BEEKMAN NIEUWE LEIDSCHE COURANT PINKSTEREN MANTELS JAPONNEN van WOENSDAG 16 MEI 1928 TWEEDE BLAD. UIT DE SCHRIFTEN TEN HEMEL OPf VOL EER! Gy zijt opgevaren in de hoogte. Ps. 68:19a. Het Oud-Testamentische beeld, dat voor uwe oogen verrijst is het volgen- de. De Heer, die opgestaan is tot den strijd, is opgeklommen naar de hoogte, dat wil zeggen, dat God onder het tee- ken Zijner tegenwoordigheid, de ark, opklimt naar Sion, gevangenen mee voert ter overwinning, geschenken aanneemt en zelfs weerspanningen dringt om op den Sion te verblijven. Profetisch ziet de zanger den Heere in Zijn heiligdom komen en hij moet, God lovende zingen: Gij zijt opgeklom men naar de hoogte. Werkelijk ziet de Koningsdichter God in het beeld der verzoening, de ark des Heeren opgaan naar Sion, op klimmen naar het heiligdom op den berg des Heeren en daarin roemt hij, lovende God: Gij zijt opgeklommen naar de hoogte. Ziedaar het Oud-Testamentische ta- freel. Ziedaar het beeld, dat den vorst uit oude dagen greep en vasthield. Ziedaar de woorden, waarin hij goot, wat hij zag met zienersblik en oogen door Gods Geest verlicht: Gij zijt opgeklommen naar de hoogte 1 In de dagen der vervulling zien wij door den Geest Gods dit beeld in wer kelijkheid. In het kleed der verzoening is Jezus Christus gekomen. Hij heeft de daad der verzoening volbracht en het offer gegeven. Hij is Zijn kruis gang gegaan. En wederom in het kleed der vol brachte verzoening trad deze Christus uit de spelonk der dooden. Hij triom feerde over den ouden vijand, den Satanas. Hij dicteerde den dood de vredesvoorwaarden. Hij bluschte den toorn Gods. Hij heeft de straf gedra gen ten voeten uit en Hij heeft de kwi tantie onzer schuld geteokend met Zijn bloed. Opstanding, dat is ver nieuwing, dat is verhooging! Zoo is Jezus Christus op den derden dag ver rezen in het licht! Doch wie verstaat niet, dat de verhooging van Jezus Christus niet kan blijven staan bij Zijn opstanding? Hij moet in den hemel verkondigen Zijn zegepraal. Hij brengt daar binnen onze menschelijke natuur. Hij treedt den tempel binnen op Sion en vaart op naar de hoogte. Hij gaat Zijn hemel pad en schrijdt door de eeuwige deu ren ten hooge in. En Zijn gemeente, op den berg verzameld, Zijn kleine kerk vergaderd met elkaar, zingt, als zij ziet Zijn opgang naar den hemel: Gij zijt opgeklommen naar de hoogte. Wanneer wij als gemeente des Heeren na de dagen der vervulling, eeuwen achter het historie-feit, op den Hemelvaartsdag het opvaren vieren van onzen Heere Jezus Christus, zeg gen ook wij in levenden jubel; Gij voert ten hemel op, vol eer; De kerker werd Uw buit, o Heer! Gij zaagt Uw strijd bekronen De gemeente versta dit wel, dat zij, als ze zich verblijdt in den verhoogden Heiland, dit doet, omdat zij deelt in Zijn weldaden en zegen. Maar zij ver sta toch bovenal* dat de vreugde der gemeente niet allereerst gelegen is in zich zelf, doch in haar Christus! Wat nut ons de hemelvaart van Christus? zie, dat is de tweede vraag op ons feest. De eerste *s deze: welke eer geschiedt onzen verhoogden Hei land op den dag Zijner Hemelvaart? Wat beteekent Zijn Hemelvaart voor Hem? En dan juicht de gemeente in den triomftocht van haar Christus! Het is Zijn intocht in den hemel. D« wereldmenschen vieren tegen woordig de Intocht van hun helden en ze vieren deze als in kampioenschap. Maar de intocht van Jezus Christus