NIEUWE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 19 MEI 1928 TWEEDE BLAD. OM U PLAATS TE BEREIDEN. In het Huis Mijns Vaders zijn vele woningen: anderszins zoo zoude Ik het u gezegd hebben; Ik ga henen om u plaats te bereiden. Joh. 14:2. Jezus' hemelvaart Hoe kon haar herdenking voor wie Christus liefhebben een feeestdag wor den? Wie teekent er, als dag van blij ge denken, in zijn album aan den datum, waarop een bemind bloedverwant of 'n vriend afscheid van hem nam, om te reizen naar een vreemd en verge legen land? Vergelegen wat ligt er verder van de aarde dan de hemel? Geliefd, bemind waar waren ooit inniger en teederder banden dan tus- schen Jezus en allen, die in Hem zoo veel meer dan een vriend of bloedver want, die in Hem hun Heiland von den? En dan een Hemelvaarts-feest? Hier schijnt oorzaak voor enkel droefheid, nauwelijks verzacht door de mogelijkheid, of zelfs door de hoop op wederzien. Ja maar, zoo nu de vriend, die heen ging, scheidde in uw eigen belang, en als dat belang nu meebracht, dat hij u de gelegenheid schiep om straks tot hem over te komen en met hem te leven, intiemer dan in het vaderland ooit mogelijk was. Zoo nu die vriend eens uw bruigom was, en slechts voor- uitreisde, om er een huis te bouwen, waarin hij u straks als zijn vrouw zou kunnen ontvangen? En zóó vaart Christus van de Zijnen ten hemel. Neen, een woning behoeft Hij er voor hen niet te bouwen. Die woning i s er. Ze zijn in het huis Zijns Vaders, waar Zijn eigen plaats Hem wacht. En in dat huis is ruimte ook voor hèn. Ruimte ja, maar zonder méér nog geen plaats. Plaats is er wèl voor Hem. Wel voor Hem, Die uit den hemel is, en die op aarde volbracht den last waarmee Hij van den hemel kwam. Maar voor hèn? Hoe zou er plaats in den hemel zijn voor hen, om wier wille de aarde ver vloekt werd en gemaakt tot een voor poort der hel? Ja, en toch is er plaats voor hen. Zij is er naar Goddelijk recht. Gekocht is ze hun en verworven door 't bloed van hun Borg, Die ver nederd werd in de benedenste doelen der aarde, gelijk Hij nu opvaart naar de hoogste hemelen. Gekocht en verworven, doch nog niet bereid. Nog niet gereed en be schikbaar. Gered en beschikbaar zal ze eerst zijn als Jezus er aankwam, die hun ge rechtigheid is. Als hun Hoofd ze in bezit nam, die ze hun verwierf. Als hun Zaligmaker er de hand op lei, die ze toewijst. En zie, het is daarvoor, dat Jezus van hen weg en ten hemel gaat. Daarom kan Zijn hemelvaart hun een feestdag maken. Hij gaat heen te hunnen behoefte. Hij gaat als hun Voorlooper en straks mogen zij volgen. Hij gaat als hun vertegenwoordiger om de hand te leggen op wat Hij hun geven zal. Hemelvaart is scheiding, maar ze is slechts een tijdelijke. Ze is scheiding die hereeniging bedoelt. 't Scheiden van bruidegom en bruid, maar dat de volle en ongestoorde ge meenschap van het huwelijk voorbe reidt. t Zie," sinds Jezus ten hemel voer, is Zijn Gemeente op weg naar de brui loft. Ge weet ze uit zijn verzekering: „Ik ga heen om u plaats te bereiden". Dat weet ge uit Zijn belofte: „En zoo wanneer Ik henen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zoo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moog.t, waar Ik ben". Ge weet ze uit het trekken Zijner liefde, in den Geest, dien Hij haar ge geven heeft. Haar plaats in het Vaderhuis is be reid. En de Bruidegom is