CHRISTELIJK DACBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Dit nummer bestaat oil TWEE Bladen.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
9* JAARGANG
DINSDAG 14 AUGUSTUS 1928
NUMMER 25T3
NIEUWE LEÏDSCHE COBRA
ABONNEMENTSPRIJS
in Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal.1 230
Per week.1 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
EERSTE BLAD.
Vrijgestelden.
Over de vrijgestelden oftewel gesa
larieerde bestuurders der vakbewe
ging wordt niet steeds gunstig geoor
deeld. Van tweeërlei zijde zijn zij het
voorwerp eener niet steeds billijke, ja,
dikwijls zeer onbillijke critiek.
Er zijn er onder de patroons, die in
hen zien menschen, die er steeds maar
op uit zijn onrust en agitatie te ver
ken. Zonder hen zouden de arbeiders
toch zoo tevreden en gelukkig zijnl
Maar ook onder de arbeiders laat de
waardeering voor hun vrijgestelden
wel eens wat te wenschen over. Men
ziet in hen de „heeren", die het dan
toch maar veel beter hebben dan zij-
zelven.
Wat nu dit laatste betreft, het ge
vaar is inderdaad niet geheel denk
beeldig, dat de stand der vrijgestelden
van dien der arbeiders dreigt te ver
vreemden. Toch moeten we hier niet
overdrijven, want al zijn de salaris
sen der vrijgestelden over het alge
meen belangrijk hooger dan die der
arbeiders, wier vertegenwoordigers ze
zijn, daar staat tegenover, dat zij als
regel ook een langeren werktijd heb
ben. Hunne meeste avonden zijn be
zet en van een achturendag voor hen
is geen sprake.
En de critiek van werkgeverszijde,
als zouden zij onruststokers zijn, mo
ge van toepassing zijn op de syndica
listen en enkele moderne arbeiders
leiders, van de vrijgestelden van de
Christelijke vakbeweging kan dit
toch zeker niet gelden. Zij stellen zich
niet op het standpunt van den klas
senstrijd, maar beoogen de toenade
ring der verschillende maatschappe
lijke groepen.
Zeer juist zet Mr. P. S. Gerbrandy
in zijn onlangs verschenen werk „De
strijd voor nieuwe maatschappijvor
mend de taak der vrijgestelden bij den
huidigen stand der maatschappelijke
ontwikkeling uiteen:
„De bezoldigde bestuurders zijn
meer dan voorzitters of secretarissen
van een kleineren of grooteren bona,
zij behooren tot die bonden, komen
daaruit voort en toch zijn zij ook meer
en anders dan de leden.
Het is Chrlstelijk-sociaal gezien, dat
zoowel onderneming als bedrijf zich
openbare als een eenheid en gemeen
schap, waarin den werknemers een
behoorlijke plaats is ingeruimd. Maar
daarnaast blijft de toestand van ons
alle belangen kris kras dooreen ge
strengeld nationale en internationale
economisch leven eischen, dat als de
werknemers samen en in dezen
plukken de ongeorganiseerden de re
sultaten van den arbeid der organisa
ties dat die groote groep, die zoo
passief zich verhoudt tegenover den
grooten gang der productie, beschikke
over een stand van menschen, die
kunnen doen, wat zij intensief niet
kunnen, zich rekenschap geven van
de talrijke vragen, die in den gang
van bedrijf of onderneming van be
lang zijn, en behalve over loon en ar
beidsduur, ook over die zaken reken
schap afleggen in het geschreven
woord der kleine en aparte vakver-
eenigingsbladen en periodieken of op
vergadering en congres.
Door den eigen stand der vrijgestel
den strekt en ik.geef gaarne toe,
dat het nog veelszins eenzijdig ge
schiedt de arbeid, strekken de ar
beiders als door den stand, die van
hun vleesch en van hun eigen bloed
is en hun volle vertrouwen heeft, de
hand uit naar het doel der onderne
ming en der bedrijven en ook der
voortbrenging zelf, naar haar grenzen,
haar mogelijkheden, haar innerlijken
samenhang. Op dien eigen stand rust
de plicht en de ontzaglijke verant
woordelijkheid, het volk der werkers
tot beschutting te strekken, ja zeker,
maar ook hen tegen te staan, als de
hand wil grijpen, wat zij niet grijpen
mag. Leiders en vertrouwensmannen,
onafhankelijk van geest, afhankelijk
in de materie!