in den hemel dat is onnavolgbaar geweest. Daar is het eigenlijke van voor ons verborgen. De" te meer, om dat wij gelooven het Goddelijk Verhoo- gingslied, dat daar weerklonken heeft, kunnen wij op deze aarde niet zwij gen. Het gaat om Jezus Christus. Hij is verhoogd aan des Vaders rechterhand. Hij is ontvangen in den hemel. En het breekt los uit onze zielen om onzen Heere Jezus, en het is feest in onze harten: Gij zijt opgevaren in de hoogte. ZIT AAN MIJN RECHTERHAND. (Sjeb Limini). Een psalm! Gesproken heeft de Heer tot mijnen Heer „Zit aan Mijn rechterhand, o Koning, en regeer". Gij zijt gestegen uit het graf! Gij zijt gevaren omhoog, waar U de zang van duizend Engelenscharen bevvelkomde en aanbad! De grendelen der hel verbraakt Gij, sterke God en Held Emmanuël Het Allerheiligste trad Ge in. Apostelen loofden, nastarende dien gang met opgeheven hoofden tot waar de wolk zich sloot Gij uit hun oog verdweent en heerlijker dan ooit sinds in hun zielen scheent Sjeb Limini! het woord van ouds U toegebracht! Gij hebt U neergezet ter reciter van Gods kracht! DA COSTA. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Parrega: L. R. Aal- bers, te Ouderkerk a. d. Amstel. Te Den Ham: R. Steenbeek, te Wapenveld Bedankt, voor Wans werd: A. F. P. Pop, te Vaascen. Voor Oosterend- Texel: Chr. J. Schweitzer, te Workum. GEREF. KERKEN. Tweetal, te Hilversum (3de pred.- plaats): Dr. E. D. Kraan, te Vlaardin- gen; en F. Tollenaar, t Pernis. Beroepen, te Schoonrewoerd: H. Fockens, te Hollandscheveld. Te Surhuisterveen: W. J. Smidt, te Dwin- gelb. Te Breda: B. Telder, te Vianen VRIJE EV. GEM. Beroepen, te Apeldoorn: W. D. Linthout, te Dordrecht. BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. Na des morgens te zijn bevestigd door Ds. S. Veltman, met een predika tie over 2 Tim. 4:1 en 2, deed Ds. G. H. de J'onge, gekomen van Lutje- gast (Gr.), Zondagmiddag zijn intrede iii de Geref. Kerk te Tzum, sprekende over Ezechiël 33 7. Op zijn verzoek werden geen to-espraken gehouden. Toegezongen werd Psalm 121 4. Ds. C. J. Sikkel, pred. bij de Geref. Kerk .ran Oostliem, is voorne mens Zondag 1 Juli a.s. zi,n intrede te doen bij de Geref. Kerk van Amster dam-Zuid, na vooraf te zijn bevestigd door zijn ambtgenoot, Ds. H. G. Bouma, aldaar. Ds. G. Lugtigheid deed Zon dag j.l. zijn intrede in de Geref. Kerk te Schoonoord, met een predikatie over Jesaja 49 9b13. Na de preek werden er toespraken gehouden door den heer J. v. d. Leek namens den Kerlceraad, door Ds. Piersma van Sleen als consulent voor de classis, door Ds. Faber. Hervormd predikant en door den heer Warmels, hoofd der Chr. School te Schoonoord. Mr. D. G. H o e v e r s, benoemd voorgager bij de afd. Beilen van den Nederl. Protestantenbond, hoopt Zon dag 20 Mei in een namiddaggods dienstoefening, na des morgens te zijn ingeleid door zijn vader Ds. J. W. K. Hoevers te 's-Gravenhage, zijn ambt te aanvaarden. Ds. J. H. KOERS. Ds. J. H. Koers, Gêref. predikant te Oos- terboek, is reeds eenige maanden verhin derd zijn ambtsbezigheden te verrichten. Tot verder herstel hoopt hij naar Groes- beek te gaan. Ds. H. A. WIERSINGA. Ds. II. A. Wiersinga, sedert 1 Juni 1923 predikant bij de Gerei'. Kerk van Medan, die om redenen van gezondheid zijner echfgenoote moest repatrieeren, is Zon dag hier te lande aangekomen. De eerste weken vertoeft hij ten huize van zijn