NIEUWE LEIDSCHE COURANT PUROL van MAANDAG 27 AUG. 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. GIFT VAN PRINSES JULIANA. Het Koningin Emmafonds (Fonds voor Ouden van Dagen) heeit van H. K. H. Prinses Juliana een belangrijke gift ontvangen. DE ZAAK DER VEENDAMMER HYPOTHEEKBANK. Bij de behandeling van het proces der Veendammer Hypotheekbank, is, gelijk men zich zal herinneren, door den subst.-oificier van Justitie, Mr. Reilingh, medegedeeld, dat hij in de door den getuige Mr. L, van Gigch Jr. afgelegde verklaringen aanleiding vond tot het doen instellen van een justitieel onderzoek. Naar „Het Volk" thans verneemt, zal dit justitieel onderzoek geen ver deren voortgang hebben, maar is de zaak ter verdere beoordeeling en af handeling door het parket in haaiden gesteld van den Raad van Toezicht en Discipline der Orde van Advocaten. HET RAPPORT INZAKE DE MIJN RAMP IN DE PRINS HENDRIK. Het Tweede Kamerlid, de heer Van der Waerden heeft aan den Minister van Waterstaat gevraagd: Is de minister bereid ter algemeene kennis te brengen het rapport inzake de mijnramp, die in de mijn Hendrik heeft plaats gehad? DE VIERDE POSTBESTELLING IN GRONINGEN. Door Mevr. Bakker-Nort zijn aan den minister van Waterstaat de vol gende vragen gesteld: 1. Heeft de Minister advies ont vangen van den Postraad inzake de wederinvoering van de vierde post bestelling te Groningen nu het onge veer drie manden is geleden, dat deze Raad deputaties uit Groningen over deze kwestie heeft gehoord? 2. En acht de minister het niet nood zakelijk, om onverwijld de avondbe stelling weer in te voeren in deze ex centrisch gelegen handelsstad van Nederland nu duidelijk is gebleken, dat handel en verkeer te Groningen groo- ten last en schade ondervinden, door dat na drie uur 's namiddags geen post meer wordt besteld? KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Aangenomen: Naar Oud-Beijer- land en Puttershoek (Ned. Prot. Bond), Mej. S. A. F. J. Doets te Zaandam. Bedankt: Voor Lemmer, S. Ybe- ma, Hijkersmilde (Drente). GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Oegstgeest, H. W. H. van Andel te St. Pancras en Heer Hugowaard en Jac. Eringa te Nieuwe Pokela. Aangenomen: Naar Heinkens- zand, de heer Joh. Booy, cand. te Hoo- geveen. Bedankt: Voor Stadskanaal-Pe- kelderweg, Dragtster-Compagnie, Baar land, en Schoonebeek, de heer Joh. Booy, cand, te Hoogeveen. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Meppel, W. Kremer te Zonharen en J. Drenth te Broek op Langendijk. DE OVERGANG VAN DS. UBBINK. In „Woord en Geest" van de vorige week geeft Ds. G. Ubbink, predikant der Geref. Kerk in H.V. te Tienhoven- Utrecht, een verklaring van zij'n over gang naar het Hersteld Verband. Wij ontleenen er het volgende aan: „1. Hoewel ik op zichzelf geen ge loofsbezwaar heb tegen de verklaring, die de Synode van Gen. 2 en 3 gegeven beeft, zou ik toch nooit kunnen onder teekenen, dat deze verklaring nu de „eenig mogelijke" is, en dat daarom degenen, die, zooals Dr. Van Leeuwen of Ds. Vermaat, een andere verklaring geven, daarmee Gods Woord aantas ten. 2. Hoe men ook moge denken over den uitleg van Gen. 2 en 3, het is mijn vaste overtuiging, dat het niet is naar den wil van Christus om hierom pre dikanten uit hun ambt te zetten en zoodoende de eenheid der Kerk te ver breken. 