Over^^SL
Aan het einde der Week
Telken jare, in de eerste dagen van
de maand Augustus, gaan onze en ve
ler gedachten terug naar die hange
Augustusmaand in 1914, toen de groo-
te oorlog uitbrak.
De eene oorlogsverklaring volgde op
de andere, en in de neutrale landen,
ook in ons land, heerschte groote vrees
dat men ook door dien stortvloed zou
meegesleept worden.
Vooral aan het voormalige Westfront
hebben de afgeloopen week herden
kingsplechtigheden plaats gehad, die
door duizenden oud-strijders werden
bijgewoond.
Zal van een dergelijke oorlogsher
denking evenwel een invloed ten goe
de uitgaan, dan zal het noodig zijn,
dat men niet slechts denkt aan de
overwinning, die de geallieerden be
haald hebben over de Duitsche „bar
baren", doch dan zal zijn moeten staan
in het teeken van de „uitbanning van
den oorlog", zooals men dat tegen
woordig noemt.
Ën daar ontbreekt nog maar al te
veel aan
Daarom is een veel betere oorlogs
herdenking dan de pelgrimstocht der
Britsche oud-strijders naar de slagvel
den in België en Noord-Frankrijk, de
teekening van het anti-oorlogsver
drag van Kellogg, die weldra te Parijs
zal plaats hebben.
De teekening van een dergelijk ver
drag beteekent natuurlijk op zichzelf
slechts weinig, indien de idealen daar
van niet leven bij het volk en bij zijn
leiders.
Daarom kan b.v. aan Tej its j erin's
verklaring, dat de Sovjet-regeering in
beginsel bereid is, het anti-oorlogsver
drag mede te teekenen, weinig waarde
worden toegekend, vooral wanneer
men in aanmerking neemt, dat Tsjit-
sjerin over de beteekenis en het doel
van het verdrag zegt, dat het „een on
derdeel vormt van de politiek, die ge
richt is op een omsingeling en voorbe
reiding van een oorlog tegen de „St>v-
jet-unie".
Hoe kan een staat, met een derge
lijk wantrouwen bezield, zelf aan zoo
iets willen meedoen?
Waarschijnlijk zullen te Parijs, ter
gelegenheid van de teekening tevens
belangrijke internationale besprekin
gen plaats hebben, althans indien de
drie ministers van buitenlandsche za
ken Chamberlain, Stresemann en
Briand allen weer zoover hersteld zul
len zijn, dat zij persoonlijk de onder-
teekening kunnen verrichten. Vooral
voor Chamberlain is dit nog twijfel
achtig.
Een bekende figuur in de politiek
van een der Balkanstaten is deze week
van het wereldtooneel verdwenen: de
Kroatische boerenleider Steven Ra-
ditsj, die bij den aanslag in de Skoep-
sjtina op 20 Juni j.l. ernstig gewond
was.
Hij was een merkwaardig man, die
meermalen van het eene in het andere
uiterste verviel, doch wien het steeds
te doen was om de autonomie van
Kroatië.
Moge hij zich al een enkele maal
president gedroomd hebben van een
onafhankelijken Kroatischen staat, hij
was toch een van de meest gematigde
elementen in de Kroatische beweging
en hij begreep heel goed, dat zijn land
daarvoor te klein en te zwak was en
dat onafhankelijkheid het ten speel
bal tusschen Joego-Slavië en Italië zou
maken.
Hij wilde 't verband met Belgrado be
waren, maar dan in federallstischen
vorm. Iets in den trant van het staat
kundig vergelijk tusschen Oostenrijk
en Hongarije in de oude Donau-monar
chie.
Het staat te vreezen, dat zijn dood
de crisis in Joego-Slavië en de tegen
stelling tusschen Belgrado en Agram
nog zal verscherpen.
In ons eigen land overleed in het be
gin dezer week Mgr. Dr. Alphons
Ariens.
Toen er, zoowel in Proteslantsch-
Christelijke als in Katholieke kringen
nog weinig medeleven van onze gees
telijke leidslieden met den strijd der
arbeiders was, werd hij, aristocraat
van huis uit en van levensstijl, met
hart en ziel democraat tusschen de
textielarbeiders van Enschedé, welke
in die dagen zulk een zwaren strijd
hadden te voeren om een waardig le-
vensbestaan.