schoonvader, Dr. G. de Niet, arts te Sche- veningen. TOEGELATEN TOT DEN DIENST DES WOORDS. Het provinciaal kerkbestuur van Drente heeft tot de evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk toegelaten de lieer G. van Veldhuizen, candidaat aan do universiteit te Groningen. ALGEM. SYNODALE COMMISSIE DER NED. HERV. KERK. De behandeling van de aangelegenhe den van de Generale Kas werd gisteren voortgezet. Nadat alle aanvragen waren behandeld, bleek, dat om aan de meest noodige be hoeften te kunnen voldoen een bedrog ge- eischt wordt van ƒ73.175. Er is maar 'n bedrag beschikbaar van ƒ51.119.83, zoo dat van de toelagen, die de synodale com missie gaarne zou verleenen, nog moet geschrapt worden een bedrag van 22.055. Het is een uiterst moeilijke taak om uit te maken, welke voorloopig toegekende toelagen zullen vervallen of worden ver laagd. In de zevende zitting was bericht inge komen, dat mr. W. J. Koppius met 1 Mei bedankt heeft als lid van den Raad van Beheer. Aan de orde komen de aangelegenhe den van de kas tot behartiging van gods dienstige belangen van Herv. Nederlan ders in het buitenland. De ontvangsten waren: renten ƒ440.11, bijdragen en gif ten 2119.71, terwijl uit de Generale Kas werd overgeschreven 1000. De giften be droegen ongeveer 250 minder dan ver leden jaar. Kennis wordt genomen van den arbeid te Duisburg, Kleef, Emmerik en Gronau. Bij de behandeling van de exploitatie rekening van het weekblad voor de Ned. Herv. Kerk blijkt, dat weder uit het saldo 800 kan worden gestort in de Algemee- ne Weduwen- cn Weezenbeurs. Kennis wordt genomen van het ver slag betreffende den arbeid der Hervorm de legerpredikanten. Tot lid van de commissie voor de gees telijke belangen der militairen wordt her kozen Ds. A. B. te Winkel te 's-Graven hage. Ingekomen is een uitnoodiging van de Eglise Chrétienne Missionaire Beige, om een afgevaardigde te zenden naar de vergadering der Synode te houden in Juni 1928. Benoemd wordt baron E. Prisse, lid der Synode. De financieele aangelegenheden worden afgedaan en de voordrachten voor toela gen uit de Fondsen definitief vastgesteld. In behandeling komt een brief van de Synode de l'Union des Eglises Evangéli- ques protestantes de Belgique over een nauwere betrekking tusschen deze kerk en de Ned. Herv. met betrekking tot de pensioen-regeling van predikanten en het inschrijven van attestaties. Het rapport, hierover uitgebracht door Prof. Aalders en Ds. Zoete, zal bij de Synode worden overgelegd. Hierna komt aan de orde een voorstel, ingediend bij de Synode van 1927, om in het Reglement voor kerkelijk opzicht en tucht de mogelijkheid in te voegen, dat aan een predikant, die uit zijn ambt ont zet is, rehabilitatie wordt verleend, zon der de bevoegdheid weer predikant te worden. De Synodale commissie acht dit niet mogelijk. Een tweede voorstel was een herziening van een tuchtzaak mo gelijk te maken, indien zich na de eerste behandeling feiten en omstandigheden hebben voorgedaan, die bij de eerste be handeling niet in aanmerking konden worden genomen. Hierover zijn de gevoe lens verdeeld. De meerderheid verklaart zich er voor. Een desbetreffend advies zal aan de Synode worden overgelegd. SAMENVOEGING VAN GEMEENTEN De kerkvoogdij te Benningbroek en die te Sijbekarspel hebben den aan slag van den raad van beheer voldaan. Beide gemeenten, die burgerlijk tot Sijbekarspel