3. Dat de Synode, ondanks deze han delingen, toch de sympathie heeft ver worven van het overgroote deel der Geref. Kerken, dankt zij slechts aan misleidende voorlichting. Eenerzijds is bij de eenvoudige men- schen de. indruk gewekt, en wordt nog steeds gevoed, dat wij niet meer ten volle zouden gelooven in Gods Woord en anderzijds heeft de Synode van zichzelf den indruk gewekt, dat zij een afgeronde beschouwing had over Schriftgezag, en dat die dezelfde was als van het eenvoudige volk. Beide voorstellingen zijn onwaar.... Van het begin af is het mijn vaste overtuiging geweest, dat de Synode in deze drie dingen heeft gedwaald en onrecht heeft aangedaan aan de afge zette predikanten, en ik heb er naar verlangd, mij te stellen naast hen, die door deze Synodes niet- meer waardig werden gekeurd om het Evangelie van Christus in onze Kerken te verkondi gen". Sch. deelt verder mede, dat hij gaar ne zijn werk had willen voortzetten in de Geref. Kerk van Zweelo, om niet nu ook zelf wegens een „minutieuze quaestie" tot een scheiding over te gaan. Toch begon hij te gevoelen, dat zijn verhouding tot het kerkverband scheef was geworden. „Langzamerhand groeide daarom in mij de zekerheid, dat ik niet langer kon nalaten getuigenis af te leggen van mijn gevoelen en na de winter- drukte ben ik dan ook begonnen in een uitvoerig geschrift mijn bezwaren uiteen te zetten, niet alleen tegen de afzettingsbesluiten der Synodes van Assen en Groningen, maar tegen de geheele heerschende geest in onze kerken, in het bijzonder bij de leiders, waarvan ik de besluiten dezer Syno des slechts een symptoom achtte. Mijn bedoeling was, hiervan een uittreksel op de Augustusvergadering der classis Coevorden in te dienen. „Ik deed dit met een bezwaard hart, omdat ik wist, hiermee weer een on verkwikkelijk kerkelijk proces te zul len ontknoopen, met als eerste prac- tisch gevolg, tweedracht met mij en mijn gemeente. Toen kwam dezen zomer voor mij, geheel onverwachts, een brief van een der predikanten in het H. V., waar in mij gevraagd werd, of ik een even tueel beroep naar een der kerken in het H. V. in overweging zou kunnen nemen. En toen ik na eenigen tijd in derdaad een beroep ontving, van de kerken van Tienhoven en Utrecht, heb ik daarin de leiding Gods gezien, die mij op een andere wijze dan ik zelf gedacht had, riep om voortaan te wer ken in dat deel der Kerk, waarbij ik ook innerlijk behoor". Uit het Sociale Leven. CE DREIGENDE STAKING IN DE GOUDSCHE AARDEWERK- INDUSTRIE. Naar aanleiding van de telefonisch© mededeeling van den secretaris der A!g. Werkgeversvereeniging is Zater dag door de betrokken werknemers in de Goudsclje Aardewerkindustrie besloten, dat heden te 's-Gravenhage c '.nieuw tusschen den Rijksbemidde laar en d© vertegenwoordigers der or ganisaties van werkgevers en werk nemers zal worden geconfereerd. Daarna valt de beslissing, die door vorenbedoeld besluit alzoo één dag is verschoven. Eventueel gaat dus mor gen de staking in. Zooals gemeld, hebben de werkge vers het voorstel, zooals dat door den Rijksbemiddelaar is gedaan, niet kunnen aanvaarden en is door hen ©en tegenvoorstel ingediend. De in houd hiervan luidt als volgt: De plateelbakkerij „Zuid-Holland" is bereid binnen vier weken voorstel len te doen omtrent een herziening eer tarieven, waardoor mogelijke on billijkheden uit den weg zullen wor den geruimd en wil, zonder op het re sultaat van deze herziening vooruit te loopen. in afwachting van de nieuwe tariefsregeling voorloopig ©en toeslag geven van 20 pCt. op het loon der tariefwerkers, die minder dan het voor hen in het contract genoemd mi nimumloon verdienen, met een maxi- .um voor verdiend loon plus toeslag van het voor hen gestelde minimum in de C.A.O. Ongeacht het voorgaande is de P.Z.H. nog bereid aan de nieuwe tarieven terugwerkende kracht te ver- lcenen tot op heden. Tenslotte is de P Z.H. bereid om de door haar op te stellen tariefregeling te onderwerpen aan het oordeel van een paritaire, uit vakmenscben bestaande commissie met een onpartijdigen voc.'zitter, als mede aan deze commissie de noodige bescheiden over te leggen, waaruit de gronden zullen blijken, waarop deze tariefherziening is gebaseerd. UIT ONZE INDIEN. ÜÖLLEGE VAN GEDELEGEERDEN UIT DEN VOLKSRAAD. Het college van gedelegeerden uit den Volksraad heeft zonder hoofdelij ke stemming de ordonnantie houden de betreffende het regentschap