CHRISTELIJK DAC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN 9de JAARGANG VRIJDAG 13 APRIL 1928 NUMMER 2409 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Postbox 20 Postgiro 58936 Telefoonnummer 2778 Aangesloten op het Streeknet Lisse ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaalf 2.50 Per week i 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. V Rechtsche samenwerking. Het is een verheugend feit, dat on der de rechterpartijen die tevoren de Coalitie vormden meer en meer het besef levendig wordt dat het opnieuw tot een samenwerking moet komen. De openingsrede van Mr. Schokking op de jaarvergadering der Chr.. Hist. Unie was daar bij vernieuwing het be wijs voor. Wij verheugen er ons over. dat de heer Schokking tot deze conclusie kwam, niet op een of andere utiliteits overweging maar omdat het beginsel daartoe dringt, en omdat de handha ving van het parlementaire stelsel daartoe noopt. Spr. ziet zoo lezen wij in een ver slag in de talrijke aanwezigen groo- te belangstelling in de Unie, en meent dat de algemeene klacht omtrent on verschilligheid in de politiek voor de Chr. Historischen althans niet opgaat. Wie acht geeft op verschillende stroomingen als gevolg van bepaalde strevingen en eenigszins kennis neemt van hetgeen op staatsrechtelijk gebied gepubliceerd wordt, kan zich ging spr. voort niet onttrekken aan den indruk, dat het bestaan van den Staat zelf als het georganiseerde volksleven, om het zoo eenvoudig mo gelijk uit te drukken, in geding komt. Het is niet enkel meer een strijd over het eigenlijk wezen van den Staat, over de meest juiste bepaling van zijn rechtskarakter en over een dienovereenkomstige inrichting; neen, het gaat thans ook over het al of niet voortbestaan van den Staat. De Staat zelf wordt bedreigd. Op deze stelling moest vanzelf vol gen, die andere dat gezocht moet wor den naar een oplossing. De heer Schokking vulde daarbij niet zien naar het verleden, maar naar de toe komst. Bovendien, zoo liet de Unie-Voorzit ter zich hooren, het gaat niet om het verleden, maar om de toekomst; be paaldelijk om de toekomstige ontwik keling van ons staatkundig leven. Wanneer we die nu zien in het licht van hetgeen ik zoo even heb voorop geplaatst, dan kan het niet anders, of de tegenwoordige toestand moet onge- wenscht worden genoemd. In hoeverre tusschen een intermez zo- en een extra-parlementair nog an der verschil bestaat dan dat aan het eerste het karakter van korter duur is opgedrukt, schijnt moeilijk te ontdek ken. Maar in dit geval kan het inter mezzo-kabinet eigenlijk niet meer als zoodanig gelden en is het een extra parlementair geworden. En heeft het als intermezzo-kabinet, d.i.- dan als Ministerie van korten duur, zijn be kend standpunt ingenomeh, om geen onderwerpen aan te raken, waarmee een beginsel gemoeid was. dat schei ding tusschen de verschillende par tijen bracht, welk standpunt juist aanstonds van christelijk- historische zijde is aangevochten, de feiten heb ben de onhoudbaarheid daarvan be wezen. Maar ook hebben de feiten de zwak heid van een extra-parlementair ka binet bewezen, dat niet zooals b.v. het kabinet-Cort van der Linden zijn steun en in zeker opzicht ook recht vaardiging vond in van buiten komen de omstandigheden, in den nood van den tijd. En dit spreekt te sterker, omdat aan de leden, waaruit het is samengesteld, bekwaamheid niet kan worden ontzegd. Veeleer is het tegen deel het geval en zou zeker ook een parlementair kabinet, wat dit aan gaat. hun gaarne een plaats inrruimen Neen, de zwakheid ligt in gemis aan een band tusschen het kabinet en een partij of groepeering van partijen, die meer of minder