NIEUWE LEIDSCHE COURflNI
De lieer VON FISENNE, iid van
Ged. Staten herinnert er aan, dat de
S ^ten vroeger hebben besloten (in
1924), dat de provincie en het rijk
ieder de helft zouden bijdragen van de
kosten, noodic voor het ontwerpen van
een plan voor de droogmaking der
plassen.
Volgens het laatste onderzoek en
raar het oordeel van den rijkswater
staat zou er moeten worden gerekend
oi» een bedrag van f 7 d 800.000 als
r'ioogmakingskosten; van ch' bedrag
komt 2/3 deel ten laste der provincie.
Ged. Staten willen gaarne overwe
gen of er misschien aanleiding bestaat,
om opnieuw met het rijk over deze
kwestie in onderhandeling te treden,
maar zooals de zaken thans staan,
kunnen Ged. Staten er nog niet aan
denken om met een voorstel tot droog
making te komen.
Ten slotte deelt spr. mede, dat Ged.
Staten bereid zijn. om de betreffende
rapporten voor de leden ter visie te
leggen.
De heer VAN STAAL (S.D.) dient de
volgende motie in:
„De Staten, in vergadering bijeen
op 15 Juni 1928
gehoord de besprekingen over de
vraag, of het niet wenschelijk is tot
droogmaking van de Reeuwijksche
en Sluipsche plassen over te gaan;
noodigen Ged. Staten uit de reeds
uitgebrachte rapporten in druk ter
kennis te doen brengen van de leden
der Prov. Staten;
en dit te doen volgen met een spoe
dig praeadvles over de vraag of droog
making van Voornoemde plassen niet
i uodzakelijk moet worden gsacht en
c'it praeadvies in een deswege expres-
selijk te beleggen vergadering van de
Staten aan de orde te stellen".
Deze motie is mede onderteekend
door de leden: dr. Hoffman, Van Muis
winkel, Vlielanc'.er, Vin der Weyden,
Beekenkamp, Werker, Horsman en
Brunt.
De heer VAN DER WEYDEN (R.-K.)
dringt eveneens aan op spoedige
O: ooglep-^ing.
De heer HOFFMAN (R.-K.) toont
z'eh weer als beslist voorstander der
drooglegging dezer plassen Spr. be
roept zich op de historische Holland-
sche traditie om steeds en zooveel mo
ge lijk dergelijke plassen droog te leg
gen. De stedenuitbre.idingen en de uit
te voeren wegenplannen eischen ge
biedend verhoogde waakzaamheid
vcor het behoud onzer kostelijke cul
tuurgronden en voor landaanwinning.
Een post op de begrooting onzer
Siaten voor bevordering van landver
huizing moest onnoodig zijn. Ook de
vermindering der werkloosheid wordt
gtbaat door drooglegging. Spr. ver-
zoekte zoo noodig spoedig een buiten
gewone zitting der Staten te beleggen,
teneinde een definitief besluit te ne
men omtrent dit urgent vraagstuk en
t!e drooglegging desnoods in eigen uit
voering te ondernemen.
De heer BRUNT (C.-H.) is van oor
deel, dat deze kwestie de grootst mo
gelijke aandacht verdient. Spr. hoopt
c'at de beslissing reeds in de najaars
zitting zal kunnen worden genomen.
De heer VON FISENNE deelt mede,
dat met het Rijk in overleg zal wor
den getreden over de publicatie der
rapporten. De mtie-v. Staal-IIoffman
wordt door Ged. Staten ter fin© van
vraeadvies overgenomen.
Daarna hield de heer DE BRUIN
(S.D.) een interpellatie, over het Me
el -sch Schooltoezicht; de hr. TEN HO
PE (V.B.) over verkeerstoestanden op
den weg R'damOverschie, in ver
band met een plaats gehad hebben
auto-ongeval onder Overschie; de heer
HOFFMAN (R.-K.) over de doorvaart-
breedte van de .schutslv.it bij Gouda.
De voorzitter sluit daarop in naam
der Koningin deze zitting van de Sta
ten.
