CHRISTELIJK DACBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Belanuriikste nieuws iu dit Nummer.
9*» JAARGANG
WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1928
NUMMER 2544
NIEUWE LE1DSCBE COURANT
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden ÊElrxCte Telefoonnummer 2778
Postbox 20 - Postgiro 58936
Aangesloten op het Streeknet Lisse
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal1 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
V Afgegleden.
't Is geen geheim meer, dat schier
iedere vliegenier een mascotte mee
neemt.
Trouwens, voor hoevele achterrui
ten van auto's ziet men ook niet aller
lei vreemdsoortige poppetjes bengelen.
Zoo is het dus op zichzelf geen bij
zonderheid, dat kapitein Koppen en
zijn helpers en zijn eenige passagier
ook van die dingen meenemen op hun
vlucht naar Indië.
Evenmin is het bijzonder, dat daar
over geschreven wordt. Ook dat zijn
we gewoon, helaas!
Maar wat wel als een droeve bij
zonderheid geldt, is, dat dit geschre
ven wordt door iemand, opgevoed in
een godvreezend gezin, wiens ouders
dag en nacht hebben geworsteld om
het behoud van hun zoon.
O, hoe zal het de moeder door de
ziel snijden, hoe zal het den vader
smarten, als ze in de Telegraaf lezen
bij de beschrijving van den start en
het eerste deel van den tocht:
„Kwart over zes draaide Koppen
zich om in den stuurstoel, gaf een
krachtigen slag op zijn mascotte, een
zwart, scheel hondje en knipoogde
naar zijn passagier, die in labiel even
wicht verkeerde op een rottanstoel en
beide beenen boven op een stapel post
zakken in een rustige positie probeer
de te krijgen".
En even daarna:
„Mecanicien Van Herck heeft nu ook
zijn mascotte te voorschijn gehaald en
het blijkt zonneklaar, dat we een ge
notvolle en voorspoedige reis moe
ten hebben.
Koppen beschikt over een lieftallig
zwart hondje met kromme pootjes, dat
voor hem in den stuurstoel bungelt
Kapitein Kengen verheugt zich in
het bezit van een pinquin met een K.
L. M.-embleem op zijn eigenwijze kell-
nersjasje en een knoop in zijn nek.
Van Herck kreeg van een vriende
lijke vriendin een zwarten hond met
een witten hals en roode tong, terwijl
ik zelf in het gelukkig eigendomsrecht
ben van een halven straatjongen".
Toen Zimmerman zelf nog een
straatjongen was, heeft zijn vader hem
zeker meermalen op het verkeerde
van zijn handelwijze gewezen, wat
meer zegt, hem meegenomen naar de
binnenkamer en daar met hem het
aangezicht des Heeren gezocht.
Thans, nu de zoon een man is ge
worden en God verlaat, vermaakt hij
zich met een halven straatjongen.
Zou hij soms nog niet eens denken
aan de dagen der jeugd, zou de Rot-
terdamsche straatjongen, door vader
onderhouden, door vader geleid, met
tranen beweend, niet eens boven ko
men, of wordt steeds driester het leven
en de herinnering weggelachen onder
het vermaak met de mascotte?
Of neemt de mascotte de plaats in
van het stille heimwee-verlangen, dat
diep onder het schuldig leven verbor
gen, nog roept om jeugdherinnering?
Dan is er nog hoop, óók voor dezen
afgegledene.
Maar anders zal het oordeel vreese-
lijk zijn'.
Wie den weg zóó geweten heeft en
geweigerd heeft dien te bewandelen,
zal met dubbele slagen geslagen wor
den.
STADSNIEUWS.
ZOMERCONCERT PIETERSKERK.
Gisterenavond had- het laatste Zo-
merconcert in de Pieterskerk plaats,
want dat van 2 October gaat niet door
De vooravond van 3 October is in
derdaad geen gelukkige keuze voor 'n
kerkconcert.
„Alle begin is moeilijk!" zal Leo
Mens denken, nu deze eerste serie van
4 concerten „er op" zit.
Toch gelooven we, dat hij met de
voorloopige resultaten tevreden kan
zijn. Dergelijke concerten moeten bur
gerrecht verkrijgen en dat zal op den
duur ook wel terecht komen.
