tlBWE LEIDSCHE COORRNT •van DINSDAG 5 JUNI 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. VEREEN. GROEN VAN PRINSTERER Gelijk reeds kort gemeld, is Zater dag te Roterdam onder leiding Aran dhr. C. P. I. Dom missie, -v an Maas sluis een -vergadering gehouden van de Vereeniging van Burgemeesters, Wethouders en Secretarissen van Cal vinistische levens- en wereldbeschou wing „Groen van Prinsterer". Door Prof. Dr. H. Visscher, werd gerefereerd over; „De roeping der Chr. Overheid tegenover het voort- voortwoekerend zedebederf in het maatschappelijk leven, met aandui ding van practische maatregelen tot stuiting en wering van dat bederf. In een belangwekkend betoog zette spr. uiteen, dat, hoewel de criminali teit te dien opzichte niet veel leert, onze tijd toch een decadentie vertoont overeenstemmend met die uit het oude Rome. De echtscheidingen nemen onrust barend toe en het verval is thans geen individueele afwijking, doch een so ciaal verschijnsel. Het begeeren wordt op allerlei wijze geprikkeld,. Het even wicht tusschen het begeervermo gen en de krachten van den mensch is verbroken. Spr. acht een Christelijke Overheid in ons modern staatswezen niet mo gelijk Ware het denkbaar, gelijk ais in 1537 te Genève, de burgers allen te doen Onderschrijven de geloofsbelijde nis. zoo zou spreker willen handhaven het onbesnoeide art. 36. Nu zulks niet het geval is, is vrij heid noodig om tot reconstructie te komen. De Overheid is niet Christelijk en ook niet anti-christelijk, al ondergaat ze de invloeden van een anti-Christe lijke cultuur. Zedebederf is niet allereerst door overheidmaatregelen te keeren. Spr. ziet de verwording als een ge volg van de sociale structuur. De ar- beidsverdeeling is van grooten invloed ook voor het geestelijk leven. De drang naar socialiseering brengt een veranderde cultuur, waarin het zedelijke verloren gaat. De Christelijke overheidspersonen zouden krachtiger kunnen optreden, als de wetgeving krachtiger was. Nu mag men van hen niet vragen alsof ze in een Christelijken staat regeer den. Het voortwoekerend zedebederf- kan alleen worden tegen gegaan door de beleving der Christelijke beginselen, in saamhoorigheid van allen, die God vree zen. Een uitvoerige bespreking volgde, waaraan deelnamen de heeren P. Bergmeyer, J. v. d. Molen, P. van Ba ren en A. Doorn. De sprekers konden zich niet vin den in het standpunt van den spreker betreffende artikel 36. De geestelijke vrijheid zoo werd gezegd moet worden gehandhaafd, is vrucht van een geestelijke worste ling. Ook werd niet eenstemmig ge dacht over de verwording, als gevolg van de sociale structuur en opgemerkt werd. dat, als men wijziging van het kiesrecht wil, zulks bij de partij-in stanties aanhangig gemaakt moet worden. Nadat Prof. Visscher nog uiteenge zet had, dat de toepassing van artikel 36 in onze maatschappij dwaasheid zou zijn en zijn standpunt inzake de sociale structuur van het leven en ge volgen daarvan had verdedigd, werd de vergadering, die goed bezocht was, gesloten. NED. ZUID- AFRIK AAN SCHE VEREENIGING. De Nederlandsche Zuid-Afrikaan- sche Vereeniging heeft in de „Indus- trieele Club" te Amsterdam haar al- gemeene vergadering gehouden, wel ke gepresideerd werd door Prof. Dr J. W. Pont. In zijn openingswoord heette Prof. Pont welkom de twee veteranen, Prof. FEUILLETON. De boer van „De Bork" (Een Drentsch verhaal). 