CHRISTELIJK DACBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen Belanorijkste nieuws in dit Nummer. 9*> JAARGANG MAANDAG 23 JULI 1328 NUMMER 2494 NIEUWE LEIDSCHE COURANT Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per weeki 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 EERSTE BLAD. V Het verslag der Rekenkamer Het verslag van de Rekenkamer, zooals dit de Tweede Kamer jaarlijks wordt aangeboden, heeft soms ook voor leeken lezenswaardige passages. Niet het minst wordt de belangrijk heid verhoogd door de kantteekenin- gen van de Ministers, die daarin vaak een antwoord, een nadere verklaring, of een toelichting geven. Men weet, dat in 1927 heel wat te doen is geweest over een tekort aan gestorte Collegegelden. De aftredende Rector-Magnificus, Dr. Meijer gaf Lij de rectoraatsoverdracht in scherpe bewoordingen uiting aAn zijn veront waardiging daarover. Het Rekenkamerverslag zegt daar nu van: „Het voortgezet onderzoek betref fende de betaling en verantwoor ding van inschrijvingsgelden bij de Rijksuniversiteit te Leiaen over de laatstvoorgaande jaren, heeft aan het licht gebracht, dat een bedrag van ruim f 10.000 voor een gedeelte niet door de studenten betaald, voor een ander gedeelte niet in de schat kist gestort is. Bij gebreke van vol doende gegevens was het tot dusver niet mogelijk, de bedragen nauw keurig te bepalen. Een gedeelte van de achterstallige betalingen is in middels nagevorderd, terwijl ook overigens maatregelen zijn geno men om schade voor het Rijk te be perken. Voorts drong de Kamer bij den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aan op veel scher per toezicht op het bijwonen van col leges door studenten, uie niet waren ingeschreven en ook op een betere regeling van de taak der pedellen bij de universiteiten, voor zooveel daarbij 's Rijks geldelijke belangen zijn betrokken, en van het toezicht op de uitvoering van die taak". In een noot wordt voorts de volgen de toelichting gegeven: „Een klein gedeelte werd als volgt achterhaald: Op verzoek van de Kamer stelde de Minister van Kolo- i iën een onderzoek in oetreffende enkele studenten, vooi rekening van aiens departement in opleiding geT nomen, maar voor verschillende studiejaren niet in de register? van de universiteit vermeid. Inderdaad bleek, dat de meeste van djzen ver zuimd hadden, zich te doen inschrij ven. De achterstallige bedragen zijn of zullen worden betaald". Maar de Minister van Onderwijs, tot v/ien dc- Rekenkamer zicv wendde, kaatst dien bal als volgt op Curatoren terug: „Aan de Rijksunive -siteit te Lei den hebben curatoren onvoldoende toezicht uitgeoefend op het innen der college- en examengelden. Al daar bestond dienaangaande de minder goede praktijk, dat de pedel len met deze taak Waren belast, ter wijl bovendien ten onrechte de meening bestond, dat de pedellen wel aan den rector-magnifieus. maar niet aan den secretaris van* curatoren verantwoording schuldig waren. Thans is in dit opzicht ver betering in de administratie ge bracht: de werkzaamheden der pe dellen zullen voortaan geconcen treerd en de administratie gecen traliseerd worden. Ten aanzien van de controle op de inschrijving en het betalen van col legegelden is thans een regeling ge troffen, waardoor alle colleges ten minste tweemaal per jaar door con troleurs zullen worden bezocht. De burgemeester der gemeente Leiden stelt ambtenaren der gemeente-poli- tie voor die controle beschikbaar. Voorts kan de Minister mededeelen. dat een wijziging van de instructie der pedellen in voorbereiding is ge nomen". Wat deze instructie betreft, een stuk van het jaar 1880, dat sindsdien eenige keeren gewijzigd werd, deze bevat vol gens het verslag slechts de volgende bepaling: „De pedellen verrichten de werk zaamheden, die hun door curatoren of den rector-magnificus betreffen de den dienst der universiteit wor den opgedragen. Eén der pedellen begeeft zich da gelijks naar den secretaris van cu ratoren, de andere naar den rector- magnificus, ten