ÜIEUWE LEIDSCHE COURANT van DONDERDAG 26 JUL11928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. HOFBERICHT. Behalve door de reeds vermelde le den van het gevolg, zal de Koningin- Moeder heden bij haar bezoek aan de Vee-tentoonstelling in het Malieveld ook vergezeld worden door Jhr. de Jonge van Zwijnsbergen, Kamerheer ter beschikking. De Vorst van Waldeck en Pyr- mont, broeder van de Koningin-Moe der, wordt met zijn gemalin Vrijdag avond op Soestdijk verwacht. NEDERLAND EN ZWEDEN „Dagens Nyheter", het eerste libera le dagblad van Stockholm, tevens het grootste van Zweden, zoowel wat op lage als advertenties en technische in richting betreft, heeft naar aanleiding van de opening der Olympische Spelen zijn geheele in meerdere kleuren artis tiek bewerkte Zondag-bijlage van den 22 dezer gewijd aan Nederland en de relaties tusschen Zweden en Holland. Het nummer, dat 24 bladzijden groot is, bevat omtrent 15 artikelen en on geveer 100 illustraties, daaronder een aantal teekeningen van Zweden's bes te levende kunstenaars op dit gebied: Torsten Schonberg, Eigil Schwab en Hjalmar Straat. Onder de artikelen komen voor: Schilderingen van Amsterdam, de Hollandsche provincie, alsook beschrij vingen van industrie en visscherij. Een aardig opstel over Koningin Wilhelmina heeft den titel gekregen „De Koningin van Den Haag en Abis- ko", een toespeling op de liefde der Koningin voor het Zweedsche geberg te, een liefde, die door de Zweden zeer op prijs gesteld wordt. De vooraanstaande kunstcriticus, Doctor Tor Hedberg, schrijft over de Oud-Hollandsche kunst in een lang artikel, met den titel „Holland's ver overde provinciën" behandelt de merk waardige drooglegging der Zuiderzee. Een paar artikelen houden zich be zig met de groote sportgebeurtenis te Amsterdam; zoo schrijft een der meest betrouwbare sportkenners van Zwe den, de heer Erik Bergvall, chef van het Stadion te Stockholm, over de Hollanders als sportlieden en na een beschouwing van de kansen der ver schillende naties houdt hij het voor waarschijnlijk, dat Nederland de twee de plaats zal veroveren. Van groot interesse voor het Neder- landsch publiek is een artikel over de Hollanders in Zweden, waaruit o.a. blijkt, dat de rijkste persoon in 't land de heer Arend Versteegh, Hollander is. Een in Nederland wonende Zweed sche dame, Mevr. Else Almquist, draagt bij een paar sympathieke arti kelen over Hollandsch familieleven en houdt zich in het bijzonder op bij het in Zweden geheel onbekende feest, Sinterklaasavond. Tenslotte heeft „Dagens Nyheter" door de vereeniging „Nederland in den Vreemde" een novelle verworven van den pseudonym Hendrik van Grave. SNELLE REIS. De mailbooten uit Ned. Indië komen den laatsten tijd gewoonlijk eerst des Zaterdags in plaats van Vrijdags te Marseille of Genua aan, in verband met de Oost-moesson. Het motorschip Sibajak, van den Rotterdamschen Lloyd, heeft evenwel nu zoo'n snelle reis gemaakt, dat het schip reeds hedenochtend vroeg al daar werd verwacht. VAN DE LUNTERSCHE BEEK. In den Amersfoortschen raad is ter sprake gekomen de vervuiling van de Luntersche beek. De burgemeester deelde mede, dat van den hoofdinspecteur voor de Open bare Gezondheid bericht was ingeko men, dat reeds van Juni af een onder- FEUILLETON. EINDELIJK VREDE. 