scherp uitgesproken politieke gedachte vertegenwoordigen. De regelmatige functionneering van het parlementaire stelsel, zooals zich dat ook ten onzent in de constitutio neel monarchie ontwikkeld heeft, wordt er door belemmerd, tot schade van het gezag van de regeering en dat van de volksvertegenwoordiging beide. Waar zoo principieel de noodzake lijkheid van een gezonde parlementai re toestand wordt gezien kan niet uit blijven het verlangen om weer met anderen, die parlementaire samenwer king te verkrijgen die de vorming van een op die samenwerking steunend Ministerie mogelijk maakt. Met betrekking tot dit punt, zoo zei- de de heer Schokkirug, sprak ik een vorig jaar reeds uit, dat de Christelijk Historischen zich evenmin als vroeger aan de verantwoordelijkheid voor deelneming aan den steun van een zoodanig te vormen kabinet zouden onttrekken, wanneer op hen een be roep werd gedaan. Na uitvoerig te hebben nagegaan welke punten hierbij tot verschil van gevoelen kunnen leiden, vooral tegen over de Roomschen, eindigt de heer Schokking zijn betoog rnet de opmer king, dat .lij opzettelijk wat breed op het tot stand komen van een parle mentaire meerderheid, waarbij de Christelijk-Historischen betrokken zou den kunnen worden, is ingegaan. Voor wie de politiek maar één aspect heeft, zoo vervolgde hij, en die niet anders begeert dan een onmiddellijk ant woord op de vraag: al of niet herstel van samenwerking van de vroegere rechtsche partijen, zal dit geen volle bevrediging gegeven hebben. Wien het echter om waarheid in de politieke verhoudingen te doen is, die de feiten wil zien, zooals ze zijn, zal begrijpen, dat voor het oogenbLk slechts richting aan het vinden van dat antwoord kan gegeven worden. Hierin is geen zwakheid maar kracht, die aan het antwoord, dat op zijn tijd gegeven moet worden, slechts ten goede zal komen. Dit laatste op eén voorwaarde: deze, clat van ons politiek streven en daar door gerichte werkzaamheid vreemd blijve, wat den toets van het christe lijk beginsel niet zou kunnen door staan. Hier is duidelijke principieel e taal gesproken waarop overleg mogelijk is. Dat is veel gewonnen. STADSNIEUWS. A.-H. KIESVEREENIGING. Wij herinneren onze lezers nog aan de vergadering der Kiesvereeni- ging. welke hedenavond in „Prediker" gehouden wordt. Deze vergadering is in meer dan één opzicht belangrijk, zooals gister avond per ingezonden stuk door het bestuur is medegedeeld. Toonen onze mannen en vrouwen, door hedenavond aanwezig te zijn hunne belangstelling voor het politie ke leven onzer partij. DE BIOSCOPEN EN DE ZONDAGS VIERING TE LEIDEN. Gelijk we reeds meldden is tegen de Bioscoophouders alhier door de Politie proces-verbaal opgemaakt we gens het op den lsten Paaschdag hou den van voorstellingen, in strijd met de hun door B. en W. verleende ver gunning, waarin nadrukkelijk is be paald, dat op den lsten Paaschdag, den lsten Pinksterdag en den lsten Kerstdag geen Bioscoopvoorstellingen mogen gegeven worden. Behalve dat de politie tegen de Bioscoophouders proces-verbaal heeft opgemaakt, was het in haar macht geweest, het geven der voorstellingen j.l. Zondag te verhinderen, zoo noodig door ontruiming van de zaal. Dit laatste deed zij jammer ge noeg niet. Zij bepaalde zich alleen tot het opmaken van een proces-ver baal wegens overtreding der vergun ning, maar liet intusschen de voor stelling ongehinderd voortgaan. Gelijk we Dinsdag reeds meedeel den, trachten de Bioscoophouders hun optreden te argumenteeren door het feit, dat de nieuwe Bioscoopwet, wel ke de vorige maand in werking trad, de bestaande gemeentelijke vergun ning om op Zondagavond, na 8 uur, voorstellingen te mogen