tlBWE LEIDSCHE COORRNT
•van
DINSDAG 5 JUNI 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
VEREEN. GROEN VAN PRINSTERER
Gelijk reeds kort gemeld, is Zater
dag te Roterdam onder leiding Aran
dhr. C. P. I. Dom missie, -v an Maas
sluis een -vergadering gehouden van
de Vereeniging van Burgemeesters,
Wethouders en Secretarissen van Cal
vinistische levens- en wereldbeschou
wing „Groen van Prinsterer".
Door Prof. Dr. H. Visscher, werd
gerefereerd over; „De roeping der
Chr. Overheid tegenover het voort-
voortwoekerend zedebederf in het
maatschappelijk leven, met aandui
ding van practische maatregelen tot
stuiting en wering van dat bederf.
In een belangwekkend betoog zette
spr. uiteen, dat, hoewel de criminali
teit te dien opzichte niet veel leert,
onze tijd toch een decadentie vertoont
overeenstemmend met die uit het
oude Rome.
De echtscheidingen nemen onrust
barend toe en het verval is thans geen
individueele afwijking, doch een so
ciaal verschijnsel. Het begeeren wordt
op allerlei wijze geprikkeld,. Het even
wicht tusschen het begeervermo
gen en de krachten van den mensch
is verbroken.
Spr. acht een Christelijke Overheid
in ons modern staatswezen niet mo
gelijk Ware het denkbaar, gelijk ais
in 1537 te Genève, de burgers allen te
doen Onderschrijven de geloofsbelijde
nis. zoo zou spreker willen handhaven
het onbesnoeide art. 36.
Nu zulks niet het geval is, is vrij
heid noodig om tot reconstructie te
komen.
De Overheid is niet Christelijk en
ook niet anti-christelijk, al ondergaat
ze de invloeden van een anti-Christe
lijke cultuur.
Zedebederf is niet allereerst door
overheidmaatregelen te keeren.
Spr. ziet de verwording als een ge
volg van de sociale structuur. De ar-
beidsverdeeling is van grooten invloed
ook voor het geestelijk leven.
De drang naar socialiseering brengt
een veranderde cultuur, waarin het
zedelijke verloren gaat.
De Christelijke overheidspersonen
zouden krachtiger kunnen optreden,
als de wetgeving krachtiger was. Nu
mag men van hen niet vragen alsof
ze in een Christelijken staat regeer
den.
Het voortwoekerend zedebederf- kan
alleen worden tegen gegaan door de
beleving der Christelijke beginselen,
in saamhoorigheid van allen, die God
vree zen.
Een uitvoerige bespreking volgde,
waaraan deelnamen de heeren P.
Bergmeyer, J. v. d. Molen, P. van Ba
ren en A. Doorn.
De sprekers konden zich niet vin
den in het standpunt van den spreker
betreffende artikel 36.
De geestelijke vrijheid zoo werd
gezegd moet worden gehandhaafd,
is vrucht van een geestelijke worste
ling. Ook werd niet eenstemmig ge
dacht over de verwording, als gevolg
van de sociale structuur en opgemerkt
werd. dat, als men wijziging van het
kiesrecht wil, zulks bij de partij-in
stanties aanhangig gemaakt moet
worden.
Nadat Prof. Visscher nog uiteenge
zet had, dat de toepassing van artikel
36 in onze maatschappij dwaasheid
zou zijn en zijn standpunt inzake de
sociale structuur van het leven en ge
volgen daarvan had verdedigd, werd
de vergadering, die goed bezocht was,
gesloten.
NED. ZUID- AFRIK AAN SCHE
VEREENIGING.
De Nederlandsche Zuid-Afrikaan-
sche Vereeniging heeft in de „Indus-
trieele Club" te Amsterdam haar al-
gemeene vergadering gehouden, wel
ke gepresideerd werd door Prof. Dr
J. W. Pont.
In zijn openingswoord heette Prof.
Pont welkom de twee veteranen, Prof.
FEUILLETON.
De boer van „De Bork"
(Een Drentsch verhaal).
22) o—
Zij begreep terecht om zich zelfs
wille, bedaard te moeten blijven, en
zich in de omstandigheden te schik
ken. De les die Henderik haar voor
eenigen tijd gegeven had, toen zij hem
tegensprak en over zijn onredelijkheid
en inhalie-heid onderhield, was te in
drukwekkend en te gevoelig geweest,
om haar zoo spoedig te vergeten en
rog eens uit te lokken.
