NIEUWE LEIDSCHE COURANT van DONDERDAG 16 AUG. 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND, CHRIST. GEREFORMEERDE JONGELINGSBOND. De jaarlijksche Bondsdag Gisteren werd in de Chr. Geref. Kerk te Utrecht, onder presidium van Ds. H. Janssen, Leger- en vlootprecu- kant in algemeenen dienst te 's-Gra- venhage, de jaarlijksche bondsdag ge houden van den Bond van Chr. Geref. Jongelingsvereenigingen in Nederland die als steeds druk bezocht was. Na gezamenlijk Ps. 89 3 en 7 ge zongen te hebben, opende de voorzit ter gistermorgen om 11 uur de verga dering met gebed en Efeze 6 10, tot het einde, waarna hij de openingsrede hield, welke ditmaal tot titel droeg: „Perspectieven". Spr. heette allereerst de bonds- vrienden hartelijk welkom en uitte zijn vreugde over het steeds stijgend aantal bezoekers van de bondsdagen en de teekenen van meerdere activi teit in het bondsleven. De perspectie ven, die spr. openen wil, zijn niet van pessimistischen, maar van optimisti- schen aard, gelijk eveneens het jaar verslag van den bondssecretaris een optimistischen geest ademt. God schonk groote zegeningen. Er is meer gang gekomen in het bonds leven. Het vertoont meer stabiliteit en het geraamte van den bond wordt ste viger. Dit stemt tot dankbaarheid en opent vanzelf perspectieven, wijl er nog idealen zijn. Een van de eerste idealen van den bond is: in iedere Chr. Geref. Gemeen te een Jongelingsvereeniging. Dan kunnen zij, die zich afzijdig houden of hardnekkig weigeren lid te worden, zich niet meer verontschuldigen. Daarom wil spr. alle Chr. Geref. pre dikanten mobiliseeren en doet hij op hun medewerking een krachtig be roep. Een tweede ideaal is: alle Chr. Ge ref Jongelingsvereenigingen aange sloten bij den bond. Er zijn er nu reeds 65 met wie dit het geval is, dus is ook hier kentering ten goede. Ook inzake het bondsorgaan zijn er nog idealen. Vele jaren was het een smartenkind. Zijn naam „Luctor et Emergo" was profetie. Eenmaal was het den ondergang nabij. Als spr. ech ter in het laatst verschenen nummer ziet, welt er een traan van dankbaar heid in zijn oog voor hetgeen God ge daan heeft. Thans mag getuigd: we zijn er, terwijl als de voorteekenen niet bedriegen, verrassingen wachten. Spr. bracht den kundigen redac teur, Ds. L. H. v. d. Meiden, en zijn staf hulde, waar hij het blad in ons vaderland een eigen plaats deed ver overen en zijn stem ook buiten Neder land gaarne gehoord wordt Hier wenkt het ideaal der wekelijksche ver schijning. Ook de bondspropagandacommis- sie opende perspectieven. Dit werk, op bescheiden schaal begonnen, groeide zeer uit. Het ideaal van een eigen bondsbureau wenkt mede daardoor in nabije toekomst. Spr. wees tenslotte ook op de uitga ven van den bond, met blijdschap con- stateerend, dat de leidraad „Geschie denis der Chr. Gei\ef. Kerk" in 3den druk verscheen. Niets is in onzen beginselloozen tijd meer noodig dan de sthdie der begin selen, w.o. de kerk een eerste plaats inneemt. De onkerkelijkheid neemt toe en de vrije vroomheid bloeit. Deze religieuze beweging zal in de toe komst de kerken nog meer ontvolken en het opkomend geslacht afvoeren van den levenden God. Bestudeering der beginselen blijft dus eisch en daarom ligt in het toenemend vragen naar de geschiedenis der eigen kerk een hoopvol perspectief. Met den wensch, dat ook deze bonds dag staan moge in bet teeken der eeuwige en onveranderlijke beginse- FEUILLETON. God is mijn heil. 4, o Reeds den' volgenden morgen moest