Die positie, die functie is er, ze staat
vast in het economisch leven en heeft
haar constructieve taak ten deele be
grepen. Of ze die ten volle begrijpen
zal, hangt af van den invloed, dien
het Christendom oefent op den geest
en de ziel van de menschen der 20ste
eeuw.
Wie zich van de hierin openbaar
wordende beteekenis dezer mannen
voor de vorming van bedrijfsrecht in
e collectieve arbeidsovereenkomsten,
voor het inlichten en doen meeleven
in den gang der productie van de
werknemers, voor het noodzakelijk
zich te weer stellen tegen dreigende
dictatuur van grootmachten in handel
en industrie, voor het mede oplossen
van practische vragen van sociale
wetgeving, voor de behandeling van
economische vraagstukken onder hoe
de van den Volkenbondsraad, voor het
doordringen van de gedachte, dat de
productie gemeenschappelijke taak is,
wie daarvan zich wil overtuigen, die
make eens enkele vergaderingen, con
gressen of sociale conferenties mee en
leze eens getrouw een jaar lang de
uitgebreide pers der vakvereenigin-
gen, de periodieken inbegrepen.
De bezoldigde bestuurders, als ver
tegenwoordigers in den arbeid, repre-
senteeren een in onzen tijd noodzake
lijken stand in het maatschappelijk
leven. Maatschappelijk fascisme en
tuchteloos optreden van ontevreden
werknemers, tegen die beide zij deze
stand een bolwerk.
Juist omdat zulk een stand en groep
aanwezig is, is het mogelijk in de
groeivormen onzer maatschappij
steunpunten te vinden tot betere or
ganisatie. Elk pogen die steunpunten
kunstmatig te formeeren, zal uitloo-
pen op een teleurstelling.
Eén ding moge ik hier nog aan toe
voegen. Ik zie zeker het gevaar van af
te dolen naar een klassenstrijd-tao
tiek, maar men erkenne juist in chris-
telijken kring den ontzaglijken ze
gen, die hierin gelegen is, dat de chris-
telijk-sociale gedachte een tehuis, (een
Heimstatte) vindt zooals het Calvinis
me in Genève, in onze Christelijk-So-
ciale arbeidersbeweging, in het Chris
telijk Nationaal Vakverbond, en war
me toegewijde harten in dat tehuis
heeft aangetroffen. Dat dit het geval
is, lieb ik persoonlijk ervaren en het
heeft mij versterkt ook in het begrij
pen van de algemeene noodzaak tot
een vertegenwoordiging in den arbeid
door een eigen, hoogstaande en ge
vormde groep van leiders.
De vertegenwoordiging in den ar
beid, met den gespecialiseerden ai^
beid der bezoldigde bestuurders, zoo
als die in ons hedendaagsch bedrijfs
leven als met een vaste kern, tot te
genweer tegen al te groot overwicht
geëigend, is gevormd, staat niet al
leen stevig geworteld in het sociaal-
economisch, maar ook in het geestelijk
leven onzes volks."
STADSNIEUWS.
COMITé TOT VIERING VAN
KONINGINNEDAG.
Ondanks het feit, dat het mooie zo
merweer niet aanlokte tot vergaderen,
heeft bovengenoemd Comité gister
avond in hotel „De Burcht" een der
groote vergaderzalen geheel gevuld
gehad met afgevaardigden van de ver-
eenigingen. die hun medewerking tot
de-elname aan de feestviering op 31
Augustus hadden toegezegd.
Eveneens waren eenige leden van
het Eere-Comité aanwezig, terwijl de
Burgemeester, de eere-voorzitter, we
gens een avondzitting van den Ge
meenteraad verhinderd was ter verga
dering te verschijnen.
Tegenwoordig waren afgevaardig
den van 24 Vereenigingen, hetgeen dus
wel blijk geeft van medeleven met het
werken van het Comité.
