager On derwijswet 1920, over het jaar 1925 voor de besturen van een aantal bij zondere scholen vast te stellen op 75.413 en voor vergoeding wegens salarieering van .vakonderwijs, be doeld in het 9de lid van hetzelfde wets artikel over 1925 een bedrag van 12,852. Het 8ste leerjaar. Blijkens een brief van het hoofd der centrale school voor het 7de leerjaar 'is deze van gevoelen, dat, nu de groep leerlingen, die geheel vrijwillig lan ger dan één jaar zijn school pleegt te bezoeken, wordt versterkt met een ca tegorie leerlingen, vveike krachtens 1e gewijzigde leerplichtwet verplicht is, langer dan één jaar het onderwijs aan die school te volgen, het oogenblik is gekomen, om het onderwijs in het 8e leerjaar aan zijn school te regelen en daarbij de mogelijkheid te openen tot uitbre iding van het aantal vakken, dat thans aan de school wordt onderwezen De uitbreiding zou z.i. bestaan in de toevoeging aan het leerplan van een der vakken Fransch, Duitsch of En- gelsch, alsmede van de vakken han denarbeid en algemeene geschiedenis. B. en W. deelen den raad mede, zich met deze zienswijze te kunnen vereeni gen en zij stellen daarom voor in dien geest te besluiten. Wintercokes werkloozen. Ir de laatste jare.i werd aan werk- looze hoofden van gezinnen en kost winners, die naar het oordeel van het Burgerlijk Armbestuur of van den Ge meentelijken Dienst voor Sociale Za ken daarvoor in aanmerking kwamen, gedurende het winterseizoen cokes verstrekt. Werd aanvankelijk weke lijks Y H.L. geklopte cokes verstrekt, in de winterseizoenen 19261927 en 19271928 werd dit kwantum geduren de de maanden December, Januari en Februari verdubbeld. Bovendien werd in het seizoen 19// 1928 aan personen, die op 1 Januari van het Burgerlijk Armbestuur of den Gemeentelijken Dienst voor Sociale zaken overgingen naar de werklozen kassen en hun inkomsten dientenge volge zagen dalen, ook gedurende den tijd, dien zij uitkeering uit hun werk- loozenkassen ontvingen, een cokesbon verstrekt. Gedurende 22 wéken, van Zaterdag 22 October 1927 tot en met 19 Maart 1928 zijn door den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken en het Bur gerlijk Armbestuur aan bedoelde ca- tegoriën van werkloozen in totaal uit gereikt 7566 bons voor Yi H.L. en 11832 bons voor 1 H.L. cokes en wel door eerstgenoemden dienst 2878 bons voor Yi H.L. en 3865 bons voor 1 H.L. en voor het Burgerlijk Armbestuur 4688 bons voor Y H.L. en 7967 bons voor 1 H.L. De kosten bedroegen voor den Ge meentelijken Dienst voor Sociale Za ken 6914,45 en voor het Burgerlijk Armbestuur 11.524,55, dus in totaal 18439. Ook thans bestaat er naar het oor deel van B. en W. en dat van de sub commissie voor de steunverleening uit de Commissie van Advies voor Socia le Zaken aanleiding, om in denzelfden geest als in het vorige winterseizoen brandstoffen te doen verstrekken. Het tijdvak, gedurende hetwelk de verstrekking zal plaats hebben, mee- nen zij wederom op 22 weken te moe ten bepalen en wel aanvangende Za terdag 27 October 1928 en eindigende Maandag 25 Maart 1929. Gedurende 13 weken daarvan, in de maanden December, Januari en Fe bruari zullen dan wederom bons voor 1 H.L. worden verstrekt, gedurende de overige 9 weken bons voor Yi H.L. Op de bons, geldig voor K H.L. co kes, zal men desverkiezend door bij betaling van 25 cent 1 H.L. parel- cokes kunnen bekomen, terwijl op de bons, geldig voor 1 II. L. cokes, zoo men dit wenscht, 1Y H.L. parelcokes, of met bijpassing van 50 cent, 2 H.L. parelcokes zullen werden verstrekt. De kosten zullen vermoedelijk be dragen plm. 18.000. Naar aanleiding van het boven staande geven B. en W. in overweging, te besluiten, aan werklooze hoofden van gezinnen en kostwinners, die naar het