iJEHWE LEIDSCHE COM van DINSDAG 11 SEPT. 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. DE KONINKLIJKE FAMILIE TE ROTTERDAM. Gistermiddag brachten II.M. de Konin gin en Z.K.H. Prins Hendrik en Prinses Juliana het voorgenomen bezoek aan Rotterdam. Geruimen tijd voor de Koninklijke trein aan het Maasstration verwacht werd, had zich een groote menigte aldaar aan den ingang langs de Oosterkade verzameld. Van tal van gebouwen woei de natio nale driekleur. Ook de trams en autobus sen waren in vlaggentooi, terwijl vele schepen op de rivier gepavoiseerd waren. Een kwartier later dan verwacht werd, arriveerde de koninklijke trein aan het Maasstation. De hooge gasten werden verwelkomd door den loco-burgemeester wethouder mr. A. de Jong, terwijl mede ter ont vangst aanwezig waren jhr. mr. H. A. van Ivarnebeek, Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, de waarn. hoofdcommissa ris van politie de heer D. A. Kamper, en de commissaris van politie in actieven dienst, de heer E. van der Pol. Een dochtertje van den gemeente-secre taris bood H. M. bloemen aan. H. M. was gekleed in een reseda-kleurig toilet, versierd met een paradijsvogel; prinses Juliana droeg een rose kleed met wit bont. De Prins was in gekleede jas. Na de begroeting op het perron werd door de wachtkamer 1ste klasse de rivier zijde van het station bereikt. Bij het ver schijnen van deKoninklijke gasten ging uit het talrijke publiek, dat zich daar had opgesteld, een luid hoera op. Dadelijk na aankomst scheepten de vor stelijke personen zich in op de Stad Rot terdam, waarmede, zooals bekend is, een tocht door de havens wordt gemaakt, om prinses Juliana op de hoogte te brengen van de inrichting en outillage der Rotter- damsche havens. Aan boord van de Stad Rotterdam be vonden zich nog o.a. de wethouders L. de Groot en F. L. D. Nivard, de gemeente secretaris M. Smeding, chef van het kabi net van den burgemeester, A. Th. Pfeiffer, benevens de waarnemende directeur van gemeentewerken, ir. L. II. van Dijk, en de havenmeester de heer F. Verschoor van Nisse. Reeds 5 minuten na aankomst op de „Stad Rotterdam" vingen de hooge gasten onder geestdriftige toejuichingen van de menigte hun tocht door de havens aan. De Koningin en de Prinses, dié op het achterdek bleven, werden door het pu bliek hartelijk toegejuicht. Gevaren werd door de Nieuwe Maas, langs het Noorder eiland, door de Koningshaven, waar de vorstelijke personen met belangstelling de werkzaamheden der in aanbouw zijn de brug gadesloegen. Vervolgens voer men door Rijnhaven, Maashaven en Waalha ven. Daarna werd gekeerd en stoomde de Stad Rotterdam langs den anderen rivier oever naar Rotterdam terug. Daarbij werd ook langs Wilton's scheepswerf gevaren, waar de in aanbouw zijnde Statendam, welk schip zich thans in het groote droog dok bevindt, de belangstelling der hooge bezoekers trok. Omstreeks half 4 arriveerde de Stad Rotterdam aan het paviljoen van de Kon. Zeil- en Roeivereeniging De Maas, waar gedebarqueerd werd. Vervolgens werd het voorgenomen be zoek aan de Nenijto gebracht. DE CANDIDATUUR-STENHUIS. Het Volk meldt dar gisteren te Amsterdam een vergadering van den partijraad der S.D.A.P. is gehouden, welke partijraad te beslissen heeft over de vraag, of en zoo ja welke kieskringen zullen worden gecombi neerd, hoeveei candidaten op el":e can- didatenlijst gesteld zullen worden, ter wijl daar tevens een voorloopige be spreking over de samenstelling van die lijsten moet plaats vinden. Langdurige besprekingen werden gehouden in verband met de plaats, die de beer Stenhuis, lid van de Twee- FEUILLETON. God is mijn heil. 26) —o— Elise en Marie zongen mede en ook de andere kinderen zoo goed zij kon den; en toen het lied geëindigd was zeide bun grootmoeder: ,,Nu zal ik u van een Paaschfeest