iJEHWE LEIDSCHE COM
van
DINSDAG 11 SEPT. 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
DE KONINKLIJKE FAMILIE TE
ROTTERDAM.
Gistermiddag brachten II.M. de Konin
gin en Z.K.H. Prins Hendrik en Prinses
Juliana het voorgenomen bezoek aan
Rotterdam.
Geruimen tijd voor de Koninklijke trein
aan het Maasstration verwacht werd, had
zich een groote menigte aldaar aan den
ingang langs de Oosterkade verzameld.
Van tal van gebouwen woei de natio
nale driekleur. Ook de trams en autobus
sen waren in vlaggentooi, terwijl vele
schepen op de rivier gepavoiseerd waren.
Een kwartier later dan verwacht werd,
arriveerde de koninklijke trein aan het
Maasstation.
De hooge gasten werden verwelkomd
door den loco-burgemeester wethouder
mr. A. de Jong, terwijl mede ter ont
vangst aanwezig waren jhr. mr. H. A. van
Ivarnebeek, Commissaris der Koningin in
Zuid-Holland, de waarn. hoofdcommissa
ris van politie de heer D. A. Kamper, en
de commissaris van politie in actieven
dienst, de heer E. van der Pol.
Een dochtertje van den gemeente-secre
taris bood H. M. bloemen aan.
H. M. was gekleed in een reseda-kleurig
toilet, versierd met een paradijsvogel;
prinses Juliana droeg een rose kleed met
wit bont. De Prins was in gekleede jas.
Na de begroeting op het perron werd
door de wachtkamer 1ste klasse de rivier
zijde van het station bereikt. Bij het ver
schijnen van deKoninklijke gasten ging
uit het talrijke publiek, dat zich daar had
opgesteld, een luid hoera op.
Dadelijk na aankomst scheepten de vor
stelijke personen zich in op de Stad Rot
terdam, waarmede, zooals bekend is, een
tocht door de havens wordt gemaakt, om
prinses Juliana op de hoogte te brengen
van de inrichting en outillage der Rotter-
damsche havens.
Aan boord van de Stad Rotterdam be
vonden zich nog o.a. de wethouders L. de
Groot en F. L. D. Nivard, de gemeente
secretaris M. Smeding, chef van het kabi
net van den burgemeester, A. Th. Pfeiffer,
benevens de waarnemende directeur van
gemeentewerken, ir. L. II. van Dijk, en de
havenmeester de heer F. Verschoor van
Nisse.
Reeds 5 minuten na aankomst op de
„Stad Rotterdam" vingen de hooge gasten
onder geestdriftige toejuichingen van de
menigte hun tocht door de havens aan.
De Koningin en de Prinses, dié op het
achterdek bleven, werden door het pu
bliek hartelijk toegejuicht. Gevaren werd
door de Nieuwe Maas, langs het Noorder
eiland, door de Koningshaven, waar de
vorstelijke personen met belangstelling
de werkzaamheden der in aanbouw zijn
de brug gadesloegen. Vervolgens voer men
door Rijnhaven, Maashaven en Waalha
ven.
Daarna werd gekeerd en stoomde de
Stad Rotterdam langs den anderen rivier
oever naar Rotterdam terug. Daarbij werd
ook langs Wilton's scheepswerf gevaren,
waar de in aanbouw zijnde Statendam,
welk schip zich thans in het groote droog
dok bevindt, de belangstelling der hooge
bezoekers trok.
Omstreeks half 4 arriveerde de Stad
Rotterdam aan het paviljoen van de Kon.
Zeil- en Roeivereeniging De Maas, waar
gedebarqueerd werd.
Vervolgens werd het voorgenomen be
zoek aan de Nenijto gebracht.
DE CANDIDATUUR-STENHUIS.
Het Volk meldt dar gisteren te
Amsterdam een vergadering van den
partijraad der S.D.A.P. is gehouden,
welke partijraad te beslissen heeft
over de vraag, of en zoo ja welke
kieskringen zullen worden gecombi
neerd, hoeveei candidaten op el":e can-
didatenlijst gesteld zullen worden, ter
wijl daar tevens een voorloopige be
spreking over de samenstelling van
die lijsten moet plaats vinden.