83) —o— Omdat u u schaamdet over haai ge drag, had u haar juist geen oogenblik langer daar moeten laten. Hoe langer zo daar blijft, hoe meer schande voor ui" De man was geheel terneergeslagen. Met gebogen hoofd zat hij te luisteren. Eindelijk zeide hij: „Het is goed dok ter; morgen, zoodra ik van 't kantoor kom, zal ik haar gaan halen". Dokter Van Ende was tevreden ge steld, en haastte zich met het goede nieuws naar huis om zijn zuster op te beuren. „Ik dank je wel, Frank 1" zeide Ruth met een blijden glimlach. „Als jij er maar bij te pas komt, dan gaat het pas goed. Ik zou niet weten wat ik zonder jou beginnen moest". Frank lachte. „Ik geloof, dat ik best de rollen kon verwisselen, zustertje! Ik weet wel, wie er niet buiten jou kan." Het kostte den armen Van Hal nog moeite genoeg om Annie weer mee te krijgen, nadat hij haar eerst aan den directeur van het komediegezelschap had afgestaan. Eerst toen hij met de politie dreigde, zag deze zich genood zaakt, Annie met hem mee te laten gaan. Deze verweerde zich echter hei- zoek plaats had en «lat het euvel niet te zoeken was bij de zijdefabriek te Ede, maar aan de fabrieken te Vee- nendaal. Ged. Staten van Utrecht en Gelder land zijn reeds in bespreking om het euvel voortaan te voorkomen. Ged. Staten van beide provinciën zijn in deze kwestie betrokken, omdat Veenendaal op beider gebied ligt. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Oppenhuizen (toez.): T. A. Hoen, te Ee. Te Doornspijk: P. Ivuylman, te Houten. Bedankt, voor Zeist: A. J. Worm- goor, te Bussum. Voor Barneveld: J. J. Timmer, te Ermelo. Voor Ste- dum: J. Jellema, te St. Pancras. CHR. GEREF. KERK. Ber Diepen, te Aalten: A. Pon- stein, cand. te Epe. ALG. SYNODE NED. HERV. KERK. VHe zitting. Het classicaal bestuur van 's-Gra- venhage heeft bericht, dat de gemeen te Maasdijk zelfstandig is verklaard met ingang van 1 October 1928. De heer B. Tichelman, predikant te Sche-veningen, beeft zijn benoeming tot secundus van den secretaris der Alg. Synode aangenomen. In deze zevende zitting worden ver schillende punten der agenda, welke niet in banden van commissies zijn gesteld, afgehandeld. Daartoe behoort het verslag van den heer B. Sanders over het 2© kwartaal van zijn arbeid in Duitscbland. Over dien arbeid, waaraan meerdere hulpkrachten dien den te worden verbonden, is reeds vroeger een en ander "medegedeeld. Het bestuur van den Chr. Nationa- len Werkmansbond heeft de Synode uitgenoodigd eenige afgevaardigden te zenden naar de 34e jaarvergadering te Apeldoorn op 8 en 9 Aug. a.s. De president wijst op de groote beteeke- nis die de Werkmansbond voor de Ned. Herv. Kerk heeft en herinnert aan het werk van den eerevoorzitter van dien Bond. Besloten wordt de hee- ren J. Barbas, predikant te Hengelo en IC. H. E. Gravemeijer, predikant te 's- Gravenhage, af te vaardigen. Tot lid van de commissie betreffen de de Diaconale Armenzorg wordt be noemd de beer dr. H. Wagenvoort, archidiaken te Groningen. Daarmede is voorzien in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer G. J. Harmsen te Rotterdam. De heer P .W. Hugenholtz, te Voort- huyzen, heeft aan de Synode gevraagd, haar moreelen en financieelen steun te willen verleenen aan het Interna tionaal Verbond tot verdediging van het Protestantisme. Dit verbond is in 1923 te Haarlem opgericht op initiate! van de Evangelische Maatschappij en van den „EvangelischerBund" te Ber lijn. Een van zijn eerste daden was de oprichting van een internationaal persbureau en bet uitgeven van het tijdschrift „Protestantische Rund schau" in