't Heette wel zij was gevallen en
had zich zoo vreeselijk gestooten,
maar een paar bonte plekken op hare
armen en schouders en de blauwe op
gezwollen oogen en een bloedende
mond, zei de melkmeid, loopt men
vallende niet op. Zij had de vrouw
ook hooren gillen en zien schreien
toen zij binnenkwam, terwijl Henderik
zich uit de voeten maakte, 't Was
schande en zonde, 't Moest haar niet
overkomen zijn. Henderik moest zich
schamen. Hij was toch door Femme-
chie boer op de Bork geworden. Wat
was hij vroeger?
Sedert hun vertrek van de Bork,
hadden de voormalige en tegenwoor
dige eigenaars elkander niet weer ge
sproken. Henderik ontweek zelfs den
ouden man, wanneer hij hem zag na-
Reinink uit Pretoria en den heer P.
van Gc-nt uit Bethlehem.
Spr. herinnerde er vervolgens aan,
dat het afgeloopen jaar meer dan vo
rige, in het teelten van de propaganda
stond.
Voordat spr. de vergadering opende,
herdacht hij nog met eenige woorden
het ontslapen hoofdbestuurslid, Jhr.
Mr. J. A. de Jonge, den voorzitter van
het Herman Costerfonds.
Aan het jaarverslag van het hoofd
bestuur, dat hierna werd uitgebracht,
is het volgende ontleend:
Het afgeloopen jaar was voor de
vereeniging zeer belangrijk. Haar ar
beid en haar bemoeiingen breidden
zich uit. De emigratie-commissie
kwam in het voorjaar met haar werk
gereed en bracht een uitvoerig ver
slag uit, dat gunstig werd ontvangen.
De reis van den voorzitter was van
groote beteekepis. Ook de propagan
da, voor de vereeniging gevoerd, nam
toe.
De afdeelingen vertoonen teekenen
van nieuw leven. De afdeeling Nijme
gen werd opgeheven. De verwachting
bestaat, dat er binnenkort te Leeu
warden een afdeeling zal worden op
gericht.
Het aantal door bemiddeling en met
medewerking der Vereeniging naar
Zuid-Afrika vertrokkenen is grooter
dan in 1926.
Volgens de Unie-statistiek kwamen
gedurende het afgeloopen jaar 155
Nederlanders meer de Unie binnen
om er zich blijvend te vestigen, dan er
voor goed uittrokken. Met de ovor-
groote meerderheid hunner heeft de
Vereeniging in verbinding gestaan.
De economische toestand van Zuid-
Afrika i9 gunstig.
Na de bespreking van de landbouw-
emigratie en het rapport van de Com
missie Van Beeck Vollenhoven c.s.,
wordt in het verslag gewezen op de
goede gelegenheid, die er voor jonge
landbouwers bestaat om in de Unie
op gemakkelijke en voordeelige wij
ze op de hoog> te komen van de Zuid
Afrikaansche landbouwmethoden en
worden de kansen besproken, die Ne
derlanders in Zuid-Afrika hebben.
Een gedeelte van het verslag is ver
der aan de bespreking der propagan
da gewijd, waarna herinnerd wordt
aan het plan, om in Zuid-Afrika e»n
Nederlandschen leerstoel te stichten
RUMOERIGE VERGADERING VAN
DE C.P.H.
Gisteravond had de Federatie Zuid-
ftolland van de C.P.H. in het Ver
kooplokaal te Rotterdam een openbare
vergadering: belegd, waar Lou de Vis
ser, Vanter en een Duitscher zouden
spreken over de Rijnvaartstaking.
Even voor acht uur had zich voor de
zaal Van Burink met een aantal Wijn-
kopianen verzameld en toen op het
uur, dat de vergadering moest aanvan
gen, Lou de Visser niet was gekomen,
opende de Voorzitter de vergadering
en deelde mede, dat de secretaris van
ne Belg. Comm. Partij, Morrien9 in de
plaats van den heer De Visser zou
spreken. Er waren toeen 26 menschen
aanwezig. Buiten stond een grootere
groep te wachten.