22) o— Zij begreep terecht om zich zelfs wille, bedaard te moeten blijven, en zich in de omstandigheden te schik ken. De les die Henderik haar voor eenigen tijd gegeven had, toen zij hem tegensprak en over zijn onredelijkheid en inhalie-heid onderhield, was te in drukwekkend en te gevoelig geweest, om haar zoo spoedig te vergeten en rog eens uit te lokken. 't Heette wel zij was gevallen en had zich zoo vreeselijk gestooten, maar een paar bonte plekken op hare armen en schouders en de blauwe op gezwollen oogen en een bloedende mond, zei de melkmeid, loopt men vallende niet op. Zij had de vrouw ook hooren gillen en zien schreien toen zij binnenkwam, terwijl Henderik zich uit de voeten maakte, 't Was schande en zonde, 't Moest haar niet overkomen zijn. Henderik moest zich schamen. Hij was toch door Femme- chie boer op de Bork geworden. Wat was hij vroeger? Sedert hun vertrek van de Bork, hadden de voormalige en tegenwoor dige eigenaars elkander niet weer ge sproken. Henderik ontweek zelfs den ouden man, wanneer hij hem zag na- Reinink uit Pretoria en den heer P. van Gc-nt uit Bethlehem. Spr. herinnerde er vervolgens aan, dat het afgeloopen jaar meer dan vo rige, in het teelten van de propaganda stond. Voordat spr. de vergadering opende, herdacht hij nog met eenige woorden het ontslapen hoofdbestuurslid, Jhr. Mr. J. A. de Jonge, den voorzitter van het Herman Costerfonds. Aan het jaarverslag van het hoofd bestuur, dat hierna werd uitgebracht, is het volgende ontleend: Het afgeloopen jaar was voor de vereeniging zeer belangrijk. Haar ar beid en haar bemoeiingen breidden zich uit. De emigratie-commissie kwam in het voorjaar met haar werk gereed en bracht een uitvoerig ver slag uit, dat gunstig werd ontvangen. De reis van den voorzitter was van groote beteekepis. Ook de propagan da, voor de vereeniging gevoerd, nam toe. De afdeelingen vertoonen teekenen van nieuw leven. De afdeeling Nijme gen werd opgeheven. De verwachting bestaat, dat er binnenkort te Leeu warden een afdeeling zal worden op gericht. Het aantal door bemiddeling en met medewerking der Vereeniging naar Zuid-Afrika vertrokkenen is grooter dan in 1926. Volgens de Unie-statistiek kwamen gedurende het afgeloopen jaar 155 Nederlanders meer de Unie binnen om er zich blijvend te vestigen, dan er voor goed uittrokken. Met de ovor- groote meerderheid hunner heeft de Vereeniging in verbinding gestaan. De economische toestand van Zuid- Afrika i9 gunstig. Na de bespreking van de landbouw- emigratie en het rapport van de Com missie Van Beeck Vollenhoven c.s., wordt in het verslag gewezen op de goede gelegenheid, die er voor jonge landbouwers bestaat om in de Unie op gemakkelijke en voordeelige wij ze op de hoog> te komen van de Zuid Afrikaansche landbouwmethoden en worden de kansen besproken, die Ne derlanders in Zuid-Afrika hebben. Een gedeelte van het verslag is ver der aan de bespreking der propagan da gewijd, waarna herinnerd wordt aan het plan, om in Zuid-Afrika e»n Nederlandschen leerstoel te stichten RUMOERIGE VERGADERING VAN DE C.P.H. Gisteravond had de Federatie Zuid- ftolland van de C.P.H. in het Ver kooplokaal te Rotterdam een openbare vergadering: belegd, waar Lou de Vis ser, Vanter en een Duitscher zouden spreken over de Rijnvaartstaking. Even voor acht uur had zich voor de zaal Van Burink met een aantal Wijn- kopianen verzameld en toen op het uur, dat de vergadering moest aanvan gen, Lou de Visser niet was gekomen, opende de Voorzitter de vergadering en deelde mede, dat de secretaris van ne Belg. Comm. Partij, Morrien9 in de plaats van den heer De Visser zou spreken. Er waren toeen 26 menschen aanwezig. Buiten