En toen hij, na 15 jaar werkens, te
Enschedé, eindelijk in 1901 benoemd
werd tot pastoor te Steenderen, was
hij zelf zoo arm geworden, dat zijn
vrienden spontaan moesten samenko
men om zijn landelijke pastorie met
het eerst noodige te installeeren.
Zijn leven stond in het teeken van*
„terar dum prosim" (laat ik verteerd
worden, als ik maar nuttig ben).
Uit het Sociale Leven.
GHR. NATIONALE WERKMANSBOND.
(Slot).
Donderdagmorgen is de 34ste jaarverga
dering van den Christelijk-Nationalen
Werkmansbond voortgezet.
't Was al over elven toen de voorzitter,
de heer P. J. Nahuisen den aanwezigen
verzocht te zingen het derde vers van Ge
zang III. Hij las, nadat staande gezongen
was, voor Petrus I, waarna hij voorging
in gebed.
Voorstellen.
Thans werd voortgegaan met de behan
deling der voorstellen.
Van de afdeeling Rotterdam was het
volgende voorstel ingekomen:
Het Hoofdbestuur van den Chr. Natio-
nalen Werkmansbond wende zich tot de
Regeering, met het verzoek, dat zij, die
na het volbrengen van hun militairen
dienstplicht, niet in hun vroegeren werk
kring terug kunnen komen in de le
maand 2/3 en in de volgende maand 1/3
van het loon, hetwelk zij vóór hunne in
diensttreding verdienden, van het Rijk
zullen ontvangen, indien zij daarvoor aan
vrage doen en dit na onderzoek voor in
williging vatbaar is.
Prae-advies van het Hoofdbestuur: Het
Hoofdbestuur erkent gaarne de goede be
doeling van dit voorstel. Het vreest even
wel, dat een te dien opzichte aan de Re
geering gedaan verzoek weinig of geen
kans van slagen hebben zal, vooral ook,
omdat de uitvoering van den eventueel
te nemen maatregel op vele en groote
moeilijkheden stuiten zal.
Na ruim een uur discussie wordt beslo
ten een commissie van onderzoek betref
fende deze kwestie te benoemen.
Doordachte emigratie.
Rotterdam stelde verder voor:
Ons program Art. 6 meldt onder meer,
dat nationaliteitsgevoel en vaderlandslief
de moet aangekweekt worden en dat dien
tengevolge men zich moet wachten voor
onnoodige en ondoordachte emigratie.
Waar de tegenwoordige malaise en
overvloed van werkkrachten oorzaak is,
dat vele ouders met zorg de toekomst van
hun zonen tegemoet zien, kan emigratie
gewenscht wezen, maar zulks moet dan
wel doordacht zijn.
Toelichting: Naar Canada is door taal
en klimaat, speciaal landbouwarbeid voor
velen een teleurstelling geweest. Thans
worden krachtige pogingen aangewend,
om emigratie naar Suriname te bevorde
ren, waarbij bovengenoemde bezwaren
vervallen. Toch moet er meerdere be
kendheid gewekt worden met deze Neder-
landsche bezitting en toekomst voor flin
ke Hollandsche werkkrachten op verschil
lend terrein. Het hoofdbestuur wordt op
gedragen omtrent deze kwestie een on
derzoek in te stellen en het resultaat daar
van in „De Voorzorg" te vermelden. Is
emigratie naar Suriname, hetwelk thans
zoo sterk wordt aanbevolen, in het waar
achtig belang van onze zonen, of zijn
daar gevaren of groote beswaren aan ver
bonden?
Een Britsch legioen, waaronder zich d e Prins van Wales bevond, heeft een
bezoek gebracht aan de slagvelden van Noord-Frankrijk. Het legioen be
stond uit niet minder dan 8000 oud-strijders en 3000 vrouwen of weduwen.
Te Rijssel legde de Prins van Wales een krans aan den voet van 't oorlogs
monument.
Prae-advies van het Hoofdbestuur:
Het Hoofdbestuur wil wel trachten meer
gegevens, als in bovengenoemd voorstel
bedoeld te verkrijgen en die in „De Voor
zorg" doen opnemen.
