NIEUWE LEIDSCHE COURflNI De lieer VON FISENNE, iid van Ged. Staten herinnert er aan, dat de S ^ten vroeger hebben besloten (in 1924), dat de provincie en het rijk ieder de helft zouden bijdragen van de kosten, noodic voor het ontwerpen van een plan voor de droogmaking der plassen. Volgens het laatste onderzoek en raar het oordeel van den rijkswater staat zou er moeten worden gerekend oi» een bedrag van f 7 d 800.000 als r'ioogmakingskosten; van ch' bedrag komt 2/3 deel ten laste der provincie. Ged. Staten willen gaarne overwe gen of er misschien aanleiding bestaat, om opnieuw met het rijk over deze kwestie in onderhandeling te treden, maar zooals de zaken thans staan, kunnen Ged. Staten er nog niet aan denken om met een voorstel tot droog making te komen. Ten slotte deelt spr. mede, dat Ged. Staten bereid zijn. om de betreffende rapporten voor de leden ter visie te leggen. De heer VAN STAAL (S.D.) dient de volgende motie in: „De Staten, in vergadering bijeen op 15 Juni 1928 gehoord de besprekingen over de vraag, of het niet wenschelijk is tot droogmaking van de Reeuwijksche en Sluipsche plassen over te gaan; noodigen Ged. Staten uit de reeds uitgebrachte rapporten in druk ter kennis te doen brengen van de leden der Prov. Staten; en dit te doen volgen met een spoe dig praeadvles over de vraag of droog making van Voornoemde plassen niet i uodzakelijk moet worden gsacht en c'it praeadvies in een deswege expres- selijk te beleggen vergadering van de Staten aan de orde te stellen". Deze motie is mede onderteekend door de leden: dr. Hoffman, Van Muis winkel, Vlielanc'.er, Vin der Weyden, Beekenkamp, Werker, Horsman en Brunt. De heer VAN DER WEYDEN (R.-K.) dringt eveneens aan op spoedige O: ooglep-^ing. De heer HOFFMAN (R.-K.) toont z'eh weer als beslist voorstander der drooglegging dezer plassen Spr. be roept zich op de historische Holland- sche traditie om steeds en zooveel mo ge lijk dergelijke plassen droog te leg gen. De stedenuitbre.idingen en de uit te voeren wegenplannen eischen ge biedend verhoogde waakzaamheid vcor het behoud onzer kostelijke cul tuurgronden en voor landaanwinning. Een post op de begrooting onzer Siaten voor bevordering van landver huizing moest onnoodig zijn. Ook de vermindering der werkloosheid wordt gtbaat door drooglegging. Spr. ver- zoekte zoo noodig spoedig een buiten gewone zitting der Staten te beleggen, teneinde een definitief besluit te ne men omtrent dit urgent vraagstuk en t!e drooglegging desnoods in eigen uit voering te ondernemen. De heer BRUNT (C.-H.) is van oor deel, dat deze kwestie de grootst mo gelijke aandacht verdient. Spr. hoopt c'at de beslissing reeds in de najaars zitting zal kunnen worden genomen. De heer VON FISENNE deelt mede, dat met het Rijk in overleg zal wor den getreden over de publicatie der rapporten. De mtie-v. Staal-IIoffman wordt door Ged. Staten ter fin© van vraeadvies overgenomen. Daarna hield de heer DE BRUIN (S.D.) een interpellatie, over het Me el -sch Schooltoezicht; de hr. TEN HO PE (V.B.) over verkeerstoestanden op den weg R'damOverschie, in ver band met een plaats gehad hebben auto-ongeval onder Overschie; de heer HOFFMAN (R.