oordeel van het Burgerlijk Armbe stuur of den gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken daarvoor in aan merking komen, van gemeentewege cokes te verstrekken, een en ander over het tijdvak 27 October 1928 tot en met 25 Maart 1929, in den geest als in den vorigen winter heeft plaats gehad. Hooger beroep aanslag werkfo- rens. B. en W. stellen den Gemeenteraad voor, in hooger beroep te gaan bij de Kroon van de beschikking van Gedep. Staten, inzake den aanslag van een werkforens in de plaatselijke belas ting dezer gemeente, omdat zij mee- nen, dat deze terecht is aangeslagen. Aankoop grond bij de Gehoorzaal. De heer J. J. Paardekooper heeft aan de gemeente te koop aangeboden het hem in eigendom toebehoorend open terrein, grenzende aan de west zijde van de Stadsgehoorzaal, ter grootte van plm. 80 vierk. M. Het bezit van dezen grond is, met het oog op de ligging, voor de gemeen te wel van belang. Vooreerst ontstaat daardoor de ge legenheid om aan de Stadsgehoorzaal enkele zeer wenschelijke verbeterin gen aan te brengen, zooals het ver- grooten van de koffiekamer, doch te vens wordt dan de mogelijkheid afge sneden, dat b.v. bij bebouwing door derden de toetreding van het licht be nomen wordt of op andere wijze de be langen van de gemeente als eigenares se van de Stadsgehoorzaal worden ge schaad. Na langdurige onderhandelingen werd met den eigenaar behoudens de goedkeuring van den raad, overeen stemming verkregen over een prijs van 50 per vierk. M., welke prijs het College in de gegeven omstandigheden aannemelijk voorkomt. Wordt de koffiekamer uitgebreid en worden verder gedachte verbeteringen aangebracht ten behoeve waarvan binnenkort een crèdiet bij den Raad zal worden aangevraagd dan zal een en ander aan de exploitatie ten goede komen en mitsdien het rende ment voor de gemeente verhoogen. B. en W. stellen mitsdien, in over eenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage voor tot aankoop te besluiten. Prof. P. J. Blok. Prof. P. J. Blok heeft eervol ontslag gevraagd als lid van de Commissie van het Stedelijk Museum „De Laken hal" en als commissaris van de Ge meentelijke Bank van Leening. B. en W. stellen voor hem onder dankbetuiging voor de vele diensten gedurende vele jaren als zoodanig be wezen, het gevraagde ontslag te ver leenen. Burgerlijk Armbestuur. B. en W. stellen den Raad voor in een drietal vacatures (een wegens het eervol ontslag nemen van den heer Planjer en twee wegens periodieke af treding) in het Burgerlijk Armbestuur een keuze te doen uit de volgende dub beltallen: Vacature H. J. Planjer: 1. S. J? le Poole; 2. Mr. H. R. Goud smit. Vacature Mej. F. W. C. Riphaagen: 1. Mej. F. W. C. Riphaagen; 2. Mej. J. B. Loebèr. Vacature J. Karstens: 1. J. Karstens; 2. W. J. Laman. KERKCONCERT IN DE PIETERSKERK Sursum Corda. Men moet in het Gregoriaansch meer zien, dan een soort eenstemmige gezan gen, recitatieven, hymnen* enz. die bij ver schillende diensten in de Katholieke Kerk niet altijd even verdienstelijk en soms in een erbarmelijken dreun worden ten gehoore gebracht. Men moet het beschou wen in het licht der historie. Het heeft, voor zoover het in de Oostersche kerk is ontstaan, in de Joodsch-Christelijke ge meenten elementen ontleend aan het Psalmodiëeren der Joden bij den tempel dienst. Sterker zijn evenwel de Grieksche, de Hellenistische invloeden. Het Grieksche toonsysteem ligt er aan ten grondslag, al onderging dit eenige wijziging. Het uit zich in acht verschillende modi, later kerktoonaarden genoemd, die ieder op zich zelf een eigen karakter dragen. Daar naast kent men nog vier afgeleide toon aarden. Het Gregoriaansch, zoo genoemd naar Paus Gregorius den Grooten ±600, is dus niet door dezen Paus