In den loop der vergadering werden
nog z. h. s. aangenomen de voorstel
len betreffende:
Wijziging van de provinciale be
grootingen voor 1927 en 1928;
wijziging van het reglement van
Delfland;
wijziging van het reglement van
Rijnland;
wijziging van het bijzonder regle
ment Graspolder;
wijziging van de bijzondere regle
menten der polders Het Zand en Oud
en Nieuw-Reijerwaard;
wijzigir- van het algemeen regle
ment B en het bijzonder reglement
vcor het waterschap Blokland.
GEMENGD NIEUWS.
Na den moord te Bleijerheide. Woens
dag en Donderdag heeft voor het gerechts
hof te Aken de behandeling plaats gehad
van de zaak tegen den te Kerkrade wo
nenden Nüsser en tegen vrouw Lijnen, die
resp. beschuldigd werden van moord en
aansporing tot moord op den destijds te
Bleijerheide wonenden landbouwer Lijnen.
Zooals men zich herinnert, wordt Nüs
ser ten laste gelegd, dat hij in den nacht
van 4 op 5 Januari jj. Lijnen naar de
Duitsche grens heeft gelokt, waar hij hem
heeft overvallen en vermoord
De vrouw van den vermoord- hield het
in het geheim met Nüsser en tezamen
hebben zij het moordplan uitgewerkt.
Kort voor het uitvoeren van hun mis
daad had de vrouw van Lijnen zich nog
op enkele kranten geabonneerd, met het
oog op de uit te keeren premies.
De ongeveer 25 getuigen werden ge
hooid. De afgelegde verklaringen waren
zeer bezwarend. De beklaagden echter
trachtten elkander de schuld te geven.
Donderdagmiddag werd tegen Nüsser,
wegens moord met voorbedaenten rade
gepleegd, de doodstraf geëisch met le
venslange ontzegging van burgerlijke eere
rechten.
De eisch tegen de vrouw van den ver
moorde was eveneens doodstraf, met ont
zegging der burgerlijke eererechten.
De verdediger van Nüsser betoogde, dat
moord met voorbedachten rade niet was
bewezen en voorts dat het vrouw Lijnen
was, die den verdachte tot den moord aan
gezet heeft.
De verdediger van vrouw Lijnen beweer
de, dat zij niet de aanstichtster geweest
was.
Na geruiihen iijd in raadkamer te zijn
geweest, deed bet hof onmiddellijk uit
spraak en veroordeelde Nüsser tot de
doodstraf en vrouw Lijnen tot 10 jaar
tuchthuisstraf en ontzegging gedurende
dien tijd van burgerlijke eererechten.
Geen enkele tjalk vergaan? De kapi
tein van de gasboot te Enkhuizen heeft
een onderzoek ingesteld naar de vier
tjalken, die in de Zuiderzee zouden zijn
gezonken. De wrakken van die tjalken
zijn niet door hem gevonden, zoodat er
vermoedelijk geen enkele tjalk vergaan
is. Ook bij Urk bleek geen tjalk gezonken
te zijn.
De kapitein heeft een lichtboei geplaatst
bij 't wrak van „De Onderneming", schip
per v. d Meer. Van de negtn mosselen
vaartuigen, omtrent wier lot men in on
gerustheid verkeerde, zijn er drie in
Aukes (Wieringen) en zes in Medemblik
binnengeloopen.
Ontploffing op een IJmuider logger.
Gistermiddag is in het z.g. Mangat van
een IJmuider logger, die in een der hou
ten Iïera-dokken op de Dijksgracht te Am
sterdam ter reparatie ligt, een brand ont
staan, die een explosie tengevolge had,
waardoor een werkman aan beide handen
brandwonden bekwam en een brandwacht
bedwelmd werd.
Naast net mangat van Jen IJmuider
logger IJM 331 waar vischnetten, met car-
bolineum doortrokken, opgeborgen lagen,
waren vonken uit een laschapparaat over
gesprongen. Door 't carbolineum, waarmee
de door het vuur aangetaste vischnetten
doortrokken waren, ontwikkelaen zich
gassen, die de explosie veroorzaakten.
Een werkman, die poogde het vuur te
blusschen, werd door de ontploffing te
gen den grond geslagen en bekwam zoo
als gemeld, brandwonden aan beide han
den. Onmiddellijk werd de brandweer ge
waarschuwd, die r ider leiding van den
hoofdbrandmeester Fcrch me* eenige mo
torspuiten op de Dijksgracht verscheen.