bezig, zich den weg tot Zijn bruid te bereiden, op dat Hij haar tot zich neme. Is ook zij zélve bereid voor Zijn komst, bereid voor de bruiloft, bereid voor de plaats die haar wacht? Dat is de vraag, die van den hemel naar de aarde komt, bij haar geden ken, dat Jezus van de aarde naar den hemel ging. Die komt tot haar en tot allen, die één hope met haar deelachtig zijn. Hun plaats is bereid maar zij? LEID, LIEFLIJK LICHT. Leid, lieflijk Licht, waar 't duister mij omringt, Leid Gij Uw kind! Het is zoo eenzaam, waar de nacht wind zingt, Leid Gij Uw kindl Bewaak mijn gaan; ik-schouw niet verder dan Het pad van nu, dat ik nauw loopen kan. Ik was niet immer zóó en had U niet; Leid Gij Uw kind! Ik zocht naar wegen, waar men U niet ziet; Leid toch Uw kind. Ik minde hellen schijn, en angstbe- klemd Had hoogmoed al het beste in mij ge stremd. Zoolang Uw kracht mij zegent, weet ik, dat Gij leidt Uw kind. Door storm en onweer, langs het smalle pad, Leidt Gij Uw kind! Tot in den nieuwen morgen ik ont waak En met de eng'len van Uw glorie smaak. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Wassenaar, TI. W. te Winkel te Sneek; te Ouddorp, H. A. Heijer te Vlaardigen. Te Middelburg, A. Noorman, cand. te Utrecht. Te Dork werd (Gron.), J. J. van Oosterzee te Bergentheim. Te Hornhuizen-Klooster buren, G. J. Romijn te Heenvliet. Te Weesp, (vac.- Joh. Stehouwer), J. G. L. Brouwer te De Meern. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Koog-Zaandijk, B. Ramaker te Den Post, en A. Dragt, cand. te Rotterdam. Beroepen: Te Nijawier en Metsla- wier, J. W. Eggink te Willemstad (N. B.). Te Antwerpen, J. Smelik te Ze venbergen. Aangenomen: Naar Heemstede- Ren esse, U. Elgersma, cand. te Licht- aard. Bedankt: Voor Drachtster-Com pagnie en Wormer, U. Elgersma, cand te Lichtaard. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Haarlem-Noord. TI. Biesma te Groningen. Te Sneek, C. S. v. d. Ven te Arnhem. DOOPSGEZINDE GEMEENTEN. Beroepen: Te 's Gravenhage, (vac. wijlen S. Lulofs), A. Keuter te Akkrum. EVANGELISATIE. De heer A. de Redelijkheid, gods dienstonderwijzer te Ouderkerk a. d. IJssel, en benoemd tot voorganger der Ned. Herv. Evangelisatie te Middel burg, heeft voor deze benoeming be dankt. BEROEPBAAR. De heer R. J. v .d. Weerd, Burgwal 801, te Kampen, zal thans gaarne een beroep uit de vacante Geref. Kerken in overweging nemen. D«. Q. VAN DER MUNNIK. t Na een smartelijk lijden is in den ouder dom van 70 jaren overleden Ds. G. van der Murmik, emeritus-predikant van de Geref. Kerk van Leens (Gr.). De overledene werd 14 Mei 1858 te IJs- selmonde geboren en ontving zijn oplei ding aan de Theologische School te Kam pen. In 1889 werd hij candidaat, om 27 October van dat jaar bij de Christ. Geref. Kerk van Nieuwwolda het predikambt te aanvaarden. 6 September 1891 deed hij zijn intrede bij de Geref. Kerk van Leens, welke gemeente hij ruim 36 jaren heeft mogen dienen. Voortdurende ongesteldheid noopte hem tot het nemen van emeritaat, wat de clas sis Warffum hem met ingang van 1 Mei j.l. verleende. Hoewel persoonlijk aanwe zig kon de overledene zijn afscheidspredi- katie niet uitspreken, waarom zijn broer, Ds. J. D. van der Munnik, emeritus-pre dikant van Leeuwarden, de godsdienst oefening op 29 April j.l. voor hem leidde. ALGEMEENE SYNODALE COMM. DER NED. HERVORMDE KERK. In de zitting van