iËÜWE LEIDSCHE COURANT van DONDERDAG 6 SEPT. 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. HET KONINKLIJK BEZOEK AAN ZWOLLE. Aan het Katerveer le Zwolle stond gisteren een groote menschenmenigte. om de koninklijke bezoekers te be groeten. De Commissaris der Koningin in Overijssel, begroette de vorstelijke gasten te 11 uur aan het Katerveer, terwijl burgemeester Van Royen de hooge gasten tot aan de grens der ge meente was tegemoet gegaan. In auto's werd naar het Binnen Gasthuis gereden, waar H. M. de Ko- rJngin, Z. K. H. Prins Hendrik en H. K. H. Prinses Juliana tn gevolg een bezoek zouden brengen aan de oudjes. In den tuin van het Sophia Zieken huis, waar de stoet passeerde, lagen de patiënten in ledikanten of op stoelen, gehuld in dekens of mantels. In het Binnen Gasthuis waren ter begroeting aanwezig de Commissaris van de Koningin in Overijssel, baron Van Voorst tot Voorst, de burgemees ter van Zwolle, mr. Van Royen; de commissaris van Politie en het be stuur der stichting. De voorzitter, de heer Bartels, sprak 'de koninklijke gasten toe. H. M. de Koningin antwoordde, dat het haar veel genoegen deed, tijd te kunnen vinden om de stichting te bezoeken. Nadat ververschingen waren rond gedeeld. ging het hooge gezelschap naar de woningen van de oudjes. De vorstelijke personen onderhielden zich met de oude menschen, die opgetogen en met van vreugde tintelend gelaat zenuwachtig antwoordden op de hun gestelde vragen. De Koningin en de Prinses boden den oudjes versnape ringen aan. Na het bezoek aan het Binnen Gast huis werd geluncht ten huize van den Commissaris der Koningin, Te IK uur werd een bezoek ge bracht aan de tentoonstelling Zwol- land. Vijf minuten voor half twee kondig den luide toejuichingen aan, dat de koninklijke familie de tentoonstelling naderde. Baron Van Haersolte heeft de leden van het hoofdbestuur aan de Koningin voorgesteld. Behalve de reeds genoemde personen was aanwe zig jhr. Van Karnebeek, Minister van Staat, en de heer v. Dissel, directeur- generaal van het Staatsboschbeheer. H. M. werd rondgeleid en voorge licht door baron Van Haersolte, H. K. H. Prinses Juliana door den heer H. van Cavaljé, burgemeester van Zwol lerkarspel en de Prins door den heer H. J. Volker, secretaris van het ten- toonstellingsbestuur. DE KONINKLIJKE FAMILIE IN DE HOOFDSTAD. De datum voor het avondfeest ten Koninklijke Paleize te Amsterdam ge durende het aanstaand verblijf der koninklijke familie in de hoofdstad is bepaald op Dinsdag 25 September. BURGEMEESTER VAN ROTTERDAM. Naar het Vaderl. verneemt komt mr. P. Droogleever Fortuyn, lid van de Tweede Kamer, ernstig in aanmer king voor het burgemeesterschap van Rotterdam. LUCHTPOST VOOR INDI5. Op 13 September a.s. vertrekt van Amsterdam het vliegtuig der Ned.- Indische Luchtvaart Maatschappij, hetwelk post voor Indië zal medene- c:en. Het luchtrecht boven het gewone porto te voldoen door middel van luchtpostzegels bedraagt voor brief kaarten 40 cent en voor andere stuk ken per 20 gram 70 cent. De K. L. M. verwacht, dat tal van Nederlanders van deze gunstige gele genheid om snel-post naar Indië te vervoeren gebruik zullen maken. NEDERL. SPOORWEGEN. Het tweede wijzigingsblad op het boekje buitenlandsche verbindingen, FEUILLETON. God is mijn heil, 22) —o— „Stille- waters hebben diepe gron den", zeide Robbert. „Dan moet ik wel zeer oppervlak kig zijn", sprak Johanna met een zucht, „want mijn hart gelijkt veel meer op een onstuimige