NIEUWE LEIDSCHE COURANT
PUROL
van
MAANDAG 27 AUG. 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
GIFT VAN PRINSES JULIANA.
Het Koningin Emmafonds (Fonds
voor Ouden van Dagen) heeit van H.
K. H. Prinses Juliana een belangrijke
gift ontvangen.
DE ZAAK DER VEENDAMMER
HYPOTHEEKBANK.
Bij de behandeling van het proces
der Veendammer Hypotheekbank, is,
gelijk men zich zal herinneren, door
den subst.-oificier van Justitie, Mr.
Reilingh, medegedeeld, dat hij in de
door den getuige Mr. L, van Gigch Jr.
afgelegde verklaringen aanleiding
vond tot het doen instellen van een
justitieel onderzoek.
Naar „Het Volk" thans verneemt,
zal dit justitieel onderzoek geen ver
deren voortgang hebben, maar is de
zaak ter verdere beoordeeling en af
handeling door het parket in haaiden
gesteld van den Raad van Toezicht en
Discipline der Orde van Advocaten.
HET RAPPORT INZAKE DE MIJN
RAMP IN DE PRINS HENDRIK.
Het Tweede Kamerlid, de heer Van
der Waerden heeft aan den Minister
van Waterstaat gevraagd:
Is de minister bereid ter algemeene
kennis te brengen het rapport inzake
de mijnramp, die in de mijn Hendrik
heeft plaats gehad?
DE VIERDE POSTBESTELLING IN
GRONINGEN.
Door Mevr. Bakker-Nort zijn aan
den minister van Waterstaat de vol
gende vragen gesteld:
1. Heeft de Minister advies ont
vangen van den Postraad inzake de
wederinvoering van de vierde post
bestelling te Groningen nu het onge
veer drie manden is geleden, dat deze
Raad deputaties uit Groningen over
deze kwestie heeft gehoord?
2. En acht de minister het niet nood
zakelijk, om onverwijld de avondbe
stelling weer in te voeren in deze ex
centrisch gelegen handelsstad van
Nederland nu duidelijk is gebleken, dat
handel en verkeer te Groningen groo-
ten last en schade ondervinden, door
dat na drie uur 's namiddags geen
post meer wordt besteld?
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen: Naar Oud-Beijer-
land en Puttershoek (Ned. Prot. Bond),
Mej. S. A. F. J. Doets te Zaandam.
Bedankt: Voor Lemmer, S. Ybe-
ma, Hijkersmilde (Drente).
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Oegstgeest, H. W.
H. van Andel te St. Pancras en Heer
Hugowaard en Jac. Eringa te Nieuwe
Pokela.
Aangenomen: Naar Heinkens-
zand, de heer Joh. Booy, cand. te Hoo-
geveen.
Bedankt: Voor Stadskanaal-Pe-
kelderweg, Dragtster-Compagnie, Baar
land, en Schoonebeek, de heer Joh.
Booy, cand, te Hoogeveen.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Meppel, W. Kremer
te Zonharen en J. Drenth te Broek op
Langendijk.
DE OVERGANG VAN DS. UBBINK.
In „Woord en Geest" van de vorige
week geeft Ds. G. Ubbink, predikant
der Geref. Kerk in H.V. te Tienhoven-
Utrecht, een verklaring van zij'n over
gang naar het Hersteld Verband.
Wij ontleenen er het volgende aan:
„1. Hoewel ik op zichzelf geen ge
loofsbezwaar heb tegen de verklaring,
die de Synode van Gen. 2 en 3 gegeven
beeft, zou ik toch nooit kunnen onder
teekenen, dat deze verklaring nu de
„eenig mogelijke" is, en dat daarom
degenen, die, zooals Dr. Van Leeuwen
of Ds. Vermaat, een andere verklaring
geven, daarmee Gods Woord aantas
ten.
2. Hoe men ook moge denken over
den uitleg van Gen. 2 en 3, het is mijn
vaste overtuiging, dat het niet is naar
den wil van Christus om hierom pre
dikanten uit hun ambt te zetten en
zoodoende de eenheid der Kerk te ver
breken.
