JWE LEIDSCHE COURQNT DINSDAG 2 OCT. 1928 TWEEDE BLAD. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Wijngaarden, J. Lek- kerkerker, cand. te Snelrewaard. Te Maas sluis, N. J. Cupedo, te Ivoudum. Te Ber- likum, J. Kramer te Oosterbierum. Te Sleewijk. W. de Kam te Zoutelande. Te Woudrichem, W. Deur te Schoonhoven. Bedankt: Voor Rozenburg, L. M. J. S Herfkens te Drachten. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Siddeburen (Gr.), J. Los te Oudega. GEREF. GEMEENTEN. Tweetal: Te Dordrecht, C. de Jonge, te Kampen, en M. O verduin, te Utrecht. VRIJE GEREF. GEM. Tweetal: Te Rotterdam, A. Beekman, te Veenendaal, en W. de Baaij, te Tholen. Beroepen: Te Rotterdam, W. de Baaij, te Tholen. HERST. EV. LUTHERSCHE GEM. Tweetal: Te Den Helder, C. Riemers, te Harlingen, en W Spliethoff, te Gorin- chem. BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. Ds. J. Haring, te Nieuw-Beijerland, hoopt Zondag 28 Oct. a.s. afscheid te ne men van de Ned. Herv. Gemeente te Nieuw Beijerland en Zondag den 4den November d.a.v. zijn intrede te doen te Benthuyzen, na bevestigd te zijn door Ds. Bruyn, van Bergschenhoek. D. J. Politiek, Ned. Herv. Cand. te Velp, hoopt Zondag den llden November a.s. zijn intrede te doen te Ivolham (Gr.) na bevestigd te zijn door Prof. Dr. Blee- ker, van Groningen. De heer U. Elgersma, cand. te Licht- aard is voornemens 7 October a.s. zijn in trede te doen te HaamstedeRenesse, na te zijn bevestigd door Ds. J. J. Miedema, te Groningen. Ds. J. DOUMA. Ds. J. Douma, die Zaterdag den dag mocht herdenken dat hij 12 jaar gele den zijn intrede deed bij de Geref.* Kerk van "s-Gravenhage, mocht uit zijn ge meente hartelijke blijken van belangstel ling ontvangen. De Geref. J.V. „Calvijn", waarvan Ds. Douma eere-voorzitter is, zond een fraai bloemstuk, wat ook enkele andere corpo raties deden. De Stadsevangelisatie der Geref. Kerk van 's-Gravenhage-Oost. hul digde hem en zijn echtgenoote vorige week in een speciale samenkomst. Verschillende gemeenteleden maakten Zaterdagmiddag hun opwachting in de pastorie. Ds. G. VAN DORSSEN. Het Prov. Kerkbestuur van Friesland heeft op zijn verzoek, met ingang van 1 Jan. 1929, eervol ontslag uit de bediening verleend aan Ds. G. van Dorssen, predi kant der Ned. ITerv. Gem. te St. Johan- nesga (Fr.) wegens voortdurende onge steldheid. Ds. H. H. BARGER. Een der oudste predikanten te Utrecht, Ds. H. H. Barger, herdenkt heden het feit, dat hij vóór 30 jaar zijn intree deed bij de Ned. Herv. Gemeente aldaar. De predikant, die dit jubileum onopgemerkt voorbij wilde laten gaan, is voorzitter van het College van Regenten van Ned. Herv. Gemeentescholen en van het bestuur der Jan van Nassauschool. Eveneens bekleedt hij deze functie bij het classicaal bestuur te Utrecht, terwijl hij vice-voorzitter is der Utrechtsche zendingsvereeniging. Dr. JOHN MOTT. Volgens „Die Christliche Welt" is John Mott van plan zijn algemeen secretariaat van de Amerikaansche Y. M. C. A. neer te leggen en zal hij zich ook terugtrekken uit de Christen-Studentenbeweging. RECHTZINNIGEN EN VRI 'ZINNIGEN. Bij de te Arnhem gehouden verkiezing van notabelen der Ned. ITerv. gemeente zijn 538 stemmen uitgebracht, waarvan 370 op de rechtzinnigen en 160 op de vrij zinnigen. MIN OF MEER. In een brochure-bespreking in de „Over- toomsche Kerkbode" schrijft Dr. J. G. Geel kerken, dat hij „onlangs uit de predikan- tenlijst der Geref. Kerken zonder moeite niet minder dan een acht en veertig-tal namen van predikanten kon samenlezen, van wie het hem bekend is. dat zij prin cipieel min of meer het standpunt der Kerken in Hersteld Verband deelen." Zou het niet wat overdreven voorge steld zijn? Min of meer is zoo'n rekbaar begrip. Wat overheerscht, het min of het meer? BIJBELTENTOONSTELLING. Men schrijft aan De Standaard: Stond onlangs onder het