drie talen. Voorts wordt hulp verleend aan geloofsgenooten in Polen, Bobemen, Silezië, Tsjecho-Slo- wakije, Zuid-Slavië en Oekraine. Besloten wordt te berichten, dat de Synode is aangesloten bij de Central- Stelle te Zurich. Wat het verleenen van moreelen steun betreft, zal de Sy node het advies inwinnen van haar commissie voor het onderhouden van betrekkingen met buitenlandsche ker ken. Besproken wordt het tot de Synode gerichte verzoek van de „Nederland- sche afdeeling van den Wereldbond tot bet bevorderen van een goede ver standhouding tusschen de Volken door de Kerken", om als lid der afdee ling toe te treden. De president deelt mede, dat het niet voor de eerste maal is, dat de Sy node gesteld wordt voor de vraag, of zij lid der afdeelng zal worden. Hij geeft een toelichting van de wijze waarop de Nederlandsche afdeeling arbeidt en verschillende leden voeren het woord, om van hun inzicht te doen blijken. Met algemeene stemmen wordt besloten te antwoorden, dat de Synode tot het lidmaatschap niet kan toetre- tig. Het gemakkelijke, avontuurlijke leven beviel baar vrij wat beter dan QO liefdelooze omgeving, waarin ze was grootgebracht. Nadat de directeur haar echter een paar woorden had in gefluisterd, en haar ongemerkt iets in de hand had gestopt,'zonder dat haar oom hierop lette, werd ze wat kalmer, en liet zich door dezen bij de hand ne men en naar de gereedstaande dos-è,- dos brengen. Stil en somber zat Annie naast haar ocm, en deze vermoedde niet in het minst, welke plannen het meisje smeedde. Hij was van pl:„n, even zich te gaan verkleeden om dan zelf Annie naar juffrouw Van Ende te brengen. Annie zelf had ook dringend een bad en schoone kleeren noodig. Er wachtte bet meisje geen vrien delijke ontvangst. Toen mijnheer Van Kal zich even verwijderd had om een bad te nemen, nadat hij z'n huishoud ster ernstig op het hart had gedrukt om Annie bij zich te houden, brak de vrouw in een stortvloed van verwij tingen en scheldwoorden tegen haar los „Daar!" zei ze ten laatste, terwijl ze Annie ruw bij den schouder pakte, en in een kleine kamer duwde, „daar, vuile straatmeid! blijf daar maar tot je oom je komt halen!" En met deze woorden draaide ze den sleutel in het slot om. Alle hartstochten waren bij het meisje opgewekt. Met alle macht ver zette zij zich tegen het plan van haar den, doch dat zij met groote belang- Nielling kennis noemt van den arbeid jon de Wereldbond veivicht. Op de agenda staan weder verschil lende klachten van gemeenteleden over toestanden of ervaringen in hun gemeente. Er moet op worden gewe zen, dat die klachten tehuis behooren hij de classïcale besturen, welke op zicht houden over de gemeenten. Daarom moeten die stukken door tus- sc.henkomst van de provinciale kerk besturen naar de betrokken classicale bi sturen worden gezonden. De dóór de Alg. Synodale Commis sie in haar Novembervergadering be noemde „commissie voor reorganisa tie" heeft bericht, dat zij nog niet ge reed is met haar arbeid. Zij is evenwel bij haar bearbeiding uitgegaan van de veronderstelling, dat zij zich baseeren moet op de voorstellen van de „groote synode" waarvan zij unaniem over tuigd is, dat de aanneming gewenscht moet worden geacht. Besloten wordt genoemde commissie diligent te ver klaren. De kerkeraad der Ned. Herv. Gem. to Urk heeft verzocht voortaan te mo gen behooren tot de classis van Kam pen in plaats van tot die te Hoorn. De Synode besluit