Nauwelijks had de voorzitter de ver
gadering geopend, of Van Burink en
de zijnen stapten binnen. Zij begonnen
te schreeuwen: „Waar is Lou de Vis-
s*er, de vrouwenbeul?" (Dit zag op de
Visser's optreden tegenover Mevr.
Brommert den vorigen dag).
Het duurde niet lang, of een groote
herrie ontstond. Het bleef niet bij
woorden want weldra werden ook
stoelen, die volop in de zaal aanwe
zig waren, naar het podium gegooid.
Dat was het teeken voor de politie om
in te grijpen. Zoowel de menschen van
de C.P.H., als de Wijnkopianen werden
uit de zaal gedreven en op straat ver
spreid. Binnen een half uur was de
„openbare" vergadering geëindigd.
Op verschillende plaatsen om de
zaal had de politie versterkingen ge
posteerd, doch er behoefde geen ge
bruik van te worden gemaakt.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Nieuweschans, H. Bax, t,
cand. te 's-Gravenhage; R. Noorman, cand.
te Utrecht en N. C. Renken, te Nieuw-
Scheemda.
deren, en scheen ongenegen eenige
stappen tot verzoening te doen. Zoo
doende was de verwijdering onge
merkt grooter geworden. Vooral daar
de oude burgemeester, gedurende al
dien tijd, door zijn arbeiders het land
van Machiel had laten bebouwen en
hooi en bouw bestuurd had. Tot groo
te vreugde vah Henderik, die daar
door van die moeiten en lasten ge
makkelijk afkwam.
Intusschen, of hij 't op alle mogelij
ke wijze zocht uit te zuinigen, en voor
Machiel geene onkosten te maken had,
vooruit ging hij niet,
Intusschen had de tijd bij ouden
Machiel ook biet stil gestaan. Met dien
verstande, dat hij voor hem genoege-
liiker voorbij gegaan was. De kinderen
waren al grooter en de boerderij weer
wat uitgebreider geworden. Lamme-
cliie was tot een knap negetienja-
rig meisje opgegroeid, dat de huishou
ding bestuurde, zoowel als de boer
derij. Zij was Marvchie's lieveling,
die, al knorde zij soms wat, en al had
zij soms een of ander te berispen, haar
lief had als haar eigen dochter.
Dit moest zij toch zeggen: Zij had er
geen rouw van, dat zij 't arme wees
kind tot zich genomen had. Lamme-
chie had haar nimmer redenen tot
klagen gegeven. Een ding mocht zij
wel lijden, dat zij nooit trouwde, ten
minste zoo lang zij en Machiel leefden,
't Was wel waar, 't kind kwam pas
kijken en 't was zelfs te gek aan zoo
Beroepen: Te Kolham (Gr.), G. van
Veldhuizen, cand. te Groningen. Te Gies-
sen-Neder-IIardin'xVeld, A. v. d. Kooy, te
Kampen.
Aangenomen:- Naar Borculo, A.
Noorman, cand. te Utrecht. Naar Hille-
gersberg, D. M. Blankhart, te Nijverdal.
GEREF. KERKEN.
Aangenomen: Naar de Hey, Tuin
dorp (Rotterdam), H. D. Drenth, te Wolf-
heze. Naar Meclemfelik, S. de Vries, te
Ambt Vollenhove.
Bedankt: Voor Goënga-Sybrandabu-
ren, A. J. NoordeWier. te Westerbork. Voor
Antwerpen, J. Smelik, te Zevenbergen.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Alphen aan den Rijn, P.
de Groot, te Rotterdam en G. Salomons,
te Amersfoort.
Beroepen: Te Helder, J. L. de Vries,
te Rijnsburg.
DOOPSGEZINDE GEMEENTEN.
Aangenomen: Naar 's-Gravenhage
(vac. wijlen Dr. S. Lulofs), A. Tenter, te
Akkrum (Fr.).
BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID.
De heer J. van der Woude, theol. cand.
te Amsterdam, die een beroep aannam
naar de Geref. Kerk in Hersteld Verband
te Hilversum, is eergisteravond tot zijn
dienstwerk ingeleid door Dr. J. G. Geel
kerken van Amsterdam-Zuid. Gisteravond
heeft de heer van der Woude zijn intrede
gedaan.
