iËÜWE LEIDSCHE COURANT
van
DONDERDAG 6 SEPT. 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
HET KONINKLIJK BEZOEK AAN
ZWOLLE.
Aan het Katerveer le Zwolle stond
gisteren een groote menschenmenigte.
om de koninklijke bezoekers te be
groeten. De Commissaris der Koningin
in Overijssel, begroette de vorstelijke
gasten te 11 uur aan het Katerveer,
terwijl burgemeester Van Royen de
hooge gasten tot aan de grens der ge
meente was tegemoet gegaan.
In auto's werd naar het Binnen
Gasthuis gereden, waar H. M. de Ko-
rJngin, Z. K. H. Prins Hendrik en H.
K. H. Prinses Juliana tn gevolg een
bezoek zouden brengen aan de oudjes.
In den tuin van het Sophia Zieken
huis, waar de stoet passeerde, lagen de
patiënten in ledikanten of op stoelen,
gehuld in dekens of mantels.
In het Binnen Gasthuis waren ter
begroeting aanwezig de Commissaris
van de Koningin in Overijssel, baron
Van Voorst tot Voorst, de burgemees
ter van Zwolle, mr. Van Royen; de
commissaris van Politie en het be
stuur der stichting.
De voorzitter, de heer Bartels, sprak
'de koninklijke gasten toe. H. M. de
Koningin antwoordde, dat het haar
veel genoegen deed, tijd te kunnen
vinden om de stichting te bezoeken.
Nadat ververschingen waren rond
gedeeld. ging het hooge gezelschap
naar de woningen van de oudjes. De
vorstelijke personen onderhielden zich
met de oude menschen, die opgetogen
en met van vreugde tintelend gelaat
zenuwachtig antwoordden op de hun
gestelde vragen. De Koningin en de
Prinses boden den oudjes versnape
ringen aan.
Na het bezoek aan het Binnen Gast
huis werd geluncht ten huize van den
Commissaris der Koningin,
Te IK uur werd een bezoek ge
bracht aan de tentoonstelling Zwol-
land.
Vijf minuten voor half twee kondig
den luide toejuichingen aan, dat de
koninklijke familie de tentoonstelling
naderde. Baron Van Haersolte heeft
de leden van het hoofdbestuur aan de
Koningin voorgesteld. Behalve de
reeds genoemde personen was aanwe
zig jhr. Van Karnebeek, Minister van
Staat, en de heer v. Dissel, directeur-
generaal van het Staatsboschbeheer.
H. M. werd rondgeleid en voorge
licht door baron Van Haersolte, H. K.
H. Prinses Juliana door den heer H.
van Cavaljé, burgemeester van Zwol
lerkarspel en de Prins door den heer
H. J. Volker, secretaris van het ten-
toonstellingsbestuur.
DE KONINKLIJKE FAMILIE IN DE
HOOFDSTAD.
De datum voor het avondfeest ten
Koninklijke Paleize te Amsterdam ge
durende het aanstaand verblijf der
koninklijke familie in de hoofdstad is
bepaald op Dinsdag 25 September.
BURGEMEESTER VAN ROTTERDAM.
Naar het Vaderl. verneemt komt
mr. P. Droogleever Fortuyn, lid van
de Tweede Kamer, ernstig in aanmer
king voor het burgemeesterschap van
Rotterdam.
LUCHTPOST VOOR INDI5.
Op 13 September a.s. vertrekt van
Amsterdam het vliegtuig der Ned.-
Indische Luchtvaart Maatschappij,
hetwelk post voor Indië zal medene-
c:en. Het luchtrecht boven het gewone
porto te voldoen door middel van
luchtpostzegels bedraagt voor brief
kaarten 40 cent en voor andere stuk
ken per 20 gram 70 cent.
De K. L. M. verwacht, dat tal van
Nederlanders van deze gunstige gele
genheid om snel-post naar Indië te
vervoeren gebruik zullen maken.
NEDERL. SPOORWEGEN.
Het tweede wijzigingsblad op het
boekje buitenlandsche verbindingen,
FEUILLETON.
God is mijn heil,
22) —o—
„Stille- waters hebben diepe gron
den", zeide Robbert.
„Dan moet ik wel zeer oppervlak
kig zijn", sprak Johanna met een
zucht, „want mijn hart gelijkt veel
meer op een onstuimige zee die niet
rusten kan".
