CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. STADSNIEUWS. Belanorijkste nieuws in dit Nummer. 9d« JAARGANG ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1928 NUMMER 2523 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal, 2,50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal 2,90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 gHgojjcy Aangesloten op het Sireeknet Lisse Maatschappelijk Hulpbetoon. Verleden jaar, vergissen wij ons niet, dan was het bij de behandeling van de begrooting voor 1928, heeft de Gemeenteraad van Leiden een voor stel (of was 't een motie) van een zijner leden aangenomen om den naam Burgerlijk Armbestuur om te zetten in Maatschappelijk Hulpbetoon. Wij hebben toen tegen dit voorstel verzet aangeteekend omdat naar onze meening dit in verkeerde richting gaat. Wanneer de bedoeling was, dat de Overheid de particuliere liefdadigheid zou te hulp komen en aanvullen en dus het hulpbetoon zich zou bepalen tot helpen van het particulier initia tief dan zouden wij daartegen geen bezwaar hebben. Nu echter de naams- veranderng dienen moest om het denkbeeld dat tot de Overheidstaak behoort de zorg voor al wat maat schappelijk zich niet kan staande kou oen, te steunen, nu moeten wij ons daartegen verzetten. Burgemeester en Wethouders heb ben zich inmiddels aan de oude bena ming Burgerlijk Armbestuur gehou den. Een van hun laatste voorstellen aan den Raad voert nog dezen naam officieel bij het College in. Dat het niet onverschillig is hoe men tegenover de beginselen die aan deze naamgeving ten grondslag liggen staat bleek ons nog dezer dagen bij net nagaan van den strijd die in de vijfti ger jaren reeds door Groen van Prin- sterer gestreden werd. Was onder de Republiek der Ver- eenigde Nederlanden diaconale ar menzorg regel, in het revolutietijdperk werd een streven merkbaar om de ar menzorg in Overheidshand te leggen. Sleur bracht het echter niet tot daden omdat de mannen van conservatieven huize de oude gebruiken nog zoo ver keerd niet vonden. Maar toen met Thorbecke de vrij zinnige theorieën wat krasser gepre dikt werden, en men er naar streefde die op allerlei terrein in toepassing te brengen, werd ook de armverzorging in den strijc betrokken. In 1846 reeds schreef Thorbecke in een brief aan mr. Van Nierop, welke brief in 1851, toen Thorbecke Minister was, met zijn goedvinden gepubliceerd werd, het volgende: „De diaconiefondsen zijn, mijns inziens, geen eigendom der kerkelij ke gemeente, veel minder diaconie; zij zijn goed der armen, te hunnen behoeve door de bestuurders vol gens de reglementen te gebruiken. En deze reglementen, is het, geloof ik, hoog noodig aan de heerschap pij eener algemeene wet te onder werpen, strekkende om een gebruik dier fondsen te verzekeren, over eenkomende zoowel met hunne be stemming, als met de burgerlijke regels der armenzorg; en om tevens een werkzame macht van toezicht of oppervoogdij over alle Kerkelijke en bijzondere armengestichten In te stellen". Terstond bracht Groen deze woor den in de Kamer ter sprake om er te gen te protesteeren. Ook merkte hij in het toenmalige dagblad „De Nederlan der" op: „Naar ons inzien, kan er aldus van onafhankelijkheid of zelfstandig heid der diaconieën, van rechten der kerk in het armwezen, geen sprake meer zijn. Een dergelijke wet, indien zij ten uitvoer kon worden gelegd, zou de doodsteek wezen der Chris telijke liefdadigheid, en even daar door de versterking der Socialisti sche begrippen en de eerste stap tot omkeering der maatschappij". Eenige maanden later diende Thor becke een ontwerp van wet op het Armbestuur in. Groen omschrijft de hoofdgedachte aldus: De kerkelijke instellingen van weldadigheid, evenzeer als de alge meene van de burgerlijke overheid uitgaande instellingen onder het armbestuur begrepen, moeten aan door het staatsgezag vast te stellen regels worden onderworpen. De Minister schreef in zijn Memo rie van Toelichting: De grondwet veroorlooft desnoods verder te gaan en de geheel© armenzorg als een publieke dienst te