Ook gisterenavond had het bezoek
grooter kunnen zijn. Maar als de heer
Mens het volgende jaar terug komt
met een nieuw programma, verwach
ten wij stellig, dat hij weer een nieuw
stukje inertie van het Leidsch publiek
zal overwinnen.
Eigenaardig toch: We hebben hier
een kerkgebouw, dat in weidsche
schoonheid in Noord Nederland mis
schien alleen maar voor de kathedraal
van Den Bosch onderdoet, een kerkge
bouw, waarvan de acoustiek beslist
nergens in het land wordt overtroffen.
Een orgel, waarvan het materiaal su
bliem is. Het prachtigst modern fa
brikaat haalt er niet bij waarvan de
aanwezigen zich gisteravond weer heb
ben kunnen overtuigen. Het ontbreekt
dat orgel alleen maar aan technisch
apparaat, dat het gewilliger maakt.
Men zou zeggen: Leiden is met zijn
Pieterskerk wel buitengewoon bevoor
recht. De menschen moesten hier
schreeuwen om regelmatige kerkcon-
certen. Des te eerder werd ook het
orgel gerestaureerd en voorzien van
moderne hulpmiddelen.
Volhouden maar 't is het eenige.
Leo Mens speelde gisterenavond een
der kortere werken van Bach, een
feestelijk Praeludium in Bes-dur met
Fuga.
Verder de Pastorale uit de Sonate
196 van Josef Rheinberger, een wel
melodieus maar overigens wat hol aan
doend werk.
En ten slotte gaf hij een eerste uit
voering van het Allegro Moderato uit
een Sonate in G-mol van Joh. C. Berg
hout.
In dit werk, in opzet modern, is veel
te waardeeren en ook veel, dat bij eer
ste kennismaking bizar aandoet. Men
zou er eigenlijk voor een zuiver oor
deel nader kennis mee moeten maken.
Er zitten zonder twijfel verrassende en
fijne passages in. In ieder geval gaf
het den heer Mens gelegenheid om
weinig gebruikt materiaal en eigen
aardige registercombinaties te laten
hooren, waardoor onze waardeering
van het instrument en onze achting
voor den bespeler alweer gestegen zijn.
Met het werk gevoelen we ons nog
niet vertrouwd.
Dat.de hobo een heerlijk kerkinstru-
ment is vooral'wanneer het zóó vir
tuoos en muzikaal bespeeld wordt als
door Jaap Stotijn hebben we gister
avond met genoegen opgemerkt.
De toon wordt in de wijde hallen
zoo prachtig afgerond en behoudt zijn
glans ook bij het zachtst vervloeiend
pianissimo.
Het Andante uit de Sonate op. 127,
wordt ingeleid door het orgel en wel
dra klinkt daarboven de gouden toon
der hobo: een weeke, gedragen melo
die, welke later overgaat in meer ge
figureerd spel. Een werk van roman
tische poëzie, waarin een prachtige
harmonie heerschte tusschen hoboïst
en organist.
Van een orgelbegeleiding kan men
bij dit werk niet zoozeer spreken, daar
alles contrapuntisch is verweven.
Van hobo en orgel hoorden we nog
een „Fantasie" in eerste uitvoering
van Moss Wolf, een muzikale inter
pretatie van eenige teksten uit Jesaja.
Het klagend roepen van de hobo
wordt door de orgelaccoorden onder
steund en schept wel een zekere sfeer.
Mevr. Stotijn-Molenaar zong ter af
wisseling eenige liederen.
In de liederen van Hugo Wolf kwam
zij het minst tot haar recht. Nu zijn die
ook heel moeilijk.
In het eerste „Agnes" trof haar po
gen om zuiverheid van uitspraak,
voordracht, declamatie te bereiken.
Haar mezzo-voce en pianissimo wa
ren het mooiste. Haar forto klonk in
de hoogte soms wat scherp.
We gelooven, dat zij hier te veel
wou geven, wat in de Pieterskerk ge
heel onnoodig is. Het gebouw is ge
voelig voor bijna fluisterend zingen cn
de effecten moeten meer gezocht wor
den in verhoudingen, dan in tegenstel
lingen.
„Mir ward gesagt", van Wolf beviel
ons niet.
Beter was „Das geduldige Erwarten"
van J. W. Frank.