stond een grootere groep te wachten. Nauwelijks had de voorzitter de ver gadering geopend, of Van Burink en de zijnen stapten binnen. Zij begonnen te schreeuwen: „Waar is Lou de Vis- s*er, de vrouwenbeul?" (Dit zag op de Visser's optreden tegenover Mevr. Brommert den vorigen dag). Het duurde niet lang, of een groote herrie ontstond. Het bleef niet bij woorden want weldra werden ook stoelen, die volop in de zaal aanwe zig waren, naar het podium gegooid. Dat was het teeken voor de politie om in te grijpen. Zoowel de menschen van de C.P.H., als de Wijnkopianen werden uit de zaal gedreven en op straat ver spreid. Binnen een half uur was de „openbare" vergadering geëindigd. Op verschillende plaatsen om de zaal had de politie versterkingen ge posteerd, doch er behoefde geen ge bruik van te worden gemaakt. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Drietal: Te Nieuweschans, H. Bax, t, cand. te 's-Gravenhage; R. Noorman, cand. te Utrecht en N. C. Renken, te Nieuw- Scheemda. deren, en scheen ongenegen eenige stappen tot verzoening te doen. Zoo doende was de verwijdering onge merkt grooter geworden. Vooral daar de oude burgemeester, gedurende al dien tijd, door zijn arbeiders het land van Machiel had laten bebouwen en hooi en bouw bestuurd had. Tot groo te vreugde vah Henderik, die daar door van die moeiten en lasten ge makkelijk afkwam. Intusschen, of hij 't op alle mogelij ke wijze zocht uit te zuinigen, en voor Machiel geene onkosten te maken had, vooruit ging hij niet, Intusschen had de tijd bij ouden Machiel ook biet stil gestaan. Met dien verstande, dat hij voor hem genoege- liiker voorbij gegaan was. De kinderen waren al grooter en de boerderij weer wat uitgebreider geworden. Lamme- cliie was tot een knap negetienja- rig meisje opgegroeid, dat de huishou ding bestuurde, zoowel als de boer derij. Zij was Marvchie's lieveling, die, al knorde zij soms wat, en al had zij soms een of ander te berispen, haar lief had als haar eigen dochter. Dit moest zij toch zeggen: Zij had er geen rouw van, dat zij 't arme wees kind tot zich genomen had. Lamme- chie had haar nimmer redenen tot klagen gegeven. Een ding mocht zij wel lijden, dat zij nooit trouwde, ten minste zoo lang zij en Machiel leefden, 't Was wel waar, 't kind kwam pas kijken en 't was zelfs te gek aan zoo Beroepen: Te Kolham (Gr.), G. van Veldhuizen, cand. te Groningen. Te Gies- sen-Neder-IIardin'xVeld, A. v. d. Kooy, te Kampen. Aangenomen:- Naar Borculo, A. Noorman, cand. te Utrecht. Naar Hille- gersberg, D. M. Blankhart, te Nijverdal. GEREF. KERKEN. Aangenomen: Naar de Hey, Tuin dorp (Rotterdam), H. D. Drenth, te Wolf- heze. Naar Meclemfelik, S. de Vries, te Ambt Vollenhove. Bedankt: Voor Goënga-Sybrandabu- ren, A. J. NoordeWier. te Westerbork. Voor Antwerpen, J. Smelik, te Zevenbergen. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Alphen aan den Rijn, P. de Groot, te Rotterdam en G. Salomons, te Amersfoort. Beroepen: Te Helder, J. L. de Vries, te Rijnsburg. DOOPSGEZINDE GEMEENTEN. Aangenomen: Naar 's-Gravenhage (vac. wijlen Dr. S. Lulofs), A. Tenter, te Akkrum (Fr.). BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. De heer J. van der Woude, theol. cand. te Amsterdam, die een beroep aannam naar de Geref. Kerk in Hersteld Verband te Hilversum, is eergisteravond tot zijn dienstwerk ingeleid door Dr. J. G. Geel kerken van Amsterdam-Zuid. Gisteravond heeft de heer van der Woude zijn intrede gedaan. Ds. R. B. Evenhuis, predikant bij de Ned. Herv. Evangelisatie