zee die niet rusten kan". Robbert schrikte over de uitwer king, die zijn woorden gehad hadden op Johanna, die hij zöo zeer bewon derde. Hij wilde het weder goedma ken, maar wist niet recht hoe, tot dat Hedwig hem ter hulp kwam, op een vriendelijken toon zeggende: „Maar op den bodem van de zee vindt men de schoonste paarlen". „Gij tracht altijd vrede te maken, al is men ook maar in strijd met zich zeiven", antwoordde Johanna. Daar het donker begon te worden, namen de Bergheims afscheid; de heer Van Steendorp en Robbert zou den haar naar huis brengen, want het was nu niet geraden met den knecht te gaan. Terwijl de heeren zich klaar maak ten ging Johanna naar mevrouw Van Steendorp toe, drukte haar de hand en zeide: „Lieve mevrouw, ge wit het mij toch zeker wel vergeven, dat ik zoo hevig uitviel, ik zal in het vervolg dienst van 15 Mei 1928. is van Donder dag 6 September af kosteloos aan de stations err bij den Spoorwegboekhan del verkrijgbaar. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Metslawier, J. van Rossum, cand. te Gouda. Te Hoofddorp, J. C. Salverda te Hei no. Te Mastenbroek. J. Enkelaar te Ouderkerk a. d. IJsel. Te Fre- deriksoord (Dr.) (toez.), L. Meeth, te Kan tens (Gron.). Aangenomen: Naar Stedum, J. J. Woldendorp, te Warmond. Naar Zweeloo, A. Burger, cand. te Oosterwierum. Bedankt: Voor Zoetermeer-Zegwaart G. Verdoes Kleijn te Dordrecht. Voor Fer- werd (Fr.) A. Teenstra, te Lollum (Fr.). GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Scheveningen (4e pred. pi.) J. H. Rietberg te Maassluis; cn E. J. Wientjes, te Oudshoorn. Te Ten Post, A. H. Piersma te Sleen; en H. J. Winter, cand. te Bierum. Beroepen: Te Oosthem, J. Dijk, cand. te 's-Gravenhage. Te Lioessens, J. Hettin- ga, te Wijckel c.a. (Fr.). CER. GEREF, KERE. Tweetal: Te Zierikzee, W. Bijleveld te Haarlem en J. v. d. Vecht, te Doesburg. PEREMPTOIR EXAMEN. Peremptoir examen werd afgelegd voor de classis Breulcelen der Geref. Kerken door theol. cand. M. Bouwman, >e Uithui zen, beroepen predikant der gemeente Baambrugge. GEREF. KERK TE SCHEVENINGEN. De Kerkeraad der Geref. Kerk te Sche veningen heeft in de vacature, ontstaan door de vestiging van een vierde predi kantsplaats, die nog niet is vervuld, door het bedanken van Ds. D. van Dijk te Gro ningen, in zijn vergadering van Dinsdag avond op het tweetal geplaatst de predi kanten Ds. E. J. Wientjes te Oudshoorn en Ds. Joh. H. Rietberg te Maassluis. Volgende week zal het beroep worden uitgebracht. HERDERLOOS. In 19*25 deed zich te Maarssen het zeld zaam geval voor dat alle kerken, n.l. de Ned. Herv., Geref. en Chr. Geref. vacant waren. In deze dagen zijn alle drie de ge meenten herderloos: de predikanten van de Ned. Herv. en de Geref. Kerk moeten op geneeskundig advies rust nemen en de Chr. Geref. Gem. is vacant. DE GEREF. KERKEN EN DE HERV. CLASSIS AMSTERDAM. Naar aanleiding van het bericht, dat op 21 September plechtig zal worden her dacht dat „de classis Amsterdam der Ned. Herv. Kerk" 350 jaar geleden werd geor ganiseerd, is van de zijde der Geref. Ker ken (door Ds. C. J. Goslinga te Buitenpost) onlangs het volgende standpunt toege licht: „In geenen deele wil ik betwisten, dat in 1578 de classis Amsterdam is „georga niseerd" en voor de eerste maal samen gekomen, noch ook iets afdingen op de belangrijkheid van dit feit. Edoch, dit be trof de classis der toenmalige Geref. Ker ken en deze classis heeft als organisatie de 250 jaar niet eens