jitdtfE LEIDSCHE COURANI
Het dagboek van een Leerares
van
DINSDAG 1 MEI 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
MR. TH. HEEMSKERK.
40 jaar in de politiek.
Morgen herdenkt Mr. Th. Heems
kerk, Minister van Staat en lid van de
Tweede Kamer, den dag, waarop hij
voor 40 jaar werd gekózen tot lid der
Tweede Kamer en daarmede in de
practische politiek, waarin hij zulk 'n
groote rol spelen zou, zijn intrede deed
Mr. Heemskerk werd 20 Juli 1852 ge
boren en is een zoon van den beken
den staatsman Mr. J. Heemskerk Azn,
die eveneens in onze binnenlandsche
politiek een beteekenisvolle rol heeft
gespeeld.
Mr. Heemskerk studeerde aan de
Leidsche Universiteit, waar hij in 1876
promoveerde.
Opgevoed in een echt liberale sfeer
was ook de jonge Heemskerk een ver
dediger van het beginsel der Staats-
souvereiniteit. Reeds aan de Acade
mie trok deze begaafde student de
aandacht. Hij disputeerde in die da
gen met niemand anders dan met Du1.
A. Kuyper, en verdedigde eens tegen
hem de stelling, dat „de Calvinistische
beweging een gevaar voor den Neder-
landschen Staat" is te achten.
Maar Mr. Heemskerk zou korten
tijd daarna zelve komen tot de aan
vaarding van het Calvinistisch levens
beginselen zulks niet als gevolg van
gewijzigde politiek of staatsrechtelijk
inzicht, maar als logische consekwen-
tie van een verandering van gods
dienstige overtuiging. Toen zijn oog
werd geopend voor het universeel ka
rakter van Christus' verzoeningswerk,
zag hij, wat dit beteekent voor het
staatkundig leven en schaarde zich
met volle overtuiging achter het Anti-
Revolutionaire vaandel.
De eigenlijke politieke loopbaan van
Mr. Heemskerk ving aan in 1883, toen
het district Weesp hem afvaardigde
naar de Prov. Staten van Noord Hol
land.
Tot aan zijn optreden als Minister
in 1908. dus een kwarteeuw lang, be
hield Mr. Heemskerk zijn Statenzetel.
In de Staten van Noord Holland
heeft Mr. Heemskerk een hardnekki-
gen strijd gestreden voor de subsidi-
eering van de Chi*. Krankzinnigen-ge
stichten. welke worsteling met ge-
wenschten uitslag werd bekroond.
Na zijn promotie in 1876 vestigde
Mr. Heemskerk zich te Amsterdam,
waar hij tot 1901 de advocatuur uitoe
fende. Daar trad hij al spoedig op den
voorgrond en werd candidaat voor den
gemeenteraad, in welk college hij ech
ter pas in 1889 intrede deed. De libe
ralen hadden hem reeds lang den bij
naam van „de eeuwige candidaat" ge
geven, maar moesten eindelijk ontwa
ren, dat het in Nederland toch nog
wel mogelijk was, om in hun sterken
muur een bres te schieten.
Ook in den Raad weerde Mr. Heems
kerk zich en reeds in 1893 volgde een
benoeming tot wethouder, waarvoor
echter werd bedankt. Vooral tegen de
bordeelen bond Mr. Heemskerk in den
Raad den strijd aan. Niet alleen ver
wierp de raad zijn initiatief-voorstel
len, maar deze actie kostte hem ook
zijn raadszetel en in 1895 verdween
Mr. Heemskerk uit den Raad, om daar
in eerst weer in 1900 terug te keeren.
In 1901 volgde een nieuwe verkie
zing tot wethouder, die thans werd
aanvaard.
Als wethouder van Amsterdam heeft
Mr. Heemskerk veel en groot werk tot
stand mogen brengen. Wij noemen
slechts de gemeentelijke Electriciteits-
werken; de Uitbreiding der Duinwa
terleiding. de Bouwverordening, het
Werkb'edenreglement. enz.
In 1888 vaardigde het district Rid
derkerk Mr. Heemskerk af naar het
Binnenhof. In 1891 viel hij, om er in
1893 voor het district Harlingen weer
in terug te keeren. In 1894 nam Mr.