Ds. R. B. Evenhuis, predikant bij de
Ned. Herv. Evangelisatie te Winschoten,
heeft Zondag afscheid genomen van zijn
gemeente, wegens het aanhemen van een
beroep naar de Ned. Herv. gemeente te
Noordhorn, waar hij Zondag 20 dezer zal
worden bevestigd door Dr. M. C. Slotema-
ker te Bruine, te Hoogkerk.
Na des ochtends bevestigd te zijn
door Ds. W. F. Dikboom, uit Zuidlaren,
heeft Ds. Koster Zondagnamiddag zijn in
trede gedaan als predikant bij de Ned.
Herv. gemeente te Anloo.
Zondagochtend heeft Ds. M. L. Har-
tog, die emeritaat heeft aangevraagd, af
scheid genomen van de Doopsgezinde ge
meente van Joure, die hij 37 jaar heeft
gediend. Voordien is hij ruim 1 jaar werk
zaam geweest te Noordhorn (G.). Bij het
einde van den dienst werd ie vertrekken
de herder en leeraar, door den heer Rin-
kes namens den kerkeraad toegesproken.
Op verzoek werd Ds. Hartog die zeer on
der den indruk was van het afscheid,
door de -gemeente nog staande toegezon
gen de zegenbede van Gezang 115 vers 1
uit den Doopsgezinden liederenbundel.
Te Winschoten heeft Zondag de heer
G Wehrmeijer afscheid genoden als voor
ganger der Baptisten-gemeente, daar hij
het ambt voorloopig neerlegt. Hem werd
dank gebrach- voor wat hij gedurende
zijn dienstwerk voor de gemeente had
verricht.
Eergisteren hesft Ds. H. Knoop, die
het beroep naar Delfshaven heeft aange
nomen, van de Geref. Kerk te Gouda af
scheid genomen met een predikatie over
2 Cor. 1 11—20.
Ds. C. Kamper te Oldebroek, die voor
14 dagen afscheid nam van de Geref. kerk
te Oldebroek, heeft eergisteren zijn intre
de gedaan te Meerkerk, na te zijn beves
tigd door Ds. J. Dekker te Lexmond.
Ds. E. A. Lazonder, Ned. Herv. pre
dikant te Warns, heeft eergisteren af
scheid genomen van ziji. tegenwoordige
gemeente. Zondag zal Mj zijn intrede doen
te Spannum.
JUBILEUM Ds. J. GISPEN.
Heden herdenkt Ds. J. Gispen, predi
kant bij de Geref, Kerk van Groningen,
zijn 30-jarige ambtsbediening. Ds. Gispen,
die een zoon is van den bekènden predi
ker, wijlen Ds. W. H. Gispen, werd 1 Juni
1874 geboren en studeerde aan de Theol.
School te Kampen. Hij aanvaardde het
predikambt te Overschie en diende de
Kerken van Barneveld, Alphen aan den
Rijn, Assen en sinds 9 Mei 1920 die van
Groningen, waar hij oorspronkelijk bij de
Geref. Kerk van A zijn intrede deed.
Ds. Gispen is deputaat voor de geeste
lijke verzorging der militairen; lid van
het hoofdbestuur van het Geref. Tractaat-
genootschap „Filippus" en van het hoofd
bestuur der Nat. vereeniging „Pro Rege",
alsook redacteur van het Groningsch
Kerkblad en de Groninger Kerkbode.
iets te denken, en Lammechie moest
zich schamen als zij zich zoo iets in 't
hoofd haalde, maar als 't eens zoo
kwam, dan kwam 't zoo. Men zag in
de tegenwoordige dagen zooveel
vreemds en zooveel zonderlings, dat
men waarlijk soms niet wist of men
croomde, of waakte. In haar tijd, toen
zij zoo jong was, dacht men zoo vroeg
aan geen vrijers en aan geen trouwen.
Maar nuDat vrijt en dat trouwt,
of 't maar niets is, geen kleeren aan
't lijf en geen geld om brood te koopen.
Wat echter jammer was, en wat de
oude ziel vergat?Toen zij niet
veel ouder was dan Lammechie, was
haar hart en haar hand reeds aan va
der Machiel verpand.
EnfinI men moet alles zoo nauw niet
nemen. Buitendien, de oude ziel be-
gTeep, een rijke boer zou 't arme wees
kind niet begeeren. En een arme tob
ber kon haar niet helpen. En dan,
och zij was reeds zoo aan haar ge
hecht, al bromde zij soms wat, dat
meende zij zoo erg niet. Jonge meisjes
zijn gauw ijdel en wijs genoeg, en ver
heelden zich zoo licht alles te kennen.