vertellen, dat ik eens in een Broeder gemeente bijgewoond heb, daar wordt het zoo geheel eigenaardig gevierd". Toen verhaalde zij hun hoe de gan- sche gemeente vóór zonsopgang naar de kerk ging, waar een korte toe spraak werd gehouden en waar men de eerste zonnestralen verbeidde. Daarna verzamelt men zich op het kerkhof en begroet daar bij de graven der gezaligden den Paaschmorgen met gewijde gezangen. Zij beschreef dit alles met zooveel gevoel, dat haar toehoorders volstrekt hetzelfde wilden doen. „Ik zal het aan papa gaan vragen", zeide Herman. „En ik ga naar den dominee", voeg de Marie er bij. „Maar Robbert moet met ons mede gaan", zeide Elise. Robbert had er echter niet veel lust in, en zeide dat de dominé bezig zou zijn met zijn preek en men hean niet kon storen. De oude mevrouw bracht hen tot be de Kamer en oud-voorzitter van het Ned. Verb. v. Vakvereenigingcn, op de candidatenlijst 1925 innam. Tenslotte werd met algemeene stem men de volgende motie, voorgesteld door de delegatie der federatie Am sterdam, aangenomen: „De vergadering van den partijraad, kennis genomen hebbende van de me- dedeeling van het partijbestuur, dat het den 4en Juni 1928 partijgenoot Stenhuis heeft verzocht zijn Kamerlid maatschap neer te leggen en van de gronden, waarop dit verzoek berustte; aanvaardt het standpunt van het partijbestuur als door het partijbelang geboden; noodigt de sociaal-democratische Kamerfractie uit, indien Stenhuis blijft weigeren zich te voegen naar het be sluit van het partijbestuur, dat thans ook is het eenstemmig besluit van den partijraad, hem niet meer te beschou wen als vertegenwoordiger van de S.D.A.P. in het parlement". Mededeeling werd geoaan op wel ken grondslag met het N.V.V. overleg gepleegd zal worden, in verband met de. op het laatst gehouden congres aangenomen derde stelling inzake de samenwerking met het Vakverbond. Daarna werd omtrent een door het partijbestuur opgemaakt propaganda- plan voor de verkiezingen besloten dit aan de gewestelijke en stedelijke fede ratiebesturen om advies te zenden. Ten aanzien van de combinaties van kieskringen werd besloten de verbin ding GroningenDrentt op te heffen, terwijl overigens de verbindingen als in 1925 blijven bestaan. Besloten werd een tweetal afwij kingen toe te laten op den regel, die driemaal zooveel candidaten op elke lijst kunnen worden gesteld, als er op het oogenblik leden op deze lijst geko zen zijn. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Aangenomen: Naar Zevenber gen, W. W. Siddré te Oude Wetering; naar Benthuizen, door J. Haring te Nieuw Beyerland. Bedankt: Voor Giessendam, J. E. Klomp te Oldenbroek; voor Steenwijk, H. v. d. Loos, cand. te Rotterdam. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Helder, T. L. Kroes te Ruinerwold en F. Tollenaar te Per nis. Beroepen: Te Sassenheim, P. N. Kruyswijk te Vlissingen; te Anjum, J. II. Kroeze te Reitsum. Aangenomen: Naar Herwijnen W. H. Bouwman te Capelle a. d. Ysel. Bedankt: Voor Gameren, W. H. Bouwman te Capelle a. d. Ysel; voor Nieuweroord (Dr.), J. S. Schaafsma te Gasselternijeveen. CHR. GEREF. KERK. Aangenomen: Naar Naarden Bussum, J. L. de Vries te Rijnsburg. GEREF. GEMEENTEN. Tweetal: Te Ierseke, A. de Blois te Dirksland en G. H. Kersten te Rot terdam. Beroepen: Te Ierseke, G. H. Ker sten te Rotterdam. MET EMERITAAT. Ds. W. Breukelaar, pred. der Geref. Kerk te Zaandam, zal, naar het Hbld. meldt, met ingang van 1 Nov. a.s. eme ritaat aanvragen. Ds. Breukelaar heeft alsdan 40 dienstjaren. DS. W. LUIKINGA. In den ouderdom van 49 jaar is te IJmuiden Vrijdagavond plotseling overleden Ds. W. Luikinga, predikant bij de Doopsgezinde gemeente en voor ganger van de afd. van den Ned. Pro testantenbond aldaar. De overledene aanvaardde 29 Sept. 1907 het predikambt te Aalsmeer, en