gehaald. Immers, toen zij op 4 Maart 1816 bij den Koning haar bezwaren indiende tegen de nieuwe, bij Koninklijk besluit ingevoerde organi satie, ontving zij 28 Maart d.a.v. namens den Koning ten antwoord, „dat zij sedert 7 Januari 1.1. niet meer bestond" enz. DE ACHT RETOURTJES. Een predikant schrijft in het „Alg. Wkbl. voor Christendom en Cultuur": Er moet mij toch eens een woord van het hart over de wijze, waarop de predi kanten, en in het algemeen theologen, die ergens een preekbeurt komen vervullen, of een lezing of toespraak houden, nog dikwijls betaald wordenOp het punt van betaling van dominee's bestaan er echter nog menigmaal ongehoorde toe standen Onlangs was er een club van zeer ge fortuneerde meisjes. De meesten van deze meisjes plachten zich niet te voet te be wegen of per rijwiel, maar per automo- biel. De huizen waarin zij woonden gele ken op alles, behalve op één-kamer-wo ningen. De deuren werden geregeld door beter oppassen, dat het mij niet weer gebeurt". Tot eenig antwoord gaf mevrouw Van Steendorp haar een hartelijken kus en de oude mevrouw zeide: ,Dat is goed kindlief, en eigenlijk hebt gij toch niets dan dc waarheid gezegd". Johanna was nu gerust gesteld en na Hedwig nog eenmaal omhelsd te hebben, verliet zij het huis met haar jongen beschermer, moediger dan zij gekomen was. Later op den avond van dezen on- siuimigen dag kwam jonkheer Van Haller. Ofschoon hij zijn wond gering rt htte, had hij er toch koorts bij ge kregen en was genoodzaakt geweest op zijn kamer te blijven. Maar nu de troepen aftrekken moesten, achtte hij zich verplicht Berlijn te verlaten. Hij vertrok naar zijn buitenplaats met het vaste voornemen alleen te ge lijk met de troepen in de hoofdstad te rug te kecren. Hij beschouwde nu de opstand uit een ernstig oogpunt en liet er zich in vrij sterke bewoordingen over uit. Hij verheugde zich zeer mevrouw Van Steendorp spoedig in Schönheide te zullen wederzien en nam van allen hartelijk afscheid. Den volgenden morgen kwam de heer Van Mengen zijn moeder en zijn zuster afhalen. In de provincie heerschte een zeer goede stemming te gen den opstand en voor het leger; maar de heer Van Mengen was tegen keurig gecostumeerde huisknechten be diend. Het ontbrak in haar leven aan niets. Met eenïge vriendinnen werd een Bijbelkring gevormd en er werd een pre dikant uitgenoodigd acht maal te spreken. De predikant deed wat er van heru werd gevraagd. Aan het slot moest er worden bedankt en afgerekend. Wat kreeg de spreker? Gij raadt het in geen honderd jaren. Hij kreeg acht retourtjes derde klas! De schrijver geeft nog meer voorbeelden van dezelfde geestesgesteldheid. LEGER DES HEILS. De heer H. W. Howard, die tien jaren lang commandant van het Leger des Heils in Nederland is geweest en dezer dagen naar Zwitserland vertrekt, om daar als commissioner het Leger des Heils te leiden, heelt in een afscheidswoord aan persvertegenwoordigers gezegd, dat zijn verblijf hier te lande hem groote voldoe ning heeft gegeven. Geheel in den geest van den stichter van het Leger heeft hij niet slechts het evangelie voorbereid, maar ook gestreefd naar het lenigen van materieele nooden, onverschillig de gods dienstige gezindheid van de behoeftigen. In die tien jaar is het leger hier te lan de sterk gegroeid; ook in Oost- en West- Indië. Speciaal was er veel vooruitgang op het gebied van sociaal werk en reclas- seering, welke in ons land een belang rijker plaats innemen dan overal elders. Toch