De heer Van Mechelen uit Rotterdam
licht het voorstel toe, dat daarna zonder
beraadslaging en zonder stemming wordt
aangenomen.
's Bonds roeping tegenover Oranje.
Zonder beraadslaging en zonder stem
ming vereenigt de vergadering zich ver
volgens met een voorstel Rotterdam,
waarin wordt opgewekt, dat iedere afd.
van den Chr. Nat. Werkmansbond op 30
April en 31 Augustus, zelfstandig of in
verbinding met gelijkgezinde vereenigin-
gen, de verjaardagen van ons vorstenhuis
in levendige herinnering houdt.
Te half twee schorst de voorzitter de
vergadering tot half drie.
Middagvergadering.
Te kwart voor drie werd de vergadering
heropend.
Onderzoek toestand Landarbeiders.
Het Hoofdbestuur stelde voor een on
derzoek in te stellen naar den toestand
der Landarbeiders.
Na eenige bespreking vereenigde de ver
gadering zich met dit voorstel.
Redactie „De Voorzorg".
Ten slotte was er nog een voorstel van
het Hoofdbestuur, om, telkens voor één
jaar, op de Jaarvergadering te doen kie
zen 3 leden, die tezamen uitmaken de
Redactie van „De Voorzorg".
Conform besloten.
De heeren Nahuisen, Visser en Bakker
zullen dit jaar deze commissie vormen.
Uitslag verkiezing.
De voorzitter deelde mede, dat de heer
W. P. Kroes hij tweede stemming als
hoofdbestuurslid gekozen is.
Bij de rondvraag werd door verschillen
de congressisten ook mede namens de
dames een hulde'gebracht aan de af-=
deeling Apeldoorn voor de schitterende
ontvangst. Ook de voorzitter deed dat in
zijn slotwoord uitkomen, waarna te half
vijf met het zingen van Gezang 96 en
dankgebed het congres geëindigd was.
GEMENGD NIEUWS.
Bij een redding verdronken. De
zee heeft bij Kijkduin Donderdagmid
dag weer een slachtoffér geëischt.
Op het vrije gedeelte, dus buiten het
gebied van bet badhotel, was daar om
streeks drie uur een dame te ver in
zee gegaan.
Verschillende zwemmers, bet ge
vaar bemerkend, waarin de baadster
verkeerde, begaven zich daarheen en
wendden pogingen tót redding aan,
welke in zooverre met het beoogde
succes werden bekroond.
Vermoedelijk echter heeft ook ~aan
de redding wiUen deelnemen de 40-
jarige heer F. L. W. Libourel, kapitein
van de genie bij het Ned. Indische le
ger. die met zijn familie met verlof
aldaar vertoefde en die ter plaatse
met eenige gezinsleden aan het ba
den was.
Na eenige oogenblikken vermiste
n.l. Mevr. L. haar man.
Onmiddellijk werd getracht den ver
misten bader op te sporen, doch het
gelukte niet, hem te vinden.
Eerst ongeveer een uur later wier
pen de golven het lichaam van den
kapitein aan land.
Toegepaste kunstmatige ademhaling
waarbij twee dokters assisteerden,
mochten niet meer baten: de levens
geesten waren reeds geweken.
Het lijk is daarop naar de Alg. Be
graafplaats gebracht.
Kapitein Libourel werd .9 Jan. als
zoodanig benoemd.
Hij werd 2de luitenant op 29 Juli
1911 en 1ste luitenant op 10 Mei 1913.
106 Jaar. Te Bourg-Bruche, in den
Elzas, is een vrouw gestorven, die 106
jaar was.
Door een wesp. De heer N. uit
Amsterdam reed met zijn auto in den
Velserpolder in de richting Velsen.
Plotseling kwam er een wesp voor
zijn gezicht en toen hij die wilde weg
nemen, raakte hij zijn stuur kwijt, zoo
dat de auto in een droge sloot terecht
kwam.
Door den schok vloog de heer N.
met het hoofd door de voorruit, waar
door hij verscheidene bloedende won
den opliep.
Na een boerderij te zijn binnen ge
bracht, verleende n arts uit Velp de
eerste hulp.
De heer N., die zeer veel bloed ver
loren had, werd daarna naar het St.