mijn echtgenoot vertrekken. De uren, die ik toen doorleefde, waren ver- shrikkelijk. In gedachte nam ik voor goed afscheid van hem, het was mij alsof hij dien avond in profetischen zin had gesproken. Maar ik wilde de scheiding voor hem niet nog zwaarder maken, en na zeer veel moeite slaagde ik er in tenminste uitwendig kalm te schijnen. Toen onze kinderen den volgenden morgen hun vader in zijn huzaren uniform bewonderden beseften zij wei nig welk een vreeslijk oogenblik het voor hun ouders was. Ernest werd nog gedragen en strek te de handjes uit haar de gouden koorden en kwasten terwijl de twee kleine meisjes het veelkleurige paar dendek niet genoog konden bewonde- ren. Ik was zóó verward, dat ik bijna niet wist wat er gebeurde; ik gaf er mij nauwelijks rekenschap van, dat Eduard de kindoren omhelsde, mij aan zijn hart drukte, in den zadel sprong en snel wegreed. Hoe lang ik in dezelfde houding len, die vervat zijn in Gods getuigenis, verklaarde spr. de vergadering ge opend. Hierna rapporteerde de commissie tot onderzoek der geloofsbrieven, waarna de voorzitter mededeeling deed van enkele ingekomen stukken. De notulen van de vorige jaarver gadering werden gearresteerd, waar na de verslagen aan de orde kwamen. Aan dat van den bondssecretari6, den heer W. Vos Hzn. te Zwolle, ontleenen we, dat het. ideaal dat de bond in de naaste toekomst wenkt, is een eigen bondsbureau. De aftredende bondsbestuurders: Ds. A. M. Berkhoff, te Amsterdam, en Ds. L. H. v. d. Mei den, te 's-Gravenhage, werden herko zen. Het aantal aangesloten vereeni- gingen bedraagt nu 65 en vermeerder de met 4, terwijl een vereeniging te Lutjegast en te Rotterdam werd opge richt, alsmede de bestaande vereeni- gingen te Hoogeveen en Ouderkerk a. d. Amstel toetraden. De vereeniging te Sassenheim werd opgeheven.' Het le dental bleef vrijwel stationnair en be draagt nu 1025. Het bondsorgaan „Luctor et Emer go" verheugt zich in een uitnemenden bloei en verschijnt onder redactie van Ds. L. H. v. d. Meiden om de 14 dagen. Het aantal abonné's blijft, ondanks den verhoogden abonnementsprijs, stijgende. De verhouding tot de andere Chr. Jongelingsbonden is een zeer vriend schappelijke. Zoowel bij het 75-jarig bestaan van het Ned. Jongelingsver bond als bij het 40-jarig bestaan van den Geref. Jongelingsbond deed de Bond zich vertegenwoordigen. Het volgend jaar hoopt de bond zijn zilve ren jubileum te vieren. Aan de financieele verslagen ontlee nen we, dat de rekening der Luctor- kas sluit met een eindcijfer van f 4197.72 en een batig saldo van f 141.12. Het Luctorfonds heeft een ba tig saldo van f 2676.49. De verslagen werden onder dank zegging goedgekeurd, alsook het ver slag van de bondspropagandacommis- sie. De aftredende bestuursleden, de heeren Ds. H. Janssen en W. Vos Hzn. werden met groote meerderheid her kozen. In de middagvergadering werden diverse huishoudelijke zaken en voor stellen afgedaan. De heer B. A. Schotel, van Dord recht, refereerde over: „De Christen jongeling en de sport". Gisteravond hield docent J. J. v. d. Schuit, van Apeldoorn, de opwekkende rede, geti teld: „Militia Christi". De bondsdag werd bijgewoond door een afgevaardigde van den Geref. Jon gelingsbond, den heer N. Bos, van Zeist. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Drietal: Te Oosterend (Fr.) H. Guit- tart te Oosterhaule; A. W. Feenstra te Lollum en D. M. Vermet te Balk. Beroepen: Te Oosterend (Fr.), II. Guittart te Oosterhaule. Te Baarland, cand. H. van der Loos te Rotterdam. Aangenomen: Naar Ooijen (Br.), Dr. J L. Snethlage, te Hijlaard. Naar Doorn spijk, P. Kuylman te Houten. Naar Hi er- den W. J. Kolkert, te Eemnes-Buiten. Bedankt: Voor Rozenburg, J. C. Sal- verda, te Heino. Voor Longerhouw en Schettens, H. F. Pasma, te Steenwijker- wold. Voor Ameide en Tienhoven, R. Steenbeek te Wapenveld. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Drachten (vac. J. C. Hakman), S. Neerken, te Ulrum. Bedankt: Voor Wanswerd a. d. Streek c.a., H. W. IT. van Andel, te St. Pancras. Voor Zierikzee, B. Telder, te Vianen. BEVE3TIGING, INTREDE. AFSCHEID. Wegens vertrek naar Koog-Zaandijk nam Ds. B. Ramaker Zondag na een 4- jarig verblijf afscheid van de Geref. Kerk van Ten Post, sprekende over Hebr. 13 20 en 21. Ds. Ramaker werd toegesproken door ouderling J. A. Kiers namens kerkeraad en gemeente en door Ds. J. H. Staal van staan bleef, weet ik niet. Het eerste wat ik weder hoorde was de stem van de oude kindermeid, die den kleinen Ernest uit mijn armen nam en zeie: „Mevrouw gij moest nu wat gaan uit rusten". Werktuigelijk volgde ik haar en toen ik in mijn kamer was gekomen wierp ik mij op de knieën en barstte in tranen uit. Dat deed mij goed, de spanning waarin ik verkeerd had was geweken; ik kon weder denken en mij eenigszins in mijn waren toestand verplaatsen. Menschelijke raad en troost ont braken mij geheel en al, maar met be vende hand greep ik naar den bijbel, waarin ik gewoonlijk las. Zoo ergens dan zou ik daar troost vinden, al scheen het mij ook toe, dat mijn smart alle vertroosting te boven ging. Ik nam het Heilige Woord en doorblader de het. Nog gisteren had mijn man er in gelezen en er een leesteeken in ge legd. Ik sloeg den bijbel op die plaats open en las in het 12de hoofdstuk van Jesaja: „Ziet God is mijn heil, ik zal vertrouwen en niet vreezen, want de Ileere ITeere is mijne sterkte en mijn psalm en Hij is mij tot heil geworden". 't Was mij te moede alsof de Heer mij juist dit woord had laten opslaan, als of Hij mij juist daardoor Zijn bijzon dere liefde betoonde. Alles wat mijn echtgenoot den vorigen avond bij den Garrelsweer namens de classis Appinge- dam. Toegezongen werd Ps. 121 4. Wegens vertrek naar Resteren nam Ds. P. Kruyt Zondag afscheid van de Ned. Herv. Gem. van Oudemirdum, sprekende over Jac. 1 2224. Hij werd toegesproken door Ds. B. Dijk stra van Sloten namens den kerkeraad. Toegezongen werd Ps. 121 4. Er was groote belangstelling. Ds. G. WISSE. In verband met zijn hoogleeraarsbenoe- ming aan de Theologische School der Chr. Geref. Kerk. is naar „De Stand." meldt, door Ds. G. Wisse, van Utrecht, emeritaat aangevraagd; waartoe de Classis Utrecht in vervroegde samenkomst op 11 Sept. a.s. D.V. zal samenkomen te Utrecht. Op dien datum zal het juist 30 jaar geleden zijn, dat Ds. Wisse in het ambt werd bevestigd. Dit geschiedde destijds te Gouda door Ds. P. J. Baay, van Kamperland. Ds. D. H. KROMMINGA. Ds. D. H. Kromminga, pred, der Chr. Geref. Kerk van Neland Avenue, Grand Rapids (Noord-Amerika), die enkele we ken geleden -door de Generale Synode be noemd werd tot hoogleeraar aan de Theo logische School aldaar, ter opvolging van Prof. B. K. Kuiper, wien ongevraagd ont slag gegeven werd, is naar „De Rotter dammer" meldt, vrij ernstig ongesteld geworden. Hij heeft zich een- en ander maal aan een operatie moeten onderwer pen. HET 350-JARIG BESTAAN VAN DE CLASSIS AMSTERDAM. In September zal het 350 jaar geleden zijn, dat de classis Amsterdam der Ned. Herv. Kerk werd georganiseerd en dat de eerste classicale vergadering binnen haar ressort werd gehouden. Dit belangrijke feit zal op Vrijdag 21 September plechtig worden herdacht. Prof. Dr. A. Eekhof van Leiden, zal dan 's avonds in de Nieuwe Kerk een gedach tenisrede houden, terwijl ook afgevaardig den van buitenlandsche kerken, o.a. van New York en van Ceylon daar het woord zullen voeren. In verband met de verga dering van de .