Ma- lang aangenomen. Eveneens nam het college zonder hoofdelijke stemming de ordonnantie aan oudende de overdracht van het slachthuis Tjima- hi, de ordonnantie houdende dt over dracht van de bevoegdheden Inzake de veeartsenijkundige overheidsbe moeienis en politie aan de gedeputeer den en de ordonnantie houdende de bekrachtiging van de leeningsbeslui- ten der gemeente Soerabaja. KOSTEN VOOR WEGEN. De directeur van financiën heeft een plan ontworpen, dat de grondsla gen bevat voor de beoordeeling van de kwestie, welke kosten voor wegenaan leg en wegenonderhoud in overeen stemming met een gezond financieel beleid kunnen worden overgebracht op den buitengewonen dienst. Dit schema zal eerst aan het oordeel van dtn minister worden onderworpen en vervolgens in de najaarszitting bij dtn Volksraad worden ingediend. VOOR EEN NATIONALE BANK VOOR HANDEL EN CULTURES. De voorzitter der P. S. I., Tjokroa- n inoto, heeit een praeadvies gepubli ceerd voor het aanstaande congres der P.P.P.K.I. te Soerabaja, waarin bij oprichting bepleit van een natio nale bank voor handel en cultures teneinde steun te verleenen aan de inlandsche nijverheid, handel en in dustrie. Het praeadvies volgt den gedach- tengang, dat door de bank gefinan cierde bedrijven verplicht zouden zijn, hun producten aan de bank af te le veren. Deze zou de noodige makelaars aanstellen, die deze producten zouden verkoopen. Het praeadvies dringt er op aan, dat de inheemsche handelaren zich thans zullen organiseeren in handels- en landbouwvereenigingen. Tjokroaminoto meent, dat de bedoelde bank ook de woekeraars bestrijden kan en somt als directe voordeelen van de bank op: Ten eerste: De verbetering van de positie der handelaren en tanis (land arbeiders). Ten tweede: Het onttrekken van de slachtoffers der woekeraars aan de practijken dier laatsten. Ten derde: De versterking van de macht der inheemschen, in economi- sehen zin. Ten vierde: Het brengen van wel vaart aan het volk. Ten vijfde: Het verschaffen van werk aan weduwen, weezen en armen door het feit, dat de bank meer werk gelegenheid zal brengen in de in heemsche bedrijven. Ten zesde: Het schenken van winst aan de aandeelhouders van de bank. DE KOELIE-ORDONNANTIE. Aneta verneemt, dat de regeering zich gewend heeft tot de permanente arbeidscommissie voor Sumatra's Oostkust met het verzoek, advies te willen uitbrengen over de mogelijk heid om de bepalingen in de koelie ordonnantie inzake den tienurigen ar beidsdag, te wijzigen in een negen- Li rigen arbeidsdag. DE ONTSLAGEN WAARNEMEND REGENT VAN BANDOENG. Het A.I.D. meldt naar Aneta uit Bandoeng seint dat de heer Wira- diatmadja, de ontslagen waarnemend regent van Bandoeng, in zijn ouden rang en in het genot van zijn vroegere inkomsten geplaatst is bij het Cen traal Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden. Nader vernam Aneta, dat de heer Wiradiatmadja intusschen een ge neeskundig certificaat ingediend heeft behelzende, dat hij voorloopig niet in staat is om te werken. In verband daarmede is hij op wachtgeld gesteld. SCHARRELAARS OP DE JOGJASCHE JAARMARKT. De Locomotief vertelt: Een beetje geluk moet je hebben. Anders slaagt geen onderneming. In den aanvang hadden ze ook ge luk de „medewerkers" van pen der officieele stands ter Jogjasche jaar markt. lederen keer maar weer boften ze en het opgezette zaakje beloofde een succes te worden. Het succes van de jaarmarkt. Maar toen kwam opeens de tegen slag. En meteen was het uit. Zoo voorzichtig en ongemerkt het zaakje was begonnen, zoo snel en onver wacht was het uit. Heelemaal uh,. Dat kwam zoo: Enkele „medewerkers" van een der officieele inzendingen kregen een lumineusen inval. Ons tractement is laag. De gelegenheid om geld uit te geven is groot. Het evenwicht is dus verbroken. Dat moet worden hersteld. Au grands maux les grandes rémèdes. Dies togen enkele