echter, gehoord het ad vies van het provinciaal kerkbestuur van Noord-Holland en van het classi caal bestuur van Kampen, hierin geen verandering te brengen. In den namiddag worden commis sievergaderingen gehouden. MET EMERITAAT. Ds. C. L. F. van Schelven, Geref. predikant van Wageningen, deelde Zondag j.l. van den kansel mede, het besluit te hebben genomen Januari a.s. zijn emeritaat aan te vragen. Ds. Cornelis Louis Frangois van Schelven werd 5 April 1858 te Gent ge boren als zoon van Ds. A. van Schel ven, destijds dienende in de Belgische Chr. Zendingskerk. Ds. Van Schelven ging eerst op de n.iddelbare school, later op 't Konink lijk Atheneum te Gent, om daarna het Gymnasium te Middelburg te bezoe ken. Hij studeerde vervolgens aan de Universiteit te Utrecht en deed 3 Jan. 1886 zijn intrede bij de Ned. Herv. Gemeente te Oude-Wetering, waar hij in 1887 met de Doleantie meeging. In Jan. 1893 werd bij bij de Geref. Kerk van Wageningen, welke C emeen- te 24 vergeefsche beroepen had uitge bracht, bevestigd dooi' zijn broeder, Ds. J. C. van Schelven. Ruim 35 jaar is Ds. Van Schelven predikant bij de Geref. Kerk van Wa geningen. Jarenlang is hij generaal-deputaat geweest voor de Evat. elisatie in Rijn- Pruisen; hij is oprichter en voorzitter van de Vereeniging tot behartiging van de belangen der Prot. Nederlan ders in Duitschland; hij was lid van het comité tot oprichting van het Kon. Nat. Steuncomité; lid v*n de commis sie voor hulpverleening aan behoefti ge Nederlanders in Duitschland. Ds. Van Schelven deed in den oorlogstijd veel voor verpleging van kinderen uit den vreemde en voor de geïnterneer den en Belgische en Fransche vluchte lingen. Hij was commandant van het Roode Kruis bij het veldleger en lid van het comité voor het Russische Roode Kruis. Het Christelijk onderwijs heeft zijn vollen steun en vele jaren fungeerde hij als curator en secretaris van het Chr. Gymnasium te Zetten, later door zijn toedoen verplaats naar Arnhem en omgezet in een lyceum. Ds. Van Schel ven is lid van de examen-commissie van den Schoolraad en Chr. Nat. On derwijs. De pogingen van Ds. Van Schelven, om de Landbouw Hoogeschool te Wa geningen te krijgen, zijn niet vruchte loos geweest. Ds. Van Schelven, wien het ridder kruis van de Oranje Nassauorde ge schonken werd is lid van de redactie van de Geldersche Kerkbode. Bekend is zijn brochure „In den kruitdamp". Bij zijn komst te Wage ningen hing er zelfs een zekere kruit dampatmosfeer, want toen hij aan den vooravond de kerk kwam zien, legden kwaadwilligen keisteenen in den Eng op de rails, om de tram te laten ontsporen. De „gele rijers" moes oom. Vrij wilde ze zijn! Haar eigen wil wilde ze volgen I Met machtige kracht trok haar hart naar den man, die haar liefde had bewezen. Bij hem wilde ze zijn. Dezen avond nog. En ze zou hem vragen, haar ver weg te brengen, waar haar oom haar niet meer bereiken kon. Met behulp van een stoel klom ze vlug door het venster, waagde den sprong naar beneden, en tusschen de pianten doorsluipende, bereikte ze de sloot, die het erf van dat der buren scheidde. Ze moest erover 1 De wan hoop gaf haar vleugelen. Gelukkig kwam ze aan de overzij. Als ze onop gemerkt hier langs de haag kon slui pen, dan kon ze aan den achterkant van dezen tuin een klein paadje berei ken, dat, door de kampongs heen, haar een heel eind verder op den grooten weg zou brengen. De directeur bad haar onopgemerkt wat geld in de hand gestopt. Dus zou het haar niet moeilijk vallen, een dos-è.