Kerknieuws in de bladen, dat te Haarlem eind October een. groote Bijbeltentoonstelling zou wor den gehouden, waarin niet alleen al de uitgaven van het Nederlandsch Bijbelge nootschap (ook die der 28 Indische talen) zouden worden geëxposeerd. maar ook zeldzame bijbels, door Haarlemsche inge zetenen in te zenden. Ook te Edam is men voor een tentoonstelling van dien aard bezig, al zal dat op kleiner schaal zijn, daar het laatste onderdeel niet of weinig aanwezig zal zijn. Toch wordt ook daar veel merkwaardigs verwacht op Woensdag 3. en Donderdag 4 October a.s., en Woensdagavond is er een propagandasamenkomst in de groote zaal van het Heerenlogement. KERK EN MODE. Te Rotterdam is in de laatst gehouden Kerkeraadsvergadering der Geref. Gem. aan den Boezemsingel (predikant Ds. G. H. Kersten) besloten kerkelijk geen huwe lijken meer te doen bevestigen, „waarvan de bruid zonder oorzaak zich het haar heeft laten afsnijden." DE ENGELSCHE STAATSKERK. De bisschop van Gloucester, president van het Anglicaansche Kerkcongres te Cheltenham, heeft aan lord Halifax die naar men weet met 900 anglo kath. me destanders dit congres dreigde te boycot ten, wanneer de vrijz. rev. dr. Major er zou spreken een uitvoerigen brief ge zonden, waarin hij het protest dezer hee- ren afwijst en de vrije meeningsuiting ver dedigt. Dezelfde bisschop heeft Zondag morgen hl een rede tot bevestiging van een geestelijke een pleidooi voor ver draagzaamheid gehouden en hij merkte daarbij op, dat niets het geloof zoozeer in discrediet brengt als onderlinge twisten van geloovigen in den boezem der Kerk. Gemeenteraad Leiden. Zitting van gisteren. De vergadering wordt geopend door den Voorzitter, Mr. A. van de Sande Bakhuyzen, Burgemeester. Afwezig de heeren Reimeringer, van Stralen en Vallentgoed. De notulen der vorige vergadering worden vastgesteld. Ingekomen zijn verschillende dispo sities van Ged. Staten en mededeelin- gen van benoemingen in Commissies, die worden aangenomen voor kennis geving. Een voorstel van den heer Sijtsma om de Onderwijscommissie met één lid uit te breiden, wordt in handen van B. en W. gesteld om prae-advies. Verschillende ingekomen stukken betreffende de gronden bij Zuiderzicht zullen worden behandeld bij punt 31. Verder eenige mededeelingen en ver slagen. 1. Benoeming van een Chef van de afdeeling Bestratingen, Wegen en Ri- oleeringen bij den dienst d. Gemeente werken in den rang van hoofdopzich ter. De heer C. Kiljan wordt benoemd met 22 stemmen en 1 blanco. 2. Benoeming van een onbezoldigd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, bestemd om den bezoldigden ambtenaar te vervangen. Benoemd wordt de heer J. J. Aalbers- berg met algemeene (23) stemmen. 3. B.enoeming van een Fröbelonder wijzeres aan de school voor buiten gewoon lager onderwijs. Voorgedragen zijn de dames J. K. van Weizen, A. Kloos en A. C. A. de Haan. Benoemd wordt Mei. J. K. van Wel- sen met algemeene (23) stemmen. 4. Benoeming van een Regent van het Geref. Minne- of Arme Oude Man nen- en Vrouwenhuis. Aanbevolen zijn door het College van Regenten Prof. Mr. G. André de la Por te on Mr. Bon. Uitgebracht worden 24 stemmen, waarvan 14 blanco en 8 stemmen op den heer André de la Porte, en 2 op den heer Bon. De stemming is dus nietig. Het college van B. en W. zal zich beraden wat gedaan moet worden. 5. Praeadvies op het verzoek van J. J. van Bostelen, om eervol ontslag als hoofd der school aan de Duivenbode- straat A en als hoofd bij het openbaar vervolgonderwijs voor meisjes. Aangenomen. 6. Suppletoire begrooting, dienst 1927, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. Aangenomen. 7. Rekening, dienst 1927, van die in stelling. AangenQmen. 8. Suppletoire begrooting, dienst 1927, van de Stedelijke Werkinrich ting. De leden der Commissie verlaten de vergadering. Aangenomen. 