Lammechie wist het ook wel, hoe
gTaag zij haar mocht lijden. Zij kon
haar op haar ouden dag niet goed mis
sen.
En toch!als zij eens een roed
huwelijk kon doen, zij had het al
meermalen bespeurd, dat menig boe
renzoon haar zoo oolijk en zoo aardig
aankeek en haar het hol had trachten
Ds. BIKKER.
Door de Chr. Geref. Predikantenconfe
rentie, die te Apeldoorn vergaderde, is
aan zendeling Ds. A. Bikker op Celebes
een telegram verzonden, waarin hem na
mens de Conferentie des Heeren zegen op
zijn arbeid wordt toegebeden.
EEN CHR. GEREF. KERKBODE.
Verschenen is het eei :te nummer van
het Kerkblad der Chr. Geref. Gemeente te
's-Grayenhage.
Het blad, dat cinder leiding staat van
den pastcr-loci, Ds. L. II. van der Meiden,
zal met ingang van 1 Juli om de 14 dagen
verschijnen. Als medewerkers zullen op
treden Ds. If. Janssen, leger- en vloot-pre-
dikant in algem. dienst, die „Brieven uit
de Residentie" schrijven zal, en Ds. J. L
de Vries, te Rijnsburg.
Het blad zal bevatten, rubrieken: Uit
de Heilige Schrift; Gemeentelijk leven;
Van eigen erve; Voor de kinderen; en een
rubriek voor officieele mededeelingen en
organisatieleven.
DE GEREF. KERK TE MIDDELBURG.
De kerkeraad der Geref. Kerk te Mid
delburg heeft besloten het aantal predi
kanten van 3 op 2 terug te brengen, waar
door in de nog bestétande vacature geen
nieuwe predikant meer zal worden be
roepen. In verband hiermede is besloten,
een der 3 kerkgebouwen, de Gasthuiskerk,
buiten gebruik te stellen en de Hofplein-
kerk te verbouwen, zoodat deze met de
Noorderkerk samen over 1800 zitplaatsen
zal beschikken. Toch ligt het in de bedoe
ling de Gasthuiskerk te laten zooals zij is;
alleen zullen de banken worden overge
bracht naar de Hofpleinkerk. De Gast
huiskerk zal dan blijven dienen voor
trouwplechtigheden, vergaderingen van
classis en particuliere synode, zangver-
eenigingen enz. Daardoor zal dit histori
sche gebouw, waarin een Smytegeld pre
dikte en waar vóór de hervorming de zus
ters van St. Barbara haar verblijf hadden,
in stand blijven en bij de kerk in eigen
dom voortbestaan.
JEUGDDIENSTEN.
De Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente
te Velp (G.) heeft besloten om een proef
te nemen met jeugddiensten en die maan
delijks te houden voor de jeugd van 14
tot 21 jaren te beginnen op 10 dezer. De
leiding is opgedragen aan Ds. Tromp te
Heerlen.
DE THEOLOGISCHE SCHOOL TE
KAMPEN.
De senaat van het studentencorps zal
voor 1928—1929 zijn samengesteld uit S.
R. Smilde, praetor, J. W. Dragt, ab-actis,
E. Diemer, quaestor, G. Schromenwever
en D. K. Wielenga, assessoren.
JUBILEUM.
Ds. H. Drenth te Wolfheze hoopt op
Vrijdag 8 Juni a.s. het feit te herdenken,
dat hij 30 jaren als geestelijk verzorger
de Vereeniging tot Christelijke Verzorging
van Krankzinnigen mocht dienen, eerst te
„Dennenoord" en daarna te „Wolfheze".
DE SCHATKAMER VAN SALOMO
GEVONDEN.
Prof. Alt uit Leipzig beweert, dat een
van de plaatsen, waar koning Salomo zijn
groote schatten bewaarde, aan het lieht
is gebracht. Hij houdt staande, dat de gra
vers, die aan het delven waren in de
bouwvallen van het vroëgere Mizpah
zeven mijl van Jeruzalem reden heb
ben voor de hoop, dat zij hier te doen
hebben met een van de bewaarplaatsen
van den onbeschrijflrken rijkdom van
den beroemdsten koning, die qoit in het
Heilige Land had geregeerd.