Een brandwacht daalde in het mangat af,
maar moest, toen op dek bleek, dat hij
bedwelmd was geraakt, naar boven ge
haald worden. Door den Geneerkundigen
Dienst werd de brandwacht weer spoe
dig tot bewustzijn gebracht.
Zoowel de gewonde werkman, als de
brandwacht, werde». daarop naar hun wo
ningen vervoerd. Het brandje zelf had
niet veel te beteekencn. Met een straal
op de moterspuit werd het vuur gebluscht
terwijl verder in het ruim lucht werd ge
pompt, om de gassen eruit te verwijderen.
Ontsporing. De stoomtram van den
dienst GoudaSchoonhoven, welke om
14.16 uur uit Schoenhoven vertrekt, en te
15.02 uur in Gouda arriveerde, geraakte
gisterenmiddag, eenige meters voor de
laatste halte te Gouda, door onbekende
oorzaak, ter hoogte van een kruisspoor,
uit de rails, tengevolgè waarvan twee wa
gons derailleerden. Persoonlijke ongeluk
ken hadden niet plaats, terwijl evenmin
materieele schade viel te boeken. De dienst
ondervond geruimen tijd vertraging.
van
ZATERDAG 16 JUNI 1928
TWEEDE BLAD.
GEHOORZAMEN BETER DAN
SLACHTOFFER.
Doch Samuel zeide: Heeft de
Heere lust aan brandofferen en
slachtofferen, als aan het gehoor
zamen van de stem des Heeren?
Zie. gehoorzamen i9 beter dan
slachtoffer, opmerken dan het vet
te der rammen.
1 Sam. 15 22.
Gehoorzamen is beter dan slachtoffer..
Bekend woord. En veel gebruikt.
Veel gebruikt, naar te vreezen is, wijl
het zoo weinig wordt verstaan.
Want het i s geen woord om gemakke
lijk op de lippen te nemen, en veel ge
bruikt te worden.
Het wil niet door ons tot ons woord
gemaakt worden, dat wij als een vonnis
tot anderen en over anderen doen uit
gaan; maar het wil blijven wat het is: bet
woord Góds, dat spreekt tot on9.
En wie het tot zich 9prcken 'aat, die
hoort het als een vonnis over zichzelven
gaan. Die wordt stil en beschaamd.
Die ontdekt, hoeveel het van wat hij
zijn godsdienst noemt, als waardeloos, en
erger, óp zij werpt, en hoe armelijk zijn
godsvrucht is.
Want dit woord des Heeren door Sa
muel, raakt den kern van den dienst van
God, het hart der echte religie.
Het zegt ons, dat het'ware dienen van
onzen God, niet is Gode iets te geven:
iets van onze aandacht, iets van ons geld,
iets van onzen tijd, iets van onze kracht
of misschien ook wel véél van dat al
les. Maar dat het is wat het heet. onzen
God te dienen, ons aan Hem te onderwer
pen, ons-zelven tot zijn beschikk.' ïg te
stellen ons-zelven aan Hem te geven.
En dat te loei: door ons te onderwer
pen aan Zijn Woord, door ons *e buigen
voor zijn geopenbaarden wil als de wet
van oas leven, door te a jen /at Hij be
veelt en te laten wat Hij verbiedt.
Dat juist was het, wat er aan Sauls
godsdienstigheid ontbrak.
Want godsdienstig was Saul.
Wie durft zeggen, dat hij het niet was?
Nooit neeft hij gestaan aan het altaar
van een afgod.
Nooit eenige offerande, klein of groot,
gebracht aan een der gruwelen van de
heidenen.
Maar voor den God Israels, den eeni-
sren /'aarachtigen God. heeft hij nie' te
kostbaar geacht, „de beste schapen en
rundeden" uit der buit dien hij op Amalek
veroverde.
En hoe vroom zal hij zijn. als hij straks
in deze offerande, den dank en de eere
van zijn overwinning voor zichzelven af-
wiist. om ze alleen den Heere te bieden!
Ja, en toch heeft Samuel in Naam des
Heeren deze vroomheid het brandmerk
opgedrukt van „wederspannigheid" en
„afgoderij".
