NIEUWE LEIDSCHE COURANT
van
DONDERDAG 16 AUG. 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND,
CHRIST. GEREFORMEERDE
JONGELINGSBOND.
De jaarlijksche Bondsdag
Gisteren werd in de Chr. Geref.
Kerk te Utrecht, onder presidium van
Ds. H. Janssen, Leger- en vlootprecu-
kant in algemeenen dienst te 's-Gra-
venhage, de jaarlijksche bondsdag ge
houden van den Bond van Chr. Geref.
Jongelingsvereenigingen in Nederland
die als steeds druk bezocht was.
Na gezamenlijk Ps. 89 3 en 7 ge
zongen te hebben, opende de voorzit
ter gistermorgen om 11 uur de verga
dering met gebed en Efeze 6 10, tot
het einde, waarna hij de openingsrede
hield, welke ditmaal tot titel droeg:
„Perspectieven".
Spr. heette allereerst de bonds-
vrienden hartelijk welkom en uitte
zijn vreugde over het steeds stijgend
aantal bezoekers van de bondsdagen
en de teekenen van meerdere activi
teit in het bondsleven. De perspectie
ven, die spr. openen wil, zijn niet van
pessimistischen, maar van optimisti-
schen aard, gelijk eveneens het jaar
verslag van den bondssecretaris een
optimistischen geest ademt.
God schonk groote zegeningen. Er
is meer gang gekomen in het bonds
leven. Het vertoont meer stabiliteit en
het geraamte van den bond wordt ste
viger. Dit stemt tot dankbaarheid en
opent vanzelf perspectieven, wijl er
nog idealen zijn.
Een van de eerste idealen van den
bond is: in iedere Chr. Geref. Gemeen
te een Jongelingsvereeniging. Dan
kunnen zij, die zich afzijdig houden of
hardnekkig weigeren lid te worden,
zich niet meer verontschuldigen.
Daarom wil spr. alle Chr. Geref. pre
dikanten mobiliseeren en doet hij op
hun medewerking een krachtig be
roep.
Een tweede ideaal is: alle Chr. Ge
ref Jongelingsvereenigingen aange
sloten bij den bond. Er zijn er nu
reeds 65 met wie dit het geval is, dus
is ook hier kentering ten goede.
Ook inzake het bondsorgaan zijn er
nog idealen. Vele jaren was het een
smartenkind. Zijn naam „Luctor et
Emergo" was profetie. Eenmaal was
het den ondergang nabij. Als spr. ech
ter in het laatst verschenen nummer
ziet, welt er een traan van dankbaar
heid in zijn oog voor hetgeen God ge
daan heeft. Thans mag getuigd: we
zijn er, terwijl als de voorteekenen
niet bedriegen, verrassingen wachten.
Spr. bracht den kundigen redac
teur, Ds. L. H. v. d. Meiden, en zijn
staf hulde, waar hij het blad in ons
vaderland een eigen plaats deed ver
overen en zijn stem ook buiten Neder
land gaarne gehoord wordt Hier
wenkt het ideaal der wekelijksche ver
schijning.
Ook de bondspropagandacommis-
sie opende perspectieven. Dit werk, op
bescheiden schaal begonnen, groeide
zeer uit. Het ideaal van een eigen
bondsbureau wenkt mede daardoor
in nabije toekomst.
Spr. wees tenslotte ook op de uitga
ven van den bond, met blijdschap con-
stateerend, dat de leidraad „Geschie
denis der Chr. Gei\ef. Kerk" in 3den
druk verscheen.
Niets is in onzen beginselloozen tijd
meer noodig dan de sthdie der begin
selen, w.o. de kerk een eerste plaats
inneemt. De onkerkelijkheid neemt
toe en de vrije vroomheid bloeit. Deze
religieuze beweging zal in de toe
komst de kerken nog meer ontvolken
en het opkomend geslacht afvoeren
van den levenden God. Bestudeering
der beginselen blijft dus eisch en
daarom ligt in het toenemend vragen
naar de geschiedenis der eigen kerk
een hoopvol perspectief.
Met den wensch, dat ook deze bonds
dag staan moge in bet teeken der
eeuwige en onveranderlijke beginse-
FEUILLETON.
God is mijn heil.