behooren, zullen worden gecombineerd en er zal één predikant worden beroepen, aan wien de keuze van pastorie zal worden overgelaten. LANDDAG VRIJE EVANG. GEM. De Vrije Evangelische gemeenten van Dordrecht, Den Haag en Rotter dam houden op Hemelvaartsdag in Zomerlust bij de Oude Plantage te Rotterdam een landdag. WEDUWEN- EN WEEZENBEURS NED. HERV. KERK. Te Hoorn is een vergadering van de weduwen- en weezenbeurs der voor malige classis Hoorn gehouden. Tot praeses werd herbenoemd Ds. C. Th. Cramer von Baumkarteen. De beurs telt 8 binnen- en 44 buitenleden. De uitkeering van 290 kon worden be stendigd. Er zijn 10 weduwen, die uit keering ontvangen. Het kapitaal der beurs bedraagt 103.500, Ned. W. Sch. 2X pCt. GIFTEN EN LEGATEN. Tot herstel van den toren der Ned. Herv. Kerk te Amstelveen is een gift ingekomen van 1000. De Diaconie der Ned. Herv. Gem. te Delft ontving een legaat va: 1000. WIJZIGING HOOGER ONDERWIJS-WET. Doordat de Tweede Kamer gisteren een artikel in het wetsontwerp tot wijziging der Ilooger Onderwijswet, strekkende om aan de bezitters van het einddiploma der litterair-economische afdeeling van een H.B.S. met 5-j. c. (H.B.S. A) het recht te verzekeren om examen als Indoloog af te leggen, heeft verworpen, dreigen zij, die het onderwijs aan zulk een school zijn gaan volgen in de verwachting, dat recht te zullen erlangen, de dupe te worden. Teneinde dit- te voorkomen, overweegt de Regeering, naar gemeld wordt, een nieuwen maatregel, krachtens welken aan bovenbedoelde personen alsnog het recht wordt toegekend, de examens in de ver- eenigde faculteiten der rechtsgeleerdheid en der letteren en wijsbegeerte de studie van den Oost-Indischen Archipel af te leggen. VOORBEREIDEND HOOGER EN ALGEM VORMEND MIDDELBAAR ONDERWIJS. De besturen van het Genootschap van Leeraren aan' Nederlandsche Gymnasia en van de Vereeniging van Rectoren en Conrectoren in Nederland, hebben zich tot de Tweede Kamér gewend met een adres, betrekking hebbende op het wets ontwerp tot Regeling van het Voorberei dend Hooger en Algemeen Vormend On derwijs, ingezonden bij Koninklijke Bood schap van 16 Maart 1928. Adr. hebben zich bij de bestudeering van bedoeld Wetsontwerp in de eerste plaats de belangen voor oogen gesteld van de scholen, die speciaal onder de aandacht hunner vereenigingen vallen, d.w.z. van de Gymnasia en Lycea. Terwijl zij dankbaar erkennen, dat van de zijde zoowel der regeering, als van Uwe Kamer herhaaldelijk sympathie is betuigd voor deze scholen, die de klassieke opleiding in Nederland bij voortduur handhaven, meenen zij, dat bij aanneming ook van het onderhavige Wetsontwerp, de belan gen van deze opleiding aanzienlijk zouden worden geschaad. Het bovenstaande samenvattend mee nen Adr. te moeten wijzen op de 4 vol gende principieele bezwaren die het aan geboden wetsontwerp aankleven: 1. De regeling van te veel zaken bij Ko ninklijk Besluit. 2. De uniforme regeling der salarissen (art. 25). 3. De bezuiniging ten koste der kleine gymnasia (art. 314). 4. Het vervallen van art. G der H.O.