3. Dat de Synode, ondanks deze han
delingen, toch de sympathie heeft ver
worven van het overgroote deel der
Geref. Kerken, dankt zij slechts aan
misleidende voorlichting.
Eenerzijds is bij de eenvoudige men-
schen de. indruk gewekt, en wordt
nog steeds gevoed, dat wij niet meer
ten volle zouden gelooven in Gods
Woord en anderzijds heeft de Synode
van zichzelf den indruk gewekt, dat zij
een afgeronde beschouwing had over
Schriftgezag, en dat die dezelfde was
als van het eenvoudige volk.
Beide voorstellingen zijn onwaar....
Van het begin af is het mijn vaste
overtuiging geweest, dat de Synode in
deze drie dingen heeft gedwaald en
onrecht heeft aangedaan aan de afge
zette predikanten, en ik heb er naar
verlangd, mij te stellen naast hen, die
door deze Synodes niet- meer waardig
werden gekeurd om het Evangelie van
Christus in onze Kerken te verkondi
gen".
Sch. deelt verder mede, dat hij gaar
ne zijn werk had willen voortzetten
in de Geref. Kerk van Zweelo, om niet
nu ook zelf wegens een „minutieuze
quaestie" tot een scheiding over te
gaan. Toch begon hij te gevoelen, dat
zijn verhouding tot het kerkverband
scheef was geworden.
„Langzamerhand groeide daarom
in mij de zekerheid, dat ik niet langer
kon nalaten getuigenis af te leggen
van mijn gevoelen en na de winter-
drukte ben ik dan ook begonnen in
een uitvoerig geschrift mijn bezwaren
uiteen te zetten, niet alleen tegen de
afzettingsbesluiten der Synodes van
Assen en Groningen, maar tegen de
geheele heerschende geest in onze
kerken, in het bijzonder bij de leiders,
waarvan ik de besluiten dezer Syno
des slechts een symptoom achtte.
Mijn bedoeling was, hiervan een
uittreksel op de Augustusvergadering
der classis Coevorden in te dienen.
„Ik deed dit met een bezwaard hart,
omdat ik wist, hiermee weer een on
verkwikkelijk kerkelijk proces te zul
len ontknoopen, met als eerste prac-
tisch gevolg, tweedracht met mij en
mijn gemeente.
Toen kwam dezen zomer voor mij,
geheel onverwachts, een brief van
een der predikanten in het H. V., waar
in mij gevraagd werd, of ik een even
tueel beroep naar een der kerken in
het H. V. in overweging zou kunnen
nemen. En toen ik na eenigen tijd in
derdaad een beroep ontving, van de
kerken van Tienhoven en Utrecht, heb
ik daarin de leiding Gods gezien, die
mij op een andere wijze dan ik zelf
gedacht had, riep om voortaan te wer
ken in dat deel der Kerk, waarbij ik
ook innerlijk behoor".
Uit het Sociale Leven.
CE DREIGENDE STAKING IN DE
GOUDSCHE AARDEWERK-
INDUSTRIE.
Naar aanleiding van de telefonisch©
mededeeling van den secretaris der
A!g. Werkgeversvereeniging is Zater
dag door de betrokken werknemers
in de Goudsclje Aardewerkindustrie
besloten, dat heden te 's-Gravenhage
c '.nieuw tusschen den Rijksbemidde
laar en d© vertegenwoordigers der or
ganisaties van werkgevers en werk
nemers zal worden geconfereerd.
Daarna valt de beslissing, die door
vorenbedoeld besluit alzoo één dag is
verschoven. Eventueel gaat dus mor
gen de staking in.
