JWE LEIDSCHE COURQNT
DINSDAG 2 OCT. 1928
TWEEDE BLAD.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Wijngaarden, J. Lek-
kerkerker, cand. te Snelrewaard. Te Maas
sluis, N. J. Cupedo, te Ivoudum. Te Ber-
likum, J. Kramer te Oosterbierum. Te
Sleewijk. W. de Kam te Zoutelande. Te
Woudrichem, W. Deur te Schoonhoven.
Bedankt: Voor Rozenburg, L. M. J.
S Herfkens te Drachten.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Siddeburen (Gr.), J.
Los te Oudega.
GEREF. GEMEENTEN.
Tweetal: Te Dordrecht, C. de Jonge,
te Kampen, en M. O verduin, te Utrecht.
VRIJE GEREF. GEM.
Tweetal: Te Rotterdam, A. Beekman,
te Veenendaal, en W. de Baaij, te Tholen.
Beroepen: Te Rotterdam, W. de
Baaij, te Tholen.
HERST. EV. LUTHERSCHE GEM.
Tweetal: Te Den Helder, C. Riemers,
te Harlingen, en W Spliethoff, te Gorin-
chem.
BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID.
Ds. J. Haring, te Nieuw-Beijerland,
hoopt Zondag 28 Oct. a.s. afscheid te ne
men van de Ned. Herv. Gemeente te Nieuw
Beijerland en Zondag den 4den November
d.a.v. zijn intrede te doen te Benthuyzen,
na bevestigd te zijn door Ds. Bruyn, van
Bergschenhoek.
D. J. Politiek, Ned. Herv. Cand. te
Velp, hoopt Zondag den llden November
a.s. zijn intrede te doen te Ivolham (Gr.)
na bevestigd te zijn door Prof. Dr. Blee-
ker, van Groningen.
De heer U. Elgersma, cand. te Licht-
aard is voornemens 7 October a.s. zijn in
trede te doen te HaamstedeRenesse, na
te zijn bevestigd door Ds. J. J. Miedema,
te Groningen.
Ds. J. DOUMA.
Ds. J. Douma, die Zaterdag den dag
mocht herdenken dat hij 12 jaar gele
den zijn intrede deed bij de Geref.* Kerk
van "s-Gravenhage, mocht uit zijn ge
meente hartelijke blijken van belangstel
ling ontvangen.
De Geref. J.V. „Calvijn", waarvan Ds.
Douma eere-voorzitter is, zond een fraai
bloemstuk, wat ook enkele andere corpo
raties deden. De Stadsevangelisatie der
Geref. Kerk van 's-Gravenhage-Oost. hul
digde hem en zijn echtgenoote vorige
week in een speciale samenkomst.
Verschillende gemeenteleden maakten
Zaterdagmiddag hun opwachting in de
pastorie.
Ds. G. VAN DORSSEN.
Het Prov. Kerkbestuur van Friesland
heeft op zijn verzoek, met ingang van 1
Jan. 1929, eervol ontslag uit de bediening
verleend aan Ds. G. van Dorssen, predi
kant der Ned. ITerv. Gem. te St. Johan-
nesga (Fr.) wegens voortdurende onge
steldheid.
Ds. H. H. BARGER.
Een der oudste predikanten te Utrecht,
Ds. H. H. Barger, herdenkt heden het
feit, dat hij vóór 30 jaar zijn intree deed
bij de Ned. Herv. Gemeente aldaar. De
predikant, die dit jubileum onopgemerkt
voorbij wilde laten gaan, is voorzitter van
het College van Regenten van Ned. Herv.
Gemeentescholen en van het bestuur der
Jan van Nassauschool. Eveneens bekleedt
hij deze functie bij het classicaal bestuur
te Utrecht, terwijl hij vice-voorzitter is
der Utrechtsche zendingsvereeniging.
Dr. JOHN MOTT.
Volgens „Die Christliche Welt" is John
Mott van plan zijn algemeen secretariaat
van de Amerikaansche Y. M. C. A. neer te
leggen en zal hij zich ook terugtrekken
uit de Christen-Studentenbeweging.