4, o
Reeds den' volgenden morgen moest
mijn echtgenoot vertrekken. De uren,
die ik toen doorleefde, waren ver-
shrikkelijk. In gedachte nam ik voor
goed afscheid van hem, het was mij
alsof hij dien avond in profetischen
zin had gesproken. Maar ik wilde de
scheiding voor hem niet nog zwaarder
maken, en na zeer veel moeite slaagde
ik er in tenminste uitwendig kalm te
schijnen.
Toen onze kinderen den volgenden
morgen hun vader in zijn huzaren
uniform bewonderden beseften zij wei
nig welk een vreeslijk oogenblik het
voor hun ouders was.
Ernest werd nog gedragen en strek
te de handjes uit haar de gouden
koorden en kwasten terwijl de twee
kleine meisjes het veelkleurige paar
dendek niet genoog konden bewonde-
ren.
Ik was zóó verward, dat ik bijna
niet wist wat er gebeurde; ik gaf er
mij nauwelijks rekenschap van, dat
Eduard de kindoren omhelsde, mij aan
zijn hart drukte, in den zadel sprong
en snel wegreed.
Hoe lang ik in dezelfde houding
len, die vervat zijn in Gods getuigenis,
verklaarde spr. de vergadering ge
opend.
Hierna rapporteerde de commissie
tot onderzoek der geloofsbrieven,
waarna de voorzitter mededeeling
deed van enkele ingekomen stukken.
De notulen van de vorige jaarver
gadering werden gearresteerd, waar
na de verslagen aan de orde kwamen.
Aan dat van den bondssecretari6,
den heer W. Vos Hzn. te Zwolle,
ontleenen we, dat het. ideaal dat de
bond in de naaste toekomst wenkt, is
een eigen bondsbureau. De aftredende
bondsbestuurders: Ds. A. M. Berkhoff,
te Amsterdam, en Ds. L. H. v. d. Mei
den, te 's-Gravenhage, werden herko
zen. Het aantal aangesloten vereeni-
gingen bedraagt nu 65 en vermeerder
de met 4, terwijl een vereeniging te
Lutjegast en te Rotterdam werd opge
richt, alsmede de bestaande vereeni-
gingen te Hoogeveen en Ouderkerk a.
d. Amstel toetraden. De vereeniging te
Sassenheim werd opgeheven.' Het le
dental bleef vrijwel stationnair en be
draagt nu 1025.
Het bondsorgaan „Luctor et Emer
go" verheugt zich in een uitnemenden
bloei en verschijnt onder redactie van
Ds. L. H. v. d. Meiden om de 14 dagen.
Het aantal abonné's blijft, ondanks
den verhoogden abonnementsprijs,
stijgende.
De verhouding tot de andere Chr.
Jongelingsbonden is een zeer vriend
schappelijke. Zoowel bij het 75-jarig
bestaan van het Ned. Jongelingsver
bond als bij het 40-jarig bestaan van
den Geref. Jongelingsbond deed de
Bond zich vertegenwoordigen. Het
volgend jaar hoopt de bond zijn zilve
ren jubileum te vieren.
Aan de financieele verslagen ontlee
nen we, dat de rekening der Luctor-
kas sluit met een eindcijfer van
f 4197.72 en een batig saldo van
f 141.12. Het Luctorfonds heeft een ba
tig saldo van f 2676.49.
De verslagen werden onder dank
zegging goedgekeurd, alsook het ver
slag van de bondspropagandacommis-
sie.
De aftredende bestuursleden, de
heeren Ds. H. Janssen en W. Vos Hzn.
werden met groote meerderheid her
kozen.
In de middagvergadering werden
diverse huishoudelijke zaken en voor
stellen afgedaan.
De heer B. A. Schotel, van Dord
recht, refereerde over: „De Christen
jongeling en de sport". Gisteravond
hield docent J. J. v. d. Schuit, van
Apeldoorn, de opwekkende rede, geti
teld: „Militia Christi".
De bondsdag werd bijgewoond door
een afgevaardigde van den Geref. Jon
gelingsbond, den heer N. Bos, van
Zeist.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Oosterend (Fr.) H. Guit-
tart te Oosterhaule; A. W. Feenstra te
Lollum en D. M. Vermet te Balk.
Beroepen: Te Oosterend (Fr.), II.