diende sinds 15 November 1915 zijn tegenwoordige gemeente, waar hij zich op onderscheiden gebied bewoog. DS. H. A. WIERSINGA. Ds. H. A. Wiersinga, laatstelijk pre dikant te Medan, deelt aan de Stan daard mede, dat hij, daar 1 December daren, zij zeide dat het nu eenmaal hier de gewoonte niet was en niet op eenmaal ingevoerd kon worden. Zij gaf hun den raad morgen in de kerk zeer aandachtig te zijn om in hun hart Paaschfeest te vieren, hetgeen even goed was. De kinderen waren echter niet te overtuigen en toen het licht was aan gestoken en de heer Van Mengen, Anna, mevrouw Van Steendorp en Hedwig aan de tafel waren gaan zit ten, scheen Elise een complot te ma ken, want zij trok zich met Marie, Ernst en Herman in de vensterbank terug, waarna een levendig gefluister begon. Robbert werd er bij geroepen en na veel schijnbaren tegenstand overgehaald, daarop kwamen de kin deren te voorschijn met gloeiende ge zichtjes en schitterende oogen. De heer Van Mengen vroeg: „wat voert gij in het schild?" maar kreeg geen bevredigend antwoord. De oude mevrouw lachte alsof zij het wel be greep, maar zeide niets. De avond ging voorbij zoo als ge woonlijk, alleen wisselden Marie en Elise van tijd tot tijd geheimnisVolle blikken, en weldra gingen de kleinste kinderen naar bed. De heer Van Mengen las daarna iets voor, terwijl de dames werkten, Rob hert en Elise teekenden en Marie over haar breikous in slaap viel. Eindelijk werd er een psalm gelezen en begaven zich allen ter rust. a.s. zijn verloftijd om is, nu gaarne een eventueel beroep van een der Ker ken van ons land in overweging zal nemen. Zooals we vroeger reeds meldden, is Ds. Wiersinga door omstandigheden verhinderd naar Indië terug te kee- ren. Zijn adres is: Baarnscheweg 60, Den Dolder (U.). DS. A. DEKKERS. Ds. A. Dekkers, em. pred. van de Geref. Kerk te Gerkesklooster-Stroo- bos, die zich voor eenige jaren te Vriezenveen heeft gevestigd, en de Ge ref. Kerk aldaar, voor zoover zijne krachten dit toelieten, diende, zal Vrie zenveen verlaten en zich te Driebergen vestigen. DS. D. C. HATTINK. In een buitengewone vergadering van den Algemeenen Kerkeraad met het Moderamen van het Classicaal Be stuur van Arnhem, is besloten Ds. D. C. Hattink te Apeldoorn te verzoeken na afloop van zijn ziekteverlof (einde September) emeritaat te nemen. Ds. Hatting zal na deze beslissing met ingang van 1 October zijn emeri taat aanvragen. EEN SCHERP PROTEST VAN Dr. K. DIJK. Men schrijft aan de Stand.: In de volle Nieuwe Zuiderkerk be diende Dr. K. Dijk, Geref. predikant te 's Gravenhage-West, Zondagmor gen het Woord naar aanleiding van 2 Kron. 21 vs. 12—15. Wijzend op de zonde van Koning Joram, den zoon van Josafat, werd de beteekenis van het levende Woord Gods geschetst en zeide Dr. Dijk: „Van dat Woord heeft iemand ver leden week durven zeggen, dat het onze afgod is. Hij moest zich schamen voor Gods aangezicht en ik wil ook van deze plaats daartegen een ernstig protest aanteekenen". Hiermede doelde Dr. Dijk op de pre dikatie over 1 Joh. 5 vs. 21, waarmede Ds. E. L. Smelik j.l. Woensdag bij de Geref. Kerk in Hersteld Verband van Rotterdam zijn intrede deed en waar in hij de Kerk, den Bijbel en het ambt de afgoden noemde, waarvan men zich te bewaren had. BLIJFT IN HET AMBT. Ds. M. C. Slotemaker de Bruine, pre dikant bij de Ned. Herv. Gem. te Hoog kerk (Gron.), heeft bedankt voor de benoeming tot secretaris van de Ned. Chr. Studcntenvereen. te Utrecht. DIACONALE CONFERENTIE. De begroetingssamenkomst, die de Diac. Conferentie voorafgaat, wordt niet in het gebouw voor Chr. Belan gen, zooals het agendum aangeeft, ge houden, doch in de bovenzaal van Ho tel Riche aan het Nieuwe Plein te Arnhem. LEZINGEN DOOR PREDIKANTEN. Op uitnoodiging van het Bestuur van Wijk II der Ned. Herv. Kerk te