ÜIEUWE LEIDSCHE COURANT
van
DONDERDAG 26 JUL11928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
HOFBERICHT.
Behalve door de reeds vermelde le
den van het gevolg, zal de Koningin-
Moeder heden bij haar bezoek aan de
Vee-tentoonstelling in het Malieveld
ook vergezeld worden door Jhr. de
Jonge van Zwijnsbergen, Kamerheer
ter beschikking.
De Vorst van Waldeck en Pyr-
mont, broeder van de Koningin-Moe
der, wordt met zijn gemalin Vrijdag
avond op Soestdijk verwacht.
NEDERLAND EN ZWEDEN
„Dagens Nyheter", het eerste libera
le dagblad van Stockholm, tevens het
grootste van Zweden, zoowel wat op
lage als advertenties en technische in
richting betreft, heeft naar aanleiding
van de opening der Olympische Spelen
zijn geheele in meerdere kleuren artis
tiek bewerkte Zondag-bijlage van den
22 dezer gewijd aan Nederland en de
relaties tusschen Zweden en Holland.
Het nummer, dat 24 bladzijden groot
is, bevat omtrent 15 artikelen en on
geveer 100 illustraties, daaronder een
aantal teekeningen van Zweden's bes
te levende kunstenaars op dit gebied:
Torsten Schonberg, Eigil Schwab en
Hjalmar Straat.
Onder de artikelen komen voor:
Schilderingen van Amsterdam, de
Hollandsche provincie, alsook beschrij
vingen van industrie en visscherij.
Een aardig opstel over Koningin
Wilhelmina heeft den titel gekregen
„De Koningin van Den Haag en Abis-
ko", een toespeling op de liefde der
Koningin voor het Zweedsche geberg
te, een liefde, die door de Zweden zeer
op prijs gesteld wordt.
De vooraanstaande kunstcriticus,
Doctor Tor Hedberg, schrijft over de
Oud-Hollandsche kunst in een lang
artikel, met den titel „Holland's ver
overde provinciën" behandelt de merk
waardige drooglegging der Zuiderzee.
Een paar artikelen houden zich be
zig met de groote sportgebeurtenis te
Amsterdam; zoo schrijft een der meest
betrouwbare sportkenners van Zwe
den, de heer Erik Bergvall, chef van
het Stadion te Stockholm, over de
Hollanders als sportlieden en na een
beschouwing van de kansen der ver
schillende naties houdt hij het voor
waarschijnlijk, dat Nederland de twee
de plaats zal veroveren.
Van groot interesse voor het Neder-
landsch publiek is een artikel over de
Hollanders in Zweden, waaruit o.a.
blijkt, dat de rijkste persoon in 't land
de heer Arend Versteegh, Hollander is.
Een in Nederland wonende Zweed
sche dame, Mevr. Else Almquist,
draagt bij een paar sympathieke arti
kelen over Hollandsch familieleven en
houdt zich in het bijzonder op bij het
in Zweden geheel onbekende feest,
Sinterklaasavond.
Tenslotte heeft „Dagens Nyheter"
door de vereeniging „Nederland in den
Vreemde" een novelle verworven van
den pseudonym Hendrik van Grave.
SNELLE REIS.
De mailbooten uit Ned. Indië komen
den laatsten tijd gewoonlijk eerst des
Zaterdags in plaats van Vrijdags te
Marseille of Genua aan, in verband
met de Oost-moesson.
Het motorschip Sibajak, van den
Rotterdamschen Lloyd, heeft evenwel
nu zoo'n snelle reis gemaakt, dat het
schip reeds hedenochtend vroeg al
daar werd verwacht.
VAN DE LUNTERSCHE BEEK.
In den Amersfoortschen raad is ter
sprake gekomen de vervuiling van de
Luntersche beek.
De burgemeester deelde mede, dat
van den hoofdinspecteur voor de Open
bare Gezondheid bericht was ingeko
men, dat reeds van Juni af een onder-
FEUILLETON.
EINDELIJK VREDE.
83) —o—
Omdat u u schaamdet over haai ge
drag, had u haar juist geen oogenblik
langer daar moeten laten. Hoe langer
zo daar blijft, hoe meer schande voor
ui"
De man was geheel terneergeslagen.