Do Voorzitter, de heer L. Questroo,
dééd mededeeling van de werkzaam
heden van het Comité en besprak het
opgemaakte programma, hetwelk nog
deze week in druk zal worden gegeven
In grove trekken biedt het program
ma het volgende:
Opmarsch der deelnemers(sters)
vanaf de Nieuwe Kaasmarkt naar het
feestterrein aan het Rijn- en Schieka-
raal. Daarna Vaandelgroet; dan wordt
een aanvang gemaakt met de demon
straties: gymnastiek, athletiek, korf
bal, handbal, grensbal, slingerbal; de
monstraties van de verschillende pad-
vindersgroepen, enz.
Een en ander zal worden opgeluis
terd door het Stedelijk Muziek Corps
in afwisseling met het Politie Muziek
Gezelschap, terwijl een zangvereeni-
ging zal trachten de toeschouwers tot
gemeenschapszang te bewegen.
Wat betreft tijd van aanvang, en
treeprijs en dergelijke, geeft het bin
nenkort verschijnend programma vol
ledige inlichtingen.
Na afloop dezer demonstraties wordt
een optocht gehouden door een groot
gedeelte der stad.
Des avonds worden op drie plaatsen
avondconcerten gegeven en wel op de
feestelijk verlichte Korenbeurs op de
Lammermarkt en in „Musis Sacrum".
7codat, daarbij gevoegd het Schoolkin-
derfcest des morgens, de goheele dag
gevuld is en er dus van den vroegen
morgen tot den laten avond een op
gewekte feeststemming zal heerschen.
Tot controleurs van de finaneieelo
operaties van het Comité werden be
noemd de heeren Telang, J. Ginjaar en
J. Slegtenhorst.
Het lag in de bedoeling van deze
vergadering na de a.s. feestviering een
vaste Vereeniging te vormen, opdat
luen in de toekomst verzekerd zij* Van
geregelde feestviering op Koninginne
dag.
Nadat de voorzitter de aanwezigen
opwekte veel propaganda te maken en
do stad op 31 Aug. een feestelijk aan
zien te geven door zooveel mogelijk
vlaggen uit te hangen en oranje te dra
gen, sloot hij te half elf deze druk be
zochte en uitnemend geslaagde verga
dering.
KAPELAAN H. BROUWER.
Kapelaan H. Brouwer, die ruim 6
jaar hier kapelaan geweest is aan de
St. Petrusparochie (kerk Langebrug),
is benoemd tot pastoor van de paro
chie van O. L. Vr. Altijddurende Bij
stand („de Baarsjes") te Amsterdam,
als opvolger van pastoor J. Huibers.
VOLKSCONCERT.
Programma van het Volksconert
Musis op Vrijdag 17 Aug., des avonds
te 8 uur.
1. „Scaldis", marsch, Morks; 2.
Ouverture „La finta Giardiniera", Mo
zart; 3. „Espana", wals, Waldteufel;
4, Fantaisie uit de opera „Tiefland",
tl'Albert; 5. „Standchen", cornet-solo,
Geijp (door M. Kouprie); 6. Cilvia Bal
let, Delibes, a. Prélude, b. Les Chasse-
resses, c. Intermezzo et Valse lente, d.
Pinzicoto d'Cortége de Bacchus; 7.
„Luit.-kolonel van Waveren", marsch,
Geijp.
VIERVOUDIG JUBILEUM.
De N. V. F. Pieck Confectiefabriek
alhier, viert a.s. Donderdag het 25-ja-
rig jubileum van vier leden van haar
personeel, namelijk: mej. v. d. Voor
den en de heeren J. Fleur, Th. Bergs-
ma en C. Schrijvers.
De officieele huldiging der jubilaris
sen zal plaats hebben om kwart voor
negen 's morgens.
ZILVEREN JUBILEUM.
Heden herdenkt de heer K. Wielinga
agent van politie lste klas hier ter ste
de, den dag waarop hij voor 25 jaar als
zoodanig in dienst der gemeente
kwam.
Reeds meer dan 15 jaar heeft de
heer Wielinga den rang van agent
lste klasse.
Ter gelegenheid van zijn zilveren
feest werd hij heden op hartelijke wij
ze gehuldigd.
Nadat hij des morgens te 10 uur
door den burgemeester, mr .A. van de
Sande Bakbuyzen, op diens kamer ten
stadhuize, in waardeerende bewoor
dingen was toegesproken en hem de
gebruikelijke enveloppe met gratifica
tie was overhandigd, werd de jubilaris
met echtgenoot© en kinderen door su
perieuren en collega's ontvangen in de
theoriezaal van het politiebureau.