Antonius ziekenhuis te IJmuiden over
gebracht.
De gehavende auto werd later per
kraanwagen naar IJmuiden overge
bracht.
Nooit te oud om teDe oud
ste inwoner van het stadje Welling
ton in de Kaapprovincie isniet
gestorven, o neenin het huwelijks
bootje getreden.
„Oom Philip Jacobs" zoo ver
telt de Wellingtonsche correspondent
in „Die Burger" „een 92-jarige grijs
RECLAME.
aard, stapte op een Dinsdag met zijn
vierde vrouw naar de kerk om zich in
het huwelijk te laten inzegenen.
De oude baas is kerngezond".
De correspondent wenscht hem „een
lange en gelukkige echtverbintenis
toe.
Inbraak. Te Chèvremont-Kerkra-
de is ingebroken in de manufacturen
winkel van den heer D.
Er werden voor 800 goederen ge
stolen. -j j&l
Daders onbekend.
Wisselend wisselgeld. Een winke
lier in de Warmoesstraat te Amster
dam kreeg bezoek van een paar zi
geuners, die wat kochten en een bank
biljet van 60 in betaling gaven.
Zij kregen geld terug, maar hadden
liever kleiner geldsoorten.
De winkelier wisselde opnieuw, de
zigeuners waren nog niet tevreden,
de winkelier was hen terwille.
Zoo ging het steeds maar wisselend,
nog eenigen tijd door.
Eindelijk verdwenen de bezoekers
en toen bleek, dat zij, al wisselende,
35 te veel hadden meegenomen.
Kind verbrand. In de Haarlem
mermeer heeft een 3^-jarig kind een
hoeveelheid kokend water over beide
beenen gekregen.
Het is daarbij zoo ernstig verwond,
dat het aan de gevolgen is overleden.
De schoenmaker als rechercheur.
Schoenmakers schijnen een bijzondere
geschiktheid voor het recherche-vak
te hebben.
Onlangs wist een Berlijnsche schoen
maker een zakkenroller onschadelijk
te maken.
Dezer dagen leverde een andere
meester op de pikdraad een inbreker
eigenhandig bij de politie in.
De schoenmaker dronk in de Münz-
strasse in een proeflokaal zijn pint,
toen een jonge man door zijn spreken
de aandacht trok.
Heel argeloos ging hij naar hem toe
en deed het voorkomen, alsof hijzelf
wat te koop had.
Na langen tijd over en weer praten
ging de jongeman op het voorstel van
den ander in en liep met hem .mede
naar de Alexanderplatz, zoogenaamd
om een mand met waschgoed te ha
len voor moeder de vrouw.
Voor den ingang van het politiebu
reau echter greep de schoenmaker zijn
metgezel bij den kraag en koerste den
onthutsten man het gebouw in.
Het bleek, dat de schoenmaker zich
niet had vergist,
De overrompelde is een 17-jarige F.,
die met Pinksteren uit Struweshof ont
vluchtte en sindsdien van inbraak
leefde.
Hij was er achter gekomen, dat in
de Tegelerstrasse een familie op reis
was gegaan. Hij drong twee maal de
woning binnen en stal wat hij maar
kon weghalen.
In de Grolmanstrasse maakte hij
den volgenden dag een fiets buit, waar
voor hij twee mark kreeg, omdat zij
te zeer verroest was. Ook zijn voor
gaande buit werd slecht betaald.
Voor alles en alles te zamen kreeg
hij slechts 31 mark, ofschoon de wer
kelijke waarde een paar honderd mark
bedroeg.
De gesnapte inbreker werd voor
den ree ter van instructie geleid.
Aangehouden. Door de politie te
Roosendaal is een Spaansch zeeman
aangehouden, verdacht van poging tot
inbraak in den juwelierswinkel van
Leidsche Penkrassen.
Amice,
Het is zomer en vacantietijd!
Ik, arme, heb mijn daagjes al opge
teerd en eenigszins onwennig ben ik
mijn kantoorkruk weer opgeklommen
met, in verloren oogenblikken, kau
wend op mijn penhouder, slechts de
herinnering.