Heemskerk voor Sneek zitting in de
Kamer, om in 1897 weer te vallen,
dank zij de ééne 'stem die in 'IJlst te
weinig voor hem uit de bus kwam. In
1901 bracht Sliedrecht Dr. Kuyper's
y»——
FEUILLETON.
51) o—
Het werd zes uur vóór ik
weer aan het station was. Frederik
was buitengewoon beminnenswaardig
en voorkomend; van opdringerigheid
geen spoor, waarvoor ik hem van har
te dankbaar ben. Om 7 uur kwam ik
hier aan en nam mijn intrek in het
Domhotel, dat mij zeer goed beviel.
Het was mij heel zonderling te moede,
dat ik thans zoo vrij kon reizen, zon
der wien dan ook over mijn doen en
laten rekenschap schuldig te zijn.
30 December.
Keulen. Hedenmorgen heb ik op de
eerste plaats schriftelijk afscheid ge
nomen van Marie. Ik heb haar een
hartelijk briefje geschreven, haar in
het kort mijn plannen meegedeeld,
haar verzocht, niet boos op me te zijn,
omdat ik hare raadgevingen niet had
opgevolgd, en haar beloofd, later meer
van me te zullen laten hooren.
Tegen elf uur reed ik naar het kerk
hof: het was een treurige rit. Bij tus-
schenpoozen sneeuwde het. Spoedig
had ik het graf gevonden. Een een
voudig houten kruis met Elsje's naam,
geboorte- en overlijdensdatum ken
merkten het graf. Langen tijd stond ik
oude district hem wederom in de
Kamer, waar in Mr. Heemskerk zit
ting hield tot hij in 1908 als Minister
president optrad. De verwerping van
de oorlogsbegrooting van Minister
Rappard in dat jaar, bracht de ont
slagaanvrage v:..i liet kabinet-de Mees
ter en toen kwam Mr. Heemskerk aan
het roer.
Van 19081913 beheerde Mr. Heems
kerk in zijn kabinet de portefeuille
van Binnenlandsche Zaken. De Ka
merverkiezingen van laat -genoemd
jaar maakten e n eind aan zijn Minis
terieel leven.
Mr .Heemskerk werd daarop be
noemd tot lid van den Raad van Sta
te, welk hoog ambt hij tot 1918 be
kleedde.
In het kabinet-Ruys de Beeren-
brouck, dat in 1918 aan het bewind
kwam, werd Mr. Heemskerk de porte
feuille van Justitie toevertrouwd, wel
ke poretfeuille ook in hot 2e kabinet
Ruys in handen van Mr. Heemskerk
bleef.
In 1925 bracht de A.-R. partij den
grijzen staatsman weer in de Tweede
Kamer, waar hij nu voorzitter der
fractie is.
Mr. Heemskerk mag op een schit
terende loopbaan terugzien. Meerma
len ontving hij belangrijke Regeerings
opdrachten. Reeds in 1897 benoemde
de Regeering hem tot lid der staats
commissie tot bevordering der codifi
catie van het Internationaal Privaat
recht; in 1900 volgde zijn benoeming
tot Ned. gedelegeerde op de Haagsche
Conferentie voor het Intern. Privaat
recht en in 1904 die tot gedelegeerde
naar de Britsche Conferentie.
De Vrije Universiteit diende hij als
Curator.
In het parlementair debat is Mr.
Heemskerk vooral in zijn element.
Zijn rake zetten en humoristische
opmerkingen zijn er spreekwoordelijk
geworden. Altijd hoffelijk en parle
mentair versmaadt deze staatsman
de humor niet en doet hij zrn tegen
stander vaak zijns ondanks glim
lachen.
Nu nog, op zoo hoogen leeftijd,
neemt hij aan den Kamerarbeid een
levendig aandeel en "verbaast hij door
zijn vitaliteit vriend en vijand beide.
Hoezeer deze brillante persoonlijk
heid bij zijn geestverwanten is bemind,
heeft de in de jongste Paaschweek ge
houden jaarvergadering van den
Schoolraad voor de Scholen met den
Bijbel, waar Mr. Heemskerk als refe
rent optrad, en bij zijn verschijning
op het podium met een ovatie werd
begroet, wel zeer duidelijk bewezen.
Tot op hoogen leeftijd blijft Mr.