-dos te vinden, die haar naar de plaats harer bestemming bracht. Een tamelijk eind had ze reeds ge- lcopen, toen ze in 't donker over een grooten steen struikelde en haar voet leelijk verstuikte. Ze was genoodzaakt een poosje te gaan zitten, maar de pijn werd niet minder. Loopen was haar voor 't oogenblik niet mogelijk. „Wie is daar?" riep een oude In- landsche vrouw verwonderd uit, die met een klein lantaarntje van den te- genovergestelden kant aankwam. Itn door de straten patrouilleeren en Zaterdagsavonds liep Ds. Van Schel ven zelfs gevaar onder paardenhoeven te komen en sabelhouwen op te loo pen. DE ZENDINGSFILM. Ds. K. v. Dijk, miss. pred. vanwe ge de Geref. Kerken te Keboemen (Java), schrijft in „Uit Keboemen" een en ander over de Zendingsfilm. Ds. Van Dijk is er niet blij mee, dat men een poging wil doen om het Zen dingswerk te verfilmen en hij hoopt maar dat de film niet vertoond wordt. Hij zegt ook waarom, en wel in de eerste plaats, omdat hij een hartgron- digen afkeer heeft van de bioscoop. En nu is dit een van de middelen, waardoor de gruwel van de bioscoop de zielen van de menschen vangt, dat men zeggen kan: Maar er zijn toch ook goede films, men kan in de bios coop toch ook veel leeren. De bios coop zou inderdaad veel minder ge vaarlijk zijn, als er niet die z.g.n. goe de films waren: evenals de duivel veel minder gevaarlijk zou zijn, als alles, wat bij zei, altijd even slecht en lee lijk was. Ik wou maar, dat er nooit goede films vertoond werden, want van die goede films is bet nut zeer problematisch, en zij doen ontzag lijk veel kwaad omdat ze voor de bioscoop een zeer waardevolle reclame maken. Wie zal het ontkennen, de Chris tenouders, die moeite hebben om hun kinderen daar vandaan te houden, zullen tegenover ben niet sterker ko men te staan, wanneer die kunnen zeggen: En die zendingsfilm mochten we wel zien, of en in de kerk doen ze het zelf. Tegenover Christen-Javanen, waar onder er zijn, die bioscoopbezoek aan bevelen, omdat dit onder kunst valt, zou men het gevoel krijgen, dat de strijd tegen de bioscoop onder de Christenen voorgoed verloren is. Ds. Van Dijk heeft nog een ander be zwaar. Als ik het goed begrijp dan moet de film de menschen warm ma ken voor de Zending. En daarvoor lijkt ze me niet alleen een gebrekkig, maar ook een zeer verkeerd middel. Dat kunnen wij onszelf wel wijsma ken, maar aan God den Heere niet, dat de liefde tot de Zending zoo hoog op laait, wanneer de menschen toestroo- men om die film te zien Het zal er mee zijn als met de groote Zendingsfeesten van vroegeren tijd. Veel menschen, die niet naar de ker mis durfden gaan, en toch erg veel van een pretje hielden, die grepen zoo'n gelegenheid aan om eens uit te gaan. Er was ongetwijfeld waarheid in de karakteriseering, die ik van zoo'n Zendingsfeest eens hoorde ge ven: Christelijke kermis; waarbij Christelijk dan te nemen was in den zin van: voor Christenen. Er zullen naar de Zendingsfilm een massa menschen komen kijken, die geleid worden door de gedachte: Nu hebben wij ook eens wat. Ja, om zulke menschen is bet eigenlijk begonnen. Want de menschen, die de Zending werkelijk liefhebben en bevorderen om des Heeren wil, och, die voelen er allicht niet zoo heel veel voor en die willen hun bijdrage liever rechtstreeks in het Huis des Heeren brengen, dan dat ze nu eerst al die onkosten