Robbert schrikte over de uitwer
king, die zijn woorden gehad hadden
op Johanna, die hij zöo zeer bewon
derde. Hij wilde het weder goedma
ken, maar wist niet recht hoe, tot dat
Hedwig hem ter hulp kwam, op een
vriendelijken toon zeggende:
„Maar op den bodem van de zee
vindt men de schoonste paarlen".
„Gij tracht altijd vrede te maken, al
is men ook maar in strijd met zich
zeiven", antwoordde Johanna.
Daar het donker begon te worden,
namen de Bergheims afscheid; de
heer Van Steendorp en Robbert zou
den haar naar huis brengen, want het
was nu niet geraden met den knecht
te gaan.
Terwijl de heeren zich klaar maak
ten ging Johanna naar mevrouw Van
Steendorp toe, drukte haar de hand
en zeide: „Lieve mevrouw, ge wit het
mij toch zeker wel vergeven, dat ik
zoo hevig uitviel, ik zal in het vervolg
dienst van 15 Mei 1928. is van Donder
dag 6 September af kosteloos aan de
stations err bij den Spoorwegboekhan
del verkrijgbaar.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Metslawier, J. van
Rossum, cand. te Gouda. Te Hoofddorp, J.
C. Salverda te Hei no. Te Mastenbroek. J.
Enkelaar te Ouderkerk a. d. IJsel. Te Fre-
deriksoord (Dr.) (toez.), L. Meeth, te Kan
tens (Gron.).
Aangenomen: Naar Stedum, J. J.
Woldendorp, te Warmond. Naar Zweeloo,
A. Burger, cand. te Oosterwierum.
Bedankt: Voor Zoetermeer-Zegwaart
G. Verdoes Kleijn te Dordrecht. Voor Fer-
werd (Fr.) A. Teenstra, te Lollum (Fr.).
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Scheveningen (4e pred.
pi.) J. H. Rietberg te Maassluis; cn E. J.
Wientjes, te Oudshoorn. Te Ten Post, A.
H. Piersma te Sleen; en H. J. Winter,
cand. te Bierum.
Beroepen: Te Oosthem, J. Dijk, cand.
te 's-Gravenhage. Te Lioessens, J. Hettin-
ga, te Wijckel c.a. (Fr.).
CER. GEREF, KERE.
Tweetal: Te Zierikzee, W. Bijleveld
te Haarlem en J. v. d. Vecht, te Doesburg.
PEREMPTOIR EXAMEN.
Peremptoir examen werd afgelegd voor
de classis Breulcelen der Geref. Kerken
door theol. cand. M. Bouwman, >e Uithui
zen, beroepen predikant der gemeente
Baambrugge.
GEREF. KERK TE SCHEVENINGEN.
De Kerkeraad der Geref. Kerk te Sche
veningen heeft in de vacature, ontstaan
door de vestiging van een vierde predi
kantsplaats, die nog niet is vervuld, door
het bedanken van Ds. D. van Dijk te Gro
ningen, in zijn vergadering van Dinsdag
avond op het tweetal geplaatst de predi
kanten Ds. E. J. Wientjes te Oudshoorn
en Ds. Joh. H. Rietberg te Maassluis.
Volgende week zal het beroep worden
uitgebracht.
HERDERLOOS.
In 19*25 deed zich te Maarssen het zeld
zaam geval voor dat alle kerken, n.l. de
Ned. Herv., Geref. en Chr. Geref. vacant
waren. In deze dagen zijn alle drie de ge
meenten herderloos: de predikanten van
de Ned. Herv. en de Geref. Kerk moeten
op geneeskundig advies rust nemen en de
Chr. Geref. Gem. is vacant.
DE GEREF. KERKEN EN DE HERV.
CLASSIS AMSTERDAM.
Naar aanleiding van het bericht, dat op
21 September plechtig zal worden her
dacht dat „de classis Amsterdam der Ned.