geloofde de commandant, dat op dit gebied nog meer uitbreiding mogelijk zou zijn. UIT DE OMGEVING. LEIDERDORP. Oranje en de Joden. De Chr. Oranjevereeniging alhier had ter inleiding van de heden plaats gehad hebbende Koninginnefeesten gisteravond in de Ned. Herv. Kerk 'n feestelijke bijeenkomst belegd, welke druk bezocht was. Als spreker trad op, Ds. W. J. J. Velders, predikant bij de Geref. Kerk van Rotterdam, die tot onderwerp had: „Oranje en de Joden". De voorzitter der Oranjevereeniging de heer G. Goedhart, opende de verga dering, liet zingen Ps. 72 vs. 1, ging voor in gebed, las den Koningspsalm (Ps. 72) en sprak vervolgens een kort openingswoord, waarin hij alle aan wezigen, onder wie den eere-voorzit- ter, burgemeester Brug, welkom heet te. Nadat vervolgens de organist der Geref. Kerk, de heer F. D. van Wijck, ons op een schoon stukje mu ziek vergast had, was het woord aan Ds. Velders. Spr. begon met op te merken, dat. ons Vórstelijk Huis zulk een bijzonde re voorliefde heeft voor de Joden. Het is b.v. vanzelfsprekend, dat H. M. de Koningin en de Prins-Gemaal de Ned. Herv. Kerk bezoeken, immers zij be- hooren tot dit kerkgenootschap, doch het geeft toch wel te denken, dat de Koningin bij haar jaarlijksch bezoek aan Amsterdam van de 10 maal toch zeker wel vijf maal de Synagoge be treedt, en b.v. nooit een Geref. Kerk. Om deze voorliefde te verklaren, moeten wij een blik slaan in de histo rie. De martelaarshistorie der Joden eindigend met hun verbanning uit Spanje en Portugal is samengevloeid met de geschiedenis van het Huis van Oranje. In de 16de eeuw werden de Joden getroffen door de uitzonderingswetten en verbanningsdecreten der Room- schen, terwijl ook de houding der Pro testanten verre van conciliant was. In dien tijd werd er door de Joden een gebed opgezonden, waarvan de korte inhoud was: „O Eeuwige, laat er althans één land zijn, waar de Joden veilig zijn!" Die bede is verhoord, en dat land was Nederland. Prins Willem van Oranje werd in zijn strijd voor geloofsvrijheid ge steund met geld en raad door de Jo den, die van hem hun vrijheid ver wachtten. Vele „Maranen", dat zijn de Joden in Spanje en Portugal, die daar ge dwongen werden over te gaan tot het Katholicisme, richtten het oog naar de Noordelijke Nederlanden, waar de godsdienstvrijheid was afgekondigd. zijn gewoonte ernstig en stil. Hij vond het te pijnlijk om over den opstand te spreken en zweeg dus liever. Nadat men hem alles verteld had en voor het noodigste had gezorgd, reed men weg, terwijl allen even blij de waren Berlijn te verlaten. Alleen mevrouw Van Steendorp scheidde on gaarne van haar man en zoon, terwijl Hedwig menige gedachte wijdde aan haar achterblijvende vriendinnen. De lijdensweken en Paschen. Hoe vriendelijk en rustig lag Sch'ön- heide vóór hen toen zij de fraaie kas tanjelaan inreden, die toegang tot het dorpje verleende. Een onbeschrijfelijk gevoel van vrede vervulde hun harten toen zij na al den angst, dien zij te Berlijn doorgestaan hadden, het lieve met klimop begroeide kerkje zagen, langs de woningen der landbouwers en daglooners reden, waar menig vriendelijk gezicht hun tegemoet kwam en ze van ver het welbekende witte buis tusschen het eerste groen zagen liggen. De laatste dagen schenen hun een benauwde lange droom toe, die ge weken was bij de eerste stralen der morgenzon. Op de stoep van het huis stond Anna met hare kinderen, welke laatsten de aankomenden met gejuich begroetten, en