beschouwen. Maar zóó ver te gaan schijnt thans noch noodig noch nuttig". Nu, 't ging al ver genoeg; volgens art. 17 konden Burgemeester en Wet houders zich desnoods met den ster ken arm toegang tot de boeken en stukken van alle instellingen van wel dadigheid verschaffen. Deze draconische bepalingen wek ten reactie. Vele kerkeraden en arm besturen petitionneerden tegen het ontwerp. Onder de verzoekschriften, die bij de Tweede Kamer inkwamen was er ook een van den Kerkeraad der Christelijk Afgescheidene Ge meente te Arnhem, waarin o.a. deze voorden voorkwamen: „Adressanten achten zich ver plicht Uwe vergadering er kennis van te geven, dat zij, zoo het ont werp wet wordt, genade wenschen te ontvangen om in dezen de straf fen te lijden, die hen dreigen, maar in geen geval de rechten over te ge ven die Godes zijn". Deze zuiver anti-revolutionaire woorden, die immers voortvloeien uit het besef, dat de overheid Gods diena resse is en dat men Gode meer moet gehoorzamen dan den menschen,, wekten bij de vrijzinnige voorstanders van Staatsalvermogen verontwaardi ging: omdat het bedreiging van onge hoorzaamheid aan de wet bevatte" stelde de Commissie voor de verzoek schriften aan de Kamer voor over te gaan tot de orde van den dag Groen nam het krachtig voor de adressanten op, en zeide a.o.: „De vraag, de gewichtige vraag is; kan het ooit geoorloofd zijn te ver klaren dat men, als een voordracht wet wordt, niet zal gehoorzamen? Ik acht, ja; gevallen kunnen er zijn waarin men tot deze verklaring verplicht is. Namelijk, in den zin en geest van het adres, wanneer men de wet in strijd rekent met een boo- gere wet. Het staatsrechj van den Christen is eenvoudig, om der cons ciëntie wille, onderwerping aan iedere wet, behalve wanneer, omdat de menschelijke wet met hooger wet in strd is, om der consciëntie wille wederstand te pas komt. Zal dit be ginsel berispelijk zijn? Het wordt door alle Christelijke gezindheden, door elke godsdienstige gezindheid, erkend". Thorbecke wijzigde het ontwerp wel, maar in geest en strekking bleef het hetzelfde. Door de bekende Aprilbeweging van 1853 werden Ministerie en ontwerp weggevaagd. Einde 1853 werd door het Ministerie Van Hall een nieuw ontwerp inge diend. waarvan het verschil met het ontwerp-Thorbecke het beste blijkt uit de woorden waarmede Groen bij de beraadslaging er over op 12 Mei 1854 zijn rede aanving: „Ik had mij gevleid dit ontwerp te kunnen aannemen; ik vrees dat ik genoodzaakt zal zijn het te ver werpen. Ik behoor tot de overgroote meerderheid, bij wie het ontwerp vergelijkenderwijze gunstigen in druk gemaakt heeft; ik behoor tot het aanzienlijk getal leden hetwelk tegen het ontwerp, zooals het daar ligt, menig onoverkomelijk be zwaar heb". En verder. „Wat is ons verlangen? Doodsteek aan de wettelijke liefda digheid, niet regeling, maar uitroeiing van de charité légale. E'ke kiem van dit verkeerde, van dit heillooze be ginsel, moet uit de wet worden ge rukt. Ook het minste, ook het gering ste is -voor ons de doode vlieg, die de apothekerszalve, in dit geval, het wetsontwerp, bederft. De oppositie van Groen en zijn par- tijgenooten ging vooral tegen de over- heidsarmenzorg, en het aantasten van de vrijheid der kerken. Groen wijst b.v. op deze karakteristieke uitlating in de Memorie van Antwoord: „De Regeering eerbiedigt de nationale rechten en vrijheden, en die zelfstan digheid van al wat tot de kerk be hoort en van haar uitgaat'; welke met de rechten en verplichtingen van het staatsgezag bestaanbaar is". Dat is nog al rekbaar! Groen achtte het ontwerp dubbel zinnig; het wilde de kerkelijke liefda digheid eerbiedgen, doch tastte even wel de vrijhed aan en door bestendi ging der staatsarmenzorg verzwakte het beginsel van „overlaten aan de kerk". „Gij geeft, aldus Groen, aan de ker kelijke en bijzondere liefdadigheid een slaapdrank en een lokaas orn werke loos te blijven". Hij wilde de schepen achter zich verbranden door de staatsarmenzorg zoo niet terstond te verbieden, dan toch geleidelijk te beperken, om de kerken tot meer energie