ilEUWE LEIDSCHE COURANT
van
ZATERDAG 2 JUNI 1928
TWEEDE BLAD.
J T. g=
UIT DE SCHRIFTEN
RAADSELEN.
En Mozes hoedde de kudde van
Jethro....
Exodus 3 1.
Het raadsel van Midians woestijn is het
raadsel van een God, die Zijn eigen werk
afbreekt.
Waarom heeft de Heere Mozes als kind
van den dood gered, en doet Hij nu zijn
leven in nietigheid ondergaan?
Waarom hem laten onderrichten in al
de wijsheid der Egyptenaren. en nu
met, zijne kennis hem achter de schapen
gezet?
Waarom hem machtig doen zijn in
woorden en werken, en nu zoo simpel
bedrijf hem gegeven?
Dit raadsel heeft Mozes benauwd, en de
ruimte van Midian is hem somtijds te
eng geweest.
God roeit uit wat Hijzelf heeft geplant-
Hij had Mozes geroepen, en deze had zich
mogen geven; en nu handelt God in te
genspraak met Zichzelven. En dat gaai
zoo het eene tiental jaren na het andere;
straks is Mozes tachtig jaar; hoe kan hij
anders denken, dan dat dit nu zijn leven
zal zijn? Wat moet deze mensch van zijn
God denken? een God, die in de tweede
veertig jaren grondig uit.wischt wat Hij in
de eerste veertig zoo duidelijk geschre
ven had; een God, die aanvangt met den
redder Zijns volks te kweeken, die met
eigen hand hem schenkt en opleidt, hem
roept en genade geeft om die roeping te
volgen, en die hem dan opneeml, en
hem met zijne kennis en gaven, met zijne
roeping en keuze wegwerpt in de woes
tijn, achter het vee
Het is het raadsel van een God, die Zijn
eigen werk afbreekt.
O, zagen we maar altijd, dat de Heere
óns werk afbrak; dat Hij het kwade af
brak; het schadelijke.
Was ons oog maar open voor het recht
matige in Gods handelingen, zoodat we
konden zeggen: God doet mij pijn, véél
pijn, door mij aldus te slaan; maar hoe
wijs van Hem, dat Hij mij dit ontneemt,
en mij daarin tegenkomt".
Doch als God dan afbreekt, niet wat wij,
maar wat Hij zelf gebouwd heeft...
Als Hij ons een lief kindje geeft, van
Hem gebeden, en van Hem in jubel er
kend, en Hij neemt het dan na luttel
levenstijd weer weg;
Als Hij ons een zoon, eene dochter, tot
bloei iaat opwassen, met. schoone toe
komst, en die op hun plaats ten zegen
zouden zijn, en Hij laat dan al dien
bloei versterven;
Al» God ons zelf tot plannen drijft, goe
de plannen, die wij Hem voorlegden, en
op welke Hij kennelijk Zijne gunst gaf,
en Hij slaat die plannen dan tot scher
ven;
Als de Heere eerst Paulus naar Mace
donië roept, en deze is nauwelijks aan
gekomen of hij zit in de gevangenis;
Als wij heilig hunkerend gemaakt zijn
om op te gaan naar Gods huis, en te ar
beiden in Zijn Koninkrijk, en we wor
den dan gebonden aan den ziekenstoel;
Als de I-Ieere ons bracht op den weg
des levens, en aanvankelijk met vreugde
ons deed voortwandelen, en Hij gaat
dan Zijn aangezicht verbergen, en ons in
donkerheid zetten;
Als Hij aan Abraham Kanaan belooft,
en hem dan slechts een grafstede ten
eigendom geeft;
Als Hij hem é<?rst Izak schenkt, en dan
zegt: Offer rnij uwen zoon, dien gij lief-
hebt;
Alsmaar het komt alles hierop
neer: als God Zijn eigen werk afbreekt.
Dan ligt voor den Christen de pijn niet
alleen hierin, dat hij geslagen wordt en
de Heere Hem tegenkomt; maar het
bangste is, dat hij niet meer weet wat hij
aan zijn God heeft. „Waar is God, op
Wien gij bouwdet, en aan Wien g' uw
zaak vertrouwdet?"
Het snijdenst is niet de pijn aan vleesch
en bloed, doch de zielepijn over het raad
sel waarvoor hij geplaatst wordt: een God,
die uitrukt wat Hijzelf heeft geplmt.