RECHTZINNIGEN EN VRI 'ZINNIGEN.
Bij de te Arnhem gehouden verkiezing
van notabelen der Ned. ITerv. gemeente
zijn 538 stemmen uitgebracht, waarvan
370 op de rechtzinnigen en 160 op de vrij
zinnigen.
MIN OF MEER.
In een brochure-bespreking in de „Over-
toomsche Kerkbode" schrijft Dr. J. G. Geel
kerken, dat hij „onlangs uit de predikan-
tenlijst der Geref. Kerken zonder moeite
niet minder dan een acht en veertig-tal
namen van predikanten kon samenlezen,
van wie het hem bekend is. dat zij prin
cipieel min of meer het standpunt der
Kerken in Hersteld Verband deelen."
Zou het niet wat overdreven voorge
steld zijn? Min of meer is zoo'n rekbaar
begrip. Wat overheerscht, het min of
het meer?
BIJBELTENTOONSTELLING.
Men schrijft aan De Standaard:
Stond onlangs onder het Kerknieuws in
de bladen, dat te Haarlem eind October
een. groote Bijbeltentoonstelling zou wor
den gehouden, waarin niet alleen al de
uitgaven van het Nederlandsch Bijbelge
nootschap (ook die der 28 Indische talen)
zouden worden geëxposeerd. maar ook
zeldzame bijbels, door Haarlemsche inge
zetenen in te zenden. Ook te Edam is men
voor een tentoonstelling van dien aard
bezig, al zal dat op kleiner schaal zijn,
daar het laatste onderdeel niet of weinig
aanwezig zal zijn.
Toch wordt ook daar veel merkwaardigs
verwacht op Woensdag 3. en Donderdag 4
October a.s., en Woensdagavond is er een
propagandasamenkomst in de groote zaal
van het Heerenlogement.
KERK EN MODE.
Te Rotterdam is in de laatst gehouden
Kerkeraadsvergadering der Geref. Gem.
aan den Boezemsingel (predikant Ds. G.
H. Kersten) besloten kerkelijk geen huwe
lijken meer te doen bevestigen, „waarvan
de bruid zonder oorzaak zich het haar
heeft laten afsnijden."
DE ENGELSCHE STAATSKERK.
De bisschop van Gloucester, president
van het Anglicaansche Kerkcongres te
Cheltenham, heeft aan lord Halifax die
naar men weet met 900 anglo kath. me
destanders dit congres dreigde te boycot
ten, wanneer de vrijz. rev. dr. Major er
zou spreken een uitvoerigen brief ge
zonden, waarin hij het protest dezer hee-
ren afwijst en de vrije meeningsuiting ver
dedigt. Dezelfde bisschop heeft Zondag
morgen hl een rede tot bevestiging van
een geestelijke een pleidooi voor ver
draagzaamheid gehouden en hij merkte
daarbij op, dat niets het geloof zoozeer in
discrediet brengt als onderlinge twisten
van geloovigen in den boezem der Kerk.
Gemeenteraad Leiden.
Zitting van gisteren.
De vergadering wordt geopend door
den Voorzitter, Mr. A. van de Sande
Bakhuyzen, Burgemeester.
Afwezig de heeren Reimeringer, van
Stralen en Vallentgoed.
De notulen der vorige vergadering
worden vastgesteld.
Ingekomen zijn verschillende dispo
sities van Ged. Staten en mededeelin-
gen van benoemingen in Commissies,
die worden aangenomen voor kennis
geving.
Een voorstel van den heer Sijtsma
om de Onderwijscommissie met één
lid uit te breiden, wordt in handen van
B. en W. gesteld om prae-advies.
Verschillende ingekomen stukken
betreffende de gronden bij Zuiderzicht
zullen worden behandeld bij punt 31.
Verder eenige mededeelingen en ver
slagen.
1. Benoeming van een Chef van de
afdeeling Bestratingen, Wegen en Ri-
oleeringen bij den dienst d. Gemeente
werken in den rang van hoofdopzich
ter.