te prikkelen. Daartoe ook vermindering der sub- sidiën. De overheidskas wordt anders een reservekas, die alle opgewektheid tot geven beneemt. Hieruit blijkt duidelijk dat Groen van Prinsterer reeds streed en strij den moest voor het behoud van het terrein voor particuliere armenzorg. De wet van 1854 is inderdaad nog gewijzigd, de aandrang van Groen en anderen noopte daartoe. Intusschen heeft deze wet nog bestaan tot het jnar 1912. Ook de tegenwoordige Armenwet, schoon vooropstellende particuliere Armenzorg, voldoet nog in geenen deele aan het ideaal van Groen, daar gelaten of wij thans het standpunt van Groen nog ten volle deelen. Daarom is het noodig om op onze hcede te zijn en elke inbreuk op het beginsel van de wet onverbiddellijk tegen te staan. Ook wanneer dit gaat langs den weg van naamsverandering. CHR. ORANJEVEREENIGING. Onder verwijzing naar de in dit nummer voorkomende advertentie vestigen wij de aandacht onzer lezers cp de feest vergadering in de Stadsge hoorzaal op a.s. Vrijdag 31 Aug.. uit gaande van de Leidsche Chr. Oranje- vereeniging. Het historisch spel „De jonge Ade laar", dat de vorige maal zulk een succes had, zal dan voor de tweede maal opgevoerd worden. In verband met de kosten, aan zulk een opvoe ring verbonden, zal van de leden een kleine entreé geheven worden. Dit zal evenwel geen bezwaar zijn, dat ook ditmaal de zaal weer stampvol zal zijn. VRAGEN VAN DEN HEER SCHÜLLER. De heer Schüller heeft zich tot den Gemeenteraad gewend om verlof tot het stellen van de volgende vragen: le. Is het juist, dat B. en W. een brief, gedateerd 3 Augustus 1927, af gezonden door den Dirceteur-Gene- raal v. d. Volksgezondheid en geadres seerd aan het bestuur der Woning- bouwvereeniging „Eensgezindheid" te Leiden, ontvangen hebben, maar na kennisneming niet hebben doorgezon den aan bedoeld bestuuj*, hetwelk de Directeur-Generaal v. d. Volksgezond heid aan B. en \V. verzocht had. 2e. Zoo vraag 1 bevestigend beant woord moet worden willen B. en W. den Raad dan mededeelen om welke reden deze brief geadresseerd aan ge noemde Bouwvereeniging aan haar niet is toegezonden. 3e. Zijn B. en YV. bereid, alsnog be doelde brief aan bet bestuur der Wo rn ngbouwvereen. „Eensgezindheid" te doen toekomen. VRAGEN VAN DEN HEER K. SIJTZMA. Door het lid van den gemeenteraad, den heer K. Sijtsma, is aan den Raad verlof gevraagd in de vergadering van a.s. Maandag aan bet College van B. en W. de volgende vragen te mogen stellen: Ligt het in de bedoeling van Uw College punt II van het voorstel inza ke de reorganisatie van het openbaar lager onderwijs: „Samenvoeging van twee klassen van een school voor ge woon lager onderwijs, wanneer deze samen niet meer dan 42 leerlingen tellen", ook toe te passen op andere scholen dan die voor eind-onderwijs? en zoo ja, acht Uw College zulk een toepassing niet in strijd met den geest van het voorstel en met de kennelijke bedoeling van den Raad die het voor stel aannam? Prof. Dr. A. D. FOKKER. Prof. Fokker, benoemd tot bijzonder hoogleeraar in de natuurkunde aan de Rijksuniversiteit alhier, werd 17 Aug. 1887 te Buitenzorg geboren. Geduren de den cursus 19041905 studeerde hij aan de Polytechnische School te Delft voor mijningenieur. Aangetrokken door de natuurkunde, veranderde hij van studierichting en behaalde aller eerst in 1906 het aanvullend Staats- diploma. toenmaals nog vereischt voor de universitaire studie in wis- en natuurkunde. Van 1906 af ingeschreven aan de Rijksuniversiteit alhieV, verwierf hij aldaar den graad van doctor in de wis- en natuurkunde op den 24sten October 1913 met verdediging van ten proefschrift, getiteld: „Over de Brwon - sche bewegingen in het stralingsveld en waarschijnlijkheids jchouwingen in de stralingstheorie". Zijn promotor was daarbij prof. dr. H. A. Lorentz. Daarna zette hij in den winter van 1913'14 zijn studies voort te Zürich or. der prof. Einstein. Hier werd e.en statistische grondvergelijking uit zijn dissertatie in een meer algemeenen zin uitgebreid en neergelegd in de Fransche bewerking van den