Uw Haar Aan het einde der Week De Olympiade behoort weer tot het verleden. Zondag, helaas weer een Zondag, heeft de officiëele sluiting der spelen plaats gehad. Het resultaat is, uit het oogpunt van sport gezien, voor ons land niet onbevredigend geweest. Onze landge- nooten wisten 8 eerste, 9 tweede en 5 derde prijzen te veroveren, hetgeen wel bewijst, dat Nederland een spor tieve natie is. Wij zijn niet zoo enthousiast over de Olympische spelen als een onzer groo te bladen, die ze noemde „een heroï sche poging der menschheid tot blij heid en zuiverheid naar lichaam en geest". Het goede, dat zij ons land ge bracht hebben, bestaat voor ons hoofd zakelijk daarin, dat zij de aandacht op ons land gevestigd hebben en meer. dan ooit in dezen zomer de vreemde lingen hierheen gestroomd zijn. Döt zal ongetwijfeld medegewerkt hebben dat men in het buitenland meer waar deering voor ons land met zijn natuur- en stedenschoon heeft gekregen en ook voor de Nederlanders zeiven, die men zich noer maar al te vaak als klompen dragende en wijdgebroekte boertjes voorstelde, glunderend hun pijpje rookend. Doch overigens is de Olympiade in vele opzichten een vanity fair, een kermis der ijdelheid geweest. Ge lukkig evenwel voor het uitgaande publiek, datnauwelijks de eene at tractie verdwenen is, of een nieuwe is weer op komst. Tha^s is Josephine Baker, de negerdanseres, de heldin van den dag, vooral te 's-Gravenhage. Om de „kunst", ziet ge. En hoe hoog staand kunstgenot hier geboden wordt, blijkt b.v. uit het volgende ver slag, dat we in een der bladen onder de rubriek „Kunst en Letteren" von den: „Toen Josephine, door een talrijk „Scala"-publiek in spanning ver wacht, in den loop der revue op de planken was verschenen, verliet zij aanstonds weder het tooneel om in de zaal het haar van een heer in te sme ren met vet uit haar eigen druipend, glimmend haar en zoo een dwaas- rechtopstaande haarpiek op den sche del van dien bezoeker te planten. Dit was Josephine's blijde inkomste. Het publiek moest er een seconde aan wennen en lachte toen. Josephine had zich daarmede een plaats veroverd in het hart des volks. Deze grap teekent ongeveer het go- halte van haar humor. Zij trekt gri massen en maakt potsierlijke geba ren. Zij loopt op handen en voeten, met de bloote beenen zooveel mogelijk rechtop, als de hooge achterpooten van een aap. Of zij schuift over het tooneel, een been vooruit en een been achteruit, over den grond, zich voort duwende met de handen als in een prikslee. Ïïet publiek brult. Het schijnt slechts uit groote kinderen te be staan." Behalve grappen maken danst ze, een dans, waarvoor blijkens de ver slagen de betiteling „obsceen" niet overdreven is, terwijl de lichaamsbe dekking, waarin zij optreedt, zoo on voldoende is, dat de politie haar heeft doen verzoeken eenige verandering in haar „kleeding" aan te brengen. Ook zingt ze, en een harer liedjes luidt: can be good, can be bad, All depends on you. „Of ik goed ben of slecht, dat hangt van jullie af." Dat kan het publiek tot nadenken brengen! De menschen worden overi gens naar het schijnt, steeds lichtzin niger, en dat niettegenstaande roep stem op roepstem uitgaat, die tot ernst maant, zooals j.l. Zondag het vreese- lijk ongeluk op het vliegfeest te Heer len, dat aan vier menschen het leven kostte. In politiek opzicht valt er weinig nieuws te vermelden: 't is de kom kommertijd. In 't buitenland was er de drukte om den afbouw van den Duitschen kruiser, waar de socialis tische ministers leelijk mee.in hun maag zitten; in China de opzienbaren de mededeeling, dat Tsjang Tso Lin, de dictator van Peking, door 'een lid van een geheim Japansch genoot schap zou zijn vermoord, terwijl de verstandhouding tusschen Polen en Litauen nog steeds niet is zooals die wezen moet, hetgeen ook daaruit blijkt, dat Woldemaras het Poolsche voorstel om te Genève te onderhan delen, niet heeft aangenomen. 