voor zoo'n filmopname, en de vertooning van die film moeten helpen betalen. Die menschen, aldus vervolgt Ds. Van Dijk, waren anders ook warm voor de Zending, en bun liefde tot de zaak leefde niet bij bet genot van een gezelligen avond, maar bij het Woord van God, dat ons roept tot Zijn dienst. En dat Woord van God, gelijk het ons bediend wordt in de samenkomsten, en zooals wij het onderzoeken in onze woningen, biedt het ware voedsel voor de Zendingsliefde. Van dat voedsel is de vertooning van een Zendingsfilm hoogstens een zeer slecht surrogaat. Een surrogaat, dat waarschijnlijk ook schadelijke bestanddeelen voor de ge zondheid van de Zendingsliefde onzer Christenen bevat. In ieder geval acht ik dit een groot gevaar, dat men schijn voor het wezen der zaak zal nemen, zoodat een vereeniging of een Kerke raad, die do film heeft laten vertoo- nen, bij zichzelf zal denken, dat ze nu toch eens iets heel belangrijks voor de Zending gedaan hebben. „Ach ik ben verdwaald", zeide An- Die. „Ik heb met een paar meisjes ge wandeld; zij zijn den grooten weg ge gaan; maar ik heb met baar gewed, dat ik eerder bij gindschen kruisweg zou komen door dit kampongwegje. Maar nu ben ik in 't donker heelemaal in de war, en ik heb ook mijn voet verstuikt, zoodat ik niet verder kan". „Dat ziet er leelijk uit, Non! En we zijn nog een heel eind van den grooten weg af. Een dos-è-dos is bier niet te krijgen. Waar woont Non?" „Ik woon in Gang Tengah in Welte vreden". „O weel Zullen uw ouders niet onge rust zijn over u?" „Neen, ik heb verlof verkregen om vannacht bij een vriendin bier op Meester te logeeren". „Dan zal deze wel ongerust zijn, dat Non niet komt". „Ik denk het niet; want ik zei haar, dat ik toch maar liever naar huis zou gaan vanavond. Ze zal denken, dat ik een dos-&-dos genomen heb om mij naar Weltevreden te brengen". „Waar woont uw vriendin?" „Ik weet bet niet recht. Ik ben hier niet zoo goed bekend op Meester." „Hoe heet ze?" „Mien van der Does". „Nooit van gehoord. Maar Non, u kunt hier vannacht toch niet blij ven. Wilt u niet bij mij blijven slapen? Ik heb wel niet anders dan een balé- balé; maar ik zal er een deken op leg* AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 26 Juil 1928. Naar aanleiding van de bespreking in de Rotterdamscbe Commissie van Bijstand in Onderwijszaken van het verzoek om subsidie voor het Insti tuut voor Arbeidersontwikkeling zegt de heer Kleerekoper in een Oproerige Krabbel in Het Volk o.m. deze merk waardige woorden: „Ik kan mij geestelijke ontwikke ling, die van richting heeft afgezien, niet denken. En mocht hier mijn be grip slechts te kort schieten en zoo iets toch wel denkbaar zijn, dan wensch ik bij voorbaat in alle feeste lijkheid te bedanken. Ontwikkeling, van volwassenen, ze- kar, is vorming van geest en gemoed, en niet van alle twee op hun beurt, maar tegelijk. Dat is alléén mogelijk, als men van één gedachte uitgaat en zich naar één einddoel richt. Ontwikkeling is niet onderzoek, dat vrij moet blijven van uitgangspunt en doelstelling. Ontwikkeling is opvoe ding, die zich bewust beweegt naar verstand en hart. Stel u de neutrale jurk voor, die alle vrouwen moesten aantrekken. Hoe meer stof er aan zat, des te stelliger zouden we zeggen tot elke draagster o, zinrijke taal dat kleedt je niet Evenmin is een willekeurige bijeen voeging van nóg zoo goede eetbaar heden een maaltijd. En wat voor uiterlijk en stof geldt, dat