9. Rekening, dienst 1927, van die instelling. Aangenomen. 10. Rekening, dienst 1927, van de Gezondheidscommissie. Aangenomen. 11. Suppletoire begrooting, dienst 1927, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. Aangenomen. 12. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1927, van die instelling. Aangenomen. 13. Rekening, dienst 1927, van die instelling. Aangenomen. 14. Begrooting, dienst 1929, van die instelling. Aangenomen. 15. Voorstel tot goedkeuring van de balans en de verlies- en winstrekening van de Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswonin gen over 1927 en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. Aangenomen. 16. Voorstel om te besluiten tot het indienen van bezwaren tegen een 2tal aanslagen in de Forensenbelasting in een andere gemeente. Aangenomen. 17. Voorstel tot verlenging van de overeenkomst met de afd. Leiden van den Ned. Bond voor Lichamelijke op voeding, betreffende de exploitatie van het Zuidelijk speelterrein bij de Wil- helminabrug. Aangenomen. 18. Voorstel tot verhuring van: ahet geheele gebouw van de voor malige school aan de Van der Werff- straat, aan de afd. Leiden van den R. K. Volksbond, ten behoeve van haar teekenschool; b. een drietal lokalen en het middel ste gedeelte van de gang van het ge bouw van de voormalige school aan de Mare, aan de „Leidsche Padvin ders", afd. Leiden van de N. P. V. Aangenomen. 19. Voorstel tot aanvaarding van een door wijlen den heer Anthonie van Wetering gelegateerd portret ten be hoeve van het Stedelijk Museum „De Lakenhal". Aangenomen. 20. Voorstel om goed te keuren, dat over het jaar 1927 wegens normale uit breidingen der Gasfabriek 59000 en der Electriciteitsfabriek 88000 is be steed. Aangenomen. 21. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de aanschaffing van schoolmeubelen ten behoeve van de scholen voor gewoon lager onderwijs aan de Oosterstraat en het Plantsoen van de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs. Aangenomen. 22. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ton behoeve van de aan schaffing van een 20-tal éénpersoons- banken en het treffen van eenige voor zieningen in het Gymnasium. Aangenomen. 23. Voorstel tot het verleenen van medewerking aan het bestuur der ver eeniging tot oprichting en instand houding van scholen voor lager- en meer uitgebreid lager onderwijs op Gereformeerden grondslag, tot de aan schaffing van leermiddelen ten behoe ve van de school voor U. L. O. aan de Hooglandse he Kerkgracht No. 20a en tot vaststelling van den desbetreffen den begrootingsstaat. Aangenomen. 24. Voorstel: 1. tot het verleenen van medewer king voor de aanschaffing van de leer- en hulpmidelen ten behoeve van de invoering van het 7de leerjaar aan: a. het bestuur van de R. K. Parochi ale Jongensscholen onder R. K. Par. TCerkbestuur, voor de school aan de Caeciliastraat Nis. 11—15; b. het onder a genoemd bestuur voor de Jongensschool aan den Heerensin gel no. 27; c. het bestuur van de Inrichting van Liefdadigheid voor Roomsch-Katholie- ken te Leiden (Meisjesscholen der Eerw. Zusters in de Pelikaanstraat) voor de Meisjesschool aan den Heeren singel No. 27; 2. tot vaststelling van den desbe treffenden begrootingsstaat. Aangenomen. 25. Voorstel tot het verleenen van een vergoeding voor het jaar 1925, krachtens .artikel 100 der L. O. wet 1920, aan het Bestuur der Gerefor meerde Schoolvereeniging, ten behoe ve van de school voor gewoon lager onderwijs aan de Hooglandsche Kerk gracht No. 20a. Aangenomen. 26. Voorstel tot het verleenen van medewerking aan het bestuur der Vereeniging tot oprichting en instand houding van scholen voor lager- en meer uitgebreid lager onderwijs op Gereformeerden grondslag, tot veran dering van de inrichting van 't school gebouw aan de Hooglandsche Kerk gracht No. 20a, tot het aanschaffen van schoolmeubelen, leer- en hulp middelen in verband met de uitbrei ding van de in dat gebouw gevestigde school voor gewoon lager onderwijs1 en tot vaststelling van den desbetref fenden begrootingsstaat. Aangenomen. 