Langdurige besprekingen werden
gehouden in verband met de plaats,
die de beer Stenhuis, lid van de Twee-
FEUILLETON.
God is mijn heil.
26) —o—
Elise en Marie zongen mede en ook
de andere kinderen zoo goed zij kon
den; en toen het lied geëindigd was
zeide bun grootmoeder:
,,Nu zal ik u van een Paaschfeest
vertellen, dat ik eens in een Broeder
gemeente bijgewoond heb, daar wordt
het zoo geheel eigenaardig gevierd".
Toen verhaalde zij hun hoe de gan-
sche gemeente vóór zonsopgang naar
de kerk ging, waar een korte toe
spraak werd gehouden en waar men
de eerste zonnestralen verbeidde.
Daarna verzamelt men zich op het
kerkhof en begroet daar bij de graven
der gezaligden den Paaschmorgen met
gewijde gezangen.
Zij beschreef dit alles met zooveel
gevoel, dat haar toehoorders volstrekt
hetzelfde wilden doen.
„Ik zal het aan papa gaan vragen",
zeide Herman.
„En ik ga naar den dominee", voeg
de Marie er bij.
„Maar Robbert moet met ons mede
gaan", zeide Elise.
Robbert had er echter niet veel lust
in, en zeide dat de dominé bezig zou
zijn met zijn preek en men hean niet
kon storen.
De oude mevrouw bracht hen tot be
de Kamer en oud-voorzitter van het
Ned. Verb. v. Vakvereenigingcn, op de
candidatenlijst 1925 innam.
Tenslotte werd met algemeene stem
men de volgende motie, voorgesteld
door de delegatie der federatie Am
sterdam, aangenomen:
„De vergadering van den partijraad,
kennis genomen hebbende van de me-
dedeeling van het partijbestuur, dat
het den 4en Juni 1928 partijgenoot
Stenhuis heeft verzocht zijn Kamerlid
maatschap neer te leggen en van de
gronden, waarop dit verzoek berustte;
aanvaardt het standpunt van het
partijbestuur als door het partijbelang
geboden;
noodigt de sociaal-democratische
Kamerfractie uit, indien Stenhuis blijft
weigeren zich te voegen naar het be
sluit van het partijbestuur, dat thans
ook is het eenstemmig besluit van den
partijraad, hem niet meer te beschou
wen als vertegenwoordiger van de
S.D.A.P. in het parlement".
Mededeeling werd geoaan op wel
ken grondslag met het N.V.V. overleg
gepleegd zal worden, in verband met
de. op het laatst gehouden congres
aangenomen derde stelling inzake de
samenwerking met het Vakverbond.
Daarna werd omtrent een door het
partijbestuur opgemaakt propaganda-
plan voor de verkiezingen besloten dit
aan de gewestelijke en stedelijke fede
ratiebesturen om advies te zenden.
Ten aanzien van de combinaties van
kieskringen werd besloten de verbin
ding GroningenDrentt op te heffen,
terwijl overigens de verbindingen als
in 1925 blijven bestaan.
Besloten werd een tweetal afwij
kingen toe te laten op den regel, die
driemaal zooveel candidaten op elke
lijst kunnen worden gesteld, als er op
het oogenblik leden op deze lijst geko
zen zijn.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen: Naar Zevenber
gen, W. W. Siddré te Oude Wetering;
naar Benthuizen, door J. Haring te
Nieuw Beyerland.
Bedankt: Voor Giessendam, J. E.
Klomp te Oldenbroek; voor Steenwijk,
H. v. d. Loos, cand. te Rotterdam.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Helder, T. L. Kroes
te Ruinerwold en F. Tollenaar te Per
nis.
Beroepen: Te Sassenheim, P. N.
Kruyswijk te Vlissingen; te Anjum,
J. II. Kroeze te Reitsum.
Aangenomen: Naar Herwijnen
W. H. Bouwman te Capelle a. d. Ysel.
Bedankt: Voor Gameren, W. H.