Herv. Kerk" 350 jaar geleden werd geor
ganiseerd, is van de zijde der Geref. Ker
ken (door Ds. C. J. Goslinga te Buitenpost)
onlangs het volgende standpunt toege
licht:
„In geenen deele wil ik betwisten, dat
in 1578 de classis Amsterdam is „georga
niseerd" en voor de eerste maal samen
gekomen, noch ook iets afdingen op de
belangrijkheid van dit feit. Edoch, dit be
trof de classis der toenmalige Geref. Ker
ken en deze classis heeft als organisatie
de 250 jaar niet eens gehaald. Immers,
toen zij op 4 Maart 1816 bij den Koning
haar bezwaren indiende tegen de nieuwe,
bij Koninklijk besluit ingevoerde organi
satie, ontving zij 28 Maart d.a.v. namens
den Koning ten antwoord, „dat zij sedert
7 Januari 1.1. niet meer bestond" enz.
DE ACHT RETOURTJES.
Een predikant schrijft in het „Alg.
Wkbl. voor Christendom en Cultuur":
Er moet mij toch eens een woord van
het hart over de wijze, waarop de predi
kanten, en in het algemeen theologen, die
ergens een preekbeurt komen vervullen,
of een lezing of toespraak houden, nog
dikwijls betaald wordenOp het punt
van betaling van dominee's bestaan er
echter nog menigmaal ongehoorde toe
standen
Onlangs was er een club van zeer ge
fortuneerde meisjes. De meesten van deze
meisjes plachten zich niet te voet te be
wegen of per rijwiel, maar per automo-
biel. De huizen waarin zij woonden gele
ken op alles, behalve op één-kamer-wo
ningen. De deuren werden geregeld door
beter oppassen, dat het mij niet weer
gebeurt".
Tot eenig antwoord gaf mevrouw
Van Steendorp haar een hartelijken
kus en de oude mevrouw zeide: ,Dat
is goed kindlief, en eigenlijk hebt gij
toch niets dan dc waarheid gezegd".
Johanna was nu gerust gesteld en
na Hedwig nog eenmaal omhelsd te
hebben, verliet zij het huis met haar
jongen beschermer, moediger dan zij
gekomen was.
Later op den avond van dezen on-
siuimigen dag kwam jonkheer Van
Haller. Ofschoon hij zijn wond gering
rt htte, had hij er toch koorts bij ge
kregen en was genoodzaakt geweest
op zijn kamer te blijven. Maar nu de
troepen aftrekken moesten, achtte hij
zich verplicht Berlijn te verlaten.
Hij vertrok naar zijn buitenplaats
met het vaste voornemen alleen te ge
lijk met de troepen in de hoofdstad te
rug te kecren. Hij beschouwde nu de
opstand uit een ernstig oogpunt en liet
er zich in vrij sterke bewoordingen
over uit.
Hij verheugde zich zeer mevrouw
Van Steendorp spoedig in Schönheide
te zullen wederzien en nam van allen
hartelijk afscheid.
Den volgenden morgen kwam de
heer Van Mengen zijn moeder en zijn
zuster afhalen. In de provincie
heerschte een zeer goede stemming te
gen den opstand en voor het leger;
maar de heer Van Mengen was tegen
keurig gecostumeerde huisknechten be
diend. Het ontbrak in haar leven aan
niets. Met eenïge vriendinnen werd een
Bijbelkring gevormd en er werd een pre
dikant uitgenoodigd acht maal te spreken.
De predikant deed wat er van heru werd
gevraagd. Aan het slot moest er worden
bedankt en afgerekend. Wat kreeg de
spreker? Gij raadt het in geen honderd
jaren. Hij kreeg acht retourtjes derde
klas!
De schrijver geeft nog meer voorbeelden
van dezelfde geestesgesteldheid.
LEGER DES HEILS.
De heer H. W. Howard, die tien jaren
lang commandant van het Leger des
Heils in Nederland is geweest en dezer
dagen naar Zwitserland vertrekt, om daar
als commissioner het Leger des Heils te
leiden, heelt in een afscheidswoord aan
persvertegenwoordigers gezegd, dat zijn
verblijf hier te lande hem groote voldoe
ning heeft gegeven. Geheel in den geest
van den stichter van het Leger heeft hij
niet slechts het evangelie voorbereid,
maar ook gestreefd naar het lenigen van
materieele nooden, onverschillig de gods
dienstige gezindheid van de behoeftigen.
In die tien jaar is het leger hier te lan
de sterk gegroeid; ook in Oost- en West-
Indië. Speciaal was er veel vooruitgang
op het gebied van sociaal werk en reclas-
seering, welke in ons land een belang
rijker plaats innemen dan overal elders.