Woensdag was allereerst bericht ingekomen van het classicaal bestuur van Rotterdam, dat te Vreewijk een gemeente is ge sticht. In opdracht der Synode is een com missie benoemd, om de vraag te over wegen, waar in de reglementen ver duidelijking der bepalingen van meer derjarigheid noodig is. Het rapport hiervan zal door de Synode worden overgebracht. Ter tafel was het rapport der com missie over de voorbereiding van de Wijdingssamenkomst der Synode. Sprekers zijn de secretaris der Sy node, Ds. D. den Breems en Ds. K. H. E. Gravemeyer te 's Hage. Een uitnoodiging der Generale Pres byterian Alliance tot het zenden van afgevaardigden naar de conferentie in Boston, in Juni 1929 wordt aan de Synode overgebracht. De Pensioenraad zond zijn verslag, alsook de balans winst- en verliesre kening over 1927 in. Het aantal deel nemers bedraagt 861. De president opende gister de zit ting met een woord, gewijd aan de na gedachtenis van wijlen den heer G. W. Mortier, wiens leven, zoo plotseling afgebroken, getuigd heeft van groote liefde en toewijding voor de belangen der Ned. Herv. Kerk. Een fonds ten behoeve van de pensioenen der predi kanten draagt zijn naam, en als voor zitter van de Vereeniging van Kerk voogdijen heeft hij zich bijzonder ver dienstelijk gemaakt. Een beslissing in cassatie wordt ge nomen met betrekking tot een verzoek van het classicaal bestuur van Gro ningen om vernietiging van een be slissing in hooger beroep van het pro vinciaal kerkbestuur van Groningen, inzake een geschil tusschen den ring Zuidhorn en de gemeente Nichove. Het classicaal bestur wordt niet- ontvankelijk verklaard. Verschillende andere verzoeken en aangelegenheden worden behandeld, en óf afgedaan, óf bij de Synode over gebracht. Een brief van den Bond van Neder- landsche Predikanten over de uitbeta lingen van den Raad van Beheer wordt, wegens inhoud en toon, voor kennisgeving aangenomen. De Synodale commissie voldoet daar na aan de haar gegeven opdracht, om zeven leden te benoemen, zoowel in als buiten de besturen, die tezamen zullen vormen de „Commissie voor de kerkelijke belangen in het Zuiderzee gebied". Immers onder dien naam zou, naar eenparig gevoelen, deze commis sie het best kunnen worden aange duid. Benoemd worden de heeren J. A. Bakker te Menaldiim; Mr. E. J. Ben iner te Kampen, D. Eilerts de Haan te Heiló, Dr. J. Th. de Visser te 's Gra venhage, Mr. H. de Bie te Rotterdam, Jhr. Mr. D. van Lennep te Heemstede en D. den Breems te 's Gravenhage. De heer Eilerts de Haan deelt mede dat de Zuiderzee-commissie voor de stoffelijke belangen (naar aanleiding van een vroeger gehouden conferentie met afgevaardigden van de Synodale Commissie) besloten heeft eenige ver anderingen te brengen in haren stich tingsbrief. Behandeld worden eenige verzoeken, om goedkeuring te verleenen op een gewijzigde begrooting van herstelling» werken. Aan de Synodale commissie was op gedragen een nader onderzoek in te stellen en voorstellen te doen met be trekking tot de wijze, waarop de zaak van de liggers der predikantstracte- menten in de kerkelijke reglementen behoort te worden geregeld. Aan deze niet gemakkelijke opdracht is voldaan, en het rapport, namens 'n commissie ad hoe, uitgebracht door den heer Bloem, zal aan de Algemeen e Synode worden voorgelegd. Over deze aangelegenheid waren ook eenige andere stukken ingekomen