Heemskerk de scherpzinnige jurist
die aan Vorstenhuis en vaderland
zeer uitnemende diensten heeft bewe
zen. Wie het voorrecht had hem eens
te ontmoeten, wordt steeds weer ge
troffen door den ernst, die achter het
met humor gekruide woord schuil
gaat en wie wel eens onder zijn gehoor
zat, kon er altijd weer van getuige zijn
met wtlk een schroom Mr. Heemskerk
pleegt te spreken over de heilige din
gen.
Op het stuk der beginselen nimmer
iraj Mgeerend, heeft Mr. Heemskerk
zijn parlementaire rede van 1909
als Minister-president legde er getui
genis van af steeds gestreefd naar
een echt Christelijke staatkunde.
Inzonderheid onze A.-R. partij heeft
reden tot dankbaarheid, dat haar de
ze staatsman nog gelaten werd.
Nu de avond van zijn Ie* gevallen
is, rijst de bede tot den Vader der
Lichten, dat Hij Mr. Heemskerk bij
den .>ortduur tot zijn gewichtvöl
werk bekrachtigen mogel SCH.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen, naar AkkrumG.
J. van Ingen, te Augustinusga.
GEREF. KERKEN.
Beroepen, te Moordracht: D. P.
Kalkman, te Krimpen a. d. Lek.
Bedankt, voor Kaïnpen (vacature
wijlen J. J. Westerbeek van Eerten): J.
G. Feenstra, te Scheveningen.
BEVESTIGING, AFSCHEID, INTREDE.
Ds. D. Ringnalda Jr., gekomen
van Leimuiden, is Zondag door zijn
vader, Ds. Ringnalda van 's-Graven-
liage-Oost, in de Geref. Kerk te Mid-
in gedachten verzonken daarvoor en
liet alles, wat ik met haar beleefd had,
nogmaals aan mijn geest voorbijtrek
ken. Welk een verandering van om
standigheden! Wie onzer liad dezen
afloop vermeed? Onwillekeurig kwam
de gedachte in me op, waar ik wel
mijn laatste rustplaats vinden zou.
Wie zal 't zeggen? Daar het weer be
gon te sneeuwen, verliet ik het kerk
hof en reed terug. Toen ik den voet
over den drempel van het hotel zette,
wie stond daar eensklaps voor mij?
Mevrouw Dr. Bergen, niet kwaad! Die
ontbrak er nog maar aan. Zij atta
queerde me terstond met haar ge
woon alarm, zoodat ik haar, om geen
opzien te baren, mede naar mijne ka
mer nam. Daar begon de dans echter
voor goed, want tante had haar na
tuurlijk alles haarfijn verteld.
Ik was een ondankbaar schepsel,
tante had zooveel voor mij gedaan,
was eene tweede moeder voor mij ge
weest, had mij laten studeeren, geen
penning van mijn vermogen daarvoor
genomen, en nu beloonde ik haar al
dus. Dat was ongehoord; en daarbij
huwde ik nog dien Herbold, die mij
met zijn slechte boeken bedorven had.
Ik riep door mijn gedrag den toorn
van God over mij af. Of ik me dan
niet schaamde, zoo mijn geloof te ver
loochenen 1 enz. Ik liet die hagelbui op
me neer kletteren, zonder een woord
te zeggen. Daardoor werd zij nog boo-
delburg bevestigd met een predicatie
over Jacobus 1 21b en 22.
Na de bevestiging zong de gemeente
die in grooten getale opgekomen was,
haren nieuwen leeraar staande toe
Ps. 20 1.
Ds. H. Knoop van Gouda zal op 8
Juni afscheid nemen van de Geref.
Kerk aldaar cn op Woensdag 13 Juni
door Ds. R. Zijlstra te Delfshaven be
vestigd worden en op Donderdagavond
14 Juni intrede doen. Te Delfshaven
worden de diensten gehouden in de
Kerk aan de Tidemanstraat.
Ds. D. A. VAN HASELEN.
Ds. D. A. van Haselen. Ned. Herv.
predikant te Charlois, heeft, naar de
Stand, meldt, eervol emeritaat ge
vraagd tegen 1 Juli 1928. Ds. Van Ha
selen, die 43 dienstjaren heeft, stond
achtereenvolgens te Zoeterwoude,
Schipluiden, Alkmaar, Vlaardingen,
Valkenburg en Charlois.