Zooals gemeld, hebben de werkge
vers het voorstel, zooals dat door den
Rijksbemiddelaar is gedaan, niet
kunnen aanvaarden en is door hen
©en tegenvoorstel ingediend. De in
houd hiervan luidt als volgt:
De plateelbakkerij „Zuid-Holland"
is bereid binnen vier weken voorstel
len te doen omtrent een herziening
eer tarieven, waardoor mogelijke on
billijkheden uit den weg zullen wor
den geruimd en wil, zonder op het re
sultaat van deze herziening vooruit te
loopen. in afwachting van de nieuwe
tariefsregeling voorloopig ©en toeslag
geven van 20 pCt. op het loon der
tariefwerkers, die minder dan het
voor hen in het contract genoemd mi
nimumloon verdienen, met een maxi-
.um voor verdiend loon plus toeslag
van het voor hen gestelde minimum
in de C.A.O. Ongeacht het voorgaande
is de P.Z.H. nog bereid aan de nieuwe
tarieven terugwerkende kracht te ver-
lcenen tot op heden. Tenslotte is de
P Z.H. bereid om de door haar op te
stellen tariefregeling te onderwerpen
aan het oordeel van een paritaire, uit
vakmenscben bestaande commissie
met een onpartijdigen voc.'zitter, als
mede aan deze commissie de noodige
bescheiden over te leggen, waaruit de
gronden zullen blijken, waarop deze
tariefherziening is gebaseerd.
UIT ONZE INDIEN.
ÜÖLLEGE VAN GEDELEGEERDEN
UIT DEN VOLKSRAAD.
Het college van gedelegeerden uit
den Volksraad heeft zonder hoofdelij
ke stemming de ordonnantie houden
de betreffende het regentschap Ma-
lang aangenomen. Eveneens nam het
college zonder hoofdelijke stemming
de ordonnantie aan oudende de
overdracht van het slachthuis Tjima-
hi, de ordonnantie houdende dt over
dracht van de bevoegdheden Inzake
de veeartsenijkundige overheidsbe
moeienis en politie aan de gedeputeer
den en de ordonnantie houdende de
bekrachtiging van de leeningsbeslui-
ten der gemeente Soerabaja.
KOSTEN VOOR WEGEN.
De directeur van financiën heeft
een plan ontworpen, dat de grondsla
gen bevat voor de beoordeeling van de
kwestie, welke kosten voor wegenaan
leg en wegenonderhoud in overeen
stemming met een gezond financieel
beleid kunnen worden overgebracht
op den buitengewonen dienst. Dit
schema zal eerst aan het oordeel van
dtn minister worden onderworpen en
vervolgens in de najaarszitting bij
dtn Volksraad worden ingediend.
VOOR EEN NATIONALE BANK
VOOR HANDEL EN CULTURES.
De voorzitter der P. S. I., Tjokroa-
n inoto, heeit een praeadvies gepubli
ceerd voor het aanstaande congres
der P.P.P.K.I. te Soerabaja, waarin
bij oprichting bepleit van een natio
nale bank voor handel en cultures
teneinde steun te verleenen aan de
inlandsche nijverheid, handel en in
dustrie.
Het praeadvies volgt den gedach-
tengang, dat door de bank gefinan
cierde bedrijven verplicht zouden zijn,
hun producten aan de bank af te le
veren. Deze zou de noodige makelaars
aanstellen, die deze producten zouden
verkoopen. Het praeadvies dringt er
op aan, dat de inheemsche handelaren
zich thans zullen organiseeren in
handels- en landbouwvereenigingen.
Tjokroaminoto meent, dat de bedoelde
bank ook de woekeraars bestrijden
kan en somt als directe voordeelen
van de bank op:
Ten eerste: De verbetering van de
positie der handelaren en tanis (land
arbeiders).
Ten tweede: Het onttrekken van de
slachtoffers der woekeraars aan de
practijken dier laatsten.
Ten derde: De versterking van de
macht der inheemschen, in economi-
sehen zin.
Ten vierde: Het brengen van wel
vaart aan het volk.
Ten vijfde: Het verschaffen van
werk aan weduwen, weezen en armen
door het feit, dat de bank meer werk
gelegenheid zal brengen in de in
heemsche bedrijven.