De muziek van het corps, onder lei
ding van den heer Bolderdijk, onthaal
de den jubilaris op een vroolijken
marsch bij het binnenkomen, waarna
öe voorzitter der jubileumcommissie,
de heer J. Swart, den heer Wielinga
toesprak.
Spr. zeide, dat deze dag wel een fe
licitatie en een huldiging waard was,
omdat de jublaris al die jaren zijn
ambt heeft utgeoefend als in een gla
zen kastje. Voor zoover betreft de 10
joren, dat spr. met hem heeft dienst
gedaan, kon hij zeggen, dat de jubila
ris zijn taak met nauwgezetheid en op-
gewekten ijver heeft vervuld, doch
niet bevoegd zijnde daarover te oor-
deelen wilde hij wijzen op de collegia
liteit van den jubilaris, waarin bij voor
allen een voorbeeld is geweest. Steeds
heeft hij met zijn collega's meegeleefd
en ondanks zijn somtijds minder goe
de gezondheid toonde hij zich steeds
een kalm, bedaard en trouw vriend.
Tenslotte overhandigde spr. hem als
stoffelijk aandenken een fraaie hang
klok, waartoe alle inspecteurs, de
commissaris inbegTepen, de hoofd
agenten en collega's hebben bijgedra
gen. Spr. eindigt dan met den wensch,
dat de jubilaris in de nog resteerende
joren zich dezelfde kameraad en
vriend zou blijven betoonen.
Hierna nam de inspecteur, de heer
L. Duval, het woord, om als onmiddel
lijk chef van den jubilaris te getuigen,
dat de heer Wielinga zijn taak steeds
raar behooren heeft vervuld. Hij moge
zich trouwens overtuigd houden, ge
zien de aanwezigheid van een vijftal
inspecteurs en zoovele collega's, dat
hii door het corps geëerd is. Spr. uit
voorts zijn beste wenschen voor den
jubilaris.
De heer Wielinga verklaarde hierna
tot dezen dag opgezien te hebben als
tot. een berg, omdat hij geen spreker is.
Spr. zegt dankbaar te zijn jegens
God, die l>em al die jaren heeft bijge
staan. Dan brengt spr. dank aan de
buldigingscommissie voor het fraaie
geschenk en dankt allen, die daartoe
hebben bijgedragen. Tevens dankt spr
allen voor bun aanwezigheid en spe
ciaal de muziek.
Hierna konden allen den jubilaris
persoonlijk complimenteeren.
Daarna werd de jubilaris met huis-
genooten door den commissaris, den
beer Meyer, op diens bureau ontvan
gen.
Des middags gingen zeer velen den
jubilaris te zijnen huize, Verlengde
Oosterstraat 57, complimenteeren.
PAARD VERONGELUKT.
Hedenmorgen omstreeks half 12 be
vond zich de milicien A. J. van het 6de
regiment veldartillerie alhier met twee
paarden, waarvan hij er één bereed, op
den Rijnsburger weg te Oegstgeest,
toen beide paarden schrikten voor het
opwaaiende zeil, waarmede een langs
den weg opgestapelde partij bloemkool
was bedekt.
Het paard, waarop de milicien geze
ten was, maakte een zijsprong en
kwam hierbij met de linkerdij terecht
in een ijzeren pin van een juist pas-
srerende vrachtauto van den heer G.
C. Verheul uit Waddingsveen.
Het lichaamsdeel werd geheel open
gereten en binnen korten tijd was het
paard doodgebloed.
Het cadaver is naar het openbaar
slachthuis alhier overgebracht.
Gisteren geraakte de 10-jarige .T.
de W. in de Oude Rijn, nabij de Schrij-
versbrug te water. De brugwachter,
M. van Lieshout, wist met behulp van
een dreg het ventje weer op het droge
te brengen. Het was evenwel reeds be
wusteloos, maar na eenigen tijd kunst
matige ademhaling te hebben toege
past, kwam het leven weer terug. Dr.