Bouwman te Capelle a. d. Ysel; voor
Nieuweroord (Dr.), J. S. Schaafsma te
Gasselternijeveen.
CHR. GEREF. KERK.
Aangenomen: Naar Naarden
Bussum, J. L. de Vries te Rijnsburg.
GEREF. GEMEENTEN.
Tweetal: Te Ierseke, A. de Blois
te Dirksland en G. H. Kersten te Rot
terdam.
Beroepen: Te Ierseke, G. H. Ker
sten te Rotterdam.
MET EMERITAAT.
Ds. W. Breukelaar, pred. der Geref.
Kerk te Zaandam, zal, naar het Hbld.
meldt, met ingang van 1 Nov. a.s. eme
ritaat aanvragen.
Ds. Breukelaar heeft alsdan 40
dienstjaren.
DS. W. LUIKINGA.
In den ouderdom van 49 jaar is te
IJmuiden Vrijdagavond plotseling
overleden Ds. W. Luikinga, predikant
bij de Doopsgezinde gemeente en voor
ganger van de afd. van den Ned. Pro
testantenbond aldaar.
De overledene aanvaardde 29 Sept.
1907 het predikambt te Aalsmeer, en
diende sinds 15 November 1915 zijn
tegenwoordige gemeente, waar hij zich
op onderscheiden gebied bewoog.
DS. H. A. WIERSINGA.
Ds. H. A. Wiersinga, laatstelijk pre
dikant te Medan, deelt aan de Stan
daard mede, dat hij, daar 1 December
daren, zij zeide dat het nu eenmaal
hier de gewoonte niet was en niet op
eenmaal ingevoerd kon worden. Zij
gaf hun den raad morgen in de kerk
zeer aandachtig te zijn om in hun
hart Paaschfeest te vieren, hetgeen
even goed was.
De kinderen waren echter niet te
overtuigen en toen het licht was aan
gestoken en de heer Van Mengen,
Anna, mevrouw Van Steendorp en
Hedwig aan de tafel waren gaan zit
ten, scheen Elise een complot te ma
ken, want zij trok zich met Marie,
Ernst en Herman in de vensterbank
terug, waarna een levendig gefluister
begon. Robbert werd er bij geroepen
en na veel schijnbaren tegenstand
overgehaald, daarop kwamen de kin
deren te voorschijn met gloeiende ge
zichtjes en schitterende oogen.
De heer Van Mengen vroeg: „wat
voert gij in het schild?" maar kreeg
geen bevredigend antwoord. De oude
mevrouw lachte alsof zij het wel be
greep, maar zeide niets.
De avond ging voorbij zoo als ge
woonlijk, alleen wisselden Marie en
Elise van tijd tot tijd geheimnisVolle
blikken, en weldra gingen de kleinste
kinderen naar bed.
De heer Van Mengen las daarna iets
voor, terwijl de dames werkten, Rob
hert en Elise teekenden en Marie over
haar breikous in slaap viel. Eindelijk
werd er een psalm gelezen en begaven
zich allen ter rust.
a.s. zijn verloftijd om is, nu gaarne
een eventueel beroep van een der Ker
ken van ons land in overweging zal
nemen.
Zooals we vroeger reeds meldden, is
Ds. Wiersinga door omstandigheden
verhinderd naar Indië terug te kee-
ren.
Zijn adres is: Baarnscheweg 60, Den
Dolder (U.).
DS. A. DEKKERS.
Ds. A. Dekkers, em. pred. van de
Geref. Kerk te Gerkesklooster-Stroo-
bos, die zich voor eenige jaren te
Vriezenveen heeft gevestigd, en de Ge
ref. Kerk aldaar, voor zoover zijne
krachten dit toelieten, diende, zal Vrie
zenveen verlaten en zich te Driebergen
vestigen.
DS. D. C. HATTINK.
In een buitengewone vergadering
van den Algemeenen Kerkeraad met
het Moderamen van het Classicaal Be
stuur van Arnhem, is besloten Ds. D.