Ten zesde: Het schenken van winst
aan de aandeelhouders van de bank.
DE KOELIE-ORDONNANTIE.
Aneta verneemt, dat de regeering
zich gewend heeft tot de permanente
arbeidscommissie voor Sumatra's
Oostkust met het verzoek, advies te
willen uitbrengen over de mogelijk
heid om de bepalingen in de koelie
ordonnantie inzake den tienurigen ar
beidsdag, te wijzigen in een negen-
Li rigen arbeidsdag.
DE ONTSLAGEN WAARNEMEND
REGENT VAN BANDOENG.
Het A.I.D. meldt naar Aneta uit
Bandoeng seint dat de heer Wira-
diatmadja, de ontslagen waarnemend
regent van Bandoeng, in zijn ouden
rang en in het genot van zijn vroegere
inkomsten geplaatst is bij het Cen
traal Kantoor voor de Statistiek te
Weltevreden.
Nader vernam Aneta, dat de heer
Wiradiatmadja intusschen een ge
neeskundig certificaat ingediend heeft
behelzende, dat hij voorloopig niet in
staat is om te werken. In verband
daarmede is hij op wachtgeld gesteld.
SCHARRELAARS OP DE JOGJASCHE
JAARMARKT.
De Locomotief vertelt:
Een beetje geluk moet je hebben.
Anders slaagt geen onderneming.
In den aanvang hadden ze ook ge
luk de „medewerkers" van pen der
officieele stands ter Jogjasche jaar
markt. lederen keer maar weer boften
ze en het opgezette zaakje beloofde
een succes te worden. Het succes van
de jaarmarkt.
Maar toen kwam opeens de tegen
slag. En meteen was het uit. Zoo
voorzichtig en ongemerkt het zaakje
was begonnen, zoo snel en onver
wacht was het uit.
Heelemaal uh,.
Dat kwam zoo:
Enkele „medewerkers" van een der
officieele inzendingen kregen een
lumineusen inval. Ons tractement is
laag. De gelegenheid om geld uit te
geven is groot. Het evenwicht is dus
verbroken. Dat moet worden hersteld.
Au grands maux les grandes rémèdes.
Dies togen enkele der hiervoor bedoel
de medewerkers er op uit om het me
delijden op te wekken van een aantal
de jaarmarkt bezoekende Jogjaneezen.
Verteld werd van de roegi (schade)
welke men had als gevolg van de
diefstallen. En zij de wakers en de
verkoopers, moesten er voor op
draaien. Alles wat gestolen was zou
gepotongd (gekort) worden van het
zoo schamele traktement.
En zoo goede menschenkenners wa
ren zij, de klagers, dat weinigen, aan
wie het verhaal verteld werd, voorbij
gingen zonder op een of andere wijze
te hebben bijgedragen om den armen
menschen het dragen van den potong-
last wat lichter te maken. Het zaakje
ging goed. Totdat een der betrokkenen
zich een heel klein beetje vergiste en
het verhaal van de diefstallen en de
potongerij ook vertelde aan een mijn
heer, die er zeer welgedaan uitzag
en wiens voorkomen de beste ver
wachtingen wekte met betrekking tot
de zaken. Hij zag er goedig uit. Net
iemand tot wien je je zou1'1, wenden
als je in nood zat.
Een van de troep vertelde hem
van de roegi. Van de diefstallen en de
inhoudingen
Hij luisterde belangstellend. De
zaak interesseerde hem blijkbaar zeer.
Te zeer naar des heeren zin» Want
hii begon te vragen en te informeeren
op een manier
Het bleek een der politieautoriteiten
te zijn, bij wie men had aangeklopt.
Maar nu de diefstallen uitsluitend
in de fantasie der assistenten hadden
p!aats gehad, kan men zich het ver
dere verloop van de zaak wel voor
stellen.
CULTURES IN SARAMACCA.
Men schrijft aan De West:
Met-den aanplant van rijst schijnt
het dit jaar iets beter te staan dan
verleden jaar. Hier en daar wordt ge
klaagd over last van ratten, maar niet
in zoo erge mate als verleden jaar.