27. Voorstel om medewerking te ver leenen aan het bestuur der Vereeni ging tot oprichting en instandhouding van scholen voor lager en meer uitge breid lager onderwijs op Gereformeer den Grondslag, tot uitbreiding van het schoolgebouw aan de Driftstraat, hoek Javastraat, tot aanschaffing van de noodige school-, leer- en hulpmidde len in verband met die uitbreiding en tot vaststelling van den desbetreffen den begrootingsstaat. De heer K ooi s tra (S. D. zegt, dat de Soc. Dem. in het algemeen voor een royale toepassing van de bevredi- gingswet zijn. Maar dan moeten de voorstellen ook bevrediging schenken. Dan moet die medewerking niet met een overmoed worden gevraagd, die de openbare scholen benadeelen. Hier wordt gevraagd nog vóór dat een en kele les is gegeven. Eerst moet nog blijken, of de uitbreiding noodig is. Spr. heeft de school gezien, rondge leid door den heer Goslinga, wethou der, tevens penningmeester van het bestuur. De heer Wilbrink: Het zijn wel twee zakken. De heer Kooistra vervolgt en ge looft dat ook wel. Spr. wil vooralsnog de medewerking niet verleenen. Weth. Goslinga: Dan doen wij het zelf! De heer Kooistra meent, dat daarin ligt opgesloten, dat men niet overtuigd is van den plicht der ge meente. Naar Spr.'s meening mag de raad nu de medewerking niet verlee nen. Er zijn reeds vijf lokalen. Wan neer de heer Goslinga niet in het Col lege zat, zou deze aanvraag nog wel een poosje achterwege zijn gebleven. Spr. waarschuwt niet te ver te gaan, met het doordrijven, dat kon wel eens in het nadeel van het onderwijs zijn. De heer S p e n d e 1 (R. K.): Welk on derwijs? AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 2 October 1928. In Amsterdam hebben de heeren raadsleden het maar voor t zeggen. In Leiden en andere plaatsen moe ten ze er nog wel eens om vechten. Maar in Amsterdam, daar staat een boompje in den tuin van het stadhuis en daar schudden ze 't maar even af. Het lid van den Amsterdamschen gemeenteraad, Mevr. H. van Zelm-van den Berg heeft de volgende voorstellen ingezonden: 1. Het bouwen van nog drie am bachtsscholen; 2. het uitbreiden van het huishoud- onderwijs; 3. maatregelen te treffen, dat het Nijverheidsonderwijs van gemeente wege wordt geregeld; 4. bij het openbaar lager onderwijl een zevende leerjaar in te stellen; 5. het aantal leerlingen binnen vier jaar te brengen op 24 per klasse, met dien verstande, dat het maximum on middellijk op 30 wordt terug gebracht; 6. de kinderkleeding en -voeding voor alle kinderen, wier ouders een in komen hebben beneden 2400 per jaar, open te stellen; 7. tot het instellen van een school- bioscoopdienst, en 8. tot verderen bouw van openbare voorbereidende scholen. Om maar eens iets te nemen, sub 3, 5 en 6. wat zal dat niet kosten. Ge zwegen van al de andere punten. Ik vrees echter, dat zelfs in Amster dam 't bekende bootnpje deze vruch ten niet voortbrengt. OBSERVATOR. De heer Kooistra: Alle onder wijs. De heer Spendel (R. K.): Ik zou gaarne duidelijkheid willen. De heer Kooistra: S.... U be grijpt die afbraak wel. Wéth. T e p e komt er tegenop, dat de heer Kooistra spreekt van overmaat van brutaliteit, hetzij van de zijde van het bestuur, hetzij van de zijde van B. en W. Spr. wijst er op, dat een eventueele weigering van den Raad zeker niets oplevert, omdat het schoolbestuur vol komen volgens de wet handelt, zooals spr. met voorbeelden aantoont. Spr. wil er niet meer van zeggen om onaangename discussies te voorkomen maar merkt op, dat deze houw dé ge meente ocnige honderden guldens heeft bespaard Spr. gaat no? even na. hoe