Met gebogen hoofd zat hij te luisteren.
Eindelijk zeide hij: „Het is goed dok
ter; morgen, zoodra ik van 't kantoor
kom, zal ik haar gaan halen".
Dokter Van Ende was tevreden ge
steld, en haastte zich met het goede
nieuws naar huis om zijn zuster op te
beuren.
„Ik dank je wel, Frank 1" zeide Ruth
met een blijden glimlach. „Als jij er
maar bij te pas komt, dan gaat het
pas goed. Ik zou niet weten wat ik
zonder jou beginnen moest".
Frank lachte. „Ik geloof, dat ik best
de rollen kon verwisselen, zustertje!
Ik weet wel, wie er niet buiten jou
kan."
Het kostte den armen Van Hal nog
moeite genoeg om Annie weer mee te
krijgen, nadat hij haar eerst aan den
directeur van het komediegezelschap
had afgestaan. Eerst toen hij met de
politie dreigde, zag deze zich genood
zaakt, Annie met hem mee te laten
gaan. Deze verweerde zich echter hei-
zoek plaats had en «lat het euvel
niet te zoeken was bij de zijdefabriek
te Ede, maar aan de fabrieken te Vee-
nendaal.
Ged. Staten van Utrecht en Gelder
land zijn reeds in bespreking om het
euvel voortaan te voorkomen.
Ged. Staten van beide provinciën
zijn in deze kwestie betrokken, omdat
Veenendaal op beider gebied ligt.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Oppenhuizen (toez.):
T. A. Hoen, te Ee. Te Doornspijk:
P. Ivuylman, te Houten.
Bedankt, voor Zeist: A. J. Worm-
goor, te Bussum. Voor Barneveld:
J. J. Timmer, te Ermelo. Voor Ste-
dum: J. Jellema, te St. Pancras.
CHR. GEREF. KERK.
Ber Diepen, te Aalten: A. Pon-
stein, cand. te Epe.
ALG. SYNODE NED. HERV. KERK.
VHe zitting.
Het classicaal bestuur van 's-Gra-
venhage heeft bericht, dat de gemeen
te Maasdijk zelfstandig is verklaard
met ingang van 1 October 1928.
De heer B. Tichelman, predikant te
Sche-veningen, beeft zijn benoeming
tot secundus van den secretaris der
Alg. Synode aangenomen.
In deze zevende zitting worden ver
schillende punten der agenda, welke
niet in banden van commissies zijn
gesteld, afgehandeld. Daartoe behoort
het verslag van den heer B. Sanders
over het 2© kwartaal van zijn arbeid
in Duitscbland. Over dien arbeid,
waaraan meerdere hulpkrachten dien
den te worden verbonden, is reeds
vroeger een en ander "medegedeeld.
Het bestuur van den Chr. Nationa-
len Werkmansbond heeft de Synode
uitgenoodigd eenige afgevaardigden
te zenden naar de 34e jaarvergadering
te Apeldoorn op 8 en 9 Aug. a.s. De
president wijst op de groote beteeke-
nis die de Werkmansbond voor de
Ned. Herv. Kerk heeft en herinnert
aan het werk van den eerevoorzitter
van dien Bond. Besloten wordt de hee-
ren J. Barbas, predikant te Hengelo en
IC. H. E. Gravemeijer, predikant te 's-
Gravenhage, af te vaardigen.
Tot lid van de commissie betreffen
de de Diaconale Armenzorg wordt be
noemd de beer dr. H. Wagenvoort,
archidiaken te Groningen. Daarmede
is voorzien in de vacature, ontstaan
door het overlijden van den heer G. J.
Harmsen te Rotterdam.
De heer P .W. Hugenholtz, te Voort-
huyzen, heeft aan de Synode gevraagd,
haar moreelen en financieelen steun
te willen verleenen aan het Interna
tionaal Verbond tot verdediging van
het Protestantisme. Dit verbond is in
1923 te Haarlem opgericht op initiate!
van de Evangelische Maatschappij en
van den „EvangelischerBund" te Ber
lijn. Een van zijn eerste daden was de
oprichting van een internationaal
persbureau en bet uitgeven van het
tijdschrift „Protestantische Rund
schau" in drie talen. Voorts wordt
hulp verleend aan geloofsgenooten in
Polen, Bobemen, Silezië, Tsjecho-Slo-
wakije, Zuid-Slavië en Oekraine.