der hiervoor bedoel de medewerkers er op uit om het me delijden op te wekken van een aantal de jaarmarkt bezoekende Jogjaneezen. Verteld werd van de roegi (schade) welke men had als gevolg van de diefstallen. En zij de wakers en de verkoopers, moesten er voor op draaien. Alles wat gestolen was zou gepotongd (gekort) worden van het zoo schamele traktement. En zoo goede menschenkenners wa ren zij, de klagers, dat weinigen, aan wie het verhaal verteld werd, voorbij gingen zonder op een of andere wijze te hebben bijgedragen om den armen menschen het dragen van den potong- last wat lichter te maken. Het zaakje ging goed. Totdat een der betrokkenen zich een heel klein beetje vergiste en het verhaal van de diefstallen en de potongerij ook vertelde aan een mijn heer, die er zeer welgedaan uitzag en wiens voorkomen de beste ver wachtingen wekte met betrekking tot de zaken. Hij zag er goedig uit. Net iemand tot wien je je zou1'1, wenden als je in nood zat. Een van de troep vertelde hem van de roegi. Van de diefstallen en de inhoudingen Hij luisterde belangstellend. De zaak interesseerde hem blijkbaar zeer. Te zeer naar des heeren zin» Want hii begon te vragen en te informeeren op een manier Het bleek een der politieautoriteiten te zijn, bij wie men had aangeklopt. Maar nu de diefstallen uitsluitend in de fantasie der assistenten hadden p!aats gehad, kan men zich het ver dere verloop van de zaak wel voor stellen. CULTURES IN SARAMACCA. Men schrijft aan De West: Met-den aanplant van rijst schijnt het dit jaar iets beter te staan dan verleden jaar. Hier en daar wordt ge klaagd over last van ratten, maar niet in zoo erge mate als verleden jaar. Op vele grondjes schijnen de cacao- boonen zich min of meer te herstellen. De productie is toegenomen en meni ge kleine landbouwer droomt van een terugkeer van den goeden ouden tijd, RECLAME. Stukloopen Zonnebrand rillK g\ en Smetten li lt U L toen de cacaocultuur voor velen een goudmijn was. WERKGEBREK OP CUBA. Door de beperking van de suiker productie van Cuba. is groote werk loosheid op dat eiland ontstaan. Men schat, schrijft De West, dat niet min der dan vijftig duizend Jamaicanen daardoor hun bestaan hebben verlo ren en aan de diepste ellende ten prooi zijn. Het Gouvernement van Jamaica ziet geen kans deze menschen te hulp te komen, daar op Jamaica ook weinig werkgelegenheid bestaat. Een deel der broodeloozen trok naar Haiti, op een gerucht dat aldaar groote wer ken zouden worden ondernomen, doch zagen zich ook hier teleurgesteld. De toestan,d moet critiek zijn. ol- gens een Engelsch rapport dreigen vele werkloozen van honger om te ko men op Cuba. BESTUURSCONFERENTIES. De bestuursconferenties met de hoofden van gewestelijk bestuur op Java en van de buitengewesten zijn voorloopig respectievelijk vastgesteld op 24 en 25 Januari en 28 en 29 Jan. MOET DE STAAT IN LANDBOUW ONDERNEMINGEN DEELNEMEN?? Het (R.-K.) blad De Surinamer heeft het Kamerlid Arntz gesproken, dat een kort bezoek gebracht heeft aan de Kolonie, waar hij jaren geleden werk zaam was. Het blad vertelt, den heer Arntz mededeeling te hebben gedaan van een geval dezer dagen aan het blad bekend geworden, van een gun stig aangeschreven buitenlandsche firma, die aan het gouvernement het voorstel deed om gezamenlijk voor een gelijk bedrag een bestaande land bouwonderneming die vrij en on belast wordt ingebracht uit te brei den. Het verzoek werd afgewezen en de firma werd verwezen naar Nederland! De heer Arntz achtte deze besli9- sing, reeds voorbereid vóór het op treden van den huidigen gouverneur, van dien aard, dat hij niets liever zou zien, dan dat Z.Exc. deze zaak op nieuw aanbracht hij de regeering, ten einde een gewijzigde beslissing uit te lokken. De West, waarvan het liberale Sta tenlid Kraan de hoofdredacteur is, tee kent hierbij o.a. aan: .,Om den Staat te doen