Het is den Christen beter een toornend
God te hebben, dan geen God.
En toch gaat het in dit raadsel juist,
om te weten wat we aan onzen God heb
ben.
FEUILLETON.
De boer van „De Bork"
(Een Drentsch verhaal).
20) o—
„Machiel, wat heb je toch een boel
in 't hoofd! Waar heb je dat alles toch
opgedaan, en hoe kan je het zoo lang
onthouden?"
Als 't heel mooi was, en heel vreemd,
zei ze 't ook wel eens.
Terwijl zij daar zoo zaten, werd de
deur langzaam geopend, en de oude
burgemeester, met zijn grooten gevlek-
t(-n hond met pluimstaart, trad bin
nen. Vroeger had het beest hem op de
jacht gediend. Maar aangezien hij
daar niet meer aan deed, vergezelde
het hem altijd op zijn avondwandelin
gen.
Nauwelijks had hij plaats genomen,
ot hij vroeg Machiel of deze niets ver
nomen en geen nieuws had
„Och neen!" was 't antwoord, „is
er wat gaande?"
,,'k Weet niet'langer hoe 'k het heb",
liet de oude burgemeester er op vol
gen.. Maar zoo iets heb ik nog nooit
gehoord. Al sedert veertien dagen
wordt hier alie morgen, op een be
paald uur, geld in een aschbelt gevon
den, door twee meisjes. Verder op den
dag vinden zij niets. En al wie er
zoekt, vroef of laat, krijgt ook niets te
zien".
Mozes heeft het ondervonden.
Het is heerlijk op te zien tot een zege^
nenden God.
Het is schooner te blijven betrouwen op
een God, die slaat.
Maar het rijkst is zich aan een God te
klemmen, die -met ons in raadselen wan
delt.
Dat lieeft Mozes moeten leeren. Zijn ge
loof is geoefend om den Heere, vast te
houden op hope tegen hope. In die veer
tig jaren heeft hij door de raadselen heen
gegrepen naar den Heere, en, hoewel al
les hem drong «tot opgeven, heeft hij niet
losgelaten. Juist doordat God Zijn eigen
werk voor Mozes- verdonkerde, en als in
den dood wierp, daardoor bleef voor
hem niets dan God, en God alléén over,
en werd zijn geloofsgreep naar dien God
geoefend en gesterkt.
En toen bij het braambosch toen
heeft Mózes heter geweten wat hij aan
zijn God had, dan hij het wist vóór veer
tig jaren.
En toen kwam met God ook Zijn werk
weer terug; toen kwam dat verbroken
werk terug, maar vernieuwd, in herbo
ren gestalte.
Gods werk keert altijd weer.
Het wordt wel eens verdonkerd, en in
den dood geworpen. En de Heere doet
dat, opdat we niets overhouden dan Ilem-
zelven-alléén; opdat, door alle raadselen
heen, onze greep aan Hem vasthoude;
opdat we aan Hem-alléén genoeg hebben.
God wil de zijnen leeren aan Hemzelven
genoeg te hebben; daarom doet Ilij Zijn
werk en gaven soms wegzinken.
Maar zoo wij worstelend en biddend
Hem mogen vasthouden, dan keert met
Hem ook Zijn werk weer terug; het rijst
in herboren glans uit den dood op. En bij
ons braambosch leeren wij onzen God
kennen als de Getrouwe: „Ik zal zijn, die
Ik zijn zal."
BEDE.
Als 't niet gaat., gelijk ik wil,
Maak, o Heerl mijn harte stil,
Laat mij ook in angst en strijd
Weten, God! dat Gij er zijt.
Is het leed mij haast te zwaar.
Laat mij voelen „Gij zijt daar!"
Die in alle nood en pijn
Meer dan elke vriend wilt zijn.
Als verzoeking mij soms tart
En in opstand is mijn hart,
Geef, dat 'k dan alleen begeer
Dicht bij U te zijn, Heer!
Als 't niet gaat, gelijk ik wil,
Maak, o God, mijn harte stil,
Laat hoe moeilijk het ook schijn
Uw wil Heer, de mijne zijn!
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Charlois-Rotterdam
(4de pred.-plaats): G. J. Koolhaas, te
Oud-Beyerland. Te Hierden (bij
Harderwijk): E. Schimmel, te Lunte-
ren. Te Ockten (Betuwe): J. van
Amstel, te Putten. Te Elkerzee: J.