't Is te hopen, dat de Volkenbond hier eindelijk een beide partijen be vredigende oplossing zal vinden, doch gemakkelijk zal dit niet gaan. Uit het Sociale Leven, WERKLOOSHEID IN DE VENEN. Uit Vriezenveen wordt gemeld, dat als gevolg van den drogen zomer de verschillende veenwerkzaamheden in de Overijselsche venen dit jaar vroegtij dig zijn afgeloopen. Ook verschillende persturfmachines zijn reeds stopgezet. Eenige honderden veenarbeiders in dit turf gebied zijn daardoor zonder werk gekomen. Terwijl voorgaande jaren zeer vele inheemsche arbeiders geplaatst wer den bij de vele kanaalwerken van het waterschap De Regge, worden de ge noemde arbeiders tot dusverre voor tewerkstelling afgewezen. Daarover bestaat bij de werkloozen groote onte vredenheid, temeer waar steeds meer arbeiders uit de groote steden wel worden geplaatst. De landarbeidersboden hebben over die niet-tewerkstelling een bespreking aangevraagd met vertegenwoordigers van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw. DE UITSLUITING TE HENGELO. Naar men mededeelt, zijn de textiel arbeidersbonden St. Lambertus, Een dracht en Unitas voornemens om aan hunne leden, die tengevolge van het conflict bij de Kon. Weefgoederenfa- briek te Hengelo zijn uitgesloten, re glementaire uitkeeringen uit de werk- loozenkas te doen en niet uit de weer- standskas. HET CONFLICT AAN DE KONINKLIJKE WEEFGOEDERENFABRIEK TE HENGELO. In verband met een gehouden vergade ring van de stakende arbeidsters bij de Koninklijke Weefgoederenfabriek, heeft de heer Letteboer, leider der stakende arbeid sters, medegedeeld, dat deze zonder in trekking van de loonsverlaging den ar beid in geen ander geval zullen hervatten, en dat de ouders der stakende arbeidsters zichunaniem achter hen plaatsen. Zij zul len dan ook op de heden te houden conferentie met den rijksbemiddelaar, den heer H. A. van Ysselstein, in geen ge val een bemiddelingsvoorstel aanvaarden. De heer Letteboer zeide voorts dat de patroonsbond, die de organisatiebesturen tot een bespreking uitgenoodigd had, de uitsluiting «zeker had kunnen voorkomen. Daar dit thans niet is geschied, verwacht hij, dat. indien men niet spoedig een op lossing vindt, een uitsluiting over geheel Twente niet onmogelijk zal zijn. Volgens den heer Letteboer is het be stuur van den federatieven Textielarbei- dersbond de meening inzake dit conflict toegedaan, dat men elke loonsverlaging moet tegengaan. Evenwel geeft zij er de voorkeur aan om organisatorisch op te treden bij loonacties. De Federatie heeft noch in de staking noch in de uitsluiting eenig lid van hare organisatie betrokken. Zij staat er dus practisch geheel buiten, doch geeft aan de stakende arbeidsters alleen leiding. De heer Letteboer zal de Federatie op de te houden conferentie met den rijksbemiddelaar vertegenwoordigen. Voor de bij het gemeentebestuur aange vraagde vergunning tot het houden van een collecte, heeft men tot op heden geen antwoord ontvangen. Van de stakende arbeidsters zijn er 2 georganiseerd bij De Eendracht en twee bij den R.K. Textielarbeidersbond. Zij ont vangen echter geen steun van hun orga nisaties. Eén der stakende arbeidsters, aangesloten bij den Neutralen Textielar beidersbond, ontvangt haar reglementaire bondsuitkeering. Hedenmiddag, na afloop der conferen tie met den rijksbemiddelaar, zullen de stakende arbeidsters weer vergaderen. UIT ONZE INDIEN. VOOR H. M. DE KONINGIN-MOEDER Men schrijft van geachte Javaansche zijde aan de Locomotief: In den vooravond van Dinsdag 10 Juli j.l. heeft in de pendopo van de Kapatian te Soerakarta een vergade ring plaats gehad van prinsessen en andere dames van hoogen stand, waarin besloten werd tot de oprich ting van een dames-comité voor de in zameling van gelden voor het aan te bieden huldeblijk aan H. M. de Konin gin-Moeder ter herdenking van den dag, dat zij 50 jaren geleden als Ko ningin den Nederlandschen grond be trad. Het comité heeft 't beschermvrouw schap Goesti Kangdjeng Ratoe Mas aangeboden, die het welwillend heeft aanvaard. Het comité zal bestaan uit: eerelid Kandjeng Ratoe Anggèr; presidente Fandjeng Ratoe Alit; vice-presidente Kandjeng Raden