welke bij de Synode zullen worden overgebracht. Kennis wordt genomen van de re kening per Provinciale Drentsche We- duwenbeurs. Evenzoo van de mededeeling van het classicaal bestuur van Rotterdam, dat Vreewijk tot een zelfstandige ge meente is verklaard. PREDIKANTSTRACTEMENTEN. Het hoofdbestuur van den Bond van Ned. Predikanten heeft, naar de „Rott." meldt, aan alle ringen der Ned. Herv. Kerk bij omzendbrief verzocht, zich met den volgenden (of een eenigszins gewij- zigden) brief tot de Alg. Synode der Ned. Herv. Kerk te wenden: Overtuigd, dat de groeiende twijfel om trent de juistheid van het beleid van den Raad van Beheer fnuikend moet werken op de maatschappelijke positie der predi kanten en noodlottig kan worden voor de werking van het reglement op de predi- kants-tractementen, nemen wij de vrij heid. ons tot uw' vergadering te wenden met beleefd doch dringend verzoek, wel te willen overwegen, of het niet op uw weg ligt, ter bezwering van dien twijfel, te onderzoeken, wat er door het beleid van den Raad van Beheer terecht geko men is van de grondbeginselen van het reglement op de predikantstractementen, dat: a. de gemeenten, behoudens de gestel de minima, vrij zijn in het bepalen van het tractement; b. de verhoogingen en kindergelden door de Kerk worden gedragen; c. arme gemeenten voor het bijeenbren gen van het minimum-tractement worden geholnen; d. de centrale kas wordt gevormd door naar draagkracht bepaalde bijdragen der gemeenten. gereformeerd schoolverband. In aansluiting op het verslag in ons blad van Woensdag, kunnen wij nog het volgende mededeelen: Het voorstel van het district Amster dam tot opheffing van het orgaan „De Ge reformeerde School'' werd door den voor zitter bestreden. De voorzitter wees er op. dat er groei in het aantal abonné's is. Bij den schoolstrijd op paedagogisch terrein is een specifiek Geref. orgaan noodig. „De Geref. School" is het eenige orgaan, dat in dezen geest werkt. Na bestrijding door de heeren Lukkien (Amsterdam), Boot (Rotterdam), De Boer, (Hantumhuizen), Van Buren (Leeuwar den) en Prof. Waterink, werd het voor stel ingetrokken. Als bestuurslid werd gekozen de heer J Klokman, van Harlingen. In de middagvergadering werd nog aan de orde gesteld het voorstel van de Com missie van Uitvoering inzake een aantee- kening op de acte paedagogiek M.O. A. Dit voorstel luidt: Tiet G.S.V. besluit: lo. een aanteekening namens G.S.V. te geven op de acte Paed. Midd. Ond, A, die is uitgereikt na een examen, waarbij een hoogleeraar in de Paed. aan de V. U. als examinator is opgetreden; 2o. deze aanteekening wordt gegeven na een onderzoek in de Geref. Geloofsleer en de Kerkgeschiedenis; 3o. de eisch voor Geloofsleer wordt on geveer gelijk gesteld met dien van het Cand. examen theol. (zonder kennis van de oude talen); voor Kerkgeschiedenis wordt gevraagd een overzicht van de Al- gemeeiie en de Vad. Kerkgeschiedenis; 4o. de C. v. U. van G.S.V. benoeme een commissie voor de examinatie; 5o. er wordt op aangedrongen de acte met aanteekening te honoreeren. Prof. Dr. J. VVaterink gaf nog een kor te toelichting op dit punt, er op wijzend, dat de studie voor het verkrijgen van deze aanteekening in de lijn ligt van die voor M.O. B. Op een vraag van den heer van der Waals deelde Prof. Waterink nog mee, dat uit hen, die deze acten hebben, later kunnen voortkomen de leeraars gods dienstonderwijs op middelbare scholen en paedagogiek op kweekscholen. Zonder hoofdelijke stemming werd het voorstel aangenomen. Aan de discussie over het referaat van Dr. C. J. Honig inzake „de taak der Over heid ten opzichte van de hygiëne in de school" nam een 11-tal sprekers deel. De voorzitter gaf in overweging, de RECLAME. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Kiespijn-Tabletten.30 ct- Laxeer-Tabletten.60 ct Zenuw-Tabletten 75 ct- Maag-Tabletten75 ct Bij Apoth. en Drogisten. Commissie van Uitvoering op te dragen dit punt nog eens te bestudeeren en een volgend jaar een voorstel te doen over de houding, die ten opzichte van het school artseninstituut moet worden aangenomen. Na een kort slotwoord van den voor zitter en dankgebed door den heer. Van Dijk werd de vergadering gesloten. ZENDING. Deputaten voor de Zending van de Classis Barendrécht van Geref. Ker ken ontvingen van deze in haar laatste vergadering opdracht om te trachten op den 2den Pinksterdag een Class. Zendingsdag te organiseeren. Deze zal nu D. V. gehouden worden te Oud-Beijerland, alwaar des mid dags als sprekers hopen op te treden de heer J. in 't Veld, leeraar aan de Holl.-Ind. Kweekschool te Solo (N. I.) en Ds. J. P. C. ten Brink, van West maas en Dr. H. W. van der Vaart Smit van Zuid-Beijerland. Van deputaten zal Ds. C. Cobet, van Oud-Beijerland, het openingswoord en Ds. B. Wentsel van Ridderkerk, het slotwoord spreken. UTRECHTSCHE ZENDINGSVEREEN. De Utrechtsche Zendingsvereeniging houdt Dinsdag 5 Juni te Utrecht haar algemeene vergadering, 's morgens en 's middags in het Dienstgebouw der Ned. Herv. Gemeente, 's avonds in de Domkerk. De morgenvergadering is huishou delijk; in de middagvergadering zal Mevr. baronesse van Boetzelaer van Dubbeldam mededeelingen doen be treffende de Zendingsconferentie te Jeruzalem, en een paar zendelingen met verlof omtrent hun arbeidsveld. 's Avonds half acht zal Ds. P. J. Mo lenaar uit 's Gravenhage de Zendings rede houden; inleiding van Ds. H. H. Barger, zang van Mej. Jeanette Mols- bergen. EEN NED. GIFT AAN DE UNIVERSITEIT VAN GENèVE. De Universiteit van Genève beeft van Mevr. A. F. Reiger, weduwe van den onlangs daar overleden vice-pre sident der Nederlandsche Kamer van Koophandel, een schenking ontvangen ten bedrage van 50.000 francs. Deze schenking is bestemd voor de inrichting van een wetenschappelijk laboratorium voor het gebruik van Röntgenstralen. Dit laboratorium zal de naam dra gen van „Salie Rudolph Jan Reiger". de leuvensche bibliotheek. Al sedert geruimen tijd heerscht er be roering te Leuven over het voornemen om het opschrift der nieuwe bibliotheek, waarin aan duidelijkheid niets te wen- schen overlatende woorden wordt gezegd dat de bibliotheek in Augustus 1914 op zettelijk door de Duitsche legers werd verbrand, te vervangen door een neutra ler opschrift, dat het woord „misdaad" niet bevat en zoo min mogelijk aan de ontzettende gebeurtenissen te Leuven her innert. Reeds is de heer Withney Warren, de Amerikaansche architect van de nieuwe bibliotheek, te Leuven aangekomen om met mgr. Ladeuze, den rector der Uni versiteit, te confereeren. Zooals men weet zal het gebouw den 4en Juli a.s. plechtig worden ingewijd. Terwijl tal van Belgen meenen dat een neutraal opschrift in deze dagen van in ternationale toenadering, verre te