Haarlem, zullen door de predikanten der gemeente op 8 achtereenvolgende Zaterdagavonden lezingen worden ge houden. De onderwerpen zijn: Atheïsme, Pantheïsme, Occultisme, Spiritisme, Christian Science, Theo sofie, Anthroposofie en Vrijmetselarij. De eerste lezing zal gehouden wor den op Zaterdag 15 September, des avonds te kwart over acht in de Nieu we Kérk door Ds. L. D. Poot. NED. HERV. GEM. TE RUURLO. De kerkvoogdij der Ned. Herv. Gem. te Ruurloo, heeft, een verzoek van rechtzin nige zijde ingewilligd om preekbeurten te mogen honden in het in den Veldhoek gelegen gebouw, dit onder voorwaarde dat het aantal beurten blijft tot zes per jaar, dat de bedoelde preekbeurten niet samenvallen met diensten op den zelfden dag dat de predikanten der Ned. Herv. Gem. in het genoemde gebouw dienst doet. DE PROFUNDIS. Ds. J. C Aalders schrijft in „Woord en Geest": Ik weet zelf niet, hoe het komt, De nachtegaal zong zoo helder en zacht onder Hedwig's venster, dat zij long wakker lag om er naar te luiste ren. Zij ging bij zichzelve na, wat de beide Maria's en de andere vrouwen, die den Heer liefhadden, wel moesten gevoeld hebben, toen zij den steen voor het graf gewenteld zagen, en toen dacht zij hoe het iemand te moede moest zijn, die niets van den verrezen Heer afwist en hoe het in diens ziel nog donkerder en lediger moest zijn dan eertijds in het hart dier vrouwen. Toen bad zij voor al de haren en ook voor Willem, dien zij in zoo langen tijd niet gezien had, en zij werd zoo onrustig, dat zij niet kon inslapen. Ze nam eindelijk een middel te baat, dat haar vroeger altijd geholpen had, en zeide een avondlied op, waarmede zij in haar kindsheid in slaap wa3 ge wiegd. 'k Leg mij veilig neder, Want de Heer houdt teeder Over mij de wacht. 'k Voel mij wel geborgen, 'k Laat mijn Heiland zorgen In den donk'ren nacht. Heeft Hij zelfs Zijn leven Niet voor mij gegeven In den bangsten dood? 'k Blijf dus op Hem bouwen Mij aan Hem vertrouwen, 'k Sluimer in Zijn schoot. En vóór zij het laatste vers geheel maar ik heb altijd te vechten, ook voor eigen innerlijk levên* tegen die ellendige theorie. Ik kan haar maar nooit in prac- fijk brengen. En dan word ik zoo moede loos, zoo" diep beschaamd, zoo hoogst on tevreden over mijzelven. Hoe meer ik preek en schrijf, hoe benauwder het mij wordt en dan zou ik het wel aan alle menschen willen toeroepen, en voor heel de wereld willen uitschreeuwen: „och menschen, vertrouw toch niet op mij, en op mijn woord, op mijn kennis noch lei ding". „Want, als ge eens wist, hoe ongeluk kig en ellendig ik er zelf aan toe ben, dan zoudt ge schrikken. Neen, zeg niet, dat ik overdrijf, 't Is heusch waar. En dan kan het mij zoo drukken, dat ik een verantwoordelijkheid draag, die ik eigen lijk niet dragen kan; prediker van het getrouwe Godswoord, leider en verzorger van zielen te zijn. Hoe heb ik zelf nog leiding noodig. Hoe behoef ik dagelijks en gedurig nog steun en stuur, troost en sterkte. Maar God geeft die soms, heel wonder baar, Juist als wij die zoozeer behoeven". GIFTEN EN LEGATEN. Ds. J. P. A. Ie Roy te Almelo ont ving clezer dagen voor het in October te openen Ned. Herv. Diaconessenhuis ruim 700 aan giften, w.o. 4 elk van 100. Het Zendingsbureau te Oegst- geest heeft van N. N. te Amsterdam 2000 en van N. N. in Den Haag 1000 ontvangen. Wijlen Mevr. de Wed. Muledr- Van Veen, kort geleden te Noordlaren (Gron.) overleden, heeft 6000 ver maakt aan de Ned. Herv. Gem. te Gro ningen. UIT ONZE INDIEN. UITWIJKING VAN PAPOEA'S. Naar Aneta verneemt, betroffen de voorgestelde besprekingen tusschen den Gouverneur van de Molukken en den administrateur van het Mandaat gebied Nieuw-Guinea de uitwijking van Papoeastammen naar Australisch gebied. De consul-generaal te Sydney tele grafeerde, dat de bedoelde admini strateur