Besloten wordt te berichten, dat de
Synode is aangesloten bij de Central-
Stelle te Zurich. Wat het verleenen
van moreelen steun betreft, zal de Sy
node het advies inwinnen van haar
commissie voor het onderhouden van
betrekkingen met buitenlandsche ker
ken.
Besproken wordt het tot de Synode
gerichte verzoek van de „Nederland-
sche afdeeling van den Wereldbond
tot bet bevorderen van een goede ver
standhouding tusschen de Volken
door de Kerken", om als lid der afdee
ling toe te treden.
De president deelt mede, dat het
niet voor de eerste maal is, dat de Sy
node gesteld wordt voor de vraag, of
zij lid der afdeelng zal worden. Hij
geeft een toelichting van de wijze
waarop de Nederlandsche afdeeling
arbeidt en verschillende leden voeren
het woord, om van hun inzicht te doen
blijken. Met algemeene stemmen wordt
besloten te antwoorden, dat de Synode
tot het lidmaatschap niet kan toetre-
tig. Het gemakkelijke, avontuurlijke
leven beviel baar vrij wat beter dan
QO liefdelooze omgeving, waarin ze
was grootgebracht. Nadat de directeur
haar echter een paar woorden had in
gefluisterd, en haar ongemerkt iets in
de hand had gestopt,'zonder dat haar
oom hierop lette, werd ze wat kalmer,
en liet zich door dezen bij de hand ne
men en naar de gereedstaande dos-è,-
dos brengen.
Stil en somber zat Annie naast haar
ocm, en deze vermoedde niet in het
minst, welke plannen het meisje
smeedde. Hij was van pl:„n, even zich
te gaan verkleeden om dan zelf Annie
naar juffrouw Van Ende te brengen.
Annie zelf had ook dringend een bad
en schoone kleeren noodig.
Er wachtte bet meisje geen vrien
delijke ontvangst. Toen mijnheer Van
Kal zich even verwijderd had om een
bad te nemen, nadat hij z'n huishoud
ster ernstig op het hart had gedrukt
om Annie bij zich te houden, brak de
vrouw in een stortvloed van verwij
tingen en scheldwoorden tegen haar los
„Daar!" zei ze ten laatste, terwijl ze
Annie ruw bij den schouder pakte, en
in een kleine kamer duwde, „daar,
vuile straatmeid! blijf daar maar tot
je oom je komt halen!"
En met deze woorden draaide ze
den sleutel in het slot om.
Alle hartstochten waren bij het
meisje opgewekt. Met alle macht ver
zette zij zich tegen het plan van haar
den, doch dat zij met groote belang-
Nielling kennis noemt van den arbeid
jon de Wereldbond veivicht.
Op de agenda staan weder verschil
lende klachten van gemeenteleden
over toestanden of ervaringen in hun
gemeente. Er moet op worden gewe
zen, dat die klachten tehuis behooren
hij de classïcale besturen, welke op
zicht houden over de gemeenten.
Daarom moeten die stukken door tus-
sc.henkomst van de provinciale kerk
besturen naar de betrokken classicale
bi sturen worden gezonden.
De dóór de Alg. Synodale Commis
sie in haar Novembervergadering be
noemde „commissie voor reorganisa
tie" heeft bericht, dat zij nog niet ge
reed is met haar arbeid. Zij is evenwel
bij haar bearbeiding uitgegaan van de
veronderstelling, dat zij zich baseeren
moet op de voorstellen van de „groote
synode" waarvan zij unaniem over
tuigd is, dat de aanneming gewenscht
moet worden geacht. Besloten wordt
genoemde commissie diligent te ver
klaren.
De kerkeraad der Ned. Herv. Gem.
to Urk heeft verzocht voortaan te mo
gen behooren tot de classis van Kam
pen in plaats van tot die te Hoorn. De
Synode besluit echter, gehoord het ad
vies van het provinciaal kerkbestuur
van Noord-Holland en van het classi
caal bestuur van Kampen, hierin geen
verandering te brengen.