Guittart te Oosterhaule. Te Baarland,
cand. H. van der Loos te Rotterdam.
Aangenomen: Naar Ooijen (Br.), Dr.
J L. Snethlage, te Hijlaard. Naar Doorn
spijk, P. Kuylman te Houten. Naar Hi er-
den W. J. Kolkert, te Eemnes-Buiten.
Bedankt: Voor Rozenburg, J. C. Sal-
verda, te Heino. Voor Longerhouw en
Schettens, H. F. Pasma, te Steenwijker-
wold. Voor Ameide en Tienhoven, R.
Steenbeek te Wapenveld.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Drachten (vac. J. C.
Hakman), S. Neerken, te Ulrum.
Bedankt: Voor Wanswerd a. d.
Streek c.a., H. W. IT. van Andel, te St.
Pancras. Voor Zierikzee, B. Telder, te
Vianen.
BEVE3TIGING, INTREDE. AFSCHEID.
Wegens vertrek naar Koog-Zaandijk
nam Ds. B. Ramaker Zondag na een 4-
jarig verblijf afscheid van de Geref. Kerk
van Ten Post, sprekende over Hebr. 13
20 en 21.
Ds. Ramaker werd toegesproken door
ouderling J. A. Kiers namens kerkeraad
en gemeente en door Ds. J. H. Staal van
staan bleef, weet ik niet. Het eerste
wat ik weder hoorde was de stem van
de oude kindermeid, die den kleinen
Ernest uit mijn armen nam en zeie:
„Mevrouw gij moest nu wat gaan uit
rusten".
Werktuigelijk volgde ik haar en
toen ik in mijn kamer was gekomen
wierp ik mij op de knieën en barstte
in tranen uit. Dat deed mij goed, de
spanning waarin ik verkeerd had was
geweken; ik kon weder denken en mij
eenigszins in mijn waren toestand
verplaatsen.
Menschelijke raad en troost ont
braken mij geheel en al, maar met be
vende hand greep ik naar den bijbel,
waarin ik gewoonlijk las. Zoo ergens
dan zou ik daar troost vinden, al
scheen het mij ook toe, dat mijn smart
alle vertroosting te boven ging. Ik
nam het Heilige Woord en doorblader
de het. Nog gisteren had mijn man er
in gelezen en er een leesteeken in ge
legd. Ik sloeg den bijbel op die plaats
open en las in het 12de hoofdstuk van
Jesaja: „Ziet God is mijn heil, ik zal
vertrouwen en niet vreezen, want de
Ileere ITeere is mijne sterkte en mijn
psalm en Hij is mij tot heil geworden".
't Was mij te moede alsof de Heer mij
juist dit woord had laten opslaan, als
of Hij mij juist daardoor Zijn bijzon
dere liefde betoonde. Alles wat mijn
echtgenoot den vorigen avond bij den
Garrelsweer namens de classis Appinge-
dam. Toegezongen werd Ps. 121 4.
Wegens vertrek naar Resteren nam
Ds. P. Kruyt Zondag afscheid van de Ned.
Herv. Gem. van Oudemirdum, sprekende
over Jac. 1 2224.
Hij werd toegesproken door Ds. B. Dijk
stra van Sloten namens den kerkeraad.
Toegezongen werd Ps. 121 4. Er was
groote belangstelling.
Ds. G. WISSE.
In verband met zijn hoogleeraarsbenoe-
ming aan de Theologische School der Chr.
Geref. Kerk. is naar „De Stand." meldt,
door Ds. G. Wisse, van Utrecht, emeritaat
aangevraagd; waartoe de Classis Utrecht
in vervroegde samenkomst op 11 Sept. a.s.
D.V. zal samenkomen te Utrecht. Op dien
datum zal het juist 30 jaar geleden zijn,
dat Ds. Wisse in het ambt werd bevestigd.
Dit geschiedde destijds te Gouda door Ds.
P. J. Baay, van Kamperland.
Ds. D. H. KROMMINGA.
Ds. D. H. Kromminga, pred, der Chr.
Geref. Kerk van Neland Avenue, Grand
Rapids (Noord-Amerika), die enkele we
ken geleden -door de Generale Synode be
noemd werd tot hoogleeraar aan de Theo
logische School aldaar, ter opvolging van
Prof. B. K. Kuiper, wien ongevraagd ont
slag gegeven werd, is naar „De Rotter
dammer" meldt, vrij ernstig ongesteld
geworden. Hij heeft zich een- en ander
maal aan een operatie moeten onderwer
pen.