-K.) over de doorvaart- breedte van de .schutslv.it bij Gouda. De voorzitter sluit daarop in naam der Koningin deze zitting van de Sta ten. In den loop der vergadering werden nog z. h. s. aangenomen de voorstel len betreffende: Wijziging van de provinciale be grootingen voor 1927 en 1928; wijziging van het reglement van Delfland; wijziging van het reglement van Rijnland; wijziging van het bijzonder regle ment Graspolder; wijziging van de bijzondere regle menten der polders Het Zand en Oud en Nieuw-Reijerwaard; wijzigir- van het algemeen regle ment B en het bijzonder reglement vcor het waterschap Blokland. GEMENGD NIEUWS. Na den moord te Bleijerheide. Woens dag en Donderdag heeft voor het gerechts hof te Aken de behandeling plaats gehad van de zaak tegen den te Kerkrade wo nenden Nüsser en tegen vrouw Lijnen, die resp. beschuldigd werden van moord en aansporing tot moord op den destijds te Bleijerheide wonenden landbouwer Lijnen. Zooals men zich herinnert, wordt Nüs ser ten laste gelegd, dat hij in den nacht van 4 op 5 Januari jj. Lijnen naar de Duitsche grens heeft gelokt, waar hij hem heeft overvallen en vermoord De vrouw van den vermoord- hield het in het geheim met Nüsser en tezamen hebben zij het moordplan uitgewerkt. Kort voor het uitvoeren van hun mis daad had de vrouw van Lijnen zich nog op enkele kranten geabonneerd, met het oog op de uit te keeren premies. De ongeveer 25 getuigen werden ge hooid. De afgelegde verklaringen waren zeer bezwarend. De beklaagden echter trachtten elkander de schuld te geven. Donderdagmiddag werd tegen Nüsser, wegens moord met voorbedaenten rade gepleegd, de doodstraf geëisch met le venslange ontzegging van burgerlijke eere rechten. De eisch tegen de vrouw van den ver moorde was eveneens doodstraf, met ont zegging der burgerlijke eererechten. De verdediger van Nüsser betoogde, dat moord met voorbedachten rade niet was bewezen en voorts dat het vrouw Lijnen was, die den verdachte tot den moord aan gezet heeft. De verdediger van vrouw Lijnen beweer de, dat zij niet de aanstichtster geweest was. Na geruiihen iijd in raadkamer te zijn geweest, deed bet hof onmiddellijk uit spraak en veroordeelde Nüsser tot de doodstraf en vrouw Lijnen tot 10 jaar tuchthuisstraf en ontzegging gedurende dien tijd van burgerlijke eererechten. Geen enkele tjalk vergaan? De kapi tein van de gasboot te Enkhuizen heeft een onderzoek ingesteld naar de vier tjalken, die in de Zuiderzee zouden zijn gezonken. De wrakken van die tjalken zijn niet door hem gevonden, zoodat er vermoedelijk geen enkele tjalk vergaan is. Ook bij Urk bleek geen tjalk gezonken te zijn. De kapitein heeft een lichtboei geplaatst bij 't wrak van „De Onderneming", schip per v. d Meer. Van de negtn mosselen vaartuigen, omtrent wier lot men in on gerustheid verkeerde, zijn er drie in Aukes (Wieringen) en zes in Medemblik binnengeloopen. Ontploffing op een IJmuider logger. Gistermiddag is in het z.g. Mangat van een IJmuider logger, die in een der hou ten Iïera-dokken op de Dijksgracht te Am sterdam ter reparatie ligt, een brand ont staan, die een explosie tengevolge had, waardoor een werkman aan beide handen brandwonden bekwam en een brandwacht bedwelmd werd. Naast net mangat van Jen IJmuider logger IJM 331 waar vischnetten, met car- bolineum doortrokken, opgeborgen lagen, waren vonken uit een laschapparaat over gesprongen. Door 't carbolineum, waarmee de door het vuur aangetaste vischnetten doortrokken waren, ontwikkelaen zich gassen, die de explosie veroorzaakten. Een