einde hun bevelen te vernemen. Wekelijks verwisselen zij dezen dienst". liet is begrijpelijk, dat zoo'n weinig zeggend© bepaling geen aanspraak kan maken op den naam van welom- s^hreven instructie. Omtrent het geldelijk beheer bij het Academisch Ziekenhuis alhier zegt het verslag o.m.: „Het geldelijk beheer bij het Aca demisch Ziekenhuis wordt geregeld vanwege de Kamer ter plaatse ge controleerd. De resultaten van die controle zijn over het algemeen gunstig. De boekhouding is in orde; ach terstand, die vroeger veel voor kwam, is er niet meer. Het kasboek van het ziekenhuis sluit geheel aan bij de geldelijke verantwoordingen, waardoor zooveel mogelijk waarbor gen tegen onregelmatigheden zijn verkregen. In 1925 was er van de zijde der Kamer op gewezen, dat over het ge heel het ziekenhuis te Leiden duur der inkocht dan de klinieken te Utrecht. De Kamer verwachtte ver betering van het openen van mede dinging op ruime schaal onder ge gadigden voor de leveringen. De di rectie van de inrichting heeft met zeer goeden uitslag aan dien wenk gevolg gegeven, een groot aantal ar tikelen wordt thans tot veel lagere prijzen aangekocht dan vroeger werden besteed". Hieruit blijkt dus dat de controlee- rende werkzaamheid van de Rekenka mer zeer nuttig is. STADSNIEUWS. KAMERKIESKRING „LEIDEN". Zaterdag 21 Juli j.l. werd door het bestuur van den Kamerkieskring „Leiden" een vergadering gehouden, onder leiding van den beer W. War- naar, te Sassenüeim, voorzitter. Deze vergadering was noodig, om dat het Centraal-Comité op 27 Juli a.s. met de afgevaardigden der Ka mercentrales een bespreking wenscht te houden over de candidaatstelling voor de Tweede Kamer en met de ge voelens en verlangens, welke in ^le Kieskringen dienaangaande leven óp de hoogte wil zijn. Het Centraal-Comité had bij den oproep tot deze conferentie de wen- schelijkheid uitgesproken, dat de be sturen der Kamercentrales van te voren overleg zouden plegen met de Kiesvereenigingen. In een Kamerkieskring als die van Leiden is dit echter onmogelijk. In de maand Juli een vergadering te hou den met afgevaardigden van niet minder dan 69 kiesvereenigingen, waarvan de meesten zijn gevestigd in land- en tuinbouwstreken, is niet mo gelijk. Vandaar dat het bestuur v. d. Kies kring in bijna voltallige vergadering bijeen was om als vertegenwoordigers der kiesvereenigingen de candidaat stelling voor 1929 te behandelen. Een aangename bespreking had plaats. De vergadering kon zich met alge- meene stemmen vereenigen met de plannen, zooals die door het Centraal Comité met de afgevaardigden der Kieskringcentrales in een tweetal ver gaderingen behandeld zijn. De wijze van candidaatstelling, zoo als die in schema door een door het Centraal Comité benoemde commissie, is ontworpen, werd algemeen toege juicht. Als afgevaardigden naar de op 27 Juli a.s. te houden conferentie werden benoemd de heeren W. Warnaar. en J. Karstens. Enkele wenschen en verlangens werden de afgevaardigden ter bespre king met het Centraal Comité opge dragen. Betreffende de 'te houden jaarver gadering, die in de maand December zal plaats hebben, deelt de voorzitter mede, dat desgevraagd de heer J. Schouten te Rotterdam zich bereid heeft verklaard in de middagverga1- ring een politieke rede te houden. Van deze mededeeling nam de ver gadering met ingenomenheid kennis. Nadat de voorzitter de leden van het bestuur had dank gezegd voor hun trouwe opkomst en voor de gea nimeerde gedachtenwisseling, welke had plaats gehad, werd de vergade ring gesloten, nadat Ds. G. A. van Heyningen van Ter Aar in dankzeg ging was voorgegaan. H. W. BLÖTE. Een in onze stad algemeen bekend arts, die aan de opleiding van een groot aantal medici in den lande een belangrijk aandeel heeft gehad, de heer H. VV. Blöte, heeft Zaterdag, daartoe wegens gezondheidsredenen genoopt, zijn practijk neergelegd. Dokter Blöte werd 8 Februari I860 te Leiden geboren, bezocht de H. B. S aldaar en werd in 1887 aan de Leid- sche Universiteit als student