Ajoe Adipati Djojo- nagoro; secretaresse Raden Ajoe Man- goenagoro; penningmees teresse Ra den Ajoe Widaningrat; commissaris sen Raden Ajoe Padmonagoro; Raden Ajoe angabehi; Raden Ajoe oesoemo- diningrat. DE VLIEGTOCHTEN NEDERLAND—INDIë. Megegedeeld wordt, dat de vier vliegtochten HollandIndië als zoo danig zijn berekend, dat allen de reis in dertien dagen volbracht zullen hebben. Ze zullen den elfden dag Me- dan bereiken, den twaalfden dag Pa- lembang, den dertienden dag Batavia en vervolgens Bandoeng. HERDENKING DIES MEDISCHE HOOGESCHOOL. Op plechtige wijze is de dies van de Medische Hoogeschool te Batavia her dacht. Er was zeer veel belangstelling. Onder de aanwezigen werden opge merkt de leden van den Raad van Ned.-Indië Hens en Duyfjes, de direc teur van Onderwijs en Eeredienst, de heer Hardeman; de directeur van het departement van Landbouw, Nijver heid en Handel, dr. Bernard; de direc teur van B.O.W., de heer Uljee; de commandant van de Zeemacht, Schout bij Nacht Ten Bhoecke Hoekstra; de voorzitter van den Volksraad, mr. Neijtzell de Wilde, de curatoren èn boogleeraren van de Hoogescholen en vele medici. Professor Boeke, de voorzitter van de faculteit, hield een redevoering. Daarop nam de heer Hardeman, direc teur van Onderwijs, namens den gou verneur-generaal het woord en deelde aan het einde van zijn waardeerende toespraak mede, dat professor Boeke benoemd was tot ridder in de orde van den Nederlandsche Leeuw. Vervolgens sprak dr. Docters van Leeuwen en tenslotte werd een recep tie gehouden. DE POP. Voor een controleur bij de primitie ve Dajaks der Tidoengsche landen ten Noorden van Boeloengan, gren zend aan Britsch Noord-Borneo werd een zeer eigenaardige zaak ter berechting gebracht, meldt het „Soer. Handelsblad". Eenige dagen geleden was een Da- jakjongen van Senatban, door het bre ken van een tak, uit een vruchtboom gevallen en dood blijven liggen. Men had nu van dien tak een pop gesneden en men bracht deze voor den contro leur met het ernstig gemeend verzoek, deze pop te bestraffen, opdat aan hun adat, de wraak, zou zijn voldaan en de overledene rust zou krijgen. Den k'iai werd opgedragen deze zaak in al len ernst af te doen. De pop werd uit de gevangenis, waar zij preventief was gezet, onder gezang, als gebruikelijk RECLAME. wordf gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt vrij van roos het blijft beter zitten het valt niet meer uit indien gij des morgens een weinig PUROL tusschen de handen wrijft en dit door de haren uitstrijkt, 't Voldoet iedereen. bij het thuisbrengen van een trophee na succesvollen sneltocht, voor den rechter geleid en door hem na onder zoek der zaak veroordeeld. De klagers trokken daarop voldaan huiswaarts. Dr. VAN LONKHUYZEN OVER HET GEBEURDE OP DE INSULINDE. Dr. Van Lonkhuyzen, hoofd van den D.V.G., met wien het Bat. Nwsbld. een onderhoud had, gaf zijn indruk over het voorgevallene op de „Insulinde". Het is thans vast komen te staan; dat de ziekte, waaraan een dertigtal opvarenden van de „Insulinde" op de uitrei® men weet dat de eerste ver schijnselen zich na Sabang hebben voorgedaan heeft geleden en waar aan op de thuisreis verschillende pas sagiers zijn gestorven, angina is. De ziekte heeft zich echter, zooals men weet, niet op de „Insulinde" voor het eerst voorgedaan; ook andere schepen hebben er den laatsten tijd mede te kampen gehad. Bovendien heerscht .de ziekte sinds eenigen tijd aan den wal, o.a. te Bata via. Noch echter op de vorige schepen de J. P. Coen" o.a. nóch te Bata via of elders in Indië droeg zij een kwaadaardig karakter: de patiënten herstelden allen reeds na zeer korten tijd. Wel is gebleken, dat de ziekte be smettelijk is; in Tjikini o.a. zijn enkele verpleegsters, die de bewuste patiën ten verzorgd hebben, aangetast. Het is echter volkomen te verkla ren, dat de medici, die de dertig op varenden van de „Insulinde" op de uitreis hebben behandeld, de ziekte in verband met het gunstige verloop niet ernstig inzagen; een meening, die nog bevestigd werd door