C. Hattink te Apeldoorn te verzoeken
na afloop van zijn ziekteverlof (einde
September) emeritaat te nemen.
Ds. Hatting zal na deze beslissing
met ingang van 1 October zijn emeri
taat aanvragen.
EEN SCHERP PROTEST VAN
Dr. K. DIJK.
Men schrijft aan de Stand.:
In de volle Nieuwe Zuiderkerk be
diende Dr. K. Dijk, Geref. predikant
te 's Gravenhage-West, Zondagmor
gen het Woord naar aanleiding van
2 Kron. 21 vs. 12—15.
Wijzend op de zonde van Koning
Joram, den zoon van Josafat, werd de
beteekenis van het levende Woord
Gods geschetst en zeide Dr. Dijk:
„Van dat Woord heeft iemand ver
leden week durven zeggen, dat het
onze afgod is. Hij moest zich schamen
voor Gods aangezicht en ik wil ook
van deze plaats daartegen een ernstig
protest aanteekenen".
Hiermede doelde Dr. Dijk op de pre
dikatie over 1 Joh. 5 vs. 21, waarmede
Ds. E. L. Smelik j.l. Woensdag bij de
Geref. Kerk in Hersteld Verband van
Rotterdam zijn intrede deed en waar
in hij de Kerk, den Bijbel en het ambt
de afgoden noemde, waarvan men zich
te bewaren had.
BLIJFT IN HET AMBT.
Ds. M. C. Slotemaker de Bruine, pre
dikant bij de Ned. Herv. Gem. te Hoog
kerk (Gron.), heeft bedankt voor de
benoeming tot secretaris van de Ned.
Chr. Studcntenvereen. te Utrecht.
DIACONALE CONFERENTIE.
De begroetingssamenkomst, die de
Diac. Conferentie voorafgaat, wordt
niet in het gebouw voor Chr. Belan
gen, zooals het agendum aangeeft, ge
houden, doch in de bovenzaal van Ho
tel Riche aan het Nieuwe Plein te
Arnhem.
LEZINGEN DOOR PREDIKANTEN.
Op uitnoodiging van het Bestuur
van Wijk II der Ned. Herv. Kerk te
Haarlem, zullen door de predikanten
der gemeente op 8 achtereenvolgende
Zaterdagavonden lezingen worden ge
houden.
De onderwerpen zijn:
Atheïsme, Pantheïsme, Occultisme,
Spiritisme, Christian Science, Theo
sofie, Anthroposofie en Vrijmetselarij.
De eerste lezing zal gehouden wor
den op Zaterdag 15 September, des
avonds te kwart over acht in de Nieu
we Kérk door Ds. L. D. Poot.
NED. HERV. GEM. TE RUURLO.
De kerkvoogdij der Ned. Herv. Gem. te
Ruurloo, heeft, een verzoek van rechtzin
nige zijde ingewilligd om preekbeurten
te mogen honden in het in den Veldhoek
gelegen gebouw, dit onder voorwaarde
dat het aantal beurten blijft tot zes per
jaar, dat de bedoelde preekbeurten niet
samenvallen met diensten op den zelfden
dag dat de predikanten der Ned. Herv.
Gem. in het genoemde gebouw dienst
doet.
DE PROFUNDIS.
Ds. J. C Aalders schrijft in „Woord en
Geest":
Ik weet zelf niet, hoe het komt,
De nachtegaal zong zoo helder en
zacht onder Hedwig's venster, dat zij
long wakker lag om er naar te luiste
ren. Zij ging bij zichzelve na, wat de
beide Maria's en de andere vrouwen,
die den Heer liefhadden, wel moesten
gevoeld hebben, toen zij den steen voor
het graf gewenteld zagen, en toen
dacht zij hoe het iemand te moede
moest zijn, die niets van den verrezen
Heer afwist en hoe het in diens ziel
nog donkerder en lediger moest zijn
dan eertijds in het hart dier vrouwen.
Toen bad zij voor al de haren en ook
voor Willem, dien zij in zoo langen
tijd niet gezien had, en zij werd zoo
onrustig, dat zij niet kon inslapen.