Gerritse van den E.H.D. kon geen af
wijkingen constateeren, zoodat de
jongen per auto naar zijn woning kan
worden gebracht.
Gemeenteraad Leiden.
(Vervolg van het Bijblad).
Avondverg adering.
In de avondvergadering werd voortgezet
de behandeling van het laatste punt der
agenda.
Weth. Reimeringer (V.B.) wil, af
wijkende van de gewoonte, als wethouder
een woord in het midden brengen. De
wethouder van onderwijs "heeft dit voor
stel gedaan voor financieel voordèel. Spr.
wil geen bespiegeling houden over het
openbaar en het bijzonder onderwijs. Uit
de discussie van hedenmiddag waarin
veel waardeering naar voren is gebracht
voor het O.L.O. is veel te leeren geweest.
Spr. juicht de onpartijdige houding van
weth. Tepe toe en de manier waarop hij
tot de opheffing van de scholen wilde ko
men is zeker sympathiek. Wat spr. hier
naar voren wilde brengen is voornamelijk
de vraag wat het zwaarste moet wegen:
de financiën of de waarde van het onder
wijs. Leiden heeft steeds bekend gestaan
als een stad waar zeer goed onderwijs
werd gegeven en spr. gelooft dat kleine
klassen voor de goede vrucht van het on
derwijs beter zijn dan groote klassen Spr.
weifelt echter om zijn stem tegen het
voorstel van B. en W. te verheffen en hij
zal er zich dan ook bij neerleggen. Spr.
hoopt evenwel, dat wanneer het O.L. on
derwijs mocht vooruit gaan, de wethouder
dadelijk van de gedane stap zal terugkee-
ren.
Daarna spreekt weth. Tepe (R.K.). Spr.
zegt dat hij eenigszins onaangenaam is
getroffen door enkele uitdrukkingen van
den heer Sijtsma die gesproken heeft over
„nekken van het, O.L. onderwijs" en „het
uitstrijden van den strijd". Spr. zal zich
deze woorden evenwel niet bijzonder aan
trekken want men zal altijd wel bij der
gelijke zaken blijven stuiten op onaange
naamheden. Er is slechts een motief ge
weest wat tot dit voorstel leidde en dat is
de vraag of op de post boventallige leer
krachten ook eenigszins bezuinigd kon
worden. Wat betreft de klacht van den
heer Sijtsma dat de stukken niet gelijk
met de andere stukken aan de leden van
den Raad zijn toegezonden, antwoordt
spr.. dat de oorzaak daarvan is, dat men
de plannen zooveel mogelijk wilde laten
rijpen. Vanwege de verantwoordelijkheid
van deze zaak was het noodig, dat de
stukken niet lang voor de behandeling in
den Raad konden worden verzonden.
Wat betreft de opmerking van den heer
Verwey dat verschillende onderwijsorga
nisaties niet over deze voorstellen zijn ge
hoord, antwoordt spr., dat B. en W. van
meening zijn, dat ze genoeg lichamen van
advies te hunnen dienste hadden, terwijl
in de coqunissie van den Raad bijna alle
fracties vertegenwoordigd zijn. Tusschen
haakjes zegt spr., dat de Bond van Ned.
Onderwijzers, ondanks bet feit, dat hij
daartoe niet uitgenoodigd was, de voor
stellen heeft behandeld.
Komende tot de voorstellen van B. en
W. zegt spr., dat bezuiniging de wezen
lijke oorzaak was. Daartegen heeft dan
ook niemand zijn stem verheven. Op de
boventallige onderwijzers kon op twee
manieren bezuinigd worden: ten eerste
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief
Bij contract belangrijke rednctle
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Binnenland,
Internationaal congres van anti-
militair is tische geestelijken.
Onderwijsdebat in den Leidschen Ge
meenteraad.
Instelling van een departement van
defensie.
Verlaging der passage-tarieven naar
NetL-Indlë.
Buitenland.
Het antwoord van den Volkenbond
aan Litauen.
Nachtelijke luchtmanoenvres boven
Londen.
Een petitie der Australische werk-
loozen.
Scherpe critiek op de deelneming
der Britsche cavalerie aan de Fran-
sche manoeuvres in het Rijnland.