De heer C. Kiljan wordt benoemd
met 22 stemmen en 1 blanco.
2. Benoeming van een onbezoldigd
Ambtenaar van den Burgerlijken
Stand, bestemd om den bezoldigden
ambtenaar te vervangen.
Benoemd wordt de heer J. J. Aalbers-
berg met algemeene (23) stemmen.
3. B.enoeming van een Fröbelonder
wijzeres aan de school voor buiten
gewoon lager onderwijs.
Voorgedragen zijn de dames J. K.
van Weizen, A. Kloos en A. C. A. de
Haan.
Benoemd wordt Mei. J. K. van Wel-
sen met algemeene (23) stemmen.
4. Benoeming van een Regent van
het Geref. Minne- of Arme Oude Man
nen- en Vrouwenhuis.
Aanbevolen zijn door het College van
Regenten Prof. Mr. G. André de la Por
te on Mr. Bon.
Uitgebracht worden 24 stemmen,
waarvan 14 blanco en 8 stemmen op
den heer André de la Porte, en 2 op
den heer Bon.
De stemming is dus nietig.
Het college van B. en W. zal zich
beraden wat gedaan moet worden.
5. Praeadvies op het verzoek van J.
J. van Bostelen, om eervol ontslag als
hoofd der school aan de Duivenbode-
straat A en als hoofd bij het openbaar
vervolgonderwijs voor meisjes.
Aangenomen.
6. Suppletoire begrooting, dienst
1927, van het Geref. Minne- of Arme
Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
Aangenomen.
7. Rekening, dienst 1927, van die in
stelling.
AangenQmen.
8. Suppletoire begrooting, dienst
1927, van de Stedelijke Werkinrich
ting.
De leden der Commissie verlaten de
vergadering.
Aangenomen.
9. Rekening, dienst 1927, van die
instelling.
Aangenomen.
10. Rekening, dienst 1927, van de
Gezondheidscommissie.
Aangenomen.
11. Suppletoire begrooting, dienst
1927, van het H. G. of Arme Wees- en
Kinderhuis.
Aangenomen.
12. Staat van af- en overschrijving
op de begrooting, dienst 1927, van die
instelling.
Aangenomen.
13. Rekening, dienst 1927, van die
instelling.
Aangenomen.
14. Begrooting, dienst 1929, van die
instelling.
Aangenomen.
15. Voorstel tot goedkeuring van de
balans en de verlies- en winstrekening
van de Vereeniging tot bevordering
van den bouw van werkmanswonin
gen over 1927 en tot vaststelling van
den desbetreffenden begrootingsstaat.
Aangenomen.
16. Voorstel om te besluiten tot het
indienen van bezwaren tegen een 2tal
aanslagen in de Forensenbelasting in
een andere gemeente.
Aangenomen.
17. Voorstel tot verlenging van de
overeenkomst met de afd. Leiden van
den Ned. Bond voor Lichamelijke op
voeding, betreffende de exploitatie van
het Zuidelijk speelterrein bij de Wil-
helminabrug.
Aangenomen.
18. Voorstel tot verhuring van:
ahet geheele gebouw van de voor
malige school aan de Van der Werff-
straat, aan de afd. Leiden van den
R. K. Volksbond, ten behoeve van haar
teekenschool;
b. een drietal lokalen en het middel
ste gedeelte van de gang van het ge
bouw van de voormalige school aan
de Mare, aan de „Leidsche Padvin
ders", afd. Leiden van de N. P. V.
Aangenomen.
19. Voorstel tot aanvaarding van
een door wijlen den heer Anthonie van
Wetering gelegateerd portret ten be
hoeve van het Stedelijk Museum „De
Lakenhal".
Aangenomen.
20. Voorstel om goed te keuren, dat
over het jaar 1927 wegens normale uit
breidingen der Gasfabriek 59000 en
der Electriciteitsfabriek 88000 is be
steed.
Aangenomen.
21. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden voor de aanschaffing van
schoolmeubelen ten behoeve van de
scholen voor gewoon lager onderwijs
aan de Oosterstraat en het Plantsoen
van de Vereeniging voor Christelijk
Onderwijs.