Want het gebod Gods van al wat op
Amalek buitgemaakt zou worden, luidde,
dat het alles, tot de besten toe, verdelgd
en vernietigd moest worden.
En het is alleen door wederspannigheid
tegen dit bevel Gods. dat Saul nu een of
ferande' heeft voor den Heere. Het is al
leen door afgoderij met den volkswil, dat
hij runderen en schapen spaarde.
Sauls vroomheid is eigenwilligheid.
Sauls godsdienst is revolutie.
Daarom wordt Saul met zijn offerande
door God verworpen.
O, hier is een vonnis.-
Niet over Sauls godsdienstigheid al
leen. maar ook over zooveel, dat wij tot
enzen godsdienst rekenen.
Over zooveel gaven en werken, over
zooveel woorden en liederen, over zooveel
gebeden en dankzeggingen, waarin we al
les op Gods altaar heffen, behalve een
ziel die smeekt, óprecht en innig: „Uw
wil geschiede, gelijk ii\ den hemel alzoo
ook op aarde alles behalve alleen ons-
zelven.
Weerspannigheid en afgoderij.
Ja. ook afgoderij.
Want wij zijn d) afgod, die zich stelt
in Gods plaats.
Wij zullen dan beslissen en niet onze
FEUILLETON.
De boer van „De Bork"
(Een Drentsch verhaal).
32) o—
Niet echter zoo de heide oude lui.
Zcodra zij zich te bed hadden -bege
ven, begon Marychie eerst over t
schrikkelijke uiteinde van Henderik,
en toen over 't ontzettend verlies van
a: het overige te spreken, 't Was tocli
ijselijk in zoo'n korten tijd alles bijna
te verliezen. Paarden, koeien,- kalve
ren, rogge, alles wa9 verbrand. En
dan nog de boekweit en de haver, 't
zou wel niet heel veel zijn, maar 't
was toch weg of bedorven. En dan de
meubelen en de kleereu er was ze
ker niets gered.
„Och neen", was 't antwoord, „alles
stend in volle vlam eer 't vo'k ont
waakte. En hulp was er ook niet
Femmechie was bijna naakt op straat
gekomen."
„En t gouden oorijzer weg, en "t
kookboek met gouden sloten ook al
les. alles wegl 't was vreeselijk. Zij
zi u toch nog gezien hebben of er niet
v at te redden was geweest. Zij had
vel nimmer brand bijgewoond, maar
God-zelf, hoe Hij geëerd en gediend zal
worden.
Wij zijn het dan die geven, en Hij die
ontvangt.
Wij die verplichten, en Hij die wordt
verplicht.
En niet Hij en zijn eere, maar wij-zel-
ven en ons loon, zijn dan het einddoel van
al ons godsdienstig bedrijf.
Onder 's Heeren vonnis over Saul be
zwijkt alle religieusheid die van geen ge
hoorzaamheid aan het Woords Gods wil
hooren.
O, zien we toe, dat ze ook de onze niet
brandmerkt als weerspannigheid en af
goderij.
„Die den wil Gods doet, blijft in eeuwig
heid".
Die alleen.
IK DACHT....
Ik dacht, dat het een najaarsblad.
Een gëel geworden blad was;
Maar k zag dat het een vlinderke,
Een vlinder ->p mijn pad was.
Ik dacht! er dreigt een zware storm,
Die heel veel zorg zal' geven;
Maar 'k zag hoe straks integendeel
Dé schepping ging herleven.
Ik dacht, dat alles tegen ;liep,
'k Was moedeloos, Verlegen;
Maar zie, het bleek de rechte weg,
't Was juist een weg van zegen.
'k Dacht in 't verschiet een leeuw te zien,
Die nijdig naar mij blikte,
Maar nader komend bleek 't een boom,
Welks schaduw mij verkwikte.
Ik dacht, ik dachtmaar wat ik denk,
Is 3tellig niet onfeilbaar.
Laat ik maar voortgaan aan Gods hand,
Zijn wijsheid is onpeilbaar.
Laat ik maar voortgaan naar Zijn wil
En letten op Zijn wenken
Wat eerst een onneii scheen, kan dan
Mij blijken heil te schenaen.