Het eenvoudig-fijne gedicht „De
Herdersfluit" van Jacq. van der Waals
is door den heer Mens stemmingsvol
getoonzet voor zang, hobo en orgel.
Bijzonder mooi vonden we de een
voudige koraalmelodie op:
Zoo gaf ik gaarne wensch en wil
In 's Heeren hand en hield mij stil.
Zoo dan, als door een rieten fluit,
Bij zwijgend eigen stemgeluid,
Gods adem door mij henen blies,
Hoe groote winst, bij kleen verlies!
Aan de drie uitvoerenden hulde.
Ten slotte kregen we nog een drie
tal Oostersch getinte gedichten van
Rient van Santen, door B. v. d. Sig-
tenhorst Meyer gecomponeerd voor
zang en hobo.
Van de eerste uitvoering dezer wer
ken hebben de heer en Mevr. Stotijn
alle eer.
De zangeres was geheel op dreef en
zong met warmte en toewijding en de
hobo jodelde om de zangstem of ver
tolkte de weemoed van de Oostersche
avonden, wanneer de helle dag ge
weken is en de rose schemering daalt
over de moskeeën.
Deze muziek, modern van structuur,
maar technisch goed doorwerkt, her
innerde ons aan een paar avond
stemmingen van Zilcken, uit de buurt
van Cairo.
De uitvoering was voortreffelijk.
NIEUWE LEERSTOELEN.
In de gisteren ingediende begrooting
van onderwijs, kunsten en wetenschappen
geett de minister te kennen, dat aan de
universiteit alhier de leerstoel in de ko
loniale staathuishoudkunde hersteld zal
worden; het lectoraat in de histologie zal
omgezet worden in een gewoon hooglee-
raarschap; aan den directeur van het me-
disch-historisch instituut alhier wordt
een onderwijsopdracht verleend, met den
titel van lector.
DIE SCHOENEN.... DAT KOST WAT!
Zooals vorige week reeds gemeld is door
de Federatie voor de vakopleiding door
geheel Nederland een actie begonnen voor
goede en betere reparatie aan schoen
werk.
Reeds in verschillende plaatsen van
ons land is deze actie met succes begon
nen en ook hier ter .stede is men thans
aan het werk gegaan en 't is de bekende
Schoenmakerspatroonsvereeniging „Nieuw
Leven" die hier de leiding heeft.
In de groote zaal van het Nutsgebouw
had gisteravond de eerste actie-vergade
ring plaats. De belangstelling was, gezien
de belangrijkheid van het onderwerp, en
het feit, dat de toegang vrij was, niet zoo
groot, als verwacht werd. Ongeveer een
vijftigtal personen was aanwezig.
Namens het comité van actie heette de
heer A. H. van der Staay allen welkom,
in het bijzonder de heeren W. Donker Pz.
en Friso Heupman, bestuursleden van
den Ned. Bond van Schoenmakerspa
troons- en winkeliers, en de afgevaardig
den van den R.K. Vrouwenbond.
Spr. deelde voorts mede, dat de gevraag
de medewerking van de verschillende ver-
eenigingen hier ter stede heel gering was,
doch desondanks was het comité de ac
tie begonnen om te komen tot verheffing
van het vak, waardeering van een goede
reparatie en respect voor den vakman.
Voorts bracht spr. dank aan de firma
Lewenstein in de Maarsmanssteeg, die
haar étalage had afgestaan voor een ex
positie van goed en slecht gerepareerd
schoenwerk.
Hierna was het woord aan den heer VV.
Donker Pz. uit Rotterdam, die een inte
ressante en zeer bevattelijke causerie
hield over het voor ieder huigezin belang
rijke onderwerp: „Die schoenen. dat
kost wat!"
Na een korte inleiding wees spr. op de
sinds de laatste jaren ingekankerde ge
woonte om het geld, aan schoenen De-
steed, weggeworpen geld te noemen. Om
dat fatale idee er bij de menschen uit te
krijgen is er heèl wat noodig, 't is bijna
onbegonnen werk.
Spr. betoogt vervolgens, dat men met
een bijna zekere minachting opziet tegen
het schoenmakersvak en den schoenma
ker. omdat langzamerhand de leugen bij
de menschen ingang heeft gevonden, dat
ieder wel kon leeren schoenmak-n. Dat
is fataal geworden voor het vak.