„Alliance of reformed Chur ches, holding the presbyterian govern ment", die enkele dagen tevoren gehouden wordt, worden verscheidene vertegenwoor digers van buitenlandsche kerken ver wacht. De classis Amsterdam heeft (vooral in verband met de Oost- en West-Indische Compagnie) steeds een zeer bijzondere plaats bekleed in de geschiedenis der Hervormde kerk en was zich daarvan ook bewust. Zij gaf den stoot tot de stichting van verscheidene kerken in verschillen de deelen der wereld. Bedoelde herden king belooft dus zeer belangrijk te zullen worden. INTERNATIONAAL CONGRES VAN ANTIMILITAIRISTISCHE GEESTELIJKEN. ITet congres is gisteravond besloten met een openbare samenkomst in Salvatori (a. d. Amstel) onder leiding van Ds. J. B. Th. Hugenholtz. Nadat de voorzitter in gebed is voor gegaan en hoofdstuk 16 uit het Evangelie van Johannes heeft voorgelezen en nadat de aanwezigen gezamenlijk Psalm 68 vers 10 hebben gezongen, herinnert Ds. Hugen holtz eraan, dat Jezus Christus wist, het begin te zijn van een nieuwe bedeeling en van een nieuwe orde. Zijn volgelingen zijn op menig gebied voorgangers geweest van maatschappelijke verbeteringen als de afschaffing van de slavernij en een waardiger behandeling van de vrouw. Thans hebben de Christenen een nieuwe taak, de strijd tegen den oorlog, die het knooppunt is van tallooze ongerechtighe den. Het ontwakende kerkelijke pacifisme zal iets moeten boeten van hetgeen de kerk door haar lange zwijgen verzuimd heeft. Deze bijeenkomst moge het teeken tot de wereld zijn, dat de kerk dit zwij gen eindelijk verbreekt. Vervolgens voerden het woord Pastor J. Oettli uit Derendingen (Zwitserland), Rev. William M. Young uit Missoula (Monta na, V. S.), Rev. James B. Bilnus uit Lon den, Alfred Waddington, Theol. student te Parijs, waarna Pfarrer Lie. dr. H. Hart man uit Solingen (Duitschland) de rij der sprekers sloot met een getuigenis, waarin hij verklaarde te gelooven, dat God een tijd doet aanbreken, jvaarin de volkeren elkander ook naar het innerlijk beter zul len verstaan dan vroeger. eik gezegd had, kwam mij duidelijk voor den geest. Ik meende iets te be grijpen van het doel waarmede God alles had laten samen loopen, name lijk om mijn aardsch-gezind hart tot Hem te trekken. Ik las het voorgaande vers en het volgende. „Ik dank u, Hee- re, dat Gij tooriïig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd en Gij troost mij". „En gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fontein des heils". Danken kon ik nog niet, maar toch begon ik te gelooven, dat ik eens zou erkennen, dat al deze smart ons uit liefde was toegezonden en dat het lij den van den tegenwoordigen tijd niet te vergelijken is bij de heerlijkheid die aan ons zal geopenbaard worden. Toen knielde ik nogmaals neder, maar nu niet meer wanhopende; ik veelde mij met nieuwe krachten aan gegord en loofde den Heer uit de vol heid mijner ziel; aan Zijne trouwe Vaderzorg gaf ik mij en de mijnen ever. Zoo had ik nog nooit gebeden en zeer gesterkt stond