werkman, die poogde het vuur te blusschen, werd door de ontploffing te gen den grond geslagen en bekwam zoo als gemeld, brandwonden aan beide han den. Onmiddellijk werd de brandweer ge waarschuwd, die r ider leiding van den hoofdbrandmeester Fcrch me* eenige mo torspuiten op de Dijksgracht verscheen. Een brandwacht daalde in het mangat af, maar moest, toen op dek bleek, dat hij bedwelmd was geraakt, naar boven ge haald worden. Door den Geneerkundigen Dienst werd de brandwacht weer spoe dig tot bewustzijn gebracht. Zoowel de gewonde werkman, als de brandwacht, werde». daarop naar hun wo ningen vervoerd. Het brandje zelf had niet veel te beteekencn. Met een straal op de moterspuit werd het vuur gebluscht terwijl verder in het ruim lucht werd ge pompt, om de gassen eruit te verwijderen. Ontsporing. De stoomtram van den dienst GoudaSchoonhoven, welke om 14.16 uur uit Schoenhoven vertrekt, en te 15.02 uur in Gouda arriveerde, geraakte gisterenmiddag, eenige meters voor de laatste halte te Gouda, door onbekende oorzaak, ter hoogte van een kruisspoor, uit de rails, tengevolgè waarvan twee wa gons derailleerden. Persoonlijke ongeluk ken hadden niet plaats, terwijl evenmin materieele schade viel te boeken. De dienst ondervond geruimen tijd vertraging. van ZATERDAG 16 JUNI 1928 TWEEDE BLAD. GEHOORZAMEN BETER DAN SLACHTOFFER. Doch Samuel zeide: Heeft de Heere lust aan brandofferen en slachtofferen, als aan het gehoor zamen van de stem des Heeren? Zie. gehoorzamen i9 beter dan slachtoffer, opmerken dan het vet te der rammen. 1 Sam. 15 22. Gehoorzamen is beter dan slachtoffer.. Bekend woord. En veel gebruikt. Veel gebruikt, naar te vreezen is, wijl het zoo weinig wordt verstaan. Want het i s geen woord om gemakke lijk op de lippen te nemen, en veel ge bruikt te worden. Het wil niet door ons tot ons woord gemaakt worden, dat wij als een vonnis tot anderen en over anderen doen uit gaan; maar het wil blijven wat het is: bet woord Góds, dat spreekt tot on9. En wie het tot zich 9prcken 'aat, die hoort het als een vonnis over zichzelven gaan. Die wordt stil en beschaamd. Die ontdekt, hoeveel het van wat hij zijn godsdienst noemt, als waardeloos, en erger, óp zij werpt, en hoe armelijk zijn godsvrucht is. Want dit woord des Heeren door Sa muel, raakt den kern van den dienst van God, het hart der echte religie. Het zegt ons, dat het'ware dienen van onzen God, niet is Gode iets te geven: iets van onze aandacht, iets van ons geld, iets van onzen tijd, iets van onze kracht of misschien ook wel véél van dat al les. Maar dat het is wat het heet. onzen God te dienen, ons aan Hem te onderwer pen, ons-zelven tot zijn beschikk.' ïg te stellen ons-zelven aan Hem te geven. En dat te loei: door ons te onderwer pen aan Zijn Woord, door ons *e buigen voor zijn geopenbaarden wil als de wet van oas leven, door te a jen /at Hij be veelt en te laten wat Hij verbiedt. Dat juist was het, wat er aan Sauls godsdienstigheid ontbrak. Want godsdienstig was Saul. Wie durft zeggen, dat hij het niet was? Nooit neeft hij gestaan aan het altaar van een afgod. Nooit eenige offerande, klein of groot, gebracht aan een der gruwelen van de heidenen. Maar voor den God Israels, den eeni- sren /'aarachtigen God. heeft hij nie' te kostbaar geacht, „de beste schapen en rundeden" uit der buit dien hij op Amalek veroverde. En hoe