AMBTSJUBILEUM
Ds. P. J. MOLENAAR.
Ds. P. J. Molenaar, predikant hij de
Ned. Herv. gemeente te 's-Gravenhage
heeft Zaterdag in de Willemskerk aan
de Nassaulaan te 's-Gravenhage een
gedachtenisrede gehouden in ver
band met zijn zilveren ambtsjubileum.
-Het ruime kerkgebouw was tot in
de uiterste hoeken gevuld. Ook de Ko-
niging-Moeder woon'e den dienst bij.
Onder de aanwezigen waren voorts
prof. dr. van Nes uit Leiden; zendings-
director Rauws uit Oegstgeest; de
oudsecretaris der Algemeene Synode
Ds. Knottenbelt en de Haagsche predi
kanten v. Gheel Gildemeester, Weiter,
te Winkel en van den Bosch.
Ds. Molenaar hield zijn preek naar
aanleiding van Handelingen 2024
slot: de dienst welke ik van den
Heere Jezus ontvangen heb om te be
tuigen heit Evangelie der genade
Gods".
De gemeente zong aan het oinde der
godsdienstoefening den beminden pre
dikant een zegenbede toe.
PROF. DR. J. A. CRAMER.
Sinds enkele dagen is er in den ge
zondheidstoestand van prof. dr. J. A.
Cramer te Utrecht, die de vorige
maand een operatie in het Diacones-
senhuis aldaar onderging, een wen
ding ten gunste is ingetreden. De
hoogleeraar voelt zich thans aanmer
kelijk beter, zoodat gegTonde hoop op
spoedig herstel bestaat.
NED. HERV. GEM. TE IJMUIDEN.
Het bestuur der Ned. Herv. Gem. te
IJmuiden heeft besloten, aan elk lid,
dat zich aldaar komt vestigen, een
kaart te zenden met opgave van adres
sen van predikanten, kerkeraadsleden,
vereenigingen enz. Eenige dagen later
gaan leden van een daartoe in het le
ven geroepen commissie eens met de
nieuwe ingezetenen kennismaken om
op die manier het verband met do
kerk te hernieuwen.
CHR. GEREF. KERi TE HAARLEM.
Te Haarlem heeft zich de Cur. Geref.
Gemeente gesplitst in twee gemeen
ten: een voor Haarlem-Groot en een
voor Haarlem-Noord.
Sinds voor eenige jaren het kerkge
bouw in de Floresstraat (Haarlem-
Noord) werd gesticht bestaat er voor.
de 2e predikantsplaats een vacature.
Niet minder dan 13 beroepen heeft
men uitgebracht, alle echter tever
geefs. Haarlem-Noord kan nu voort
aan afzonderlijk beroepen. Ds. W. Bij-
leveld, de eenige predikant, zal mor
gen in een godsdienstoefening af
scheid nemen als predikant van Haar
lem-Noord.
PROMOTIE VAN BUITENLANDERS
TE UTRECHT.
Aan de universiteit te Utrecht zijn
gisteren twee buitenlanders bevor
derd tot doctor in de wis- en natuur
kunde.
De heer V. Khainoviscky is een ge
boren Rus en heeft tot 1915 aan de
universiteit te St. Petersburg gestu
deerd. In 1918 werd hij verbonden
aan het suikerproefstation te Pasoe-
rocan (Java) en hij heeft nu twee
maanden gewerkt onder leiding van
prof. N. Schoorl.
De heer O. Shinoda, verbonden aan
de universiteit te Kyoto (Japan), heeft
ter verdere bekwaming in de zoölogie
zer, beteugelde zich intusschen echter
een beetje en herinnerde aan het droe
ve lot van het arme Elsje. Deze had
eerst haar geloof verloren, dan hare
eer en zich daarna van het leven be
roofd. Zonder God was de mensch
verloren en had hij niet de kracht, om
in het ongeluk staande te blijven. Het
ongeluk zou ook bij mij niet uitblij
ven: ik zou eerst verstandig worden,
als het water over mijn hoofd samen-
sloeg. Dan was het echter te laat. Mijn
tante wera door mijn afval van het ge
loof naar het graf gebracht.