HET 350-JARIG BESTAAN VAN DE
CLASSIS AMSTERDAM.
In September zal het 350 jaar geleden
zijn, dat de classis Amsterdam der Ned.
Herv. Kerk werd georganiseerd en dat de
eerste classicale vergadering binnen haar
ressort werd gehouden. Dit belangrijke
feit zal op Vrijdag 21 September plechtig
worden herdacht.
Prof. Dr. A. Eekhof van Leiden, zal dan
's avonds in de Nieuwe Kerk een gedach
tenisrede houden, terwijl ook afgevaardig
den van buitenlandsche kerken, o.a. van
New York en van Ceylon daar het woord
zullen voeren. In verband met de verga
dering van de .„Alliance of reformed Chur
ches, holding the presbyterian govern
ment", die enkele dagen tevoren gehouden
wordt, worden verscheidene vertegenwoor
digers van buitenlandsche kerken ver
wacht.
De classis Amsterdam heeft (vooral in
verband met de Oost- en West-Indische
Compagnie) steeds een zeer bijzondere
plaats bekleed in de geschiedenis der
Hervormde kerk en was zich daarvan ook
bewust. Zij gaf den stoot tot de stichting
van verscheidene kerken in verschillen
de deelen der wereld. Bedoelde herden
king belooft dus zeer belangrijk te zullen
worden.
INTERNATIONAAL CONGRES VAN
ANTIMILITAIRISTISCHE
GEESTELIJKEN.
ITet congres is gisteravond besloten met
een openbare samenkomst in Salvatori
(a. d. Amstel) onder leiding van Ds. J. B.
Th. Hugenholtz.
Nadat de voorzitter in gebed is voor
gegaan en hoofdstuk 16 uit het Evangelie
van Johannes heeft voorgelezen en nadat
de aanwezigen gezamenlijk Psalm 68 vers
10 hebben gezongen, herinnert Ds. Hugen
holtz eraan, dat Jezus Christus wist, het
begin te zijn van een nieuwe bedeeling en
van een nieuwe orde. Zijn volgelingen
zijn op menig gebied voorgangers geweest
van maatschappelijke verbeteringen als
de afschaffing van de slavernij en een
waardiger behandeling van de vrouw.
Thans hebben de Christenen een nieuwe
taak, de strijd tegen den oorlog, die het
knooppunt is van tallooze ongerechtighe
den. Het ontwakende kerkelijke pacifisme
zal iets moeten boeten van hetgeen de
kerk door haar lange zwijgen verzuimd
heeft. Deze bijeenkomst moge het teeken
tot de wereld zijn, dat de kerk dit zwij
gen eindelijk verbreekt.
Vervolgens voerden het woord Pastor J.
Oettli uit Derendingen (Zwitserland), Rev.
William M. Young uit Missoula (Monta
na, V. S.), Rev. James B. Bilnus uit Lon
den, Alfred Waddington, Theol. student
te Parijs, waarna Pfarrer Lie. dr. H. Hart
man uit Solingen (Duitschland) de rij der
sprekers sloot met een getuigenis, waarin
hij verklaarde te gelooven, dat God een
tijd doet aanbreken, jvaarin de volkeren
elkander ook naar het innerlijk beter zul
len verstaan dan vroeger.
eik gezegd had, kwam mij duidelijk
voor den geest. Ik meende iets te be
grijpen van het doel waarmede God
alles had laten samen loopen, name
lijk om mijn aardsch-gezind hart tot
Hem te trekken. Ik las het voorgaande
vers en het volgende. „Ik dank u, Hee-
re, dat Gij tooriïig op mij geweest zijt,
maar Uw toorn is afgekeerd en Gij
troost mij". „En gijlieden zult water
scheppen met vreugde uit de fontein
des heils".
Danken kon ik nog niet, maar toch
begon ik te gelooven, dat ik eens zou
erkennen, dat al deze smart ons uit
liefde was toegezonden en dat het lij
den van den tegenwoordigen tijd niet
te vergelijken is bij de heerlijkheid die
aan ons zal geopenbaard worden.