vroom zal hij zijn. als hij straks in deze offerande, den dank en de eere van zijn overwinning voor zichzelven af- wiist. om ze alleen den Heere te bieden! Ja, en toch heeft Samuel in Naam des Heeren deze vroomheid het brandmerk opgedrukt van „wederspannigheid" en „afgoderij". Want het gebod Gods van al wat op Amalek buitgemaakt zou worden, luidde, dat het alles, tot de besten toe, verdelgd en vernietigd moest worden. En het is alleen door wederspannigheid tegen dit bevel Gods. dat Saul nu een of ferande' heeft voor den Heere. Het is al leen door afgoderij met den volkswil, dat hij runderen en schapen spaarde. Sauls vroomheid is eigenwilligheid. Sauls godsdienst is revolutie. Daarom wordt Saul met zijn offerande door God verworpen. O, hier is een vonnis.- Niet over Sauls godsdienstigheid al leen. maar ook over zooveel, dat wij tot enzen godsdienst rekenen. Over zooveel gaven en werken, over zooveel woorden en liederen, over zooveel gebeden en dankzeggingen, waarin we al les op Gods altaar heffen, behalve een ziel die smeekt, óprecht en innig: „Uw wil geschiede, gelijk ii\ den hemel alzoo ook op aarde alles behalve alleen ons- zelven. Weerspannigheid en afgoderij. Ja. ook afgoderij. Want wij zijn d) afgod, die zich stelt in Gods plaats. Wij zullen dan beslissen en niet onze FEUILLETON. De boer van „De Bork" (Een Drentsch verhaal). 32) o— Niet echter zoo de heide oude lui. Zcodra zij zich te bed hadden -bege ven, begon Marychie eerst over t schrikkelijke uiteinde van Henderik, en toen over 't ontzettend verlies van a: het overige te spreken, 't Was tocli ijselijk in zoo'n korten tijd alles bijna te verliezen. Paarden, koeien,- kalve ren, rogge, alles wa9 verbrand. En dan nog de boekweit en de haver, 't zou wel niet heel veel zijn, maar 't was toch weg of bedorven. En dan de meubelen en de kleereu er was ze ker niets gered. „Och neen", was 't antwoord, „alles stend in volle vlam eer 't vo'k ont waakte. En hulp was er ook niet Femmechie was bijna naakt op straat gekomen." „En t gouden oorijzer weg, en "t kookboek met gouden sloten ook al les. alles wegl 't was vreeselijk. Zij zi u toch nog gezien hebben of er niet v at te redden was geweest. Zij had vel nimmer brand bijgewoond, maar God-zelf, hoe Hij geëerd en gediend zal worden. Wij zijn het dan die geven, en Hij die ontvangt. Wij die verplichten, en Hij die wordt verplicht. En niet Hij en zijn eere, maar wij-zel- ven en ons loon, zijn dan het einddoel van al ons godsdienstig bedrijf. Onder 's Heeren vonnis over Saul be zwijkt alle religieusheid die van geen ge hoorzaamheid aan het Woords Gods wil hooren. O, zien we toe, dat ze ook de onze niet brandmerkt als weerspannigheid en af goderij. „Die den wil Gods doet, blijft in eeuwig heid". Die alleen. IK DACHT.... Ik dacht, dat het een najaarsblad. Een gëel geworden blad was; Maar k zag dat het een vlinderke, Een vlinder ->p mijn pad was. Ik dacht! er dreigt een zware storm, Die heel veel zorg zal' geven; Maar 'k zag hoe straks integendeel Dé schepping ging herleven. Ik dacht, dat alles tegen ;liep, 'k Was moedeloos, Verlegen; Maar zie, het bleek de rechte weg, 't Was juist een weg van zegen. 