verkie zen zou zijn boven een aan de oorlogsgru welen herinnerende inscriptie, verzetten de militairen zich sterk tegen het plan eener wijziging. De afdeeling Leuven van den Bond van Officieren, die de campag ne van 1914 hebben meegemaakt, heeft krachtig geprotesteerd tegen „elke ten- denz van zwakheid" jegens den voorma- ligen vijand, wiens „eerste teeken van leedwezen of onderwerping nog te wach ten is". Zij meenen dat in de eerste plaats van Leuven, welks opzettelijk in brand- steken, gepaard gaande met den moord op tallooze burgers, een der bloedigste oorlogsbladzijden vormt en in de geheele wereld verontwaardiging en afkeuring heeft gewekt, een poging tot toenadering tot Duitschland n i e t mag uitgaan. FEUILLETON. De boer van „De Bork" (Een Drentsch verhaal). 9) o— „Dan weet i^c het nog minder", liet Machiel er op volgen. „Maar clat zou ik u raden, ken den Heere op al uw wegen en Hij zal uwe paden recht maken. Dat wil zeggen: Femme! doe r.iets zonder God. Bid Hem om door zicht en bezadigd oordeel. Laat je door geen drift of hartstocht leiden, en door geen schijn, en door geen mooie woorden, en door geen knap uiterlijk verblinden. Meer wil ik nu maar niet zeggen!" Maar Marychie zuchtte diep. Zij dacht aan den vreemdeling, die boer op de Bork zou worden en aan haar Roelof, dien zij maar niet vergeten kon. Zij begreep wel, dat Femmechie geen jaren en dagen zonder man zou blij ven, maar dat het al zoover was geko men, dat had zij nu nog niet gedacht en stond haar maar half aan ook. Maar 't was zoot en Femme was geen kind meer en eigenlijk ook maar aangetrouwd. Dat bleek al dadelijk weer, meende zij. Anders zou zij wel iels van de zaken verteld heben. Nu nines i zij toch zeggen, dat zij al heel go*rt wist te zwijgen. Nu 't hooge woord er eenmaal uit was, verliepen er ook geen maanden meer, eer Henderik op de Bork ver scheen en, na 't gewone „moar wad ik oew zeggen wil, i zullen 't ligt alheurd hebben, Femme en ik wollen oes kun- cligen laeten". En daarop volgde de verzekering, dat de oudelui in huis bleVen, en alles op den ouden voet zou voortgaan, net als dat „inne pampieren schreven stund". Want wat „schreven stund, stunder je ienmoal", daar zou men geen verschil over maken. Machiel sprak geen woord, reikte 1 Henderik zijn tabaksdoos toe, ofschoon hij niet weinig ontstelde, toen hij dezen de zil veren van zijn Roelof uit de zak zag halen, om zijn „piepenprooker" te krij gen. „Die zal de nog wal kennnen", zei de aanstaande bruigom, terwijl hij Ma chiel, zonderling lachend, het trouw- pand liet zien, dat Femmechie. hem gegeven had, „van oew Roelf", vervolg de hij, terwijl de oude de doos korter onder de oogen hield, en deze het ant woord schuldig was gebleven. Een ijskoude rilling liep hem door de leden, en Marychie deed, of zij wat van den grond wilde oprapen, en veegde ter sluiks een paar groote tra nen af. Drie weken later was 't huwelijk ge sloten en Henderik hoer op de Bork. Toch waren de beide oudjes niet 'n gebreke gebleven, om op de bruiloft te komen. Maar van zingen en dansen kwam bij hen niets. Zij voegden zich bij een paar bejaarde vrienden en praatten over oud en jong, weleer en nu. Geen woord echter over Roelof. Want toen buurman daarover begon, zei Machiel: „Joapik! loat de doode rusten. Hier wordt bruuloft geholden". Sedert werd de ontslapene niet meer genoemd. Al