ik op. Ik begon een plan te maken van hetgeen ik doen zou gedurende Eduard's afwezig heid. Ik nam mij voor veel te werken en den bijbel ernstig te onderzoeken vooral de profetiën van het Oude en de vervulling van het Nieuwe Testament; maar ik wilde met Jesaja beginnen. Ik schreef dit alles aan mijn man en Kerkelijke menschen herinneren er de anti-militairisten aan, dat in den Bijbel staat, dat er oorlog zal zijn. Maar er staat ook in den Bijbel, dat er honger en pes tilentie zal zijn, in den Bijbel worden hon ger, oorlog en pe6tilentie tezamen ge noemd. De kerkelijke menschen zijn hon ger en pestilentie gaan bestrijden, moeten zij dan ook den oorlog niet gaan bestrij den? De taak van het Duitsche anti-mi- litairisme is, de problemen grondig door te denken, maar dan niet te blijven han gen bij de uitvlucht, dat men alles van twee kanten kan beschouwen, doch moe dig den weg te gaan welken God aanwijst. Nadat prof. dr. G. J. Heerling in het gebed is voorgegaan, wordt het congres met het gemeenschappelijke zingen van gezang 50 vers 4 gesloten. JUBILEUM. Heden herdenkt Ds. J. de Bruin, Ned. Herv. predikant te Rotterdam, den dag, waarop hij voor 25 jaar te Bleskensgraaf het predikambt aanvaardde. VRIJ-KATHOLIEKE KERK. Gisteren is te Huizen in de nieuwe ka pel van St. Michael en alle H. Engelen van de Vrij-Katholieke Kerk tot Bisschop voor Ned. Indië gewijd mr. A. Vreede. Er was zeer veel belangstelling. De kerk kon alle aanwezigen niet bevatten, men stond tot buiten de deuren. De wijding werd verricht door den right reverend J. I. Wedgwood, bisschop-com missaris voor Europa, bijgestaan door de bisschoppen Tettemer (Amerika), Houns- field (Frankrijk), Pigot (Engeland) en Bonjer (Nederland). Ook waren aanwezig zestig priesters uit verschillende landen, o.a. uit Oostenrijk, Zweden, Finland, En geland, Duitschland, Frankrijk Amerika en Italië. Het was een zeer indrukwekkend schouwspel, toen de processie van bis schoppen in hun fraaie, paarse gewaden met mijters op uit de sacristie door de kerk naar het altaar schreed, voorafge gaan door priesters en een tiental koor knapen in roode gewaden, dragende wie- rooksvat en kaarsen. Na de priesters vólg den de bisschoppen, die, ieder voorafge gaan door zijn stafdrager, zegenend voort gingen Bij het altaar gekomen ving de wijding aan, volgens het ritueel van de Vrij-Katholieke kerk. De wijding valt midden in het priester- conclaaf, hetwelk thans te Huizen wordt gehouden, Zaterdag is begonnen en de geheele week duurt. Het nieuwe kerkgebouw is Zondag door bisschop Wedgwood, op plechtige wijze ingewijd. Het gebouw staat op de plaats van de oude kerk, welke reeds lang te klein was gebleken. EEN 40-JARIG PRIESTERJUBILEUM. Gisteren vierde Mgr. H. J. Taskin, prae- ses van het groot-seminarie te Warmond en proost van het kathedraal kapittel van Haarlem, den dag dat hij voor 40 ja ren tot priester werd gewijd. LANDDAG TE WAGENINGEN. Op 29 Augustus houdt de Bond van Oud-leerlingen van landbouwcursussen in Gelderland een landdag te Wageningen. In den voormiddag zullen lezingen wor den gehouden door prof. ir. C. Broekema, directeur van het Instituut voor planten veredeling en door prof. ir. M. F. Visser, directeur van het Instituut voor landbouw werktuigen en gebouwen. In de namiddag volgen demonstraties op de terreinen der Landbouwhoogeschool. HET RAPPORT DER STAATSCOMMISSIE VAN WIJNBERGEN. Cursussen voor maatschappelijke vorming. Verschenen is het voorloopig rapport