Toch geloofde de commandant, dat op
dit gebied nog meer uitbreiding mogelijk
zou zijn.
UIT DE OMGEVING.
LEIDERDORP.
Oranje en de Joden.
De Chr. Oranjevereeniging alhier
had ter inleiding van de heden plaats
gehad hebbende Koninginnefeesten
gisteravond in de Ned. Herv. Kerk 'n
feestelijke bijeenkomst belegd, welke
druk bezocht was.
Als spreker trad op, Ds. W. J. J.
Velders, predikant bij de Geref. Kerk
van Rotterdam, die tot onderwerp
had: „Oranje en de Joden".
De voorzitter der Oranjevereeniging
de heer G. Goedhart, opende de verga
dering, liet zingen Ps. 72 vs. 1, ging
voor in gebed, las den Koningspsalm
(Ps. 72) en sprak vervolgens een kort
openingswoord, waarin hij alle aan
wezigen, onder wie den eere-voorzit-
ter, burgemeester Brug, welkom heet
te.
Nadat vervolgens de organist der
Geref. Kerk, de heer F. D. van
Wijck, ons op een schoon stukje mu
ziek vergast had, was het woord aan
Ds. Velders.
Spr. begon met op te merken, dat.
ons Vórstelijk Huis zulk een bijzonde
re voorliefde heeft voor de Joden. Het
is b.v. vanzelfsprekend, dat H. M. de
Koningin en de Prins-Gemaal de Ned.
Herv. Kerk bezoeken, immers zij be-
hooren tot dit kerkgenootschap, doch
het geeft toch wel te denken, dat de
Koningin bij haar jaarlijksch bezoek
aan Amsterdam van de 10 maal toch
zeker wel vijf maal de Synagoge be
treedt, en b.v. nooit een Geref. Kerk.
Om deze voorliefde te verklaren,
moeten wij een blik slaan in de histo
rie.
De martelaarshistorie der Joden
eindigend met hun verbanning uit
Spanje en Portugal is samengevloeid
met de geschiedenis van het Huis van
Oranje.
In de 16de eeuw werden de Joden
getroffen door de uitzonderingswetten
en verbanningsdecreten der Room-
schen, terwijl ook de houding der Pro
testanten verre van conciliant was.
In dien tijd werd er door de Joden
een gebed opgezonden, waarvan de
korte inhoud was: „O Eeuwige, laat er
althans één land zijn, waar de Joden
veilig zijn!"
Die bede is verhoord, en dat land
was Nederland.
Prins Willem van Oranje werd in
zijn strijd voor geloofsvrijheid ge
steund met geld en raad door de Jo
den, die van hem hun vrijheid ver
wachtten.
Vele „Maranen", dat zijn de Joden
in Spanje en Portugal, die daar ge
dwongen werden over te gaan tot het
Katholicisme, richtten het oog naar
de Noordelijke Nederlanden, waar de
godsdienstvrijheid was afgekondigd.
zijn gewoonte ernstig en stil. Hij vond
het te pijnlijk om over den opstand te
spreken en zweeg dus liever.
Nadat men hem alles verteld had
en voor het noodigste had gezorgd,
reed men weg, terwijl allen even blij
de waren Berlijn te verlaten. Alleen
mevrouw Van Steendorp scheidde on
gaarne van haar man en zoon, terwijl
Hedwig menige gedachte wijdde aan
haar achterblijvende vriendinnen.
De lijdensweken en Paschen.
Hoe vriendelijk en rustig lag Sch'ön-
heide vóór hen toen zij de fraaie kas
tanjelaan inreden, die toegang tot het
dorpje verleende. Een onbeschrijfelijk
gevoel van vrede vervulde hun harten
toen zij na al den angst, dien zij te
Berlijn doorgestaan hadden, het lieve
met klimop begroeide kerkje zagen,
langs de woningen der landbouwers
en daglooners reden, waar menig
vriendelijk gezicht hun tegemoet
kwam en ze van ver het welbekende
witte buis tusschen het eerste groen
zagen liggen.