kon hij zelve niet vroolijk zijn, Machiel Wou toch geen spelbreker we zen en de feestvreugde storen. Wie Henderik was?een geldkist was zijn hemel en 't geld zijn God! Overigens kon niemand iets kwaads van hem zeggen. Maar dat lag zoo in zijn familie, ongevoelig en blind en doof voor alles, behalve voor 't geld. Van ouder tot ouder had Henderik's familie den naam van groaperig (schraapzuchtig) te wezen. Gij kondt er het spek aan de balken vinden hangen, van zes jaren herwaarts. Want of ze, om den naam en om ,,'t gebruuk", want ieder deed het, alle winters een varken slachten, het eeni ge dat zij versch gebruikten, was dat, wat niet bewaard kon worden. Overi gens wie 't land regeerde, was hem on verschillig. Als hij maar geen belas ting had te betalen. De wittebroodsweken waren nog niet eens ten einde, of de knecht zei al tegen de meid: „Dat wordt hier anders". En de scheper die hier op zijn beurt in de kost was, merkte bij 't beengaan aan, dat hij vroeger meer boterham men mee kreeg naar 't veld, en zijn hond het vrij wat beter had gehad, toen Machiel boer was, dan tegen woordig. De melk werd gedurig dun ner, en 't vleesch en spek was niet half zoo overvloedig als Marychie gewoon was te deelen. De eieren kon men ver- koopen. En om zuiniger te smeren, moest er maar wat meer zout in de boter. En of Femmechie al zei, dat de oude lui 't zoo niet gewoon waren, en de dienstboden altijd beter aten, en meer vleesch en spek kregen, Hende rik begreep, hij was nu baas.- Als Ma chiel en Marychie de kost niet smaak te, moesten zij zelve maar koken. Er stond in 't contract, ze zouden mee eten aan tafel, en hij verkoos, om die rrienschen geen dubbele pot te laten koken. Er was verder niets bepaald. En buiten dat, hij had met hen volstrekt niets uit te staan. De Bork behoorde niet aan hen, maar aan Femme. En wat de dienstboden betrof, dat zou nog wel anders komen. Zijn volk had hij nooit zulk loon gegeven. Men kon 't wel met minder af, en wilden zij niet blijven, hij kon genoeg anderen krij gen. Dat klonk Femmechie wel wat vreemd in de ooren; maar op den ke per beschouwd, had Henderik toch ge lijk. De boerderij hoorde haar; en zui nig zijn was toch altijd beter dan over den balk smijten. Dat zou Machiel ook niet anders zeggen. Maar de vrede was gebroken en de vreugde was van de Bork gebannen. De knecht en de meid waren niet half zoo gewillig en deden niet half zoo veel, als toen Machiel aan 't roer was. En de arbeiders werden hoe langer zoo luier, en de schapen werden gedurig ziek, en 't vee zag er uit, of het de rouw aannam over Roelof. Aan twis ten en razen, vloeken en schelden, was sedert geen gebrek meer. Machiel en Marychie zaten niet lan ger beneden dan noodig was, om te eten en te drinken. En de buren kwa men niet meer een praatje maken, zoo als anders gedurig 't geval was. De harten werden verstokt en de monden verzegeld, behalve wanneer men niet bij elkander zat. Dan schreide Mary chie menigmaal als een klein kind, en dreef rouw over haar Roelof, of hij pas was gestorven. Het eten werd al slechter en 't vleesch en spek scheen voor den naam nog maar op tafel te kernen. Het mor ren en razen van dienstboden en ar beiders werd dagelijks luider en me- nigvuldiger. Maar Henderik stoorde zich aan den een zoo min als aan den Linder. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5