deze school tot stand kwam en merkt op, dat, wanneer de houw in 1926 was uit gevoerd, zeker het 5de lokaal reeds aanwezig zou geweest zijn. De heer Kooistra (S. D.) be schouwt de aanvraag nog steeds als een ootmoediee brutaliteit, dat is spr. overtuiging. Van de machtspositie die de rechterzijde heeft, wordt hier ge bruik gemaakt. Spr. pleit nogmaals voor het niet-aannemen van het voor stel en waarschuwt de rechterzijde. Weth. Goslinga (A. R.) deelt me de, dat de aanvrage absoluut niets met het feit van spr.'s wethouderschap heeft te maken. Spr. is weth. van fi nanciën, niet van Onderwijs. Als va der van kinderen heef^ hij in het Be stuur zitting. Al zou ook de heele S. D. A. P.-frar- tie op d'r hoofd gaan staan, dan mag het schoolbestuur nog niet anders handelen. In onze kringen zijn geluk kig nog gezinnen met vee! kinderen en 'daarom hebben wij scholen noodig. Spr. geeft enkele cijfers over de be volking dezer schooi en deelt mede, dat in dit. kwartier meer kinderen zich aanmelden dan verwacht kon worden. Alleen in dit geval is er eenig verband tusschen spr.'s beide functies, dat hij meende dat deze bouw eenige hon derden guldens bespaarde. Of de hoer Kooistra al waarschuwt, dat helpt niet, want het lokaal komt er toch. Weth Tepe merkt nog op, dat in de Commissie van het onderwijs dit voorstel met algemeene stemmen is aangenomen. De heer V e r w e y (S. D.) zou voor het voorstel zijn geweest, maar is na deze mededeeling er tegen. Men speelt FEUILLETON. God is mijn heil. 44) o- „Neen", antwoordde zij openhartig en bloosde daarbij nog sterker, „ik heb eerst naderhand ingezien dat het verkeerd van mij was de anderen zoo angstig te maken". Zij zag er zoo lief en vriendelijk uit, dat het hem vreemd te moede werd. Hij zweeg een oogenbliJ: en zeide toen bijna met dezelfde woorden, waarme de zij hem des morgens beschuldigd had: „Maar ik was te heftig, ik bad er geen recht toe, gij moet het mij waar lijk vergeven". „Het recht van den verstandige", zeide zij bijna onhoorbaar, maar zag hem vriendelijk aan en voegde er op baar eerlijke openhartige wijze bij: „Eigenlijk ben ik dank schuldig; het was heel goed voor mij dat gij mij noodzaakte toe te geven. Gij behoeft u niet te verontschuldigen". „Dezen lof verdien ik volstrekt niet!" zeide bij half lachend, half ernstig. „Maai* daar gij zoo vriende lijk gestemd zijt voel ik moed u een groote gunst te vragen, namelijk om mij voortaan onder uwe vrienden te rekenen; tot nu toe hebben wij weinig anders gedaan dan kibbelen". Hij sprak zoo oprecht en hartelijk, dat Johanna aangedaan weed, het geen zij echter niet wilde laten blij ken, zoodat zij op luchthartigen toon zeide: „Volkomen vrede kan ik u niet be loven, daartoe vertrouw ik mij zelve niet genqeg en gij zijt ook 'niet zoo vredelievend gestemd als gij nu zoudt willen doen voorkomen; maar ik zal mijn best doen". „Daarmede zal ik mij wel moeten vergenoegen", sprak bij op denzelfden toon, en daarna zwegen beiden. Johanna wilde gaarne Hedwig en Helena inhalen, die vooruitliepen en versnelde den tred, maar Van Halier scheen hier volstrekt geen lust in te hebben; doodbedaard, blies hij de flauwe rookwolkjes voor zich uit en vraagde haar van tijd tot tijd aller hande dingen, zoodat zij moest ant woorden en niet weg kon komen. Ein delijk vond zij het wel aangenaam, maar het maakte haar verlegen en daarom wilde zij de anderen inhalen. Gelukkig vcor haar ontmoetten zij aan het einde der laan den heer Van Mengen. „Wel Van Halier", zeide deze, „ik hoop dat gij uw plan van hedenmid dag opgeeft om ons reeds morgen te verlaten; gij moet bepaald nog hier blijven. De zaken die u te Beukenheu vel roepen zullen wel niet zoo drin gend zijn. dat gij er niet in eenige uren orde op kunt stellen". „Uwe uitnoodiging is zoo vleiend voor mij, dat ik er wel geen weder