Timotheus 1925. E. v. O.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Ridderkerk, J. D. van
Jlof, te Wilnis Te Angeren, A. T. Vink, *e
Vleuten. Te Doornspijk. J. D. van Hof. te
Wilnis. Te Klundert, R. C. W. J. Hoek,
te Rijsoord. Te Nieuwerkerk a. d. lJsel, J.
L Dippel, te Kamperveen.
Bedankt: Voor St. Maartensdijk, A.
v d. Kooy te Kampen. Voor Opheusden,
H. A. Leenmans, te Delft.
GERFF. KEBKF.N.
Tweetal: Te Scheveningen (4e pred.-
plaats) P. C. de Bruijn, te Apeldoorn; en
D van Dijk. te, Groningen.
Beroepen: Te Deventer. B. P. Prins,
te Oostwold-Oldambt. Te Zwammerdam.
T. C Houtzagers, te Reeuw'..
B e d a nk t: Voor Wanswerd, W. E. Ger-
ritsma, te Oudega (SmalL).
FFVFSTTGTva. INTRFDB. AFSCHFTD.
Ds. A. van Dijke. van Kalamazoo (N -
Amerika), die het beroep aannam naar
de Geref. Gem. te Nieuw Beijerland, is
voornemens zijn intrede te doen Zondag
24 Juni a.s. De bevestiging heeft plaats
door Ds. G. II. Kersten, van Rotterdam, op
Vrijdagavond 22 Juni.
Ds. C. J. Sikkel is voornemens om
Zondag 17 Juni a.s. afscheid te nemen
van de Geref. Kerk van Oosthem, om a.s.
Zondag 1 Juli zijn intrede te doen bij de
Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid.
EMERITAAT.
Het Prov. kerkbestuur van Gelderland
heeft, na bijna 43-jarigen dienst, met in
gang van 1 September eervol emeritaat
op zijn verzoek verleend aan Dr. VV. van
der Béke Callenfels. predikant der Ned.
Herv. gemeente le Warnsveld en eerder
te Biezelinge en Delden.
PRAEPARATOIR EXAMEN.
Door de classis Kollum der Geref. Ker
ken is na afgelegd praeparatoir examen
beroepbaar gesteld de heer E. N. van Loo
te Zwagerveen, theol. candidaat aan de V.
U. te Amsterdam.
De heer van Loo verzoekt den Kerken
in de eerstvolgende maanden nog geen
beroep op hem uit te brengen.
PREDIKANT OP ART. 8 K.O.
De Part. Synode van Utrecht, der Ge
ref. Kerken beeft aan den lieer C. de
Kruyk te IJsselsteyn toegestaan zich na
behoorlijke voorbereiding tot de classis
daar zou zij toch voor zorgen, dat zij
alles van waarde,, goud en zilver en
zoo wat mee nam. 't Kabinet met zoo-
vc-el linnt was wat ^-^rs. ofschoon
het toch wat te zeggen was, om 't
maar zoo. te laten verbranden, 't Was
zonde en jammer".
„Had Femmechie dat willen doen",
merkte Machiel aan, „dan zou zij even
ongelukkig aan haar einde gekomen
zijn als Henderik. die in de brandende
s< huur liep, om de beesten van de
stalpalen los te snijden en de paarden
uit den stal en op straat te laten, en
zoc jammerlijk verbrandde".
,,'t Was verschrikkelijk", zei Mary
chie, „dat was niet te ontkennen,
maar toch was het of God hem ge
straft had voor zijn gedrag jegens hen.
Hij had hen toch niet behandeld zoo
als 't behoorde. En dan nog laatst
foei! t was geen handelwijze, een oud
man zoo te beleedigen, als Henderik
hem gedaan had".
„Hoor; Mary", zei Machiel. „Hende
rik heeft niet* goed met ons gehan
deld, maar ons past het volstrekt niet
te oordeelen. Dit heb ik gezien, dat
n en dwaas doet om zich aan 't aard-
sche goed te hechten, 't Maakt menig
een slecht en brengt vrij wat onrecht
Utrecht te wenden met het verzoek hem
praeparatoir te esaraineeren opi te kun
nen staan naar het predikambt, krachtens
art. 8 der Kerkenorde.