In een historisch overzicht geeft spr.
hierna een beeld van het schoenmakers
bedrijf in den loop der tijden. Spr. gaat
zelfs terug tot 1752 in welk jaar het
schoenmakersgilde hoog stond aange
schreven en als het ware de voornaam
ste plaats in het gildewezen innam.
Napoleon brak echter de macht van het
gildewezen. In 1815 bestond het schoen
makersgilde nog nauwelijks en in 1830
wist men nog alleen van hooren zeggen,
wat dit gilde geweest was.
Toen ging het vak verloren, omdat
iedereen ging schoenen maken en wie
maar wilde noemde zich ongestrafi „mr.
schoenmaker", 't Werd als een bijbaantje
beschouwd door doodbidders, klokkenlui
ders, enz.
Tusschen 1840 en 1870 is de schocuma-
kerstijd wel het slechtst geweest. Toen
werden bijna alle schoenen gemaakt als
z.g. maatwerk en de allerbeste maat
schoenmaker had niet de minste kennis
van den voetvorm.
Toen kwam de machinale schoenmake
rij. In 1868 werd de eerste naaimachine in
Noord-Brabant in gebruik genomen In
Waalwijk liepen de menschen te hoop bij
den ouden heer van Loon en ze wilden
hem steenigen omdat hij door zijn ma
chine alle menschen zou broodeloos ma
ken. Deze stoorde er zich echter niet aan,
hij ging door en doordat de schoenma
kers moesten concur ree ro n mei de ma
chine in prima afwerking, leefde het vak
weer op, doch door de opkomst der fabrie
ken moesten de schoenmakers zich meer
gaan bepalen tot de reparatie en naar
mate de arbeid der machine gec .mpliceer-
der werd, moest de schoenmaker zich
meer bekwamen om het schoenwerk be
hoorlijk te kunnen repareeren.
Cursussen werden in verschillende ste
den opgericht en in de laatste jaren wer
den een 1500-tal schoenmakers afgeleverd,
doch daarmee was men er niet. Er bleef
de groote concurrentiestrijd tusschen de
goede vaklui en de niet-vakmenschen,
welke laatste met minderwaardig mate
riaal tegen goedkoopere prijzen de men
schen lokten. Voor de knoeiers zelf le
vert het slechte materiaal intusschen ook
slechts nadeel, want het goedkoope leer
is soortelijk veel zwaarder dan het be
tere en duurdere leer. Immers: er is „leer"
en „leer" en: er worden schoenen „ge
maakt" en „gelapt".
Spr besluit het eerste gedeelte van zijn
lezing met te zeggen, dat de schoenmaker
het verloren vertrouwen van de menschen
moet weten te herwinnen. Dat kan hij,
als hij het waard is en goed werk levert.
Na een korte pauze behandelde de heer
Donker de meer practische zijde van het
vraagstuk: de schoenverkoop.
Naarmate het leer duurder wordt, al
dus betoogde spr., zullen de schoenen ook
goedkooper worden, omdat ze heter zul
len zijn.
Door de ontzettende toename van snit
en kleur neemt de kwaliteit van de schoe
nen af, eenvoudig omdat men te veel
voorraad moet opdoen. De groote massa
koopt op het oogenblik de duurste schoe
nen, luxe schoenwerk, dat echter niet
duurzaam genoeg is. Het eind zal ten
slotte^ zijn, dat de meisjes van vandaag
(want over het vrouwenschoeisel gaat het
voornamelijk) ongelukkige wezens zullen
zijn over 20 jaar, die ten slotte hun toe
vlucht zullen moeten nemen tot den maat
schoenmaker. Nu reeds kan 80 pet. der
vrouwen niet meer loopen zoo het be
hoort.
Spr. meent, dat er dan een rijke tijd
voor den maatschoenmaker zal aanbre
ken, als hij tenminste zijn vak zal ver
staan, want het massa-artikel van thans
bederft den schoen en zal spoedig weer
om den maatschoen vragen.
Aan het slot van zijn rede werd de heer
Donker hartelijk dank gezegd, terwijl de
wensch werd geuit, dat zijn woorden in
derdaad vruchten mogen afwerpen.
HULPLEERAAR IN HET CHINEESCH.
Naar wij vernemen is, voorloopig voor
een tijdvak van 3 jaar, aan de Leidsche
Universiteit tot hulpleeraar in het Chi-
neesch benoemd de heer T. T. Chang, uit
Peking.