Op vele grondjes schijnen de cacao-
boonen zich min of meer te herstellen.
De productie is toegenomen en meni
ge kleine landbouwer droomt van een
terugkeer van den goeden ouden tijd,
RECLAME.
Stukloopen
Zonnebrand rillK g\
en Smetten li lt U L
toen de cacaocultuur voor velen een
goudmijn was.
WERKGEBREK OP CUBA.
Door de beperking van de suiker
productie van Cuba. is groote werk
loosheid op dat eiland ontstaan. Men
schat, schrijft De West, dat niet min
der dan vijftig duizend Jamaicanen
daardoor hun bestaan hebben verlo
ren en aan de diepste ellende ten
prooi zijn.
Het Gouvernement van Jamaica
ziet geen kans deze menschen te
hulp te komen, daar op Jamaica ook
weinig werkgelegenheid bestaat. Een
deel der broodeloozen trok naar Haiti,
op een gerucht dat aldaar groote wer
ken zouden worden ondernomen, doch
zagen zich ook hier teleurgesteld.
De toestan,d moet critiek zijn. ol-
gens een Engelsch rapport dreigen
vele werkloozen van honger om te ko
men op Cuba.
BESTUURSCONFERENTIES.
De bestuursconferenties met de
hoofden van gewestelijk bestuur op
Java en van de buitengewesten zijn
voorloopig respectievelijk vastgesteld
op 24 en 25 Januari en 28 en 29 Jan.
MOET DE STAAT IN LANDBOUW
ONDERNEMINGEN DEELNEMEN??
Het (R.-K.) blad De Surinamer heeft
het Kamerlid Arntz gesproken, dat
een kort bezoek gebracht heeft aan de
Kolonie, waar hij jaren geleden werk
zaam was. Het blad vertelt, den heer
Arntz mededeeling te hebben gedaan
van een geval dezer dagen aan het
blad bekend geworden, van een gun
stig aangeschreven buitenlandsche
firma, die aan het gouvernement het
voorstel deed om gezamenlijk voor een
gelijk bedrag een bestaande land
bouwonderneming die vrij en on
belast wordt ingebracht uit te brei
den. Het verzoek werd afgewezen en
de firma werd verwezen naar
Nederland!
De heer Arntz achtte deze besli9-
sing, reeds voorbereid vóór het op
treden van den huidigen gouverneur,
van dien aard, dat hij niets liever zou
zien, dan dat Z.Exc. deze zaak op
nieuw aanbracht hij de regeering, ten
einde een gewijzigde beslissing uit te
lokken.
De West, waarvan het liberale Sta
tenlid Kraan de hoofdredacteur is, tee
kent hierbij o.a. aan:
.,Om den Staat te doen participeeren
in Surinaamsche cultuurondernemin
gen. Principieel zijn tegen dit advies
zeer ernstige bezwaren aan te voeren
en wij zouden het dan ook allerminst
in het algemeen willen onderschrij
ven. Eerder is o.i. aan te bevelen een
deelneming van den Staat in zekere
mijnbedrijven, het bauxietbedrijf bij
voorbeeld, waarbij men letterlijk en fi
guurlijk een solieder ondergrond heeft
dan bij de tropische cultures met al
de daaraan verbonden risico's. Niet
dan bij hooge uitzondering zal o.i. de
Staat financieel risico in cultuuron
dernemingen mogen aanvaarden. In 't
geval-Broe$erschap blijkbaar hier
boven bedoeld \ou het waarschijn
lijk goede politiek zijn geweest om
aan den wensch der betrokken firma
tegemoet te komen. Deze Amerikaau-
sc.he firma beeft getoond ernstig za
ken te willen doen. Zij heeft groote
risico's in Suriname aanvaard en zij
was bereid dit risico nog uit te brei
den. indien Suriname een deel der ri
sico op zich wilde nemen. Het ging
hierbij meer om een beginsel (dat het
Gouvernement zelf toonde vertrouwen
te hebben in den landbouw) dan uit
werkelijke behoefte aan financieele
medewerking. Bij wijze van aanmoe
diging en appreciatie zou hier tege
moetkoming wellicht in het belang
van de kolonie zijn geweest.