Groote Juweelendiefstal te Ostende.
ineens door opheffing van enkele scholen
en ten tweede door geleidelijke opheffing
van scholen. De eerste manier heeft bij
geen der sprekers steun gevonden. De
tweede manier brengt onvermijdelijk me
de het vormen van duhbelklassen. Over
deze zaak het vormen van duhbelklas
sen bestaat verschil van gevoelen, ook
in onderwijzerskringen. Spr. citeert eeni
ge uitspraken van autoriteiten op school
gebied, waaruit blijkt, dat zij veel voor-
deelen zien in het vormen van duhbel
klassen. Er is zeer zeker verschil van ge
voelen mogelijk.
In dit verband komt spr. op tegen een
uitdrukking van den heer Bosman, die
zich sterk gekant heeft tegen de klassen-
samenvoeging en die daarom in overwe
ging heeft gegeven dat dubbelklassen-
stelsel te vermijden. De heer Bosman
heeft gesproken over het tweemaal per
jaar aanmelden van leerlingen en ge
vraagd of dit systeem niet opgeheven kan
worden. Spr. is van oordeel, dat als dat
gebeurt, het geen financieel effect zal sor-
teeren. Voor "bezuiniging heeft men daar
niets aan. Wat betreft de amendementen
van de heeren Verwey en Sijtsma merkt
spr. op dat deze voor B. en W. absoluut
onaannemelijk zijn omdat ze met de eene
hand nemen, van ze met de andere hand
geven. Wanneer dergelijke amendementen
aangenomen worden kan men beter tegen
het voorstel stemmen. Er blijkt uit, dat
men wel de bezuiniging wil. maar niet het
middel daartoe.
De heer Sijtsma wilde ook, bij eventu-
eele combinatie van klassen, alleen com
binatie van opeenvolgende klassen. Dit zal
zeker de regel zijn, maar kleine afwijkin
gen, als b.v. het combineeren van een
kleine vierde en een kleine zesde klas, ge
looft spr. niet dat schaden zullen.
Spr. komt dan tot de vraag of in het
Haagwegkwartier een nieuwe school zal
moeten worden gesticht of niet. Spr. licht
de geschiedenis van deze zaak toe en wijst
er op dat overwogen wordt een verbinding
tusschen het Haagweg- en Morschkwar-
tier. Dat zal hóofdzakelijk geschieden uit
een oogpunt van het verkeer, maar voor
het onderwijs zal het zeker ook van groot
belang tijn. Daardoor zal men niet komen
te staan voor het feit, dat in de twee ge
noemde kwartieren twee kleine scholen
aanwezig zijn, maar kan één groote schooi
tot stand komen. Spr. gelooft dan ook niet
dat in deze vergadering plaats is voor de
motie van ae heeren Sijtsma en Verwey.
B. en W. adviseeren eerst de verbinding
tusschen het Haagweg- en Morschkwartier
af te wachten. De totstandkoming van
zulk een verbinding zal zeker niet later
tot stand behoeven te komen dan de stich
ting van een O.L. school.
Ten slotte dankt spr. den heer Meijnen
voor zijn steun aan B. en W. en meent
overigens de verschillende sprekers be
antwoord te hebben.
De heer S ij t s m a (V.D.) repliceerend,
zegt dat hij de uitdrukking „nekken" van
het onderwijs gebruikt heeft om vooral
de menschen van zijn eigen richting en
de menschen van de S.D.AP. er op te wij
zen, dat de rechterzijde het O.L. onderwijs
niet sympathiek gezind is.
Wat betreft het te laat komen van de
stukken antwoordt spr„ dat de waarheid
van zijn woorden zich gemanifesteerd
heeft in het debat. Slechts enkele heeren
waren van de zaak op de hoogte. Wat
overigens zijn motie betreft, zegt spr., dat
liij deze in haar geheel handhaaft. Spr. is
er niet van overtuigd, dat het maximum
aantal van 36 leerlingen zooveel afdoet
aan het voorstel van B. en W. Het punt
van de school aan den Haagweg wil spr.
eveneens handhaven, maar hij heeft er
geen bezwaar tegen dat deze alinea ver
valt omdat de motie van den heer Ver
wey betzelfde bedoelt. De uitdrukkin
„met eindonderwijs" kan vervallen.
De heer M e Ij n e n (CJL) onder steunt