te Winschoten, heeft Zondag afscheid genomen van zijn gemeente, wegens het aanhemen van een beroep naar de Ned. Herv. gemeente te Noordhorn, waar hij Zondag 20 dezer zal worden bevestigd door Dr. M. C. Slotema- ker te Bruine, te Hoogkerk. Na des ochtends bevestigd te zijn door Ds. W. F. Dikboom, uit Zuidlaren, heeft Ds. Koster Zondagnamiddag zijn in trede gedaan als predikant bij de Ned. Herv. gemeente te Anloo. Zondagochtend heeft Ds. M. L. Har- tog, die emeritaat heeft aangevraagd, af scheid genomen van de Doopsgezinde ge meente van Joure, die hij 37 jaar heeft gediend. Voordien is hij ruim 1 jaar werk zaam geweest te Noordhorn (G.). Bij het einde van den dienst werd ie vertrekken de herder en leeraar, door den heer Rin- kes namens den kerkeraad toegesproken. Op verzoek werd Ds. Hartog die zeer on der den indruk was van het afscheid, door de -gemeente nog staande toegezon gen de zegenbede van Gezang 115 vers 1 uit den Doopsgezinden liederenbundel. Te Winschoten heeft Zondag de heer G Wehrmeijer afscheid genoden als voor ganger der Baptisten-gemeente, daar hij het ambt voorloopig neerlegt. Hem werd dank gebrach- voor wat hij gedurende zijn dienstwerk voor de gemeente had verricht. Eergisteren hesft Ds. H. Knoop, die het beroep naar Delfshaven heeft aange nomen, van de Geref. Kerk te Gouda af scheid genomen met een predikatie over 2 Cor. 1 11—20. Ds. C. Kamper te Oldebroek, die voor 14 dagen afscheid nam van de Geref. kerk te Oldebroek, heeft eergisteren zijn intre de gedaan te Meerkerk, na te zijn beves tigd door Ds. J. Dekker te Lexmond. Ds. E. A. Lazonder, Ned. Herv. pre dikant te Warns, heeft eergisteren af scheid genomen van ziji. tegenwoordige gemeente. Zondag zal Mj zijn intrede doen te Spannum. JUBILEUM Ds. J. GISPEN. Heden herdenkt Ds. J. Gispen, predi kant bij de Geref, Kerk van Groningen, zijn 30-jarige ambtsbediening. Ds. Gispen, die een zoon is van den bekènden predi ker, wijlen Ds. W. H. Gispen, werd 1 Juni 1874 geboren en studeerde aan de Theol. School te Kampen. Hij aanvaardde het predikambt te Overschie en diende de Kerken van Barneveld, Alphen aan den Rijn, Assen en sinds 9 Mei 1920 die van Groningen, waar hij oorspronkelijk bij de Geref. Kerk van A zijn intrede deed. Ds. Gispen is deputaat voor de geeste lijke verzorging der militairen; lid van het hoofdbestuur van het Geref. Tractaat- genootschap „Filippus" en van het hoofd bestuur der Nat. vereeniging „Pro Rege", alsook redacteur van het Groningsch Kerkblad en de Groninger Kerkbode. iets te denken, en Lammechie moest zich schamen als zij zich zoo iets in 't hoofd haalde, maar als 't eens zoo kwam, dan kwam 't zoo. Men zag in de tegenwoordige dagen zooveel vreemds en zooveel zonderlings, dat men waarlijk soms niet wist of men croomde, of waakte. In haar tijd, toen zij zoo jong was, dacht men zoo vroeg aan geen vrijers en aan geen trouwen. Maar nuDat vrijt en dat trouwt, of 't maar niets is, geen kleeren aan 't lijf en geen geld om brood te koopen. Wat echter jammer was, en wat de oude ziel vergat?Toen zij niet veel ouder was dan Lammechie, was haar hart en haar hand reeds aan va der Machiel verpand. EnfinI men moet alles zoo nauw niet nemen. Buitendien, de oude ziel be- gTeep, een rijke boer zou 't arme wees kind niet begeeren. En een arme tob ber kon haar niet helpen. En dan, och zij was reeds zoo aan haar ge hecht, al bromde zij soms wat, dat meende zij zoo erg niet. Jonge meisjes zijn gauw ijdel en wijs genoeg, en ver heelden zich zoo licht alles te