Ze nam eindelijk een middel te baat,
dat haar vroeger altijd geholpen had,
en zeide een avondlied op, waarmede
zij in haar kindsheid in slaap wa3 ge
wiegd.
'k Leg mij veilig neder,
Want de Heer houdt teeder
Over mij de wacht.
'k Voel mij wel geborgen,
'k Laat mijn Heiland zorgen
In den donk'ren nacht.
Heeft Hij zelfs Zijn leven
Niet voor mij gegeven
In den bangsten dood?
'k Blijf dus op Hem bouwen
Mij aan Hem vertrouwen,
'k Sluimer in Zijn schoot.
En vóór zij het laatste vers geheel
maar ik heb altijd te vechten, ook voor
eigen innerlijk levên* tegen die ellendige
theorie. Ik kan haar maar nooit in prac-
fijk brengen. En dan word ik zoo moede
loos, zoo" diep beschaamd, zoo hoogst on
tevreden over mijzelven. Hoe meer ik
preek en schrijf, hoe benauwder het mij
wordt en dan zou ik het wel aan alle
menschen willen toeroepen, en voor heel
de wereld willen uitschreeuwen: „och
menschen, vertrouw toch niet op mij, en
op mijn woord, op mijn kennis noch lei
ding".
„Want, als ge eens wist, hoe ongeluk
kig en ellendig ik er zelf aan toe ben,
dan zoudt ge schrikken. Neen, zeg niet,
dat ik overdrijf, 't Is heusch waar. En
dan kan het mij zoo drukken, dat ik een
verantwoordelijkheid draag, die ik eigen
lijk niet dragen kan; prediker van het
getrouwe Godswoord, leider en verzorger
van zielen te zijn.
Hoe heb ik zelf nog leiding noodig.
Hoe behoef ik dagelijks en gedurig nog
steun en stuur, troost en sterkte.
Maar God geeft die soms, heel wonder
baar, Juist als wij die zoozeer behoeven".
GIFTEN EN LEGATEN.
Ds. J. P. A. Ie Roy te Almelo ont
ving clezer dagen voor het in October
te openen Ned. Herv. Diaconessenhuis
ruim 700 aan giften, w.o. 4 elk van
100.
Het Zendingsbureau te Oegst-
geest heeft van N. N. te Amsterdam
2000 en van N. N. in Den Haag 1000
ontvangen.
Wijlen Mevr. de Wed. Muledr-
Van Veen, kort geleden te Noordlaren
(Gron.) overleden, heeft 6000 ver
maakt aan de Ned. Herv. Gem. te Gro
ningen.
UIT ONZE INDIEN.
UITWIJKING VAN PAPOEA'S.
Naar Aneta verneemt, betroffen de
voorgestelde besprekingen tusschen
den Gouverneur van de Molukken en
den administrateur van het Mandaat
gebied Nieuw-Guinea de uitwijking
van Papoeastammen naar Australisch
gebied.
De consul-generaal te Sydney tele
grafeerde, dat de bedoelde admini
strateur verhinderd werd medio Sep
tember de besprekingen uit te voeren
waarom hij voorstelde ze uit te stel
len tot het voorjaar 1929.
Aangezien de stammen wederom te
ruggekeerd zijn, werd de conferentie
thans weinig urgent en zal wellicht
niet doorgaan.
NANKING EN DE INDISCHE
CHINEEZEN.
Bij groote troepen der Chineesche
samenleving blijkt men, voor hetgeen
zich in China afspeelt, een nog altijd
levendige belangstelling aan den dag
leggen.
Nu brengen naar de Loc. meldt
(het werd kortelijk al geseind) de
Chineezen van Soengei, Liat, op Ban-
ka, geld bijeen om een vliegmachine
cadeau te doen aan de nationalisti
sche regeering te Nanking.
Er zou reeds een bedrag van 14000
bijeen zijn en zoodra men voldoende
bij elkaar heeft, zal een vliegtuig wor
den aangekocht.
Dat vliegtuig zal dan Soengei Liat
moeten heeten en zal door de nationa
listische regeering van China worden
gebruikt.