zich om de lieve groot moeder verdrongen, terwijl hun moe der met vochtige oogen al harr gasten welkom heette. In 1596 werd te Amsterdam de Por- tugeesch-Israëlietische gemeente ge sticht. Die komst der Joden in ons land bracht opleving van den handel te weeg, iets waar hier te lande groote behoefte aan bestond. Prins Maurits werd tijdens zijn laat ste ziekte door een Joodschen genees heer behandeld en Prins Willem II, die groote geldzorgen had, werd finan cieel gesteund door de Joden. Toch hadden in de 17de eeuw de Joden nog geen gelijkstelling met de overige burgers. Aan de Portugeesche Joden, de Sephardim, werd nog wel eens eenige meerdere vrijheid toege staan, maar de Hoogduitsche Joden mochten alleen in oude kleeren e.d. han delen, vandaar, dat ze ook thans zich daar nog zooveel mee bezig houden. Tijdens het eerste stadhouderlijk tijdperk, toen Cromwell zijn „acte van navigatie" uitvaardigde tegen onzen exporthandel, waardoor vooral de Jo den werden getroffen, kwam de vraag weer aan de orde, of de Joden ook rech ten hadden, doch er was toen geen Oranje om hen te beschermen. Spr. liet vervolgens zingen Ps. 105 vs. 1 en 2 en zette daarna zijn rede voort. Prins Willem III, wiens optreden voor geheel Europa van groote betee- kenis was, heeft ook de Joden zeer gesteund. Hij heeft gemaakt, dat. zij zich in het geheele land konden ves tigen en ook in het buitenland heeft hij hen beschermd. De Portugeesche synode op het Jo nas Daniël Meyerplein te Amsterdam, die in 1675 werd ingewijd, werd in 1691 door den Prins bezocht, die steen liet koopen om de houten pilaren, waarop de vrouwengalerij rustte, door steenen te vervangen. Prins Willem III had Joodsche ge leerden tot zijn raadgevers; zelfs heeft hij een Jood tot gezant van Spanje benoemd! Ook Prins Willem V onderhield vriendschap met Joodsche families. Hij bezocht in 1765 de synagoge der Hoogduitsche Joden te Amsterdam; bij die gelegenheid werd door de Jo den op hem toegepast de Messiaansche uitspraak uit Psalm 45: „Gij zijt veel schooner dan de menschenkinderen. Genade is op uw lippen uitgestort". Zoo kunnen de Joden overdrijven! Toen Koning Willem I te Amster dam zijn intrede deed, waren het niet in de laatste plaats de Joden, die hem kwamen verwelkomen. Hij heeft de synagoge gereorgani seerd en al pleit het niet voor de Jood sche gemeenten, dat zij deze staatsin menging en rijkssubsidie aanvaardden het is verklaarbaar met hun aanhan kelijkheid aan het Oranjehuis. Bij een bezoek, dat de Koning met zijn gevolg aan de synagoge bracht, zeide hij: „Mijne heeren, laat ons den hoed opzetten" en hij gaf zelf het voor beeld. Ook Willem II en Willem III ston den op goeden voet met de Joden; de laatste heeft eens gezegd, dat de Joden zijn trouwste onderdanen zijn. In het licht van deze historie ge zien is het waarlijk niet te verwonde ren, dat er ook thans nog zulk een nauwe betrekking bestaat tusschen de Joden en onze Koningin. Er is wel eens aan spr. door een Jood gevraagd: Kent u één land, dat slecht is voor de Joden en dat het goed gaat? Spr. wist zulk een land niet. Het ware toch wel zeer treurig, In dien men uit religie de Joden zèu ver volgen. Integendeel, de Kerk des Hee ren heeft tot taak hun met den Mes sias bekend te maken, hun te zeggen, dat het ware Jeruzalem waarvan de liederen Hammaaloth spreken, boven is. Nadat de organist ons nogmaals van z'n schoone kunst had doen genieten, werd de vergadering op de gebruike lijke