'k Dacht in 't verschiet een leeuw te zien, Die nijdig naar mij blikte, Maar nader komend bleek 't een boom, Welks schaduw mij verkwikte. Ik dacht, ik dachtmaar wat ik denk, Is 3tellig niet onfeilbaar. Laat ik maar voortgaan aan Gods hand, Zijn wijsheid is onpeilbaar. Laat ik maar voortgaan naar Zijn wil En letten op Zijn wenken Wat eerst een onneii scheen, kan dan Mij blijken heil te schenaen. Timotheus 1925. E. v. O. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Ridderkerk, J. D. van Jlof, te Wilnis Te Angeren, A. T. Vink, *e Vleuten. Te Doornspijk. J. D. van Hof. te Wilnis. Te Klundert, R. C. W. J. Hoek, te Rijsoord. Te Nieuwerkerk a. d. lJsel, J. L Dippel, te Kamperveen. Bedankt: Voor St. Maartensdijk, A. v d. Kooy te Kampen. Voor Opheusden, H. A. Leenmans, te Delft. GERFF. KEBKF.N. Tweetal: Te Scheveningen (4e pred.- plaats) P. C. de Bruijn, te Apeldoorn; en D van Dijk. te, Groningen. Beroepen: Te Deventer. B. P. Prins, te Oostwold-Oldambt. Te Zwammerdam. T. C Houtzagers, te Reeuw'.. B e d a nk t: Voor Wanswerd, W. E. Ger- ritsma, te Oudega (SmalL). FFVFSTTGTva. INTRFDB. AFSCHFTD. Ds. A. van Dijke. van Kalamazoo (N - Amerika), die het beroep aannam naar de Geref. Gem. te Nieuw Beijerland, is voornemens zijn intrede te doen Zondag 24 Juni a.s. De bevestiging heeft plaats door Ds. G. II. Kersten, van Rotterdam, op Vrijdagavond 22 Juni. Ds. C. J. Sikkel is voornemens om Zondag 17 Juni a.s. afscheid te nemen van de Geref. Kerk van Oosthem, om a.s. Zondag 1 Juli zijn intrede te doen bij de Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid. EMERITAAT. Het Prov. kerkbestuur van Gelderland heeft, na bijna 43-jarigen dienst, met in gang van 1 September eervol emeritaat op zijn verzoek verleend aan Dr. VV. van der Béke Callenfels. predikant der Ned. Herv. gemeente le Warnsveld en eerder te Biezelinge en Delden. PRAEPARATOIR EXAMEN. Door de classis Kollum der Geref. Ker ken is na afgelegd praeparatoir examen beroepbaar gesteld de heer E. N. van Loo te Zwagerveen, theol. candidaat aan de V. U. te Amsterdam. De heer van Loo verzoekt den Kerken in de eerstvolgende maanden nog geen beroep op hem uit te brengen. PREDIKANT OP ART. 8 K.O. De Part. Synode van Utrecht, der Ge ref. Kerken beeft aan den lieer C. de Kruyk te IJsselsteyn toegestaan zich na behoorlijke voorbereiding tot de classis daar zou zij toch voor zorgen, dat zij alles van waarde,, goud en zilver en zoo wat mee nam. 't Kabinet met zoo- vc-el linnt was wat ^-^rs. ofschoon het toch wat te zeggen was, om 't maar zoo. te laten verbranden, 't Was zonde en jammer". „Had Femmechie dat willen doen", merkte Machiel aan, „dan zou zij even ongelukkig aan haar einde gekomen zijn als Henderik. die in de brandende s< huur liep, om de beesten van de stalpalen los te snijden en de paarden uit den stal en op straat te laten, en zoc jammerlijk verbrandde". ,,'t Was verschrikkelijk", zei Mary chie, „dat was niet te ontkennen, maar toch was het of God hem ge straft had voor zijn gedrag jegens hen. Hij had hen toch niet behandeld zoo als 't behoorde. En dan nog laatst foei! t was geen handelwijze, een oud man zoo te beleedigen, als Henderik hem gedaan had". „Hoor; Mary", zei Machiel. „Hende rik heeft niet* goed met ons gehan deld, maar ons past het volstrekt niet te oordeelen. Dit heb ik gezien, dat n en dwaas doet om zich aan 't aard- sche goed te hechten, 't Maakt menig een slecht en brengt vrij wat onrecht Utrecht te wenden met het verzoek hem praeparatoir te esaraineeren opi te kun nen staan naar het