stand aan zal kunnen bieden, maar het was toch verstandiger als ik naar inijn eenzame kluis terugkeerde". „Gij moet mij helpen, freule, om den weerbarstige vast te houden", zeide Van Mengen schertsend. Zij bloosde. ,Dat zal ik wel niet ver mogen", sprak zij op verlegen toon. „Wie weet, wie weet!" zeide Van Mengen lachende; ,neem geen over haast besluit, Van Haller, ik verwacht uw antwoord niet vóór morgen. Deze boog en zij keerden gezamen lijk naar huis terug. De avond verliep rustig en gezellig; wel werd er weer over de politiek gesproken, dat geen vroolijk onderwerp was, maar allen waren het zoo zeer eens, dat niemand zich warm maakte en later sloeg An na voor wat muziek te maken. Johanna was niet zeer muzikaal, maar Helena en de oudste meisjes Van Steendorp, vooral Hedwig, speelden zeer goed. Allen luisterden met wel gevallen naar de heerlijke klanken, die door de kamer ruischten. Daarna zongen zij vaderlandsche en andere liederen, totdat de godsdienstoefening aanving en zij een lied tot lof des Hee ren aanhieven. Toen zij opstonden dacht Johanna dat zij nog nooit zulk een aangenamen avond had beleefd; wel was zij eenigszins treurig ge stemd, want al wilde zij het niet er kennen, toch speet het haar, dat de heer Van Haller ging vertrekken juist nu zij hem beter begon te kennen. Toen intusschen de volgende mor gen aanbrak bleek het, dat het nog niet zoo spoedig tot een afscheid zou komen, want de heer Van Haller had aan den heer Van Mengen gezegd, dat de zaken nog wel eenig uitstel kon den lijden hij dus nog gaarne zou blijven. De dagen gingen stil en gezellig voorbij. Helena en Johanna werden langzamerhand opgeruimder en hoop ten op betere tijdingen; spoedig kwam er ook een brief, die haar geruststelde. Het weder was heerlijk, men maak te lange wandelingen in het bosch, zat veel in den tuin en las voor. In den morgenstond trachtte iedereen op de een of andere nuttige wijze bezig te zijn, terwijl de namiddag aan gemeen schappelijke genoegens gewijd was. Dunallan boezemde allen voortdu rend meer belang in en er ontstonden vele gesprekken over de streng gods dienstige richting van het boek. Hele na erkende, dat zij het vroeger eenzij dig had gevonden, maar nu er zeer mede was ingenomen, al geloofde zij niet dat er iemand bestond zoo als Dunallan. Hedwig daarentegen ver dedigde hem warm en vond hem vol strekt niet te volmaakt geschetst, maar zij kon niet begrijpen, dat Ca- tharina hem eerst zoo laat leerde ken nen. Johanna geloofde ook dat er wel zulke mannen bestonden, ten minste een ieder die aanspraak maakt op vroomheid moest zoo zijn. De heer Van Haller bleef zeer be daard bij al deze oordeelvellingen over zijn geslacht; hij vond het boek wel mooi, maar zeer romantisch, en geloofde dat er in het werkelijk leven nooit zoo iets kon gebeuren; op den duur moet het toch ook vrij vervelend te Arnmore zijn geweest. De jonge meisjes waren hierover zeer veront waardigd, zoodat de oude mevrouw tusschenbeide trad en zeide, dat hij zoo iets niet kon meenen, en het toch eigenlijk wel mooi vond. Hij lachte, dankte haar, dat zij zijn partij nam, en hoopte dat zij zich nieU in hem vergiste. Johanna echter voelde zich hierdoor genoodzaakt te velde te trekken, hooge woorden werden som tijds gewisseld en 't kostte haar vaak niet weinig moeite te zwijgen en zacht to zijn; maar zij was zeer dankbaar wanneer zij weder een overwinning had behaald, en vond zich over hei geheel genomen toch nederiger. lij maakte evenwel werk van de kinde ren als vroeger, en alle geheimen wer den haar toevertrouwd. Zij koesterden een vurigen wensch. namelijk van op den een of anderen re.genachtigen dag, als er aan geen uitgaan te denken viel, cornedie te spelen, meer tot eigen genoegen aan tot dat der toeschouwers. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5