uitgevonden. Het ontleent zijn naam aan hem, omdat hij de verschillende hymnen en gezangen, die in verschillende diocesen van Oost en West in gebruik waren, verzamelde, rang schikte en bindend maakte voor de heele kerk. Gregorius voegde waarschijnlijk zelf slechts enkele hymnen er aan toe. Het bekende Te Deum laudamus b.v. is veel ouder. Het werd het eerst gezongen bij het Concilie van Nicea in 325. Maar in oorsprong was het hoogstwaarschijnlijk een Grieksche Zeus-hymne, die naar den tekst gewijzigd werd. Na paus Gregorius stond de ontwikkeling van het Grego riaansch niet stil. Het werd naar den vorm steeds rijker en men mag aannemen, dat vooral de lichter getinte kerktoonaar den, niet het minst toen de Romaansche bouwstijl in verband met de idealen der menschen zich ontwikkelde tot Gothïek, gebezigd werden voor steeds sierlijker vor men van melodie. Eerst als de meerstem migheid in de kerkmuziek in de 14e en 15e eeuw meer en meer wordt toegepast, loopt het met de ontwikkeling van het Gregoriaansch ten einde. En als de Ne- derlandsche meesters in de 16e eeuw de contrapuntiek langzamerhand naar haar hoogtepunt voeren, is het met de eigen lijke ontwikkelingsgeschiedenis van het Gregoriaansch gedaan. Als men in onzen tijd probeeren zou, nog Gregoriaansche muziek te schrijven, zou dit waardelooze imitatie zijn. Het is er mee gedaan, even als met de Gothische bouwkunst. Maar heeft het daarom uit practisch-muzikaal en uit historisch oogpunt zijn beteekenis verloren? Het is een kunst, die naar haar ont staan wortelt in vóóchristelijke tijden en waaraan minstens 15 eeuwen gewerkt heb ben om ze te ontwikkelen. Het is, afgezien van elke geloofsovertuiging, de basis, waarop onze huidige Westersche muziek rust, die nog maar 4 eeuwen hoogstens bud is. Richard Wagner, van wien nie mand beweren zal, dat hij in eenen of an deren zin dogmatisch-christelijk geloovig was, verdiepte zich soms in het Gregori aansch, om zich aan de oude schoonheid te laven en nieuwe motieven te vinden voor zijn moderne uitingen. Afgezien van zijn beteekenis voor den Katholieken eeredienst, is het voor het al gemeen historisch aanvoelen van de mu zikale ontwikkeling in den loop der tij den van groote beteekenis. De stem der eeuwen ruischt er ons uit tegen. Die heb ben we gisteravond kunnen beluisteren aan het prachtige Kyrie van Zuster Hilde- gardis, 1100, dat officieel in het Gra duale Romanum niet is opgenomen, en dus bij hooge uitzondering in een en kele Katholieke kerk wordt gezongen. Men voelt intuitief aan, dat het golvend aanzwellen en weer vervloeien van de prachtige melodieën in Lydischen toon aard, zoo geheel tot zijn recht komt in de wijde hallen van het oude heiligdom, welks heerlijk gewelvenstelsel die zelfde rondende, wijkende en weer aanzwellende bewogenheid vertoont. Maar dan moet zoo'n biddend Kyrie ook alleen gezongen worden met de verinniging en de rein heid, waarmee het gisteravond door Cuy- pers' knapenkoor werd voorgedragen. De zelfde immaterieele schoonheid kwam tot ons uit „Hoïno Quidam", waarin een ge lukkige afwisseling van jongenskoor en het mannenkoor van „Sursum Corda" aantoonde, hoe prachtig de hooge kunst waarde dezer muziek tot uiting kan ko- Binnenland. Interpellatie-v. d. Heuvel over den toestand in de suikerindustrie. De Koningin heeft het wetsvoorstel- Zijlstra niet goedgekeurd. Het vijfde postvliegtuig naar Indië is te Rangoon aangekomen. Mr. D. F. Pont, burgemeester van Uithoorn, is tot burgemeester van Hillegom benoemd. Nadere bijzonderheden over de ont ploffing te Groningen. Buitenland. Amerikaansch tankschip met 45 opvarenden vergaan. Verbetering in die Zwitsersch-Ita- liaansche betrekkingen. De conferentie der Duitsche bonds