kennen. Lammechie wist het ook wel, hoe gTaag zij haar mocht lijden. Zij kon haar op haar ouden dag niet goed mis sen. En toch!als zij eens een roed huwelijk kon doen, zij had het al meermalen bespeurd, dat menig boe renzoon haar zoo oolijk en zoo aardig aankeek en haar het hol had trachten Ds. BIKKER. Door de Chr. Geref. Predikantenconfe rentie, die te Apeldoorn vergaderde, is aan zendeling Ds. A. Bikker op Celebes een telegram verzonden, waarin hem na mens de Conferentie des Heeren zegen op zijn arbeid wordt toegebeden. EEN CHR. GEREF. KERKBODE. Verschenen is het eei :te nummer van het Kerkblad der Chr. Geref. Gemeente te 's-Grayenhage. Het blad, dat cinder leiding staat van den pastcr-loci, Ds. L. II. van der Meiden, zal met ingang van 1 Juli om de 14 dagen verschijnen. Als medewerkers zullen op treden Ds. If. Janssen, leger- en vloot-pre- dikant in algem. dienst, die „Brieven uit de Residentie" schrijven zal, en Ds. J. L de Vries, te Rijnsburg. Het blad zal bevatten, rubrieken: Uit de Heilige Schrift; Gemeentelijk leven; Van eigen erve; Voor de kinderen; en een rubriek voor officieele mededeelingen en organisatieleven. DE GEREF. KERK TE MIDDELBURG. De kerkeraad der Geref. Kerk te Mid delburg heeft besloten het aantal predi kanten van 3 op 2 terug te brengen, waar door in de nog bestétande vacature geen nieuwe predikant meer zal worden be roepen. In verband hiermede is besloten, een der 3 kerkgebouwen, de Gasthuiskerk, buiten gebruik te stellen en de Hofplein- kerk te verbouwen, zoodat deze met de Noorderkerk samen over 1800 zitplaatsen zal beschikken. Toch ligt het in de bedoe ling de Gasthuiskerk te laten zooals zij is; alleen zullen de banken worden overge bracht naar de Hofpleinkerk. De Gast huiskerk zal dan blijven dienen voor trouwplechtigheden, vergaderingen van classis en particuliere synode, zangver- eenigingen enz. Daardoor zal dit histori sche gebouw, waarin een Smytegeld pre dikte en waar vóór de hervorming de zus ters van St. Barbara haar verblijf hadden, in stand blijven en bij de kerk in eigen dom voortbestaan. JEUGDDIENSTEN. De Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Velp (G.) heeft besloten om een proef te nemen met jeugddiensten en die maan delijks te houden voor de jeugd van 14 tot 21 jaren te beginnen op 10 dezer. De leiding is opgedragen aan Ds. Tromp te Heerlen. DE THEOLOGISCHE SCHOOL TE KAMPEN. De senaat van het studentencorps zal voor 1928—1929 zijn samengesteld uit S. R. Smilde, praetor, J. W. Dragt, ab-actis, E. Diemer, quaestor, G. Schromenwever en D. K. Wielenga, assessoren. JUBILEUM. Ds. H. Drenth te Wolfheze hoopt op Vrijdag 8 Juni a.s. het feit te herdenken, dat hij 30 jaren als geestelijk verzorger de Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen mocht dienen, eerst te „Dennenoord" en daarna te „Wolfheze". DE SCHATKAMER VAN SALOMO GEVONDEN. Prof. Alt uit Leipzig beweert, dat een van de plaatsen, waar koning Salomo zijn groote schatten bewaarde, aan het lieht is gebracht. Hij houdt staande, dat de gra vers, die aan het delven waren in de bouwvallen van het vroëgere Mizpah zeven mijl van Jeruzalem reden heb ben voor de hoop, dat zij hier te doen hebben met een van de bewaarplaatsen van den onbeschrijflrken rijkdom van den beroemdsten koning, die qoit in het Heilige Land had geregeerd. Wanneer Mizpah inderdaad .een van de opslagsteden van koning Salomo is, dan zijn er eenige schatten, die, juist voor den val van Jeruzalem naar Mizpah zijn over gebracht, begraven in een of anderen kel