De heer Chang werd in 1903 te Emoy in
China geboren en studeerde aan de Yan-
Ching University te Peking, waar hij den
graad van Master of Arts verwierf.
De heer Chang is reeds te Leiden aan
gekomen.
DE BAZAAR IN DE GEHOORZAAL.
De bazaar ten behoeve van het Tehuis
voor Vrouwen (Nieuwsteeg 10a) die giste
ren in de Foyer van de Stadsgehoorzaal
is geopend, heeft zich gisteravond, ver
schillende omstandigheden in aanmerking
genomen, reeds mogen verheugen in een
druk bezoek.
Evenwel kan het nog beter en daarom
wekken we nogmaals allen die met het
doel sympathiseeren op om als ze maar
even kunnen, den bazaar te bezoeken. Het
loont heusch wel de moeite. Ieder kan er
wat van zijn gading vinden en de ver
schillende attracties en de muziek zorgen
er wel voor, dat er een prettige ongedwon
gen stemming heerscht.
Wat betreft de opening verzuimden we
nog te vermelden, dat na de officialitei-
ten door Mevr. Seis eenige liederen zijn
gezongen, terwijl door de dames To
(piano) en Loes (cello) Fontein muziek
werd gemaakt.
Tevens dient het vermelding dat de be
kleeding van den bazaar door den heer
Sirag, de plantenversiering door den heer
Buurman en het timmerwerk door den
heer Stigter geheel belangeloos verzorgd
zijn.
En als we nu toch aan 't noemen zijn,
dan is voor alles toch wel een woord van
hulde op zijn plaats voor de dames van
het comité van uitvoering, Mevr. Spaar
garen, Mevr. v. Arkel, Mevr. Mulder, Me
vrouw Hakkenberg en Mej. de Pavert
Smits, die alles in het werk hebben ge
steld en nog stellen om den bazaar zoo
goed mogelijk te doen slagen.
Laat men hen niet teleurstellen, maar
integendeel medewerken om hun werk te
bekronen. Een kleine raad willen we den
bazaar-bezoekers nog meegeven. Vergeet
vooral niet een visite te brengen aan de
bekende wafeltent van den heer Eps-
kamp. Men zal er spijt van hebben, als
men dat vergeten heeft.
De bazaar is geopend 's morgens van
1112, 's middags van 25, 's avonds van
7K—10M uur.
CENTRAAL ISRAëLIETISCH WEESHUIS
In de gisteravond gehouden vergadering
van het Centraal Israëlietisch Wees- en
Doorgangshuis deelde de voorzitter, Prof.
Dr. J. L. Palache mede, dat bij het be
stuur een schrijven is ingekomen van Mej.
C. van Loen, dat deze haar ontslag neemt
als secretaresse.
In haar plaats werd benoemd de heer
L. Levisson alhier.
Mej. van Loen blijft lid van het Dage-
lijksch Bestuur.
LADELICHTER GEARRESTEERD.
Gistermiddag omstreeks 2 uur is, zoo
als we in 't kort reeds meldden, op den
Stationsweg een als heer gekleed persoon
op heeterdaad betrapt, toen hij bezig was
in den sigarenwinkel van de firma Hillen
de lade te lichten.
Door een der huiegenooten werd hij oot-
ADVERTENTIE -PRIJS
Gewone Advertentién per regel 22l/» cent
Ingezonden Mededeelingen dobbel tarief
Bij contract belangrijke redactie
Kleine AdvertentiSn - bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden* worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Binnenland.
De persstemmen over de Troonrede.
De millioenennota.
De ontvangst der Presbyteriaansche Al
liantie door het Haagsche Gemeentebe
stuur.
De jaarvergadering van den bond van
Chr. (M) ULO-scholen.
Buitenland.
De ontwapeningskwestie weder te Ge-
nève besproken.
Het amnestievraa^stuk in België brengt
de positie der regeering in gevaar.
Steeds nienwe berichten over de vei-
woestingen, door den orkaan boven de
Antillen aangericht.
De eerste tocht van den nieuwen Zep
pelin.