Een en ander geschiedt met den
omroep, door Nanking tota de Chi
neezen buiten China gericht,, om finan
cieelen steun.,
Enkele Chineesche bladen bewon
deren het voorbeeld van Banka en
schrijven, dat de offerzin der Chinee
zen buiten China, wat Java betreft,
wel zoo ver moet gaan, dat men vlieg
machines, genaamd Batavia, Sema-
rang en Soerabaia aan de nationale
Chineesche regeering ten geschenke
zal kunnen geven.
HET DRAMA TE MENES.
In Gang Chaulan te Batavia is door
den ass.-wedana van Ivopah gearres
teerd de barbier Djaim, medeplichtig
a. d. moord op den wedana van Menes,
die, zooals men zich herinneren zal,
in den nacht van 12 op 13 November
1926 op wreedaardige wijze om het
leven gebracht is:.
opgezegd had was zij vast in slaap.
Het begon pas te schemeren en
moest nog zeer vroeg zijn, toen zij
door een zacht gedruisch ontwaakte
en verwonderd opkeek. De deur van
de kamer, waar haar zusters met haar
moeder sliepen, stond open en deze
waren geheel aangekleed, gereed om
uit te gaan.
Hedwig ging opzitten, maar Elise
riep haar zachtjes toe: „stil, wij gaan
naar de kerk", en vóór zij antwoord
den wajen beide verdwenen.
Hedwig kleedde zich haastig aan en
volgde haar; het schemerde nog en
was vrij koel, tallooze dauwdruppels
hingen aan alle bladen en takken toen
zij door den tuin ging. Alles was stil,
alleen de nachtegalen zongen heerlij
ker dan zij het ooit gehoord had, en de
lieflijksche geuren van bloemen en
planten vervulden de lucht; 't was
onbeschrijflijk schoon, alsof de enge
len zelf den Paaschmorgen aankon
digden. Hedwig opende het hek van
het kerkhof en opziende zag zij achter
het donkere sparrebosch de zon in al
haar luister opgaan; de gedachte aan
den opstandingsmorgen en de stille
majesteit van het oogenblik maakten
een machtigen indruk haar.
Eerst verdeelde zich de nevel in
grauwe wolken, toen werd aan den
l orizont een licht zichtbaar dat al-
ltngs helderder en schitterender werd,
en eindelijk steeg de zon helder om
hoog. Hedwig stond met gevouwen
Reeds eenigen tijd was het bekend,
dat Djaim zich te Batavia bevond, tot
dat de ass.-wedana nu Zaterdag j.l.
bericht kreeg, dat de man in de Gang
Chaulan gesignaleërd was.
Door deze arrestatie krijgt de ass.-
wedana de daarop gestelde premie
van 150.
1
DE GOUVERNEUR ALS WEG-
POLITIEMAN.
Eenigen tijd geleden, aldus de Ind.
Crt., reed onze gouverneur, de heer
Hardeman, met zijn zware Fiat tus
schen Sidoardjo en Soerabaia.
Er zat een goed gangetje in den
wagen, maar niettemin werd de Fiat
„gelapt" door een met razende vaart
over den weg schietende autobus, vol
pasagiers.
Met zulk een gang stoof de bus voor
uit, en langs zijn mecïelegger, dat de
gouverneur van oordeel was, dat dit
rijden gevaar moest opleveren voor de
veiligheid van den weg, en voor de
passagiers van de bus mede, waarom
hij besloot den roekeloozen chauffeur
op zijn verkeerd gedrag te wijzen.
Maar daartoe was noodig hem voor
bij te komen. Dies nam de Fiat een
spurtje, en gaf een signaal. De bus
bestuurder wilde zich niet laten lap
pen. Gaf óók gas.
Verdere druk op het gaspedaal van
de Fiat, die nu als een' weiverwind
vooruit vloog. Vergeefsch. Ook de bus
had kwaliteiten. 1-Iij donderde letter
lijk voort over het asfalt. De passa
giers schommelden als baren van de
zee. Wel slingerde het voertuig wat
maar het gaf geen kamp.