Wanneer Mizpah inderdaad .een van de
opslagsteden van koning Salomo is, dan
zijn er eenige schatten, die, juist voor den
val van Jeruzalem naar Mizpah zijn over
gebracht, begraven in een of anderen kel
der of in een van de groote vooraadhui-
zen, waarvan nu de bouwvallen zijn ge
vonden.
Salomo is vierduizend jaar dood, maar
toch moet er nog veel van zijn met schat
ten voor den tempel en voor zijn paleis
beladen schepen over zijn. De Babyloniërs
hebben alles wat zij vonden naar Babyion
weggesleept, maar het is waarschijnlijk,
dat gedurende het beleg, toen velen den
dreigenden ondergang zagen, eenige van
de uitgezochtste herinneringen aan Salo
mo zijn weggevoerd, langs geheime door
gangen, die buiten de stad leidden.
te maken.
Als Joapik de gemeenteontvanger..
„Ho! Ho!" riep zij en begon hoofd
schuddende te lachen.
„Die kan wel rijker krijgen! Maar,"
vervolgde zij na een oogenblik zwij-
gens, „ook beter?onmogelijk!"
Nu als dat eens zoo kwam, 't zou
haar wel lastig vallen, zij hoopte het
ook niet. Maar!.... maar!., die dan
leeft die dan zorgt, komt tijd komt
raad. Zij heeft het dubbel aan mij ver
diend en is een goed man waardig!
Frens maakte het ook uitmuntend.
Hij was ruim vijftien jaren en zou
schoolmeester worden. En Leffert, ja
't had nog tijd, maarwaar 't met
Lem heen moest, wist vader Machiel
zelf niet. Hij leerde braaf en kwam
flink vooruit; maar ambachtsman wil
de hij niet wezen, en boer of school
meester beviel hem ook niet.
„Er schuilt een zeeman in", had de
dokter hem dikwijls in 't oor gefluis
terd. Hij klautert als een kat, geen
bcom is hem te hoog en 't water is
zijn element. Zwemmen en schuitje
varen, scheepjes teekenen en oude
klompen in oorlogsschepen herschep
pen, is immers zijn lust en leven!"
En zoo was het ook. Maar oude Ma
chiel was geen zeeheld. Het grootste
water dat hij ooit had aanschouwd
was 't Zwarte water. Over zee had men
bem nimmer te gast gevraagd. Zijn
ouders hadden op 't land geleefd en hij
zou er ook maar sterven. En dat
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 5 Juni 1928.
De artikelen in de verschillende bladen
voordat de Olympische spelen een aan
vang namen, waren er zeker wel op be
rekend om een mensch, hoe onverschillig
hij ook overigens in dit opzicht mocht zijn.
enthousiast te maken voor den Olympi-
schen geest. Wat een reeks van enkel
ideëele gedachten lag niet in die uitdruk
king opgesloten: verbroedering der vol
ken en rassen; hpt propageeren van de
vredesgedachte. De strijd zou zijn vrij van
allen nijd, eerlijk en open, schoon als een
Helleensche overlevering. De roem van
de spelers zou zijn 4e sportieva onper
soonlijke befaamdheid. Het is niet om
den sportsman, doch om de sport, den
sportgeest dat men komt.
Maar toen kwam de werkelijkheid.
Men schreef van „de slag aan den Am-
stel", van „unfair voetbalgevecht", „voet
baldrama", van een „gevaarlijk geladen
atmosfeer" bij den wedstrijd Duitschland-
Uruguay. De geestdrift uit de rangen van
de veertigduizend toeschouwers was een
groote rèl. Hostiliteit en haat heerschten
op t veld en op 't grootste deel van de
tribunes.
De Olympische geest was op den loop.
Of was het misschien toch de Olympi
sche geest, die over het veld rondwaarde,
omdat die geest anders is dan men zich
had voorgesteld?
Ik weet het niet.
Maar wèl weet ik, dat deze uiting van
sportiviteit inplaats van verbroedering
der rassen, nieuwe oplaaiende volkeren-
haat zal brengen en we zien weer opnieuw
ondanks alle mooidoenerij, dat de Olym
pische geest vijandig is aan het Christen
dom.
OBSERVATOR.