staten is gesloten. De zittingen der Fransche Algemee ne Raden geopend. Een nieuwe oppositie in de Russi sche communistische partij. De „Graf Zeppeln" zal in het mid den der volgende week naar Duitsch* land terugkeeren. men. En ten slotte mochten wij als com positie uit 1300 nog hooren de Sequens „Veni Sancte Spiritus". Het zal voor ieder een die kinderzang onderwijst, of er op een of andere wijze bij betrokken is, steeds een raadsel blijven, hoe Cuypers het aan legt, om aan den zang van zijn knapen koor dien reinen glans, dat wonderlijk timbre, die suggestieve tekstdeclamatie te geven. Men beeft dat behalve aan de Gre goriaansche hymnen, kunnen bewonderen aan de Oud-Hollandsche liederen als „T'vvijl in den nacht", „Herders, Hij is ge- horen", aan het roerende lied van „Die Co- ninckskinderen". Wij denken slechts even. nog aan de wijze waarop de regel „Men hoort daar niets dan engelenzang en har- pengespel" uit „Heer Jezus heeft een hof- ken", door het knapenkoor werd ten ge hoore gebracht. We denken ook aan Cuypers' com positie van „Ons genaket die avondstar". En telkens als 't koor bij wijze van echo het melodisch motief meerstemmïng mee- neuriede boven het zachte, mijmerende zingen van de jongens in den onder-do minant, was er in de kerk een hoorbare stilte. Het gemengd koor „Sursum Corda" zang Ps. 65 vs. 4 en 5 en Ps. 84 vs. 1 en 2 in vierstemmige zetting van Cuypers. Over de rhythmische bewerking en de stem voering overeenkomstig de tekstbeteeke- nis hebben we al meermalen onze waar- deerende opmerkingen gemaakt. Gister- avbnd viel weer op de stoere declamato rische beweging van de baspartij in b.v. een enkelen regel als ,,'t wijdst gelegen strand" en de machtige uitdrukking van „Gij zijt omgord met macht". Door de voordracht van zulke Psalmen geheel te heffen op het niveau der kunst, komt de verheven beteekenis ervan nog meer tot haar recht. Cuypers weet zijn koor te scholen tot het produoeeren van een klankafronding en een klanknuanceering, die de teksten geestelijk verdiept en ver klaart. Men denke bijv. even aan de stree ling van een woord als „tempelzangen". De Psalmen van Sweelinck zijn door hun heerlijke contrapuntiek en altijd eenigs- zins illustratieve bewerking st,eds weer een nieuwe verrassing. Ditmaal werd ge zongen Ps. 108, waarin men de beide te norpartijen ietwat meer glans zou toewen- schen. Overigens een zeer mooie voor dracht. Heel fijn is „Noël Pastoral" uit 1750, dat prachtig werd voorgedragen. En het slotnummer van het koor, het laatste werk van den jong gestorven componist Deodat de Severac, een even subtiele als devote compositie, vond een prachtig© vertolking, waarbij enkele koorleden op hoogst lofwaardige wijze de korte solo- trekjes zongen. De wijze waarop Cuypers hierbij op den vleugel begeleidde, deed in de groote ruimte van de kerk aan harp spel denken. Ter afwisseling van een en ander had Leo Mens een orgelprogramma samenge steld, dat uit tweeërlei oogpunt zeer ge lukkig was. In de eerste plaats sloot het in historischei. zin aan bij het vocale ge deelte. In de tweede plaats zat er een ge lukkige stijging in. Na het Ricercare van Palestrina een „Praeambulum" en een Fu ga in g-mineur van Frescobaldi, werken dus uit den tijd toen de orgelcontrapun- tiek zich beinvloed door de reeds op haar hoogtepunt staande vocale contrapuntiek, begon te ontwikkelen. Vooral in Fresco- baldi's Fuga bewondert men het Italiaan- sche coloriet en de doorzichtige gratie, welke door de mooie registratie zoo goed tot hun recht kwamen „Twee oud-Neder- lahdsche wijzen bewerkt voor orgel" door Leo Mens zelf,sloten aan bij de oude lie deren van het jongenskoor en toonden, dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1