De laatste dagen schenen hun een
benauwde lange droom toe, die ge
weken was bij de eerste stralen der
morgenzon. Op de stoep van het huis
stond Anna met hare kinderen, welke
laatsten de aankomenden met gejuich
begroetten, en zich om de lieve groot
moeder verdrongen, terwijl hun moe
der met vochtige oogen al harr gasten
welkom heette.
In 1596 werd te Amsterdam de Por-
tugeesch-Israëlietische gemeente ge
sticht.
Die komst der Joden in ons land
bracht opleving van den handel te
weeg, iets waar hier te lande groote
behoefte aan bestond.
Prins Maurits werd tijdens zijn laat
ste ziekte door een Joodschen genees
heer behandeld en Prins Willem II,
die groote geldzorgen had, werd finan
cieel gesteund door de Joden.
Toch hadden in de 17de eeuw de
Joden nog geen gelijkstelling met de
overige burgers. Aan de Portugeesche
Joden, de Sephardim, werd nog wel
eens eenige meerdere vrijheid toege
staan, maar de Hoogduitsche Joden
mochten alleen in oude kleeren e.d. han
delen, vandaar, dat ze ook thans zich
daar nog zooveel mee bezig houden.
Tijdens het eerste stadhouderlijk
tijdperk, toen Cromwell zijn „acte van
navigatie" uitvaardigde tegen onzen
exporthandel, waardoor vooral de Jo
den werden getroffen, kwam de vraag
weer aan de orde, of de Joden ook rech
ten hadden, doch er was toen geen
Oranje om hen te beschermen.
Spr. liet vervolgens zingen Ps. 105
vs. 1 en 2 en zette daarna zijn rede
voort.
Prins Willem III, wiens optreden
voor geheel Europa van groote betee-
kenis was, heeft ook de Joden zeer
gesteund. Hij heeft gemaakt, dat. zij
zich in het geheele land konden ves
tigen en ook in het buitenland heeft
hij hen beschermd.
De Portugeesche synode op het Jo
nas Daniël Meyerplein te Amsterdam,
die in 1675 werd ingewijd, werd in
1691 door den Prins bezocht, die steen
liet koopen om de houten pilaren,
waarop de vrouwengalerij rustte, door
steenen te vervangen.
Prins Willem III had Joodsche ge
leerden tot zijn raadgevers; zelfs heeft
hij een Jood tot gezant van Spanje
benoemd!
Ook Prins Willem V onderhield
vriendschap met Joodsche families.
Hij bezocht in 1765 de synagoge der
Hoogduitsche Joden te Amsterdam;
bij die gelegenheid werd door de Jo
den op hem toegepast de Messiaansche
uitspraak uit Psalm 45: „Gij zijt veel
schooner dan de menschenkinderen.
Genade is op uw lippen uitgestort".
Zoo kunnen de Joden overdrijven!
Toen Koning Willem I te Amster
dam zijn intrede deed, waren het niet
in de laatste plaats de Joden, die hem
kwamen verwelkomen.
Hij heeft de synagoge gereorgani
seerd en al pleit het niet voor de Jood
sche gemeenten, dat zij deze staatsin
menging en rijkssubsidie aanvaardden
het is verklaarbaar met hun aanhan
kelijkheid aan het Oranjehuis.
Bij een bezoek, dat de Koning met
zijn gevolg aan de synagoge bracht,
zeide hij: „Mijne heeren, laat ons den
hoed opzetten" en hij gaf zelf het voor
beeld.
Ook Willem II en Willem III ston
den op goeden voet met de Joden; de
laatste heeft eens gezegd, dat de Joden
zijn trouwste onderdanen zijn.
In het licht van deze historie ge
zien is het waarlijk niet te verwonde
ren, dat er ook thans nog zulk een
nauwe betrekking bestaat tusschen de
Joden en onze Koningin.
Er is wel eens aan spr. door een
Jood gevraagd: Kent u één land, dat
slecht is voor de Joden en dat het goed
gaat?
Spr. wist zulk een land niet.
Het ware toch wel zeer treurig, In
dien men uit religie de Joden zèu ver
volgen. Integendeel, de Kerk des Hee
ren heeft tot taak hun met den Mes
sias bekend te maken, hun te zeggen,
dat het ware Jeruzalem waarvan de
liederen Hammaaloth spreken, boven
is.
Nadat de organist ons nogmaals van
z'n schoone kunst had doen genieten,
werd de vergadering op de gebruike
lijke wijze gesloten.