geven, met uitzondering van de drie hierboven genoemde dagen, heeft te niet gedaan en dus niet meer van kracht is. De rechter zal in dezen een uit spraak moeten doen, doch wij twijfe len er niet aan of deze uitspraak zal de Bioscoophouders in het ongelijk stellen. Wel is waar, dat bij de invoering der nieuwe Bioscoopwet de vroegere gemeentelijke verordening is buiten werking gesteld, maar ook volgens de nieuwe wet, mogen op Zondag geen Bioscoopvoorstellingen worden gege ven dan met toestemming van B. en W. En deze nieuwe vergunning heb ben B. en W. nog niet verstrekt. Gelijk bekend, hebben de Bioscoop houders te Leiden zich met een ver zoek tot B. en W. gewend om niet al leen des Zondagavonds na 8 uur, ge lijk tot dusver het geval was, hun voorstellingen te geven maar dit reeds des Zondagsmiddags na 2 u. te mogen doen, zoogenaamd loor het geven van Kinder-matiné's. B. en W. hebben op dit verzoek evenwel nog niet beslist. Mocht door B. en W. het verzoek der Bioscoophouders worden inge willigd, dan zal het spoedig in onze stad met de rustige Zondagsviering ge daan zijn. Natuurlijk zullen dan de verschil lende houders van café's etc., een ver zoek richten tot B. en W. tot het geven van muziek- of zangvergunning en andere vermakelijkheden. En het zal B. en W. dan moeilijk vallen dit laatste te weigeren als het eerste wordt toegelaten. Wij hopen dat ons christenvolk bij deze zaak ïjiet stil zal zitten, maar zal ijveren voor eerbiediging van den dc.j des Heeren. Het verdient aanbeveling dat B. en W. weten, dat het overgroote deel on zer stad van dergelijke publieke ver makelijkheden op den Zondag niet ge diend is. Daartegen den strijd aan te binden is christenplicht. Wij vernemen dat de Raad der Geref. Kerk alhier, zich dienaangaan de met een adres zal wenden tot het college van B. en W. Wij betuigen als christelijk dagblad gaarne onze adhaesie aan dit adres en wekken andere organisaties op, dit ook te doen. DE VEREENIGDE ZANGERS. In April van het vorige jaar gaf het Mannenkoor „De Vereenigde Zangers" zijn eerste uitvoering. Gisteravond verscheen het voor de tweede maal op het podium. We wil len alvast beginnen met de algemeene opmerking, dat er blijkbaar met ijver en toewijding en daardoor met succes is gestudeerd. De directeur heeft het voor een groot deel zeer goede materi aal geschoold in eenheid van samen zang. Het timbre der bassen en bari tons is heel mooi; ook het timbre der tenoren is beter geworden. Slechts wenschen we de eerste tenoren nog wat meer glans toe. Begonnen werd met „Domine sal- vam fac", van Philip Loots. Het be gin was niet gelukkig, doordat de hr Pilage onmiddellijk rnoest aftikken en opnieuw den toon aangaf. Wel licht was het publiek, dat derf heelen avond een lichtelijke neiging had om wat rumoerig te doen, hiervan de oor zaak. In dit eerste nummer bemerkten we, dat het koor een krachtig klank volume kan ontwikkelen, dat ondanks zijn sterkte toch wat dof en omfloerst klinkt. In de pianissimo-passages is de klank-afronding en de helderheid beter verzorgd. „Beati Mortui", van Mendelssohn was o.i. beter dan het eerste nummer en het cresencdo kwam ook nobeler en beheerschter tot zijn recht. De uit spraak en de klankvorming schijnt ons nog wat droog, de innerlijke klank gloed ontbreekt nog, al is dat veel be ter dan het vorige jaar. Bij voortge zette studie zal de heer Pilage zonder twijfel ook bereiken, dat er in grootere werken doorleefder gezongen wordt. Evenals het vorige jaar hoorden we ditmaal „Vides ut alta", een ode van Horatius, door Philip Loots, lang niet gemakkelijk, maar zeer illustratief getoonzet. De partijen zaten er uitste kend in, nuances