participeeren in Surinaamsche cultuurondernemin gen. Principieel zijn tegen dit advies zeer ernstige bezwaren aan te voeren en wij zouden het dan ook allerminst in het algemeen willen onderschrij ven. Eerder is o.i. aan te bevelen een deelneming van den Staat in zekere mijnbedrijven, het bauxietbedrijf bij voorbeeld, waarbij men letterlijk en fi guurlijk een solieder ondergrond heeft dan bij de tropische cultures met al de daaraan verbonden risico's. Niet dan bij hooge uitzondering zal o.i. de Staat financieel risico in cultuuron dernemingen mogen aanvaarden. In 't geval-Broe$erschap blijkbaar hier boven bedoeld \ou het waarschijn lijk goede politiek zijn geweest om aan den wensch der betrokken firma tegemoet te komen. Deze Amerikaau- sc.he firma beeft getoond ernstig za ken te willen doen. Zij heeft groote risico's in Suriname aanvaard en zij was bereid dit risico nog uit te brei den. indien Suriname een deel der ri sico op zich wilde nemen. Het ging hierbij meer om een beginsel (dat het Gouvernement zelf toonde vertrouwen te hebben in den landbouw) dan uit werkelijke behoefte aan financieele medewerking. Bij wijze van aanmoe diging en appreciatie zou hier tege moetkoming wellicht in het belang van de kolonie zijn geweest. „Het opperbestuur heeft om princi- pieele redenen bet verzoek afgewezen. Dat de afgetreden gouverneur deze FEUILLETON. God is mijn heil. 13) o „Iedere ziel is anders geschapen en aan een ieder staat een bijzonderen weg open, om tot volmaaktheid te ge raken", zeide Willem. „Men zou in breuk maken op de raadsbesluiten Gods, indien men dat veranderen vilde". „De mensch bezit door de oorspron- ktlijke grootheid van zijn geest ook bijzondere rechten, die in zijn hart ge grift staan", riep de advokaat opge wonden" t.- „Het bewustzijn van ge roepen te zijn tot de opperheerschap pij, is een ieder ingeschapen, maar se dert geruimen tijd werden allerlei middelen aangewend, om hem dat van jongsaf aan te doen vergeten. Maar dat gevoel, eenmaal weder aangewak kerd zijnde, zal spoeoig ee heldere vlam verspreiden, die ds oude lam pen en vodden verteren en, tot vol te kracht gekomen, de geroofde majes teitsrechten terug vorderen zal". „En ik zeg, dat het inbreuk maken ie op mijne majesteitsrechten", zeide Von Ramsleben schertsend, „als er ge- tijkheid moet bestaan tusschen mijn oppasser en mij, en wij om de beurt elkanders laarzen mqeteu poetsen en kleeren uitkloppen; dat ls een voor uitzicht, dat ik niet begeerlijk vind". „Dat komt omdat gij zoo zelfzuch tig zijt, waarde Ramsleben", zeide Van Haller; „Borkstedt zal u vertellen, dat zelfzucht niet meer bestaat in het Ely- seum, dat hij voor ons bereidt. Als wij maar eens de volksschool bezocht hebben, die zeker zal moeten opgericht worden voor domkoppen zoo ais wij, dan zullen wij wel begrijpen, waarin het genot bestaat van schoe nen poetsen voor alle mogelijke va gebonden". Allen lachten, behalve de advokaat, die zeer opgewonden was. Ramsleben c.n Rohrfeld voegden er nog het noodi ge bij en stelden eenige volksleiders in een bespottelijk daglicht, totdat Bork stedt zich niet langer kon inhouden en uitriep: ,,'t I- waar ik ben zelf van adel, maar ik moet toch mijn stem tegen den adel verheffen, hij is door de oude aristocratische en paapsche vooroordeelen geheel ctzenuwd en kan zich niet vereenigen met de nieu we denkbeelden van onze verlichte eeuw". „Ik vind het zeer onverstandig bij uzelven de glazen in te gooien", zeide an Haller, „ik zou u maar raden dit onder ons te laten blijven en niet de zelfde dwaasheden uit te kramen voor menschen, die uw woorden wel eens geheel anders kc den uitleggen" „De waarheid mag overal gehoord worden", antwoordde de advokaat uit de hoogte, „en het kan niet anders an goed zijn, eigen belang op te offeren aan het welzijn der menschheid, zelfs ten koste van een verouderd voor