In den namiddag worden commis
sievergaderingen gehouden.
MET EMERITAAT.
Ds. C. L. F. van Schelven, Geref.
predikant van Wageningen, deelde
Zondag j.l. van den kansel mede, het
besluit te hebben genomen Januari a.s.
zijn emeritaat aan te vragen.
Ds. Cornelis Louis Frangois van
Schelven werd 5 April 1858 te Gent ge
boren als zoon van Ds. A. van Schel
ven, destijds dienende in de Belgische
Chr. Zendingskerk.
Ds. Van Schelven ging eerst op de
n.iddelbare school, later op 't Konink
lijk Atheneum te Gent, om daarna het
Gymnasium te Middelburg te bezoe
ken.
Hij studeerde vervolgens aan de
Universiteit te Utrecht en deed 3 Jan.
1886 zijn intrede bij de Ned. Herv.
Gemeente te Oude-Wetering, waar hij
in 1887 met de Doleantie meeging.
In Jan. 1893 werd bij bij de Geref.
Kerk van Wageningen, welke C emeen-
te 24 vergeefsche beroepen had uitge
bracht, bevestigd dooi' zijn broeder,
Ds. J. C. van Schelven.
Ruim 35 jaar is Ds. Van Schelven
predikant bij de Geref. Kerk van Wa
geningen.
Jarenlang is hij generaal-deputaat
geweest voor de Evat. elisatie in Rijn-
Pruisen; hij is oprichter en voorzitter
van de Vereeniging tot behartiging
van de belangen der Prot. Nederlan
ders in Duitschland; hij was lid van
het comité tot oprichting van het Kon.
Nat. Steuncomité; lid v*n de commis
sie voor hulpverleening aan behoefti
ge Nederlanders in Duitschland. Ds.
Van Schelven deed in den oorlogstijd
veel voor verpleging van kinderen uit
den vreemde en voor de geïnterneer
den en Belgische en Fransche vluchte
lingen. Hij was commandant van het
Roode Kruis bij het veldleger en lid
van het comité voor het Russische
Roode Kruis.
Het Christelijk onderwijs heeft zijn
vollen steun en vele jaren fungeerde
hij als curator en secretaris van het
Chr. Gymnasium te Zetten, later door
zijn toedoen verplaats naar Arnhem en
omgezet in een lyceum. Ds. Van Schel
ven is lid van de examen-commissie
van den Schoolraad en Chr. Nat. On
derwijs.
De pogingen van Ds. Van Schelven,
om de Landbouw Hoogeschool te Wa
geningen te krijgen, zijn niet vruchte
loos geweest.
Ds. Van Schelven, wien het ridder
kruis van de Oranje Nassauorde ge
schonken werd is lid van de redactie
van de Geldersche Kerkbode.
Bekend is zijn brochure „In den
kruitdamp". Bij zijn komst te Wage
ningen hing er zelfs een zekere kruit
dampatmosfeer, want toen hij aan
den vooravond de kerk kwam zien,
legden kwaadwilligen keisteenen in
den Eng op de rails, om de tram te
laten ontsporen. De „gele rijers" moes
oom. Vrij wilde ze zijn! Haar eigen wil
wilde ze volgen I Met machtige kracht
trok haar hart naar den man, die haar
liefde had bewezen. Bij hem wilde ze
zijn. Dezen avond nog. En ze zou hem
vragen, haar ver weg te brengen, waar
haar oom haar niet meer bereiken kon.
Met behulp van een stoel klom ze
vlug door het venster, waagde den
sprong naar beneden, en tusschen de
pianten doorsluipende, bereikte ze de
sloot, die het erf van dat der buren
scheidde. Ze moest erover 1 De wan
hoop gaf haar vleugelen. Gelukkig
kwam ze aan de overzij. Als ze onop
gemerkt hier langs de haag kon slui
pen, dan kon ze aan den achterkant
van dezen tuin een klein paadje berei
ken, dat, door de kampongs heen, haar
een heel eind verder op den grooten
weg zou brengen. De directeur bad
haar onopgemerkt wat geld in de hand
gestopt. Dus zou het haar niet moeilijk
vallen, een dos-è.-dos te vinden, die
haar naar de plaats harer bestemming
bracht.