Toen knielde ik nogmaals neder,
maar nu niet meer wanhopende; ik
veelde mij met nieuwe krachten aan
gegord en loofde den Heer uit de vol
heid mijner ziel; aan Zijne trouwe
Vaderzorg gaf ik mij en de mijnen
ever. Zoo had ik nog nooit gebeden en
zeer gesterkt stond ik op. Ik begon
een plan te maken van hetgeen ik
doen zou gedurende Eduard's afwezig
heid. Ik nam mij voor veel te werken
en den bijbel ernstig te onderzoeken
vooral de profetiën van het Oude en de
vervulling van het Nieuwe Testament;
maar ik wilde met Jesaja beginnen.
Ik schreef dit alles aan mijn man en
Kerkelijke menschen herinneren er de
anti-militairisten aan, dat in den Bijbel
staat, dat er oorlog zal zijn. Maar er staat
ook in den Bijbel, dat er honger en pes
tilentie zal zijn, in den Bijbel worden hon
ger, oorlog en pe6tilentie tezamen ge
noemd. De kerkelijke menschen zijn hon
ger en pestilentie gaan bestrijden, moeten
zij dan ook den oorlog niet gaan bestrij
den? De taak van het Duitsche anti-mi-
litairisme is, de problemen grondig door
te denken, maar dan niet te blijven han
gen bij de uitvlucht, dat men alles van
twee kanten kan beschouwen, doch moe
dig den weg te gaan welken God aanwijst.
Nadat prof. dr. G. J. Heerling in het
gebed is voorgegaan, wordt het congres
met het gemeenschappelijke zingen van
gezang 50 vers 4 gesloten.
JUBILEUM.
Heden herdenkt Ds. J. de Bruin, Ned.
Herv. predikant te Rotterdam, den dag,
waarop hij voor 25 jaar te Bleskensgraaf
het predikambt aanvaardde.
VRIJ-KATHOLIEKE KERK.
Gisteren is te Huizen in de nieuwe ka
pel van St. Michael en alle H. Engelen
van de Vrij-Katholieke Kerk tot Bisschop
voor Ned. Indië gewijd mr. A. Vreede. Er
was zeer veel belangstelling. De kerk kon
alle aanwezigen niet bevatten, men stond
tot buiten de deuren.
De wijding werd verricht door den right
reverend J. I. Wedgwood, bisschop-com
missaris voor Europa, bijgestaan door de
bisschoppen Tettemer (Amerika), Houns-
field (Frankrijk), Pigot (Engeland) en
Bonjer (Nederland). Ook waren aanwezig
zestig priesters uit verschillende landen,
o.a. uit Oostenrijk, Zweden, Finland, En
geland, Duitschland, Frankrijk Amerika
en Italië.
Het was een zeer indrukwekkend
schouwspel, toen de processie van bis
schoppen in hun fraaie, paarse gewaden
met mijters op uit de sacristie door de
kerk naar het altaar schreed, voorafge
gaan door priesters en een tiental koor
knapen in roode gewaden, dragende wie-
rooksvat en kaarsen. Na de priesters vólg
den de bisschoppen, die, ieder voorafge
gaan door zijn stafdrager, zegenend voort
gingen Bij het altaar gekomen ving de
wijding aan, volgens het ritueel van de
Vrij-Katholieke kerk.
De wijding valt midden in het priester-
conclaaf, hetwelk thans te Huizen wordt
gehouden, Zaterdag is begonnen en de
geheele week duurt.
Het nieuwe kerkgebouw is Zondag door
bisschop Wedgwood, op plechtige wijze
ingewijd. Het gebouw staat op de plaats
van de oude kerk, welke reeds lang te
klein was gebleken.
EEN 40-JARIG PRIESTERJUBILEUM.
Gisteren vierde Mgr. H. J. Taskin, prae-
ses van het groot-seminarie te Warmond
en proost van het kathedraal kapittel
van Haarlem, den dag dat hij voor 40 ja
ren tot priester werd gewijd.
LANDDAG TE WAGENINGEN.
Op 29 Augustus houdt de Bond van
Oud-leerlingen van landbouwcursussen in
Gelderland een landdag te Wageningen.