wijze gesloten. NOORDWIJK-BINrEN. De Geref. Broederkring alhier, hield Maandagavond in de Geref. Kerk de eerste van het drietal Oranjeverga- deringen. Te ruim 8 uur opent de voorz., de heer J. Juch deze feJêstvergadering met een hartelijk woord van welkom, inzon derheid tot den Burgemeester dezer ge- Toen zij een weinig uitgerust waren en zich om de ronde tafel in de tuinkamer verzameld hadden, moes ten zij van voren af aan alles nog eens vertellen en met gloeiende wangen verhaalden de kinderen de euveldaden der opstandelingen en de dapperheid der soldaten. Herman en Eduard uitten in sterke bewoordingen hun gehechtheid aan koning en vaderland, alleen de heer Van Mengen bleef ernstig en sprak weinig. De smaad, zijn vaderland aan gedaan, de vlekken op Pruisens trouw geworpen, smartten hem te diep; hij hoorde het gesprek niet lang aan, maar verwijderde zich, om zich aan zijn werk te begeven, waaraan hij zich met nog grooter ijver dan tevoren wijdde. De dag werd geregeld ingedeeld. De heer Rothe kreeg Herman als vasten leerling en gaf Eduard en zijn neefje Hendrik van tijd tot tijd les. Deze twee waren bijna even oud. zij scheelden maar weinige dagen en werden ge woonlijk de twee dikkertjes genoemd, omdat zij veel aanleg hadden voor dien lichaamsvorm. Als zij geen les hadden waren zij onder het toezicht van mejuffrouw Rosine, een Zwitser se he, die sedert het vorige jaar bij Mathilde gekomen was. Ook Elise en Marie ontvingen les van den heer Rothe, terwijl Hedwig zichzelve bezig hield en speelde en teekende tot groote vreugde barer meente, en tot Ds. van Lummel van Zuidland, welke zich bereid heeft ver klaard de feestrede uit te spreken. Na het zingen van Ps. 138 1 ea gebed, zegt de voorz.: wii zijn saamge- komen om feest te vieren. Oranjefeest te vieren, om God te danken dat Hg weer een jaar tot het leven onzer Ko ningin -heeft toegedaan. Feestvieren, •echt feestvieren is kunst; om goed te kunnen feestvieren moeten wö kun nen jubelen: „Hem roemen die orts blijdschap geeft Dit moet de grond slag zijn ook van dit ons feest, dam klinkt het ook in ons hart: 't was en. 't is en 't blijft Oranje Boven. Staande worden hierna 2 coupletten van het oude Wilhelmus gezongen. Ken zangkoor, onder leiding van den heer A. J. Meijers, hetwelk voor 2 maanden is opgericht om deze feestvergadorin- gen te kunnen opluisteren, geeft hier na blijk dat het in deze korte spanna tijds gewoekerd heeft. Het eerste num mer: Wilt heden nu treden, van Vale rius, werd werkelijk mooi gezongen. Een trio onder leiding van den hoer Scheps, vergastte ons daarna op eeni ge stukjes muziek, orgel en viool. Vooral het Wilhelmus en Wien Neor- land's Bloed, welke zeer mooi werden voorgedragen, deden de vreugde stij gen. Ds. van Lummel, het woord verkrij gende, geeft als zijn onderwerp op: „Ik zal handhaven". Dit ia een gepast onderwerp voor dezen avond, 'k Moet echter eerst stil staan bij {le herden king van den geboortedag onzer gelief de Koningin, geen verjaardag maar ge boortedag herdenken. Op 31 Augustus ga ik in mijn gedach ten altijd terug tot 1880 en daarna tot 1870, om de groote daden Gods dank baar te gjedenken. In 1870 heb ik als Utrechtsche jongen binnen die muren den Koning zoo van nabij gezien en naast hem Kroonprins Wilhem en Prins Alexander. Wat waren wij in d e dagen van den Fransch-Duitsc hen oor log trotsch op ons kloeke Koningshuis^ doch hoe kort daarna klopten veter harten bang. Koningin Sophie en do