„Het opperbestuur heeft om princi-
pieele redenen bet verzoek afgewezen.
Dat de afgetreden gouverneur deze
FEUILLETON.
God is mijn heil.
13) o
„Iedere ziel is anders geschapen en
aan een ieder staat een bijzonderen
weg open, om tot volmaaktheid te ge
raken", zeide Willem. „Men zou in
breuk maken op de raadsbesluiten
Gods, indien men dat veranderen
vilde".
„De mensch bezit door de oorspron-
ktlijke grootheid van zijn geest ook
bijzondere rechten, die in zijn hart ge
grift staan", riep de advokaat opge
wonden" t.- „Het bewustzijn van ge
roepen te zijn tot de opperheerschap
pij, is een ieder ingeschapen, maar se
dert geruimen tijd werden allerlei
middelen aangewend, om hem dat van
jongsaf aan te doen vergeten. Maar
dat gevoel, eenmaal weder aangewak
kerd zijnde, zal spoeoig ee heldere
vlam verspreiden, die ds oude lam
pen en vodden verteren en, tot vol
te kracht gekomen, de geroofde majes
teitsrechten terug vorderen zal".
„En ik zeg, dat het inbreuk maken
ie op mijne majesteitsrechten", zeide
Von Ramsleben schertsend, „als er ge-
tijkheid moet bestaan tusschen mijn
oppasser en mij, en wij om de beurt
elkanders laarzen mqeteu poetsen en
kleeren uitkloppen; dat ls een voor
uitzicht, dat ik niet begeerlijk vind".
„Dat komt omdat gij zoo zelfzuch
tig zijt, waarde Ramsleben", zeide Van
Haller; „Borkstedt zal u vertellen, dat
zelfzucht niet meer bestaat in het Ely-
seum, dat hij voor ons bereidt.
Als wij maar eens de volksschool
bezocht hebben, die zeker zal moeten
opgericht worden voor domkoppen zoo
ais wij, dan zullen wij wel begrijpen,
waarin het genot bestaat van schoe
nen poetsen voor alle mogelijke va
gebonden".
Allen lachten, behalve de advokaat,
die zeer opgewonden was. Ramsleben
c.n Rohrfeld voegden er nog het noodi
ge bij en stelden eenige volksleiders in
een bespottelijk daglicht, totdat Bork
stedt zich niet langer kon inhouden
en uitriep: ,,'t I- waar ik ben zelf van
adel, maar ik moet toch mijn stem
tegen den adel verheffen, hij is door
de oude aristocratische en paapsche
vooroordeelen geheel ctzenuwd en
kan zich niet vereenigen met de nieu
we denkbeelden van onze verlichte
eeuw".
„Ik vind het zeer onverstandig bij
uzelven de glazen in te gooien", zeide
an Haller, „ik zou u maar raden dit
onder ons te laten blijven en niet de
zelfde dwaasheden uit te kramen voor
menschen, die uw woorden wel eens
geheel anders kc den uitleggen"
„De waarheid mag overal gehoord
worden", antwoordde de advokaat uit
de hoogte, „en het kan niet anders an
goed zijn, eigen belang op te offeren
aan het welzijn der menschheid, zelfs
ten koste van een verouderd voor
oordeel".
„Ook ten koste van champagne en
oesters?" vraagde Van Haller, een zij-
delingschen blik werpende op het vol
geladen bord van den advokaat. Deze
werd rood, stootte het bord van zich
af en riep geraakt: „door persoonlijk
heden komt men niet verder 1"
„Maar wel door bedaardheid", ant
woordde Van Haller, een groote rook-
volk voor zich uitblazende.
„Het is gemakkelijk bedaard te blij
ven, als men geen gevoel voor zijn
naaste heeft", riep de andere.