Aangenomen.
22. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden ton behoeve van de aan
schaffing van een 20-tal éénpersoons-
banken en het treffen van eenige voor
zieningen in het Gymnasium.
Aangenomen.
23. Voorstel tot het verleenen van
medewerking aan het bestuur der ver
eeniging tot oprichting en instand
houding van scholen voor lager- en
meer uitgebreid lager onderwijs op
Gereformeerden grondslag, tot de aan
schaffing van leermiddelen ten behoe
ve van de school voor U. L. O. aan de
Hooglandse he Kerkgracht No. 20a en
tot vaststelling van den desbetreffen
den begrootingsstaat.
Aangenomen.
24. Voorstel:
1. tot het verleenen van medewer
king voor de aanschaffing van de
leer- en hulpmidelen ten behoeve van
de invoering van het 7de leerjaar aan:
a. het bestuur van de R. K. Parochi
ale Jongensscholen onder R. K. Par.
TCerkbestuur, voor de school aan de
Caeciliastraat Nis. 11—15;
b. het onder a genoemd bestuur voor
de Jongensschool aan den Heerensin
gel no. 27;
c. het bestuur van de Inrichting van
Liefdadigheid voor Roomsch-Katholie-
ken te Leiden (Meisjesscholen der
Eerw. Zusters in de Pelikaanstraat)
voor de Meisjesschool aan den Heeren
singel No. 27;
2. tot vaststelling van den desbe
treffenden begrootingsstaat.
Aangenomen.
25. Voorstel tot het verleenen van
een vergoeding voor het jaar 1925,
krachtens .artikel 100 der L. O. wet
1920, aan het Bestuur der Gerefor
meerde Schoolvereeniging, ten behoe
ve van de school voor gewoon lager
onderwijs aan de Hooglandsche Kerk
gracht No. 20a.
Aangenomen.
26. Voorstel tot het verleenen van
medewerking aan het bestuur der
Vereeniging tot oprichting en instand
houding van scholen voor lager- en
meer uitgebreid lager onderwijs op
Gereformeerden grondslag, tot veran
dering van de inrichting van 't school
gebouw aan de Hooglandsche Kerk
gracht No. 20a, tot het aanschaffen
van schoolmeubelen, leer- en hulp
middelen in verband met de uitbrei
ding van de in dat gebouw gevestigde
school voor gewoon lager onderwijs1
en tot vaststelling van den desbetref
fenden begrootingsstaat.
Aangenomen.
27. Voorstel om medewerking te ver
leenen aan het bestuur der Vereeni
ging tot oprichting en instandhouding
van scholen voor lager en meer uitge
breid lager onderwijs op Gereformeer
den Grondslag, tot uitbreiding van het
schoolgebouw aan de Driftstraat, hoek
Javastraat, tot aanschaffing van de
noodige school-, leer- en hulpmidde
len in verband met die uitbreiding en
tot vaststelling van den desbetreffen
den begrootingsstaat.
De heer K ooi s tra (S. D. zegt, dat
de Soc. Dem. in het algemeen voor
een royale toepassing van de bevredi-
gingswet zijn. Maar dan moeten de
voorstellen ook bevrediging schenken.
Dan moet die medewerking niet met
een overmoed worden gevraagd, die
de openbare scholen benadeelen. Hier
wordt gevraagd nog vóór dat een en
kele les is gegeven. Eerst moet nog
blijken, of de uitbreiding noodig is.
Spr. heeft de school gezien, rondge
leid door den heer Goslinga, wethou
der, tevens penningmeester van het
bestuur.
De heer Wilbrink: Het zijn wel
twee zakken.
De heer Kooistra vervolgt en ge
looft dat ook wel. Spr. wil vooralsnog
de medewerking niet verleenen.
Weth. Goslinga: Dan doen wij
het zelf!