Koopmans, cand. te 's-Graveland.
Ie Borculo: A. Noorman, cand. te
Utrecht.
Aangeno m e n, naar Gramsber-
gen: H. W. Lovink, te Scharnegoutum.
Naar Eikerzee: J. Koopmans, cand.
te 's-Graveland. Naar Rijperkerk:
II W. J. C. Hanselaar, te Zevensbergen
Bedankt, voor Ridderkerk: J. E.
Klomp, te Oldebroek. Voor Maarn-
„Praatjes!" zei Machiel, en begon
hardop te lachen.
,,'k Heb 't zelf gezien", vervolgde de
ander..'k Had er al een paar malen
van hooren spreken en sloeg er geen
geloof aan. Eerst vonden de kinderen
maar centen. Maar nu, ik heb ze in
de hand gehad, nu vinden ze kwartjes,
en vanmorgen, ook een paar guldens,
k Stond vlak naast hen. Het kluchtig-
ste is, ik heb niets gevonden en de
veldwachter ook niet. Ofschoon hij er
met een stok in roerde, er kwam niets
voor den dag. Een oogenblik daarna,
gingen de meisjes er weer heen en
baalden, de een een kwartje, en de an
der er een gulden uit".
Marychie kon geen woord spreken
en zat met de handen in de zij, den
burgemeester aan te gapen. Lamme
rk ie wou wel dat ze ook zoo'n asch
belt wist. Maar vader Machiel schudde
bet hoofd en zei:
„Oude! daar loopt bedrog onder! Dat
is daar niet in orde". Daar hield de
Burgemeester 't ook voor. Maar om er
achter te komen, merkte hij aan, dan
zou het er spannen.
„Heur, oeze volk!" zei Marychie. „i
meugen zeggen wat de wil, moar al
zuks is niet rigtig. 'k Zou dat geld al-
lcrdeegs niet hebben willen".
„Ik ook niet!" vervolgde Machiel,
„want het is daar nooit zuiver. Dat
geld., ik weet het niet! ik heb het
niet staan op die beide meisjes".
„Zij hebben al over de veertig gul
Maarsbergen: J. F. Berkel, te Schoo-
nebeek.
GEREF. KERKEN.
Beroepen, te Brielle en Tinto: W.
AZwaan, cand. te Helder.
A a n g e n o m e n, naar HaarlemA.
M Boeijinga, te Sassenheim.
B e cl a li lc t, voor Utrecht (vac.-J. C.
Rullmann): A. M. Boeijinga, te Sassen-
htim. Voor Breda: B. Telder, te
Yianen.
GEREF. GEMEENTE.
Beroepen, te Scherpenisse: J.
Vreugdenhil, te Bruinisse.
BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID.
Cand. P. M. Veldhuizen, van
1-ihoon, is voornemens Zondag 10
Juni a.s. zijn intrede te doen bij de Ge-
ref. Kerk van Paesens en Moddergat,
i:a vooraf te zijn bevestigd door Prof.
Greydanus van Kampen, voorheen te
Paesens en Mpddergat.
Ds. J. D. Derksen hoopt 22
Juli a.s. afscheid te nemen van de
Ned. ITerv. Gem. te Meedhuizen. Beves
tiging en intrede te stevens weert op 29
Juli. Beyestiger is Ds. H. Stegeman
van Urmond.
Ds. G. S e v e li s t e r te Hoorn op
Terschelling hoopt a.s. Zondag af
scheid te nemen van zijn gem. af
scheid te nemen van de Nederl.
Hervormde Gemeente aldaar om
Zondag 10 Juni d.a.v. zijn intrede te
cloen te Purmerend, na bevestigd te
zijn door Ds. J. Sevenster, van Donker
broek.
Cand. G. Mulder, beroepen
pi edikant van de Geref. Kerk te Slik
kerveer, is voornemens Zondag 15 Juli
intrede te doen, na des morgens be
vestigd te zijn door Prof. H. Bouman,
van Kampen.
Ds. J. C. SCHULLER.
Naar gemeld wordt, is in den toestand
van Ds. J. C. Schuilei*, Ned. Herv. predi
kant te 's-Gravenhage, een wending ten
goede gekomen, die aanhoudt en den be-
handelenden geneesheer reden tot tevre
denheid geeft.