verhinderd werd medio Sep tember de besprekingen uit te voeren waarom hij voorstelde ze uit te stel len tot het voorjaar 1929. Aangezien de stammen wederom te ruggekeerd zijn, werd de conferentie thans weinig urgent en zal wellicht niet doorgaan. NANKING EN DE INDISCHE CHINEEZEN. Bij groote troepen der Chineesche samenleving blijkt men, voor hetgeen zich in China afspeelt, een nog altijd levendige belangstelling aan den dag leggen. Nu brengen naar de Loc. meldt (het werd kortelijk al geseind) de Chineezen van Soengei, Liat, op Ban- ka, geld bijeen om een vliegmachine cadeau te doen aan de nationalisti sche regeering te Nanking. Er zou reeds een bedrag van 14000 bijeen zijn en zoodra men voldoende bij elkaar heeft, zal een vliegtuig wor den aangekocht. Dat vliegtuig zal dan Soengei Liat moeten heeten en zal door de nationa listische regeering van China worden gebruikt. Een en ander geschiedt met den omroep, door Nanking tota de Chi neezen buiten China gericht,, om finan cieelen steun., Enkele Chineesche bladen bewon deren het voorbeeld van Banka en schrijven, dat de offerzin der Chinee zen buiten China, wat Java betreft, wel zoo ver moet gaan, dat men vlieg machines, genaamd Batavia, Sema- rang en Soerabaia aan de nationale Chineesche regeering ten geschenke zal kunnen geven. HET DRAMA TE MENES. In Gang Chaulan te Batavia is door den ass.-wedana van Ivopah gearres teerd de barbier Djaim, medeplichtig a. d. moord op den wedana van Menes, die, zooals men zich herinneren zal, in den nacht van 12 op 13 November 1926 op wreedaardige wijze om het leven gebracht is:. opgezegd had was zij vast in slaap. Het begon pas te schemeren en moest nog zeer vroeg zijn, toen zij door een zacht gedruisch ontwaakte en verwonderd opkeek. De deur van de kamer, waar haar zusters met haar moeder sliepen, stond open en deze waren geheel aangekleed, gereed om uit te gaan. Hedwig ging opzitten, maar Elise riep haar zachtjes toe: „stil, wij gaan naar de kerk", en vóór zij antwoord den wajen beide verdwenen. Hedwig kleedde zich haastig aan en volgde haar; het schemerde nog en was vrij koel, tallooze dauwdruppels hingen aan alle bladen en takken toen zij door den tuin ging. Alles was stil, alleen de nachtegalen zongen heerlij ker dan zij het ooit gehoord had, en de lieflijksche geuren van bloemen en planten vervulden de lucht; 't was onbeschrijflijk schoon, alsof de enge len zelf den Paaschmorgen aankon digden. Hedwig opende het hek van het kerkhof en opziende zag zij achter het donkere sparrebosch de zon in al haar luister opgaan; de gedachte aan den opstandingsmorgen en de stille majesteit van het oogenblik maakten een machtigen indruk haar. Eerst verdeelde zich de nevel in grauwe wolken, toen werd aan den l orizont een licht zichtbaar dat al- ltngs helderder en schitterender werd, en eindelijk steeg de zon helder om hoog. Hedwig stond met gevouwen Reeds eenigen tijd was het bekend, dat Djaim zich te Batavia bevond, tot dat de ass.-wedana nu Zaterdag j.l. bericht kreeg, dat de man in de Gang Chaulan gesignaleërd was. Door deze arrestatie krijgt de ass.- wedana de daarop gestelde premie van 150. 1 DE GOUVERNEUR ALS WEG- POLITIEMAN. Eenigen tijd geleden, aldus de Ind. Crt., reed onze gouverneur, de heer Hardeman, met zijn zware Fiat tus schen Sidoardjo en Soerabaia. Er zat een goed gangetje in den wagen, maar niettemin werd de Fiat „gelapt" door een met razende vaart over den weg schietende autobus, vol pasagiers. Met zulk een gang stoof de bus voor uit, en langs zijn mecïelegger, dat de gouverneur van oordeel was, dat dit rijden gevaar moest opleveren voor de veiligheid van den weg, en voor de passagiers van de bus mede, waarom hij besloot den roekeloozen chauffeur op zijn verkeerd gedrag te wijzen. Maar daartoe was noodig hem voor bij te komen. Dies nam de Fiat een spurtje, en gaf een signaal. De bus bestuurder wilde zich niet laten lap pen. Gaf óók gas. Verdere druk op het gaspedaal van de Fiat, die nu als een' weiverwind vooruit vloog. Vergeefsch. Ook de bus had kwaliteiten. 