Een tamelijk eind had ze reeds ge-
lcopen, toen ze in 't donker over een
grooten steen struikelde en haar voet
leelijk verstuikte. Ze was genoodzaakt
een poosje te gaan zitten, maar de
pijn werd niet minder. Loopen was
haar voor 't oogenblik niet mogelijk.
„Wie is daar?" riep een oude In-
landsche vrouw verwonderd uit, die
met een klein lantaarntje van den te-
genovergestelden kant aankwam.
Itn door de straten patrouilleeren en
Zaterdagsavonds liep Ds. Van Schel
ven zelfs gevaar onder paardenhoeven
te komen en sabelhouwen op te loo
pen.
DE ZENDINGSFILM.
Ds. K. v. Dijk, miss. pred. vanwe
ge de Geref. Kerken te Keboemen
(Java), schrijft in „Uit Keboemen" een
en ander over de Zendingsfilm.
Ds. Van Dijk is er niet blij mee, dat
men een poging wil doen om het Zen
dingswerk te verfilmen en hij hoopt
maar dat de film niet vertoond wordt.
Hij zegt ook waarom, en wel in de
eerste plaats, omdat hij een hartgron-
digen afkeer heeft van de bioscoop.
En nu is dit een van de middelen,
waardoor de gruwel van de bioscoop
de zielen van de menschen vangt, dat
men zeggen kan: Maar er zijn toch
ook goede films, men kan in de bios
coop toch ook veel leeren. De bios
coop zou inderdaad veel minder ge
vaarlijk zijn, als er niet die z.g.n. goe
de films waren: evenals de duivel veel
minder gevaarlijk zou zijn, als alles,
wat bij zei, altijd even slecht en lee
lijk was. Ik wou maar, dat er nooit
goede films vertoond werden, want
van die goede films is bet nut zeer
problematisch, en zij doen ontzag
lijk veel kwaad omdat ze voor de
bioscoop een zeer waardevolle reclame
maken.
Wie zal het ontkennen, de Chris
tenouders, die moeite hebben om hun
kinderen daar vandaan te houden,
zullen tegenover ben niet sterker ko
men te staan, wanneer die kunnen
zeggen: En die zendingsfilm mochten
we wel zien, of en in de kerk doen
ze het zelf.
Tegenover Christen-Javanen, waar
onder er zijn, die bioscoopbezoek aan
bevelen, omdat dit onder kunst valt,
zou men het gevoel krijgen, dat de
strijd tegen de bioscoop onder de
Christenen voorgoed verloren is.
Ds. Van Dijk heeft nog een ander be
zwaar. Als ik het goed begrijp dan
moet de film de menschen warm ma
ken voor de Zending. En daarvoor
lijkt ze me niet alleen een gebrekkig,
maar ook een zeer verkeerd middel.
Dat kunnen wij onszelf wel wijsma
ken, maar aan God den Heere niet, dat
de liefde tot de Zending zoo hoog op
laait, wanneer de menschen toestroo-
men om die film te zien
Het zal er mee zijn als met de groote
Zendingsfeesten van vroegeren tijd.
Veel menschen, die niet naar de ker
mis durfden gaan, en toch erg veel
van een pretje hielden, die grepen
zoo'n gelegenheid aan om eens uit te
gaan. Er was ongetwijfeld waarheid
in de karakteriseering, die ik van
zoo'n Zendingsfeest eens hoorde ge
ven: Christelijke kermis; waarbij
Christelijk dan te nemen was in den
zin van: voor Christenen.
Er zullen naar de Zendingsfilm een
massa menschen komen kijken, die
geleid worden door de gedachte: Nu
hebben wij ook eens wat. Ja, om zulke
menschen is bet eigenlijk begonnen.
Want de menschen, die de Zending
werkelijk liefhebben en bevorderen
om des Heeren wil, och, die voelen er
allicht niet zoo heel veel voor en die
willen hun bijdrage liever rechtstreeks
in het Huis des Heeren brengen, dan
dat ze nu eerst al die onkosten voor
zoo'n filmopname, en de vertooning
van die film moeten helpen betalen.