werden naar den eisch aangebracht en toch meenen we, dat dit werk in wezen nog boven do krachten van het koor ligt. Het klonk ons niet innerlijk doorleefd genoeg en de directeur moest herhaaldelijk door sissen de al te groote geestdrift der zangers beteugelen. Er zijn nog heeren bij, die bij sommige nummers eens hun best moesten doen, om niet hun best te doen, zich moeten inspannen, om zich n i e tin te spannen, die er geen eigen intenties op na moeten houden, maar zich absoluut moeten onderwerpen aan de intenties van den directeur. Deze alleen weet en voelt hoe het moet, niet de heeren! We hoorden verder het vooral aan het slot zoo pathetische „De Rots in zee", van Richard Hol. En daarna kre gen we de eigenlijke glansnummers van het koor: „Haal dan op!" 'n mooi oud-Russisch lied der Wolga-sleepers, zeer mooi pianissimo ingezet met fijne nuanceering uitgewerkt. Voor de uit voering van dit nummer hebben we onverdeelde waardeering. Evenzoo genoot „In 't bosch", van Verhulst een goede, gave en alleszins prijzenswaardige vertolking en ten slotte nog een met veel voordracht ge zongen uitvoering van Zanders „Wat ik heb". Dergelijke composities heeft het koor volkomen in zijn macht en o.i. zou men zich langzaam van dit genre op moeten werken tot moeilij ker stukken. Dat alles neemt niet weg. dat men met recht tevreden mag zijn over de ten beste gegeven prestaties. Bij voortgezette studie met dezelfde toewijding zal het Mannenkoor „De Vereenigde Zangers" zonder twijfel aantoonen, dat Leiden blij mag zijn met deze vereeniging. Deze uitvoering kreeg bijzonderen glans doordat Mevr. Jo van Yzer Vin cent tweemaal ter afwisseling een viertal liederen zong. Met haar rein en stralend geluid, vol poëtische charmt, zong zij „Per ta gloria", van Buonon- cini, klaar en frisch als een lentemor gen vol parelend licht. Meer gedragen en nog moeier klonk „Come raggio di sol", van Caldera, waarbij de zangmelodie zich zoo prach tig welft over de begeleiding, 't Ging steeds crescendo. Handel s „Care selve" gaf Mevr. Van Yzer gelegenheid met groote verinni ging en ontroerend mooi het statig melodieuze van Handel's orgelziel te vertolken. En daarna volgde een lich te, frissche voordracht van een her derslied van Pergolese. De tweede groep, welke de zangeres voordroeg, bestond uit drie liederen van Schubert en twee van Hugo Wolf. Scheen vooral Handel's lied geheei voor deze klare, reine stem geschreven niet minder innig vertolkte zij Schu bert's „Du bist die Ruh", waarbij te vens heel bijzonder opviel de teere en ingehouden begeleiding. Ook „Der Jungling an der Quelle" was een ge voelige demonstratie van innigheid en klankverheerlijking, terwijl „Die Fo- relle" tot ons kwam in een zonnig en geestig rhythmenspel. Wolf's „Verborgenheid" is een lied van heimwee en „Gesang Weyla's" is breed en grootsch gedacht. Alles werd even voortreffelijk vertolkt, terwijl Mej. M. Verwer met smaak en intuïtie begeleidde. De beide dames ontvingen een welverdiende bloemenhulde. Voor alle uitvoerenden veel applaus. De zaal was tamelijk bezet. VEREEN. NEDERLANDSCH FABRIKAAT In den foyer der Stadsgehoorzaal werd gisteravond door de afd. Leiden van de Vereeniging Nederlandsche Fabrikaat een filmavond gegeven die buitengewoon goed bezocht was. De afdelingsvoorzitter, de heer H. Pel, wees er in 'n inleidend woord op, dat uit de belangstelling, die het winterprogram- ma gehad heeft, geconcludeerd mag wor den, dat de afdeeling reden van bestaan heeft. Spr. gaf hierna het woord aan den heer J. C. Mollema, oud-hoofd-administrateur van de Billiton-Maatschappij. Alvorens tot vertooning van de film over te gaan deelde spr. in groote trek ken