Op dit oogenblik werd er op de ka
merdeur geklopt; ik riep werktuige
lijk „binnen!"' De deur ging open en
Frederik stond vpor ons. We stonden
alle drie eenige oogenblikken sprake
loos. Dan reikte hij me de hand, na
voor mevrouw Bergen een hoffelijke
buiging gemaakt te hebben ,en zeide:
„Verontschuldig me, lieve Rosa, dat
ik zoo onaangediend verschijn. Wijl ik
bij mezelve dacht, dat ge vandaag nog
hier waart, kon ik me het genoegen
niet ontzeggen, nog een paar uurtjes
in je gezelschap door te brengen. Ik
nam daarom kort en goed het besluit
cn kwam hierhieen. Ik zie echter, je
liebt bezoek: als ik je stoor, trek ik me
nog een oogenblik terug. Mag ik je
verzoeken, mij aan deze dame voor te
stellen
Zijn gedrag had iets zoo innemends,
cn naar ik met innerlijk genoegen
en biochemie nu VA jaar gewerkt bij
prof. H. J. Jordan te Utrecht en onder
diens leiding zich toegelegd op verge
lijkende phyisiologie van de enzymen.
In dien tijd heeft hij ook nog een poos
je gewerkt bij prof. Waldschmidt
Leitz, hoogleeraar in de organische
chemie te Munchen en aan het biolo
gische station te Napels. Hij keert nu
naar Japan etrug.
De werkzaamheden te Utrecht van
dr. Shinoda geschiedden met steun
van de Rockefeller foundation.
EVANGELISCHE ALLIANTIE.
De jaarlijksche conferentie van de
afd. Nederland der Evangelische Al
liantie zal te Zeist worden gehouden,
op 1820 Juni in de kerk der Evang.
Broedergemeente. Sprekers: Ds. J. A.
van Selms uit Nijmegen: Ds. P. G. de
Vrij Mestdagh uit Rotterdam; Ds. B.
Alkema uit Soest; Ds. P. B. Möller uit
Nijverdal en Ds. R. E. van Arkel uit
Utrecht.
MGR. CALLIER. f
Het stoffelijk overschot van mgr.
Callier zal worden ter aarde besteld op
de R.-K. begraafplaat* te Overveen,
Donderdag om 12H uur. Woensdag
avond zal het lijk naar de kathedraal
St. Bavo te Haarlem worde.- overge
bracht.
De plechtige Requiem Mis zal Don
derdag as. opgedragen worden door
mgr. H. v. d. Wetering, aartsbisschop
van Utrecht. De andere bisschoppen
en kerkelijke autoriteiten zullen bij
de/en dienst tegenwoordig zijn.
De heer C. Maarschalk, burgemees
ter van Haarlem, heeft gistermorgen
een bezoek van rouwbeklag afgelegd.
De Commissaris der Koningin in
Noord-Holland, jhr. mr. dr. A. Roëll,
heeft een schrijven gezonden.
Gisteren en heden bestond er voor R.-
K. vereenigingen gelegenheid langs
het stoffelijk overschot van den over
ledene te defileeren.
Uit Haarlem wordt gemeld, dat als
plaatsvervangend bisschop van Haar
lem is benoemd mgr. V. J. M. Taskin,
president van het groot seminarie te
Warmond.
GIFTEN EN LEGATEN.
Wijlen mej. A.E. Hempenius, wed.
van H. A. Runia, te Workum, heeft
aan de Geref. Kerk te Bolsward een
legaat van 500 besproken.
Gemeenteraad Leiden.
(Slot.)
De Voorzitter meent dat de re
dactie er niet beter op wordt met de
toevoeging.
De heer Bosman (V.B.) wijst er op
dat de bedoeling alleen is willekeur te
voorkomen.
De heer Parmentier (A.-R.)
meent, dat de toevoeging tot groote
moeilijkheden zal leiden omdat dan
ae interpretatie moeilijker wordt.
De heer Goslinga vraagt een
Hollandsch. woord voor „passage" en
dient daaromtrent een schriftelijk
voorstel in.
Het voorstel Bosman wordt verwor
pen met 23 tegen 6 stemmen.
Het voorstel-Goslinga wordt aange
houden tot de generale herziening.
De verordening wordt daarna vast
gesteld.
11. Praeadvies op het verzoek van
H. Kors e.a., om wijziging van de ver
ordening op het Rijden, in dien zin
aat het rijde» op de Lange Mare (Oost
zijde) met vrachtauto's in één richting
is geoorloofd.