oordeel". „Ook ten koste van champagne en oesters?" vraagde Van Haller, een zij- delingschen blik werpende op het vol geladen bord van den advokaat. Deze werd rood, stootte het bord van zich af en riep geraakt: „door persoonlijk heden komt men niet verder 1" „Maar wel door bedaardheid", ant woordde Van Haller, een groote rook- volk voor zich uitblazende. „Het is gemakkelijk bedaard te blij ven, als men geen gevoel voor zijn naaste heeft", riep de andere. „Mijn gevoel heeft mij tot nog toe niet veel last veroorzaakt", zeide Van Haller koeltjes, „maar gij zult bij tijd cn wijle zien, dat ik het hart toch op de rechte plaats draag". Ramsleben, die een vriend van Bork stedt was, kwam nu tusschen beide en zeide: „in één opzicht zijn wij het toch zeker allen eens, ik geloof niet dat een onzer zou aarzelen goed en bloed op te offeren, voor vaderland en ko ning. Lang leve de koning-!" Allen ledigden hun glazen. Willem merkte wel op, dat Borkstedt het zijne ternauwernood met de lippen aan raakte, maar hij wilde er geen aan merking op maken. Daar het reeds laat was en allen steeds opgewondener werden, uitge nomen Van Haller, die rustig op de canapé lag en onvatbaar scheen voor diepere gemoedsbewegingen, vond Willem het geraden te vertrekken en vtrliet de zaal. De nachtelijke koelte was hem aan genaam en in gedachten verzonken liep hij de Linden op en neder. Door het sterrelicht beschenen lag de groote zwijgende stad voor hem, waarin zoovele onrustige harten klop ten en booze plannen werden gesmeed. Zijn ziel smachtte naar stilte, rust en innerlijken vrede, ver van al dit druk ke rustelooze gewemel, maar hoe daartoe te geraken? Hij ging lang zaam verder, onwillekeurig zijn schre den richtende naar het paleis. Daar lag het voor hem, het eeuwenoude grijze gebouw, dat jaren lang het vor stelijk geslacht had gehuisvest, dat vorstengeslacht dat onder zijn leden zoovele groote, edele mannen telde, tot wie het volk met vertrouwen heeft kunnen opzien. Toen hij het plein voor het paleis na derde, vernam hij een dof gedruisch, een menigte volks was daar nog bij een, wel tamelijk rustig maar daarom juist te onhelspellender; slechts van tijd tot tijd vernam men enkele kreten. Eenige dragonders reden heen en we der, maar toch scheen de rust niet er ger verstoord te zijn geworden, dan n-en sedert de laatste dagen gewoon was. In den toren aan het water, waar des konings khmer was, zag men licht. Willem stond stil. „Wie weet", dacht hij, „hoe treurig hij gestemd is, wie weet welke moei lijke dagen voor hem in het verschiet liggen. En zijn volk zal het hem in de ure des gevaars trouw blijven?" Het was alsof zich een zwarte wolk over de stad had uitgebreid die nade rend onheil verkondigde, en Willem's hart werd vervuld met angstige voor gevoelens. Het eenzame licht in het paleis, de onrustige beweging in de straten, alles werkte samen om hem droevig te stemmen, hij kon niet naar huis garan, maar liep nog geruimen tijd roiid. In de laatste weken had hij druk voor zijn examen gewerkt en in de toekomst waren hem lieflijke beel den verschenen, maar thans scheen het hem toe alsof er een schaduw over dat alles ware gevallen, de lust tot den arbeid ontbrak en 't was hem als- \vf hij bevangen was door een moede loosheid em een onvermogen waarvan hij zich geen rekenschap vermocht te geven. Allerlei gewaarwordingen door kruisten zijn ziel, hij was ontevreden met zichszelven en soms ook met zijn lot; verstoord op de menschen, wier zondig streven hij van zoo nabij aan schouwde, vraagde hij zich af hoe God dit alles kon toelaten. Toen hij, in zulke gedachten ver diept, de Linden weder bereikt had en verder wilde gaan, vond hij zich op eens door een dichte volksmenigte omringd; hij wilde er doorheen drin gen, maar een forsch gebouwd man versperde .Lem den weg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5