een en ander mede over het werk dezer mijnbouw-onderneming. Spr. begon, zooals te doen gebruikelijk is, met een stukje aardrijkskunde over .de ligging van Billiton. De kusten van Billi- ton zijn eentonig: langs de Westkust een smalle, hier en daar onderbroken strook zandgrond; aan de Oostkust een breede zandvlakte met een van krokodillen we- melend moeras; h-rt overige deel der kust, behalve dat van de Westelijke helft der Zuidkust, waar een smalle strook zand grond wordt gevonden, bestaat uit afzet tingen van bakoe (zee- en moerasmodder) met nog hier en daar moerassen, waar van het grootste (122 K.M.S) in het Zuid- Oosten is gelegen. De bevolking wordt onderscheiden in twee rassen, in Orang Dart en Orang Laoet, zeemenschen, nakomelingen van zeeroovers. Billiton is bijna uitsluitend bekend door haar tinerts. In 1850 werd door baron v. Tuyll van Serooskerken concessie aange vraagd voor de ontginning, welke in 1852 werd verleend. In 1806 werd de N.V. Bil liton Mij. opgericht. Spr. schetst dan de moeilijkheden, waarmee de pioniers dezer beweging te kampen hadden en waardoor de resulta ten in den aanvang heel mager waren. In 1892 werd een nieuw contract gesloten voor den tijd van 35 jaar, waarbij de Mij. zich verbond 5'8 van haar voordeelig sal do aan het Gouvernement af te dragen. Daardoor is Billiton onontbeerlijk voor ons land geworden. Hierna werd een aanvang gemaakt met de vertooning van de Billiton-film, ver vaardigd door de Ned. Indische Film maatschappij. Nadat we in het eerste gedeelte een en ander van Billiton op het witte doek hadden gezien, kregen we in het tweede gedeelte de tinwinning in zijn primitieven vorm op zeer aanschouwelijke wijze voor gesteld. Doch ook hier heeft de techniek reusachtige vorderingen gemaakt en zien we hoe in de laatste jaren in toenemende mate de handenarbeid door machinale is vervangen. In het laatste gedeelte krijgen we voorts nog eenige interessante gegevens over de gewoonten en zeden op Billiton te aan schouwen, zoodat het geheel een goed overzicht van Billiton geeft. Na de filmvoorstelling werd den heer Mollema door den voorzitter dank ge bracht voor zijn interessante voordracht. OPHEFFING GARNIZOENS WERKPLAATS. De garnizoenswerkplaats alhier, waar tot nu toe de militaire schoenen werden gerepareerd, zal naar de Volkskrant" verneemt, worden opge heven. Met ingang van 1 Juli wordt een begin gemaakt met de afvloeiing van personeel, waardoor met October de opheffing geheel zal zijn tot stand gekomen. Het militaire schoenwerk zal voortaan in de Rijkswerkinrich ting en gevangenissen worden gerepa reerd. Er zijn thans ongeveer 50 per sonen werkzaam. „Het Volk" voegt hieraan toe: Bij vertrek met groot verlof worden de in het bezit van den dienstplichtige zijnde schoenen ingeleverd en mogen dus geen schoenen worden medegege ven, tenzij de dienstplichtige niet op eigen schoenen met groot verlof wenscht te vertrekken; alsdan wordt hem een paar schoenen van zeer ge ringe waarde uitgereikt. Alle ingeleverde paren gedragen schoenen, welke nog geschikt geacht worden om in orde te worden ge maakt, worden in de garnizoenswerk plaats te Leiden behandeld. ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 22l/s cent Ingezonden Mededeelingen- dubbel tarief Bij contract belangrijke redactie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cent9 Belangrijkste nieuws in dit Hummer. Binnenland. Jaarvergadering Chr. Hist. Unie. Buitenland. Mislukte aanslag op den koning van Italië. Aanslag op den trein van Mnssolini? Gunstige weervoorspellingen voor de Duitsche Oceaan vlucht. De uitsluiting In de Saksische me taal-industrie omvat 250.C00 man. Poolsch-Litausch grensincident. Tramongeluk te Algiers. Deze sedert 1925 vastgestelde rege ling heeft aan ongeveer 50 werklieden schoenmakers een sober bestaan ge schonken. Totdat de bezuinigingsinspekteur verscheen en bewerkte, dat deze schoenen voortaan in de gevangenis zouden worden hersteld, door gevan genen. Voorloopig werden twaalf werklieden op 1 April ontslagen, met het vooruitzicht, dat de overigen zou den volgen. De autoriteiten hielden het ontslag voorloopig aan, tot de meening van den Minister van Defensie was ge vraagd, welke meening prompt terug kwam met de mededeeling, dat ge- stichtsarbeid zooveel mogelijk moest worden bevorderd. Wij kunnen ons het vergenoegde ge zicht van den minister voorstellen bij de gewaarwording dat er op een der artikelen arbeidsloon kan worden bezuinigd, waardoor op het artikel herstellingen van artillerie-materieel eenige verouderde kanonnen kunnen worden gemoderniseerd, zonder dat daardoor het eindbedrag van defensie omhoog gaat. De minister kan nu bij 't verdedigen van zijn begrooting we der een lijst opsommen van oorlogs tuig, dat Nederland bezit, bespaard door broodroof op werklieden. Maar wij vinden het ergerlijk in dezen tijd van werkloosheid den arbeiders ka nonnen voor brood te geven en het werk der vrije arbeiders te doen ver richten in de gevangenis tegen een ge middeld loon van elf cent per dag, ter wijl de gemeente belast wordt met steun voor de slachtoffers. Hoewel ook wij betreuren dat hier weer enkele arbeiders broodeloos worden, kunnen wij toch „Het Volk" niet volgen in zijn bestrijding van den Minister. IN DE LAKENHAL. Albrecht Dürer. Wie als leek de verzameling repro ducties van houtsneden, gravures en teekeningen van Albrecht Dürer ziet, zal zich misschien eerst niet zoo heel gemakkelijk kunnen oriënteeren. Toch is dat heel gemakkelijk. Ver schillende hoofdgroepen worden aan gewezen door groote Romeinsche cijfers. Men beginne hij groep I en vol- ge dan nauwkeurig den catalogus. Dan blijkt alles heel systematisch in gedeeld. Nog even zij meegedeeld, dat de collectie is opgesteld dooi1 de goede zorgen van Dr. van Gelder, den direc teur van het Prentenkabinet en dat alles wat is geëxposeerd nog maar een klein deel is van alles wat het Pren tenkabinet aan Dürer-reproductie be zit. Als U dan bij I begint, ziet U eerst de serie groote houtsneden, die op treffende wijze verschillende visioe nen uit de Openbaringen vertolken. In den catalogus staat nauwkeurig aan gegeven, op welke teksten de platen betrekking hebben .Met het Nieuwe Testament in.de hand zou men heel nauwkeurig Dürer's verbeeldingen kunnen volgen. Deze verrassen door hun geweldige phantasie in de voor stellingswijze. Men moet niet verge ten, dat deze houtsneden voor 't eerst gedrukt werden in 1497, in een tijd. toen de Bijbel door de drukkunst veel meer gemeengoed werd, dus een 50 jaar tevoren toen de drukkunst pas werd uitgevonden. Aan de volksbe hoeften van die dagen kwam Dürer eveneens te hulp door zijn voorstellin gen uit het leven van Maria, zooals die heel sober door 't N. T. worden aan gegeven. En dan vindt men, de rij vol gende, weldra „de groote Lijdensge schiedenis" en de kleine. Groot en klein hebben hier betrekking op de grootte der platen. Vooral de „groote Passie" geeft een indrukwekkend beeld van de Lijdensgeschiedenis. Dü rer heeft Christus hier voorgesteld als een forsch en sterk gebouwd man in tegenstelling met de Middeleeuwers. Dat komt omdat de nieuwe beweging der Renais «®nce over Europa ging. Renaissance beteekent wedergeboorte en in dit verband de wedergeboorte van de kl&ssiek-Grieksche schoon-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1