zou ophouden bij innerlijk en geest? Laten de liberale dooden hun neu trale dooden begraven. Wij echter zullen wijzer zijn!" Natuurlijk, natuurlijk, A. B. K.I Volkomen met u eens! Maar, propos, hoe kan het nu w e 1, dat Sociaal Democratische on derwijzers neutraal zijn? Hoe is het mogelijk, dat Christen- arbeiders zich zouden kunnen vin den in een organisatie, die den klas senstrijd predikt en de leer van Marx omhelst? Niet neutraal, wel neutraal. Dat begrijp ik niet. En daarom be dank i k er feestelijk voor om d i e neutraliteit te aanvaarden. OBSERVATOR. Ds. Van Dijk is er van overtuigd, dat cis bedoeling goed is, m ir hij vreest, dat men er door op een verkeerd spoor komt. Voeding van ons geestelijk leven, van ons geloof en onze liefde, daar leeft de Zending bij. En de voeding moet ons toekomen uit het onderwijs van Gods Woord. Waar het met ons geestelijk leven niet in orde is, daar ontstaat behoefte aan zulke middelen om voor de Zending geld in het laad- je te krijgen. Maar al krijgen we op die manier veel geld, dan loopt het toch mis met onze Zending. Wij gelooven dat Ds. Van Dijk, met alle goede bedoelingen van zijn betoog, teveel naar Keboemen en naar de eenvoudige plaatsen in ons Vaderland kijkt, maar vergeet dat er ook nog stads problemen zijn. Dr. JOHN MOTT. Dr. John Mott, de bekende leider der Chr. Jongemannenbeweging, heeft bij het algemeen secretariaat van de Chr. Vereeniging van Jonge Mannen ir. de Vereen. Staten een verzoek om etrvol ontslag uit zijn betrekking als algemeen secretaris met ingang van één October a.s. ingediend. Gedurende veertig jaar heeft hij de Amerikaan- sche Jonge Mannenbeweging gediend. Het al^meene secretariaat aanvaard de hij in 1915. Dit verzoek om ontslag staat in het nauwste verband met den aandrang, welke op hem uitgeoefend werd door den Int. Zendingsraad, om ter bereiking van de plannen der Je- ruzalemsche Zendingsconferentie zich zooveel mogelijk vrij te maken van allen anderen arbeid. Bovendien herinnert hij in zijn ver zoek om ontslag aan zijn gezondheids toestand, welke sedert het vorige jaar, toen hij ernstig ongesteld was, nog niet geheel in orde is. Verder beroept bij zich op zijn steeds verkondigde tgen; dan is bet niet zoo hard. En het is toch altijd beter dan hier buiten. En morgenochtend zal ik dan een dos-è,-dos voor Non zien te krijgen; dan kunt u naar huis gaan". Niets was Annie meer welkom. In dezen verborgen uithoek zou niemand haar komen zoeken. De goedhartige vrouw hielp haar opstaan, en op haar arm geleund, bereikte ze bet eenvou dige huisje, dat een paar stappen daar vandaan stond. HOOFDSTUK XX. Ruth wachtte dien avond tevergeefs op Annie en haar oom. Ze vreesde, dat Lij er niet in geslaagd was om haar mee te krijgen. „Dan zullen we de hulp van de poli tie inroepen", zei Frank geruststel lend. „Mee moet zei Zonder toestem ming van ouders of voogden mogen ze zulke minderjarige meisjes niet bij zich houden. We zullen morgen zeker wel van haar hooren". Het was al wachtende te laat ge worden om naar Van Hal te gaan. Zoo ging Ruth dus zonder veel ongerust heid naar bed. En al dien tijd liep Annie's oom wanhopig naar het meisje te zoeken. Aan eiken voorbijganger vroeg hij, of men haar niet gezien had. De gedach te, dat ze, over het erf van de buren, het kampongwegje, waarvan hij niets afwist, ingeslagen had, kwam niet bij bem op. {Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5