De heer Spendel (R.-K.) wil
trachten over deze zaak een on-gek
oordeel uit te spreken. Spr. stond ver
baasd over dit prae-advies. De breedte
is onjuist gemeten. Het geheel is op
gebouwd op onjuiste gegevens. De
overzijde mag door alle verkeer ge
bruikt worden. Het gevolg is, dat de
wagens, die moeten omkeeren in de
Mare terecht komen. Zakenmenschen
kunnen hun artikelen niet thuis krij
gen per as. Iemand, die daar woont,
kan niet per auto thuis komen. Spr.
wijst voorts nog op enkele verkeers-
belemmeringen elders, die lang niet
zoo ernstig zijn en waartegen men wel
opkwam. Spr. meent, dat rijden in één
richting met beperkte snelheid toe
laatbaar is.
Spr. pleit voor alles voor dempen
waarnam, maakte zijn rijzige, manne
lijke gestalte geen ongunstigen indruk
op mevrouw Bergen. En deze was te
zeer vrouw van de wereld, dan dat zij
hier de gewone vormen van welle
vendheid niet in acht zou hebben ge
nomen.
„Ik heb zeker de eer, den heer stu
dent Herbold vóór me te zien", begon
zij, voor mij het woord nemend. „Mijn
naam is Bergen-'.
Mevrouw gezondheidsraad Dr. Ber
gen" viel ik haar verbeterend in de
rede, „een vriending mijner tante, die
mij van mijne kindsheid af gekend
beeft en die ik hier toevallig in het
Domhotel ontmoet heb".
Frederik maakte andermaal een bui
ging en zeide verplichtend:
„Het is me zeer aangenaam, me
vrouw, mét u kennis te maken. Mijne
verloofde was zeker blij verrast, u zoo
onverwacht te treffen".
Bij die woorden trok 't eigenaardig
om haar mond; zij antwoordde:
„Dat betwijfel ik, mijnheer Herbold,
want, duid me mijne vrijheid niet
euvel, wij, Rijnlanders, zijn gewoon,
ronduit ons gevoelen te zeggen ik
was juist bezig. Roosje een zeer ern
stig vrwijt te maken over den stap,
welken zij op het punt staat te doen".
„Waarom dan, als ik u verzoeken
mag?" zeide Frederik. zonder de min
ste opwinding; gunt u mij mijne ver-
'oofde niet?
van de Mare. Dat zou het allerbeste
zijn.
De heer G r o e n e v e 1 d <S. D.) on
dersteunt het betoog van den heer
Spendel. Spr. vindt het vreemd, dat
op motor-rijwielen wel mag worden
gereden. De snelheid is grooter ge
vaar dan de soort tractie.
Aangehaald wordt een regeling van
het jaar 1908, maar toen reden hier
nog geen vrachtauto's; nu is het ver
keer geheel anders dan toen. Doel
moet niet zijn verkeer opheffen of
stopzetten, maar regelen. Wij moeten
hebben een snelheidsbepaling en om
trent breedte, hoogte, zwaarte, enz.
De heer Spendel dient een schrif
telijk voorstel in.
De heer Parmentier (A. R.) zal
voor het voorstel Spendel stemmen,
omdat nu het autoverkeer, dat nood
zakelijk is, onmogelijk Is.
De heer M a n d e r s (R. K.) steunt
eveneens het voorstel Spendel.
De heer Heemskerk (R. K.) geeft
hij aanneming van het voorstel Spen
del in overweging dat de Comm. dan
ook de regeling aan de Westzijde ter
hand zal nemen.
De heer S c h u 11 e r (S. D.) vraagt
prae-advies van B. en W. om ook te
gelijkertijd advies uit te brengen over
demping van de Mare.
De heer Bergers (R. K.) vraagt bij
aanneming van het voorstel Spendel,
reeds nu toestemming om te rijden
toe te staan.
De Voorzitter verdedigt het
voorstel van B. en W. Het verkeer is
sinds 1908 en daarvoor dient dat
jaartal sterk toegenomen. Van de
zijde Haarlemmerstraat is een gevaar
lijke afrit. Er zijn meer stegen in de
stad: Diefsteek, Pieterskerkkoorsteeg,
waar ook geen auto komen kan.