van de Staatscommissie-van Wijnbergen. Om de naar voren gekomen bezwaren te ondervangen, heeft de commissie één nieuwe, algemeene wet ontworpen, die het geheele aanvullend onderwijs kan omvatten. De minderheid des commissie wenschte de oplossing in andere richting te zoeken. Nadat echter principieel het besluit was genomen om een algemeene wet te ont werpen, heeft ook zij op den grondslag der gevallen beslissing medegewerkt aan de totstandkoming van het thans door de commissie aangeboden ontwerp, zonder daardoor geacht te willen worden zich te binden aan de strekking den inhoud daarvan. reeds binnen de twee dagen ontving ik een brief van hem, waarin hij den Heer dankte, die zijn gebed verhoord en mij in mijn eenzaamheid getroost had. Hij schreef mij ook, dat hij mij nog gaarne in Berlijn zou ontmoeten vóór dat de troepen optrokken. Den 22sten Mei reisde ik af, mijn man wachtte mij in het hotel, maar wij konden slechts korten tijd bij el kander blijven; hij had echter 'n goede kamer voor mij gehuurd, zoodat ik al les overzien kon. Onder de bevolking heerschte eer groote geestdrift, die zich aan een i-der meedeelde, toen de soldaten in de fraaie uniformen van Frederik den Groote onder luid gejuich voor den koning defileerde en vertrokken. Mijn hart gloeide van liefde voor mijn vaderland, ik gevoelde mij on dersteund door de liefde Gods en het afscheid viel mij ditmaal niet zoo zwaar. Er waren vele vrouwen, die hetzelf de lot met mij deelden en wij spraken samen over den zegen, die ongetwij feld aan de goede zaak zou verblijven, eij over het oordeel Gods over den ty- ran door pruisische wapenen, door on ze echtgenooten, vaders of broeders te voltrekken. O, het waren heerlijke ge dachten die de smart der scheiding een weinig vergoedden. Mijn man liet mij ook met meer gerustheid achter, De commissie beschouwt haar taak nog geenszins als geëindigd. In het Ie hoofdstuk van haar voorloo pig verslag geeft de commissie een uit voerig overzicht van den huidigen stand van het aanvullend onderwijs, d.w.z. het onderwijs, dat gegeven wordt aan de niet-, leerplichtige jeugd, die van volledig dag onderwijs is verstoken. De commissie laat hierbij de opmerking voorafgaan, dat bij het vormen van een oordeel over de beteekenis van het onder wijs aan de rijpere jeugd steeds rekening moet worden .ehouden met de andere or ganen, die de ontwikkeling van de jeugd op onderscheiden wijze bevorderen, n.l. het gezin, de kerk en de vrije jeugdvor- ming. Aanvullend onderwijs noodig. Tot de rijpere jeugd rekent men de per sonen van 1318 jaar. Op grond van de resultaten der volkstelling van 1920 kan hun aantal in Nederland op 1 Januari 1925 worden geschat op 900.000. Aan de hand van verschillende cijfers kan men globaal genomen constateeren, dat van de Nederlandsche rijpere jeugd 575.000 personen of wel 64 pet. van het aantal der geheele bevolking van 1318- jarigen leeftijd, na volbrachten leerplicht, van verder onderwijs blijft verstoken. De commissie is van meening, dat d# gelegenheid om aanvullend onderwijs ta ontvangen in ruimere mate, dan zulks tot dusverre het geval is, zal moeten worden opengesteld, ook en vooral ten plattelan- de. Daarnevens zal met doelmatige mid delen getracht moeten worden het aantal leerlingen bij dit onderwijs zoo hoog mo gelijk op te voeren. Aard van het onderwijs. De aard van het aanvullend onderwijs moet worden bepaald door de behoeften van de rijpere jeugd. De methode van het aanvullend