inhoud van het bovengenoemde proefschrift, verschenen in de Archives néerlar.dai- ses des Sciences exactes et naturelles oi-der den titel: „Sur les mouvements Browniens dans le champ du rayon- nement noir". De bedoelde vergelij king verschafte den grondslag tot een studie over: „Die mittlere Energie ro- tierender elektrischer Dipole im Strahlungsfeld". Tezamen met Einstein verrichtte hij een onderzoek over: „Die Nordström- sche Gravitationstheorie vom Stand- punkt des absoluten Differentialkal- küls". Eenigèn tijd later verscheen neg van zijn hand: .,A submary of Einstein and Grossman's theory of gravitation". In het voorjaar van 1914 werkte hij in Manchester in het laboratorium van Sir Ernest Rutherford aan expe rimenten op het gebied der radio-ac tiviteit. Tal van publicaties verschenen er de volgende jaren. In December 1914 werd hij toegela ten als privaat-docent alhier, in 1917 trad hij in functie als assistent voor natuurkunde aan dezelfde universi teit. In December 1922 werd dr. Fok ker benoemd tot hoogleeraar aan de Techn. Hoogeschool, welk ambt hij op 19 Febr. 1923 aanvaardde. In 1926 werd prof. Fokker benoemd tot con servator aan Teyler's Stichting te Haarlem. BENOEMING VAN Prof. v. d. VALK INGETROKKEN. Op verzoek is thans ingetrokken het Kon. Besluit, waarbij dr. J. W. v. d. Valk werd benoemd tot hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit alhier en waarbij hem tevens eervol ontslag1 werd verleend als hoogleera<Nr aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Men zal zich herinneren, dat prof. van der Valk zijn benoeming niet wil de aanvaarden alvorens de kliniek naar zijn wenschen zou zijn verbouwd. RECHTSGELEERDE FACULTEIT. Prof. mr. A. S. de Blécourt is voor het komende vierjarig tijdperk be noemd tot decaan van de rechtsgeleer de faculteit alhier en tot secretaris van deze faculteit prof. mr. J. C. van Oven. Prof. HAZEU. Prof. dr. G. A. J. Hazeu, hoogleeraar in de Javaansche taal- en letterkunde aan de Universiteit alhier, aan wien op zijn verzoek eervol ontslag is ver leend, heeft heden Leden verlaten en zich metterwoon te Wassenaar ge vestigd. STUDIEREIS DIRECTEUREN EN INSPECTEURS VAN KEURINGS DIENSTEN. Van 1723 September a.s. zal door een 60-tal directeuren en inspecteurs van keuringsdiensten een studiereis door Nederland gemaakt worden. Het programma vermeldt o.m. een officieele ontvangst op Maandag 17 September op het Ministerie van Bin- nenlandsche Zaken. Op Dinsdag 18 September wordt des morgens een bezoek gebracht aan Gouda, waarna des middags via Bodegraven en Zwammerdam per autocars naar Lei den wordt gereden, 's Avonds gaat het gezelschap naar Amsterdam, waarna nog verschillende andere steden zul len worden bezocht. PRIJSVRAGEN LEGATUM VISSERIANUM. De Faculteit der Rechtsgeleerdheid aihier vraagt ter beantwoording van een prijsvraag vanwege het Legatum Visserianum: Een kritische bespreking van de vraag, wanneer de daden van eenen staat door eenen anderen staat als onrechtmatig kunnen worden aange merkt op grond, dat deze daden in strijd zijn met fundamenteel© begin selen van het privaatrecht met inbe grip van het internationale privaat recht, en op welke wijze het nadeel, coor dit onrecht aangericht, dient her steld te worden. Zoowel daden van öo uitvoerende, van de rechterlijke als van de wetgevende macht koenen in aanmerking, echter geen oorlogs daden of daden, die zich onmiddellijk tegen eenen staat richten. Bij de be spreking van deze vraag' dient zoowel op de literatuur als op de voornaam ste gevallen uit de laatste vijftig jaren, waarin een zoodanig onrecht beweerd is, gelet te worden. Voor het opsporen van deze gevallen verdient het aanbe veling mede gebruik te maken van de rechtspraak door „claims-commis sions" zoowel als door andere inter nationale rechtsprekende organen. De antwoorden moeten, in het Duitsch, Engelsch, Fransch of Neder- landsch getikt, vóór 1 Mei 1930 in handen zijn van den Decaan der Fa culteit der Rechtsgeleerdheid alhier; het manuscript moet een motto dra gen, te herhalen op een bij het manus cript gevoegde verzegelde enveloppe, die bij den naam en het adres van den schrijver zal inhouden. ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertenlién per regel 227i cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief Bij contract belangrijke redactie Kleine Adrertentiën bij to oral tb e taling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst a<L 40 cents Binnenland. De opening der Winkelweek te Oegstgeest Winkelweek-organisatie te Voor schoten. De staking aan de Kon. Weefgoede- renfabriek te Hengelo geëindigd. Buitenland. Briand heeft gisteren een onder hond met Kellogg gehad. Zeven-en-veertig landen zullen na de oorspronkelijke onderteekening van het pact-Kellogg worden uitge- noodigd, het te onderschrijven. De koortsepidemie in Griekenland neemt steeds ernstiger karakter aan. De Duitsche Rijkskanselier zal op treden als leider der Volkenbondsde" legatie. De Oceaanvliegers Hassel en Cra mer zonden nog in leven zijn. De Zweedsche koning heefi onder scheidingen verleend aan de Zweed sche expeditie tot redding der „Itaiia"- iuannen. Aan de antwoorden, die naar het oordeel van de Faculteit daarvoor in aanmerking komen, zullen prijzen worden toegekend tot een bedrag van f 5000. Na deze toekenning zal de Decaan in eene faculteitsvergadering de met ae bekroonde antwoorden, overeenko mende verzegelde enveloppen openen en zal hij den toegekenden prijs ter kennis van den schrijver brengen; de andere enveloppen zullen staande de vergadering verbrand worden. Wat de antwoorden op de prijsvraag 1926 aangaat, maakt de Faculteit der Rechtsgeleerdheid bekend: Het antwoord onder het motto: „Fundamentum reipublic&e constan- tia est gubernatoris" komt niet in aanmerking voor een prijs, noch voor een eervolle vermelding. De auteur van de memorie onder het devies: „Quique sui memores alios fecere merendo" komt noch voor een prijs noch voor een eervolle vermel ding in aanmerking, daar er geen ant woord is gegeven op de gestelde vraag. Het antwoord onder het devie9 „Ne- que accusandus est politicus" kan Diet daar het niet voltooid is en zich Diet genoegzaam op juridisch terrein houdt, voor den eersten prijs in aan merking komen. Een tweede prijs van f 3000 is hem toegekend. De auteur is ch heer A. R. Mirahelli, hoogleer aar aan de Kon. Universiteit te Sienna. AVONDTEEKENSCHOOL. Wij verwijzen naar een advertentie in dit nummer, waarin wordt aange kondigd de gelegenheid tot inschrij ving voor den cursus 1928/'29 van te Avondteekenschool van den Ned. R -K. Volksbond, aldeeling Ltilen. HERHALINGSOEFENINGEN. Evenals het vorige jaar zullen ook dit jaar, in het begin van September militairen naar Leiden opgeroepen worden, tot het houden van herha lingsoefeningen. Het Christelijk Militair Verband te Leiden mocht in 1927 van alle zijden steun ontvangen, om de ópgeroepenen in hun vrije avonden aangenaam en nuttig bezig te houden, en is toen in dit pogen boven verwachting geslaagd. Dit geeft het Comité vrijmoedigheid ook dit jaar de krachtige medewer king van de ingezetene te verzoeken, om door toezending van ruime giften in staat te stellen, Leiden vooraan te doen staan in de rij der plaatsen, waar door de burgerij van de stad en haar omliggende Gemeenten, groote sym pathie getoond werd voor den dienst plichtigen militair. Het Christelijk Militair Tehuis, de Christen Officieren en Onder-officie ren Vereen., Militair en Burger Pro Rege, in samenwerking met de Chris telijke Oranjevereeniging en verschil lende predikanten, maken ook nu we der deel uit van het Comité, dat gaar ne giften zal ontvangen, 't zij aan leden persoonlijk, 't zij aan het adres van den penningmeester. Het Comité bestaat uit: J. Bosch, voorzitter, Pieterskerkhof 17; L. Ques- troo Jr., secretaris, Nieuw.e Rijn 51; D. Kroon, penningmeester. Rijn- en Schiekade 88, Giro Nr. 108866; L. Boek kooi; H. van Cittert; E. J. de Geus. Kapitein J. L. Hamel, P. J. Jansen. Majoor G. Kuyper, Ds. D. Kuilman, G. Kupems, Ds A. D. Meetor, W. Meilof.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1