predikambt, krachtens art. 8 der Kerkenorde. DE CLASSIS DEVENTER. De Particuliere Synode van de Geref. Kerken van Overijsel besloot in haar ver gadering van d.d. 13 Juni, den naam van dfe classis Deventer onveranderd te laten. NED. GEREF. GEMEENTEN. De classis dër Nederlandsch Gerefor meerde Gemeenten in Nederland en in Duitschland zal Dinsdag 10 Juli a.s. wor den gehouden in het kerkgebouw Goud- sehestraat no. 100 te Rotterdam, aanvan gende des morgens 10 uur. De roepende gemeente is Oosterbeek. Stukken enz. worden tot 1 Juli a.s. ingewacht bij den scriba der Classis, Ds. H. Siegers te Oos terbeek. 's Maandagsavonds te 7.30 uur zal door dezen- een bidstond worden gehouden in voornoemd kerkgebouw. NIEUW KERKGEBOUW. Te Santpoort bestaan plannen tot den bouw van een nieuwe Geref. kerk. Thans worden de godsdienstoefeningen gehouden in een gebouw, dat vroeger als koetshuis dienst deed. De kerk komt waarschijnlijk nabij de nieuwe Chr. school in de omgeving van de burgemeester Enschedelaan. SEMINARIE DEPOK. Dondèrdag heeft het Centrale Comité voor het Seminarie te Depok zijn jaarlijk-t sche vergadering te Amsterdam onder presidium van den heer A. Bierens de Haan gehouden. Het financieel verslag over het jaar 1927 werd uitgebracht door den penningmeester, jhr. mr. A. F. de Sa- vornin Lohman. Deze deed evenals de se cretaris Joh. Rauws, mededeelingen over de liquidatie van de onderwijzers-oplei ding te Depok, welke thans haar beslag heeft gekregen. De gebouwen zijn overge dragen aan. de vereeniging voor in- en uitwendige Zending te Batavia, die er een tehuis voor hare te Batavia schoolgaande jongens van maakte. Er blijven nog eeni ge pensioenen te betalen. De jaarrekening die was nagezien door de heeren ldenburg en Sillem werd goedgekeurd. Als bestuurslid werd herkozen Jhr. M. T. C. van Lennep, te Busspm. Het'is thans de vraag, hoe het comité het best het in zijn statuten omschreven doel: „de opleiding van inlandsche hulp- zendelingen zal nastreven. Het meent dit te moeten doen door voorloopig steun te verleenen in een nader te bepalen vorm aan de in Indië bestaande opleidingsscho len voor inheemsche predikanten. Met dr. Kraemer van Malang, die met verlof hier te lande verwacht wordt, zal hierover na der overleg worden gepleegd, alvorens 'n vorm wordt gekozen. PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND. (Vervolg van gisteren). In de iniddagzitting werden de op merkingen door verschillende leden i- de ochtendvergadering gemaakt be antwoord loor het lid van Ged. St. cir- heer BORGHOLS. Het voorstel van Ged. Staten wordt daarna verworpen met 42 tegen 22 stemmen. Een voorstel-Schalekamp, om de rechten tot 1932 te halveeren, wordt vi rvolgens eveneens verworpen, en wel met 39 tegen 28 stemmen. Het gevolg hiervan is, dat de veror dening tot bruggeldheffing met 1 Jan. 1929 is ingetrokken. Z. h. s. worden aangenomen de voor stellen ten aanzien van de verorde ningen op de heffing van: a. rechten voor het bevaren van het scheepvaart- kt.naal tusschen Rijn en Schh en voor het overzetten over dat kanaal met de schouw aan den Hofweg; b. rechten voor het ophalen van de brug over den Rijn te Alphen aan den Rijn; c. rechten voor het bevaren van de Gou we. Interpellatie-Vlielander. Aan de orde is daarna de interpella- tio-Vlielander. betreffende droogma king van de Reeuwijksche en Sluip- wijksche -dassen. De heer VLIELANDER (Lib.) dringt aan op spoedige drooglegging van de- ■/i- plassen, waardoor ongeveer 800 TI A. land beschikbaar zal komen. Bovendien kunnen bij de droogleg ging tal van werkloozen woiden te werkgesteld. in de wereld. En in korten tijd is ïr.en alles kwijt. 