Ds. J. J. H. BA V''E.
Te Hilversum is in den ouderdom
vt n 66 jaar overh Ds. J. J. H. Ban
ge, cm. predikant.
Als Hervormd predikant diende hij
cit gemeente Mieterp, Westerbroek,
Giethoorn, Langezwaag, Finsterwolde,
Nes (Ameland); na in 1922 +a zijn over
gegaan naar het Evarig. Luth. Kerk
genootschap, was Ds. B. tenslotte nóg
ctnige jaren als uredikant te Kampen
werkzaam, totdat hem op 1 October
;926 emeritaat werd verleend.
PRAEPARATOIR EXAMEN.
De Classis Dordrecht der Geref.
Kerken heeft praeparatoir onderzocht
den heer A. v. d. Weg, theol. cand.
aan de Theol. School te Kampen en
hem beroepbaar gesteld in de Gèref.
Kerken in Nederland.
Cand. A. v. d. Weg zal gaarne een
eventueel beroep overwegen. Zijn
adres is: Wijnstraat 94, Dordrecht.
den-a gevonden", ging de Burgemeester
voort. „Zij waren van gedachte, er zou
nog wel meer zijn".
Machiel dacht er anders over. Hij
was van oordeel dat zij 't geld hier of
daar vandaan haalden, en onder voor
wendsel, van het in de asch te hebben
gevonden, alle vermoeden van diefstal
van zich zochten te weren, 't Zou voor
't eerst niet zijn, meende hij, dat jonge
lui zich van zulke listen en streken
bedienden. Hij had voor eenige jaren,
teen hij nog op de Bork woonde, iets
soortgelijks bij zijn vader bijgewoond,
t Zou wel spoedig afgedaan zijn. Maar
de zaak moest heel voorzichtig behan
deld worden.
Beiden besloten te zwijgen tot den
volgenden avond. Machiel wilde de
geldvindsters 's morgens verrassen.
ervolgens zou de veldwachter haar
s avonds beide gaan halen en in 't
gemeentehuis brengen, waar de Bur
gemeester niet Machiel en een Wet
houder zou wezen, om de zaak te on-
d rzoeken. Machiel moest haar maar
Ondervragen
Marychie droomde 's nachts van
geld, dat in gloeiende platen verander
de, of in kleine dansende duiveltjes
Lammechie dat zij de aschbelt door
zocht, maar niets vond dan een half
verbrande vatendoek.
Maar Machiel dacht bij zich zei ven
r;a, hoe hij de zaak het eenvoudigste
zou behandelen, en 't kwaad, want dat
GER. GRONINGER PREDIKANTEN
CONFERENTIE.
In de Woensdag te Groningen ge
houden Geref. Predikantenconferentie
werden tot leden van het moderamen
gekozen Ds. J. H. Lammertsma, te Ap-
fingedam en Ds. S. Idema, te Win-
sum-Obergum.
DE ZONDAG IN DUITSTHLAND
Het bestuur van de „Deutsche
Lcichsschuss für Leibesübungen"
heeft besloten, in het programma voor
b.aar jaarvergadering in Breslau de
uren en plaatsen der godsdienstoefe
ningen op te nemen, en gedurende de
ze uren niet te vergaderen. Ongeveer
30 sportvereenigingen in Hannover
znllen in het vervolg op dc boet- en
biddagen en op den Goeden Vrijdag
niet meer spelen.
ZENDELINGEN UIT HET OOSTEN
NAAR DE WESTERSCHE LANDEN?
De Zendingsmedewerker van Het
Handelsblad schrijft aan zijn blad:
Voor wat de Engelschen de „home
base" en de Duitschers de „heimat-
liche Mission" noemen, hebben wij in
onze taal geen geschikt woord, om
welke reden dan ook in Zendingskrin-
gen gewoonlijk het Engelsche, soms
ook het Duitsche woord gebruikt.
Voorgesteld is het woord „Onder
bouw" te gebruiken bij gebrek aan
beter vindt het wel eenigen ingang,
maar het voldoet toch niet geheel.