-wet, dat de oprichting en instandhouding van een gymnasium verzekert in iedere ge meente, waar de bevolking twintigduizend zielen te boven gaat. Op grond van alle bezwaren, in dit adres geuit, zijn Adr. in zooverre zij op treden als vertegenwoordigers van bet genootschap van Leeraren aan Nederland sche Gymnasia, van meening, dat het wetsontwerp in den aangeboden vorm nauwelijks aanneembaar geacht kan wor den; zij steunen hierbij tevens op de uitspraak van de Buitengewone Algemee- ne Vergadering van bedoeld Genootschap, te Utrecht gehouden op 14 April j.l. Ten slotte merken Adr. op. dat indien het thans ingediende wetsontwerp niet tot wet zou worden verheven, de belangen van het Gymnasiaal onderwijs althans op een punt onmiddellijk voorziening eischen; een wijziging der tegenwoordige wet Ilooger Onderwijs is dan noodzake lijk, waardoor de Lycea een wettige ba sis zullen verkrijgen. HET OOSTEN TEGEN HET WESTEN. Boeddhistische zendelingen uit Thibet, Mongolië en andere Midden-Aziatische landen hebben zich volgens Duitsche bla den vereenigd tot propaganda van het Mahayana-boeddhisme in Rusland. Men verwacht dat deze vorm van Boeddhisme geschikter is voor de Russische psyche dan het Christendom, en de Sovjet-regee ring zou voornemens zijn, deze propa- T~ de oogen en gaf haar de hand. „Joa 'k ken oew wal", was al wat Marychie zei, „i binnen veuls te goewd!" „Och wief!" was 't antwoord, „nog lang zoo goed niet als 't liekt en ik wel wezen kon en moest. Ongelijk heb je niet. Maar 't is een arme tobber die zijn boer en den schoolmeester te vroeg ontloopen is. Als ik hem niet zoo wat help, komt hij op 't laatst aan de diakonie. En buitendien, dat alles daargelaten. In 't mengebak deugt hij ook niet. Zijn borst is te zwak, en 't kereltje kan heel weinig lijden. Tegen soortgelijke aanmerkingen was Marychie niet opgewassen. En daar ze ook wel wist dat Machiel op zulke punten zich zeiven gelijk bleef, en niet ligt terug trad, sprak ze geen enkel woord meer; maar schudde het hoofd en lachte hem van ter zijde toe. Zij meende het ook niet minder goed, dan liaar Machiel. Maar 't vlas stond zoo mooi. En welke boerin heeft hapr vlas niet graag binnen!Een dag later was alles ook in orde! 't Vlas was geplukt en voor 't meerendeel al ge reept, eer de zon ter kimme ging en Klaas had zijn rogge ook op de balken. Maar wat gebeurde? We winter was voorbij, en 't voorjaar begon. De eerste droefheid over den dood van Roelof was langzamerhand bedaard, en in stillen weemoed overgegaan. Alles was weer op den ouden voet gekomen, en Machiel maakte allerlei plannen voor RECLAME brengt haar pracht van KLEUREN Wij doen het ook, tegen goedkoope prijzen. K0REVflflRSTRflflT 1 ganda te bevorderen. In Leningrad zal een centrum gesticht worden, een soort van Boeddhistische universiteit. De vier afdeelingen daarvan zullen Indië, Afrika, Japan en Mongolië vertegenwoordigen. De kosten der oprichting zouden door de Sovjet-regeering worden betaald. BINNENLAND. H.M. DE KONINGIN-MOEDER. De Koningin-Moeder is gisterochtend met den trein van 9.54 van Den Haag naar Vlissingen vertrokken waar zij kor ten tijd zal doorbrengen alvorens haar zo merverblijf op Soestdijk te vestigen. H.M., die in een open auto naar het Hollandsche Spoorstation reed, werd op het perron uitgeleide gedaan door den burgemeester van Den Haag, mr. Patijn, en den gouverneur der residentie, gene- raal-majoor Insinger. De burgemeester was gekleed in ambts- costuum en generaal-majoor Insinger in groot tenue, met het oog op den kerk dienst en de begrafenis van den Argen- tijnschen Gezant, welke zij daarna gin gen bijwonen. De Koningin-Moeder is met den mail- trein van 12.40 te Vlissingen aangekomen. Zij onderhield