Vlncht over het Kanaal per helicoptère.
dekt, terwijl hij met het lichaam over de
toonbank gebogen stond en hij bezig was
zich het daarin aanwezige geld toe te
eigenen. Zich ontdekt ziende, rende hij
de straat op, achtervolgd door den winke
lier onder het geroep „Iloud den dief". De
man is door een stationskellner gegrepen
en aan de politie overgeleverd. Hij ont
kende geld bij zich te hebben, doch bleek
bij fouilleering in het bezit te zijn van 91
losse guldens, waarvan ongeveer 40 uit
de lade der firma Hillen. Vermoedelijk
heeft hij ook elders een lade gelicht. Hier
naar wordt thans een onderzoek inge
steld. De aangehoudene bleek te zijn de
29-jarige H., marktkoopman te Amster
dam.
BURGERLIJKE STAND.
Geboren:
Dirk, zv. J. P. van Gelder en C. Crama
Neeltje, dv. J. Klinkhamer en J. Ver
mond Adriaan Cornells, zv. A. C. Sloos
en C. Holverda Wilhelmus Maria, zv.
W. v. Steenbergen en M. W. Compeer
Wilhelmus Ants. Gers-, zv. W. C. H. van
Kesteren en S. M. Trel Johanna, dv. P.
van der Zeeuw en P. Flandrijn Jaco
bus, zv. J. Stasse en F. M. v. d. Berg
Maria Wilhelmina, dv. A. Bonte en S. A.
Poeliejoe Frans, zv. A. Bonte en S. A»
Poeliejoe Clemence Paule. Joanna, dv.
J. H. A. Manders en J. Vermeulen Ma
ria Apola. Carola., dv. J. v. d. Veer en
M. A. Vorst Rinus, zv. W. F. Jonge jan
en J. Rijsbergen Maria Johanna, dv. G.
J. Tijsen en E. Dijkema Pieter, zv. P.
Neuteboom en J. v. d. Blij Dina Helena,
dv. B. Gerritsen en J. Ezenga Jan Hen
drik, *v. H. J. Wielders en J. van Tonge
ren Antonie, zv. A. v. der haan en C
C. Polder Johannes Hendrikus, zv. G.
M. Seugling en J. J. Schrijver Pieter,
zv. W. A. F. Marijt en H. Molenaar
Aleida Mariane Catha., dv. J. R. Wartena
en B. J. Sikkema Hendricus Petrus,
zv. B. J. v. d. Zon en C. M. Houniet
Cornelia, dv. A. Korenhoff en G. J. Ko
ning Willemina, dv. W. Marquenie en
W. van Opijnen Anna Maria, dv. W.
F. Geuke en M. Slegtenhorst Maria
Wilhelmina, dv. B. F. de Grijs en J. C. W.
der Kinderen.
Gehuwd:
C. J. J. Harteveld, jm. en A. Boehmer,
jd. H. v. d. Hoeven, jm. en D. Biemond,
jd. J. C. J. Lambermont, jm. en A. F.
M. L. Bernard P. C. Beugelsdijk, wedr.
en K. J. Ter Haar, jd. J. A. Lolkes de
Beer, jm. en C. J. Landesbergen, jd. H.
van Bakkum, jm. en H. Azier, jd. J. W.
Vodegel, jm. en J. H. H. Mertens, jd.
H. J. Sprokop, jm. en J. Zond erop. jd.
W. F. Tuinhof de Moed, jm. en W. de
Wolf, jd. I. Boon, jm. en A. Louwrier,
jd. W. Voorzaat, wedr. en J. Fakkel,
wede.
Overleden:
G. de Haan, wedr. 76 j. C. v. cL Plas,
man 59 j. J. Baartde Kleer, vr. 44 j.
M. Guijt, zn. 2 w. W. v. d. Berg, wedr.
79 j. P. A. Hasselbach, dr. 23 j. M.
Florisson, wede. I. v. Ees, 94 j.
BINNENLAND.
DE MILLIOENENNOTA.
Ingediend is de Staatsbegrooting
met de millioenennota.
De voornaamste cijfers zijn:
Gewone dienst f 593millioen met
een geraamd voordeelig saldo van
f 8 millioen. Kapitaaldienst ruim f 189
millioen met een nadeelig saldo van
f 145 millioen.
LEENING.
Ingediend is een wetsontwerp tot
het aangaan eener leening van f 42
millioen in verband met de aflo99ing
van de Dollardleening.