De heer Kooistra meent, dat
daarin ligt opgesloten, dat men niet
overtuigd is van den plicht der ge
meente. Naar Spr.'s meening mag de
raad nu de medewerking niet verlee
nen. Er zijn reeds vijf lokalen. Wan
neer de heer Goslinga niet in het Col
lege zat, zou deze aanvraag nog wel
een poosje achterwege zijn gebleven.
Spr. waarschuwt niet te ver te gaan,
met het doordrijven, dat kon wel eens
in het nadeel van het onderwijs zijn.
De heer S p e n d e 1 (R. K.): Welk on
derwijs?
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 2 October 1928.
In Amsterdam hebben de heeren
raadsleden het maar voor t zeggen.
In Leiden en andere plaatsen moe
ten ze er nog wel eens om vechten.
Maar in Amsterdam, daar staat een
boompje in den tuin van het stadhuis
en daar schudden ze 't maar even af.
Het lid van den Amsterdamschen
gemeenteraad, Mevr. H. van Zelm-van
den Berg heeft de volgende voorstellen
ingezonden:
1. Het bouwen van nog drie am
bachtsscholen;
2. het uitbreiden van het huishoud-
onderwijs;
3. maatregelen te treffen, dat het
Nijverheidsonderwijs van gemeente
wege wordt geregeld;
4. bij het openbaar lager onderwijl
een zevende leerjaar in te stellen;
5. het aantal leerlingen binnen vier
jaar te brengen op 24 per klasse, met
dien verstande, dat het maximum on
middellijk op 30 wordt terug gebracht;
6. de kinderkleeding en -voeding
voor alle kinderen, wier ouders een in
komen hebben beneden 2400 per jaar,
open te stellen;
7. tot het instellen van een school-
bioscoopdienst, en
8. tot verderen bouw van openbare
voorbereidende scholen.
Om maar eens iets te nemen, sub
3, 5 en 6. wat zal dat niet kosten. Ge
zwegen van al de andere punten.
Ik vrees echter, dat zelfs in Amster
dam 't bekende bootnpje deze vruch
ten niet voortbrengt.
OBSERVATOR.
De heer Kooistra: Alle onder
wijs.
De heer Spendel (R. K.): Ik zou
gaarne duidelijkheid willen.
De heer Kooistra: S.... U be
grijpt die afbraak wel.
Wéth. T e p e komt er tegenop, dat
de heer Kooistra spreekt van overmaat
van brutaliteit, hetzij van de zijde van
het bestuur, hetzij van de zijde van B.
en W.
Spr. wijst er op, dat een eventueele
weigering van den Raad zeker niets
oplevert, omdat het schoolbestuur vol
komen volgens de wet handelt, zooals
spr. met voorbeelden aantoont.
Spr. wil er niet meer van zeggen om
onaangename discussies te voorkomen
maar merkt op, dat deze houw dé ge
meente ocnige honderden guldens heeft
bespaard
Spr. gaat no? even na. hoe deze
school tot stand kwam en merkt op,
dat, wanneer de houw in 1926 was uit
gevoerd, zeker het 5de lokaal reeds
aanwezig zou geweest zijn.
De heer Kooistra (S. D.) be
schouwt de aanvraag nog steeds als
een ootmoediee brutaliteit, dat is spr.
overtuiging. Van de machtspositie die
de rechterzijde heeft, wordt hier ge
bruik gemaakt. Spr. pleit nogmaals
voor het niet-aannemen van het voor
stel en waarschuwt de rechterzijde.
Weth. Goslinga (A. R.) deelt me
de, dat de aanvrage absoluut niets
met het feit van spr.'s wethouderschap
heeft te maken. Spr. is weth. van fi
nanciën, niet van Onderwijs. Als va
der van kinderen heef^ hij in het Be
stuur zitting.
Al zou ook de heele S. D. A. P.-frar-
tie op d'r hoofd gaan staan, dan mag
het schoolbestuur nog niet anders
handelen. In onze kringen zijn geluk
kig nog gezinnen met vee! kinderen en
'daarom hebben wij scholen noodig.
Spr. geeft enkele cijfers over de be
volking dezer schooi en deelt mede,
dat in dit. kwartier meer kinderen zich
aanmelden dan verwacht kon worden.