in de ge neeskunde ingeschreven. In 1890 deed hij candidaatsexamen en werd direct daarop, namelijk den lsten October van dat jaar, aange steld tot assistent in de physiologic bij Prof. Einthoven, waar hem voor namelijk was opgedragen het geven van practicum in de weefselleer. Met het geven van dit onderwijs is hij tot 1903 belast geweest, toen hij, die in middels, namelijk in 1897, tot arts was bevorderd, zich uitsluitend aan de particuliere practijk ging wijden. Hoe hoog zijn onderwijs bij de stu denten stond aangeschreven, kan blij ken uit het verslag van de medische faculteit der studenten, voorkomende in den almanak van het Leidschi Stu dentencorps van 1892, waarin het vol gende vermeld staat: „Als assistent voor de microscopi sche oefeningen trad de heer Blöte op, die steeds met ijver zich van zijn taak kweet. Wij roemen in hem de wijze, waarop hij ons kort en duidelijk een overzicht gaf van hetgeen in de prae- paraten te zien was en de welwillend heid, waarmede hij ons ter zijde stond". En in den almanak van 1894 wordt hem wederom dank gebracht voor zijn uitmuntend onderwijs in histo logie. Behalve bij de studenten stond hij ook bij Prof. Einthoven hoog aange schreven in wiens onderzoekingen om trent den capillair electrometer, de voorlooper v. den snaargalvanometer, hij een belangrijk aandeel heeft ge had. Den lsten November 1900 werd hij aangesteld als stadsgeneesheer alhier en in 1906 werd hij bovendien be noemd tot schoolarts. Dat hij ook als stadsgeneesheer zeer in aanzien stond, bleek bij zijn 25-jarig ambtsjubileum als zoodanig, toen hij van het gemeentebestuur een zeer waardeerend schrijven mocht ontvangen. Tot het opgeven van zijn assistent schap in 1903 werd hij gedwongen wegens zijn drukke artspractijk, hoofd zakelijk uitgeoefend in het zieken fonds tot hulp der Menschh^id. Dr. Blöte kan er op bogen, dat hij per jaar soms 2500 patiënten had; dat hij onder dezen zeer bemind was kan blijken uit de verschillende bloem stukken, die hem Zaterdag bij het neerleggen zijner practijk werden toe gezonden. Ondanks zijn drukke practijk, wist hij nog steeds tijd te vinden voor we tenschappelijke onderzoekingen, wel ke voornamenlijk lagen op het ge bied der tuberculose. Zijn publicaties daaromtrent verschenen voornamelijk in het te Leipzig uitkomend tijdschrift „Tuberkulose und Heilstattenwesen", en in het Medisch Weekblad en trok ken zeer de aandacht, wat vooral het geval was met zijn publicatie over de erfelijke voorbeschiktheid voor tuber culose. Ook zijn verhandeling over de oor zaak van den ongunstigen invloed der zwangerschap op tuberculose, in 1916 verschenen in „Geburtshilfe und Gy- naekologie", en later, in het Hol- landsch, in 't Maandschrift voor Ver loskunde en Vrouwenziekten en voor Kindergeneeskunde, mocht zich in een groote belangstelling verheugen. Zijn belangrijkste onderzoekingen betreffen de behandeling van longte ring door de fontanelle. Dit was een in onbruik geraakte geneeswijze, die hij op grond van nieuwere inzichten op het gebied van longtering voor het eerst weer in ons land heeft inge voerd. Zijn eerste publicatie hieromtrent verscheen in 1913, dus lang voordat Prof. Bier in Duitschland er mede begonnen was. Aan den heer Blöte komt dan ook de eer toe, de groote beteekenis van de fontanelle aan de vergetelheid ontrukt te hebben en de verbeterde inzichten hieromtrent in eere te hebben hersteld. HET GYMNASIUM IN 1927. Door Curatoren van het Gymnasium alhier is aan den Raad aangeboden het beredeneerd verslag omtrent den toestand van het Gymnasium te Lei den gedurende het* jaar 1927. Het College van Curatoren onder ging de volgende veranderingen: In de plaats van Dr. W. Th. M. Wee- bers werd benoemd prof. dr. J. A. J. Barge, in de plaats van prof. dr. D. C. I-icsseling prof. dr. F. Muller. In de mede door het aan prof. dr. D. C. Hesseling verleend ontslag ont stane vacature van Voorzitter van het College van Curatoren, werd, nadat prof. dr. L. Knappert het voorzitter