Die menschen, aldus vervolgt Ds.
Van Dijk, waren anders ook warm
voor de Zending, en bun liefde tot de
zaak leefde niet bij bet genot van een
gezelligen avond, maar bij het Woord
van God, dat ons roept tot Zijn dienst.
En dat Woord van God, gelijk het ons
bediend wordt in de samenkomsten,
en zooals wij het onderzoeken in onze
woningen, biedt het ware voedsel voor
de Zendingsliefde. Van dat voedsel is
de vertooning van een Zendingsfilm
hoogstens een zeer slecht surrogaat.
Een surrogaat, dat waarschijnlijk ook
schadelijke bestanddeelen voor de ge
zondheid van de Zendingsliefde onzer
Christenen bevat. In ieder geval acht
ik dit een groot gevaar, dat men schijn
voor het wezen der zaak zal nemen,
zoodat een vereeniging of een Kerke
raad, die do film heeft laten vertoo-
nen, bij zichzelf zal denken, dat ze nu
toch eens iets heel belangrijks voor de
Zending gedaan hebben.
„Ach ik ben verdwaald", zeide An-
Die. „Ik heb met een paar meisjes ge
wandeld; zij zijn den grooten weg ge
gaan; maar ik heb met baar gewed,
dat ik eerder bij gindschen kruisweg
zou komen door dit kampongwegje.
Maar nu ben ik in 't donker heelemaal
in de war, en ik heb ook mijn voet
verstuikt, zoodat ik niet verder kan".
„Dat ziet er leelijk uit, Non! En we
zijn nog een heel eind van den grooten
weg af. Een dos-è-dos is bier niet te
krijgen. Waar woont Non?"
„Ik woon in Gang Tengah in Welte
vreden".
„O weel Zullen uw ouders niet onge
rust zijn over u?"
„Neen, ik heb verlof verkregen om
vannacht bij een vriendin bier op
Meester te logeeren".
„Dan zal deze wel ongerust zijn, dat
Non niet komt".
„Ik denk het niet; want ik zei haar,
dat ik toch maar liever naar huis zou
gaan vanavond. Ze zal denken, dat ik
een dos-&-dos genomen heb om mij
naar Weltevreden te brengen".
„Waar woont uw vriendin?"
„Ik weet bet niet recht. Ik ben hier
niet zoo goed bekend op Meester."
„Hoe heet ze?"
„Mien van der Does".
„Nooit van gehoord. Maar Non,
u kunt hier vannacht toch niet blij
ven. Wilt u niet bij mij blijven slapen?
Ik heb wel niet anders dan een balé-
balé; maar ik zal er een deken op leg*
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 26 Juil 1928.
Naar aanleiding van de bespreking
in de Rotterdamscbe Commissie van
Bijstand in Onderwijszaken van het
verzoek om subsidie voor het Insti
tuut voor Arbeidersontwikkeling zegt
de heer Kleerekoper in een Oproerige
Krabbel in Het Volk o.m. deze merk
waardige woorden:
„Ik kan mij geestelijke ontwikke
ling, die van richting heeft afgezien,
niet denken. En mocht hier mijn be
grip slechts te kort schieten en zoo
iets toch wel denkbaar zijn, dan
wensch ik bij voorbaat in alle feeste
lijkheid te bedanken.
Ontwikkeling, van volwassenen, ze-
kar, is vorming van geest en gemoed,
en niet van alle twee op hun beurt,
maar tegelijk. Dat is alléén mogelijk,
als men van één gedachte uitgaat en
zich naar één einddoel richt.
Ontwikkeling is niet onderzoek, dat
vrij moet blijven van uitgangspunt en
doelstelling. Ontwikkeling is opvoe
ding, die zich bewust beweegt naar
verstand en hart.
Stel u de neutrale jurk voor, die alle
vrouwen moesten aantrekken. Hoe
meer stof er aan zat, des te stelliger
zouden we zeggen tot elke draagster
o, zinrijke taal dat kleedt je niet
Evenmin is een willekeurige bijeen
voeging van nóg zoo goede eetbaar
heden een maaltijd.
En wat voor uiterlijk en stof geldt,
dat zou ophouden bij innerlijk en
geest?