Tenslotte, met een op den speedome
ter aangewezen snelheid van 85 K.M.
kwam de gouverneur vóór. zoodat hij
er in slaagde dezen gevaarlijken weg-
race-taxi-autobusbestuurder aan de
politie over te geven, die proces-ver
haal opmaakte.
Door den landrechter van Sidoard
jo werd hij tot één maand hechtenis
veroordeeld. Men bleek met een recidi
vist te doen te hebben.
VAN DONKER SOERABAIA.
Op last van den officier van Soera
baia werden gearresteerd twee vrou
wen, een Europeesche en een Inland-
sche. op wie de Justitie en politie ge-
ruimen tijd **eeds het oog gevestigd
hadden, doch tegen wie men eerst vol
doende bewijsmateriaal moest verza
melen, alvorens met strengheid te
kunnen optreden.
De hier bedoelde vrouwen er be
reikte ons over de arrestatie reeds 'n
kort telegrafisch bericht zijn be
ruchte figuren in donker Soerabaia,
het zijn mevr. M. en een Inlandsche
vrouw.
Beiden deden meestal samen „za
ken".
Eerstbedoelde vrouw, de gescheiden
echtgenoote van een eertijds bekend
geneesheer ter stede, oefende reeds
jaren lang het bedrijf van koppelaar
ster uit, terwijl zij mede in haar groo
te woning te Dinojo gelegenheid gaf
tot het „plegen van ontucht met der
den".
Zij „genas" ook vrouwen, onder wie
niet uitsluitend lieden van mindere
afkomst te vinden waren, van bepaal
de ziekten, in hoofdzaak zenuwziek
ten en zij genoot mitsdien zekere re
putatie, welke zij op een niet altijd
kiesche wijze wist uit te buiten.
In dit jarenlang voortgezette bedrijf
werd ze terzijde gestaan door een In
landsche helpster, die, dit blijkt uit
verschillende dingen, een sluwe vrouw
is, die voor geen klein gerucht ver
vaard is.
Beide vrouwen zijn door den offi
cier van Justitie aan een scherp ver
hoor onderworpen, waarna zij naar"
het huis van bewaring werden over
gebracht.
Men verwacht, dat deze affaire de
zelfde minder frissche aspecten zal
bieden als de indertijd zoo beruchte
zaak Stikkel.
Ook hier zal heel wat schandaal
loskomen, want in donker Soerabaia
nam het beruchte huis op Dinojo een
voorname plaats in.
Uiteraard zal de zaak, indien vol
doende gronden zullen worden ver
kregen om ze naar den rechter te ver
wijzen, met gesloten deuren worden
behandeld.
handen in aanbidding verzonken, toen
de stilte werd verbroken door een or
geltoon, eerst zacht en onzeker, daar
na in kracht toenemende, en weldra
vernam zij de woorden vna het gezang:
Hallelujah! lofgezongen
Jezus Christus, onzen Heer.
Paart, verlosten, hart en tongen,
Juicht Zijn liefde en macht ter eerl
Hem, die redt uit alle nooden,
Die, waarachtig en getrouw,
Vastheid geeft aan 't Godsgebouw;
Hem, den Eerstling uit de dooden.
Hem, den Koning van 't heeal,
Wien 't heelal eens eeren zal.
Helder klonken de stemmen en in
de verte weergalmde het hallelujah.
't Was Hedwig eerst als hoorde zij
engelentonen, toen dacht zij aan baar
zusters en ijlde naar de kerk. De deur
stond open, maar zij zag niemand, zij
ging den trap op en daar zat de kleine
Elise naast het orgel, door de eerste
zonnestralen als door een lichtkrans
omgeven, met glinsterende oogen en
bewogen gelaat; naast haar stonden
Marie, Ernst en Herman, terwijl Rob
bert uit alle macht trapte. Het was een
lieflijke aanblik en Hedwig was trotsch
op haar zusters
Elise keek haar een weinig be
schaamd aan, terwijl op de gezichten
der anderen een sekere triomf te le
zen stond.
(Wordt vervolgd).