DE CLASSIS DEVENTER.
De Particuliere Synode van de Geref.
Kerken van Overijsel besloot in haar ver
gadering van d.d. 13 Juni, den naam van
dfe classis Deventer onveranderd te laten.
NED. GEREF. GEMEENTEN.
De classis dër Nederlandsch Gerefor
meerde Gemeenten in Nederland en in
Duitschland zal Dinsdag 10 Juli a.s. wor
den gehouden in het kerkgebouw Goud-
sehestraat no. 100 te Rotterdam, aanvan
gende des morgens 10 uur. De roepende
gemeente is Oosterbeek. Stukken enz.
worden tot 1 Juli a.s. ingewacht bij den
scriba der Classis, Ds. H. Siegers te Oos
terbeek.
's Maandagsavonds te 7.30 uur zal door
dezen- een bidstond worden gehouden in
voornoemd kerkgebouw.
NIEUW KERKGEBOUW.
Te Santpoort bestaan plannen tot den
bouw van een nieuwe Geref. kerk. Thans
worden de godsdienstoefeningen gehouden
in een gebouw, dat vroeger als koetshuis
dienst deed.
De kerk komt waarschijnlijk nabij de
nieuwe Chr. school in de omgeving van
de burgemeester Enschedelaan.
SEMINARIE DEPOK.
Dondèrdag heeft het Centrale Comité
voor het Seminarie te Depok zijn jaarlijk-t
sche vergadering te Amsterdam onder
presidium van den heer A. Bierens de
Haan gehouden. Het financieel verslag
over het jaar 1927 werd uitgebracht door
den penningmeester, jhr. mr. A. F. de Sa-
vornin Lohman. Deze deed evenals de se
cretaris Joh. Rauws, mededeelingen over
de liquidatie van de onderwijzers-oplei
ding te Depok, welke thans haar beslag
heeft gekregen. De gebouwen zijn overge
dragen aan. de vereeniging voor in- en
uitwendige Zending te Batavia, die er een
tehuis voor hare te Batavia schoolgaande
jongens van maakte. Er blijven nog eeni
ge pensioenen te betalen. De jaarrekening
die was nagezien door de heeren ldenburg
en Sillem werd goedgekeurd.
Als bestuurslid werd herkozen Jhr. M.
T. C. van Lennep, te Busspm.
Het'is thans de vraag, hoe het comité
het best het in zijn statuten omschreven
doel: „de opleiding van inlandsche hulp-
zendelingen zal nastreven. Het meent dit
te moeten doen door voorloopig steun te
verleenen in een nader te bepalen vorm
aan de in Indië bestaande opleidingsscho
len voor inheemsche predikanten. Met dr.
Kraemer van Malang, die met verlof hier
te lande verwacht wordt, zal hierover na
der overleg worden gepleegd, alvorens 'n
vorm wordt gekozen.
PROVINCIALE STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
(Vervolg van gisteren).
In de iniddagzitting werden de op
merkingen door verschillende leden
i- de ochtendvergadering gemaakt be
antwoord loor het lid van Ged. St.
cir- heer BORGHOLS.
Het voorstel van Ged. Staten wordt
daarna verworpen met 42 tegen 22
stemmen.
Een voorstel-Schalekamp, om de
rechten tot 1932 te halveeren, wordt
vi rvolgens eveneens verworpen, en
wel met 39 tegen 28 stemmen.
Het gevolg hiervan is, dat de veror
dening tot bruggeldheffing met 1 Jan.
1929 is ingetrokken.
Z. h. s. worden aangenomen de voor
stellen ten aanzien van de verorde
ningen op de heffing van: a. rechten
voor het bevaren van het scheepvaart-
kt.naal tusschen Rijn en Schh en voor
het overzetten over dat kanaal met de
schouw aan den Hofweg; b. rechten
voor het ophalen van de brug over
den Rijn te Alphen aan den Rijn; c.
rechten voor het bevaren van de Gou
we.
Interpellatie-Vlielander.
Aan de orde is daarna de interpella-
tio-Vlielander. betreffende droogma
king van de Reeuwijksche en Sluip-
wijksche -dassen.