het feit, dat de bakker en de vijfde machinist, de ee nigen van het dertigtal zieken voor welke opname noodzakelijk werd ge acht, het St. Carolus-ziekenhuis na betrekkelijk korten tijd geheel her steld konden verlaten. Wel is ook een van de passagiers op de uitreis als slachtoffer van de ziek te gevallen, maar dit werd eerst be kend, nadat de „Insulinde" weder naai- Holland vertrokken was. Dit slachtoffer heeft het in Singapore ver laten, voelde zich toen reeds ongesteld en overleed, na later bleek, kort daar na. Van geen enkel doodelijk of ernstig geval droeg men echter kennis, toen het schip, na de kustreis, te Soera- ba ja geheel ontsmet werd. Men is nu geneigd, de verschijnse len, die zich met zoo ernstig gevolg op de thuisreis voorgedaan hebben, te wijten aan onvoldoende ontsmet ting. Dr. Van Lonkhuyzen echter is van meening, dat deze ernstige beschuldi- ging aan het adres van den Rotter- damschen Lloyd onverdiend is, ja zelfs dat het geval zonder de ont smetting precies hetzelfde verloop zou hebben gehad, omdat de oorzaak van de ziektegevallen gezocht moet wor den in levende bacillendragers, m.a.w. in een of meer leden der bemanning. Dat het niet mogelijk geweest is, waar toen nog niet vastgesteld was met welke ziekte men te doen bad, de geheele bemanning aan een onderzoek te onderwerpen en den bacillendra ger achter te houden, behoeft geen verderen uitleg. Zoodat ook van officieele en deskun dige zijde geen reden gezien wordt, om niet het volste vertrouwen te stellen in de maatregelen, die de maatschap pijen nemen ter verzekering van de veiligheid van den overtocht. Leidsche Penkrassen. Amice, In den laatsten tijd komt in onze kringen steeds sterker de vraag naar voren hoe wij als Christenen moeten staan tegenover laat ik maar dade lijk het kind bij den naam noemen „bet tooneelspel". Het gaat er dan natuurlijk niet ov^r of wij het schouwburgbezoek kunnen goedkeuren, want wat deze kwestie betreft zijn we het allemaal eens. Neen de vraag is of bet goed is, dat er in ons eigen milieu clubs bestaan die de tooneelkunst beoefenen en ons daar (al of niet) van doen genieten. Aan dit onderwerp, amice, zou ik graag eens een tweetal pennekrassen willen wijden. De mensch is eerst zichzelf als bij alleen is, in absolute afzondering. En ook dan nog effenen de plooien van het dagelijksch masker zich niet tot een zuivere spiegel der ziel. Van de duizenden om ons heen kennen wij alleen het uiterlijke, en het is slechts met een hoogst enkele dat wij fluiste ren van ziel tot ziel en ook dan nog is het fluisteren woordeloos, zonder dat wij met klare oogen schouwen in de grondelooze diepte van de menschen- psyche. Bij sommigen is het masker meer doorzichtig dan bij anderen, maar ge maskerd zijn wij alten. De oude uit drukking van Vondel dat het leven een schouwtooneel is heeft nog niets van haar kracht verloren, ook al moe ten wij die uitdrukking niet al te een zijdig opvatten en vooral niet fatalis tisch want het staat aan ons om de rol te spelen naar dat we talenten ont vangen hebben. Het groote schouwtooneel van het leven vindt zijn afspiegeling in het kleine, in het kleinere, in het kleinste De zucht tot nabootsing vindt men overal. In Jezus' dagen speelden de kinderen op de markt „bruiloftje" en „begrafenisje" en ze verweten him vriendjes dat ze niet mee wilden spe len. Thans spelen de kinderen „moe dertje" en „conducteurtje" en „blinde mannetje" en wat niet al. Bij de groo teren noemt men de nabootsing veelal kunst. De kunstenaar vangt de in drukken van het leven op in zijn ziel en drukt ze uit in verzen, in lijnen en kleuren, waarvoor hij verschillend materiaal gebruikt. Het materiaal van den dichter is de taal, van den schil der verf en een te verven oppervlak, van den bouwmeester bout, steen, ijzer, van den beeldhouwer klei, hout, marmer, brons, van den musicus klan ken, van den tooneelspeler bet eigen lichaam. Maar welk materiaal ze dan ook ge bruiken, ze beelden daarmee bet le ven af, ze symboliseeren het, ze maken er mooie dingen