NOORDWIJK-BINrEN.
De Geref. Broederkring alhier,
hield Maandagavond in de Geref. Kerk
de eerste van het drietal Oranjeverga-
deringen.
Te ruim 8 uur opent de voorz., de
heer J. Juch deze feJêstvergadering met
een hartelijk woord van welkom, inzon
derheid tot den Burgemeester dezer ge-
Toen zij een weinig uitgerust waren
en zich om de ronde tafel in de
tuinkamer verzameld hadden, moes
ten zij van voren af aan alles nog eens
vertellen en met gloeiende wangen
verhaalden de kinderen de euveldaden
der opstandelingen en de dapperheid
der soldaten.
Herman en Eduard uitten in sterke
bewoordingen hun gehechtheid aan
koning en vaderland, alleen de heer
Van Mengen bleef ernstig en sprak
weinig. De smaad, zijn vaderland aan
gedaan, de vlekken op Pruisens trouw
geworpen, smartten hem te diep; hij
hoorde het gesprek niet lang aan,
maar verwijderde zich, om zich aan
zijn werk te begeven, waaraan hij zich
met nog grooter ijver dan tevoren
wijdde.
De dag werd geregeld ingedeeld. De
heer Rothe kreeg Herman als vasten
leerling en gaf Eduard en zijn neefje
Hendrik van tijd tot tijd les. Deze twee
waren bijna even oud. zij scheelden
maar weinige dagen en werden ge
woonlijk de twee dikkertjes genoemd,
omdat zij veel aanleg hadden voor
dien lichaamsvorm. Als zij geen les
hadden waren zij onder het toezicht
van mejuffrouw Rosine, een Zwitser
se he, die sedert het vorige jaar bij
Mathilde gekomen was.
Ook Elise en Marie ontvingen les
van den heer Rothe, terwijl Hedwig
zichzelve bezig hield en speelde en
teekende tot groote vreugde barer
meente, en tot Ds. van Lummel van
Zuidland, welke zich bereid heeft ver
klaard de feestrede uit te spreken.
Na het zingen van Ps. 138 1 ea
gebed, zegt de voorz.: wii zijn saamge-
komen om feest te vieren. Oranjefeest
te vieren, om God te danken dat Hg
weer een jaar tot het leven onzer Ko
ningin -heeft toegedaan. Feestvieren,
•echt feestvieren is kunst; om goed te
kunnen feestvieren moeten wö kun
nen jubelen: „Hem roemen die orts
blijdschap geeft Dit moet de grond
slag zijn ook van dit ons feest, dam
klinkt het ook in ons hart: 't was en.
't is en 't blijft Oranje Boven.
Staande worden hierna 2 coupletten
van het oude Wilhelmus gezongen. Ken
zangkoor, onder leiding van den heer
A. J. Meijers, hetwelk voor 2 maanden
is opgericht om deze feestvergadorin-
gen te kunnen opluisteren, geeft hier
na blijk dat het in deze korte spanna
tijds gewoekerd heeft. Het eerste num
mer: Wilt heden nu treden, van Vale
rius, werd werkelijk mooi gezongen.
Een trio onder leiding van den hoer
Scheps, vergastte ons daarna op eeni
ge stukjes muziek, orgel en viool.
Vooral het Wilhelmus en Wien Neor-
land's Bloed, welke zeer mooi werden
voorgedragen, deden de vreugde stij
gen.
Ds. van Lummel, het woord verkrij
gende, geeft als zijn onderwerp op:
„Ik zal handhaven". Dit ia een gepast
onderwerp voor dezen avond, 'k Moet
echter eerst stil staan bij {le herden
king van den geboortedag onzer gelief
de Koningin, geen verjaardag maar ge
boortedag herdenken.
Op 31 Augustus ga ik in mijn gedach
ten altijd terug tot 1880 en daarna tot
1870, om de groote daden Gods dank
baar te gjedenken. In 1870 heb ik als
Utrechtsche jongen binnen die muren
den Koning zoo van nabij gezien
en naast hem Kroonprins Wilhem en
Prins Alexander. Wat waren wij in d e
dagen van den Fransch-Duitsc hen oor
log trotsch op ons kloeke Koningshuis^
doch hoe kort daarna klopten veter
harten bang. Koningin Sophie en do
Kroonprins overleden en Prins Alex
ander m.nder stork, bange vreeze dat
ons Oranjehuis uit zou sterven.