schap sedert 1 Augustus 1927 had waargenomen, voorzien door de be noeming bij besluit van Curatoren van 7 September 1927 van prof. dr. P. C T. van der Hoeven tot voorzitter van het College van Curatoren. Bij besluit van Curatoren van denzelfden datum werd prof. dr. L. Knappert tot cnder-voorzitter van het College be noemd. De Curatoren prof. dr. L. Knappert en mr. P. E. Briët werden als zooda nig herbenoemd Het onderwijzend personeel onder ging de volgende veranderingen: Aan dr. N. J. Beversen, rector van het Gymnasium, werd met ingang van 1 September 1927 als zoodanig eervol ontslag verleend. In de hierdoor ont stane vacature werd voorzien door de benoeming van dr. D. E. Bosselaar, rector van bet Gymnasium te Gouda. In de plaats van den heer J. J. Val kenburg werd dr.s H. G. S. Snijder te Utrecht benoemu tot leeraar in de Natuurkunde en in de Scheikunde. Mej. dra. C. M. de Haas te Helmond werd tot leerares in het Hoogduitsch b' noemd; aan C. M. Ribbink werd op haar verzoek als leerares in de Oude Talen eervol ontsla* verleend; in do hierdoor ontstane vacature werd voor zien door de benoeming van drs. A. J. Koster te Boskoop tot leeraar in de Oude Talen voor den tijd van één jaar (1 Sept. 1927—1 Seftt 1928). Het aantal leerlingen bedroeg op 1 Januari 1927: 137 mannelijke en 87 vrouwelijke, totaal 224 en bij het einde vnn den cursus 19261927: 131 man nelijke en 75 vrouwelijke, totaal 206. Het eindexamen werd gehouden op 24, 25, 27, 28 en 29 Juni onder toezicht van de gecommitteerden prof. dr. H. Bolkestein, prof. dr. G. Brom, prof. dr. J. A. Barrau en dr. Th. Strengers. De uitslag van het eindexamen was als volgt: w.o. 6 vrouwelijke, en 4 B-leerlingen, Toegelaten werden 10 A-leerlingen, w o. 2 vrouwelijke. Afgewezen werden 1 A-leerling en 2 B-leerlingen. Het toelatingsexamen werd gehou den op 4, 5, 6. 7 en 8 Juli 1927. Hierbij werkte voor de eerste maal bet besluit van 26 November 1920, om in tegenstelling met hetgeen ten deze in de laatste jaren s-ebruikelijk was, als regel geen vrijstelling van dit exa men, voor wat de toelating tot de ltte klasse betreft, te verleenen. De uitslag van het toelatingsexamen was, dat toegelaten werden tot klasse I, na gehouden examen 21 mannelijke en 5 vrouwelijke leerlingen, zonder examen resp. 1 en 3. Afgewezen wer den voor de 1ste klasse resp. 8 en 9 candidaten. De cursus 19271928 ving aan op 7 Siptember 1927. Het aantal leerlingen bedroeg op dien datum: 138 mannelijke en 65 vrouwelijke, totaal 203 leerlingen. Het onderwijs in het Hebreeuwsch werd gevolgd door 4 mannelijke en 1 vrouwelijke leerling uit de 5e klasse en 3 mannelijke en 1 vrouwelijke leerling uit de 6e klasse. De klassen I, II, III en IV waren ieder in 2 afdeelingen en klasse VI eveneens in 2 afdeelingen (naar de getuigschriften A en B) gesplitst. MIDDELBAAR ONDERWIJS IN 1927. De Plaatselijke Commissie van Toe zicht op de Scholen voor Middelbaar Onderwijs heeft aan den Raad doen toekomen het verslag aangaande den toestand van het Middelbaar Onder wijs hier ter stede gedurende bet jaar 1927. Gem. H. B. S. Aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus zijn thans werkzaam 24 leeraren en 3 bedienden. Het aantal leerlingen bedroeg in Jan. 240 jongens en 62 meisjes; in Dec. 210 jongens en 71 meisjes. De uitslag der overgangsexamens was, dat van de 239 leerlingen 40 niet bevorderd werden, d.i. 16.7 pCt.; in het vorig jaar was dit getal 18.2 pCt. Van de 18 leerlingen van de econo mische afdeeling, die het eindexamen aflegden zijn 16 geslaagd. Aan het eindexamen afd. B namen 31 leerlingen deel, waarvan 1 werd afgewezen. Toegelaten tot de 1ste klasse wer den zonder examen 18 en na examen 2 jongens, voorts zonder examen 14 meisjes. Hoewel het aantal leerlingen in de eerste klasse aanmerkelijk minder is dtn verleden jaar, is het gehalte vol strekt niet beter. De afschaffing van het ambulantisme en van het Fransch op de lagere scholen, alsmede afschaf fing van het toelatingsexamen blijken daarvoor