1-Iij donderde letter lijk voort over het asfalt. De passa giers schommelden als baren van de zee. Wel slingerde het voertuig wat maar het gaf geen kamp. Tenslotte, met een op den speedome ter aangewezen snelheid van 85 K.M. kwam de gouverneur vóór. zoodat hij er in slaagde dezen gevaarlijken weg- race-taxi-autobusbestuurder aan de politie over te geven, die proces-ver haal opmaakte. Door den landrechter van Sidoard jo werd hij tot één maand hechtenis veroordeeld. Men bleek met een recidi vist te doen te hebben. VAN DONKER SOERABAIA. Op last van den officier van Soera baia werden gearresteerd twee vrou wen, een Europeesche en een Inland- sche. op wie de Justitie en politie ge- ruimen tijd **eeds het oog gevestigd hadden, doch tegen wie men eerst vol doende bewijsmateriaal moest verza melen, alvorens met strengheid te kunnen optreden. De hier bedoelde vrouwen er be reikte ons over de arrestatie reeds 'n kort telegrafisch bericht zijn be ruchte figuren in donker Soerabaia, het zijn mevr. M. en een Inlandsche vrouw. Beiden deden meestal samen „za ken". Eerstbedoelde vrouw, de gescheiden echtgenoote van een eertijds bekend geneesheer ter stede, oefende reeds jaren lang het bedrijf van koppelaar ster uit, terwijl zij mede in haar groo te woning te Dinojo gelegenheid gaf tot het „plegen van ontucht met der den". Zij „genas" ook vrouwen, onder wie niet uitsluitend lieden van mindere afkomst te vinden waren, van bepaal de ziekten, in hoofdzaak zenuwziek ten en zij genoot mitsdien zekere re putatie, welke zij op een niet altijd kiesche wijze wist uit te buiten. In dit jarenlang voortgezette bedrijf werd ze terzijde gestaan door een In landsche helpster, die, dit blijkt uit verschillende dingen, een sluwe vrouw is, die voor geen klein gerucht ver vaard is. Beide vrouwen zijn door den offi cier van Justitie aan een scherp ver hoor onderworpen, waarna zij naar" het huis van bewaring werden over gebracht. Men verwacht, dat deze affaire de zelfde minder frissche aspecten zal bieden als de indertijd zoo beruchte zaak Stikkel. Ook hier zal heel wat schandaal loskomen, want in donker Soerabaia nam het beruchte huis op Dinojo een voorname plaats in. Uiteraard zal de zaak, indien vol doende gronden zullen worden ver kregen om ze naar den rechter te ver wijzen, met gesloten deuren worden behandeld. handen in aanbidding verzonken, toen de stilte werd verbroken door een or geltoon, eerst zacht en onzeker, daar na in kracht toenemende, en weldra vernam zij de woorden vna het gezang: Hallelujah! lofgezongen Jezus Christus, onzen Heer. Paart, verlosten, hart en tongen, Juicht Zijn liefde en macht ter eerl Hem, die redt uit alle nooden, Die, waarachtig en getrouw, Vastheid geeft aan 't Godsgebouw; Hem, den Eerstling uit de dooden. Hem, den Koning van 't heeal, Wien 't heelal eens eeren zal. Helder klonken de stemmen en in de verte weergalmde het hallelujah. 't Was Hedwig eerst als hoorde zij engelentonen, toen dacht zij aan baar zusters en ijlde naar de kerk. De deur stond open, maar zij zag niemand, zij ging den trap op en daar zat de kleine Elise naast het orgel, door de eerste zonnestralen als door een lichtkrans omgeven, met glinsterende oogen en bewogen gelaat; naast haar stonden Marie, Ernst en Herman, terwijl Rob bert uit alle macht trapte. Het was een lieflijke aanblik en Hedwig was trotsch op haar zusters Elise keek haar een weinig be schaamd aan, terwijl op de gezichten der anderen een sekere triomf te le zen stond. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5