Bedoeld wordt aan te duiden, wat
in het zendende land ten behoeve van
den zendingsarbeid in de Oostersche
landen gedaan wordt. De zendelingen
zijn bezig in dat andere land het
Evangelie te prediken en een gemeen
te te vormen, Die gemeente openbaart
zich naar buiten als kerk. Die Kerk
behoeft niet een copie te zijn van de
zendende Kerk. Zij moet in haar or
ganisatie beantwoorden aan de wet
ten van het haar inwonend leven, en
het Evangelie uitdrukken naar haar
eigen volksaard en in vormen, die
ontleend zijn aan de geestelijke erfe
nis, die haar is toevertrouwd.
Wij Westerlingen mogen niet heer-
schen over het persoonlijk en gemeen-
schapelijk geloof van de Oosterlingen
Daarom voldoet het woord „onder
houw" niet; onze. arbeid is niet het
leggen van het fundament waarop die
jonge Kerk rust. Ten hoogste kan men
zeggen, dat wij het steigerwerk opzet
ten rondom de Kerk, die opgebouwd
wordt, welk steigerwerk dan ook moet
verdwijnen als die Kerk klaar is. als
die Kerk tot zelfstandigheid is geko
men. Maar ook dat beeld voldoet niet,
omdat er is een innerlijk,' geestelijk
contact tusschen de oudere en jongere
kerk, een contact, dat blijven kan, ook
als de jongere volwassen is geworden
en haar zelfstandige plaats naast de
oudere inneemt.
Er is door dat innerlijke contact
een voortdurende wisselwerking. De
oudere Kerk geeft, maar ontvangt ook
en de jongere Kerk ontvangt, en zij
geeft ook. Naarmate de oudere haar
zendingstaak kent, en vervult, naar
die mate neemt zij toe in krafcht. Al
uitdeelende wordt zij rijker in geeste
lijk bezit.
Het is daarom, dat aan de „home
schuilde er stellig achter, zou uitvin
den.
Maar in denzelfden nacht liepen er
weer koeien langs zijn huis. En 's mor
gens vroeg zal men op den Brink en
buiten het dorp, schapen, en een voer
mest bij de schuurdeur van Hille, die
evenals vroeger bij Machiel in kwam
en vertelde, dat cie spokerij weer be
gonnen was, net als tevoren. De bin
nendeuren waren dicht, en niemand
had iets gehoord of gezien.
Een uur later was 't nieuws door 't
heele dorp weer verspreid. Nu begon
ieder te gelooven dat de duivel los ge
broken was. De ongeloovigen werden
twijfelaars en de twijfelaars trokken
sterk partij voor heksen en spoken, en
wat er al meer was.
De oude burgemeester kon er 's
morgens zijn spekpannekoeken niet
van eten. Marychie dronk en at niets,
of de eerste beet ging in 't vuur. Daar
bij vergat zij niet, eer zij dronk, wat
van de koffie weg te gooien. Zij deed
wel of zij morste,- maar Machiel be
greep heel wel hoe 't kwam, en waar
zij 't om deed: Wie zou er ook graag
behekst wezen?
Om zeker te zijn dat haar geen hel-
sche macht mocht schaden, trok zij
een paar schoone kousen aan, maar
vooral het binnenste buiten. De hooze
kreng an had haar grootmoeder ge
zegd, was een miseraebei beste remé
dié. Maar daar droeg ze toch zorg voor,
flat Machiel 't niet zag. Die zou er
RECLAME
Zonnebrand PUROL
base" zooveel aandacht moet worden
besteed. Als de zendende Kerk niet
doorgeeft, hetgeen zij ontvangen heeft,
dan wordt zij armer. Als zij daarente
gen wel doorgeeft, dan wordt zij rij
ker. Het vervullen van de Zendings
taak bevordert haar geestelijken was
dom.
Het kan daarom niet verwonderen,
dat de conferentie te Jeruzalem ook
aan dit deel der Zending een belang
rijk deel van haar besprekingen ge
wijd heeft.
In het rapport, dat hierover ver
scheen, wordt eerst gewezen op het
„onontkoombare feit, dat het huidige
geestelijke leven van de Kerken in 't
Westen niet is opgewassen tegen de
taak, waartoe zij geroepen zijn".
Daarom word endie Kerken opge
roepen tot schuldbelijdenis en tot te
rugkeer tot God. „De ergernis van
onze verdeeldheid moet ophouden; en
ons getuigenis ten aanzien van de
groote geestelijke en zedelijke vraag
stukken, die voor ons liggen, moet
zijn het eenparig getuigenis van het
lichaam van Christus".