Je moet me niet kwalijk nemen,
ouwe jongen, dat ik vandaag nu eens
niet uitweid met de mij eigen breed
sprakigheid over zakelijke of princi
pieel© Leidsche aangelegenheden,
want afgezien van het feit, dat de
komkommertijd daar is en de onder
werpen maar niet zoo uit de mouw te
schudden zijn, moet ik je zeggen, dat
als ik ze al vinden zou, ze me momen
teel zoo weinig interesseeren zouden,
dat ik ze nog gebrekkiger zou behan
delen dan gewoonlijk, zoodat ik er jou
en mijzelf slechts mee zou ergeren.
Nu doe ik, voldaan over deze lange
zin, een flinke heet op mijn penhouder
en daar komt weer de herinnering aan
mijn mooie vacantiedagen, die ik
hoofdzakelijk, o neen, niet doorge
bracht heb in een of ander „helm" of
„hausen", maar in ons eigen lieve Hol
land.
Dit klinkt nu wel erg teeder en het
is ook inderdaad zoo bedoeld, want
ik boud veel van mijn heimat, maai*
het zegt niet, dat ik een ben van de
genen, die zeggen; je moet eerst je
eigen land eens goed gezien hebben
voor en aleer je naar het buitenland
gaat, want dat ik daar niet naar toe
gegaan ben is, behalve van andere
dingen, vooral de schuld van de ge
ringe omvang van mijn portemonnaie,
daar ik in alle bescheidenheid mag
zeggen, dat ik niet zoo dwaas ben als
sommigen, die naar een jaar van moei
za&m sparen hun centen tellen, daar
na de kaart van Nederland opslaan,
vervolgens zoeken naar de dichtstbij
zijnde grens en dan uit gaan rekenen,
hoever ze voor enkele dagen wel over
die zwarte streep kunnen komen
Een van mijn collega's heeft het
in die sport zoover gebracht, dat hij,
door het feit, dat onder de kaart, die
aan den muur hing, een waschgelegen
heid was, hij gebrek aan uitduiding,
tot mij zei: Ik kom ongeveer tot aan
de punt van die blauwe banddoek.
Hij is er gekomen ook.
Ik geloof zelfs, dat hij het eerste
blauwe ruitje er bij genomen beeft.
In die sport ben ik echter nog niet
zeer bedreven en daarom heb ik mijn
ijzeren ros genomen, heb mijn weder
helft verzocht hetzelfde te doen (kin
deren hebben we nog niet, want ze is
pas mijn aanstaande wederhelft) en
zoo zijn we gefietst naar tante Riek
en oom Hendrik met boven ons de
blauwe lucht en de lachende zon en
om ons het wisselende landschap.
De pace gespannen op de trapper en
de frissche lucht inzuigend tot in het
uiterste puntje van de longtop, de ha
ren wapperend in den wind, de armen
gespannen naar het stuur, zoo gingen
we en we lieten onze bezonnebrilde
oogen wijd-open kijken, kijken, maar
en we zeiden af en toe simpele ge
zegden tot elkaar om onze vreugde te
uiten, dat het alles zoo mooi was.
We snoven diep in de bloemengeu-
rende lucht en clan zeiden we: Ooooo,
met een zucht, totdat we dronken wa
ren van de zomerweelde, van de ko
renvelden van goud, van de groene
weidelanden en ook van de prikkel-
geurende dennenbosschen, van de zon
en de vogels en de bloemen en van
alles
Toen hebben wé een broodje met
kaas gegeten.
Nu zit je ineens te grinneken, Ami
ce, en met de opmerking dat we dan
niet dronken waren, maar dat we hon
ger hadden, maak je mijn zwakke en
wankelende poging om eens even po
ëtisch te zijn, tot een volkomen mis
lukking.
Goed dan, we hadden inderdaad
honger en we hebben niet één, maar
vier broodjes met kaas gegeten en
nog krentebollen gekocht voor onder
weg.
Toen zijn we weer op de fiets ge
sprongen enenfin, zie boven
mijn kolommen zijn baast gevuld en
we zijn nog lang niet bij tante Riek.
Tante Riek en oom Hendrik zijn een
paar menschen, waarover ik niets wil
zeggen, dan dat ze een eigendomme-
lijkheid hebben, waarom ik ze verkies
boven mijn andere (en ik ben op dat
punt rijk gezegend) familieleden.