Alleen in dit geval is er eenig verband
tusschen spr.'s beide functies, dat hij
meende dat deze bouw eenige hon
derden guldens bespaarde.
Of de hoer Kooistra al waarschuwt,
dat helpt niet, want het lokaal komt
er toch.
Weth Tepe merkt nog op, dat in
de Commissie van het onderwijs dit
voorstel met algemeene stemmen is
aangenomen.
De heer V e r w e y (S. D.) zou voor
het voorstel zijn geweest, maar is na
deze mededeeling er tegen. Men speelt
FEUILLETON.
God is mijn heil.
44) o-
„Neen", antwoordde zij openhartig
en bloosde daarbij nog sterker, „ik
heb eerst naderhand ingezien dat het
verkeerd van mij was de anderen zoo
angstig te maken".
Zij zag er zoo lief en vriendelijk uit,
dat het hem vreemd te moede werd.
Hij zweeg een oogenbliJ: en zeide toen
bijna met dezelfde woorden, waarme
de zij hem des morgens beschuldigd
had: „Maar ik was te heftig, ik bad er
geen recht toe, gij moet het mij waar
lijk vergeven".
„Het recht van den verstandige",
zeide zij bijna onhoorbaar, maar zag
hem vriendelijk aan en voegde er op
baar eerlijke openhartige wijze bij:
„Eigenlijk ben ik dank schuldig; het
was heel goed voor mij dat gij mij
noodzaakte toe te geven. Gij behoeft
u niet te verontschuldigen".
„Dezen lof verdien ik volstrekt
niet!" zeide bij half lachend, half
ernstig. „Maai* daar gij zoo vriende
lijk gestemd zijt voel ik moed u een
groote gunst te vragen, namelijk om
mij voortaan onder uwe vrienden te
rekenen; tot nu toe hebben wij weinig
anders gedaan dan kibbelen".
Hij sprak zoo oprecht en hartelijk,
dat Johanna aangedaan weed, het
geen zij echter niet wilde laten blij
ken, zoodat zij op luchthartigen toon
zeide:
„Volkomen vrede kan ik u niet be
loven, daartoe vertrouw ik mij zelve
niet genqeg en gij zijt ook 'niet zoo
vredelievend gestemd als gij nu zoudt
willen doen voorkomen; maar ik zal
mijn best doen".
„Daarmede zal ik mij wel moeten
vergenoegen", sprak bij op denzelfden
toon, en daarna zwegen beiden.
Johanna wilde gaarne Hedwig en
Helena inhalen, die vooruitliepen en
versnelde den tred, maar Van Halier
scheen hier volstrekt geen lust in te
hebben; doodbedaard, blies hij de
flauwe rookwolkjes voor zich uit en
vraagde haar van tijd tot tijd aller
hande dingen, zoodat zij moest ant
woorden en niet weg kon komen. Ein
delijk vond zij het wel aangenaam,
maar het maakte haar verlegen en
daarom wilde zij de anderen inhalen.
Gelukkig vcor haar ontmoetten zij
aan het einde der laan den heer Van
Mengen.
„Wel Van Halier", zeide deze, „ik
hoop dat gij uw plan van hedenmid
dag opgeeft om ons reeds morgen te
verlaten; gij moet bepaald nog hier
blijven. De zaken die u te Beukenheu
vel roepen zullen wel niet zoo drin
gend zijn. dat gij er niet in eenige
uren orde op kunt stellen".
„Uwe uitnoodiging is zoo vleiend
voor mij, dat ik er wel geen weder
stand aan zal kunnen bieden, maar
het was toch verstandiger als ik naar
inijn eenzame kluis terugkeerde".
„Gij moet mij helpen, freule, om
den weerbarstige vast te houden",
zeide Van Mengen schertsend.
Zij bloosde. ,Dat zal ik wel niet ver
mogen", sprak zij op verlegen toon.
„Wie weet, wie weet!" zeide Van
Mengen lachende; ,neem geen over
haast besluit, Van Haller, ik verwacht
uw antwoord niet vóór morgen.