Vele van deze ondergrondsche paden
zijn er gevonden, uitgehold in de rots en
uitkomend buiten de stadsmuren. Zij wa
ren slechts aan enkelen bekend en kon
den heel gemakkelijk gebruikt worden
voor het wegvoeren van wat het meest
waard leek om te worden bewaard.
Mizpah was goed versterkt en op slechts
enkele mijlen afstand, zoodat de opvat
ting van dr. Alt, dat veel van Salomo's
schatten te Mizpah kunnen worden terug
gevonden, wel tot de mogelijkheden be
hoort.
GEVAREN VOOR DE KLASSIEKE
OPLEIDING.
De curatoren van het gymnasium te
Hengelo hebben een adres gericht tot de
Tweede Kamer naar aanleiding van het
wetsontwerp tot regeling van 'het voor
bereidend liooger en algemeen vormend
m. o. Zij wijzen daarin o.a. op de bezwa
ren, die zij hebben tegen het voorgestelde
art. 11, waarbij aan den minister het recht
wordt gegeven om, telkens voor een tijd
vak van ten hoogste zes jaren, ontheffing
te verleenen van de bepaling dat de hoog
ste twee klassen van het gymnasium de
beide afdeelingen A. en B. moeten om
vatten, wegéns de groote onzekerheid, die
van de aanneming van dat artikel het ge
volg zou zijn.
Verder komen de curatoren op tegen de
voorgestelde subsidieregeling, die van zeer
groot nadeel zou zijn voor de gemeente
Hengelo. Van het aannemen van art. 49,
waarin bepaald wordt dat het subsidie
vervalt indien gedurende drie achtereen
volgende jaren het aantal leerlingen min
der heeft bedragen dan 55, duchten de
curatoren zeer ernstig gevaar voor de
klassieke opleiding in Hengelo, daar in
deze gemeente gebleken is, dat de samen
voeging van de H.B.S. en het gymnasium,
welke samenvoeging door het vierde lid
van art. 49 zou worden in de hand ge
werkt, voor het onderwijs zer nadeelig i9,
terwijl ook gebleken is, dat door een der
gelijke samenvoeging werkelijke bezuini
ging niet te verkrijgen is.
Ten slotte vestigen de curatoren er de
aandacht op, dat door het vervallen van
de bepaling, dat een gemeente van 20.000
inwoners een gymnasium moet inrichten
of in stand houden, er gevaar ontstaat,
dat gymnasia, die door de centrale lig
ging van de gemeente waarin ze geves
tigd zijn, in de behoefte van een groote
streek voorzien, zullen verdwijnen.
Curatoren dringen dus bij de Tweede
Kamer mei den sterksten nadruk er op
aan, het ontwerp niet aan te nemen.
meende hij, was 't beste voor Leffert
ook. Hij hield veel van land onder den
voet. Niettemin, de jongen moest het
weten. Dwingen zou hij hem niet. Men
kon niet weten waar zijn fortuin lag.
Michiel de Ruyter was ook een arme
jongen; en toch werd hij op zee een
groot man. De tijden waren wel ver
anderd, maar goede zeelui had men
altijd noodig en kwamen nog wel voor
uit. Oppassen was de boodschap. Nu
dat was overal nummer één.
Toch had hij zoo graag een boer van
bem gemaakt. Temeer, hij zou er zoo
heel lang niet meer wezen, en kwam
Leffert in de boerderij, dan kon Mary-
chie met Lammechie en met hem be
hoorlijk aan de kost komen, 't Land
was zoo goed als 't ooit was geweest
cn 't huis was sterk en ruim genoeg,
't Is waar, wei- en hooiland had men
er niet bij, maar zoo lang de oude bur
gemeester leefde, zou zich dat wel red
den. Kon men nog een paar koeien
meer op stal zetten, en nog wat scha
pen aanschaffen, en was hij niet al
zoo oud, dan kon men wel een stuk
heideveld ontginnen en hooi- en bouw
land krijgen. Maar met arbeiders viel
er niet aan te denken. Dat was kost
baar. Was Leffert zoo oud als Frens..
Ja! dan wist hij het wel! Maar dat
was zoo niet. En Frens zou school
meester worden, 't Zou zonde en jam
mer zijn, daar hij al zoo veel wist en
zoo flink leerde, dat hij er nu van af
zag en in de boerderij ging.