Die eigendommelijkheid namelijk is
dat ze wonen in 't Gooi. Neem daarbij
het feit, dat ze gastvrij zijn en ik vraag
u, of niet menig neefje, dat alleen fa
milie heeft in Berkel en Rodenrijs en
Nieuwe Tonge jaloersch op mij zal
zijn.
En nu, Amice, moet ik plotseling
denken, alvorens ik aanvang met mijn
loflied op 't Gooi, aan de internationa
le ansichtkaartenverzameling, die ik
vond in mijn brievenbus, toen ik thuis
kwam.
De vrienden, die mij deze collectie
bezorgd hebben, zullen van mij slechts
kaarten vinden in. hun brievenbussen
uit Bussum, Hilversum, Baarn, Oud-
Naarden, Huizen, Laren, enz. en ze
zullen medelijdend tot hun vrouw zeg
gen, „dat ik daar ergens in het Gooi
heb zitten koekeloeren".
Tegen deze uitdrukking kom ik ten
sterkste op.
't Is een loffelijk streven, om eens
wat van de wereld te zien en voor
iemands algemeene ontwikkeling is
een buitenlandsche reis een goed ding*
maar toch heb ik, toen ik in Hil
versum was, mezelf afgevraagd,- of de
menschen, die met al of. niet gemaak
te bewondering buitenlandsche bouw
werken bezichtigen, zich ook de moei
te getroost hebben binnenslands, in
dit geval in Hilversum, de architec
tuur te bewonderen van een Dudok v.
Heel, die reeds lang internationaal
bekend is en gebouwen neer heeft ge
zet, zoo subliem en zoo origineel, als
men slechts weinig ziet.
Maar afgezien van deze architec
tuur (want die moet ieder gaan be
wonderen) gaat men niet naar 't Gooi
om kunst, hoewel, als men de wegen
kent, men ook daaraan zijn hart kan
ophalen, maar men gaat er naar toe.
om voor eenige dagen blij te spelen in
Gods grooten tuin met ongedwongen
vroolijkheid, met een hart wijd open
voor de indrukken van de pluriforme
natuur, om jolijt te maken als de zon
schittert gelijk brandende regen op
het duizendmalig groen en om heel
stil te zijn als de avond komt gedaald
over de heide en woordeloos beginnen
te spreken de stemmen van den nacht.
Zoo, met ons hart wijd open, zijn
we eiken dag weer opnieuw de bos-
schen ingegaan en we hebben Gooi
en Eemland doorkruist waar we znaar
wegen vonden, veilig geleid door de
witte paddestoeltjes langs de rijwiel
paden (waarvoor de wielrijders en
ook de wandelaars de vereeniging
Gooi- en Eemland niet genoeg dank
baar kunnen zijn).
Wanneer we door de bosschen re
den en door een tunnel van groen de
heide zagen, waren we blij straks den
wijden hemel te zullen zien en mid
den op de open hei even te kunnen
genieten van het vergezicht, maar
even welgemoed gingen we daarna
weer onder de hoornen door, omdat bij
elke ronding van het kronkelende pad
een nieuwe verrassing wachtte.
Ik zal je niet vermoeien, Amice, met
een beschrijving van alles wat we ge
noten hebben. Waarschijnlijk heb je
me toch al erg breedsprakig gevonden
en dat ben ik toch heusch niet ge
weest, want er zou oneindig veel meer
van te zeggen zijn dan die paar woor
den, door mij geschreven.
Ik raad je echter aan vanavond noa
in je familiealbum te gaan zoeken of
je niet een familielid kunt opschoni
melen, dat daar ergens in 't Gooi zijn
of haar tenten heeft opgeslagen, of an
ders ga je maar kampeeren. Dat is
tegenwoordig chic. Er zijn ook hotels
en pensions genoeg.
In elk geval, als je 't nog niet hel t
gedaan, bezoek dan eens het Gooi- en
Eemland en als je tante Riek en oom
Hendrik ontmoet, doe ze dan van mij
en mijn ae. wederhelft de hartelijke
groeten.
Inplaats van Veritas, die met va
cantie is en in dien tijd de kranten
schrijverij haat, met een haat, evn
redig aan de liefde, die hij haar to-
draagt in gewone dagen, teeken ik
D. VANDERES.