Deze boog en zij keerden gezamen
lijk naar huis terug. De avond verliep
rustig en gezellig; wel werd er weer
over de politiek gesproken, dat geen
vroolijk onderwerp was, maar allen
waren het zoo zeer eens, dat niemand
zich warm maakte en later sloeg An
na voor wat muziek te maken.
Johanna was niet zeer muzikaal,
maar Helena en de oudste meisjes Van
Steendorp, vooral Hedwig, speelden
zeer goed. Allen luisterden met wel
gevallen naar de heerlijke klanken,
die door de kamer ruischten. Daarna
zongen zij vaderlandsche en andere
liederen, totdat de godsdienstoefening
aanving en zij een lied tot lof des Hee
ren aanhieven. Toen zij opstonden
dacht Johanna dat zij nog nooit zulk
een aangenamen avond had beleefd;
wel was zij eenigszins treurig ge
stemd, want al wilde zij het niet er
kennen, toch speet het haar, dat de
heer Van Haller ging vertrekken juist
nu zij hem beter begon te kennen.
Toen intusschen de volgende mor
gen aanbrak bleek het, dat het nog
niet zoo spoedig tot een afscheid zou
komen, want de heer Van Haller had
aan den heer Van Mengen gezegd, dat
de zaken nog wel eenig uitstel kon
den lijden hij dus nog gaarne zou
blijven.
De dagen gingen stil en gezellig
voorbij. Helena en Johanna werden
langzamerhand opgeruimder en hoop
ten op betere tijdingen; spoedig kwam
er ook een brief, die haar geruststelde.
Het weder was heerlijk, men maak
te lange wandelingen in het bosch, zat
veel in den tuin en las voor. In den
morgenstond trachtte iedereen op de
een of andere nuttige wijze bezig te
zijn, terwijl de namiddag aan gemeen
schappelijke genoegens gewijd was.
Dunallan boezemde allen voortdu
rend meer belang in en er ontstonden
vele gesprekken over de streng gods
dienstige richting van het boek. Hele
na erkende, dat zij het vroeger eenzij
dig had gevonden, maar nu er zeer
mede was ingenomen, al geloofde zij
niet dat er iemand bestond zoo als
Dunallan. Hedwig daarentegen ver
dedigde hem warm en vond hem vol
strekt niet te volmaakt geschetst,
maar zij kon niet begrijpen, dat Ca-
tharina hem eerst zoo laat leerde ken
nen. Johanna geloofde ook dat er wel
zulke mannen bestonden, ten minste
een ieder die aanspraak maakt op
vroomheid moest zoo zijn.
De heer Van Haller bleef zeer be
daard bij al deze oordeelvellingen
over zijn geslacht; hij vond het boek
wel mooi, maar zeer romantisch, en
geloofde dat er in het werkelijk leven
nooit zoo iets kon gebeuren; op den
duur moet het toch ook vrij vervelend
te Arnmore zijn geweest. De jonge
meisjes waren hierover zeer veront
waardigd, zoodat de oude mevrouw
tusschenbeide trad en zeide, dat hij
zoo iets niet kon meenen, en het toch
eigenlijk wel mooi vond.
Hij lachte, dankte haar, dat zij zijn
partij nam, en hoopte dat zij zich nieU
in hem vergiste. Johanna echter voelde
zich hierdoor genoodzaakt te velde te
trekken, hooge woorden werden som
tijds gewisseld en 't kostte haar vaak
niet weinig moeite te zwijgen en zacht
to zijn; maar zij was zeer dankbaar
wanneer zij weder een overwinning
had behaald, en vond zich over hei
geheel genomen toch nederiger. lij
maakte evenwel werk van de kinde
ren als vroeger, en alle geheimen wer
den haar toevertrouwd.
Zij koesterden een vurigen wensch.
namelijk van op den een of anderen
re.genachtigen dag, als er aan geen
uitgaan te denken viel, cornedie te
spelen, meer tot eigen genoegen aan
tot dat der toeschouwers.
(Wordt vervolgd).