Daarom wordt aangedrongen op ge
bed.
Ook worden allerlei practische wen
ken gegeven in verband met de op
voeding tot zendingsbelangstelling..
„Onderwijs op dit gebied is evange
lisatie". Voor de jeugd moet dit onder
wijs zich aansluiten aan die dingen,
waarin hun leeftijd belang stelt.
Het belangrijkste van dit rapport is
echter, dat ook op dit gebied een
krachtig beroep wordt gedaan op do
medewerking der jongere kerken zel
ve. De „boodschap" der Conferentie
zinspeelde reeds hierop in de woorden
„De Kerken van Europa en Amerika
zenden zendelingen in vasten dienst
of met een speciale opdracht naar de
kerken van Azië en Afrika. Wij geloo
ven, dat de tijd gekomen is, waarop
de Kerken van het Westen erbij zou
den winnen, als de jongere Kerken
uitgenoodigd werden om harerzijds
eveneens zendelingen met een speci
ale opdracht naar Europa en Amerika
te zenden, opdat zij uit hunne schat
ten mogen bijdragen tot het geestelijk
leven van hen, tot wie zij komen".
Hierbij is gedacht aan mannen als
sadhoe Soendar Singh.
Het bedoelde rapport werkt dit na
der uit. als het voorstelt aan de jon
gere kerken de vragen voor te leggen;
a. Of zij overtuigd zijn van de ver
dere behoefte aan zendingswerk onder
het volk, dat zij vertegenwoordigen;
b. welke arbeid, naar haar beste we
ten bet meest noodzakelijk is en wel
ke eigenschappen en bekwaamheden
in de zendingsarbeiders bet meest ge-
wenscht zijn.
Verzekerd wordt, dat vrijmoedige
voorstellen harerzijds 'n onschatbare
apologie voor de Christelijke Zending
zouden zijn.
Men ziet, hoe in Zendingskringen de
oogen hoe langer hoe meer naar het
Oosten gericht worden en hoe men
vandaar een nieuwe oriënteering ver
wacht.
IK WENSCH TE ZIJN ALS JEZUS..
Een zendelinge had een kleinen, zes
jarigen Hidoe-jongen tot zich geno
men. Ze leerde hem bidden, en toen ze
hem eens op een avond vroeg, wat hij
den Heiland te vragen had, vouwde
hij de handjes en bad: „Lieve Heiland,
maak me zooals Gij waart, toen Ge
zes jaar oud wa&rt".
GIFTEN EN LEGATEN.
De Geref. Kerk van Lutjegast beeft
van wijlen den heer F. Meedstra ont
vangen een legaat, groot f 5000, vrij
van successierechten.
VARIA,
De in de Geref. Kerk te Zwammer-
c am gehouden collecte tot dekking
van het tekort over 1927, dat f 735 be
droeg, heeft f 1000 opgebracht.
haar deerlijk om geplaagd en hartelijk
om gelachen hebben.
Machiel was intusschen op verken
ning uitgegaan, trof de geldvindsters
bij haar aschbelt, sloeg ze heel op
merkzaam gade, terwijl zij hem niet
gewaar werden, en begon te glim
lachen zeggende bij zich zeiven: ,,'t Is
klaar! ik ben er al achter 1"
Woeliger dae- was er sedert de na-
jaarsmarkt in 't dorp niet beleefd. Alle
man was in beweging. De een had
den mond vol over de spookerij bij
Hille, en de ander had het druk over
de geldvindsters. De derde kwam
heel verbaasd vertellen dat jonge
Lammert zoo bestolen, en val vieftig
guide oan geld uut te kiste kwiet
goan was".
De schooljongens wilden niet stil
zitten en schrijven, en de meisjes
praatten zoo druk en zoo hard, dat er
van 't lezen niet kon komen. En de
schoolmeester, die zelve graag alles
wou weten en razend nieuwsgie
rig was als er iets gaande was, had
geen rust of duur onder het woelige
volkje. Hij liet de school uitgaan eer
zij nog recht begonnen was, en gaf
den kinderen vacantie tot morgen
vroeg. Maar, dan moesten ze ook ma
ken dat zij de lessen goed lezen en
oe vragen van buiten konden.
De groote jongens zeiden: hij wilde
naar 't Gemeentehuis, om 't fijne van
de zaak te vernemen.
(Wordt vervolgd)