De heer VLIELANDER (Lib.) dringt
aan op spoedige drooglegging van de-
■/i- plassen, waardoor ongeveer 800
TI A. land beschikbaar zal komen.
Bovendien kunnen bij de droogleg
ging tal van werkloozen woiden te
werkgesteld.
in de wereld. En in korten tijd is
ïr.en alles kwijt.
't Is me hard gevallen mijn ouderlijk
huis zoo in een puinhoop weer te
zien; maar 't zou me nog harder val
len, als mij die ramp op mijn ouden
dag getroffen had, en ik zoo op eens
van alles beroofd was. Toen wij voor
cm jaar of zeven de bork verlieten,
h ëlden wij niet veel over, maar wa
ren nog kras genoeg om wat te doen.
1 angzamerhand zijn wij er, onder
Gods zegen en met uehulp der kinde
ren, weer bovenop gekom-»n en kun
nen rustig leven. Maar had ons zoo'n
ramp op onze hooge jaren getroffen,
wat zou er van ons geworden ziin?
„Wat Femmechie nu wel zou aan
vangen? Zou zij weer bouwen?" Ma
rychie begreep, 't was altijd verkie
selijk. „Zij had nog land genoeg en
k'eeg t geld uit de brankast voor 't
huis toch terug".
„Bouwen moet zij", was 't antwoord.
..Maar aangezien alle werktuigen en
wagens, paarden en koeien en kalve
ren, melkgereedschap en huisraad
«alles verbrand is, jal de goede ziel
geen enkel stuk kleeren heeft behou
den, zal zij veel land moeten verkoo-
pen, en geen twaalf koeien kunnen
houden. Vooral daar 't land in slech
ten staat is
„Zoo", hernam Marychie, „erg ge
noeg. Wie had dat ooit gedacht",
vervolgde zij een oogenblik daarna,
„dat Femmechie bij ons zou komen
en haar intrek nemen".
„Ja!" hernam Machiel, „gelukkig!
dat wij haar hebben kunnen, 't Zou
wel eens anderskunnen% geweest
zijn".
„Zij waren toch zoo kwaad niet.
Toen Roelof leefde was 't een best
kind!" vervolgde de oude vrouw. „Zij
i» nog niet zoo kwaad! Mary! maar
om Henderik kon zij niet anders!"
ging de oude man voort.
„Praat me niet van hem, hij was
een slechte!
„Bedaar Maryl laat de dooden met
rust!" viel Machiel haar met nadruk
in de reue.
„Hm bromde zij, 'k mocht hem
nooit lijden. Hoe kwaamt gij er toe,
dat gij Femmechie mee naamt?"
„Wie zou anders doen? was. zij niet
Roelofs vrouw weleer? Is zij niet ver
armd, althans vo^r tegenwoordi
ge? Waar zou zij heen, en dat mid
den in den nacht, half verkleumd van
kou, en half d~od van schrik?" merk
te Machiel op.
„Neen zij was wel niet boos op Ma
chiel, maar zij zou 't zoo gauw niet
gedaan hebben. Hij zou haar toch op
weg naar huis wel een woordje of wat
over het verledene gezegd hebben. Dat
begreep zij heel goed. Daarom had zij
ook maar niets tegen 't schaap ge
zegd. Zij meende nog duidelijk te heb
ben kunnen zien, toen zij in huis
kwam, dat zij geschreid had en verle
gen was".
„Natuurlijk", zei Machiel, „was zij
verlegen. Zij was hier in lang niet ge
weest. En geschreid had zij ook. En
geen wond er l 't Was ook wel om te
schreien. Maar niet, omdat hij haar
een hard woord 'toegesproken, of ver
wijtingen gedaan had. Dat nooit 1"
„Zoo?" hervatte Marychie, „blijft
zij hier lang?"
„Dat weet ik zoo min als iemand",
was 't antwoord. „Ik denk zoo lang
het u behaagt. Al9 gij straks zegt, dat
zij vertrekken moet ,zal zij wel gaan.
En misschien buiten dat wel".
„Zoo! en dat zonder kleeren aan t
lijf. Neen, Machiel! Roelofs vrouw
moet niet als een bedelares door *t
dorp loopen".
(Slot volgt).
UIT DE SCHRIFTEN