mee, en die dingen zijn mooi omdat het stukken leven zijn, omdat ex ziel in zit. Zooeven noemden we de verschil lende soorten van kunst op: de dicht kunst, de schilderkunst, de houw kunst, de beeldhouwkunst, de muziek, de tooneelkunst Over het al of niet geoorloofde van de eerste vijf bestaat in onze Christe lijke kringen geen wezenlijk verschil. Over de laatste daarentegen des te meer. Nu moeten we oogenhlikkelijk vast stellen, dat dat zeer begrijpelijk is, maar toch zij tevens vooropgezet, dat de tooneelkunst als zoodanig geen minderwaardige kunst is en de bezwa ren richten zich dan ook minder te gen het wezen als wel tegen den vorm, waardoor practische moeilijkheden ontstaan. De kunst in 't algemeen moet aangewend worden ter eere Gods, niet alsof elk kunstproduct po sitief van Hem zou moeten getuigen, maar toch moet het den grooten Schepper loven in het werk Zijner handen. En uitdrukkelijk zij er op gewezen, dat ook de tooneelkunst aan dien eisch kan voldoen. In zooverre eën tooneel- stuk een litterair product is staat het dan ook op eenzelfde lijn met alle an dere kunstproducten en in het afge trokken© zou men kunnen zeggen, dat de opvoering van een gewijd tooneel- stuk door kunstenaars, even goed als gewijde muziek, gewijde poëzie, de eere van Gods naam kan bevorderen. Maar nu stuiten wé ooi; reeds dade lijk op tal van bezwaren. Omdat, als op geen ander terrein, „de wereld" zich de alleenheerschappij over deze tak van kunst heeft verzekerd, is het voor ons zeer moeilijk ze te denken anders dan in baar handen, al moeten we ook niet vergeten dat er 'n tijd ge weest is, dat stukken van Shakespeare zijn opgevoerd nadat door de spelers in het openbaar daarover een zegen is gevraagd Thans is het echter zoo, dat het woord tóoneel, zoo goed als het woord „schouwburg" een slechten klank heeft in onze kirngen. Dat is echter al een zeer gering bezwaar, want als inderdaad de mogelijkheid bestaat, dat wij, evenals bij alle ande re vormen van kunst, een eigen ca chet op het tooneelspel kunnen druk ken, zoodat we het bijvoeglijk naam woord Christelijk er voor kunnen brengen, zooals we dat kunnen b.v. bij Chr. Literatuur, dan is de afschuw voor dat woord daarmede overwonnen. Afgezien nu van de vraag of het wenscbelijk is een eigen Christelijke tooneelkunst te hebben, kunnen we dadelijk vaststellen, dat daaraan even als aan de exploitatie van een Christe lijke bioscoop te veel practische, voor al financieele bezwaren verbonden zijn. We moeten ons daarom beperken tot een bespreking van het dilettantis me. Dit woord moet echter gebezigd worden in de gunstigste beteekenis en in dit geval bedoelen hoofdzakelijk een onderscheiding met het beroeps- tooneel. We moeten dan ook, wanneer we over dilettantisme» praten, de ver gelijking met de verschillende ver men van kunst niet loslaten, want niet alleen bestaat er dilettantisme, dat de echte kunst nabijstreeft, maar bovendien beteekent het woord niets anders als amateurswerk in de kunst en als zoodanig blijft de kwestie prin cipieel eender. s b Wanneer we zoo komen tot de po sitieve vraag: „Is Christelijk tooneel- dilettantisme goed?" dan zouden we deze vraag direct bevestigend moeten beantwoorden, wanneer niet ovenge noemde uitdrukking meestal verkeerd werd verstaan. Want deze uitdrukking houdt een uiterst nauwe begrenzing in. Christelijk tooneel is niet dat wat gespeeld wordt door Chr. menschen, noch ook omdat het gespeeld wordt op Chr. vergaderingen of uitvoeringen. Christelijk tooneel is dat wat direct of indirect medewerkt tot de «eere Gods. En nu zal niemand ontkennen dat dat mogelijk is omdat er gevallen zijn aan wijzen waarbij die mogelijkheid ge bleken is. Zoo zou dus als men theore tisch verder redeneert bewezen kun nen worden dat Chr. tooneelspel ge oorloofd is. Maar alvorens deze conclusie ie trekken moeten we tal van bezwaren, die vooral samenhangen met een vorm van het tooneelspel, onder oogen zien. Daarover echter een volgend' maal. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6