zich op het perron harte lijk met den commissaris der Koningin in Zeeland en den burgemeester van Vlis singen en nam daarna plaats in den op het perron staanden hofauto. In het ho tel Britannia werd H.M. verwelkomd door den heer Waller, directeur van de maat schappij Zeeland. Daar zijn vertrekken op de eerste verdieping aan de zeezijde voor de hooge gast in gereedheid gebracht. DE HOOGE RAAD. De Tweede Kamer heeft gistermiddag op de voordracht aan de Koningin ter vervulling van de vacature-Segers in den Hoogen Raad geplaatst: 1. Mr. R. W. J. C. de Menthon Bake, raadshee' in het gerechtshof te Arnhem; 2. Prof. Mr. A. H. M. J. van Kan, hoog leeraar aan de Rechtshoogeschool te Ba tavia; en 3. Mr. J. A. J. van Asperen, rechter in de rechtbank te 's-Gravenhage. De voorgedragenen waren ook onder scheidenlijk no. 1, 2 en 3 op de lijst van de zes döor den Hoogen Raad zelf aan bevolen candidaten. BOUW VAN TWEE ONDERZEEBOOTEN. De bouw van de onderzeebooten O 13 en O 14, waarvoor de gelden op de begroo ting 1928 zijn aangevraagd, is opgedragen aan de maatschappij De Schelde te Vlis singen. DE FENOEMING VAN MEDISCH ADVISEUR DER R.V.B. Binnen' zeer korten tijd, zoo meldt Het Vaderland, is de benoeming te verwach ten van den heer V. Gravestein tot me disch adviseur der Rijksverzekeringsbank. De nieuwe adviseur is 61 jaar oud, stu deerde te Amsterdam en werd in 1893 arts. Hij ging als officier van gezondheid naar Indië; was in de mobilisatie nog korten tijd hier gemobiliseerd, werd als overste gepensionneerd en toen werk zaam gesteld als geneeskundige in de bu reaux van de medische afdeeling der bank. Na de invoering der Invaliditeits wet was hij in het bijzonder met het ge neeskundig deel van de uitvoering dier wet belast, en werd hij, toen in 1922 een afzonderlijke medische afdeeling voor de Invaliditeitswet aan de bank werd opge richt, benoemd tot controleerend geneea- kvndige en chef dier afdeeling. do toekomst. Hier moest dit, eu daar moest dat gezaaid; dit stuk zwaar en dat weer schraalder gemest worden. Die koe moest verruild, en deze maar in de wei gejaagd worden, om vet te mesten. De ploeg was weer voor den dag gehaald, en de eggen, waar hier en daar een tand uit was, in orde ge maakt. De zon seheen al weer langer en warmer, en van sneeuw en ijs was geen spoor meer te vinden. Er viel uog wel een vlokje of wat, en de Maartsche buien, maakten 't nog wel eens nattig en guur, maar daar kon men niet naar wachten en 't werk niet om uitstellen. De stiften van haar oorijzer had Fem me niet meer met zwart bekleed, en 't treurige rouwkleed, was van lieverleê wat anders geworden. 't Gelaat des aardrijks was weer helderder en 't gezicht onzer weduwe stond ook niet meer zoo strak en zoo droevig als vroeger. Och! ze had zoo veel schuld niet! Zij had hem zoo lang niet gehad, om nu nog over haar Roelof te treuren. En jong als ze was, pas vier-en-twintig, en vroolijk van aard en opgeruimde gezichten als zij hier en daar aantrof, waaronder menig boerenzoon, die er. niet onbehagelijk uitzagdat alles bij elkaar, oefende een eigenaardigen invloed op haar uit. (Wordt vervolgd). FEUILLETON. De boer van „De Bork" (Een Drentsch verhaal). 7) o Hoe graag zij mee geholpen had, en 'op 't land ook wel te gebruiken ware geweest, begreep Machiel, dat Femme er niet moest komen. Een jonge weeuw hoort daar niet, meende hij. 