In 1S71J echter verbond onze Konin
gin Emma zich aan den Koning en
ons volk en 31 Augustus 1880 klonk de
blijmare „een Prinses is ons geboren
Het drievoudig snoer, God, Ne Ierland
en Oranje werd wear verlengd. De
bange vraag wie voortaan zou Kunn>n
regeeien. werd wegge nomen: ook hier
bleek „God regeert". Wel gingen ér
Stemmen op dat ten Prins beter ge
weest zou zijn dan t e 1 Prinses, doch
God vergist zich niet; immers nu, na
48 jaren, kan ieder God danken voor
den rijken zegen ons in Ko
ningin Wilhelmina geschonken en
wji bidden Haar toe dac God Haar nog
lang ,moge sparen voor Haai* huis, Haar
kind en voor ons land en volk, ja vo.or
ons ieder persoonlijk. Latei wij Haar
(boebidden „Dat 's Heeren zegen 'pp
u daal".
De vergadering voldeed slaande aan
dit verzoek.
„Ik zal handhaven", zegt spr. is de
overzetting der wapenspreuk van 0113
Oranjehuis: „Je Maintendrai" doch is
dit slechts verkort. Volledig .is het: „Ik
zal handhaven Godsvrucht en Gerech
tigheid". Dit behoort er bij. 't Is do
oude wapenspreuk van het Huis van
Sjalon. Groen van Prinsierer teekende
hierbij aan „Profetisch". Het Prinsdom
van Oranje is gesticht door Keizer Ka-
rel de Groote, als belooning aan het
Huis van Sjalon voor hun dappere en
.roemrijke daden in den strijd tegen de
Halve Maan. De Prinsen van Oranje
hebben ook Bourgondië geholpen in hun
vrijheidsstrijd tegen de veel machtiger
Franschen. Godsvrucht en gerechtig
heid heeft de Prinsen van Oranje ge
drongen in hun heldhaft'gon strijd voor
Nederland tegen Spanje. Oranje, l'rina
Willem van Oranje, de Valer dee Va
derlands, heeft kloek getoond deze
leuze te willen beleven en tot op dezen
dag is deze leuze door ons Huis van
Oranje gestand gedaan. Prins Maurits
heeft met zijn hand aan het gevest
van zijn degen tegen van Oldenbarne»-
veldt gezegd: „Als 't moet, dan kies
ik de zjjde van het volk in hun strijd
voor vrijheid en recht. Ook Prins Wil-
bem de Hl, heeft in zijn leven krachtig
igetoond deze leuze te willeu handha
ven. In zrjn jeugd heeft hij door tegen
stand veel geleden, doch toen in 1672
klonk het: het volk radeloos de re>-
grootmoeder, die vroeger zeer lief ge-
teekend had en veel genoegen had in
co muzikale ontwikkeling harer klein
dochter.
Zoo waren allen druk bezig en
vroolijk gestemd. Daarbij kwam nog
wandelingen in het bosch, de avonden
waarop gelezen of verteld werd en de
gezellige maaltijden aan de goedbezet-
te tafel. Maar het meest hielden de
zusters van de Schriftlezing aan de
ontbijttafel; en het was ook een ver
heffende aanblik, de edele krachtige
gestalte van Van Mengen over den
bijbel gebogen te zien als hij Gods
woord voorlas en bescheiden ver
klaarde voor kinderen en dienstboden.
Anna's vriendelijk gezicht, terwijl
zij, voor het orgel zittende, het gezang
begeleidde en de fijne trekken der
grootmoeder, waarop de smart diepe
lijnen had gegroefd. Dc heldere stem
men der kinderen en dienstboden
klonken welluidend door het hooge
vertrek. Deze godsdienstoefening
scheen een gevoed van vrede en zegen
over allen uit te storten en den dag te
heiligen.
In Berlijn waren de kinderen Van
Steendorp dat niet gewoon, wel las
hun moeder met hen uit den bijbel,
maar er kwam dikwijls wat tusscben-
beiden, want hun vader dacht er an
ders over en noemde dit eeo onnutte
overdreven gc-tedlonariigtewWI