't Is me hard gevallen mijn ouderlijk huis zoo in een puinhoop weer te zien; maar 't zou me nog harder val len, als mij die ramp op mijn ouden dag getroffen had, en ik zoo op eens van alles beroofd was. Toen wij voor cm jaar of zeven de bork verlieten, h ëlden wij niet veel over, maar wa ren nog kras genoeg om wat te doen. 1 angzamerhand zijn wij er, onder Gods zegen en met uehulp der kinde ren, weer bovenop gekom-»n en kun nen rustig leven. Maar had ons zoo'n ramp op onze hooge jaren getroffen, wat zou er van ons geworden ziin? „Wat Femmechie nu wel zou aan vangen? Zou zij weer bouwen?" Ma rychie begreep, 't was altijd verkie selijk. „Zij had nog land genoeg en k'eeg t geld uit de brankast voor 't huis toch terug". „Bouwen moet zij", was 't antwoord. ..Maar aangezien alle werktuigen en wagens, paarden en koeien en kalve ren, melkgereedschap en huisraad «alles verbrand is, jal de goede ziel geen enkel stuk kleeren heeft behou den, zal zij veel land moeten verkoo- pen, en geen twaalf koeien kunnen houden. Vooral daar 't land in slech ten staat is „Zoo", hernam Marychie, „erg ge noeg. Wie had dat ooit gedacht", vervolgde zij een oogenblik daarna, „dat Femmechie bij ons zou komen en haar intrek nemen". „Ja!" hernam Machiel, „gelukkig! dat wij haar hebben kunnen, 't Zou wel eens anderskunnen% geweest zijn". „Zij waren toch zoo kwaad niet. Toen Roelof leefde was 't een best kind!" vervolgde de oude vrouw. „Zij i» nog niet zoo kwaad! Mary! maar om Henderik kon zij niet anders!" ging de oude man voort. „Praat me niet van hem, hij was een slechte! „Bedaar Maryl laat de dooden met rust!" viel Machiel haar met nadruk in de reue. „Hm bromde zij, 'k mocht hem nooit lijden. Hoe kwaamt gij er toe, dat gij Femmechie mee naamt?" „Wie zou anders doen? was. zij niet Roelofs vrouw weleer? Is zij niet ver armd, althans vo^r tegenwoordi ge? Waar zou zij heen, en dat mid den in den nacht, half verkleumd van kou, en half d~od van schrik?" merk te Machiel op. „Neen zij was wel niet boos op Ma chiel, maar zij zou 't zoo gauw niet gedaan hebben. Hij zou haar toch op weg naar huis wel een woordje of wat over het verledene gezegd hebben. Dat begreep zij heel goed. Daarom had zij ook maar niets tegen 't schaap ge zegd. Zij meende nog duidelijk te heb ben kunnen zien, toen zij in huis kwam, dat zij geschreid had en verle gen was". „Natuurlijk", zei Machiel, „was zij verlegen. Zij was hier in lang niet ge weest. En geschreid had zij ook. En geen wond er l 't Was ook wel om te schreien. Maar niet, omdat hij haar een hard woord 'toegesproken, of ver wijtingen gedaan had. Dat nooit 1" „Zoo?" hervatte Marychie, „blijft zij hier lang?" „Dat weet ik zoo min als iemand", was 't antwoord. „Ik denk zoo lang het u behaagt. Al9 gij straks zegt, dat zij vertrekken moet ,zal zij wel gaan. En misschien buiten dat wel". „Zoo! en dat zonder kleeren aan t lijf. Neen, Machiel! Roelofs vrouw moet niet als een bedelares door *t dorp loopen". (Slot volgt). UIT DE SCHRIFTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5