't Gaat er wel niet ruw en los toe; maar jongelui zijn vroolijk en dartel. En Femme zou allicht uen schijn op zich laden, dat zij haar Roelof heel makke lijk vergeten kon, en al weer uitzag naar een ander. Men moest zich zoo wel wachten voor den schijn, als voor de daad. En buitendien, zij had het niet noodig te doen. Er was wel een of ander arm meisie, dat haar werk zou kunnen verrichten. En oude moeder Marychie kon niet alleen blijven. Men wist niet wat er gebeuren kon. En of hij al niet maaide, Machiel was van den vroegen morgen tot den laten avond bezig, met aanharken en overal spreien, met losslaan of in op pers zetten. En was hij al zielsbedroefd om 't verlies van zijn zoon, in zijn werk op 't land, of als hij een voer hooi naar huis reed, ging hij dapper zijn gang en liet niemand merken, wat ti in zijn hoofd en hart wel omging. Daar het weer zoo gunstig was, als iemand kon wenschen, en de rogge hoog noodig van den stam moest, ging men dadelijk over tot den bouw. En toen 't laatste voer opgezet en door Machiel naar huis gereden werd, gaf hij zijn knecht te kennen, dat men overmorgen maar beginnen moest op de esch. Er was dan morgen tijds ge noeg om wel haken klaar te maken, en in orde te brengen wat er noo dig was. Zoo gezegd zoo gedaan! want tegen- sn.'aak was een woord dat op de Bork i.' - beke. 1 was, althans door nie mand ebruikt werd. Eén moet er haas zijn, meende Machiel; dat was genoeg! Voor 't overige mocht men wel teza men eens overleggen, maar daar mee ook uit. „Dat spandikselen en evenseeren. hoort er niet bij", zei hij tegen Jannes, een arbeider, dien hij voor de eerste maal gebruikte en de aanmerking maakte, dat het nog t"ds genoeg was. Dat brengt het hoofd maar op hol en de handen staan er gewoonlijk bij stil. 't Kwam Jannes wel wat vreemd voor, want de boer waarbij hij ge woond had, begon je sins nooit zoo vroeg"; maar aangezien Machiel hier baas was, en die boer op zijn gedoe, begreep Jannes maar te moeten zwij gen. Hij had op de Bork een zware daghuur en een goede pot. Daar 't land licht bij huis en 't weer in 't voordeel was, en men met een dubbelspan paarden kon rijden, was alles gauw bestuurd. „Hoor", zei Marychie, toen de rogge op de balken lag en 't overige dat niet in de schuur kon geborgen worden, in mijten op den akker 9tond, „ik dacht het vlas moest nu ook maar geplukt worden, dan krijgen Femme en ik toch ook wat te doen". „Dat vind ik goed ook", hernam Ma chiel. „Maar morgen nog niet; want buurman Klaas, in de keuterij, kan zijn rogge niet binnen krijgen. 'k Heb hem beloofd, dat wij hem morgen zullen helpen intrekken. Is dat ge daan dan kan 't vlas er uit". Dat meende Marychie had Klaas niet verdiend. De huur van 't vorige jaar was nog niet betaald. En toen Ma chiel hem gevraagd had, om in hooi en bouw te helpen, had hij laten weten dat hij 't niet wachten kon. Naar 't mengebak, om sponturf te maken, had hij ook niet willen gaan. En dat er weer bij, en dan hem nog gaan helpen en 't vlas laten staai,doa wee 'k nou nie Machiel! dat de'e 'k altwisse niet! beur!" En Machiel stopte zijn pijp, kreeg de tang, greep een kooltje van de haard, blies de asch er wat af en stak aan. terwijl hij zijn Marychie bedaard liet praten. En toen hij klaar was en de tang weer aan den koperen krlop had gehangen, keek hij haar vriendelijk in

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5