onder richt moet minder schoolsch zijn, dan die der lagere school en moet meer aanpassen aan de geaardheid van den zich zelf be wust wordenden adolercent. Groote vrijheid noodig. Zal het aanvullend onderwijs zich vol gens deze hoofdbeginselen kunnen ont wikkelen, dan is een groote mate van vrijheid noodig. Kwellende wettelijke banden en onjuiste opvattingen omtrent het onderwijs aan de rijpere jeugd hebben het herhalings- en vervolgonderwijs groo- tendeels doen mislukken. Naar het oordeel der commissie zal ge tracht moeten worden, voor het aanvul lend onderwijs, een zoodanige financieele basis te vinden, dat aan dit onderwijs de zoo noodzakelijke uitbreiding kan worden gegeven, zonder dat eenerzijds de kosten te hoog oploopen, en anderzijds het peil van het onderwijs wordt geschaad. Ook land- en tuinbouwonderwijs. Ofschoon in de opdracht der commissie geenerlei melding wordt gemaakt van het Land- en Tuinbouwonderwijs, meent de commissie toch, dat ook dit onderwijs onder de nieuwe regeling begrepen be hoort te worden. Daarom is er rekening mede gehouden, dat het ontwerp voor de besturen der na te noemen cu-sussen de mogelijkheid opent, om ook de vakken behoorende tot het Land- en Tuinbouw onderwijs in het leerplan op te nemen. Gelijkstelling. Het in de Grondwet en in de Lager on derwijswet 1920 aanvaarde beginsel van financieele gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs heeft de commissie eenparig aangenomen als grondslag voor de regeling van het aanvullend onder wijs. Ten einde een waarborg te hebben, dat het onderwijs niet tot een te gering aan tal uren zal worden beperkt, is een mi nimumaantal leervakken en lesuren voor geschreven. Onderwijzend personeel. Als regel is aangenomen, dat het on derwijzend personeel in het bezit moet zijn eener wettelijke bevoegdheid. De eenvoudigste bevoegdheid is echter voldoende geacht, opdat men ook ten plattenlande steeds de noodige leerkrach ten zal kunnen vinden. Om de aantrekkelijkheid van dit onder wijs voor de rijpere jeugd te verhoogen en om te doen uitkomen, dat dit onderwijk iets anders biedt dan de lagere school, heeft de commissie gezocht naar een nieu wen, maar passenden naam. De gekozen naam „Cursussen voor Maatschappelijke vorming" geeft meer juist de strekking van dit onderwijs aan. daar hij mij niet zoo wanhopig zag als de eerste maal; toch wist ik wel dat hij de zaak zeer ernstig opnam en twij felde aan de kundigheid van de gene raals, zoodat hij zich niet veel goeds voorstelde. Toen ik weder tehuis was gekomen nam mijn eenzaam maar druk leven een aanvang. Eduard schreef mij in zijn brieven, hoe ik ons goed moest be sturen, en ik schepte er veel genoegen in alles zoo nauwkeurig mogelijk te doen, om hem bij zijn terugkomst te verrassen. Bovendien had ik de heil fontein gevonden en verzadigde er mij aan. Ik vond nu een diepen en troost rijken zin in woorden, die mij vroeger vreemd of duister hadden toegesche nen. Ik was zoo moedig en vroolijk gestemd omdat mijn ziel den Heer ge vonden had. Maar ik beleed mij zei ven niet, dat ik naast den Heer mijn man diende, dat hij mij het hoog9te en liefste was en de plaats van een afgod in mijn hart bekleedde. Hij was met zijn regiment en de ove rige Berlijnsche en Potsdammer troe pen naar de omstreken van Maagden burg getrokken, daar deze stad het centraal punt zou zijn van het hoofd leger. waarover de hertog van Bruns- wijk bevel voerde. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5