der of in een van de groote vooraadhui- zen, waarvan nu de bouwvallen zijn ge vonden. Salomo is vierduizend jaar dood, maar toch moet er nog veel van zijn met schat ten voor den tempel en voor zijn paleis beladen schepen over zijn. De Babyloniërs hebben alles wat zij vonden naar Babyion weggesleept, maar het is waarschijnlijk, dat gedurende het beleg, toen velen den dreigenden ondergang zagen, eenige van de uitgezochtste herinneringen aan Salo mo zijn weggevoerd, langs geheime door gangen, die buiten de stad leidden. te maken. Als Joapik de gemeenteontvanger.. „Ho! Ho!" riep zij en begon hoofd schuddende te lachen. „Die kan wel rijker krijgen! Maar," vervolgde zij na een oogenblik zwij- gens, „ook beter?onmogelijk!" Nu als dat eens zoo kwam, 't zou haar wel lastig vallen, zij hoopte het ook niet. Maar!.... maar!., die dan leeft die dan zorgt, komt tijd komt raad. Zij heeft het dubbel aan mij ver diend en is een goed man waardig! Frens maakte het ook uitmuntend. Hij was ruim vijftien jaren en zou schoolmeester worden. En Leffert, ja 't had nog tijd, maarwaar 't met Lem heen moest, wist vader Machiel zelf niet. Hij leerde braaf en kwam flink vooruit; maar ambachtsman wil de hij niet wezen, en boer of school meester beviel hem ook niet. „Er schuilt een zeeman in", had de dokter hem dikwijls in 't oor gefluis terd. Hij klautert als een kat, geen bcom is hem te hoog en 't water is zijn element. Zwemmen en schuitje varen, scheepjes teekenen en oude klompen in oorlogsschepen herschep pen, is immers zijn lust en leven!" En zoo was het ook. Maar oude Ma chiel was geen zeeheld. Het grootste water dat hij ooit had aanschouwd was 't Zwarte water. Over zee had men bem nimmer te gast gevraagd. Zijn ouders hadden op 't land geleefd en hij zou er ook maar sterven. En dat AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 5 Juni 1928. De artikelen in de verschillende bladen voordat de Olympische spelen een aan vang namen, waren er zeker wel op be rekend om een mensch, hoe onverschillig hij ook overigens in dit opzicht mocht zijn. enthousiast te maken voor den Olympi- schen geest. Wat een reeks van enkel ideëele gedachten lag niet in die uitdruk king opgesloten: verbroedering der vol ken en rassen; hpt propageeren van de vredesgedachte. De strijd zou zijn vrij van allen nijd, eerlijk en open, schoon als een Helleensche overlevering. De roem van de spelers zou zijn 4e sportieva onper soonlijke befaamdheid. Het is niet om den sportsman, doch om de sport, den sportgeest dat men komt. Maar toen kwam de werkelijkheid. Men schreef van „de slag aan den Am- stel", van „unfair voetbalgevecht", „voet baldrama", van een „gevaarlijk geladen atmosfeer" bij den wedstrijd Duitschland- Uruguay. De geestdrift uit de rangen van de veertigduizend toeschouwers was een groote rèl. Hostiliteit en haat heerschten op t veld en op 't grootste deel van de tribunes. De Olympische geest was op den loop. Of was het misschien toch de Olympi sche geest, die over het veld rondwaarde, omdat die geest anders is dan men zich had voorgesteld? Ik weet het niet. Maar wèl weet ik, dat deze uiting van sportiviteit inplaats van verbroedering der rassen, nieuwe oplaaiende volkeren- haat zal brengen en we zien weer opnieuw ondanks alle mooidoenerij, dat de Olym pische geest vijandig is aan het Christen dom. OBSERVATOR. Vele van deze ondergrondsche paden zijn er gevonden, uitgehold in de rots en uitkomend buiten de stadsmuren. Zij wa ren slechts aan enkelen bekend en kon den heel