In den voormiddag zullen lezingen wor
den gehouden door prof. ir. C. Broekema,
directeur van het Instituut voor planten
veredeling en door prof. ir. M. F. Visser,
directeur van het Instituut voor landbouw
werktuigen en gebouwen.
In de namiddag volgen demonstraties
op de terreinen der Landbouwhoogeschool.
HET RAPPORT DER STAATSCOMMISSIE
VAN WIJNBERGEN.
Cursussen voor maatschappelijke vorming.
Verschenen is het voorloopig rapport
van de Staatscommissie-van Wijnbergen.
Om de naar voren gekomen bezwaren te
ondervangen, heeft de commissie één
nieuwe, algemeene wet ontworpen, die
het geheele aanvullend onderwijs kan
omvatten.
De minderheid des commissie wenschte
de oplossing in andere richting te zoeken.
Nadat echter principieel het besluit was
genomen om een algemeene wet te ont
werpen, heeft ook zij op den grondslag
der gevallen beslissing medegewerkt aan
de totstandkoming van het thans door de
commissie aangeboden ontwerp, zonder
daardoor geacht te willen worden zich te
binden aan de strekking den inhoud
daarvan.
reeds binnen de twee dagen ontving
ik een brief van hem, waarin hij den
Heer dankte, die zijn gebed verhoord
en mij in mijn eenzaamheid getroost
had. Hij schreef mij ook, dat hij mij
nog gaarne in Berlijn zou ontmoeten
vóór dat de troepen optrokken.
Den 22sten Mei reisde ik af, mijn
man wachtte mij in het hotel, maar
wij konden slechts korten tijd bij el
kander blijven; hij had echter 'n goede
kamer voor mij gehuurd, zoodat ik al
les overzien kon.
Onder de bevolking heerschte eer
groote geestdrift, die zich aan een
i-der meedeelde, toen de soldaten in
de fraaie uniformen van Frederik den
Groote onder luid gejuich voor den
koning defileerde en vertrokken.
Mijn hart gloeide van liefde voor
mijn vaderland, ik gevoelde mij on
dersteund door de liefde Gods en het
afscheid viel mij ditmaal niet zoo
zwaar.
Er waren vele vrouwen, die hetzelf
de lot met mij deelden en wij spraken
samen over den zegen, die ongetwij
feld aan de goede zaak zou verblijven,
eij over het oordeel Gods over den ty-
ran door pruisische wapenen, door on
ze echtgenooten, vaders of broeders te
voltrekken. O, het waren heerlijke ge
dachten die de smart der scheiding
een weinig vergoedden. Mijn man liet
mij ook met meer gerustheid achter,
De commissie beschouwt haar taak nog
geenszins als geëindigd.
In het Ie hoofdstuk van haar voorloo
pig verslag geeft de commissie een uit
voerig overzicht van den huidigen stand
van het aanvullend onderwijs, d.w.z. het
onderwijs, dat gegeven wordt aan de niet-,
leerplichtige jeugd, die van volledig dag
onderwijs is verstoken.
De commissie laat hierbij de opmerking
voorafgaan, dat bij het vormen van een
oordeel over de beteekenis van het onder
wijs aan de rijpere jeugd steeds rekening
moet worden .ehouden met de andere or
ganen, die de ontwikkeling van de jeugd
op onderscheiden wijze bevorderen, n.l.
het gezin, de kerk en de vrije jeugdvor-
ming.
Aanvullend onderwijs noodig.
Tot de rijpere jeugd rekent men de per
sonen van 1318 jaar. Op grond van de
resultaten der volkstelling van 1920 kan
hun aantal in Nederland op 1 Januari
1925 worden geschat op 900.000.
Aan de hand van verschillende cijfers
kan men globaal genomen constateeren,
dat van de Nederlandsche rijpere jeugd
575.000 personen of wel 64 pet. van het
aantal der geheele bevolking van 1318-
jarigen leeftijd, na volbrachten leerplicht,
van verder onderwijs blijft verstoken.
De commissie is van meening, dat d#
gelegenheid om aanvullend onderwijs ta
ontvangen in ruimere mate, dan zulks tot
dusverre het geval is, zal moeten worden
opengesteld, ook en vooral ten plattelan-
de. Daarnevens zal met doelmatige mid
delen getracht moeten worden het aantal
leerlingen bij dit onderwijs zoo hoog mo
gelijk op te voeren.