Kroonprins overleden en Prins Alex ander m.nder stork, bange vreeze dat ons Oranjehuis uit zou sterven. In 1S71J echter verbond onze Konin gin Emma zich aan den Koning en ons volk en 31 Augustus 1880 klonk de blijmare „een Prinses is ons geboren Het drievoudig snoer, God, Ne Ierland en Oranje werd wear verlengd. De bange vraag wie voortaan zou Kunn>n regeeien. werd wegge nomen: ook hier bleek „God regeert". Wel gingen ér Stemmen op dat ten Prins beter ge weest zou zijn dan t e 1 Prinses, doch God vergist zich niet; immers nu, na 48 jaren, kan ieder God danken voor den rijken zegen ons in Ko ningin Wilhelmina geschonken en wji bidden Haar toe dac God Haar nog lang ,moge sparen voor Haai* huis, Haar kind en voor ons land en volk, ja vo.or ons ieder persoonlijk. Latei wij Haar (boebidden „Dat 's Heeren zegen 'pp u daal". De vergadering voldeed slaande aan dit verzoek. „Ik zal handhaven", zegt spr. is de overzetting der wapenspreuk van 0113 Oranjehuis: „Je Maintendrai" doch is dit slechts verkort. Volledig .is het: „Ik zal handhaven Godsvrucht en Gerech tigheid". Dit behoort er bij. 't Is do oude wapenspreuk van het Huis van Sjalon. Groen van Prinsierer teekende hierbij aan „Profetisch". Het Prinsdom van Oranje is gesticht door Keizer Ka- rel de Groote, als belooning aan het Huis van Sjalon voor hun dappere en .roemrijke daden in den strijd tegen de Halve Maan. De Prinsen van Oranje hebben ook Bourgondië geholpen in hun vrijheidsstrijd tegen de veel machtiger Franschen. Godsvrucht en gerechtig heid heeft de Prinsen van Oranje ge drongen in hun heldhaft'gon strijd voor Nederland tegen Spanje. Oranje, l'rina Willem van Oranje, de Valer dee Va derlands, heeft kloek getoond deze leuze te willen beleven en tot op dezen dag is deze leuze door ons Huis van Oranje gestand gedaan. Prins Maurits heeft met zijn hand aan het gevest van zijn degen tegen van Oldenbarne»- veldt gezegd: „Als 't moet, dan kies ik de zjjde van het volk in hun strijd voor vrijheid en recht. Ook Prins Wil- bem de Hl, heeft in zijn leven krachtig igetoond deze leuze te willeu handha ven. In zrjn jeugd heeft hij door tegen stand veel geleden, doch toen in 1672 klonk het: het volk radeloos de re>- grootmoeder, die vroeger zeer lief ge- teekend had en veel genoegen had in co muzikale ontwikkeling harer klein dochter. Zoo waren allen druk bezig en vroolijk gestemd. Daarbij kwam nog wandelingen in het bosch, de avonden waarop gelezen of verteld werd en de gezellige maaltijden aan de goedbezet- te tafel. Maar het meest hielden de zusters van de Schriftlezing aan de ontbijttafel; en het was ook een ver heffende aanblik, de edele krachtige gestalte van Van Mengen over den bijbel gebogen te zien als hij Gods woord voorlas en bescheiden ver klaarde voor kinderen en dienstboden. Anna's vriendelijk gezicht, terwijl zij, voor het orgel zittende, het gezang begeleidde en de fijne trekken der grootmoeder, waarop de smart diepe lijnen had gegroefd. Dc heldere stem men der kinderen en dienstboden klonken welluidend door het hooge vertrek. Deze godsdienstoefening scheen een gevoed van vrede en zegen over allen uit te storten en den dag te heiligen. In Berlijn waren de kinderen Van Steendorp dat niet gewoon, wel las hun moeder met hen uit den bijbel, maar er kwam dikwijls wat tusscben- beiden, want hun vader dacht er an ders over en noemde dit eeo onnutte overdreven gc-tedlonariigtewWI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5