de oorzaken te zijn. Het toe latingsexamen worde weder inge voerd, doch gecombineerd met het ad vies van de hoofden der lagere scholen Het aantal leerlingen in de laagste '5 klassen worde werder teruggebracht tot 24, dat der 4e en 5e klasse tot 20. Chr. H. B. S. Wat de Christelijke Hoogere Bur- gi rschool betreft, hst personeel aan de ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22'/* cent Ingezonden Mededeelingen dubbel tariei Bi) contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst sd. 40 cents Binnenland. Intrede van Ds. J. G. Rullmann bij de Gerei. Kerk van Wassenaar. Vier Nederlacdsche dames op Cor" sica aangerand. Groote veetentoonstelling in Den Haag. Volgens gernchten zal de heer Colijn de benoeming tot lid van de Tweede Kamer niet aannemen. Sommige aandeelhouders van de Veendammer Hypotheekbank moeten 90 pCt bijstorten. Twee kinderen te Leiden verdron ken. Buitenland. Het Vaticaan wijst de beschuldiging van verantwoordelijkheid der kerk voor den moord op Obregon af. Het wordt niet zeker gear dat de Senaat der V. S. het pact van Kellogg zal ratificeeren. Een échec voor den Britschen mijn werkersleider Cook. Japansche ministerraad over Chi* neesche aangelegenheden. Een nienwe Transatlantische vlucht. school verbonden, bestaat thans uit 15 leeraren. Het getal der leerlingen bedraagt 125 mannelijke en 25 vrouwelijke leerlingen. Van de buitenleerlingen zijn in de gemeente woonachtig 2, niet in de ge meente woonachtig 76. lot den loopenden cursus werden toegelaten, wat de 1ste klasse betreft, 5 jongens en 1 meisje na examen, en 2? jongens en 9 meisjes zonder examen Het eindexamen is afgelegd door 19 mannelijke en 3 vrouwelijke leerlin gen, die allen slaagden. Dr. S. C. Meijering vertrok bij het begin der Paaschvacantie naar Ban doeng en werd als Directeur vervan gen door dr. P. C. van Arkel. De 5e klasse werd in September in A- en B-afdeelingen gesplitst. Het schoolgebouw verkeert in uit stekenden staat. R.-K. H. B. S. De Roomsch-Katholieke Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus werd op 19 September plechtig ge opend. Zij is ondergebracht in het schoolgebouw van de Kweekschool voor Zeevaart en bevat thans nog slechts de le klasse, die, met goedkeu ring der Regeering. van de R.-K. Hoogere Burgerschool te Katwijk naar Leiden werd overgeplaatst. Aan de school zijn verbonden: 9 leeraren. Het aantal leerlingen bedraagt 20. Deze konden allen zonder examen wor den toegelaten. H. B. S. voor Melsjas. De Hoogere Burgerschool voor Meis jes leed een gevoelig verlies door het aan de Directrice, Mej. B. C. G. Numan, op haar verzoek, tegen 1 Jan. 1928 verleende eervol ontslag. Gedurende 21 jaar heeft zij de leiding der school gevoerd op een wijze, welke ten zeer ste de goedkeuring der Commissie van Toezicht kon wegdragen. Tot opvolgster van Mej. Numan be noemde de Raad Mej. dra. J. L. van Hoorn, leerares aan het Gymnasium en de Litt. oec. H.B.S. met 5-jarigen cursus te Groningen. Aan de 'school zijn thans verbonden 17 docenten en 2 bedienden. Op 1 Januari 1927 waren in alle klassen tezamen 93 leerlingen. Aan het einde van den cursus wa ren 76 leerlingen aanwezig, die allen deelnamen aan de in Juni gehouden eindrepetities. Aan 6 van de 8 leerlingen der 5e klasse A kon het diploma voor volle dig onderwijs worden uitgereikt. Een ontving het diploma van vakleerlinge. Aan een leerling kon geen diploma worden uitgereikt, wegens het groote aantal onvoldoende vakken. Ook dit jaar slaagden alle (5) candi-' daten voor het eindexr-men der 6e klasse. Aan het toelatingsexamen voor de lc- klasse namen dit jaar 7 candidaten deel, waarvan 3 werden afgewezrn, 16 werden toegelaten tot de le klasse zonder examen, op een verklaring van bet hoofd der lagere school, dat zij het enderwijs zouden kunnen volgen. Bo vendien werd na examen toegelaten tot de 2e klasse 1 candidaat; zonder examen 2e klasse 1 candidaat. De broodhoodige electrische verlich-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1