„Mijn gevoel heeft mij tot nog toe
niet veel last veroorzaakt", zeide Van
Haller koeltjes, „maar gij zult bij tijd
cn wijle zien, dat ik het hart toch op
de rechte plaats draag".
Ramsleben, die een vriend van Bork
stedt was, kwam nu tusschen beide en
zeide: „in één opzicht zijn wij het toch
zeker allen eens, ik geloof niet dat een
onzer zou aarzelen goed en bloed
op te offeren, voor vaderland en ko
ning. Lang leve de koning-!"
Allen ledigden hun glazen. Willem
merkte wel op, dat Borkstedt het zijne
ternauwernood met de lippen aan
raakte, maar hij wilde er geen aan
merking op maken.
Daar het reeds laat was en allen
steeds opgewondener werden, uitge
nomen Van Haller, die rustig op de
canapé lag en onvatbaar scheen voor
diepere gemoedsbewegingen, vond
Willem het geraden te vertrekken en
vtrliet de zaal.
De nachtelijke koelte was hem aan
genaam en in gedachten verzonken
liep hij de Linden op en neder.
Door het sterrelicht beschenen lag
de groote zwijgende stad voor hem,
waarin zoovele onrustige harten klop
ten en booze plannen werden gesmeed.
Zijn ziel smachtte naar stilte, rust en
innerlijken vrede, ver van al dit druk
ke rustelooze gewemel, maar hoe
daartoe te geraken? Hij ging lang
zaam verder, onwillekeurig zijn schre
den richtende naar het paleis. Daar
lag het voor hem, het eeuwenoude
grijze gebouw, dat jaren lang het vor
stelijk geslacht had gehuisvest, dat
vorstengeslacht dat onder zijn leden
zoovele groote, edele mannen telde, tot
wie het volk met vertrouwen heeft
kunnen opzien.
Toen hij het plein voor het paleis na
derde, vernam hij een dof gedruisch,
een menigte volks was daar nog bij
een, wel tamelijk rustig maar daarom
juist te onhelspellender; slechts van
tijd tot tijd vernam men enkele kreten.
Eenige dragonders reden heen en we
der, maar toch scheen de rust niet er
ger verstoord te zijn geworden, dan
n-en sedert de laatste dagen gewoon
was. In den toren aan het water,
waar des konings khmer was, zag men
licht. Willem stond stil.
„Wie weet", dacht hij, „hoe treurig
hij gestemd is, wie weet welke moei
lijke dagen voor hem in het verschiet
liggen. En zijn volk zal het hem in de
ure des gevaars trouw blijven?"
Het was alsof zich een zwarte wolk
over de stad had uitgebreid die nade
rend onheil verkondigde, en Willem's
hart werd vervuld met angstige voor
gevoelens. Het eenzame licht in het
paleis, de onrustige beweging in de
straten, alles werkte samen om hem
droevig te stemmen, hij kon niet naar
huis garan, maar liep nog geruimen
tijd roiid. In de laatste weken had hij
druk voor zijn examen gewerkt en in
de toekomst waren hem lieflijke beel
den verschenen, maar thans scheen
het hem toe alsof er een schaduw over
dat alles ware gevallen, de lust tot
den arbeid ontbrak en 't was hem als-
\vf hij bevangen was door een moede
loosheid em een onvermogen waarvan
hij zich geen rekenschap vermocht te
geven. Allerlei gewaarwordingen door
kruisten zijn ziel, hij was ontevreden
met zichszelven en soms ook met zijn
lot; verstoord op de menschen, wier
zondig streven hij van zoo nabij aan
schouwde, vraagde hij zich af hoe God
dit alles kon toelaten.
Toen hij, in zulke gedachten ver
diept, de Linden weder bereikt had en
verder wilde gaan, vond hij zich op
eens door een dichte volksmenigte
omringd; hij wilde er doorheen drin
gen, maar een forsch gebouwd man
versperde .Lem den weg.