Laten de liberale dooden hun neu
trale dooden begraven. Wij echter
zullen wijzer zijn!"
Natuurlijk, natuurlijk, A. B. K.I
Volkomen met u eens!
Maar, propos, hoe kan het nu
w e 1, dat Sociaal Democratische on
derwijzers neutraal zijn?
Hoe is het mogelijk, dat Christen-
arbeiders zich zouden kunnen vin
den in een organisatie, die den klas
senstrijd predikt en de leer van Marx
omhelst?
Niet neutraal, wel neutraal.
Dat begrijp ik niet. En daarom be
dank i k er feestelijk voor om d i e
neutraliteit te aanvaarden.
OBSERVATOR.
Ds. Van Dijk is er van overtuigd, dat
cis bedoeling goed is, m ir hij vreest,
dat men er door op een verkeerd spoor
komt.
Voeding van ons geestelijk leven,
van ons geloof en onze liefde, daar
leeft de Zending bij. En de voeding
moet ons toekomen uit het onderwijs
van Gods Woord. Waar het met ons
geestelijk leven niet in orde is, daar
ontstaat behoefte aan zulke middelen
om voor de Zending geld in het laad-
je te krijgen. Maar al krijgen we op
die manier veel geld, dan loopt het
toch mis met onze Zending.
Wij gelooven dat Ds. Van Dijk, met
alle goede bedoelingen van zijn betoog,
teveel naar Keboemen en naar de
eenvoudige plaatsen in ons Vaderland
kijkt, maar vergeet dat er ook nog
stads problemen zijn.
Dr. JOHN MOTT.
Dr. John Mott, de bekende leider
der Chr. Jongemannenbeweging, heeft
bij het algemeen secretariaat van de
Chr. Vereeniging van Jonge Mannen
ir. de Vereen. Staten een verzoek om
etrvol ontslag uit zijn betrekking als
algemeen secretaris met ingang van
één October a.s. ingediend. Gedurende
veertig jaar heeft hij de Amerikaan-
sche Jonge Mannenbeweging gediend.
Het al^meene secretariaat aanvaard
de hij in 1915. Dit verzoek om ontslag
staat in het nauwste verband met den
aandrang, welke op hem uitgeoefend
werd door den Int. Zendingsraad, om
ter bereiking van de plannen der Je-
ruzalemsche Zendingsconferentie zich
zooveel mogelijk vrij te maken van
allen anderen arbeid.
Bovendien herinnert hij in zijn ver
zoek om ontslag aan zijn gezondheids
toestand, welke sedert het vorige jaar,
toen hij ernstig ongesteld was, nog
niet geheel in orde is. Verder beroept
bij zich op zijn steeds verkondigde
tgen; dan is bet niet zoo hard. En het
is toch altijd beter dan hier buiten.
En morgenochtend zal ik dan een
dos-è,-dos voor Non zien te krijgen;
dan kunt u naar huis gaan".
Niets was Annie meer welkom. In
dezen verborgen uithoek zou niemand
haar komen zoeken. De goedhartige
vrouw hielp haar opstaan, en op haar
arm geleund, bereikte ze bet eenvou
dige huisje, dat een paar stappen daar
vandaan stond.
HOOFDSTUK XX.
Ruth wachtte dien avond tevergeefs
op Annie en haar oom. Ze vreesde, dat
Lij er niet in geslaagd was om haar
mee te krijgen.
„Dan zullen we de hulp van de poli
tie inroepen", zei Frank geruststel
lend. „Mee moet zei Zonder toestem
ming van ouders of voogden mogen ze
zulke minderjarige meisjes niet bij
zich houden. We zullen morgen zeker
wel van haar hooren".
Het was al wachtende te laat ge
worden om naar Van Hal te gaan. Zoo
ging Ruth dus zonder veel ongerust
heid naar bed.
En al dien tijd liep Annie's oom
wanhopig naar het meisje te zoeken.
Aan eiken voorbijganger vroeg hij, of
men haar niet gezien had. De gedach
te, dat ze, over het erf van de buren,
het kampongwegje, waarvan hij niets
afwist, ingeslagen had, kwam niet bij
bem op. {Wordt vervolgd