Voor noodzakelijke gevallen kan
men dispensatie bij B. en W. vragen.
Een wagen met motorische kracht
is van grootere snelheid. Daarenboven
is de afmeting van auto's soms groo
ter dan van wagens met paardentrac-
tie.
Demping van de Mare zou voor het
verkeer de oplossing brengen, maar
daar spreken andere motieven.
De Comm. heeft intusschen geen be
zwaar tegen aanhouden.
De heer Van Rosmalen, (C. H.)
wijst er op, dat Woensdag en Zaterdag
beurtschippers in de Mare laden en
lossen, dan is het regelen van het ver
keer al heel moeilijk.
De heer G r o e n e v e 1 d (S. D.) wijst
er nog op, dat het noodzakelijk is,
zich aan te passen aan het gewijzigde
verkeer.
De Comm. neemt het voorstel over
en wordt het voorstel dus afgevoerd.
Het adres is daarmede afgedaan.
12. Verordening tot wijziging van de
verordening van 10 Juli 1913 (Gem.-
Blad No. 21), op de Winkelsluiting.
De heer Heemskerk (R. K.) kan
zich vereenigen met de strekking,
maar meent dat er verschil is in de
uiterste grens, die gesteld wordt voor
den Zondag. Spr. vraagt of degenen,
die deze artikelen, limonade, enz. als
bijartikelen verkoopen, ook hieronder
vallen. Spr. acht de bepaling van de
melkverordening beter, omdat die
scherper stelt.
De heer V a n E c k (S. D.) merkt op,
dat op het laatst een adres is ingeko
men van limonadehandelaren, om de
ze zaak met spoed af te doen, n.l. voor
den aanvang van het zomerseizoen.
Spr. steunt dat verzoek en wil spoed-
afhandeling, omdat belanghebbenden
het wenschen.
De heer Van der R e ij d e n (C. H.)
steunt dit vooorstel van Eek en
spreekt namens belanghebende han
delaren.
De Voorzitter meent, dat de
redactie „limonadehandelaren" volle
dig dekt ook verkoop van limonade
als bijartikel. Na raadpleging van en
kele juristen meent spr. dat het in elk
geval er op te wagen is.
Tegen spoedafkondiging heeft spr.
het bezwaar, dat Ged. Staten uitge
schakeld worden. Hier is geen lacune.
Alle belanghebbenden zijn er voor,
welnu, men kan zonder wetelijke re
geling de verordening reeds toepas
sen. In elk geval kan men wel 14 da
gen met de sanctie wachten.
De heer Heemskerk (R. K.)
meent, dat de kleine winkeltjes niet
als limonadehandelaren kunnen aan
gemerkt worden. Spr.'s vrees is in elk
geval niet weggenomen.
De V oorzitter meent, dat ook
„Dat is eene vraag op zichzelf, mijn
heer Herbold, waarin ik geen aanlei-
ling heb mij te mengen. Wat ik echter
ten hoogste afkeuren moet, is, dat
Roosje haar geloof, waarin zij gedoopt
en opgevoed is, ontrouw wil worden.
Dat is een zware zonde, welke haar in
het verderf storten moet".
„Maar allerbeste mevrouw, wie zegt
dan, dat mijne verloofde haar geloof
ontrouw moet worden? Wees u er van
verzekerd, dat ik haar in dit opzicht
niet het minste in den weg leggen zal.
Ik zal haar steeds de grootste vrij
heid laten".
„Zool" antwoordde zij opgewonden;
„maar zij wil toch katholiek worden,
zich katholiek laten trouwen en in
katholieke kinderopvoeding toestem
men, en dat kan en mag zij niet, zon
der haar geloof te verloochenen".
„Maar mevrouw, dat zijn toch alles
slechts uiterlijkheden, welke we met
het oog op mijn ouden vader afge
sproken hebben; wat hebben die dan
met de innerlijke geloofsovertuiging
uit te staan? Ik geef u nogmaals de
verzekering, dat ik mijn verloofde de
grootste vrijheid zal laten. Zij kan
naar elke kerk gaan, welke haar be
valt; ik zal haar op geen enkele wijze
hinderen. Ik verzoek u, ook aan de
tante mijner verloofde die verzeke
ring te geven en haar te zeggen, dat ik
ine gelukkig zou achten, als zij ons de
eer van haar bezoek wilde schenken".