Aard van het onderwijs.
De aard van het aanvullend onderwijs
moet worden bepaald door de behoeften
van de rijpere jeugd.
De methode van het aanvullend onder
richt moet minder schoolsch zijn, dan die
der lagere school en moet meer aanpassen
aan de geaardheid van den zich zelf be
wust wordenden adolercent.
Groote vrijheid noodig.
Zal het aanvullend onderwijs zich vol
gens deze hoofdbeginselen kunnen ont
wikkelen, dan is een groote mate van
vrijheid noodig. Kwellende wettelijke
banden en onjuiste opvattingen omtrent
het onderwijs aan de rijpere jeugd hebben
het herhalings- en vervolgonderwijs groo-
tendeels doen mislukken.
Naar het oordeel der commissie zal ge
tracht moeten worden, voor het aanvul
lend onderwijs, een zoodanige financieele
basis te vinden, dat aan dit onderwijs de
zoo noodzakelijke uitbreiding kan worden
gegeven, zonder dat eenerzijds de kosten
te hoog oploopen, en anderzijds het peil
van het onderwijs wordt geschaad.
Ook land- en tuinbouwonderwijs.
Ofschoon in de opdracht der commissie
geenerlei melding wordt gemaakt van
het Land- en Tuinbouwonderwijs, meent
de commissie toch, dat ook dit onderwijs
onder de nieuwe regeling begrepen be
hoort te worden. Daarom is er rekening
mede gehouden, dat het ontwerp voor de
besturen der na te noemen cu-sussen
de mogelijkheid opent, om ook de vakken
behoorende tot het Land- en Tuinbouw
onderwijs in het leerplan op te nemen.
Gelijkstelling.
Het in de Grondwet en in de Lager on
derwijswet 1920 aanvaarde beginsel van
financieele gelijkstelling van openbaar en
bijzonder onderwijs heeft de commissie
eenparig aangenomen als grondslag voor
de regeling van het aanvullend onder
wijs.
Ten einde een waarborg te hebben, dat
het onderwijs niet tot een te gering aan
tal uren zal worden beperkt, is een mi
nimumaantal leervakken en lesuren voor
geschreven.
Onderwijzend personeel.
Als regel is aangenomen, dat het on
derwijzend personeel in het bezit moet
zijn eener wettelijke bevoegdheid.
De eenvoudigste bevoegdheid is echter
voldoende geacht, opdat men ook ten
plattenlande steeds de noodige leerkrach
ten zal kunnen vinden.
Om de aantrekkelijkheid van dit onder
wijs voor de rijpere jeugd te verhoogen en
om te doen uitkomen, dat dit onderwijk
iets anders biedt dan de lagere school,
heeft de commissie gezocht naar een nieu
wen, maar passenden naam. De gekozen
naam „Cursussen voor Maatschappelijke
vorming" geeft meer juist de strekking
van dit onderwijs aan.
daar hij mij niet zoo wanhopig zag als
de eerste maal; toch wist ik wel dat
hij de zaak zeer ernstig opnam en twij
felde aan de kundigheid van de gene
raals, zoodat hij zich niet veel goeds
voorstelde.
Toen ik weder tehuis was gekomen
nam mijn eenzaam maar druk leven
een aanvang. Eduard schreef mij in
zijn brieven, hoe ik ons goed moest be
sturen, en ik schepte er veel genoegen
in alles zoo nauwkeurig mogelijk te
doen, om hem bij zijn terugkomst te
verrassen. Bovendien had ik de heil
fontein gevonden en verzadigde er mij
aan. Ik vond nu een diepen en troost
rijken zin in woorden, die mij vroeger
vreemd of duister hadden toegesche
nen. Ik was zoo moedig en vroolijk
gestemd omdat mijn ziel den Heer ge
vonden had. Maar ik beleed mij zei
ven niet, dat ik naast den Heer mijn
man diende, dat hij mij het hoog9te en
liefste was en de plaats van een afgod
in mijn hart bekleedde.
Hij was met zijn regiment en de ove
rige Berlijnsche en Potsdammer troe
pen naar de omstreken van Maagden
burg getrokken, daar deze stad het
centraal punt zou zijn van het hoofd
leger. waarover de hertog van Bruns-
wijk bevel voerde.
(Wordt vervolgd).