gemakkelijk gebruikt worden voor het wegvoeren van wat het meest waard leek om te worden bewaard. Mizpah was goed versterkt en op slechts enkele mijlen afstand, zoodat de opvat ting van dr. Alt, dat veel van Salomo's schatten te Mizpah kunnen worden terug gevonden, wel tot de mogelijkheden be hoort. GEVAREN VOOR DE KLASSIEKE OPLEIDING. De curatoren van het gymnasium te Hengelo hebben een adres gericht tot de Tweede Kamer naar aanleiding van het wetsontwerp tot regeling van 'het voor bereidend liooger en algemeen vormend m. o. Zij wijzen daarin o.a. op de bezwa ren, die zij hebben tegen het voorgestelde art. 11, waarbij aan den minister het recht wordt gegeven om, telkens voor een tijd vak van ten hoogste zes jaren, ontheffing te verleenen van de bepaling dat de hoog ste twee klassen van het gymnasium de beide afdeelingen A. en B. moeten om vatten, wegéns de groote onzekerheid, die van de aanneming van dat artikel het ge volg zou zijn. Verder komen de curatoren op tegen de voorgestelde subsidieregeling, die van zeer groot nadeel zou zijn voor de gemeente Hengelo. Van het aannemen van art. 49, waarin bepaald wordt dat het subsidie vervalt indien gedurende drie achtereen volgende jaren het aantal leerlingen min der heeft bedragen dan 55, duchten de curatoren zeer ernstig gevaar voor de klassieke opleiding in Hengelo, daar in deze gemeente gebleken is, dat de samen voeging van de H.B.S. en het gymnasium, welke samenvoeging door het vierde lid van art. 49 zou worden in de hand ge werkt, voor het onderwijs zer nadeelig i9, terwijl ook gebleken is, dat door een der gelijke samenvoeging werkelijke bezuini ging niet te verkrijgen is. Ten slotte vestigen de curatoren er de aandacht op, dat door het vervallen van de bepaling, dat een gemeente van 20.000 inwoners een gymnasium moet inrichten of in stand houden, er gevaar ontstaat, dat gymnasia, die door de centrale lig ging van de gemeente waarin ze geves tigd zijn, in de behoefte van een groote streek voorzien, zullen verdwijnen. Curatoren dringen dus bij de Tweede Kamer mei den sterksten nadruk er op aan, het ontwerp niet aan te nemen. meende hij, was 't beste voor Leffert ook. Hij hield veel van land onder den voet. Niettemin, de jongen moest het weten. Dwingen zou hij hem niet. Men kon niet weten waar zijn fortuin lag. Michiel de Ruyter was ook een arme jongen; en toch werd hij op zee een groot man. De tijden waren wel ver anderd, maar goede zeelui had men altijd noodig en kwamen nog wel voor uit. Oppassen was de boodschap. Nu dat was overal nummer één. Toch had hij zoo graag een boer van bem gemaakt. Temeer, hij zou er zoo heel lang niet meer wezen, en kwam Leffert in de boerderij, dan kon Mary- chie met Lammechie en met hem be hoorlijk aan de kost komen, 't Land was zoo goed als 't ooit was geweest cn 't huis was sterk en ruim genoeg, 't Is waar, wei- en hooiland had men er niet bij, maar zoo lang de oude bur gemeester leefde, zou zich dat wel red den. Kon men nog een paar koeien meer op stal zetten, en nog wat scha pen aanschaffen, en was hij niet al zoo oud, dan kon men wel een stuk heideveld ontginnen en hooi- en bouw land krijgen. Maar met arbeiders viel er niet aan te denken. Dat was kost baar. Was Leffert zoo oud als Frens.. Ja! dan wist hij het wel! Maar dat was zoo niet. En Frens zou school meester worden, 't Zou zonde en jam mer zijn, daar hij al zoo veel wist en zoo flink leerde, dat hij er nu van af zag en in de boerderij ging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5